N». 12057 Vrijdag 16 Juni. A0. 1899 fëourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven Dit nomiucr bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Reis-Abcnnemeslen. Leiden, 15 Juni. Feixilleton. De vroaw mot de leeuwen. PRIJS DEZER COURANT» Voor Leiden per 8 maanden; 1.10. Franco por post s> 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PELTS DEE ADVERT EN 'ÏLËN i Van 1-0 regels f i.06. Iedoro regel meer 0.17.*. Grooterq letters naar plaatsruimte Voor het incasseeren bulten de stad wordt ƒ0.05 berekend. Geabonneerden op het „Leidsch Djgblad" kunnen gedurende het rei^seizoen de Courant aan hun tijdelijk adres opgezonden krijgen, tegen vergoeding van porto en on kosten. Binnenland 10 Cents per week. Belgiö 15 Buitenland 20 Ook kan men gedurende het reis- seizoen een 3de exemplaar be stellen, om zijne huisgenooten niet van de toezending te ontrieven. De onkosten bedragen alsdan: Binnenland 15 Cents per week. Belgiö 20 Buitenland 25 Officieel© Kenalsgevingen. Burgemeester en Wethoudera der ge eento Leiden biengen ter algemeece kennis, dat hei IJkkantoor na 2 3 Juni e. k. (einde Hergkreiu) eli.en Vrijdag en Zaterdag zal g opend zijn van des voorm ddago nog en tot dee namiddags óón our, met uitzonde ring van do Vrijdagen en Zaterdagen, vallende tueachen 2 on 22 Juli a. e. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 11 Jam 1899, VAN QEÏST, Secretaris. Burgemeester en Wethoudors van LeideD; Gezien het adres Tan de firma W. BOOGEN- 8TBAATEN Co., houdende verzoek om ver6unDiDg tot uitbreiding van haar fabriek van verduurzaam'.o levensmiddelen aan do Korkbtoeg, wijk III, kadastraal bekend Sectio X> No. 961, door bot maken van eon gebouw, bestemd tot bergplaats, blikslagerij en emoderij; Gelet op de artt. 6 en 7 der Hin 'orwot; Geven b$ deze kennis aan hot publiek, dat ge noemd verzoek met do bijlagen op de 8ecrotarie dezer gemeente ter visie gelogd is; alsmede, dat op Wo.nadag 28 Juni a. e., 's voormiddag® te elf uren, op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven, om bozwaron tegen dat verzoek in te brengon. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Loiden, F. WAS, Burgemeester, li Juni 1899. VAN HEYST, Seoretaris. Van de „Leidsche Hulpbank" (opgericht in 1862) ontvingen wy htt verslag van den toestand en de werkzaamheden gedurende het jaar 1898. Daaruit blijkt, dat de som, gedurende 1898 voorgeschoten, bedroeg 44,9S0 en verdeeld was over 400 leeners, of gemiddeld 112.45. Het laagste bedrag was ƒ15 en het hoog ste 375. Vergeleken met het voorgaande jaar wijzen do cijfers een vermindering aan van 117 leeners en van 21,515 aan uitgeleend kapitaal. Het aantal leeningen beneden 200 bedroeg ia 1898 aan 295 leeners ƒ21,080, of gemid deld ƒ71.46, terwijl ƒ23,900 uitgeleend werd aan 105 leeners in bedragen van 200 tot en met 400, of gemiddeld 227.62. Gedurende het jaar 1898 werd over het terugbetaald kapitaal aan boeten ingevorderd 42 en aan premiën en restitution voor rente uitbetaald ƒ502.68. Het cijfer der ingevorderde boete ia dua 49 95 lager dan ten vorigen jare, toen het ƒ91.95 bedroeg. Ook het bedrag der premién en restitution is 124 68 lager dan in 1897, toen dit een cijfer van f 627.36 aanwees. Het gowijzigde reglement van de instelling i3 in Wbrking getreden. Veranderingen werden bier.cor gebracht zoowel in den werkkring der Hulpbank als in het aantal leeningen, het bedrag der uitgeleende gelden en het winstcijfer. Werd