MENGELWERK.
terdam.
35%
351f6
TIEN JAREN LIJDERS.
krach t aan ons land te onttrek kan, met geen
ander doel, dan ooi haar aan den Tiber eenige
duizendon Hollandscho guldens te laten
verteren?"
H;t blad acht het voor onze diplomatie
uitgegeven geld niet veel beter dan wegge
worpen; het kan veel heter worden gebruikt;
men dient hervorming te eiscben van het
Departement van Buitenlandscho Zaken.
„Hoe moeten mannen als Borgesius en Lely,
zoo er eenige vooruitstrevendheid in hun
ministerieel hart huist, wel aanzieü, wat er
nu gebeurt; en ook, hoe zullen zij het ver
antwoorden, dat zij Nederland weer voor vier
jaren bedeelden met een luxe-departement,
terwijl Handel en Nijverheid de kruimpjes
zelfs moest miSBeD, ook dat kruimpje, voor
de Vereanigiog het Buitenland gebedeld?!
Voor een laüd als het onze is er geen
ratïoneeler oplossing mogelijk dan dat voor
zoover er diplomatie is te drijven,
dit geschiede onder leiding van den premier,
in het Ministerie van Buitenlandsehe Zaken
en een Ministerie van Handel en Nijverheid
worde herschapen, waaronder de consulaten
ressorteeren; terwijl de zeer weinige diploma
tieke vertegenwoordigers, welke men nog
onmisbaar mocht achten, in de eerste plaats
met het oog op de bandels- en nijverheids
belangen mogen zijn opgeleid, zoodat zy
niet alleen by wyze van uitzondering iets
ernstigs te verrichten vinden. Gelegen
heid s-gezaüteD, mannen van beproefde be
kwaamheid, kunnen daarnaast, voor buiten
gewone gevallen, toch niet worden gemist.
Het is zoo, er zijn in Staat en Maatschappij
van die betrekkingen en baantjes, geostdoo-
dendj bedêrflyk voor hen, die ze uitoefenen
maai; men kan zö niet afschaffon om do eene
of andere red©D. Doch onze gezantenzonder
diplomatieke oefenschool en werkzaamheid.
zy zyn niet alleen een gevaar voor henzei ven,
maar ook voor het vaderland; en, wie weet,
hoe zy bij een betere opleiding waarom al
dertig jaar door do practische kooplieden en
my veren is gevraagd do natie op prac tis ch
terrein goede diensten hadden kunnen be
wijzen."
Het blad besluit met het advies, dat na
de Vredesconferentie Minister De Beaufort
aftrede en een grondige hervorming van het
departement don treurigen indruk uitwiasche,
üio thans is gemaakt.
Ontkend kan niot wordeü, schryft dr. W.
Nolens in de Venloosche Courantdat de
Vredesconferentie niet goed inzet.
Vooral niet voor ons land.
Het Ministerie van Buitenl. Zaken heeft
ir vooralsnog geen voldoening van gehad.
Vooral van zijn eigen ambtenaren, met
vame van onzen gezant by het Russische
Hof, beleeft hot geen pleïzier. Terecht mag
de Minister van B. Z. verzuchten: Van zyn
vrienden moot men het hebben! Het in den
stille werken der diplomaten schijnt ten minste
voor sommigen hunner ten gevolge te hebben,
dat ze dwaas heden begaan, als ze in het
publiek optreden, ook al is het maar met
een ingezonden stuk in een courant.
In aanmerking dient ook genomen to wor
den, dat de meeBte conferenties niet tot groote
resultaten leiden. Herinner u de muDt-confe-
renties, de suiker-conferenties en de inter
nationale arbeidswetgeving- conferentie.
Diarby komt, dat go in dit geval to doen
hebt met de hooge politiek. In deze vertrouwen
de groote mogendheden elkaar als kat en
hond. De kleine hebben daarby nog minder
in te brengen dan elders.
