N®. 12084 Dinsdag: IS Juli. gousant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven A0. 1899 Feuilleton. De lotgevallen van een uitvinder. EIDSCH PBJJS DEZSR GQUBAirr* Voor Lolden per 8 maandeir. j f 1.10. Franco per postt •- -s 1.40. Afzonderiyke Nommers 0.05. PRUS DER ADVERTEOTIBW: Van 1-0 regeb 1.05. lodero regol meer 0.17J. Groofcere letters naar plaatsruimte Voor bet incasseeren blaten de stad wordt 0.06 berekend. Leiden, 17 Juli. De commissie, belast met het toezicht op de school aan den Middelweg voor godsdienst onderwijs, alhier, heeft aan het bestuur der Yereeniglog van Vrijzinnige Hervormden ovtrgelaton te voorzien in de vacature-mej. Knappert, benoemd tot directrice van het Volkshuis tegen Sept. a. s. Tot herdc-r en leeraar is door genoemd bestuur met voor kennis van bovengenoemde commissie be noemd ds. A. C. Leendertz, Ned.-Herv. predikant te Sappemeer, die deze benoeming heeft aangenomen en 3 Sept. a. s. zyn dienst werk alhier zal aanvaarden. Morgen zullen leden dor afdeeling Leiden en Omstreken van de Nederhndsche Maat schappij voor Tuinbouw en Plantkunde bet jaarlukscha uitstapje doen. Doel der excursie is: Nijmegen cn omstreken. Óedurende de lste helft der maand Juli zijn aan het postkantoor alhier en de daaronder beboorende hulpkantoren bezorgd de volgende brieven en briefkaarten, welke, door onbe kendheid der geadresseerden, niet besteld konden worden: Brieven: Mej. Nieuwenhuis (uit Lisse), A. 'en K. Moraux, P. Pieterse, L. v. d. Klucht, Insulinde Maatschappij, Amsterdam; Nelly v, Maarsen (twee stuks), Apeldoorn; Sophie Adriaanaen, Bloomen laai; K. Kuyper, wed. Boogaars, W. Petrie (uit Katwljk-aan-den-Rijn), mej. J. v. Doorn (uit Lisse), W. Scholton, H. Brandenburg—Graafland, Naam onbekend, Hel merstraat, J. Klein, J. J. Hoogeveen, M. Ryers—Bouwman, mevr. v. Andol, B. Saoek, 's-Gravenbage; Zuster Qerardina,'s-Hertogen- bosch; J. Geervliet, Kattenburg bij Nieuwveer; M. Thyssen, Maarssen; M. v. Weend, St- bederode; W. v. d. Berg, Rotterdam; A. v. d. Hilst (uit Sassenheim), Wassenaar; K. Smit (uit Lisse), niet vermeld. Briefkaarten: A. De Jong, Delft; C. W. Brandt, mevr. Haverman, W. Briesery, J. Jansen, 's Gravenhage; E. W. Goedhart, mej. Hortange Haarlem; J. Mok, Hoorn; M. Keukenmeoster, Hypolitusbuurt; J. Moyer, C. Giavimans, G. J. Timmers, Rotterdam; J. Minnema, Utrecht. Uit het buitenland terugontvangen: Brieven: P. Keuter, Johannesburg; F. J. Lindenhovius, Middelburg (Z.-A. R.)D. Oxen- dorff, Paris; J. Damman, Hamburg; A. H. L. Utermorkt, Paris. Briefkaart: Wed. Petrich, Laar a/d Rh. De Fransche mail met berichten uit Nederl. Oost-Indiö wordt hedenavond alhi-.r ▼erwacht. De opp^r-ceremoniemeester maakt bekend, dat het Hof, ingevolge de bevelen van Hare Majesteit de Koningin, den lichten Hofrouw heeft aangenomen voor den tyd van veertien Öagen, wegens het overlijden van Zijne Keizerlijke Hoogheid Prins George Alexan dre witsj,Groot vorst-troonopvolger van Rusland. Bij het Staatsexamen tot toelating aan de Universiteit zijn voor de Godgeleerdheid, anz. toegelaten Ce heeren W. C. Beuker Andreao, A. M. R. Beguin, M. P. J. Gieson, A. Van Schuylenburgh; voor de faculteiten der geneeskunde, enz. toegelaten de he.ren Eisendratb, C. E. Verselewel de Witt Hamer, H. E. Beth, H. M. Knipscbeer en J. P. Veening. Wij vernemen, dat de heer J. Schepel, te Winsum, lid der Tweede Kamer, ongesteld is en in bedeDkeltfken toestand verkeert. (AT. E. C.) Do minister van marine jhr. Röell heeft zich met verlof naar Tnnsbrück (Tyrol) begeven. Ter herinnering aan den kunstavond van 17 