MENGELWERK. terdam. 35% 351f6 TIEN JAREN LIJDERS. krach t aan ons land te onttrek kan, met geen ander doel, dan ooi haar aan den Tiber eenige duizendon Hollandscho guldens te laten verteren?" H;t blad acht het voor onze diplomatie uitgegeven geld niet veel beter dan wegge worpen; het kan veel heter worden gebruikt; men dient hervorming te eiscben van het Departement van Buitenlandscho Zaken. „Hoe moeten mannen als Borgesius en Lely, zoo er eenige vooruitstrevendheid in hun ministerieel hart huist, wel aanzieü, wat er nu gebeurt; en ook, hoe zullen zij het ver antwoorden, dat zij Nederland weer voor vier jaren bedeelden met een luxe-departement, terwijl Handel en Nijverheid de kruimpjes zelfs moest miSBeD, ook dat kruimpje, voor de Vereanigiog het Buitenland gebedeld?! Voor een laüd als het onze is er geen ratïoneeler oplossing mogelijk dan dat voor zoover er diplomatie is te drijven, dit geschiede onder leiding van den premier, in het Ministerie van Buitenlandsehe Zaken en een Ministerie van Handel en Nijverheid worde herschapen, waaronder de consulaten ressorteeren; terwijl de zeer weinige diploma tieke vertegenwoordigers, welke men nog onmisbaar mocht achten, in de eerste plaats met het oog op de bandels- en nijverheids belangen mogen zijn opgeleid, zoodat zy niet alleen by wyze van uitzondering iets ernstigs te verrichten vinden. Gelegen heid s-gezaüteD, mannen van beproefde be kwaamheid, kunnen daarnaast, voor buiten gewone gevallen, toch niet worden gemist. Het is zoo, er zijn in Staat en Maatschappij van die betrekkingen en baantjes, geostdoo- dendj bedêrflyk voor hen, die ze uitoefenen maai; men kan zö niet afschaffon om do eene of andere red©D. Doch onze gezantenzonder diplomatieke oefenschool en werkzaamheid. zy zyn niet alleen een gevaar voor henzei ven, maar ook voor het vaderland; en, wie weet, hoe zy bij een betere opleiding waarom al dertig jaar door do practische kooplieden en my veren is gevraagd do natie op prac tis ch terrein goede diensten hadden kunnen be wijzen." Het blad besluit met het advies, dat na de Vredesconferentie Minister De Beaufort aftrede en een grondige hervorming van het departement don treurigen indruk uitwiasche, üio thans is gemaakt. Ontkend kan niot wordeü, schryft dr. W. Nolens in de Venloosche Courantdat de Vredesconferentie niet goed inzet. Vooral niet voor ons land. Het Ministerie van Buitenl. Zaken heeft ir vooralsnog geen voldoening van gehad. Vooral van zijn eigen ambtenaren, met vame van onzen gezant by het Russische Hof, beleeft hot geen pleïzier. Terecht mag de Minister van B. Z. verzuchten: Van zyn vrienden moot men het hebben! Het in den stille werken der diplomaten schijnt ten minste voor sommigen hunner ten gevolge te hebben, dat ze dwaas heden begaan, als ze in het publiek optreden, ook al is het maar met een ingezonden stuk in een courant. In aanmerking dient ook genomen to wor den, dat de meeBte conferenties niet tot groote resultaten leiden. Herinner u de muDt-confe- renties, de suiker-conferenties en de inter nationale arbeidswetgeving- conferentie. Diarby komt, dat go in dit geval to doen hebt met de hooge politiek. In deze vertrouwen de groote mogendheden elkaar als kat en hond. De kleine hebben daarby nog minder in te brengen dan elders. Zoo er dan al geon directe gevolgen te wachten zyn wel indirecte. Ea dan voor eerst wordt by deze gelegenheid de aandacht gevestigd op de onbetwistbare waarheid, dat e?n Europeesehe oorlog met de tegenwoordige verweer- en