Zoo er dan al geon directe gevolgen te
wachten zyn wel indirecte. Ea dan voor
eerst wordt by deze gelegenheid de aandacht
gevestigd op de onbetwistbare waarheid, dat
e?n Europeesehe oorlog met de tegenwoordige
verweer- en aanvalsmiddelen alles, wat in
wreedheid uitgedacht kan worden, te boven
zou gaan.
Ook wordt de aandacht gevestigd op de
mïlJioensn,. die de gewapende vrede verslindt.
Wy verwachten hiervan, in bet byzonder voor
klc-ino Staten, dat wie zich kant tegen hooger
uitgaven voor oorlog, wier noodzakelijkheid
niet zonneklaar blijkt, niet bloot zal staan
aan het zoo gemakkelijke verwijt van gebrek
aan vaderlandsliefde.
Do Vrode8Conferontie, reeds de voorbereiding
daartoe, kan een grooten zedelyken invloed
hebben. De openbare meening wordt gevormd
togen oorlog, tegen den gewapenden vrede
en tegen verhooging van oorlogsuitgaven.
De nog veelal heerschende meening, dat
de corlog wel is waar een kwaad, maar een
noodzakelijk kwaad is, zal meer en moer
vcrvaDgen worden door een andere, volgens
welke de oorlog met al zijn ab- en depen
denties niet alleen een kwaad, maar ook een
niet noodzakelijk kwaad is.
En reeds uit dezen hoofde, afgezien ook
van de souvoreiniteitsrechton van den Paus,
i3 het te betreuren voor het welslagen der
Conferentie zelfs in dezen beperkten zin, dat
de machtigste zedelijke factor op aarde, dat
Hij, dio trots alle theorieën van volkenrecht
en diplomatie, feitelijk een overwegenden
invloed heeft ook op de betrekkingen der
Staten, dat de Paus buiten deze Conferentie
gehouden is.
Licht blykt al sou dat door den be-
leedigdon boogen porsoon zeiven on in navol
ging van Hem door do Katholieken in alle
landen niet gewönscht worden licht blijkt
toch, dat ook dit oDrecht, den H. Stoel aan
gedaan, ia zichzelf de weerwraak bevat.
I'ld Vaderland schrijft omtrent het ont
slag van Dr. Bredius het volgende:
„Dat ten slotte dr. Bredius er toe gebracht
is zijn ontslag te nemen, doet ons leed voor
de Nederlandscbe kunst en voor den minister
van tinnenlandsche zaken.
Hy heeft zyn kracht nog te zeer noodig
voor groote dingen, dan dat het onverschillig
zou zijn, dat hy zich noodeloos verzwakt door
deze ellendige geschiedenis.
Deze overwinning, door hem, maar voor
oen ander behaald, zal hem weinigroem aan
brengen, en eervoller ware het te vallen in
den stryd voor den Leerplicht of voor een
betere Armenwet, dan in de geschiedenis be
kend te staan als de minister, onder wien
het eindtlyk gelukt is dr. Bredius ten val te
brengen.
Htt is wenscholyk zeker, dat vollediger
licht opga over deze geschiedenis. Het 6fcandje
over de wijze, waarop de luttele som voor
de Bibliotheek van het Mauritshuis moet
worden besteed, is op zichzelf te onbetee-
kenend, om lot zulk een onherroepelijk besluit
te moeten leiden. Maar begrypelyk is het,
dat het de droppel kon worden, cie den beker
der bitterheid deed overloopen. Daarvoor beeft
men dan voor een hongerloon jarenlang zyn
land met al zyn krachten gediend, daarvoor
heel Europa doorvorscht en een fortuin
gegeven om oode meesterstukken onzer
schilderschool in Holland terug te brengen,
daarvoor den naam van Nederland op kunst
historisch gebied weer groot gemaakt, om
2ich ten slotte beknibbeld en beperkt te zren
door betwetery in de besteding van oen
onnooz1;! bodrag, waarvoor toch niemand
berir de meest gewenschte wyze van beste
ding weet te bepalen.
O, natuurlijk, men zal zich beroepen op
de voorschriften, op de ambtenaarsplichten,
op de eischen der heilige bureaucratie.
