N°. 12071
Maandag; 3 Juli.
A0. 1899
gourant wordt dagelijks, met aitzondering
^van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TIER
Bladen.
Leiden, 1 Juli.
Feuilleton.
Dc lotgevallen van een uitvinder.
LEIDSCH
DAG-BLAD.
S0jf 'FBIJS DEZER cotxeAKT»
Voot Bddaa por S maanden: j i t i i *.I"0.
Franco per post^ s 1.40.
Afzonderiyke NommerS 0.05.
PBXTS DEB AJJVEHTENTIENl
Van 1-0 regel3 f 1.06. Iedere regel meer f 0.17$. OrooteM)
letters naar plaataruimte Voor het incasseeren bulten do stad
wordt f 0.06 berekend.
Eerste Blad.
Gelijk "wij reeds eenige dagen geleden
meldden, is het heden de dag, dat de heer
C. H. Kouw z(jn 25-j*rig ambtsjubilé aan de
Sterrenwacht viert. Gelfik te verwachten was,
geacht en populair als h\j is, stroomden reeds
■?ro3gtl)dig de sympathiebewfizen toe, niet
het minst vertegenwoordigd door een scboonen
achat van kinderen der natuur. Ook fraaie
geschonken, als stoffelijke blijken van waar
deering, werden den jubilaris niet onthouden.
Alles op te noemen, het ware ondoenlijk.
Één huldeblijk echter mogen wij ni=t onge
noemd laten, nl. de fraai uitgevoerde calli-
graphie met opdracht in lijst, welke de afd.
Leiden van het Algemoen Nederlandsch Werk
lieden-Verbond haar voorzitter aanbood. Het
bondsvaandel met insigne en op den arbeid
toepasselijke emblemata omgeeft de opdracht,
waaruit wij o. a. niet kunnen nalaten deze
ainsnede aan te halen: „Ofschoon Uwe be
trekking niet rechtstreeks uitstaande heeft
met Uwe en onz9 beginselen, waardeeren wij
U ten zeerste voor de nauwgezette plichts
betrachting en den ijver, welke Gij in de
■werkliedenbeweging betoond hebt. Den vrijen
tijd, dien Uwe betrekking U liet, hebt Gfi,
als het noodig was, altijd ten nutte van den
werkman besteed. De eenigszins hoogeretrap
op de maatschappelijke ladder, die, Gy in
neemt, heeft U niet weerhouden mede te
werken tot verheffing van den werkmansstand.
„Gy hebt ten allen ty ie de vanen van het
Verbond hoog gehouden. Gy hebt steeds
overal, waar zulks niet tegen onze beginselen
indruischte, Uwe krachten gegeven, waar Gy
ook geroepen werct."
j De directeur der Sterrenwacht, buiten de
stad vertoevende, bood zyn hulde in een van
groote waardeering getuigend telegram en
dankte den jubilaris voor hetgeen hy voor de
Sterrenwacht deed.
By het eindigen van dit voorloopig bericht
maakt mr. F. Was, èn in zyn qualiteit van
curator èn in die van Burgemeester, ver
gezeld van het Kamerlid B. H. Heldt, algemeen
Voorzitter van het Alg. Ned. Werkl -Vtrbond,
zyn opwachting.
De tyd, met het oog op het ter perse gaan
van dit nommer, ontbreekt ons hierover in
byzonderheden te treden, doch nog zy vermeld,
<dat op den burgemeester de aangename taak
fustte, den jubilaris namens de Regeering
mededeeling te doen van zyn benoeming tot
Ridder in de Orde van Oranje-Nassau, welker
onderscheidingsteeken den heer Heldt den
(ubilaris op de torst speldde,
i In ons volgend nummer hopen wy een en
onder uitvoeriger te bespreken.
By de Leid8che Spaarbank is in de
maand Juni iogelegd f 51,217.55'/» en terug
betaald f 37,113 19, terwyi zyn afgegeven 76
nieuwe en geheel afgelost 63 boekjes.
Het gezanwniyk tegoed dor 11,429 inleg
gers bedroeg einde Juni 2,174,967.481/».
Dr. P. D. Chantepie de la Saussaye,
hoogleeraar aan de gemeenteiyke Universiteit
te Amsterdam, heeft wegens zyn benoeming
aan de Ryks-universiteit te Leiden, ontslag
gevraagd uit zyn tegenwoordige betrekking.