aanvalsmiddelen alles, wat in wreedheid uitgedacht kan worden, te boven zou gaan. Ook wordt de aandacht gevestigd op de mïlJioensn,. die de gewapende vrede verslindt. Wy verwachten hiervan, in bet byzonder voor klc-ino Staten, dat wie zich kant tegen hooger uitgaven voor oorlog, wier noodzakelijkheid niet zonneklaar blijkt, niet bloot zal staan aan het zoo gemakkelijke verwijt van gebrek aan vaderlandsliefde. Do Vrode8Conferontie, reeds de voorbereiding daartoe, kan een grooten zedelyken invloed hebben. De openbare meening wordt gevormd togen oorlog, tegen den gewapenden vrede en tegen verhooging van oorlogsuitgaven. De nog veelal heerschende meening, dat de corlog wel is waar een kwaad, maar een noodzakelijk kwaad is, zal meer en moer vcrvaDgen worden door een andere, volgens welke de oorlog met al zijn ab- en depen denties niet alleen een kwaad, maar ook een niet noodzakelijk kwaad is. En reeds uit dezen hoofde, afgezien ook van de souvoreiniteitsrechton van den Paus, i3 het te betreuren voor het welslagen der Conferentie zelfs in dezen beperkten zin, dat de machtigste zedelijke factor op aarde, dat Hij, dio trots alle theorieën van volkenrecht en diplomatie, feitelijk een overwegenden invloed heeft ook op de betrekkingen der Staten, dat de Paus buiten deze Conferentie gehouden is. Licht blykt al sou dat door den be- leedigdon boogen porsoon zeiven on in navol ging van Hem door do Katholieken in alle landen niet gewönscht worden licht blijkt toch, dat ook dit oDrecht, den H. Stoel aan gedaan, ia zichzelf de weerwraak bevat. I'ld Vaderland schrijft omtrent het ont slag van Dr. Bredius het volgende: „Dat ten slotte dr. Bredius er toe gebracht is zijn ontslag te nemen, doet ons leed voor de Nederlandscbe kunst en voor den minister van tinnenlandsche zaken. Hy heeft zyn kracht nog te zeer noodig voor groote dingen, dan dat het onverschillig zou zijn, dat hy zich noodeloos verzwakt door deze ellendige geschiedenis. Deze overwinning, door hem, maar voor oen ander behaald, zal hem weinigroem aan brengen, en eervoller ware het te vallen in den stryd voor den Leerplicht of voor een betere Armenwet, dan in de geschiedenis be kend te staan als de minister, onder wien het eindtlyk gelukt is dr. Bredius ten val te brengen. Htt is wenscholyk zeker, dat vollediger licht opga over deze geschiedenis. Het 6fcandje over de wijze, waarop de luttele som voor de Bibliotheek van het Mauritshuis moet worden besteed, is op zichzelf te onbetee- kenend, om lot zulk een onherroepelijk besluit te moeten leiden. Maar begrypelyk is het, dat het de droppel kon worden, cie den beker der bitterheid deed overloopen. Daarvoor beeft men dan voor een hongerloon jarenlang zyn land met al zyn krachten gediend, daarvoor heel Europa doorvorscht en een fortuin gegeven om oode meesterstukken onzer schilderschool in Holland terug te brengen, daarvoor den naam van Nederland op kunst historisch gebied weer groot gemaakt, om 2ich ten slotte beknibbeld en beperkt te zren door betwetery in de besteding van oen onnooz1;! bodrag, waarvoor toch niemand berir de meest gewenschte wyze van beste ding weet te bepalen. O, natuurlijk, men zal zich beroepen op de voorschriften, op de ambtenaarsplichten, op de eischen der heilige bureaucratie. Maar wie ïn heel Europa iets beteekenen in de w; reH der kunst, wie in Nederland iets gevoden voor de eer van hun land, zullen het een mageren troost vinden, dat de beginselen der bureaucratie zyn gered, als een der eerste kunsthistorici van onzen tyd is afgedrongen van de plaats, die niemand dan hy kan bekletden." 