MENGELWERK. Bears van Amsterdam. 1 j maar la een stad »an actie als Amster dam gevestigd ware. Juist de Haagsche geest, die op de bureaux zoo sterk inwerkt, is een der bedenkel(jkste oorzakon van het kwaad, dat telkens in regeeringekringen openbaar wordt. De vestiging van bet permanente hol van i arbitrage in Den Haag zal den exotischen i invloed, die het nationale leven in de residen tie onderdrukt, nog versterken. Een hard© les. 't "Was op een Zondagmorgen in den zomer. De klokken van het kleine dorpskerkje rie pen met helderen klank ter kerke en breede scharen van dorpsbewoners- trokken op, om die roepstem te volgen. In feestkleederen en opgetogen begaf oud en jong zich naar het bodehuis, aan het einde van het dorp gelegen. Peterboer echter ging met zijn knecht op jacht. Uren in den omtrek was er geen rijker boer te- vinden en daar alles hem meeliep, verbeeldde hy zicbzelven genoeg te zijn en bekommerde hi) zich om niets of niemand. H0 ging niet naar de kerk. Zwijgend en met do grootste opmerkzaam heid werd het bosch doorzocht. Maar hoe zij ook rondzagen, wild was er niet te vinden, De hitte werd drukkender, de zon stond roeds hoog aan den hemel, het moest middag z^jo. De adoren aan do slapen waren van toorn ge zwollen en Peterboers oogen fonkelden. „'t Is of do duivel er mee speelt!" zöi bij woedend. „Do wildrijkste streek uit den. ge- heelen omtrek, en wij loopen een balven dag rond zonder iets te zi9n." „'t Is al laat," zei de knecht en wees naar de zon; „kom, laten we naar buis gaan!" „M|j goed, ik ben moe en hongerig; daaren- boven is mij de lust in het jagen geheel,ver gaan. Wist ik maar wie de oorzaak is,.dat,er geen, wild te bespeuren is,, bij ?ou er, slecht aan toe^yn!" Samen wandelden z\J naar huis. Petorboer beet .zich. ven tijd tot tijd op de lippen, terwijl hi) een vloek uitstiet. Aan den rand,van, het woud stond langs ,den grooten weg ©en klein steenen- kruis. .Mos en klimplanten, bedekten het halt-vervallen teeken der verlossing, dat daar, vóór veel jaren was opgericht, toen op dio plaats een vermoorde vreemdeling gevon den was. Eenige nog half-Ieesbare woorden noodigden. den voorbijganger, uit een kort gebed te doen .voor den zieleru3t van ,den t verslagene. Nauwelijks had Peterboer het kruis bemerkt, of een ontembare woede maakte zich van hem meester. „Nu weet ik, wi9 ons de jacht bedorven heeft 1" schreeuwde hy. „Wie dan?" vroeg de knecht bevende „Nu, die daarl" De vuist van den boer wees bevend naar hetkruisbeeld. „Hat gelui dec klokken beeft het wild schuw gemaakt Doch ïnemand treodt Peterboer ongestraft in den wegy zij het wie het wiL Ik mo6t wraak nemenl" De knecht beefde van schrik en afschuw, toen lii) zijn meester het geweer zag schou deren. „Laat uw voornomen varan, Peterboer I Roep toch niet moedwillig, do rechtvaardigt) straf dos Hemels.' afi" Met hoonenden lach stiet do toer hem van zich. „Ik zal je toonen, dat Peterboer niemand vreest, hoor je, niemand!" De knecht weerhield nogmaals zijn arm. '„Laat uw afschuwelijk voornemen varon, baas.... gij 2\jt woedend en weot niet wat go doetl" De gespierde arm van den boer wierp hem ver weg, zoodat hy ter