Maar wie ïn heel Europa iets beteekenen
in de w; reH der kunst, wie in Nederland
iets gevoden voor de eer van hun land,
zullen het een mageren troost vinden, dat
de beginselen der bureaucratie zyn gered, als
een der eerste kunsthistorici van onzen tyd
is afgedrongen van de plaats, die niemand
dan hy kan bekletden."
13e baron en de inbreker.
Baron Van Steen was een vrijgezel, die de
eerste jeugd al eenigen tyd achter den rug had.
Hy woonde op gemeubileerde kamers in
de voorstad, waar het er vrij weelderig en
deftig uitzag, zoodat leveranciers en dergelyken
algemeen van oordeel waren, dat de hoog
welgeboren heer de middelen bezat om zijn
stand op te boudeD, zoolang ze niet van het
tegendeel overtuigd werden.
Op een goeden nacht, toen de baron, na
een in de speelclub welbesteden avond, pas
in oen zoete sluimering was verzonken, werd
hy gewekt door een onzacht geraas in zyn
woning.
Hy vloog overeind en by het licht van de
kaars, die op zyn nachttafeltje brandde, zag
hy iets ongewoons, namelijk een lange, blyk-
baar stevige kerel, die voor hem stond. Hy
herinnerde zich niet, ooit kennis te hebben
gemaakt met dien menBer, die als een werk
man gekleed was. Byzondere ienteekenen:
een masker voor het gezicht on een revolver
in de hand.
Da ongenoods gast stond vlak voor den
baron en zei:
„Hou je gemak en verroer je niet! Waar
heb je de moppen gestopt?"
„"Wat bedoelt u?" vroeg de baron heel
beleefd.
„Stel je maar niet zoo dom aaü! Waar je
dubbeltjes zyn, wil ik weten. Ik loop me nu
al een half uur gek te zoeken, maar ik kan
niets vinden. Meen je soms, dat wy niets
beters te doBn hebben dan in leege kasten
te Bnuffülen?? Vooruit er mee, waar is je
geld?"
„Neem me niet kwalyk," was het antwoord
„maar dat is toch niet de manier om zich
hij iemand te introduoeeren. Ik kan me niet
herinneren, het genoegen te hebben gehad,
u ergens te ontmoeten. En men komt toch
maar niet zoo onaangemeld op dit uur van
den nacht. Foei'! u heeft me wakker gemaakt
en ik droomde juist van Bettinakent u
Bettina? oen meisje met zooveol geld als
Vanderbflt! O, aanbiddelykl"
„Dat Is allemaal maar larifari! Waar zyn
de pitten?"
„Met wien heb ik eigenlijk de eer?"
9 „"Wiewatboe meen je?"
„Myn naam is Van Steen baron Van Steen.
Ik moet eerlyk bekenneD, dat ik op uw ver
zoek niet meer gerekend had. U permitteert,
dat ik een beetje toilet maak?"
De inbreker aarzelde een oogenblik; toen
antwoordde hy:
„Ja, 't is wel een beetje koud. Schiet maar
een jasje aan; maar dan wat heel gauw,
asjeblieft. En maak nu geen herrie, want
anders heb je een kogel in je lyf eer je er
aan denkt."
„Kom, kom, waar ziet u my voor aan?
Ik zal u volstrekt niet compromitteeren. Maar
wil u niet plaats nemen?"
„Och, kom
„Geneer u toch niet! Kijk (door de open
staande deur naar de zitkamer wyzende),
neem u dien gemakkeiyken stoel, daar by
de tafel; dan houdt u my het bsst in het
oog. Ik vermoed, dat u er prijs op stelt,
uw gewaardeerde opmerkzaamheid aan rnjju
nederig persoontje te wyden."
Dat begreep de roover ook, en hy liet zich
neerploffen in den stoel, dat het oude huis
meubel er van kraakte. De baron kleedde
zich snel aan. Toen kwam hij binneD, streek
een lucifer aan, stak de lamp op en tevens
het spirituslichtje onder een ketel, die op
tafel stond.