B. en W8. stellen den Raad voor den hoog
leeraar m6t ingang op 16 September a. s. eervol
ontslag te verleenen.
De korporaal der mariniers W. J. Diek-
man, behoorendetotde late afdeelingmariniers,
wordt met ingang van heden gedetacheerd
by de Kweekschool voor Zeevaart alhier, en
zulks ter vervanging van den korporaal der
mariniers H. Pynaker, wiens detacheering
met geiyken datum ie ingetrokken.
Gisteren werd te 's Gravenhage de
vergadering van den Geneeskundigen Raad
voor Zuid-Holland gehouden.
Een memorie was ingekomen van het rechts
geleerde lid, mr. A. P. Th. Eyssell, waarvan
de strekking was te doen uitkomen (daarge
laten de al dan niet wenschelykheid om
magistraten tot lid van deo Geneesk. Raad
te benoemen), dat de plicht als magistraat
zwaarder moet wegen dan dien van het geven
van advies aan den Raad in hoedanigheid
van rechtsgeleerd lid. Dat schryven hield
verband met een opmerking in oen vorige
vergadering, dat de rechtsgeleerde leden dik
werf niet gezind zyn hun opinie over de eeoe
of andere juridische zaak mede te deehn.
Een commissie uit den Raad werd bonoemd
om adviezen te verstrekken aan de commissie,
belast met het vervaardigen van een nieuwe
uitgaaf der Nederl. Pharmacopaea, over eenige
punten, cie aangelegenheid rakende.
Over een adres van den Bond Maatschappelyk
Belang, aan de Regeering verzoekende op
richting van Rykslaboratoria en een Rykswet
tegen vervalsching van levensmiddelen, werd
korteiyk gediscussieerd, waarby de hoop werd
uitgesproken, dat een dergeiyka werkelyke
regeling niet lang meer mocht uitblyven.
Verschillende leden deden de noodzake-
ïykheid uitkomen om het publiek te waar
schuwen tegen saccharine als surrogaat voor
suiker, daar dit product organisch volkomen
waardeloos is in vergeiyklng met de groote
voedingswaarde van suiker.
De Raad vereenigde zich met een motio,
uitsprekende dat saccharine een voor het
organisme waardelooze en op den duur
schadelyke stof is, en dat vooral aanbeveling
van die stof tot verzoeting van spyzen zonder
geneeskundig voorschrift gevaariyk is.
In den daarvoor nader vast te stellen vorm
zal dit besluit als waarschuwing ter kennis
van het publiek gebracht worden.
Daarna werden besproken de mededeelingen
omtrent de handelingen van het Geneeskundig
Staatstoezicht in 18984
Hierby werden o. a. behandeld de volgende
punten: lo. het in het verslag niet by
name aanwyzen van hen, die veroordeeld of
vervolgd zyn wegens overtreding der genees
kundige wetten en verordeningen; 2o. de
waarde van de opbracht tot deelneming aan
het Staatstoezicht op de verpleging van
krankzinnigen gegeven aan het Geneeskunoig
Staatstoezicht, welke deelneming, uit elk
standpunt gezien, door don Inspecteur als
hoogst ondoelmatig wordt beschouwd zoo
lang die taak niet door psychiaters wordt
vervuld ter voorlichting van de justitie; 3o.
de noodzakelykheid, betoogd door dr. Telle-
gen, van onderwys in de gezondheidsleer,
voorn ïmeiyk in de leer der bestryding van
het alcoholisme, te geven aan de Ryks-nor-
maallessen. Do inspecteur handhaafde zyn
standpunt, dat hy elk tendentieus onderwys,
nl. een onderwys, bestemd om een bepaald
vraagpunt te leereu zien van een priori in
genomen standpunt, ondoelmatig acht en van
een bepaalde leer der bestrydinlg van het
alcoholisme c. i. niet kan worden gesproken.
Ook kwam het hem voor, dat tot het geven
van dat onderwys een speciale, wetenschap-
peiyke voorbereiding noodig is.
Het rechtsgeleerde lid mr. Eyssell voerde
het woord tot ondersteuning van deze stelling.