aarde storlte. Van hel8cbo woede fonkelden de oogen van- den vermetele, syn hand beefde.... bet schot knaldede afschuwelyke daad was volbracht, doch op hetzolfdo oogenblik treft jen steunend, klagend gesehrei zyn oor. De knecht beeft over al zyn ledematen, en den. vermetele zolf stolt het tloed in de aderen. Het geweer wegwerpend, snelt hy paar het ,krui9. Aan den voet op het mos ligt een zesjarig meisje met bloedonde hoofdwonde. ,Htt geboele aangezicht was met bloed overdekt, oogon en lippen waren gesloten, on slechts een zacht geklaag verriod, dat er nog loven was in het verminkte lichaam. .Peterboer was bewuste loos, doch- zelfs in dien toestond droeg het hoekige aangezicht duidelijke sporen van schrik en ontzetting. Met een diepen zucht kwam hy by: De verwilderde blik drukte vrees en ontzetting ruit, het gespierde lichaam sidderde en beefden „Peter 1..." Dof als h6t steunen van een Btexvend paard; klonk die roep. „O, wat een ongeluk," zuchtte do knecht. „Had toch.naar.my geluisterd, boor!" „Haal gauw een dokterl Ryd eon paard dood, het.hindert niet; Weet, wat er op het spel staiatl" De knecht verwyderde zicb, en do boer wierp zich als een zinnelooze op zyn slacht- o ff ér. „Aima, myn kind, myn lieveling!" Niets menscheiyks had doze stem meer, zy kwam daH ook uit een door angst verscheurde lorst. „Kfik rny aan, myn engel, spreek eens een woord. Is U mogoiyk, dat ik met eigen hand het dierbaarste, dat ik op de wereld had, vermoordde?" Doch dat mondje bleef gesloten, oio oogjes openden zich niet en de ademhaling werd zwakker en zwakker. De boer keek strak inaar zyn offer. Zyn blik nam een waanzin nige uitdrukking aan en steunend als een stervend paard viel die beenige gestalte uit geput naast zyn kind neder. Als do dorpsbewoners, door den knecht verwittigd, toesnelden, vonden zy den boer buiten kennis naast zyn reeds gestorven dochtertje. ,'t Is de straf Gods," klaagde de ongeluk kige mooder. „God laat zich niet bespotten. Hot kind was zyn vader in hot bosch tei gemoat gegaan en zal door de bitte vermoeid, hier ingesluimerd zyn. En de vader heeft, in blinde woede op het kruis willende schieten, zyn oenig8t kind gedood." Het weeklagen der moeder bracht den boer tot bezinning. „Anna!"... Kreunend wierp hy zich voor de voeteu der boerin. „Anna.vloek my niet, de Heer heeft my hard gestraft „Had toch wat eerder ingezien, dat Gods macht de uwe ver te boven gaat; nooit ware dit' treurig ongeluk dan gobeurd!" Een diep, klagend steunen was het ant woord. De inmiddels toegesnelde dokter kon slechts den dood van het kind constateerc-n. Iri do oogon van den boer was ontzettende smart te lezen. Zwjjgond nam hy het lykjo cp -zyn armen en verliet het woud. Hy week niet meer van zyn slachtoffer en slechts met moeite stond hy toe het to begraven. Geen woord kwam over zyn lippen, geon zenuw in het gezicht bewoog zich; slechts in de starre oogen was naamloos leed te lozen. Ernst op het kerkhof openbaarde zich de wanhoop, en met geweld moest men hem naar huis voeron. Nu opende zich zyn mond tot oen hartver scheurend weeklagen. Hot kind, dut hy ge- dooi had, zyn eenigste, was zyn. kostbaarste schat