13e baron en de inbreker. Baron Van Steen was een vrijgezel, die de eerste jeugd al eenigen tyd achter den rug had. Hy woonde op gemeubileerde kamers in de voorstad, waar het er vrij weelderig en deftig uitzag, zoodat leveranciers en dergelyken algemeen van oordeel waren, dat de hoog welgeboren heer de middelen bezat om zijn stand op te boudeD, zoolang ze niet van het tegendeel overtuigd werden. Op een goeden nacht, toen de baron, na een in de speelclub welbesteden avond, pas in oen zoete sluimering was verzonken, werd hy gewekt door een onzacht geraas in zyn woning. Hy vloog overeind en by het licht van de kaars, die op zyn nachttafeltje brandde, zag hy iets ongewoons, namelijk een lange, blyk- baar stevige kerel, die voor hem stond. Hy herinnerde zich niet, ooit kennis te hebben gemaakt met dien menBer, die als een werk man gekleed was. Byzondere ienteekenen: een masker voor het gezicht on een revolver in de hand. Da ongenoods gast stond vlak voor den baron en zei: „Hou je gemak en verroer je niet! Waar heb je de moppen gestopt?" „"Wat bedoelt u?" vroeg de baron heel beleefd. „Stel je maar niet zoo dom aaü! Waar je dubbeltjes zyn, wil ik weten. Ik loop me nu al een half uur gek te zoeken, maar ik kan niets vinden. Meen je soms, dat wy niets beters te doBn hebben dan in leege kasten te Bnuffülen?? Vooruit er mee, waar is je geld?" „Neem me niet kwalyk," was het antwoord „maar dat is toch niet de manier om zich hij iemand te introduoeeren. Ik kan me niet herinneren, het genoegen te hebben gehad, u ergens te ontmoeten. En men komt toch maar niet zoo onaangemeld op dit uur van den nacht. Foei'! u heeft me wakker gemaakt en ik droomde juist van Bettinakent u Bettina? oen meisje met zooveol geld als Vanderbflt! O, aanbiddelykl" „Dat Is allemaal maar larifari! Waar zyn de pitten?" „Met wien heb ik eigenlijk de eer?" 9 „"Wiewatboe meen je?" „Myn naam is Van Steen baron Van Steen. Ik moet eerlyk bekenneD, dat ik op uw ver zoek niet meer gerekend had. U permitteert, dat ik een beetje toilet maak?" De inbreker aarzelde een oogenblik; toen antwoordde hy: „Ja, 't is wel een beetje koud. Schiet maar een jasje aan; maar dan wat heel gauw, asjeblieft. En maak nu geen herrie, want anders heb je een kogel in je lyf eer je er aan denkt." „Kom, kom, waar ziet u my voor aan? Ik zal u volstrekt niet compromitteeren. Maar wil u niet plaats nemen?" „Och, kom „Geneer u toch niet! Kijk (door de open staande deur naar de zitkamer wyzende), neem u dien gemakkeiyken stoel, daar by de tafel; dan houdt u my het bsst in het oog. Ik vermoed, dat u er prijs op stelt, uw gewaardeerde opmerkzaamheid aan rnjju nederig persoontje te wyden." Dat begreep de roover ook, en hy liet zich neerploffen in den stoel, dat het oude huis meubel er van kraakte. De baron kleedde zich snel aan. Toen kwam hij binneD, streek een lucifer aan, stak de lamp op en tevens het spirituslichtje onder een ketel, die op tafel stond. „Wat ga je nu uithalen?" vroeg de gast ongeduldig. „Een oogenblik, myn waarde! Wy moeten toch een kopje thee drinken, voor de morgen- koude.... Wees gerust; thee met rum, natuurlyk. Thee zonder rum zou ik u niet durven aanbiedenRookt u „Neen; schei nu maar uit met al die Jan- Ktaassen-streken 1" „O, pardon, ik begryp u met dat mas ker gaat het ook moeilijk te rookon. U komt zeker van het bal masqué?" „Kom je nu met den rommel over de brug, of „O, ja, dat is waar ook. Het