N®. 12074
A®. 1899
Voor Lei dan per 3 maande® a 4
Franco per post», 1.40.
$eze gourant wordt dagelijks, met uitzondering
i^rojj cZon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit iiomnicr bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
De Biograaf.
DONDERDAG-AVOND
Leiden, 5 Juli.
Feuilleton.
De lotgevallen van een uitvinder.
X>on<lei*dag .Juli.
DAGrBLAD.
PKIJS DËZKB CQUBAMTa
Afzonderlijke NommerS
0.05>
3»- r- r *--W'-»«*• -r
PHUS DEB ADVEETERTEËH'l
Van I —0 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.I7J. Grooter«|
letters naar plaatsruimte Voor het incasseeren bulten de stad
wordt f 0,06 berekend. -
WU kunnen niet anders doen dan op
nogmaals een voorstelling van de Biograaf
uitsluitend voor onze Abonnó's aan
bieden, door bet enorme succes daartoe ge
noodzaakt. Wy verbeugen ons te kunnen
constateeren, dat gisteravond de voorstelling
uitstekend van stapel liep, terwijl door velerlei
wederwaardigheden en niettegenstaande alle
moeite en kosten op den eersten avond bet
licht nog niet geheel was zooals bet behoorde.
Thans hebben de bezoekers van de Stadszaal
gezien, dat de Biograaf prachtige beelden
geeft en dat het een werkeiyk genoegen is
om ze te aanschouwen.
Welnu, in dit blad vinden onze Abonnó's
een vyfde bewijs, voor Donderdag avond,
waarmede onherroepeiyk deze serie voorstel
lingen wordt gesloten.
Alléén maken wij onze Abonné's opmerkzaam
dat, door onze bemoeiingen voor de voorstelling
van hedenavondde bewijzen van toegang eerst
>an af morgenochtend acht uren wor
den afgegeven.
Ons Bureel wordt hedenavond te halfee»
gesloten.
OUlciëele Kennisgevingen.
De Burgemeester der gemeente Leiden;
Vestigt de aandacht der ingezetenen Op den
inhoud van de artikelen 57 eD 58 van do Kieswet,
luidende als volgt:
Artikel 57.
Het hoofd of de bestuurder ^an een bedrijf of
een onderneming, waarin j^anlijke personen, die
den leeftijd van vijf en -twintig jaren hebben
bereikt, avbeid verrichten in fabrieken en werk-
Slaatsen, is verplicht te zorgen, dat ieder van
ie personen, die bevoegd is tot de keuze mede
te werken, gedurende ten minste twee achter
eenvolgende uren, tusschen acht uren des voor-
middags en vijf uren des namiddags, daartoe ge
legenheid vinde.
Artikel 58.
Het hoofd of de bestuurder, in het voorgaand
artikel bedoeld, is verplicht te zorgen, dat in zijn
fabriek of werkplaats, op een plaats, waar arbeid
wordt verricht, gedurende twee werkdagen vóór
en op den tot stemming bepaalden tijd op een
zichtbare wijze is opgehangen een door hem
onderteekendo lijst, de uren, in het voorgaand
artikel bedoeld, vermeldende voor elk afzonderlijk
of groepsgewijze of voor allen gezamenlijk.
Op ao woorden .arbeid, fabrieken en werk
plaatsen" is l der Arbeidswet toepasselijk.
1 der Arbeidswet, omvattende de artt. 1 en 2,
luidt als volgt:
Art. 1. Onder arbeid verstaat deze wet allo
werkzaamheden in of voor eenig bedrijf, behalve:
1°. werkzaamheden in of voor de bedrijven van
landbouw, tuinbouw, bosohbouw, veehouderij of
veenderij; 2°. werkzaamheden buiten fabrieken
en werkplaatsen in of voor het bedrijf van hem,
by wion degene, die ze verricht, inwooDt, voor
zoover dio werkzaamheden ook buiten eenig bedrijf
ia een huishouding of stalling plegen voor te
Icomen.
Art. 2 Onder fabrieken en werkplaatsen ver
staat deze wet alle zoowel open als besloten
Ruimten, waar in of voor eenig bedrijf pleegt ge
werkt te worden aan het vervaardigen, veranderen,
herstellen, versieren, afwerken of op andere wijze
tot verkoop of gebruik geschikt maken van voor
werpen of stoffen, of waar in of voor eenig bedrijf
voorwerpen of stoffen een daartoe strekkende
bewerking plegen te ondergaan.