geweest. Met oon liefde, di9 men van zijn koud ge moed niet verwachten zou, had hy het be mind, en dat goluk, het grootste cn zoetste van zyn bestaan, had hy met eigen hand verstoord. De sterke zenuwon van den man konden aan het overweldigend leed dor ziel riet weerstaan. Gebroken door de smart, zonk. hy op het ziekbed neder en ia hevige koortsen streed het leven weken lang met dengrynzendandood; 't Was weder Zondagmorgen. Weer riepen de klokken t;r kerke. In gi-9oten getale trokken, de dorpsbewoners, voorby de woning van Peterboer, en al3 gewoonlyk vroegen zy ook nu weer, naar den toestand van den zmke. „Da koorts schynt, verminderd te zyo,',' antwoorddo do bekommerde bosria» „Hy Ï3 rustiger geworden, maar heeft nog goen woord gesprokeD, on de dokter deukt, dat het nog wel maanden kan duren." Woenend trad zy in de-kamer van :den zjeke. Do zieke sliep, maar by haar binnen troden ontwaakte hy. „Acnal" Zwak en bang kwain het o7erayn bleeke lipp:n. „Is het werkelyk waar, waarvan ik zoo lang en bang gedroomd h6b<?>.Ja, het i9 waarlyk geen droom. Hoor, de klokken, t zy roepen alles, in myn herinnering terug. Zoo klonken zy ook op dien Zondagmorgen Ik jaagde in het .woud en toen.... Annai'V Zy.j oogon zochten haar blik en by greep haar- hand. „Vergeeft ge mty?" „Do U96r heeft ons zwaar gestraft," zei.de boerin, en: een traan roldeover haar wangen;- „Poch lichter zou my het; leed tedrogen zyn, wist ik, dat de straf u tot geneesmiddel gediend had, dat gy een ander mensch geworden waart en orkendet, dat Gods macht boven de uwo gaat." „Dien troost kan ik u geven," sprak hy zacht, en oen rustigeblik ontmoette dan haro. „Ik was vermetel genoeg do macht Gods to trotaeeroD, de Heer heeft my go- bogen.... Zulk een les vergeet men nimmer." HO vergat zo niet. Nauwelijks was by genezen, of zjjn. eerste weg voerde ter kerke, en de ouderen weten zich te herinneren, hoe hy een weldoener der armen, een liefdevol oebtgenoot on waarlyk deugdzaam man ge- wordon is. XJit Transvaal. XXV. Juist, toen de yver by de po3tryd6rs giDg verslappen,' kwam er nieuwe1 uitkomst. Do coach van Mafeking naar Krugersdorp zou ook een statie makon in onze nabyheid. Toen die halte daar eenmaal was, gingep er memories ter teekocing rond, aan heb Gouvernement verzoekende, den houder van. de coachstatie. tot postagent aan te stellen. De raemorio werd voldoende geteekand en het gevolg was: wo kregen een postagent by ons („by ons" to vertalen door eon uur te paard van. onsaf). Wel hadden we in hot begin voel last van. de onoplettendheid dor postbeambten, die aan -ons. gerichte brieven vaak eon reis door half Transvaal, deden maken, of ze toch naar onzenvrosgerem postagent zonden, maar na-volloop van tyd kwamen onze brieven toch „geregeld" naar Groot-afdeeling. Voor postpakketten of gold te posten moet men echter naar een postkantoor> dat vyf of zes uren te paard van hiér. ligt. Reeds vroeger sprak ik van de vreeselyke droogte, dio er keerschte. Op bet laatst word ze onrustbarend. Velen kregen al gebrek aan water om hun landen en tuinen mee nat to leiden. Als do boeren bier geheel afbankelyk waren van de vallende regens, zou er niet