genoegeD, met u te praten, deed mij byna heelemaal de zaken vergeten. Ik bevind my, helaas, in een oogenblikkelyke geldverlegenheid, die zich alleen in de eerste dagen van de maand ©enigs zins minder heftig openbaart. Vandaag is het do 28ste; u treft het allerfataalst! U heeft alle bewaarplaatsen al onderzocht, meen ik van u te hebben gehoord. Had u mij maar wat eerder gewekt; ik zou u daar graag bij hebben geholpen. Nu kan ik niets anders zeggen dan: zoek maar verder; u zult echter niets vinden. Op hot idee, dat ik myn geld zou verstoppen, zyn zelfs myn intiemste vrienden nog niet gekomen anders hadden zo wel eens geprobeerd, my een kies te trekken. „Kerel!" riep de inbreker uit, „jy benteen kletsmajoor, net als ze in de boeken staan! Wat let my, of ik Bla jo met dien theeketel om je ooren! „Uw humaniteit houdt u daarvan terug," antwoordde de baron doodbedaard; „u is ongetwijfeld een menschenvriend, dat zie ik wel aan uw gehoelo delicate wyze van doen. Maar laat ik u niet noodeloo3 ophouden...." „Neen!" zei de kerel, terwyl men door het masker zijn oogen kon zien fonköleD. WelnuHé, het theewater is aan de kook. Mag ik u een kopje inschenken? Of wacht even: u heeft mogolyk liever een grogje? Ja? Een beetje sterk zeker? U zult het my niet kwalyk nemen, dat ik my aan een kopje thee houd. Ik heb van avond enfin, u begrypt me well" Da inbreker kon het vriendelyk aanbod niet weerstaan. Hy greep het glas en goot den warmen drank, zoo goed en zoo kwaad hot ging, door de mondopening van het masker naar binnen. „Dat is goed!" verklaarde hy met overtui ging. „Dat doet my pleizier. Kyk, hier is myn portefeuille. Ik zal de papieren er één voor één uitnemen en u laten zien; het zal me waarlyk genoegen doen, als n er eenige gelds waarde by viüdt, want dat is my tot dusver nog niet mogen gelukken." Rekeningen, maanbrieven; maanbrieven, rekeningeD. Da inbreker legde de revolver neer, zuchtte eens en zei toen, gelaten en zich in deenver- mydeiykheid schikkende: „Schenk my er nog een in." „Met het grootste genoegen! Heeft u myn portemonnaie al aan een inspectie onder worpen „Er waren drie vierduit-stukken in; die heb ik er in gelaten 1" was het grootmoedige antwoord. „Inderdaad? O, dat is aardig van u. Ik heb het al gezegd, dat u een zeer humaan mensch is. Maar waarom heeft u die kleine som versmaad? Ze zou misschien hebben kunnen dienen voor een heel bescheiden déjeuner in een populaire restauratie." „Bah!" zei de inbreker minachtend, „kyk eens hierl" Hy stak de hand in een zyner wydo broek zakken en toonde een aardige collectie zilver geld, waartusachen zelfs een enkel gouden tientje blonk. Het was voor den gastheer om te watertanden. De bezoeker vermeide zich in bet verraste gezicht van den baron, maar liet toen het geld weer in zyn zak glyden. De edelman knikte eens eu zei: „Neem me niet kwalyk, waarde heer, dat ik u een beleefd verzoek doe. Ik ben een klein beetje in geldverlegenheid, en morgen is het de verjaardag van Bettina, ryk als water, van wie ik u zooeven sprak en als ik die heb! maar ik heb Diet eens de fondsen om haar een bouquet te sturen.... Zou u my geen kleine leening kunnen verstrekken: vyftig popjes by voorbeeld? Op myn woord van eer, u krygt ze terug op den eersten der volgende maand." „Neen, als het nu maar uit isl Ik kom om geld by je te halen, en in plaats daarvan...." „PardoD, pardon, waarde hoer; ik wil niets van u cadeau hebben; ik vraag maar alleen een kleine transactie, zooals in de financiëele wereld