„Wat ga je nu uithalen?" vroeg de gast
ongeduldig.
„Een oogenblik, myn waarde! Wy moeten
toch een kopje thee drinken, voor de morgen-
koude.... Wees gerust; thee met rum,
natuurlyk. Thee zonder rum zou ik u niet
durven aanbiedenRookt u
„Neen; schei nu maar uit met al die Jan-
Ktaassen-streken 1"
„O, pardon, ik begryp u met dat mas
ker gaat het ook moeilijk te rookon. U komt
zeker van het bal masqué?"
„Kom je nu met den rommel over de
brug, of
„O, ja, dat is waar ook. Het genoegeD,
met u te praten, deed mij byna heelemaal
de zaken vergeten. Ik bevind my, helaas, in
een oogenblikkelyke geldverlegenheid, die zich
alleen in de eerste dagen van de maand ©enigs
zins minder heftig openbaart. Vandaag is het
do 28ste; u treft het allerfataalst!
U heeft alle bewaarplaatsen al onderzocht,
meen ik van u te hebben gehoord. Had u
mij maar wat eerder gewekt; ik zou u daar
graag bij hebben geholpen. Nu kan ik niets
anders zeggen dan: zoek maar verder; u
zult echter niets vinden. Op hot idee, dat ik
myn geld zou verstoppen, zyn zelfs myn
intiemste vrienden nog niet gekomen anders
hadden zo wel eens geprobeerd, my een kies
te trekken.
„Kerel!" riep de inbreker uit, „jy benteen
kletsmajoor, net als ze in de boeken staan!
Wat let my, of ik Bla jo met dien theeketel
om je ooren!
„Uw humaniteit houdt u daarvan terug,"
antwoordde de baron doodbedaard; „u is
ongetwijfeld een menschenvriend, dat zie ik
wel aan uw gehoelo delicate wyze van doen.
Maar laat ik u niet noodeloo3 ophouden...."
„Neen!" zei de kerel, terwyl men door het
masker zijn oogen kon zien fonköleD.
WelnuHé, het theewater is aan de
kook. Mag ik u een kopje inschenken? Of
wacht even: u heeft mogolyk liever een
grogje? Ja? Een beetje sterk zeker? U zult
het my niet kwalyk nemen, dat ik my aan
een kopje thee houd. Ik heb van avond
enfin, u begrypt me well"
Da inbreker kon het vriendelyk aanbod niet
weerstaan.
Hy greep het glas en goot den warmen
drank, zoo goed en zoo kwaad hot ging,
door de mondopening van het masker naar
binnen.
„Dat is goed!" verklaarde hy met overtui
ging.
„Dat doet my pleizier. Kyk, hier is myn
portefeuille. Ik zal de papieren er één voor
één uitnemen en u laten zien; het zal me
waarlyk genoegen doen, als n er eenige gelds
waarde by viüdt, want dat is my tot dusver
nog niet mogen gelukken."
Rekeningen, maanbrieven; maanbrieven,
rekeningeD.
Da inbreker legde de revolver neer, zuchtte
eens en zei toen, gelaten en zich in deenver-
mydeiykheid schikkende:
„Schenk my er nog een in."
„Met het grootste genoegen! Heeft u myn
portemonnaie al aan een inspectie onder
worpen
„Er waren drie vierduit-stukken in; die
heb ik er in gelaten 1" was het grootmoedige
antwoord.
„Inderdaad? O, dat is aardig van u. Ik
heb het al gezegd, dat u een zeer humaan
mensch is. Maar waarom heeft u die kleine
som versmaad? Ze zou misschien hebben
kunnen dienen voor een heel bescheiden
déjeuner in een populaire restauratie."
„Bah!" zei de inbreker minachtend, „kyk
eens hierl"
Hy stak de hand in een zyner wydo broek
zakken en toonde een aardige collectie zilver
geld, waartusachen zelfs een enkel gouden
tientje blonk. Het was voor den gastheer om
te watertanden. De bezoeker vermeide zich
in bet verraste gezicht van den baron, maar
liet toen het geld weer in zyn zak glyden.
