N\ 12078 Dinsdag; XI «Juli. A*. 1899 <§C2e fèouront wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton,. 9e lotgevallen van een uitvinder. LAGrBLAD. PRIJS DEZER COURAUT» Voor Lelden pér 8 maanden. .«%«•- a f I.C6. Franco per poet.....i, t 1.40. Afzonderlijke Nommors 0.05. PBUS DER ADVEETEHTIËEIr Van 1-8 regels t 1.05. ledero regel meer 0.17J. Grootere lettere naar plaateruimte Voor hot incasseeren buiten do stad wordt f 0.06 borekcnd. Otllciëolo Kennisgevlugcn. Bargemcoster en Wethoadore van Leiden; Gezien het odrea van de firma VAN DER WEIDE, HELDER Co., houdeBde ver/ook om vergctnning tot uitbreiding van de Bieoniifabriek „Nnlr x" aan de Hoogewoerd No. 4, k d&etraal bekend Sectie D No. 1206, door het maken van xoagw/ij en in het Mi&ns tot woniDg bestemde gedoc-lte van hotporcoel; Gelet op de artt. 6 en 7 der Hin 'crwet; Gevon by doze kennis aan het publiok, dat ge noemd verzoek met de bijlagen op de Socretarie dezer gomeoute ter visie gelegd is; alsmede, dat op Zaterdag 22 Jnli a. e., 'e voormiddagB te elf uren, op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven, om bezwaren togen dat verzoek in te brengon. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 8 Jnli 1*99. VAN HEY8T, Seoretaria. Leiden, 10 Juli. Voor d© examens van toelating tot het gymnasium, dis op 6, 7 en 8 Juli zijn afge nomen, waren ingeschreven 27 jongens en één meisje. Geslaagd zyn voor de eerste klasse: A. E. W. Benjamins, D. A. Van den Bosch, C. Briêt, Th. G. Donner, W. H. Drucker, P. L. Van Erkel, L. Heintz, P. Van Hoven, J. De Jong, Cb. De Rempenaer, J. Martin, J. B. Mennen, J. A. Middendorp, G. J. Bor- gerhoff Mulder, Margaretha H. Ooreen, W. A. Van Oorde, P. L. Van SillevoLt, J. W. Sloot, 7. J. T. Spaargaren, H. J. Tiele, H. H. Tieleman. A. E. V. Hoogenraai heeft herexamen in jUieoris rekenkunde. Tot 6% v (j f d e klasse is toegelaten W. J. R. #ieck. De uitslag der toelatingsexamens aan de Boogere Burgerschool voor Jongens alhier 1 is als volgt: CandiJaten voor de 1ste klasse 42. Toe gelaten 28. Voorwaardelijk 7. Niet toegelaten 7. Toegelaten zijn: J. J. Jonker, G. J. Trap, J. v. d. Heyde, Taat, A. Oostho k, A. Mastboff, W. DjefF, A. P. A. Brand, Ottolina v. d. Weyde, C. A. Van Noort, J. T. Kort, M. Van Achterberg, C. P. M. Visssr, J. W. Willemsen, M. W. J. Rienks, W. W. Muys van de Moer, T. J. H. De Jossolin de Jong, Sopbia Van der Tas, Catb. Kop, A. P. Spaan, J. Hamersma, F. Vreede, J. Fransema, H. G. C. Vlasveld, P. E. Van Heyningen, J. W. A. Beyers, J. J. Kokxhoorn en W. Goddijn. Voorwaardelijk: J. Jansse, J. P. A. J. Van den Bergb, J. v. d. Linden, J. C Bloem, L. A. C. v. Loo, A. Parmentier en G. J. Graicben. Voor de 2de klasse 2, beiden toegelaten, namelijk A. W. F. Berkemeyer, en voor de talen W. Brussee. Voor de 3Je klasse 2, beiden afgewezen. Voor de 4 Je klasse 3, allon afgewezen. Ter gelegenheid van het examen voor de „hoofdakte van Bewaarscboolhouderes", gehouden in tegenwoordigheid van afgevaar digden van de Plaatselijke Schoolcommissie, prof. dr. M. J. De Goeje, het bestuur der Kweekschool, den burgemeester en genoo- digden, kon bovengenoemde akte worden toegekend aan de volgende dames: Wilhelmina Aalbers, van Haaksbergen; Anna Krot, van Oldeboorn; Cla6iena Smid, van Hoogkerk; en Marii Van der Lyke, Marie Perné en gara M. Van Tertholen, alle drie van L iden. De gezant van Japan by ons Hof heeft gisteren in .Hotel Leveiag" alhier gedéjeu- neerd. Voor het examen in de handelsweten schap (boekhouden, handelsrekenen en handels recht) vanwege de Veteeniging van handels bedienden „Mercurius", te Rotterdam, zijn geslaagd de heeren E. C. P. Nicola, A. Van Oest en Z. A. Smit Jr., allen van Leiden, leerlingen van den heer A. H. Van den Oever. Het programma van het Internationaal Congres voor Gynaecologie en Obstetrie, van 812 Augustus to Amsterdam te houden, is verschenen. Behalve recepties en diners vindt men onder de feestelijkheden, ten behoeve van de congresleden voorbereid, een uitstapje naar EJam, Volendam en Marken. Naar de Berlynsche correspondent van de „N. R. C." seint, schrijft do „B.