gebruikeiyk is. Ik geef u interest: twintig percent; dat is eigeniyk nog erger dan diefstal, maar u blyft er eerlyk man by." Het duurde nog een poos, eer de inbreker, door den woordenvloed van den baron en de kracht van den grog verteederd, argwanend het geld uit zyn zak haalde en vyftig gulden op de tafel uittelde. De baron dankte hem beleefd en liet hem uit, onder veel betuigingen en strykages door het veDster, zooals hy ook gekomen was. „Aangenaam uw kennis gemaakt te hebben. Tot genoegen!" Baron Van Steen bracht het geld met den interest eerlyk terug aan het opgegeven adres, een „café" van den honderdsten rang. Maar hy genoot niet meer do eor van een bezoek. Mei 1899. Staatsleenlngsn. pOfc. 2* Ned., Cert. Nat. W. Schold dito Obl. dito dito Cort. dito3 OostenObl. Pap. Moi-Nov. 5 dito Zilv. Joni/Jali. 5 Portugal, Obl. 1853,1884 mot tickot 100 3 Rusland, Binnenl. 1894. 4 d"tol839bij RothschildItb. 625 4 ditoïIojicS: Co. 1889,90 Rb. 62ö 4 Spanje. Perp. Schuld Boïtenl. 4 -Jurkljo, Gep. Couv. 1. 1&D0 4 dito Douano Obl. 1883. 5 dito Gcconv. Leening6erie D dito dito O Mexico, Binnenlandsch. .5 Bnmlic, Obl. 18S9, 4 Ind. en Fin. Ondernemingen. Koloniale Dank Aand. N.-I. Handbk. Aand Ned. Iïandelm. Aand. Soor. Danlc IT. los. A.Obl. Tabaksondernemingen. Amst. Deli-Comp. Aand. dito Certificaten Arondcburg Certificaten. Dcli Batavia-Mpij. Aand, dito Oortrficaton dito CuHunr-Mpg. Aand. Deli-Maatschappy Aand. dito Certificaten d°L.-nigk. C.v.A .No mgar. leap. Wed au Tabaic-Mpïj, Aanct.. Rottcrd. Doli-MpQ. Aand. Souombah-Mjijj. Aandoolcn. dito Cert, van Aand. Fabrieken. Delft. T)i6t. Gist- en S.-Fabr. A. Klnctra Aandeelcn. dito Obligation N. Venn. Glasf. enKoIcnm. A. K. N. Beiorsch Bicrbr. Obl. 4 Kon. Mpij. de Scholdo Obl. 4% Ncd. Gist- Spiritusfuhr. A. dito dito Oblïg. 4% Sloomb.br. 't Haantje Aand. Wester Snik emf final. Aand. Z.-H. B.erbr. Hyp. Oblig. 5 Scheepvaart-filaatsch. Koo. Ncd. St b. iUpjj Aand. dito dito Obligation 4 Kon. Paketvaarl-Mpij. Aand. dito dilo Oblig. 4 Kon. West-Ind, Maild. Aand. dito dito Oblig. 4 Ned. Am er. Sfoomv.-Mpp. A. dito dito OM. 4 Rottord. Lloyd Aandcolen dito dito Obligatïthi 4 Stoomv.-Mpij. Ncdorl. Aand. dito dito Oblig. 5 dito dito dito 4 Stoomv. Zeeland Aand dito dito dito jircf. dito Stoomv. Zeeland Oblig.. Petroleum. Doidtscho Petr. Mij. Pref. A. dito dito Oblig. 4% Maatschap „Panolan" 'Cert. f Eknssor Pctrolomn-Wjpij. A. Petrolcum-My. „Oalieic A. TToll. Ram. Petrolertro-Mij. A. Kon. Ncd. Mij. t. Es.Petr.br. A. dito dito Cat. van dito dito dito Obligation 4% dito „Moosra Enim" Aand. M.4. Ex.01it4>r.in Hannover, A» Ncdcrl. Petrolenm-MpijA. dito Rum. Petrol-Mij. A. dito Sumatra Palemb. A. Mijnbouw. Kwandang "Soomalata Lobsann Asphalt Ned.-Jnd. Expl. Mijnbouw i Noord Celebes Mijnb. Mij. „fkicmalata" A. Tjenako St.-Mij. Diversen. Mpö- Krasnapolelcy Aand. dito dito Oblig. 4 Wifik.-Mjj. „Eigen Hulp" A. Spoorwegleeningon. Holl. Uzeren-Spw.-Mij. Aand. Obl. aitoS>£ M. t. Expl. v. St. Spw., Aand. Italië, Z.-Ital. Spw. ObL A-II 3 Polon. Wors.-WeQnen Itb.625 4 Rusl., Balt. Spw.-Annd.. 3 Past. Spw.-hlij. Aand. 5 Weicheel ZR. Aand.5 Wladikawkas Obl. Rb. 125 4 Amerika, Atchison Top,C.v_A. Pref. Aand. flito dito Alg. Hyp. ObL 4 Adjustm. Oblig4 Contral Pacifio Aand. .4 Denver Bio Grando C. v. A, Erie-Sp.-Mij. Aand. Chic Erie le Hyp. ObL Kans. Oily Bclt-shares Louisv. Hasliy. Cort. v. Aand. Mi sa. Kans, Tbxas C. v. A. :Union Pac. C. v. A. Oregon Short Line oblig. 