Keukens en soortgelijke inrichtingen, waar spijzen
en dranken voor onmiddellijk verbruik bereid wor
den, benevens apotheken, zijn hieronder niet be
grepen.
Overtreding van de artt. 57 en 58 van de Kies
wet wordt gestraft met hechtenis van ten hoogsto
veertien dagen of geldboete van ten hoogste f 75.
(Zie de artt. 154 en 157).
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
3 Juli 1899. F. WAS.
Wagens het ongunstige weder heeft de
parade, welke heden door het garnizoen
alhier op het Schuttersveld zou gehouden
worden b|J gelegenheid van den verjaardag
van prinaes Ton Wied, geboren prinses Marie
der Nederlanden, niet plaats gehad.
Van openbare gebouwen was da vader-
landsche driekleur uitgestoken.
Ook te 's-Qravenhage werd de parade wegens
het ongunstige weer afgelast.
Van de openbare gebouwen en van den
St.-Jacobstoren wapperde daar de vlag.
Op Zaterdag 15 Juli a. s. zal in „De Vink",
naby Leiden, de veertiende vergadering ge
houden worden van de Vereeniging van On
derwijzers en Onderwjjzoressen in het arron
dissement LeideD, onder presidium van den
arrondisssments-schoolopziener jhr. mr. J.
Beelaerts van Blokland. Ds Leidsche boeren
P. Van der Hoeven, A. Horrée, O. L. Hofsteenge
en J. Christiaanse zullen eenige liederen voor
dragen, terwijl verder zullen gehouden wor
den een voordracht door den beer D. J. Blok,
oogarts, over „Schoolbygiène", en een lezing
door den beer M. M. Kleerkooper, getiteld
„Van Academie tot Schouwburg, Bcbets der
eerste periode van het Amsterdamsch tooneel."
Te Dublin is ln een plechtige zlttiug in
de groots hal van Trinity-College het eere
doctoraat in de letteren verleend aan dr. C.
P. Tiele, hoogleeraar te Leiden.
Dr. J. A. Qerth van Wyk, predikant bü
de Nod.-Herv. Oom. te 's-Gravcnhago, hoopt
2 Augustus den dag te herdenken, waarop
by vóór vijf en twintig jaren aldaar tot den
dienst werd ingeleid, om 6 Augustus daaraan
volgende zijn intrede te doen.
Ingevolge uitnoodlglng der Prov. Staten
hebben Ged. Staten van Zuid-Holland mede
gedeeld een statistiek betreffende de Zuid-
Holiandsche krankzinnigen, onder anderen in
détails vermeldende het aantal patiënten van
elke klasse, de gestichten, waar die worden
verpleegd, en de plaatsen Waarover, betzij
door de provincie zelve, hetzij door gemeente-
of armbesturen sdz. in gestichten, hetzy in
of buiten Zuid-Hollaud, kan worden beschikt,
met splitsing ten aanzien van de patiënten
der derde klasse in armlastige en niet-
armlastig betalendo.
Uit deze statistiek blijkt, dat van het totale
getal Zuid Holiandsche krankzinnigen, in het
geheel 1500 er 1348 behooren tot de 3de
klasse patiënten, waarvan 1182 armlastige.
Wat btt getal plaatsen betreft, waarover
de provincie kan beschikken, wordt vermeld,
dat dit getal bedraagt 748, nl. 372 in bet
gesticht Endegeest te Oegstgeest en 371 in
het St.-Joris gasthuis te Delft, (te weten 199
in het binnen- en 172 in het buitengesticht).
Het bestuur van den Algemeenen Neder-
iandschen Wielryders-Bond beeft een adres
aan Provinciale Staten gericht, waarvan de
slotsom is, dat het bestuur van den Alg. Ned.
WlelrUders Bond de vergadering verzoekt, de
voorgestelde bepalingen in het aanvullings-
ontwerp op do wegen en voetpaden, voor
zoover het de wielryders betreft, te willen
aannemen; en een bepaling op te nemen,
waarby de bestuurder van een ry- of voertuig
en een voetganger verplicht wordt voor den
wielryder voldoende ruimte te laten.
Hare Majesteit de Koningin ia als be
schermvrouw van het Genootschap voor Land
bouw- en Kruidkunde te Utrecht opgetreden.