De heer Tellegen achtte het niet noodig,
dat de onderwyzer, die tegen de gevaren van
den alcohol predikt, een geleerde moet zyn,
en hield het nut van dergeiykon cursus vol ook
tegenover het onmatig gebruik van sterken
drank met al de rampzalige gevolgen van
dien, onder opmerking tevens, dat deze bewe
ging niet uitgaat van de geheel-onthouders,
doch van de yveraars voor matigheid. Hy
prees in deze het initiatief van den minister
Borge8ius.
Nogmaals werd er op gewezen, dat het
meer dan tyd is, dat in een 6tad als 's-Gra-
venhage een algemoen slachthuis worde opge
richt, daar feiten bekend, zyn gewordeD, die
bet vertrouwen op do doelmatigheid van bet
te 's-Gravenhage ingestelde onderzoek naar
tuberculose op do dieren schokken.
Door dr. Tellegen werd gedeeld in de mee
ning van den inspecteur, dat kenmerking der
woning, wanneer daarin geen lyier aan be-
smetteiyke ziekte meer aanwezig is, niet
overeenkomstig de wet en niet noodig is, al
scbynt ontsmetting van het huis zeer wen-
schelyk.
Het verslag van de commissie voor de
apotbok6rsvisitatie was dit jaar anders inge
richt, omdat aan de commission was verzocht
voor elke apotheek in te vullen een vragen-
lyst. Het rapport bevat het resultaat van
het onderzoek der apotheken van 92 genees
kundigen en 74 apothekers, bezocht gedu
rende het jaar 1897.
Ingediend werd het rapport van de com
missie naar aanleiding van het schryven van
het correspondeerend lid den hoer L. Ten Cato,
die op leemten in de ongevallenwet wees en
bepaaldeiyk de vraag stelde of het voldoende
sanitair belang had.
De Raad was met de commissie van oor
deel, dat de beroepsziekten nivt passen in
het karakter der ongevallenwet en daarvan
geheel afgescheiden zyn.
De Raad ging daarna in huishoud6iyke
vergadering over en do openbare zitting werd
gesloten.
Aan bet te 's-Gravenhage te houden
examen voor surnumerair der belastingen,
eerste gedeelte, zal een vyftigtal canuidaten
deelnemen.
De Commissie uit de Tweede Kamer
voor de aanhangige wetsontwerp^ betreffende
de vaderiyke macht en de voogdy zal einde
Juli tot vaststelling van haar verslag byeen-
komen.
De geneeskundige inspecteur van Zuid-
Holland heeft aan den Minister van Binnen*
landsche Zaken advies uitge racht naar aan
leiding van de bedenkingen, rakende de
volksgezondheid, door den Minister van "Water
staat geopperd tegen het voorstel van de
Staatscommissie tot voorbereiding van maat
regelen tegen verontreiniging der openbare
wateren tot het nemen van tydeiyk9 maat
regelen ter voorloopigo verbetering van den
toestand van verontreiniging van do grachten
van 's-Gravenhage en Delft. De voorgestelde
maatregelen 6chenen den inspecteur in allen
deele gerechtvaardigd.
Den 17den Juli a. s. zal onder voorzitter
schap van den inspecteur van het lager
onderwys, den hesr Fabius, te 's-Gravenhage
het examen aanvangen voor de hoofdakte
L. O. Er hebben zich 225 candidaten aangemeld,
die 28 Juni hot schriftoiyk examen in een
der zalen van den Haagschen Dierentuin
aflegden.
Voor den Hoogen Raad werden gisteren
beëedigd: mr. W. R. Op ten Noort, als presi
dent van, en mr. A. M. Pleyte, als advocaat-
generaal by het gerechtshof te Amsterdam;
en voorts mr. F. M. P. De Ryk, te 's-Graven
hage, als advocaat en procureur by den
Hoogen Raad.
Het bericht in sommige dagbladen dat
de concessie voor den aanleg van een elec-
triscben spoorweg van Scheveniogtn naar
Rotterdam, met een zytak naar 's-Graven
hage, uit de handen van de boeren ingenieurs
Beversen en Van Heurn zou zyn overgegaan
op de Maatschappy tot Exploitatie van Staats
spoorwegen, is ten eenenmale van grond
ontbloot. Wel is er sprake van één groot
gemeenachappeiyk station to Scheveningen,
doch de onderhandelingen daaromtrent zyn
nog niet ten einde gebracht.