Juni, aangeboden aan de Vredesconfe rentie, heeft de minister van buitenlandsche zaken aan den heer N. A. Bouwman, directeur der Kon. Mil. Kapel, een fraai gebonden, bruin leeren portefeuille doen toekoraen met den muzikaleo tekst van het Oud-Hollandsche lied „Bergen-op-Zoom" en met een gecalligra- pheerde opiracht. Kolonel Wheelan, militair attaché van de Araerikaansche legatie, wordt in het laatst dezer maand in Den Haag verwacht. Naar wy uit goede bron vernemen, zal eerstdaags aan het departement van marine een ondershandsche aanbesteding worden ge houden voor den bouw van een nieuw pantser- schip, type „Koningin-Regentes". (D.) BIJ bet middelbaar onderwijs in Neder- landsch Indiö kan worden geplaatst een leeraar, bevoogd tot het doceeren der scheikunde aan een hoogere burgerschool met vijfjarigen cur sus, en die tevens bevoegd is om 03nige lessen op zich te nemen in de natuurlijke historie. Zy, die reeds bewijzen van practische be kwaamheid in de scheikunde hebben gogeveD, genieten de voorkeur. Aan de uitzendiDg is verbonden: a. een gratificatie voor uitrusting ad ƒ1000; b. overtocht naar Batavia als gouvernemenfc8 passagier der lste klasse, casu quo ook voor hot wettig gezin; c. een voor- loopig traktement van 150 's maands, in gaande met den dag van aankomst te Batavia tot den dag, waarop het activiteits traktement, volgens de deswege bestaande bepalingen, in Iadiö ingaat Het traktement bedraagt 550 's maands, mc-t drie vierjaarlyksche traktementsverhoo- gingen, elk van 100 's maands, zoodat zal worden bereikt een maximum traktement van ƒ850 's maands. Voor nadere byzonder-^ heden raadplege men de „Sts. Ct." van heden. De heer Fred. J. Roeske deelt mede, dat hy wegens drukke werkzaamheden ont slag heeft genomen als directeur der Amster- damsche Orkestvereeniging en kapelmeester der Schuttery. De heer D. F. Thiemo, predikant by de Ned.-Hervormde Gemeente te Pietersburum, heeft wegens redenen van gezondheid na ruim 44 jarigen diensttyd eervol ontslag aangevraagd tegen 1 Oct. a. s. Van den heer D. Haspels ontving de „N. R. C." het volgendo briefje: „Door myn zeer eenvoudigoD, maar eminent knappen dokter ben ik ook van myn derde zitkte in de laatste acht maanden genezeD, terwyl men dacht, dat het af zou loopen. Ik ten reeds vier dagen achter elkaar in de buitenlucht geweest en ga vooruit; ik lyd nog wel aan z:nuwpynen en daardoor aan slape loosheid, maar ook dat zal wel overwonnen worden; de kuur, dio ik vóór myn laatste ziekte daarvoor ondergaan heb, is gestaakt mo.ten worden en kan nu nog niet hervat worden, omdat ik te zwak ben. Ik heb 'n stille hoop, dat ik zoo in kracht zal toenemen, dat ik in staat zal zyn nog in den a. e. winter moa comedie te kunnon spelen." In het bureau, dat is ingericht voor de architecten, belast met de werkzaamheden voor de Centrale Commissie voor de wereld tentoonstelling te Parys in 1900, zyn de heeren Mutters en Sluyterman, leden der byzondere commissie voor groep XII, met den heer Eberson aangesteld als vast mede werker, druk aan den arbeid, bestaande in het uitwerken der détails voor de versLriog en inrichting onzer afdeeling. Veel oponthoud wordt veroorzaakt doordat nog telkens in de plannen der gebouwen wyzigingen ge bracht worden. Van eenige der afdeelingen, die gereed zyn, maar ter goekeuring zich in Parys bevonden, zyn de ontwerpen aanwezig. Zooals bekend is, tracht men in onze tentoonstelling eenheid van styi en kleur te verkrygen, waarby men van verscheidene inzenders reeds krachtige medewerking heeft ondervonden. De architecten zien daarom gaarne