-rliner Klinische Wochenscbrift" het volgende over dit Congres „Ons bericht, dat prof. Veit, te Leiden, ontslag genomen heeft als lid van de com missie van organisatie van htt te Amsterdam te houden Congres voor Vrouwenheelkunde, nadat prof. Treub gekozen was tot voorzitter der commissie, vereischt de volgende toe lichting: Treub heeft, wat men wel niet vtrgeten zal hebben, in zijn brochure „Universi teit en Vaderland", de Duitsche hoogleeraren zeer hoftig aangevallen, en Lter getracht, zich door nietswaardig geschrijf uit de quaestie terug te trekken. Korteiyks zijn weer allerlei ondi rbandelingen gevoerd, die beoogden, ons, Duitschers, een soort van voldoening te geven, maar ze hebben zoo weinig opgeleverd, dat een groot aantal hoogleeraren en vakge- nooten, o. a. prof. Martin, uit GreifswalJ, be sloten hebben niet aan dit Congres deel te nemen." De toestand van mevr. Beersmans, te Rotterdam, sedert geruimen ty<i lijdende aan het hart, is sedert een paar dagen zeer be denkelijk. De hoogleeraar dr. S. Cramer is voor het studiejaar 18991900 benoemd tot rector- magnificus van de universiteit te Amsterdam. De leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal zijn ter vergadering bijeen geroepen tegen Maandag don 17den Julia. 8., des avonds te halfnegen. In den gezegenden ouderdom van LJjna 80 jaren is te Schipluiden overleden de heer Simon Van Etten. Deze verdienstelijke man was gedurende 49 jiren lid van het arm bestuur der Sint-Jacobus-parochie en geruimen tijd was hij de ijverige president van genoemd college. Het stoomschip „Cluden", gecharterd door de Holland-Amerika lijn, van Amsterdam naar Nieuw York, passeerde 9 Juli Lizard; de „Koning "Willem I", van Amsterdam naar Batavia, arriveer Je 9 Juli te Southampton; de „Prins Hendrik", van Batavia naar Am sterdam, arriveerde 9 Juli te Genua; de „Rotterdam" arriveerde 9 Juli van Rotterdam te Nieuw York; de „Solingen" arriveerde 9 Juli van Batavia te Amsterdam; de „Spaarn- dam" vertrok. 8 Juli van Nieuw-York naar Rotterdam. Hoogmade. De landbouwer Heenk, te Wou- bruggo, had het ongeluk, toen hy Vrijdag middag op zyn karretje met nog een p rsoon bij zich van de markt te L-iden naar huis tcrugre?d, dat zijn paard bij de woning van den hetr C. Van der Meer, te Hoogmade, schrikte en in de sloot sprong. - Da hoogte van den val in aanmerking genomen, is het een wonder te noemen, dat noch do personeü, noch het paard e=nig letsel bekwamen en zelfs het voertuig onbeschadigd bleef, want toen met vereende krachten alles op het droge was gebracht, kon men de reis voortzetten alsof er niets gebeurd was. Noordwyk-aan-Zco. De hoer S. De Knecht, onderwijzer aan de openbare school alhier, is in gelijke betrekking benoemd te Moor drecht. Zocterwoudo. Zaterdagavond dwaalde in deze gemeente een minderjarig meisje, oud 13 jaren, rond, dat, volgens haar beweren, door haar ouders, sinds korten tyd le Leiden woon achtig, uit huis was weggejaagd. Het kind is dirnzelfden avond nog door de zorgen der politie gebracht naar Leiden, en aan de ouders teruggegeven, nadat vooraf de woning was opgespoord, aangezien het kiad den naam van de straat niet wist