voel kunnen groeien. Ze verzamelen c-chter zorg vuldig al het water, dat zo kunnen opvangen, in dammen. Zoo'n dam wordt op een geschikt punt in oen rivier of spruit gelegd of wel om een daartoe geschikt stuk land, waarop men door meer of minder diepe voren het water verzamelt, dab hier en daar uit de bergkloven komt. Mot dit verzamelde water maakt mön dan op gerogelde tyden het te veld staaa.de nat. Heb vereischt heel wat genefenetheid en- kennis van het stuk land, om aUea op de voordeeligste wyzo nat te krfigen en het te veld stamde niot te beschadigen..Toen we op een middag een beetje de bergen introkken, om salpoteT te zoeken, trokken we meeE dan een© kloof door, waar oude en dikke boomen geheel verdroogd stonden, wel een bewys, dat ze in jaren zulk een droogte niet gekend hadden. Voor eenige slimmerds was de droogte juist een middel van bestaan. Speculeerende op do goedgelovigheid der boeren, gaven zy zich uit voor waterwyzer. Voor geld of voor vee namen ze op zich aan den bezitter V3n grond een verborgen waterader te wy'zen men behoefde dan maar te graven en men zou een kostelyken stroom water krygen, om zyn land te kunnen bevloeien.. Menigeen liet zich vangen. De watergraver stapte dan met een geleerd- gezicht het terrein over, bokoek elke klip en. iedere plant em maakto eindelijk zijn gevolgtrekkingen. Dan begen het graafwerk. Had hy iets op voor&chot weten in. handen te krygen, dan kon men maar rekenen, dat hy op eengegeven oogen blik plotseling, verdwenen .was, het werk onvoltooid achterlatende. Natuurlijk komt geologische kennis dikwijls te pas by het opsporen van dicht aan de oppervlakte ge legen wateraderoD,. die tot nog toe-niet ge opend waren; doch in den regel weet'eon ervaren boer dia zelf wel op te sporen. Zoo girjgen wo by, ons op de plaats ook probeeren om water open te maken, omdat we ergens water zagen uitsypolen. Al achtor dit water aaogravende, vonden wo eindelyk oen plek, waar. het sterk uit den grond opborrelde. Ey ©nderzoek bleek, dat dit water vrooger reeds open-moest geweest ayD, uit de stukken van kafferpoiteu, dio daar by dit „oog" uit den grond kwamen, maar dat de kaffers zoker dia bron toegestopt on ondergegraven haddoü, toen ze genoodzaakt waren geweest, dia streek te verlateü. Hét Gouvernement wilde ook de in nood verkeerende bevolking te hulp komen en be loofde waterhoren1 te zullen zenden. Gelukkig ia do regen oer gekomen dan de watorboren. Wyzelven deelden in zooverre in do moeilijk heid, dat we nu het rivierwater niet konden gebruiken en ons drinkwater op verren af stand moesten gaan- haleD, want- voor allo zekerheid haald9 ik Git altyd zelf. Brandhout- was daar ook niet zoo in over vloed als op onz9 voorgaande woonplaats: Do kaffer en do meid baalden-by drachtjas te geiyk zooveel als voor gebruik noodig was. Dikwyls" echter ging ik bywyza van ont spanning met; een tfbepje schooljongens na schooltijdin het bosch aan de overzyde der rivier Lout halen. Ga merkt dus wel, dat wo ook bedienden- ryk waren geworden. Stel u echter onzen kaffer ni*t voor met verlakte- schoentjes en wit vest, zooals by vaak op reclameplaatjes voorkomt. Met een oud jasje