Naar aanleiding van klachten heeft de
geneeskundige inspecteur van Zuid-Holland
B. en W8. van 's Gravenhago gewezen op
het gemis van een bepaling in de Algemeene
Politieverordening dier gemeente, waarby ver
boden wordt woningen te betrekken, welker
faecaliën-afvoer en rioleering niet vol'o;nde
geregeld is. B. en Ws. berichtten, dat de
opneming van eon voorschrift als hier tedoeld
in overweging was.
In het vervolg zullen ten bureele van
den iuspecteur van het militair onderwys
alleen die officieren van onbereden wapens
worden werkzaam gesteld, die nog onvol
doende in het paaróryden geooftnd zyn,
omdat de werkzaamheden op genoemd bureau
van dien aard zyn, dat het volgen van een
rycursus daarmede gepaard kan gaan. De
bedoelde officieren zullen dan steeds fun-
geeren als adjudant van den gouverneur der
resiientie.
Naar wy uit goede bron vernemen,
bestaat het plan voortaan by den bouw vaa
oorlogsschepen, waar dit mogeiyk is, staal
in stede van hout te bezigen. D
De lste luit. der inf. W. Scherpenhuyzen,
gedetacheerd by het O.-I. leger, zal binnenkort
wegens ziekte repatriöeren.
Uit goeie bron verneemt „Het Centrum",
dat de heer Joseph Cuypers, civiel-ingenieur
en architect te Amsterdam, heeft bedankt voor
het andermaal hem aangeboden professor.*.t
in de Middeleeuwsche bouwkunde, dat zou
worden opgericht aan de Polytechnische School
te Delft.
Voor het maken van een ge 'eelte bazalt-
muur langs de oostzyde van de Voorhaven
te Schiedam is het laagst ingeschreven coor
H. Bomert, te 's-Gravenhage, voor f 36635.
De ZEerw. heer J. Steenvoorden, oui-
pastoor van Voorburg, thans rustond te WciT-
mond, herdenkt op 12 Aug. den dag, waarop
hy vóór 50 jaren de H. Priesterwyding
ontving.
Het Nederlandsch comité voor het la
1900 to Parys te houden Congres voor toe
gepaste scheikunde bestaat op uitnoooiging
van het hoofdbestuur uit de volgende leden:
voorzittor prof. dr. H. Wefers Bettink, hoogl.
aan de Ryks universiteit te Utrecht; leden:
prof. dr. C. A. Lo-ry de Bruyn, boogleeraar
aan de gem. universiteit te Amsterdam; dr.
P. F. Van Hamel Roos, te Amsterdam; dr.
L. E. O. Da Visser, te Schiedam. Secretaris:
jhr. W. Alberda van Ekensti in, te Amsterdam.
De Vereenigirig tot behartiging dtr
stoomvaartbelangen in Nederland heeft aan
de Provinciale Staten van Zuid-Holland een
adres gericht, naar aanleiding van de aanvraag
tot het verleenen van concessie voor den aan
leg van een stoomtramweg BoskoopGouda,
waarby o. a. de Gouwe overbrugd zou worden
door een lage brug, welke men naast die
der Staatsspoorwegen wenscht te leggen;
welke aanvraag in de aanstaande zomerver
gadering der Staten zal behandeld worden.
Adreesante deelt mede, dat zy zich naar
aanleiding van de vele aanvragen voor con
cessie tot het exploiteeren van locaalspoor-
en tramwegen reeds tot den minister van
waterstaat heeft gewend met het verzoek
by het verleenen van concession te willen
bepalen
„dat de bruggen over de waterwegen moe
ten voorzien zyn van een beweegbaar gedeelte
boven de vaargeul, en de vrye doorvaart-
hoogte by gesloten toestand ten minste 4
meter moet bedragen;
„dat de bruggen, die alleen dienen voor
het gebruik der spoor- en tramwegen, als
regel moeten openstaan en alleen worden
gesloten voor den overgang der treinen;
„dat de bruggen niet langer dan 15 minuten
achtereen mogen gesloten biyven en elke
sluiting door een opening van even langen
duur moet gevolgd worden;
„dat de stations en balten op zoodanigen
afstand van de bruggen mo ten gs'ouwd
worden, dat op deze niet behoeft te worden
stilgestaan en de rangeertreinen van zoodanige
afmetingen en ligging moeten genomen wor-
deD, dat de bruggen daar buiten vallen."