op te geven. De navolgende verlofgangers dezer ge meente, behoorende tot de lichting 1896, zijn tegen 9 Augustus a. s. in werkelijken dienst opgeroepen, te weten: J. L. S. Vreeburg en A. Teljeur. Hoewel niet in die mate als in het jaar 1897, breidt zich bet mond- en klauwzeer in deze gemeente voortdurend uit. Tot he Jen is van het voorkomen dier zi kte door twintig landbouwers aangifte gedaan. Slechts van een 5-tal is het vee tot heden hersteld verklaard. Tegen Donderdag 13 Juli a. s., des voor middags te halfelf, is een openbare vergadering van den Raad dezer gemeente belegd, waarvan de agenda luidt: lo. Ingekomen stukken. 2o. Onderzoek der geloofs. risven der op 27 Juni htrkozen Raadsleden. 3o. Voorstel tot pensionneering van den wegwerker M. Raessen. 4o. Benoeming van een derden wegwerker. 5o. Voorstel tot verbetering van de schoeiing langs het Watertje. 6o Vaststelling der ver ordeningen, regelende het heffen van school gelden en leges ter secretarie. 7o. Reclame tegen den aanslag in den Hoofdeiykön Omslag. Zoetermecr. Gedurende de maand Juni werd aan het hulpkantoor der post r\jen te Zoeter- meer ingelegd in do Rijkspostspaarbank in 46 inlagen een bedrag van 2800.73; terug betaald aan 10 inleggers een bedrag van 2114.42, terwijl 2 nieuwe boekjes werden afgegeven. Aan het Ryksttlephoonkantoor te Zoeter- meer zijn gedurende de maand Juni behandeld 161 telegrammen, waarvan verzonden 68 en ontvangen 93. Het eerste halfjaar 1899 werden behandeld 693 telegrammen, waarvan 278 verzonden en 415 ontvangen. Zoetermcer-Zegwaard. In de vergadering van de Holl. Maatschappij van Landtouw, afdeeling Zoetermeer-Zegwaard en Omstreken, zijn de heeron H. Groenewegen en J. Volle- bregt, te Zoetermeer, die periodiek moesten aftreden, herkozen. Tot afgevaardigden voor de algemeene vergadering te Sommelsdyk zijn g kozen de heeren W. Van Dorp Wz., te Zoetermeer, en W. Noordam, te Zegwaard, on tot plaatsvervangers de heeren J. S. Van den Berg te Pynacker, en J. Van den Berg, te ZoLtermeer. De heer B. Uyterlinde, te Zegwaard, is candidaat gesteld voor lid van het hoofd bestuur der Holl- Maatschappij van Landbouw in Zuid-Holland. Overigens is nog een com missie benoemd van elf leden voor een op te richten coöperatieve landbouwvereenlging tot het maken van een ontwerp voor een reglement. Uit de „Staatscourant," Kon. besluiten. Benoemd tot broeder in de orde van den Nederlaodschen Leeuw, de gepensionneerde adjudant-onderofficier-standaarddrager van het 1ste reg. huzaren H. Steysel. Aan den reserve-officier van gez. 2de klasse A, J. M. Le Nobel een eervol ontslag verleend uit zijn betrekking tot de landmacht. PeDsioen verleend aan J. C. Th. of J. K. Th. Timineihaus of Timmerhaus van Abcoude, leeraar aan de burgeravondschool te Schiedam, ten bedrage van 227A. R. F. W. H. Th. Bloemarts, com mies tei provinciale griffie van Limburg, 1717 Th. H. A. J. Abeleven, leeraar aan het gymnasium te Nijmegen, 256G. Guikink, hoofd der o. 1. s. te Wetering, gemeente Steenwijkorwold, 534J. Ruttink, lioofa dor o. 1. s. te Noetselen, gemeente Hellendoorn, f 584; G. Th. Schepers, hoofd der o. 1. s. te Holthone, gemeente Gramsbergen, 396; A. Do Heer, hoofd eener o. 1. s. te Rotterdam, 1467; IC. Oldenburg, onderwijzer aan een o. l.s. te Rotterdam, 900; W. Vau Breugel, hoofd der o. 1. s. te Leende, J 406; Z. Veenhoven, onder wijzeres aan de o. 1. 8. te Wildervank, 136; K. Woud, onderwijzer aan een o. 1. s. te Wormerveor, ƒ171; J. v. Julsingh Marrenga, hoofd der o. 1. 8. te Leens, ƒ587; S. IJ. Stoel, onderwijzer aan een o. 1. s. te Leiden, 509; E. Th. Jansen, onder wijzeres aan de o. 1. s. te Sittard. 