em oudo- brook van my was hy voor eon dag of; veertien al héol deftig en dan verdween Successievelijk zoo het een of ander onderdeel, totdat van beide kleediugstukken eindelyk nog slechts eonige stukjes, wonderlyk met riempjes en! dorens byeengeboudeD, om zyn'lyf hingen. Ik! was dan wel weer verplicht en zoekowat voor bom op. Hy was ook nog maar eon halfbaar kaffer, dis eerst sedert- kort onder menscben verkeerde. Met de meid' waren we gelukkiger. Zy was een kind van kaffers, die onder witmenschen groot waren geworden. Zelve had ze lang by oü DanieMn huis gewerkt om naderhand by andere menscben. Ze was dan ook boel handig in al het werk, dat myn vrouw haar te doen gaf, en, wat een zeld zaamheid onder kaffers is, uiterst zindeiyk. Ik dronk ten minste steeds met meer gerust heid uit oen kopje, dat zy schoongemaakt had, dan uit de kopjes, die my by veel boeren in handen gegeven werden. Om haar par- mantighcid hadden andere menschen haar niet langer will8n hebben, ze was naar oü Daniel teruggekomen en die bad ze naar ons - gostuard. Voor myn vrouw had zo al spoedig het, nooöige respect, omdat dio haar op tyd kost en .betaling gaf en strenge gehoorzaams beid" eischte. Heel dikwyls trachten witmonscheD van do onnoozslheid van die zwarte schepsels misbruik te maken door heir in hun loon te. bedriegen, en hoewel eerlijkheid, nu een buitengewoon zeldzame eigenschap van 06n kaffer is, zil hy voor oen witmensch niet de minste achting hebben als die hem: niet eeriyk behandelt; Zooals. later bleek, beaat Mamphosla ook dio buitengewone qualiteitv zoodat wo dus by zonder goed af waren met die meid. 's Morgens als de zon even uit was, kwam zo aan de kombuisdeur kloppen,, en na oven genoten te hebben van bet vuur op don escb, begon ze haar werk. 's Avonds, keerde ze met baar bundeltje kostiop bet hoofd opgeruimd huiswaarts, vooral als zo- iets extra's mee gekregen had. "Woensdag was da algemeene waschdag. Dan gingen al de meiden uit de buurt met het waschgood maar een plaats onder aando rivier, om meestal in dc-n namiddag daarvan terug te komen. Z9 zoeken dan eon plok op, waar de rivier, niet zulk een sterk verval heeft, en liefst waarin of langs het water vlakke rotsen voorkomen, waarop zo het ingezeepte goed kunnen slaan of wryven. Dikwyls is die waschdag eon dag, van ontspanning voor hen, want hebben zo goeden zin, dan is het waschgoed gauw klaar en wordt de rest van den tyd aan dans en zangspel gegeven. Daarom kwam Mamphoela ook nooit eer thuis, of ze veel_of weinig mee had. Alleen echter, als het eens de spuigaten uitliep of er iels aan het goed mankeerde, maakte myn vrouw daar aanmerking op; dan was er ook in langen tyd woer geen reden tot klagen. Als myn vrouw dan maar zei: „Mamphoela, als do zon ddar zit, ben je by die huis", paste ze wel op, dat zy niet lager stond dan myn vrouw haar gewezen bad. 14 Juli 1399. Staatslccnlngen. pCt» NeA, Cert. N»t. W. Schold dito Obl. dito3 dito Cert dito. 8 Ooatenr^ Obl: Tap. Mol Not. 5 dito Zilv. JaniyJali. 8 Portugal, Obl. 18Ó3/1S81 m«t ticket 100 .8 Ituslond, Binnciil. 1S91. 4 ditolS89bij Rothschild Rb. 625 4 dito Hope Co. 188990 Rb. 626 4 Spanje, ferp. Schuld BuitonL 4 •-'uikije,.Oep. Coüv. 1. 