in 1895 nog aan 545 leeners f 86,020 uitgeleend, waardoor een winst aan de Leidsche Maatschappij van Weldadigheid kon worden uitgekeerd van 1971.32, in 1898 is de winst teruggebracht tot ƒ894.53, een vermindering alzoo na drie jaren van145 leeners met f 41,400 aan uitgeleend kapitaal en 1076.79 aan winst. De heer J. A. Longepee heeft gemeend ontslag als commissaris te moeten nemen, evenals de heeren G. N. Van der Koog, P. Alma Lzn. en W. A. Leembruggen. In pla ts van genoemde heeren werden tot commissarissen gekozen de heeren P. E. Schotel, F. C. Zuurdeeg, dr. Th. Van Wijk, mr. E. L. Th. HoogenstraateD, J. De Qraaff en mr. E. C. Wiersma. De voorzitter, penningmeester en secretaris werden herbenoemd, evenals de heeren IJ. Visser en F. A. W. Scbüdel, die aan de beurt van aftreden waren. Allen namen bun herbenoeming aan. Als opvolger van prof. A. Huet aan de Polytechnische School te Delft wordt ge noemd de heer J. C. Dyxhoorn, werktuig kundig ingenieur te Rotterdam. De heer M. G. Wildeman, te 's-Graven- hage, laatstelijk aojunct-arebivaris van Haarlem, is door Dijkgraaf en Hoogheemraden van Delf land belast met het ordenen van het archief en het samenstellen van een inventaris daarvan. De gedel geerde van \Frankryk ter Vredesconferentie, Bourgeois, bezocht heden met den Franschen gezant en eenige dames en hecr=n Utrecht. Aan de inzenders ter Parijsche tentoon stelling in de groep „scheikundige nijverhei j" is de aangevraagde ruimte toegowtzen. Voor da groep „opvoeding en onderwijs" zijn evenwel verscheidene inzenders afge wezen, wegens het verloren gaan van ruimte ten govolge van het maken van doorgangen door de commissie voor het brand wezen. Ia ce gisteren te Delft gehouden ver gadering van den gemeenteraad kwam in behandeling het adres van den heer Bruigom, in zake den bouw der 4 spitsen van den Oude-Kerktoren. Nadat met 15 tegon 5 stem men verworpen was een motie van den heer De Ktyzer, om het adres wegens den onbe- haaglyken toon oenvou.ig voor kennisgeving aan te nomen, werd na langdurige technische discussiën tusschen de heeren Meyers, Spel lings en Witte met 18 tegen 2 stemmen (die van de heer Meyers en Den Hoedt) goedge keurd het praeaJvie3 van B. en Ws. en zal alzoo aan den heer Bruigom worden te kennen gegeven, dat de bouw oer torens plaats heeft volgens adviezen van de drie deskundigen, goedgekeurd door den gemeenteraad. Benoemd werd tot leeraar aan het gym nasium en de H. B.-School de heer U. H. E. Huber Noodt, te Zieriksae, en tot hoofd der bewaarschool No. 3, mej. H. Baars, te St. Anna- Parochie. In de haven van Vlissingen zyn gisteren drie Fransche torpedobooten aangekomen. De majoor van het O.-I. leger C. F. Hering is bevorderd tot luit.-kolfnel. By de familie te Amsterdam is van regeeringswege bericht ontvangen, dat de 2de luit. der inf. H. M. Luchsinger in Atjeh is gewond. In de vacature van directeur der „Staats courant" zal nitt worden voorzien. Men weet, volgens het „Yad.", te vertellen, dat het de bedoeling zou zyn „Staatscourant" en Landsdrukkerij onder het behe«.r te brengen van een afdeelingschef aan bet ministerie van linnenl. zaken. De leiding der drukkerij zou dan aan een technisch directeur worden opgedragen 6n een ambtenaar belast worden met de redactie der „Staatscourant." In de gisteren gehouden zitting van den Haarlemschen Raad werd voortgezet de be handeling van het voorstel des heeren Schür- mann tot heffing eener belasting op do