94; A. Fabor, hoofd der o. 1. s. te Goönga, gom. Wijmbritseradeel, ƒ601; A. L. Do JoDg, hoofd der o. 1. s. to Nijehaske, 767; J. Balder, hoofd der o. 1. s. te Hoogwoud, ƒ717; A. Antonides, hoofd der o. 1. s. te Suawoude, ƒ534; F. Van Mouk, onderwijzeres aan een o. 1.8. te Amsterdam, ƒ242; M. E. Schuurman, onder wijzeres, hoofd eener o. 1. s. te Vlissingen, /884; J. P. Van Varik, hoofd eener o. 1. s. te Helder, f 1212; A. Verhey, onderwijzer aan een o. 1. s. te Woudrichem, 230; F. Timmers, hoofd eener o. 1. s. te Haarlemmermeer, 707. Regiment Grenadiers en Jagers. In de Oranjekazerne te 's-Gravenhage mocht het slot van het gedenkfeest Zaterdag den avond der gelauwerden heeten, want iedere compagnie en militair, die in de wedstrijden overwinnaars waren, hadden de uitgeloofde prijzen in ontvangst te nemen. Voor zoover de gouden en zilveren medailles door H. M. de Koningin warJn geschonken, kweet de generaal-majoor jbr. Laman Trip, vergezeld van Hr. Ms. ordonnance olficier graaf Dumonceau, zich van de opdracht om de prljztn aan de rechthebbenden uit te reiken. Alvorens daartoe over te gaaD, woonde de generaal, in tegenwoordigheid van den com mandant, de hoofd- en verdere officieren van het regiment, de uitvoering bty van den feest- marsch, door den directeur der Kon. Mil. Kapel, den heer Bouwman, voor deze gelegenheil vervaardigd. De componist werd na de uit voering in vleiende bewoordingen door den vertegenwoordiger van H. M. met zfin werk gecomplim nt^erd. De generaal begaf zich daarna, gevolgd door het officierscorps, naar de achterplaats, alwaar de prijzen op een tafel gereed lagen ter over handiging. De generaal verzekerde, dat 't hem als oud commandant van het regiment grenadiers en jagers een dubbel genoegen was zich te kunnen belasten met de uitreiking der prijzen van H. M., bestaande in gouden en zilveren medailles. Na daaraan te hebben voldaan, richtte de generaal tot allen bot woord. H rinDerenie aan de belangstelling, die wyien Z. M. Koning Willem III en andere vorsten uit het Huis van Oranje aan het regiment grenadiers on jagers hebben betoond jaren en jaren lang, zeide hy, dat die sympathie niet het corps geldt, omdat het is een Haagsch regiment, maar mede omdat, al bestaat het grooten- deels uit Hagenaars, het regiment toch uit alle provinciën worat gerecrutcerd. Door die belangstelling heeft het Koninklyk Huis getoond de diensten van het corps te waardeeren. Het is Hr. Ms. wensch geweest, dat aan het regiment kan worden medege deelJ, dat dis belangstelling op H. M. de Koningin is overgegaan, en de generaal twijfelde niet of die modedeeling zou allen ten hoogste verheugen. Hem althans ceel zy dat in booge mate. Daarom stelde hy voor to eindigen en te be sluiten met den kreet, cie alle dankbaarheid uitdrukt, nl. „Leve de Koningin 1" Daverende hoera's, tot driemaal toe aange heven, overstemden het Wilhelmus. De generaal en de ordonnance-officier vertrok ken, nadat eerstgmosmde persoonlijk aan de compagniechefs en aan do militairen de medaille mot een woorJ van huldo of aan moediging had ter hand gesteld, tot aan het hek uitgeleid door den kolonel Do Bock. Deze reikte de overige pryzen, waarby gevoegd was een geldelijke uitkeering vanwege H. M. de Koningin-Mooder, aan de winnende afdeelicg of manschappen over, aan de vertegenwoordigers van iedere categorie lof toebrengende vcor hun bedrevenheid, kracht of vlugheid in het onderjeel waarvoor zy bokroond wartn. Aan de overwinnaars in den wedstrijd in het te toven komen van {hindernissen deelie de kolonel mede, dat de minister van oorlog en de inspecteur der