1690 .4 dito Douane* ObL ISS'l.- 5 dito (Jcconv. Lccniug Serie D dito dito O Mexico, Bmoeiilandsch. .5 Bxo/.ili«rr Obl. 18S3t .4 Ind. en Rn. Ondernemingen. Kólcninle Bank Aand. NJ-I. Ilandbki Aand. Ned. llandclm. Aand. Socr. Bank II. len. A.Obl. Tabakeo nderneml ngen. Amst. Dcli-Comp. Aand; dito Certificaten Ajcndsbnrg Certificaten. Ddli-BafaNiB-Mpij.'Aand,' dito Certifieatcn dito Cultunr-Mpij. Annd. Dëli-llantscl/appij Aand. dito Ccrtifipatcn d0'Lant'k.C.v.A.Noin.gar.kap. Midan Tabak-Mpfj. Annd., Róttcrd. Deli-Mpi). Aand. Soncmbah Mpij. Aan deel cn. dito Cert. van. Aand. Fabrieken.' Dslft Dist Gist-uïn S.-PabnA. El^ctia Aandeden. dito Oldïgal'ii.'n NJ Venn. Glnaf. bd Koicnm. A. K: N. Bcierfich Bicrbrj Obl. A Kón. Mpy. do Scholdo Obl. Ncd.j Gi6t-(&-Spiïitusfabï. A. dito dito ObHgj Stbomb.Dr. 't Uaontjo Aand. Wester Suikerraflinad. Aand. Z. Ui B,'crbr. Hvp. Obligo 5 Scheepvaart-Maatscb. Kon. Ncd. St b.-MpiJ. Annd. 'dito dito Obligation! .4 Kon. Paketvjert'Mpij, AoncLi dito dito Oblig. 4 Kón. West-Tnd. Ma'rld. Aand. dito dito Oblig. 4, Ned. Amcr. Stoomv.-Mpij. A. dito dito Obl. 4 Roltcid. Llojkl Aadikclon diloi dito. Obligation 4 Stoomv.-Mpij. Ncderh Aand. dito dito Oblig. 5 dito! dito dito, 4 Stoomv. Zeeland Aand u dito dito' ditopref. dito Stoopiv.;Zcolaod Oblig.. Petroleum, t Dordtscbo Tctr. Mi). Pltf. A. dito dito - ObBg. Maatschap „Panolan". CtrU if Elzasscr Petroloiun-Mpjj. A. Tcfrolcuin-Mi}. „GaHeifi" A. JIolL Rum. Petroleum-Mg. A. Kón. Ncd.Mij.tl2x.Pctr.br. A. i dito dito Cert. ven dito dito dito Obligation i'A dito ,-Mocara Enitn" Aand. M.t. Ex. Oüebr.in Hannover, A. Ncddrl. Pefrolenra-Mp^. A. dito Ram. Pctrol.-My. A. dito .Sumatra Pulemb.'A. Mijnbouw. Kwandnrg-Roénralata i i Lcheann (Asphalt Ncd^lnl.Expl r Mijnbouw Noord Celebes Mijnb. Mij. rSocm»lata" A. i- Tjcnako St.- Mij. Diversen. M"pij-l Kiassapolsky Aand..' dito dito Oblig. 4 Wink,-Mij. „Eigen Hulp" A, Spóorwogleeningen. IIolL IJzcrcn-Spsr.-Mij. Aand. ObL dito i M. t. Expl. v. St. Spw. Aand. Italië,E.-ltaL Spw. Obl. A-H 3 Polen, Ware.-Wcencn Rb.€25., 4 Rusl., Balt. Spw.-Aftnd,. .3 l'fcst-Spw.-Mij^Aand!. 5i Weiehacl ZR.. Aand.. .5 Wladikawkas Obl. Rb. 125 4 Amerika, Atchieon Top.O.v.A. Pref. Aand. dito dito Alg- Hyp. ObL 4 Adjhstm. Oblig. .4 Central iracifio Aand. i .4. Dourer Bio Grando C. v. A. Erié-Sp.-Mij. Aand. Chio Erie le Hyp. ObL Kane, City Bclt-sbarea Looier. Naahr.tCert v. Aand; Mies. Kans. Toxaa C. r. A. Union Pac, C. r. A. Oregon Short Line oblig. 1 Canadian Pacific C. r. A. Fremleleenlngen. NederL,?tad Amaterd. flQO, 3 Tuflkgo, Leaning 1370. S^anje,!Madrid'18G8, Spet. EKRSTE ka ME IS. Vor. Koera koara. hedon 82% 91 91* 8-J* 83% 25J4. 25% WA 63% 67'A Vhn 07* mi 66* 62A 93 015* 9-1* 23^ 92% 27: i.6%, 423^ 42* 63 03% 47 81% 81* lbL% 101* 693» 680 C17 610 320 339 121 121* *22* 426 240 227 220 403 i 410*L 415 410. 24 - - 02* - 107* 198* 162* 101 - 171 172* 102* 103* 125 93* 09* 137* 102*: 177* ris*, 1031 ilOï* 18 2d. 1 25 74 71 312* 101 101 Ü43* 104 103, 35 10J 105 139 180 1S3 178* 98( 133* 134» -~ 18* 41* 37* 81 i 82*. 