de inzen ders op hun bureau, Hofspui 6, te 's-Graven- hage, verschynen om kennis te nemen van de inrichting. Des morgens tusschen 10 en 12 uren kun nen zy zeker zyn er een der heeren te vinden. De Hellingman'8 Bouwmaatschappy te Amsterdam heeft Zaterdag ondershands aan besteed het bouwen van verschillende fabrieks gebouwen zonder binnenvertimmering aan de Looiersgracht en Passeerderdwarsstraat. Hoogste inschryver was de heer J. J. P. Thüring, te Amsterdam, voor 93,700, laagste inschryver de heer P. Prins, aldaar, voor ƒ81,930. Naar do „N. R. Ct." verneemt, zyn de nieuwe Legerwetten aedort eenige dagen in onderzoek by den Raad van State. Men meldt aan de „Tel.": Voor de zoo- veelste maal heerscht er weer eens oneenig- heid in den Nederlandschen Bond van Oud- Onderofficieren, ditmaal omdat het Hoofd bestuur den leden persé niet wil bekend maken de plaats, waar voormeld bestuur zyn ver gaderingen belieft te houden, en daardoor voorkomt, dat de leden van verschillende afdeelingen die vergaderingen bezoeken. Baron E. C. Sweerts de Landas Wyborgh, gepensionneerd lid van den Raad van Indiö, gaat zich metterwoon te Rotterdam vestigen. Het stoomschip „Rotterdam" vertrok 15 Juli van Nieuw-York naar Rotterdam; do „Kanzier" vertrok 14 Juli van Zanzibar naar Rotterdam en Hamburg; de „König", van Amsterdam naar Oost-Afrika, is 15 Juli Sagres gepasseerd; de „Koningin-Regentes", van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 16 Juli te Suez; de „Madura", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 15 Juli Dungeness; de „Prins Hendrik", van Batavia naar Ara sterdam, passeerde 16 Juli DuDgeness; de „ArJjoeno", van Rotterdam naar Java, is 15 Juli Kaap del Armi gepasseerdde „Herzog", van Oost-Afrika naar Rotterdam, arriveerdo 15 Juli te Lissabon. „Ea nu zyt gyzelf, zooals de meesten van ons trouwens, een arm man." „Ik weet het niet zeker," hernam Erik; „de grooto bezittingen, die ik indertyd kocht. Da koopbrieven en bewysstukken zyn helaas niet meer in myn bezit." „Maar ook al waren zy in uw bezit," ging de president voort, „het doet my leed, u te moeten zeggen, dat, ook wanneer gy alle stukken by do hand hadt, die bezittingen toch niet meer uw eigendom zouden zyn. Na den oorlog lagen kolossale landstreken verlaten en zonder beheer. Do bezitters waren verdwenen en somtyds met hun geheele familiën omgekomen. En de nieuwe Staten bedenk wel, jaren lang waren er geen belas tingen geheven hadden grondbezit noodig, want grond is nu goud. Natuuriyk is het nu het doel van allo Staten, zooveel mogeiyk grondgebied te bezitteD, om daarop papieren te kunnen afgeven. Daarom werd over de geheele wereld bekend gemaakt, dat een ieder, die een stuk land in eigendom had, binnen een zekeren tyd zich ter bepaalder plaatse had aan te melden, om zyn eigendoms recht te bewyzon. Deze termyn is sinus lang vervlogen en ik kan u daarom verzekeren, dat alle vaste goederen, die voorhoen in uw bezit geweest zyn, nu Staatseigendom zyn geworden. Zooals ik zeide het doet my innig leed „Wat doet dat ter zaket" riep Erik uit, tnaar rijkdom heb ik nooit gestreefdl" „Des te beter 1" antwoordde do president. „Kan ik u ergens mede van dienst zyn, dan Lisse. (Niet van onzen gewonen corres pondent). Opgewekt, doch kinderlyk-omstig trokken Zaterdag-morgen de schoolkinderen der openbare scholen in groepjes op naar hun schoollokaal. De oranje sjerpen, kokardes, mutsen, enz. waren weer opgezocht en deden nu diönst om voor deze gelegenheid zich eens recht feestelyk te tooien. Er was den kinderen dan cok een buiten kansje bereid. Ze