open bare vermakelijkheden. Nadat art. 2, gewijzigd door een amendement van den heer v. d. Merscb, was aangenomen, trok de heer Schürmann zijn geheele verorde ning in, daar nu niet meer «11e uitgaanden zouden worden getroffen, zooals zyn LeJoeling was. Het amendement strekte in hoofdzaak om uitvo.ringen van te Haarlem gevestigde vereenigingen vóórhaar leden van de belasting vrij stollen. Te Amsterdam zijn door den gemeenteraad benoemd: tot leeraar in de wis-, natuur- en scheikunde aan het gymnasium do heer E. Bouwman, to Groningen; tot hoofden van openbaro scholen P. Otto, C. L. Yan Balen, L. C. T. Bigot, W. Zoethout, I. H. Buijs, allen onderwijzers to Amsterdam, en I. Noordewier, hoofd eener school te Woerden. Naar do „N. R. C." verneemt, wordt een wijziging van art. 243 der Gemeentewet door de Regeering voorbereil. Toen gemeld werd, dat Mgr. Boermans, bisschop van Roermond, een coadjutor zou worden toegevoegd, werd dit door „De Nieuwe Koerier" tegengesproken. Thans deelt de „Limb. Koerier" met zekerheid mede, dat op 19 dezer de benoeming van een coadjutor met recht van opvolging van Mgr. Boermans kan worden te gemoet gezien. Den 8sten Juli vertrekt van Amsterdam per stoomschip „Koning Willem I" naar Batavia een detachement, sterk 3 onderoffi cieren en 35 minderen, onder bevel van den lsten luitenant der inf. R. J. C. Rijnen en medegeleide van den luit.-kwartierm. F. Kenninck. Te Nervi, bij Genua, is op 31 jarigen leeftijd overleden de lste luit. der artillerie F. Raadman, van het Oost Indisch leger. In het laatst van het jaar 1890 vertrok hy naar Indië, waar by 27 April 1894 werd bevorderd tot lsten luit. en in de laatsto jaren werk zaam was aan den constructiewinkel te Soera- baia. Eerst dri9 maanden geleden keerde hy, wegens gezon heidsredeDen, naar Europa terug en hield hy vertlyf te Nervi. Htt bouwen van het nieuwe station te Hengeloo is door ce Maatschappy tot exploitatie van Staatsspoorwegen gegund aan den minsten inscbryver, den heer M J. Van Hattum, te Beverwyk, voor 1,618,000. Het thans versch nen tweeae deel der onlangs aangekondigde reeks geschriften: „Betrekkingen voor vrouwen" door Johanna Van Woude (uitgave van den heer L. J. Veen, te Amsterdam) handelt over „zieken verpleegsters Het stoomschip „Burgemeester Den Tex", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 14 Juni Ouessant; de „Kanzier" arriveerde 13 Juni van Hamburg en Amsterdam te Tanger; de „Koning Willem I", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 14 Juni van Genua; de „Koningin Wilhelmina", van Amst rdam naar Batavia, vertrok 14 Juni van Suez; de „Sme- roe," van Batavia naar Rotterdam, arriveerde 14 Juni t9 Suez; de „Spaarndam," van Nieuw- York naar Rotterdam, pass. 14 Juni B-vezier; de „Spaarndam," van Nieuw-York naar Rotter dam, vertrok 14 Juni van Boulogne-sur-Mer; de „Sumatra" vertrok 14 Juni van Amsterdam naar Batavia; de „Bogor," van Batavia naar Amsterdam, passeerde 14 Juni Kaap Roca. Ocgstgeest. D. Moolhuysen, veldwachter dezer gemeente, heeft zyn eervol ontslag aan gevraagd tegen 30 Juni a. 8. wegens zyn be noeming tot concierge by een voorname in richting in assurantiën, enz. te Amsterdam. Haarlemmermeer. By koninkiyk besluit is benoemd tot cire.teur van het post- en tele graafkantoor te Haarlemmermeer, de heer H. J. K. Buwaldj, thans in gelyke betrekking te Dragten. Hülegom. Aan mejuffrouw J. E. Wesselink, onderwyzeres aan de openbare lagere school alhier, is