Met de nachttoot „Prins Hencrik," der
Maatschappy „Zeeland", kwam gisterochtend
te Vlissingen van Londen aan Prinses Amelia
van Sleeswijk-Holstein, die met den aan-
sluitenden sneltrein haar reis naar Hamburg
voortzette.
De gedelegeerden ter Vredesconferentie,
die Donderdag aan het diner ten Paleize te
Amsterdam deelnemen, vertrekken met een
salontrein der H.-IJ.-S.-M. van Den Haag
's middags om 5 uur 30 m. en worden 's avonds
11 uur 10 m. aldaar terugverwacht.
Is „Het Vad." wèl ingelicht, dan zyn
over het reeds lang in voorbereiding zynde
ontwerp tot invoering van een doctoraat in
oud-Nederland8ch recht, do adviezen der ver
schillende senaten ingekomen, en zal dit thans
weldra den Baad van State bereiken, 't Schijnt,
dat het bezwaar bj) de voorbereiding vooral
hierin lag, dat de noodzakelykheld was gebleken
om den toegang tot de academische examens
te vergemakkelyken, wilde men niet gevaar
loopen, dat zy, voor wlo het doctoraat
bestemd Is, er toch geen gebruik van zouden
maken. Dit bezwaar zou nu ODdervangen
worden door een aanvulliog van art. 85tis
der wet.
Beroepen U by de Nad.-Herv. Gem. te
Waddingsveen ds. J. C. Klomp, teLunteren;
by de Geref. Gsm. te Broek-op Langendyk de.
G. Vlug, te Nykerk.
Te 's-Gravenhage ii bet bericht ont
vangen van het overlijden te Zeist van den
directeur van bet Kabinet der Koningin jhr.
mr. P. H. Gevers Deynoot. Na volbrachte
studiën was de heer Gevers Deynoot onaf-
gobroken by het Kabinet des Konings werk
zaam ais commits, hoofdcommies en referen
daris, en in 1894 volgdo by jhr. Aiewyn als
directeur van Hr. Me. Kabinet op. Zyn
diensten, aan bet Koninklijk Huls en den
lande bewezon, werden erkend door zyn be
noeming tot ridder van den Neterl. Leeuw
en (laatstelyk by de inhuldigingsfeesten) tot
commandeur der Orde van Oranje-Nassau.
In een te Botterdam gehouden verga
dering der Vereeniging van Gasfabrikantcn
werd den heer A. Breunissen Troost, die 40
jaar directeur was der gasfabriek te Snoek,
het etre lidmaatschap aangeboden als dank
zyner groote verdiensten tegenover de Ver
eeniging. Den l8ten Oct. zal hem verder een
buldeblyk worden aangeboden.
De Vereeniging telt 175 gewone en 64
buitengewone leden.
De redacteuren van „Het Gas", de heeren
C. T. Salomons en P. Bolsens, werden her
benoemd.
Tot voorzitter werd gekozen do heer Kra
mer, te Botterdam; tot secretaris de heer
Doesburgh, te Leiden, en tot bestuurslid, de
heer Bles, te Middelburg.
Op de 60ste algemeene vergadering der
Nederlandsche Maatschappy ter bevordering
van Geneeskunst, te Arnhem gehouden, werd
ook het woord gevoerd door den Leidschen
hoogleeraar dr. J. E. Van Iterson J.Az wiens
optreden met luid gejuich werd begroet, in
verband met zyn herstel uit zjjn zware ziekte.
Spreker herinnert aan de groote verande
ringen, in de chirurgie tot stand gebracht,
speciaal wat betreft het behandelen van de
wonden. Het voorrecht der eigen-aanschouwing
op dit gebied is verbonden aan het senior-
echap van spreker. Aan zicbzelven heeft
spr. de zegeningen der moderne chirurgie
ondervonden. De heelkunde geldt byna als
almachtig, de meest begaafde zelfs moet in
haar lofspraak te kort schieten.
Homerus bezong reeds de chirurgen, by
Grieken, Bomelnen en Arabieren stond de
chirurgie reeds in boog aanzien. In 1733 werd
er een boekje geschreven, dat de heelkunde
van goddelyken oorsprong is. Wat zouden
de lofredenaars van vro ger wel staan ts
kyken, als zy thans onze moderne zieken
huizen zagen! Toch is do volmaaktheid nimmer
te bereiken, onze tyd heelt ook zyn tekort
komingen, dat moeten wy ons niet ontveinzen.