zouden met hun onder- wyzeressen en onderwyzers Amsterdam gaan zien. Even acht uren traden do ongeduldig rondtrippelende groepjes in 't gelid en zingend trok de vroolyke kinderschaar naar het statioD, alwaar de trein hun weldra naar de plaats van bestemming zou voereD. Onze populaire „Lisser Harmonie", die terecht de algemeene waardeering reeds heeft verworven, had welwillend en belangloos de taak op zich genomen, om den uitgaansdag der kinderen recht feestelyk te besluiten. By aankomst van den trein tegen 8 uren was de „Harmonie" aan het station present, en in optocht aanvaardde de juichende kinder schaar met de noodige toeschouwers, vooraf gegaan door het spelende corps, den terug tocht naar het dorp, om aldaar aan ouders, broertjes en zusjes breedvoerig te kunnen vertellen over alles, wat zy in Amsterdam gezien en gehoord hadden. Het was een genot te zi*n, hoe de frissche gezichtjes glommen van pret, en velen der toeschouwers zullen zich met hen verheugd en dankbaar gestemd gevoeld hebben jegens de hoofden en onderwyzeressen en onder wyzers der scholen, die hun kinderen dat pleizier bezorgden. En al mogen deze dames en heeren een vermoeienden dag gehad heb ben, ruimschoots beloond zullen zy zich ge voelen, wanneer zy kunnen bogen op de dankbaarheid hunner leerlingen en de waar deering der ouders en van alle kindervrienden. Een woord van lof mag voorzeker ook niet onthouden worden aan de heeren werkende leden der „Lisser Harmonie", en voorzeker zullen zy meer dan ooit kunnen rekenen op den steun van de ingezetenen. Dus nogmaals hulde aan allen, die zich met de regeling van dien dag hebben belast, on tevens aan degenen, die hun giften voor dit kinderfeest bydroegon. Rynsburg. Op Dinsdag 18 Juli zal ten huize van dr. A. J. Van Walsem, des morgens te acht uren, gelegenheid zyn tot kostelooze vaccinatie. Uit de „Staatscourant.* Kon. besluiten. Benoemd tot officier van justitie bij de rechtbank te Roermond jbr. mr. P. A. J. Van den Braodeler, substituut-officier te 's-Gravenhage; tot substituut-officier van de recht bank te Amsterdam mr. W. J. Van Dam, ambte naar van het O. M. bij het kantongerecht aldaar tot substituut-griffier bij de rechtbank te Amster dam mr. I. Teixeira d'Andrade aldaar. Aan G. A. Croockewit en C. W. J. Ramann, directeuren van de Kon. Ned. Stoombootmaat schappij te Amsterdam, beiden wonende aldaar, verlof verleend tot het aannemen van het orde- teeken van commandeur in de orde van Takovo, hun door den koning van Servië geschonken. De gewone auaiëntiën van de ministers van justitie en van oorlog zullen deze week niet plaats Lobben. zal Ik gaarne voor u doen, wat in myn macht is." „Wy zyn nu zelfs van het allernoodzake- ïykste ontbloot," riep Eriks vrouw, „en weten niet, waarheen wij ons zullen wendeD, als wy van hier vertrekken." „Wie werken wil," zeide de president, „behoeft geen gebrek te ïydeD, en vooral naar goede scheikundigen is nu juist drukke vraag. Dagelyks worden zooveel grond-analyses ge maakt, dat men aan de vraag byna niet kan voldoen. Eenige maanden geleden werd er een analyseer-station opgericht in Jutland, en wy hebben geen geschikte personen om de helft der posten aan te vullen. Gy zoudt de inrichting een grooten dienst bewyzen, als gy daar een post als assistent wildet bokleeden. Het salaris bedraagt 10,000 vierkante centi meters en vrye woning." Het gelaat van Eriks vrouw helderde weder op; Erik zelf begon nauw merkbaar te glim lachen. „Zoo keeren wy dus weder tot ons uit gangspunt terug. Analyseer-inrichting of por seleinfabriek dat komt ongevoer op