op haar verzoek eervol ontslag ver leend tegen 15 Aug. a. 8. Gistermiddag zyn onder de gemeeDte Lisse door de Ryks en gemeente veldwachters van Hillegom en Lisse, op aanwyzing van een burger, aangehouden drie personeD uit LeideD, die zich dien morgen hadden schuldig gemaakt aan diefstal van een kistje sigaren, ten nadeele van een winkelier, wonende in dez9 gemeente. Een dezer personen inoct reeds vyf jaren op den Kruisterg hebbun doorgebracht. Warmond. Het eeuwfeest van het R. K. Seminarium alhier werd schitteren 1 gevierd. Aan den ingang van het Seminarie terrein stond een eerepoort in imitatie zandsteen, die volgens een oorspronkelyko teekening, in niet-onaardigen renaissance-sty!, van een der heeren theologanten, door herizelven werd uitgevoerd. Midden in het priesterkoor der kapel prykt een groote kroon, cie naar alle zyden draperieën laat uitgaan, zoodat hef geheele presbyterium als overhuifd schynt. Verder is het gansche nieuwe gedeelte van den bouw met bloemen en groen, vlaggendoek en toepasselijke inscripties smaakvol gede coreerd. In de bibliotheek hangen, langs de balustra den, de wapens dc-r acht te Warmoüd ge kweekte Lischoppen. Boven het schff jerdoek een tropee met den tekst van het Declama- torium: „Mons in quo beneplacitum est Domino babitare in e o." Aan weerskanten van het doek de chronica: „Seminarii Catholici frutex in arvo batavo Dei gratia surrexit" (1799). (Door Gods genade schoot een plantje op in oe velden van Batavië, een katholiek Seminarie). „Divina gratia crevit totique Ecclesi® ca- tholicre fruges centuplices produxit" 1899). („Door Gods genade is het gegroeid en hec-ft voor de geheele Katholieke Kerk honderd voudige vruchten voortgebracht.") Voor de feestviering is alleen de voorste, 25 M. lange, helit der ticliothrek in ge-ruik genomen. Zy is van de tweede helft afge scheiden door een geschilderd doek, voor stellende de Transfiguratie des Heeren (titel der kaptl), boven het in vogelvlucht geziene Seminarie. (Voor beteekenis van het cook vgl. Declamatorium, lilde gederlte). Schilder van het doek ia de theologant Röling. Boven de eetzaal is het volgende chronicum aangebracht: Aggrediantur cochleariaconnitantur furcae cultrique; sustineant indefeseae craterae, vin- cat vtro laetitia" (1899). Boven den ouden hoofdingang: „Sslvete filii de longe venientes, de lateri us surgentes; laetabunda vos recipit genitrlx" (1899). („Gegroc-t, myne zonen, van verre gekomen, van alle zyden to gestroomd; uw moeder ontvangt u vol vreugde.") Aan de recreatie- of eetzaal is een bybouw naar buiten toegevoegd, waarin de „Lleder- tafel" der theologanten zal plaats nemen, om gedurende den feestmaaltyd eenige muziek stukken ten gehoore te brengen. Reeds den vorigen namiddag werd in het Seminarie Mgr. C. J. M. Bottemanne, Bisschop van Haarlem, die het feest met zyn hooge tegenwoordigheid kwam opluisteren, op plech tige wyze ontvangen, gist ren, al heel vroeg in den ochtend, zag men de Haarlemsche en Utrechtsche pri eters van alle zyden in groepen naar het seminarie gel ouw tr kken, waar zy na de voltooiing van hun godgeleerde studiën zooveel herinneringen hddden achtergelaten, waar zy straks zooveel herinneringen zouden terugvinden. Langs den dorpsstraatweg woei hun van menig huis de vlag reeds tegen. Des morgens om tien ur n begon de Ponti ficale H. Mis. Mgr. Bottemanne werd daarby ter zyde gestaan door - en proost Mgr. Brouwer, regent van het seminarie „Hageveld", te Voor hout, als presbyter assistens, door Mgr. Heyligers, deken van D=n Haag, en Mgr. Schweitzer, deken van AmsterJam, als troon- diakens, virder door do Eerw. theologanten. Eon plechtig „Te Deum", door alle aanwezigen 9) Hj had in zyn zakportefeuille gezocht en Gaston zag hoe zyn hand beefde, toen hy hem het sieriyke biljet ter hand stelde. Maar .'dat kon eerder een gevolg van de brasparty van den vorigen nacht dan een teeken van jgroote gemoedsaandoening zyn, en de markies swa3 in elk geval niet in een stemming om zich daarom te bekommeren. Hy ging een 'paar stappen ter zyde, scheurde het couvert open en ontvouwde het velletje papier, dat met vaste, byna manlyke lettors was beschre ven. De brief was ia het Fransch geschreven 'en luidde: „Myn Vriend! Vergun my nog eens u dezen naam te geven, ofschoon ik zeer good voel, dat ik daartoe geen recht meer bezit. Het onrecht, waaraan ik my jegens u heb schuldig gemaakt, is te groot, dan dat gy het my vergeven kunt, en toch zoudt gij zachter over myn schuld oor- deelen, wanneer gy u voorstellen kondet, in welk een gemoedsstemming ik my bevind. De belofte, welke gy my 's mor gens gegeven hadt, uw kiesche terug houding gedurende den gemeenschappelyk doorgebraebten dag, de edele ridderlyk- hcid, waarmee gy de party voor myn in htt nauw gobrachten vader opnaamt dat alles "had my in den waan gebracht, dat ik eindelyk een broederiyk gezinden, onbaatzuchtigen vriend had gevonden, naar wien ik zoo dikwyla in myn gevoel van eenzaamheid had verlangd. Nu weet ik, dat het iets dwaas, iets onraogelyks was, dat ik verlangde, maar myn vurig berouw i3 niet In staat iets meer aan het treurig feit te veranderen, dat ik te laat tot dit inzicht ben gekomen. Het heeft voorwaar geen oogenblik in myn bedoeling gelegeD, verwachtingen by u op te wekken, welke nimmer ver- wezeniykt kunnen worden, maar ik stem toe, dat het eenig en alleen myn schuld is, wanneer dat toch gebeurde. Nu biyft my niets meer over dan de treurige plicht, u te zeggen, dat gy aan myn gedrag een verkeerden uitleg gegeven hebt, en dat het niet anders dan vriend- schappelyke, zusterlyko gevoelens zyn, welke ik voor u koester. Dat u deze niet voldoen kunnen, schynt my even zeker, als dat ik nooit in staat zou zyn, my'met een man te verbinden, voor wien ik niets anders dan achting en vriend schap gevoel. Wel ware het myn plicht geweest u dit oog in oog te zeggeD, maar ik weet, dat gy te edel denkt, om een nog grootere deemoedigheid van my to ei8chen. Onze wegen hadden zich nooit moeten kruisen; in het oogenblik echter, dat zy zich nu voor altijd scheiden, roep ik u, wyi ik niet den moed heb, u om vergiffenis te vragen, een laatst vaarwel toe, met den wensch, dat u spoedig een grooter geluk moge deelachtig worden, hetwelk u de teleurstelling zal doen ver- geteü, die by onze korte kennismaking uw hart gelukkig nog geen al te diepe wonde kan toegebracht hebbon. Xenia Iwanowna Saburow." Gaston De Villiers bleef nog langen tijd, nadat hy den brief uit had, met wezenloozen blik op de energieke letters staren. Pas toen een bescheiden kuchje van den graaf hem er aan herinnerde, dat hy niet alleen was, vouwde hy bet papier op en zyn stem had een vol komen kalmen, beleefd-koelen klank, toen hy zich tot Saburow wendde. „Uw vermoeden, graaf, dat de in dezen brief gegeven verklaringen my zouden voldoen, is volkomen juist. Ik heb gravin Xenia niets te verwyten en voor zoover er by dit