De 2de helft onzer eeuw hoeft de anaes-
thetlsche werking van chloroform en aether
gebracht, de weg is nu ontsloten tot uit
breiding der operatieve heelkunde. Tusachen
aetber en chloroform is de etryd om den
voorrang nog niet beslist.
Bteeds wint de overtuiging veld, dat èn
aether èn chloroform een nadeeligen invloed
uitoefenen op de organen. Dat verklaart den
yver, waarmede men zoekt naar andere
middelen.
Er ie bier nog ruimte voor nieuw onder
zoek.
Aan Lister komt een standbeeld van goud
toe voor zyn metbodo van wondbehandellng.
Vast staat bet, dat do asepsis slechts langs
den weg van antisepsis bereikbaar i9. Ds
■chaduwzyde der moderne wondbehandeliog
is doze, dat onbevoegden het met hanteeren,
maar daar tegenover staat, dat de chirurgie
sterk vooruit is gegaan, do zekerheid onzer
diagnose beeft door de autopsie zeer veel
gewonnen. Alles een groote vooruitgang.
Mattbysen dient met eerbied genoemd,
waar het de wyzigingen van het gipsverband
betreft.
Spreker brengt voorts buide aan ds vrouw,
die in onzo dagen zooveel bydraagt tot ver
zachting van bet iyden. (Applaus).
Een goedgeschoolde verbandzuster staat
geiyk met den besten assistent.
Dit brengt spreker tot de vraag of de vrou
wen in alles geschikt zjjn met den man op
medisch gebied te concurreeren.
Bacteriologische en pbysi3che onderzoe
kingen zyn gepaard gegaan aan de uitbreiding
der chirurgie.
Voor het ignorabimus is op dit gebied geen
plaats. Arbeidaverdeeling is noodzakoiyk ge
worden en tovcnal doelmatige opleiding.
Gelukkig is de klassieke opvoeding gebleven.
(Applaus).
Ten slotte: Ie het onderwys zoodanig, dat
aan ons vaderland een waardige plaats op
wetenscbappeiyk gebied gewaarborgd l Iyft7
Helaas neen, nog eteede is er aan onze
universiteiten geen gelegenheid tot het onder
zoek door de Böntgenstralen, om een voorbeeld
te noemen. Nog altyd speelt de zuinigheid
ons leelyke parten.
Ook onze examenmanio, die afmattend ia,
bevordert niet het zelfstandig onderzoek.
Assistenten, privaat-docenten, buitengewone
hoogleeraren zyn dringend noodzakelyk.
Spr. eindigt met den wtnscb, dat de feest
redenaar over 50 jaar den juichtoon tot het
einde toe zal mogen bewaren. (Applaus).
Tot directeur van de Ned. Verzekerings-
bank te Amsterdam is, naar „Do Vereekerings-
bode" meldt, tenoemd jhr. C. C. Th. Six, te
's-Gravenhage.
Do bekende phil.inthroop de heer P. W.
Janssen, te Amsterdam, schonk een gift van
1000 gulden aan de Weesinrichting Beth-Pékt
te Vianen.
Te Benschop is in den ouderdom van
67 jaren overleden de heer J. A. Van Buma,
burgemeester van Benschop, Polsbroek, Hoen-
koop en Wllleekop, voorzitter van de Water
schappen Benschop en Willeskop en oud-lid
van de Provinciale Staten van Utrecht.
Directeuren der Ned. My. ter bev. van
Nyverbeid hebben praeadvies uitgebracht
omtrent het rapport dor commissie in zake
het handelsonderwijs in Nederland.
Directeuren vcrklar n, dat bevordering van
handelsonderwijs bier to 1 n-Jo hun volkomen
wenscheiyk toescbynt en dat ook naar hun
overtuiging aan de behoeften ten deze ver-
moedeiyk wel niet in genoegzame mate zal
te voldoen zyn, zonder het aanbrengen van
minder of meer ingrijpende wijziging in enkele
onzer onderwyswetten.
Zy meenen echter, dat de commissie by
het formuleeren harer desiderata in veel ts
groote mate heeft gegeneraliseerd en ten
onrechte door de wetgevende macht aan de
uitvoerende wil doen verstrekken voorschriften,
die een beslist imperatief karakter dragen.
In het byzonder komen directouren er tegen
op, dat de commissie aan alle hoogere
burgerscholen een professoraal karakter wil
geven.