17)
1 Hy «prak geestdriftig en werd door *t)n
eigen woorden moegesleept. Er spraken een
wilskracht en zelfbewustzijn uit, die zijn
vrouw overtuigden, en haar dwongen, met
bewonderende blikken naar haar man op te
tien. Haar doordrong oen nieuwe, ongekende
Bcbting voor de ontdekking en voor do plich
ten, welke er aan verbonden waren de gade
van een groot man te zijn.
Vroeger bad Erika vrouw daaraan niet
toozeer gedacht; als in eon verwarden droom
waren alle gebeurtenissen der laatste tijden
paar geest voorbjjgevloden. Nu echter zag zij
BÜes duidelijker in. Do man, dien baar bart
uitverkoren had, waa tot nog grootere daden
bestemd; hy zou do grootste man ter wereld
zijn, daar hij heer was geworden over alle
vorsteD, over het geld. Wat beteekende een
kroon voor heml Zelfs die van een keizer
was nog maar van goud! Sinds den dag,
waarop de geheimen der stof voor hem ont
sluierd waren geworden, was hy zelf koning
gewerden, en haar hart boog zich voor hem
en huldigde hem.
Toen z(jn geestdrift ook haar had aan
gestoken, las hy haar gedachten in haar
oogen 6d werd op zyn beurt medegesieept.
Te zamen verhieven zy zich in hun verbeel
ding zóó hoog, dat de wereld nauwelijks voor
hen meer scheen te bestaan, totdat zy zich
eindelijk weer met verwondering in de straten
van Berlyn, voor de deur van „Hotel Central"
zagen staan.
Nog geheel verloren in die wonderlyko
stemming, zette Erik zich aan een schryftafel,
om den rykskanselier te antwoorden.
Hy vond geen reden om zyn weigering te
verklaren; zyn brief moest slechts een kort
en duidelijk: „neen" behelzen.
Tegen den avond maakten zy toebereidselen
om de stad te verlaten waarheen, dat waren
zy met zichzelf nog niet eens. Te Berlyn,
waar zy van alle kanten bespied werden,
wenschten zy niet langer te blyven. Het
berouwde hun dan ook niet, voorzorgsmaat
regelen getroffen te hebben, om verder te
reizen, want nauwelyks waren zy den vol'
genden morgen opgestaan, of 03n hooggeplaatst
politie-beambts meldde zich by Erik aan, en
verwittigde hem, dat hy, ais lastig vreemde
ling, binnen twaalf uren Berlyn had te ver
laten.
„Berlyn la my ook te lastig geworden,"
antwoordde Erik en verwyderde zich.
Erik meende het beste te deen, onmiddel-
lyk naar Parys te vertrekken. In de vrye
republiek moest hy zyn ontdekking toch wel
ongehinderd ter algemeene kennis kuDnen
brengen. Parys maakte op hem een zeer
gunstigeD, aanmoedigenden indruk. Die eigen
aardige, opwekkende lucht ryk ozoon-
houdend, zooala Enk het noemde het gewoel
.n de straten, dat byzondere kunst-ademende
konmerk, dat tot over de kleinste kleinig
heden verspreid lag, boeiden hem, zyn geest
werd opgewekter, en hy ademde vryer.
Zyn plan was, don redacteur van het
„Journal Chimiquo", den beroemden schei
kundige Ducis, op te zoeken, om hem zyn
ontdekking bekend te maken en hem te ver
zoeken, haar door zyn tijdschrift te verspreiden.
Ducis was op en-top een geleerde, dat wist
hy. Al zou do geheels wereld onder z(jn voeten
instorten, dan zou hy toch het zyne doen,
om do ontdekking bekend te maken. En stond
zy maar eenmaal in het tydschrift, dan zou
zy weldra voor alle scheikundigen ter wereld
bereikbaar zyn. De heeren staatslieden zouden
er zich dan wel goedschiks kwaadschiks by
neder moeten leggen en zich uit de verlegen
heid redden, zooals zy konden; hoe zy dit
zouden doen, ging hem niet aan.