betreu renswaardig misverstand van eenige schuld sprake kan zyn, dan komt die geheel ten mynen laste. Ik verzoek u, uw dochter myn groeten en myn beste wenschen voor haar toekomst over te brengen. Gy zult zeker nu wel zoo vriendeiyk zyn, een slede voor my te laten aanspannen, welke my zoo spoedig mogeiyk naar het station kan brengeD." Het scheen meer een zucht dan een adem haling van verlichting te zyn, welko de borst van don graaf by deze woorden verhief. Ea het was blykbaar meer dan een beleefdheids- phrase, waarmede hy Gaston tot langer blij ven trachtte over te halen. Maar zyn welsprekendheid werkte Diets uit en ook de verklaring, dat de gebroeders Scheremetjew, met wie hy zich intusscben weer verzoend had, den jongen Franschman per80oniyk bun verontschuldigingen wenschten aan te bieden, bracht Gaston's besluit niet aan het wankelen. De graaf moest zich dus eindelyk schikken en terwyl hy het vertrek verliet om de noodige bevelen te geven, maakte de secretaris van legatie zyn toebereidselen voor de rois. Nauwe- lyks een half uur nadat de smarteiyke wor- kelykheid hem ruw en onmoedoogond uit zyn zoetste droomen had gewekt, verliet hy de plaats, waar by zulke droevige ervaringen had opgedaan, in de overtuiging, dat hy haar nimmer zou weerzien. VL Twee maanden later werd Gaston De Villiers per telegraaf naar Parys ontboden, waar zyn vader, van eeD Senaatsvergadering thuis komend, aan een beroerte was overleden. De slecbte gezondheidstoestand, waarin de diep bedroefde jonge man ook zyn geliefde moeder aantrof, noodzaakte hem zyn ontslag uit zyn betrekking te St.-Petersburg in te dienen en een po3t by het ministerie van buitenlandsche zaken aan te vragen. Men meende aan bet verhngon van een spruit uit een der rijkste on aanzieniykste families des lands te moeten voldoen en dus bleef de markies voortaan te Parys. Zyn vrienden vonden hem tot hun verbazing geheel veranderd en de droefheid om het ge leden verlies scheen hun niet de eenige reden- welke deze zonderlinge verandering kon teweeg, gebracht hebben. Want uit den leveDslustigen jongen man was een verklaarde vyand van alle gezellige genoegens geworden en vooral in zyn omgang mot het andere geslacht nam by een byna vijandige houding aan, wat dos te meer in het oog viel, daar het niot aan pogingen ontbrak om hem in de zyden netton van een liefdesroman te vangeD. Zelfs zyn moeder, die haar krachten moer en meer voelde vermindoren, gaf hem niet onduideiyk te kennen, hoe gelukkig zy zou wezen, wanneer het haar vergund werd nog vóór haar dood haar handen zegenend op het hoofd van een schoondochter te leggen. Maar torwyi Gaston anders met de meest opofferende liefde alles deed, wat by maar in haar oogen kon lezen, liet hy juist dezen vurigsten wensch der matrone onvervuld. Bedrukt en ontstemd keerde Gaston op zekeren dag van een bezoek by den minister naar huis en van dit oogenblik af was het met zyn met moeite verkregen rust gedaan. Hy had by den minister een van zyn voor malige collega's van het gezantschap te St.-Petersburg aangetroffen en by het onver- mydeiyk opdiepen van gemeonscbappeiyke herinneringen was ook, zonder dat hy naar „haar gevraagd had, Xenia's naam genoemd. „Herinnert gy u nog die pikante, donkere schoonheid, markies?" had de ander gevraagd. „Wie gy op hot bal van den gezant, evenals wij allen, zoo yverig het hof maaktet de kleine gravin Saburow?" Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 1