63 76 1 125 75 104 104* 209 107* - ice: 102 100 114* 09* OOJtf ICO* 109*» 68* 08% 07* I9j; 20' Ci 62* lOO.Vfi 100* £1 21* 13* 1 13?i 113A ion 29* T.'A 72* r-K 12* 43>- 1UV, SOJli i 35 3-jA Afschaffing van lollen. Dj Ragooring merkt in haar antwoord op het afdoelingsverslag omtrent dat ontwerp op, dat- aan de fmanciëele bedenkingen, in hot verslag geuit, alleen dan gewicht zou kunnen worden toegekend, indien de inkomst, dij do Staat door do afsckaffing der tollen prljegeoft, belangrijk wara en heb equivalent niet roodsware aangewezon.' Daarenboven zyn ter voorziening in komende behoeften andere middelen beraamd. Em nieuw tarief van- invoerrechten .immers zal' eerlang worden voorgosteld. Dat de afschaffing Diet alle streken in dezelfde mate zal bevoordeelen, spreekt de lv:geering mist togen, maar daarin ligtnaar haar meening geen reden om den maatregel af ta keuren.. Do Rogeering zou niets liever wsnschcn dan dat allo tollen te land cn to water» kon den verdwyncn. Doch zy is er vast van over tuigd, dat reeds do enkele, afschaffing der RiJk8hoffingen een belaDgryke ontlasting van het veikeor zal blykon te zyn. Direct nadoel kan alleen daar geleden worden, waar wegen ofkanalen, die belast biyven, parallel loopen met die van detv Staat, en dus in hetzelfde verkeor voorzien De Regeoring verwacht, dat, na dezen eersten stap, dien do Staat doet in do richting van. vrymaking van hot verkeer, verschillende be-' sturen en openbare lichamen na korter of. langer tyd, ernstiger dan ooit zullen over wegen of het hun niet mogelyk zal zyn ook hunnerzyda stappen of nieuwe stappen in die richting te doen.: De Regeering kan) wat betreft haar mede-1 werking om te komen tot de vrymaking van! de wegen en kanalen, die voorloopig nog, bela6t zullen blyven, slechts de toezegging1 geven, dat zy gaarne bereid zal worden! bevonden de voorstellonr die haar zullen i worden gedaaD, met ernst te overwegen euj haar medewerking, voor zooveel mogelyk, te! verloenen. t* Eanig uitzicht op togemootkoming uit do: schatkist mag zy echter niet geven. Maarj jujst daarom zal zy er zich ook van ont-> hóudeD, iets te doen, dab een publiek lichaam 1 zou. kunnen, belemmeren in zyn vryheid om zyn tollen te blyven heffen, zoolang het de middelen om ze af te schaffen niet kan vinden. De vrees, dat het particulier initiatief tot het. aanleggen van nuttige .land- on water-^ verbindingen door de afschaffing dar,Ryks^ tallen zou verminderen, doelt de: Regeoring; niet Da .Regeering herhaalt Lm slotto, dat zy niets liever; zou wenschon <dan de geheels vrymaking; van alle verkeer to^kunnenvoor stellen of althans voorbereiden, maar.hot offer,' dat-, daarvoor uit do Staatskas zou gevorderd worden,, is ito. groot, zolfs. ah word het- over eenige jaren verdeeld Verwerping van deze voordracht zoumiet het, gav.olg hebben,, dat blykens het afdelings verslag een derleden zich j voorstelt D^/.3 Regeeiing zou althans geen vryheid cviuden om. een ontwerp; in tedien on, dat; allaem strekte tot afschaffing vando tollen op de Rykslandwogen. i Zy, zou integendeel do ibo^ 6taande. heffingen, ondamlLs alle. bozwareD, moeten.blyven bsstendigön en ©verigens slechts kunnen, trachten. de: voornaamste