Naar men thans meldt, zal de Garden-
party ln het Kon. Park van Het Loo plaats
hebben op 14 Juli a. s.
Het stoomschip „Bundosrath", van Oost-
Afrika naar Vlissingen en Hamborg, pas
seerde 3 Juli Finistère; de „Frins Willem IV",
van Amsterdam naar Paramaribo, passeerde
3 Juli Ouessant; de „Prins Willem V" ver-
trok 1 Juli van Nieuw-Yoik naar West India;
23) --
„Dat kan wel. Maar ala hy do man is,
waarvoor hy zich uitgeeft, en z(J hem koning
hebben willen maken, en by by z(jn stuk
gebleven is, dan zeg ik op myn beurt: voor
;dien man neem ik myn zuidwester af. En
dat hy het met de kleinen en minder gogoeden
goed meent, dat hebben wy daar zooeven
gehoord. Myn ouders waren in de allerslechtste
tyden Iorsche pachters, toen Gladstone ons,
Ieren, recht en billykheid zocht te verschaften;
jen toen heb ik, toen ik niet grooter was dan
zóó (hy wees met de hand) hen meermalen
hooren zeggen, dat het geld de schuld was
van alle ongelukkon in de wereld. Ik zou er
jgrooten schik in hebben, als ik den dag
beloven mocht, waarop die fijne heeren een
poep moeten opeten, welke zy eigenhandig
Lobben bereid, en hun handen zullen moeten
gebruiken om hun brood te verdienen. Ik
beloof, dat geen enkel uwer daarover zou
jrouron, nietwaar?"
„O neen, dat zouden wy ook niet, en wy
;hebben er niets by te verliezen. Want ik
geloof niet, Peter, dat gy zooveel geld op
rente zult hebben staan."
„Geen rooden duit," antwoordde de aange
sprokene en keerdo zyn zak om, zoodat er
■Iets dan eoa rolletje pruimtabak op den
'grond viel.
„Dan geloof ik Diet, dat wij kwaad doeD,
als wy onzen reoder helpen. Myn meening is,
dat wy het niet tevergeefs zullen doen."
„Nu, dat mankeerde er ook nog aanl"
„Hy zal ons ieder honderd pond zuiver goud
geveD," zeide Peter, „daar hot geld voortaan
toch geen waarde meer zal hebben."
„Gy zyt een schaapskop," bromde O'Kelly,
„het goud zal van nu af aan niet moer waarde
hebben dan een pond kiezelsteenenl"
„Ala een ieder het voor zlchzelven kan
maken 1" viel een ander in.
„Dan houd ik toch nog vast, dat ieder
honderd pond goud ontvangt," zeide do kok;
„schaden kan het toch nooit iemand."
„Och neen," hernam O'Kelly, „men kan
nooit weten I Men kan er diamanten voor
koopeD, als wy aan Kaapstad of een ander
dergeiyk oord komen."
„Zoo meen ik het ook," gromde BrowD,
„maar wat nu verder te doen?"
O'Kelly krabde zich achter de ooren.
D't Is een ellendige zaak l Wat kunnen wy
eigeniyk eischen? Gy, Szemski, die voortdurend
daar zoo stil hebt gezeten, valt u niets in?"
Er ontstond een pauze, terwyi allen diep
zaten te overpeinzen.
Emdeiyk richtte Szemski het hoofd op en
keek sluw in do rondte.
„Als by ons eens aandeel in zyn schip wilde
geven?"
Dit voorstel verwierf algemeenen byval.
„Daar hebben we het all" riep O'Kelly
vergenoegd uit» „Zeide ik het niet, dat Szemski
de man was, die het by het rechte eind moest
hebben? Het vaartuig zal zyn waarde toch
wel behouden, en geeft de reeder er ons aan
deel iD, dan kunnen wy allen met de zaak
meegaan. Dus dan allen maar toestemmen?"
„Hml hml" meende Pettereon, „als we er
maar niet zooveel by waagden l"
„Wagen, gy krabbe," riep O'Kelly, „daar is
niets by te wagen. De heeren van de regeering
willen iets, en de reeder wil alleen het tegen
overgestelde. Daarvoor kan niemand ons iets
doen. Er is niet eens sprake van een beetje
zeeroovery of slavenhandel."
„Maar als die kruisers ons eens inpalmen?"