infanterie, die beiden dit concours hadden tygewoond, over die oefe ningen hun tevredenheid hadden betuigd. Iedere groep van prljswinners kreeg oen fan fare en een byzoner applaus viel ten deel aan den sergeant Nyland, die in den zwem- weJstryd bovendien de door de Zwem- en Badinrichting beschikbaar gesteldo zilveren medaille had verworven. Uit Daam van de officieren bracht de kapitein Yan Voortbuyzen hulde en dank aan den hoog- geachten chef van bet corps en een sergeant- majo'T deed dit in flinke bewoordingen namens het kader, daarby het Nedirl. en Indische leger vereenigende ia zyn va:erland6lievende wenschen. Nu volgde de taptoe: eerst een ommegang 82) „Ik moet bekennen," sprak do geneesheer, ,dat mijn scheikundige kennis niet byzonder omvangryk is, of beter gezegd zich niet ver uitstrekt buiten do gewone pharmaceutics; ik kan dus hieromtrent geen bepaald oordeel uit spreken. Houd u echter voorloopig maar rustig, tracht te slapen, als gy kunt, lee3 van tyd tot tyd een weinig, om uw tyd te verdryven ©n uw geest te ontspannen. Ik heb daarom juist eenige geïllustreerde tydschriften mede gebracht, die voor u wellicht zeer interessant kunnen zyn. Morgen zie ik u weder; adieu 1" Dan verdween hy, zonder dat Erik tyd had verdere opmerkingen te makeD. Toch scheen dit bezoek van den jeugdigen dokter hem als een heldere dag in do diepe duisternis. De arts zag er te eeriyk en te •waarheidlievend uit, dan dat hy zou weten hoe de vork eigeniyk in den steel stak. Stort baden! Hy meende het schynbaar goed met hem en Erik nam zich voor, nog een poging by hem am te wenden. De dagen kropen voorby. Tweemaal daags mocht Enk onder de hoede van zyn bewaker een half uur beweging in do vrye lucht nemen, terwyi hy in een afgesloten tuin op en neder kon wandelen. Daarna werd hem een stort bad toegediend en werd hy weder in zyn cel opgesloton. Een week lang bezocht de jonge doktor hem geregeld; en iederen keer bracht Erik hem duidelyker aan het verstand, dat hy niet krankzinnig was. Spoedig was het duidelyk, dat hyzelf niet recht wist, wat hy van Eriks geestestoestand mobst denken. Op zekeren dag mompelde hy iets, als zou hy met den directeur-arts spreken, om den patiënt vryheid te verleenen zich in hot ge sticht te bewegen. Den dag daarop kwam by tegen zyn ge woonte niet terug on ook den daaropvolgen- den dag Diet. In den voormiddag van den vierden dag kwam de directeur zelf en wierp een vluchtigen blik op Erik; daarna hield alle geneeskundig bezoek op. De wachter was de eenige persooD, met wien Erik nog in aanraking kwam. De eene dag volgde op den anderen, de eene week op de andere, en de weken werden maanden. Het werd herfst en winter, en weder voorjaar. De tyd kroop langzaam voor Erik voorby, die langzamerhand in een onverschillige sufheid verzonk. Wat hielp het, te weeklagen I Het werd er toch niet beter om. Hy was en bleef begraven, zyn vryheid had hy voor im mer verloren. En wat was er van de anderen geworden? Van zyn vrouw on van de geheele bemanning van de „Chemeia?" Had men hun hun vry heid gelateD, of....? Hy durfde er niet aan denken. In den aanvang was do gedachte aan ont vluchten hem steeds bygebleven. Maar die ellendige dikke muren, die yzeren staven voor het venstertje, de zee, welke tegen de muren van het gesticht aanklotste, en de waakzame oppasserdat alles moest er toe bydragen, om do laatste hoop by hem te vernietigen. Slechts, één weg stond hem opon: in hetryk der verbeeldingen wegvluchten, die zoo over vloedig zyn jongelingsjaren met hoogdravende droomen vervuld hadden, om daar een toe vluchtsoord te vinden voor zyn pynigende gedachten. Dag