ongelijk-; heden zooveel (mogelyk wog to nomon.i Stoomtram Winschoten naar\ Bellingwold'c. By esn groot aantail leden was do -ingeno menheid met htt wetsontwerp, houdende toekenning van een renteloos voorschot uit 's Ryks schatkist voor deD aanleg van een tramweg van Winschoten-naar BeJlingwolJe, niet' byzonder groot- By1 sommige' leden had het een minder gurvstigdn' indruk gemaakt, dit' de bydrage. van de provincie Groningen en de gemeenten Winschoten en- BtÜingwolie gering is. Anderzyds werd aangedrongen op het spoedig vorleenen van hulp met het-oog ©p heb tydeiyk karakter der verleende concessie, Verhooging Waaldyken. Er waren leden, cie' zich by het ontwerp^ vjth wet tot bevordering der verhooging van' de Waai:yken, in verband met do afsluiting der Heerewaardscbe overlaten, neerleg.en, maar cie meenden, dat de^dyktesturen to veel op het R(jk hadden gesteünd. Vry uitvoerig werd gesproken over de quaestie of de Staat wel verplicht is de ver hooging der Waaldyken te subsidiceren. Veel léden waren van oordeel, dat de Staat daarloa Wel degelyk verplicht is. Spoorweg* Gotbeng^-Kalimas. Oneer moer werd aangedrongen op spoedige totstandkoming van de ontworpen spoorweg verbinding van het 6tatión Goöbeng mtt den oostelykon oever wan de Kalimas te Sóerabaia. Verschillende leden gaven den Minister in overweging, zooals ook reeds -In de Tweede Kamer geschiedde, £e gouvernementsgronden langs de nieuwe spoorwegverbinding niet te spoedig te verkoopen. In zyn' antwoorJ verklaart do miuister van koloniën, dat het belang van den Staat als spoorwegexploitant hier hanJ aan hand gaat met h.t belang van den handel en dat het zektr geen goede 6poorwegpolitiek zou zyn om een tête de ligne van een belangryk spoorwegnet, als dat der Oost=xlynen uit han den te geven. Het belang, dat de spoorweg- exploitant zelf heeft by een spoedige tot-stand- koming dtr ontworpen spoorwegverbln -ing, is een waarborg daarvoor, en de minister heeft reeds bet noolige voorbereid om zoodra het ontw©rp wet zal zyn geworden, de con tracten te kunnen sluiten voor da levering van hetgeen uit. Europa tenooiigd is. Duiten. Buiten omloop stellen, van de duiten op, Java en,Madura en verhooging van Hoofdstuk, II der begrooting van uitgaven van NcderL, Indiü voor het dienstjaar 1899. Sommrge loden vroegen zich af of weg neming van het ostonomisch nadeel, aan de zg. duitenplaag verfcondon, onder do huiriga financitele omstandigheden wel een uitgaaf van 2.4 miUioen gulden rechtvaardigt.: Gevraagd werd welk overwegend b;zwaar erelgenlyk bestond tegen invosring van een wettige bronzen pasmunt ter waarde vaa 1/120 gulden. Andere leden waren ingenomen met den maatregel. Naar aanleiding van cit verslag verkliart de minister van kolonitD, dat tezwaarlyk nog kan betwyfelJ worden, dat het belang der inlan-sche bevolking.in zeer hooga mate te- trokken is by de vervanging van de duiten coor wettige munt. Dat do inwisseling vroe-! ger mislukt is, is toe te schrijven aan da gebrekkige uitvoering, die toen in vele 6treken aan den maatregel ia gegeven. De kans vaa Blagen is thans des te groqter^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 6