De edelman knikte eens eu zei:
„Neem me niet kwalyk, waarde heer, dat
ik u een beleefd verzoek doe. Ik ben een
klein beetje in geldverlegenheid, en morgen
is het de verjaardag van Bettina, ryk als
water, van wie ik u zooeven sprak en als
ik die heb! maar ik heb Diet eens de fondsen
om haar een bouquet te sturen.... Zou u
my geen kleine leening kunnen verstrekken:
vyftig popjes by voorbeeld? Op myn woord
van eer, u krygt ze terug op den eersten der
volgende maand."
„Neen, als het nu maar uit isl Ik kom om
geld by je te halen, en in plaats daarvan...."
„PardoD, pardon, waarde hoer; ik wil niets
van u cadeau hebben; ik vraag maar alleen
een kleine transactie, zooals in de financiëele
wereld gebruikeiyk is. Ik geef u interest:
twintig percent; dat is eigeniyk nog erger
dan diefstal, maar u blyft er eerlyk man by."
Het duurde nog een poos, eer de inbreker,
door den woordenvloed van den baron en de
kracht van den grog verteederd, argwanend
het geld uit zyn zak haalde en vyftig gulden
op de tafel uittelde.
De baron dankte hem beleefd en liet hem
uit, onder veel betuigingen en strykages
door het veDster, zooals hy ook gekomen was.
„Aangenaam uw kennis gemaakt te hebben.
Tot genoegen!"
Baron Van Steen bracht het geld met den
interest eerlyk terug aan het opgegeven adres,
een „café" van den honderdsten rang.
Maar hy genoot niet meer do eor van een
bezoek.
Mei 1899.
Staatsleenlngsn.
pOfc.
2*
Ned., Cert. Nat. W. Schold
dito Obl. dito
dito Cort. dito3
OostenObl. Pap. Moi-Nov. 5
dito Zilv. Joni/Jali. 5
Portugal, Obl. 1853,1884 mot
tickot 100 3
Rusland, Binnenl. 1894. 4
d"tol839bij RothschildItb. 625 4
ditoïIojicS: Co. 1889,90 Rb. 62ö 4
Spanje. Perp. Schuld Boïtenl. 4
-Jurkljo, Gep. Couv. 1. 1&D0 4
dito Douano Obl. 1883. 5
dito Gcconv. Leening6erie D
dito dito O
Mexico, Binnenlandsch. .5
Bnmlic, Obl. 18S9, 4
Ind. en Fin. Ondernemingen.
Koloniale Dank Aand.
N.-I. Handbk. Aand
Ned. Iïandelm. Aand.
Soor. Danlc IT. los. A.Obl.
Tabaksondernemingen.
Amst. Deli-Comp. Aand.
dito Certificaten
Arondcburg Certificaten.
Dcli Batavia-Mpij. Aand,
dito Oortrficaton
dito CuHunr-Mpg. Aand.
Deli-Maatschappy Aand.
dito Certificaten
d°L.-nigk. C.v.A .No mgar. leap.
Wed au Tabaic-Mpïj, Aanct..
Rottcrd. Doli-MpQ. Aand.
Souombah-Mjijj. Aandoolcn.
dito Cert, van Aand.
Fabrieken.
Delft. T)i6t. Gist- en S.-Fabr. A.
Klnctra Aandeelcn.
dito Obligation
N. Venn. Glasf. enKoIcnm. A.
K. N. Beiorsch Bicrbr. Obl. 4
Kon. Mpij. de Scholdo Obl. 4%
Ncd. Gist- Spiritusfuhr. A.
dito dito Oblïg. 4%
Sloomb.br. 't Haantje Aand.
Wester Snik emf final. Aand.
Z.-H. B.erbr. Hyp. Oblig. 5
Scheepvaart-filaatsch.