hetzelfde neder. In ieder geval neem ik uw aanbod met dankbaarheid aan." De president reikte hem de hand. „Over een uurtje zal uw benoeming op het Bureau van Staats-grondbezit voor u gereed liggen. Gy zoudt zeker wel gaarne een maand salaris vooruit willen ontvangen?" Men schryft 1923. De wereld is na den oorlog sinds lang weder Prov. Staten van Zuid-Holland. By het afdeelingson'erzoek der provincial begrooting werd gevraagd of aan God. Staten iets bekend was omtrent den uitslag van het overleg tusschen den Minister van Binnenl. Zaken en den Commissaris der Koningin, be treffende de verhooging van do traktementen der Griffie-ambtenaren. Gel Staten antwoorden, dat hun van den uitslag niets bekend is. Toe kenning van persoonlyke toelagen aan de ambtenaren is niet mogelyk. Voor een conversie van hetgeen thans rog tegen 4 pCt. rente door de provincie is ge leend, slochts 100,000, achten Qed. Staten de omstandigheden niet gunstig. Zoodra hun de behoefte aan vermeerdering van het personeel van den Prov. Waterstaat blijkt, zullen Ged. Staten niet in gebreke biyven een voorstel tot uitbreiding te doen. Naar aanleiding van een gehouden gedachten- wisseling verkLren Ged. Staten, dat zy het Hoofdbestuur dtr Holl. My. van Landbouw zullen verzoeken het daarheen te leiden, dat het volgend verslag van den zuivelconsulent een antwoord geve op de vragen, omtrent het onderzoek der melk gedaan. Terwyl in de afdeeliDgen de wensch werd uitgesproken, dat reeds in de najaarsver gadering zou mogon blyken tot welke uit komsten do overwegingen van Ged. Staten ten aanzien van de te nemen maatregelen tob verbetering van don vervuilden toestand der kanalen tusschen Maas en Scheveningen zullen leiden, verklaren Ged. Staten in hun antwoord reeds nu, dat in de aanstaando najaarsvergadering daaromtrent ge ene mede- deelingen kunnen worden verwacht. De hoofdoorzaak der vervuiling ligt in den onbeperkten afvoer op den boezem van den afval der gist- en spiritusfabrieken in en om Delft. Dat door toepassing der Hinderwet (art. 17 jo. art 11) die afvoer bep rkt zou kunnen worden, scbynt onbetwistbaar, doch de uit voering der Hinderwet gaat geheel buiten het college van Ged. Staten om. Het zyn B. en Ws. der gemeente, waarin de fabriek is ge legen, die vergunning verleenen en voorwaar den opleggen, en Ged. Staten moeten bezwaar maken, anders dan in opdracht vandeRogee-, ring en namens baar, omtrent de uitvoering der Hinderwet aandrang by de gemeente besturen uit te oefenen. Na het verslag der provinciale commissie van Augustus 1898 hebben Ged. Staten do ministers van binnenl. zaken en watorstaat gewezen op do hoofdoorzaak der vervuiling. Dat tot wering van den afval van den boezem van Rijkswege eenige stappen zyn gedaan, is hun niet gebleken. Zy zullen niet in gebreke blyven in de briefwisseling, die met de Regeering omtrent deze za&k wordt gevoerd, hun meening hier omtrent nogmaals uiteen t9 zetten. Een provinciale verordening tot wering uit het boezemwater van den afval van fabrieken, vallende onder de HiDderwet, zou ia stryd zyn met ce wet. In een afdeeling werd ce houding van Ged. Staten in zake de waterverversching sinds tot rust gekomen. Als een donkero onweers wolk, die men nog in de verte onder aan dea gezichteinder waarneemt, herinnerde men zich de beroeringoD, die over de landen en volkoren gewoed hadden; maar zooals het grae zich weder frisch en krachtig na geweldige stort regens opricht, zoo hief zich ook het mensch dom weder tot een krachtig opbruisend leven omhoog. De macht en de zware last van bet militarisme, dat