9 Canadian Paclllo C. v. A. Fremleleenlngon, NoderL, F.tad Amstoril, flQO9 Turkge, Leaning 1870 Spanje, Madrid 1868, 3 pet. Vor. Koers koers. lieden 8U6 SólU 9G 95% 95% 93% 6354 83% 26% 26% Gt 64 96% 98% 93% 93% 59% 69% 92% 92% 95 28% 27% 27 ^2% 42% 67% 67 47 89% 89% 163% 159 620 647 645 659 410 410 410 417 142 143% 472 475 477 - 247 235 247% 460 466 478 - 119 100 155 203 229 165 156 101% 136% 183 103 121% 122% 102 ICO 100 99% 144 144 101% 186% 180% 108 21% 337/ 'Jv/a 82% - 115 120 100% 330 120 - 118% 116% 210 210% 217 93 219% 93 133% 183% 53 19 41 92% 92% 70 72% 77 78 115 76 73% 93 96 203 103 - ICO 119 101 113% 113% 59% 98% 97*6 97% 18% 18JS£ 63% 100% 109% 82% 22^ 13% 13% 113% 112Ü£ 31% 31% CG% 13% 12% 42% 41£Jo 103% 98 109% U1J6 31% 31%5 Couponnolcering tolden opgaeó tan dc Coupon-Makelaar Oostenr ik, Papier f 2L')1'A dito Zllyor /2l 02*^ FrnnBcho f 47.70 Diverse liljlrsmarlc ƒ58.80 Rosoon Goud Roebals f 1.9)14 dito Jn Zilveren Roaboli Amerikaan echo Goud Dollars/ 2.1334 Beleening 2 pQL HET „NUT55 stond in zyn tweede algemeene vergadering ƒ3200 toe voor het houden van voordrachten over onderwerpen, welke in verband staan met het streven der Maatschappij. Er werd 1000 toegestaan voor de in Neder- laud bestaande schoolfondsen voor schippers kinderen. Het hoofdbestuur had aanvankeiyk f 2000 gevraagd. Over deze beide onderwerpen werden vrij langdurige discussies gevoerd. Zonder discussie of hoofdelyke stemming vereenigde de vergadering zich echter, na een inleiding van den heer Fokker, met de vol- gende, door het hoofdbestuur voorgestelde motie: „De algemeene vergadering, overwegende, dat, ia het bijzonder met het oog op het hetrekkeiyk schoolverzuim, aan vaarding door den wetgeyer van het m bijna alle andere beschaafde landen gehuldigde be ginsel van leerplicht, in het belang van de ontwikkeling en de welvaart van ons volk, niet langer mag uitblijven; uit dien hoofde met groote instemming kennis genomen hebbende van het thans by de Tweede Kamer der Staten Generaal aan hangige ontwerp van wet tot invoering van leerplicht; spreekt den wensch uit, dat dit ontwerp, onverzwakt, zy het dan ook niet ongewijzigd, spoedig tot wet worde verheven". Aan den minister van biunenlandsche zaken,' mr. Goeman Borgesius, werd op voorstolvan „Enkhuizen" het volgend telegram verzonden: „De vergadering, enz. brengt aan den onver- moeiden stryder voor de belangen van bet volksonderwys haar buide en spreekt den weDsch uit, dat het hem gegeven moge worden de kroon op het werk te zetten door het ontwerp op den leerplicht tot wet te doen verheffen." Daarna vereenigde do vergadering zich by acclamatie en zonder debat met de volgende motie van het hoofdbestuur: „De algemeene vergadering, in aanmerking nemen^o, dat het gemis eener voldoende wettolyke regeling van het armwezen in Nederland zich steeds sterker doet gevoelen; overwegende, dat het ia de troonrede van September 1897 geopende vooruitzicht op een herziening der armenwet, welke nog niet tot een begin van uitvoering heeft geleid, de pogingen verlamt van hen, dio binnen de perken der tegenwoordige wet verbetering zouden willen aanbrengen; met belangstelling kennis genomen hebbende van de verklaring, door de Regeering op 9 December 1898 in de Tweede Kamer der Staten-Generaal afgelegd, en evenzeer met vast vertrouwen als met verklaarbaar verlangen juist van den tegen- woordigen minister van binnenlandsche zaken een ontwerp van W6t tot regeling van het armwezen te gemoet ziende; spreekt den wensch uit, dat spoedig een ontwerp van wet