Koo. Ncd. St b. iUpjj Aand.
dito dito Obligation 4
Kon. Paketvaarl-Mpij. Aand.
dito dilo Oblig. 4
Kon. West-Ind, Maild. Aand.
dito dito Oblig. 4
Ned. Am er. Sfoomv.-Mpp. A.
dito dito OM. 4
Rottord. Lloyd Aandcolen
dito dito Obligatïthi 4
Stoomv.-Mpij. Ncdorl. Aand.
dito dito Oblig. 5
dito dito dito 4
Stoomv. Zeeland Aand
dito dito dito jircf. dito
Stoomv. Zeeland Oblig..
Petroleum.
Doidtscho Petr. Mij. Pref. A.
dito dito Oblig. 4%
Maatschap „Panolan" 'Cert. f
Eknssor Pctrolomn-Wjpij. A.
Petrolcum-My. „Oalieic A.
TToll. Ram. Petrolertro-Mij. A.
Kon. Ncd. Mij. t. Es.Petr.br. A.
dito dito Cat. van dito
dito dito Obligation 4%
dito „Moosra Enim" Aand.
M.4. Ex.01it4>r.in Hannover, A»
Ncdcrl. Petrolenm-MpijA.
dito Rum. Petrol-Mij. A.
dito Sumatra Palemb. A.
Mijnbouw.
Kwandang "Soomalata
Lobsann Asphalt
Ned.-Jnd. Expl.
Mijnbouw i
Noord Celebes
Mijnb. Mij. „fkicmalata" A.
Tjenako St.-Mij.
Diversen.
Mpö- Krasnapolelcy Aand.
dito dito Oblig. 4
Wifik.-Mjj. „Eigen Hulp" A.
Spoorwegleeningon.
Holl. Uzeren-Spw.-Mij. Aand.
Obl. aitoS>£
M. t. Expl. v. St. Spw., Aand.
Italië, Z.-Ital. Spw. ObL A-II 3
Polon. Wors.-WeQnen Itb.625 4
Rusl., Balt. Spw.-Annd.. 3
Past. Spw.-hlij. Aand. 5
Weicheel ZR. Aand.5
Wladikawkas Obl. Rb. 125 4
Amerika, Atchison Top,C.v_A.
Pref. Aand. flito
dito Alg. Hyp. ObL 4
Adjustm. Oblig4
Contral Pacifio Aand. .4
Denver Bio Grando C. v. A,
Erie-Sp.-Mij. Aand.
Chic Erie le Hyp. ObL
Kans. Oily Bclt-shares
Louisv. Hasliy. Cort. v. Aand.
Mi sa. Kans, Tbxas C. v. A.
:Union Pac. C. v. A.
Oregon Short Line oblig. 9
Canadian Paclllo C. v. A.
Fremleleenlngon,
NoderL, F.tad Amstoril, flQO9
Turkge, Leaning 1870
Spanje, Madrid 1868, 3 pet.
Vor.
Koers
koers.
lieden
8U6
SólU
9G
95%
95%
93%
6354
83%
26%
26%
Gt
64
96%
98%
93%
93%
59%
69%
92%
92%
95
28%
27%
27
^2%
42%
67%
67
47
89%
89%
163%
159
620
647
645
659
410
410
410
417
142
143%
472
475
477
-
247
235
247%
460
466
478
-
119
100
155
203
229
165
156
101%
136%
183
103
121%
122%
102
ICO
100
99%
144
144
101%
186%
180%
108
21%
337/
'Jv/a
82%
-
115
120
100%
330
120
-
118%
116%
210
210%
217
93
219%
93
133%
183%
53
19
41
92%
92%
70
72%
77
78
115
76
73%
93
96
203
103
-
ICO
119
101
113%
113%
59%
98%
97*6
97%
18%
18JS£
63%
100%
109%
82%
22^
13%
13%
113%
112Ü£
31%
31%
CG%
13%
12%
42%
41£Jo
103%
98
109%
U1J6
31%
31%5
Couponnolcering tolden opgaeó tan dc Coupon-Makelaar
Oostenr ik, Papier f 2L')1'A dito Zllyor /2l 02*^
FrnnBcho f 47.70 Diverse liljlrsmarlc ƒ58.80 Rosoon
Goud Roebals f 1.9)14 dito Jn Zilveren Roaboli
Amerikaan echo Goud Dollars/ 2.1334
Beleening 2 pQL
HET „NUT55
stond in zyn tweede algemeene vergadering
ƒ3200 toe voor het houden van voordrachten
over onderwerpen, welke in verband staan
met het streven der Maatschappij.