Erik had niet meer het gevoel, als werd
hy bespied, en daarom maakte by zich op
den tweeden dag na zyn aankomst to Parys
gereed, om don heer Ducis te bezoeken. De
straat en het nummer van zyn woonplaats
kende by uit het tydschryft. Het was schoon,
zacht weder met een stralende zon; er bing
een heorlyke lentelucht eu de kastanjeboomen
langs de boulevards droegen reeda groene,
zwellende knoppen, die weldra zouden uit
botten. Dit bezoek by den beroemden schei
kundige, die hem met open armen ontvangen
en doen zou, wat menBchelijkerwyzs mogeiyk
was, om de meest vyandigs bedenkingen
van anderen te overwinnen, was voor hem
een zegetocht.
Daar was de deur, daar woonde ds groote
man, tot wien hy reeds zooveel jaren met
bewondering had opgezien, dien hy zoo
dikwyls gewen8cht had te ontmoeten; nu zou
hy tegenover hem staan als zyn gelyke.
Erik strekte de hand uit om aan te bellen,"
doch op hetzelfde oogenblik werd hy daarin
verhinderd door een heer, die op hem toetrad
en, den hoed afnemende, zeide:
„PardoD, mynheer, zoekt u professor Ducis?"
„J3," antwoordde Erik verwonderd.
„In dit geval zie ik my verplicht, u te ver
zoeken my naar den politie prefect te volgen."
„Wat ia dat nu?" riep Erik, een stap
terugtredende.
„In naam der wethernam de heer, die
Erik een sjerp toonde, welke onder zyn jas
verborgen was.
Erik zeide verder niets meer; hy begreep,
dat by zich vergist had, toen by meende in
een vry land vry te zyn. En zonder tegen
streven volgde by den geheimen agent.
Do chef van de Parysche politie ontving
hem buitengewoon hoffeiyk; hy handelde
slechts op bevel van het hoogste gezag en
moest Erik zonder meer naar den president
der republiek geleiden. Onmiddeliyk zon een
rytuig voorkomen, om hem naar het Elysée
te brengen.
President van de republiek was de bekende
gescbied8chryver Chaspal, lid van de Academie.
Hy ontving Erik in zyn bibliotheek en gaf
den prefect van politie te verstaan, dat zyn
tegenwoordigheid verder overbodig wae.
„Gy doedt niet zeer slim, mynheer," zoo
begon de president, „door professor Ducis te
willen bezoeken; ik vermoed namelyk, dat
dit geschiedde met het plan, hem over te
halen, uw ontdekking in zyn tydschrift bekend
te makon."
Erik ontkende zulks niet.
„Ik kon het my beet voorstellen; maar
begrypt gy dan niet, dat daarvan op geecerloi
wüze iets komen kan? Herinnert gy u niet,
wat de Deensche minister-president u hier
omtrent gezegd heeft? Het moet u niet ver
wonderen, dat ik zoo uitstekend ben ingelicht
omtrent dat onderhoud, alB ware ik er zelf
by geweest. Volgaarne wil ik u mededeeleo,
hoe dit alles te zamen hangt.
Vanwege het Deensche ministerie van buiten-
landsche zaken is aan alle Staten van de ge
heels wereld een vertrouwelyke 6n geheime
Dota gezonden betreffende uw ontdekking en het
gesprek, dat gy met den minister gevoerd
hebt, opdat algemeene maatregelen zouden
kunnen getroffen worden tegen dit gemeen.
8cbappeiyk gevaar. Want hierin stemmen alle
mogendheden overeen, dat uw wonderlyko
ontdekking de grootste gevaren in zich sluit
zoowel voor de beschaving als voor iedere
geregelde maatschappelyko verhouding. Zy
kan en mag du9 daarom niet bekend gemaakt
worden en de verschillende mogendheden heb
ben in deze aangelegenheid elkander ten
plechtigste verzekerd, ieder voor zich op haar
post te zullen zyn, en wanneer het noodig
mocht wezen, do strengste maatregelen too te
passen, opdat uw ontdekking niet ter kennia
van het publiek kome. (Wordt verwijd.)