en nacht vernam men uit de andere cellen een verwyderd gehuil en geschreeuw, gezang en gelach. Sinds zag by om zoo te zeggen niets van zyn ïydensgezellen, behalve hier en daar een vluchtigen blik door een tralieluik op den vloer of door een half ge- opendo deur. Slechts een paar keeren was het gebeurd, dat hy by zyn terugkeer uit den tuin, waar hy zyn ontspanning nam, een be waker tegenkwam, die een patiënt mede- voerde. Op zekeren dag het was in het begin van Juli gebeurde er iets geheel buiten gewoons; op zyn wandeltocht ontmoette Erik een bewaker, die zorgeloos daarheen slenterde, terwyi een maü, gekleed in de kleederdracht der krankzinnigen, hem volgdo. Doze man bad het hoofd afgewend, zoodat Erik zyn gelaat niet kon herkennen. Toen zy echter maar weinige schreden meer van elkander verwyderd waren, wendde by langzaam het hoofd om, en beiden zagen elkander aan. Het was Szemskil Op hot eerste oogenblik hadden zy elkander bijna verraden, en slechts door de uitersts inspanning van hun wilskracht gelukte het hun, hun tegenwoordigheid van geest te bewaren, en te doeD, als ware er niets voor gevallen. Terwyi zy langs elkander gingen, maakte Szemski beimelyk met den wysvinger een beweging, alsof by een vraagteeken neder- schreef, en Erik, wien het gewicht van het oogenblik alle zelfbewustzyn terugschonk, begreep aanstonds die vraag. Achter op zyn rug beschreef hy met een zyner vingers het getal 13. Had Szemski het gezien en begrepen? Toen Erik in zyn cel teruggekeerd wa3, was hy door de groote opgewondenheid, welke die plotselinge ontmoeting te midden van zyn dageiyksche afzondering by hem had teweeg gebracht, zóó overweldigd, dat hy zyn knieën voelde knikken. Vol spanning en onrust wierp hy zich op zyn zitbaük neder en begon te zuchten. Welke gevolgen kon het wel voor hen hebbeD, dat Szemski en hy elkaoder herkend hadden? Opende zich daardoor een mogeiyk- heid tot redding? Schynbaar niet; want wat hielp het, dat zy vau elkanders bestaan afwisten, als zy toch niet met elkander in aanraking konden komen! Misschien werd Szemski niet zoo streng bewaakt en van de buitenwereld afgezonderd gehouden als Erik, daar men aan zyn persoon niet zooveel belang scheen te hechten maar in ieder geval, de kansen op bevryding schenen niet byzonder gestegen te zyn. Waar zou Szemski zich bevinde?? Wel licht in een anderen vleugel van het gebouw Wat hielp h6t dan, of hy al wist, dat Erik op No. 13 was opgesloton? Hoe meer Erik er over nadacht, des te zekerder kwam by tot het besluit, dat zyn toestand er niet veel op verbeterd, maar even vertwyfelend, oven hopeloos was als voorheen. Hy begon, voor zoover de engo muren hem dit toelieten, op en neder to wandelen. Nu en dan bleef hy staan en wierp door het kleine, getraliede venstertje een troostoloozea blik naar buiten, waar vryheid en nieuw leven hem spottend schenen toe te lachen. Was het een vogeltje, dat daar buiten vloog? Neen, een stukje papier, dat, door den wind medegevoeio, tusschon do Ijzeren staven was biy ven haken. Het was een groote gebeurtenis in het eentonige leveD, iets van de buiten wereld te zien, al WóS het maar een strookje papier. Vreemd genoeg, dat het daar buiten kon biy ven hangen zou het daar hangen, totdat het weder door den wind zou worden mede gevoerd? Erik begon het nader te beschouwen; dit was ten minste een verstrooiing, on het kwam hem voor, ala wilde het maar niet van het venster weg. Eenige malen kwam er een rukwindje tegen aan en fladderde het oen eind voort; dan keerde het weder terug. Het was toch een vreemd verschijnsel l [Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 1