Er werd 1000 toegestaan voor de in Neder-
laud bestaande schoolfondsen voor schippers
kinderen. Het hoofdbestuur had aanvankeiyk
f 2000 gevraagd.
Over deze beide onderwerpen werden vrij
langdurige discussies gevoerd.
Zonder discussie of hoofdelyke stemming
vereenigde de vergadering zich echter, na een
inleiding van den heer Fokker, met de vol-
gende, door het hoofdbestuur voorgestelde
motie:
„De algemeene vergadering,
overwegende, dat, ia het bijzonder met het
oog op het hetrekkeiyk schoolverzuim, aan
vaarding door den wetgeyer van het m bijna
alle andere beschaafde landen gehuldigde be
ginsel van leerplicht, in het belang van de
ontwikkeling en de welvaart van ons volk,
niet langer mag uitblijven;
uit dien hoofde met groote instemming
kennis genomen hebbende van het thans by
de Tweede Kamer der Staten Generaal aan
hangige ontwerp van wet tot invoering van
leerplicht;
spreekt den wensch uit, dat dit ontwerp,
onverzwakt, zy het dan ook niet ongewijzigd,
spoedig tot wet worde verheven".
Aan den minister van biunenlandsche zaken,'
mr. Goeman Borgesius, werd op voorstolvan
„Enkhuizen" het volgend telegram verzonden:
„De vergadering, enz. brengt aan den onver-
moeiden stryder voor de belangen van bet
volksonderwys haar buide en spreekt den
weDsch uit, dat het hem gegeven moge worden
de kroon op het werk te zetten door het
ontwerp op den leerplicht tot wet te doen
verheffen."
Daarna vereenigde do vergadering zich by
acclamatie en zonder debat met de volgende
motie van het hoofdbestuur:
„De algemeene vergadering,
in aanmerking nemen^o, dat het gemis
eener voldoende wettolyke regeling van het
armwezen in Nederland zich steeds sterker
doet gevoelen;
overwegende, dat het ia de troonrede van
September 1897 geopende vooruitzicht op een
herziening der armenwet, welke nog niet tot
een begin van uitvoering heeft geleid, de
pogingen verlamt van hen, dio binnen de
perken der tegenwoordige wet verbetering
zouden willen aanbrengen; met belangstelling
kennis genomen hebbende van de verklaring,
door de Regeering op 9 December 1898 in de
Tweede Kamer der Staten-Generaal afgelegd,
en evenzeer met vast vertrouwen als met
verklaarbaar verlangen juist van den tegen-
woordigen minister van binnenlandsche zaken
een ontwerp van W6t tot regeling van het
armwezen te gemoet ziende;
spreekt den wensch uit, dat spoedig een
ontwerp van wet tot regeling van het arm
wezen moge worden ingediend/
Na nog eenige discussie en de gebruikelyke
plichtplegingen werd de ll-3de algemeene
vergadering gesloten.
aEeia&MES,
a 23 Cents per regel.
"Wanneer men betrekkelijk jong is, ziet men
gewoonlijk zon dei zorgen het leven te gemoet.