tot regeling van het arm wezen moge worden ingediend/ Na nog eenige discussie en de gebruikelyke plichtplegingen werd de ll-3de algemeene vergadering gesloten. aEeia&MES, a 23 Cents per regel. "Wanneer men betrekkelijk jong is, ziet men gewoonlijk zon dei zorgen het leven te gemoet. Men is vol levenslust, bet ryko bloed f.troorat met kraobt door de aderen en geeft een fris3che kleur aan het gezicht en 4o lippen van het joDge meisje. EenskL.ps voelt men dit alles verdwenen, allerlei soorten van ongemakkon doen zich voor en plotseling is de schijnbaar onwankelbare gezondheid zoo* danig geschokt, dat Uwe vroolyke en opge. ruimde gedachten plaats gemaakt hebben voor sombere; een mrnigte van ongemakken ver-j volgt U. Slapeloosheid, gebrek aan eetlust, lusteloosheid, hoofdpijn, duizeligheid, oorsui zingen, lendenpyD, steken in de zijde zyn do gevolgen van het kwaad, dat U onder- mynt, en zulks is do bloedarmoede. Mejuffrouw M. Pactke geb. Hoffmann, 16 Laan-van-Roos-en-Doorn, te "e-Qravenbage, deelt ons mede: „Sinds een tiental jaren leed ik aan over-j groote zwakte eh bloedarmoede,ter wijl zware diarhoo myn gestel zoo zeer verzwakte en afnam, dat, niet tegenstaande allo mogeiyke raad gevingen en mid delen, ik aan myn herstel begon to wanhopen. 'Toe valligerwijze kwam my een boekje met de tai- ryke genezingen, verkregen door de Pink-Ffilen van Dr. Williams^ in handen en bosloot ik ook een doosje te probeeren. En met welk oen gezegende uitkomst! De zwakte en duizeligheid verdwenen, terwyl do diarrhees ophielden en ik een heel ander mensch werd, en myn gewone bezigheden kon ik wéder waarnemen. Na nog eenige doosjes gèbfhikt te hebben, gevoelde ik my volkomen gezond. Met warmte kunt U het den menschon aan bevelen, zoo schryft HEd. aan de Gebrs. Blokpoel, apothekers te's-Gravenhage, alwaar zy zich de Pillen verschaft had, en vryeiyk van myn naam gebruik maken." Het is door de hernieuwing van het bloed,' dat men er toe zal geraken, die ziekten tegen te gaan, die voortkomen uit de verzwakking van het bloed, en door de zenuwen te sterken. De Pink Pillen van Dr. Williams zyn zeer werkdadig in gevallen van bleekzucht, rheu- matiek, zenuwziekten en uitputting door licha» meiyke en goesteiyke overspanning. Prys ƒ1.76 de doos; 9 per 6 doozen. Ver krijgbaar by J. H. I. Snahülik, Steiger 27," Rotterdam, eenig depothouder voor Nederland, en in de apothekenen tevens voor Lsidon en Omstreken by Rey-sï Krak, Drogeryen, Beestenmarkt Wyk 5 No. 41, en J.H. Dijkhuis, Drogerijen, Hoogstraat 5. Franco toezending tegen postwissel. 4410 69 Programma van Muziekuitvoeringen. MUSIS SACRUxY. Zoncbg 28 Mei, te halfaoht, door bot 8tafmuziekcorps van het 4de Rog. laf Directeur: de Heor W. Ysld Erp. Borate afdeeiiug; No. 1. Marcho de I'OpéiA „Tannhaas.r", Wagner; 2. Ouvertnjo „Zebn b adchen nnd kein Mann", arr. Van Erp, v. Suppé; 3. a. Cortege, Mozekotrski; J. Musette, Air e ballot du I7me Siècle, Offenbich; 4. CoamorobB, Divertissement Allégorique, Mann.— Tvroede sfdeeling: No. 5. Ouverture: Guiilanme Teil, arr. Van Erp, Roesini; 6. Sirenenzauber, Walzer, Wildt&ufül; 7. Serenade pour flüto et Cor, de H.EL Noest cn Schinck, Till; 8. Fantaisi© sur „Le SoDge cVune nuït d'été", Opóra do Thomas, Buyasene. 1 03. 2 en 6 eerafco uitvoBring op „Musis S&orum". CORRESPONDENTIE. Ingezondenstuk ken of mededeelingen, waarvan de inzenders hun naam niet aan de Redactie bekend maken worden ongeplaatst ter zij do gelegd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 6