„Ja, maar dat doen zy niet," zeide de
Italiaan Luigi; „zy kunnen toch niet met ons
wedy veron in snelheid, als het er op aan komt."
Petterson was nog niet overtuigd.
„Wat bromt gy toch?" vroeg O'Kelly eenigs-
zins ruw, „zyt gy een goede maat of niet?
Wilt gy dan liever met een takel in een jol
afgelaten en aan land gezet worden? Wilt
gy dat? Dan moet gy het maar aanstonds
zeggen, ja of neen. Wy allen zyn het eens;
of zyn wy het soms niet?"
„Ja," klonk het in de rondte.
„Goed," zeide O'Kelly, „dan stel ik voor,
dat Szemski en ik ons naar den reoder be
geven en hem aan het verstand brengen, hoe
wy over de zaak denken. Zegt hy ja, dan is
alles in orde, en wy zyn gereed."
Hy stond op en de anderen volgden zyn
voorbeeld.
Inmiddels waren ook de officieren van het
schip in de kajuit van den kapitein byo9n-
gekomen en hadden besloten, hot oordeel van
de manschappen af te wachteD, daar zy zon
der hen toch niets konden uitrichten. Ging de
geheele bemanning van het schip er op io,
dan zouden ook zy daarmede instemmen. Goed
beschouwd scheen de risico hun niet noemens
waard; de eigenaar van het schip moest in
ieder geval de verantwoording dragen.
Kort daarop ontving Erik O'Kelly en Szemski
in zyn kajuit en stemde glimlachend al bun
wonschen toe.
„Dan kan mynheer de reeder op ons allen
als op zichzelven rekenen," zeide O'Kelly,
terwyi by op den grond stampte; „en als er
een onder ons ie, die een spaak in de wielen
wil steken, te drommel, dan zullen wy het
hem spoedig afloeren."
De duisternis begon te vallen. De „Chemeia"
dreef langzaam in wostelyke richting af. Het
was een stille, zachte avond; de golven
klotsten en wiegden langs den boeg van het
schip, en als men zich over de verschansing
heenboog, kon men diep in het heldere,
groenachtige water nederzien. Ver in het
westen vlamde hot luchtruim in den donkeren,
rossigen gloed der ondergaande zon; een
lange streep goudgetinto wolkjes dook in het
westen op, terwyi men aan den tegenover-
gestelden kant van den horizon door den
sluier van den avondnevel, die zich langzaam
over de golven uitstrekte, onduideiyk de twee
kruisers kon bespeuren, die hun lantaarns
begonnen te hyschen.
Erik stond met den kapitein en den eersten
etuurman op do commandobrug. Z(j wiss Uen
slechts weinigo woorden en op bun gelaat
stond diepe ernst te leien. Eriks haüd hield
krampachtig de leuning van do brug omklemd,
terwyi hy naar de beide schepen staarde.
Zy gleden zachtkens, evenals de „Chemeia,"
met langzame schroefslagen voort.
„Nu is het donker genoeg," zeide Alslöv;
„we zullen goed doen de lantaarns te byschen."
„Ik laat alles volkomen aan u over,"
zeide Erik.
De kapitein riep de wacht beneden iets toe
en weinige minuten daarna stegen de lan
taarns der „Chemeia" in top.
„De „Défen8e" versnelt haar vaart," zeide
hy onmiddellijk daarop. „Zy zullen ons zeker
scherp in het oog willen houden."
Werkeiyk, het was zoo; do Fransche stoom
boot schoot pylsnel voorwaarts. Kort daarop
stoomde zy de „Cberaeia" voorby op een halve
mijl af8tand8, voer vooruit en vertraagde toen
haar vaart.
Erik's voorhoofd betrok.
„Wanneer gaat de maan op?" vroeg hy.
„Eerst togen den morgen," wa3 het antwoord
van don kapitein; „tegen dien tyd zullen wy
reeds lang uit het gezicht zyn."
„Wy moeten het zy'D," herhaalde Erik kortaf.
De duisternis nam meer en meer toe. Do
zee werd diepblauw, groen en vervolgens zwart.
Men bemerkte slechts het schuim der baren, dio
i tegen het schip braken; de laatste schemering
in het westen werd flauwer en flauwer en ver
dween ten slotte geheel; de hemel werd donker
1 n ganscben ^'izon en tallooze sterroa
►m tintelen» [Wordt vervolgd.)