Men is vol levenslust, bet ryko bloed f.troorat
met kraobt door de aderen en geeft een
fris3che kleur aan het gezicht en 4o lippen
van het joDge meisje. EenskL.ps voelt men
dit alles verdwenen, allerlei soorten van
ongemakkon doen zich voor en plotseling is
de schijnbaar onwankelbare gezondheid zoo*
danig geschokt, dat Uwe vroolyke en opge.
ruimde gedachten plaats gemaakt hebben voor
sombere; een mrnigte van ongemakken ver-j
volgt U. Slapeloosheid, gebrek aan eetlust,
lusteloosheid, hoofdpijn, duizeligheid, oorsui
zingen, lendenpyD, steken in de zijde zyn
do gevolgen van het kwaad, dat U onder-
mynt, en zulks is do bloedarmoede.
Mejuffrouw M. Pactke geb. Hoffmann, 16
Laan-van-Roos-en-Doorn, te "e-Qravenbage,
deelt ons mede:
„Sinds een tiental jaren leed ik aan over-j
groote zwakte eh
bloedarmoede,ter
wijl zware diarhoo
myn gestel zoo
zeer verzwakte en
afnam, dat, niet
tegenstaande allo
mogeiyke raad
gevingen en mid
delen, ik aan myn
herstel begon to
wanhopen. 'Toe
valligerwijze
kwam my een
boekje met de tai-
ryke genezingen,
verkregen door de Pink-Ffilen van Dr. Williams^
in handen en bosloot ik ook een doosje te
probeeren.
En met welk oen gezegende uitkomst! De
zwakte en duizeligheid verdwenen, terwyl do
diarrhees ophielden en ik een heel ander mensch
werd, en myn gewone bezigheden kon ik wéder
waarnemen. Na nog eenige doosjes gèbfhikt
te hebben, gevoelde ik my volkomen gezond.
Met warmte kunt U het den menschon aan
bevelen, zoo schryft HEd. aan de Gebrs.
Blokpoel, apothekers te's-Gravenhage, alwaar
zy zich de Pillen verschaft had, en vryeiyk
van myn naam gebruik maken."
Het is door de hernieuwing van het bloed,'
dat men er toe zal geraken, die ziekten tegen
te gaan, die voortkomen uit de verzwakking
van het bloed, en door de zenuwen te sterken.
De Pink Pillen van Dr. Williams zyn zeer
werkdadig in gevallen van bleekzucht, rheu-
matiek, zenuwziekten en uitputting door licha»
meiyke en goesteiyke overspanning.
Prys ƒ1.76 de doos; 9 per 6 doozen. Ver
krijgbaar by J. H. I. Snahülik, Steiger 27,"
Rotterdam, eenig depothouder voor Nederland,
en in de apothekenen tevens voor Lsidon en
Omstreken by Rey-sï Krak, Drogeryen,
Beestenmarkt Wyk 5 No. 41, en J.H. Dijkhuis,
Drogerijen, Hoogstraat 5. Franco toezending
tegen postwissel. 4410 69
Programma van Muziekuitvoeringen.
MUSIS SACRUxY. Zoncbg 28 Mei, te halfaoht,
door bot 8tafmuziekcorps van het 4de Rog. laf
Directeur: de Heor W. Ysld Erp. Borate afdeeiiug;
No. 1. Marcho de I'OpéiA „Tannhaas.r", Wagner;
2. Ouvertnjo „Zebn b adchen nnd kein Mann", arr.
Van Erp, v. Suppé; 3. a. Cortege, Mozekotrski; J.
Musette, Air e ballot du I7me Siècle, Offenbich;
4. CoamorobB, Divertissement Allégorique, Mann.—
Tvroede sfdeeling: No. 5. Ouverture: Guiilanme Teil,
arr. Van Erp, Roesini; 6. Sirenenzauber, Walzer,
Wildt&ufül; 7. Serenade pour flüto et Cor, de H.EL
Noest cn Schinck, Till; 8. Fantaisi© sur „Le SoDge
cVune nuït d'été", Opóra do Thomas, Buyasene.
1 03. 2 en 6 eerafco uitvoBring op „Musis S&orum".
CORRESPONDENTIE. Ingezondenstuk
ken of mededeelingen, waarvan de inzenders
hun naam niet aan de Redactie bekend maken
worden ongeplaatst ter zij do gelegd.