alle welvaart verpletterde, de geweldige opeenbooping van kapitalen in enkele handen, de verlammende overproductie, dat' alles was verdwenen. Aa-.i alles werd met vernieuwde kracht de hand gelegd; de nisuwo grenzen tusschen de nieuwe Staten werden vastgesteld; het vor keer tusschen de volkeren nam een nieuw karakter aan; de vervallen spoorwegen worden in goeden staat gebracht, of nieuwe aangelegd. Een nieuwe bewegingskracht, de photo-eleo triciteit, heeft de kolen en gassen vervangen; de zod, die over allo landen straalt, zet nu de machines in beweging. Ds wereld, welker dryfveer het geld was, en waarin slechts ge wapende volkeren tegenover gewapende volke ren stonden, is verdweneD, door haar eigen spanning uiteengeslagen. Eeu nieuwe wereld is oDtstaan, ryk aan ontwikkeliDgskraclit, gelouterd en grootsch, om opnieuw te beginnen waar de vorige ten onder ging,totdat na honderden jaren de eigendom weer in handen van weinigen zal zyn teruggekeerd; totdat de eene mensch weder in waanzinnige woede tegen den anderen mensch opstaat^ in den stryd om het water SM) Eo Ei) gingery verder. Allee was veranderd en nauwelijks moer te herkennen. De straten waren geheel anders gebouwd; slechts bier en daar bemerkten zij nog een pand of blok huizen uit den ouden tijd. Na veel vragen kwamen zij oiodelijk aan den ouden Curis- tiansborg. De president ontving ben in een ruim, beider verlicht bureau, een der vroegere slot zalen; bij kende Erik niet en bad ook nooit Zijn naam booren noemen. „Ik ben bet", zeide Erik, „die de wetten Van do verandering der grondstoffen ontdekt ►eb, of met andere woorden, de kunst om goud te maken." „Zool" zeide de president: „ik dacht.... gij zegt.... uw naam is immers Poulson?" Erik zag hem verwonderd aaD. „Voor zoover ik weet was bet een Engelsch- man, genaamd Welton, die de ontdekking deed." „Hoe?" Erik verbleekte. „Had een ander zijn ontdekking onder eigen naam bokend 'gemaakt?" i „Dat meen ik ten minBte," hernam de pre sident, „maar misschien vergis ik mijl In ieder geval werd er een verhandeling over de 'ontdekking gedrukt. Esn scheikundige, die aan de geheime goudfabriek van Engeland werk zaam was, verdween op zekeren dag en schreef in het geheim een brochure over de goud- fabricatie; al spoedig bad bet geld zijn waarde verloren en de oorlog stond voor de deur. Intusschen ging de voortvluchtige Engelsch- man voor den waren uitvinder door." Erik steunde het hoofd met beide handen en zeide op dollen toon: „Ook dat nogt" „Maar," vroeg de president, „gij beweert de ontdekker te zijn; waarom zijt gij dan niet het eerst er mede voor den dag gekomen?" „Dat is oen lange en treurige geschiedenis," antwoordde Erik. „Hebt gij geduld mij aan te booren?" „Nu," zeide de president, „een half uurtje hob ik in ieder geval wel over; vertel maar op." Erik verhaalde alles zoo kort en zakelijk, als hem mogelijk was. Midden in zijn ver baal viel de president hem in de rede en riep uit: „Acb, gij waart het dus, die destijds zoo veel landgoederen kocht 1 Er waren toen zoo veel geruchten in omloop omtrent de wijze, waarop gij zooveel rijkdommen bijeengegaard hadtl Dan kende ik u toch well" Ook meende hij van de „Chemeia" te heb ben booren spreken en van den koop van h6t „Isla Verdo." Met meer en meer belangstelling luisterde hij naar hot verhaal van Erik. „Ga door, ga doorl" zeide h(j meermalen, toen Erik op de klok koek, die aanduidde, dat reeds meer dan een uur verloopen was. Erik besloot zijn verbaal. „Het is wonderlijk r zeide de president.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 1