De Katholieke Matigheids-verceuiging. Dj Katholieke Leidsche Matigheida-vereeDi ging heeft dan dezer dagen haar bestuur gekrogeD. Mr. Ljdeboer is president, mr. Aalberse secretaris, de heer J. Creyghton (Aalmarkt) penningmeester en de heoren Coebergh (Nieuwe Rijn) en Bik z\jn com missarissen. Of het noodig was? Wij hebben hierom trent juist weer nieuwe gegevens. Onlangs toch is verschenen het verslag der rechterlijke vonnissen van heel Nederland, over het jaar 18971898. Uit dat verslag blijkt, dat de veroordeeliogen wegens publieke dronkenschap waren toegenomen, ondor de vrouwen met elf percent, onder de mannen met één percent. En dat betreft nu alleen de dronkenschap in het publiek! Men moet hier dus o. a. nog berekenen die moeders, welke stilletjes te huis te veel jeuever schenkon uit thee- of kofliepotje; verder enkele jongodames, welke, zonder long- of borstkwaal, toch den cognac tegen die kwalen zóó copieus nemen, dat zjj de Tramontane kwijt raken; die lieve opoes eindelek, welke zich, door de werking van 3en allerwonderlijkst en vloeibaar slaapmutsje, des aronde, zoowel aan Bacchus als aan Morpheus toevertrouwen. Maar, zoo zal misschien iemand zoggen, maar zulks ziet op andere steden. Leiden, üe veste van Sïnt-Pieter, Leiden het bekende Athene van Nederland, Leiden, eindelijk, het academisch Betbsaida voor alle lijdendon, nu ja, dat Leiden zal wel is waar zijn manlijke en vrouwlijke dronkaards hebbeD, maar het zal hier niet zoo erg zijn als elders! Het bovenvermelde verslag geeft hier, helaas leen treurige weerlegging. Men heeft namelijk b|j dat verslag een kaart gevoegd dor territorial van de Nederlandsche kantongerechten, en die landsgedeelten zijn donkerder of lichter gekleurd, naarmate zij slechter of betere ver houding in het aantal hunner vonnissen wegens dronkenschap hebben, tegenover het wit, dat een kantongerecht voorstelt waar veroordeelingen waren benoden het aantal 20 op tienduizend inwoners. En nu spanneD, op do kaart, in Zuid-Holland, de stad van Erasmus met haar meerdere kantongerechten, en ons Leiden de kroon der drankellende. Leiden is met Rotterdam, waarmede het gelijk staat, dus donkerder gekleurd niet alleen dan Alfen of andere landskantongerechteD, maar donkerder ook dan alle Zuid-Hollandsche steden (Den Haag, Dordrecht, enz.) W\j meenen dus te mogen concludeeren: het was tijd, dat er weder eens nieuwe directe maatregelen tegen het drankmisbruik hun beslag kregen in de Sloutelstad, alwaar andore, meer indirecte, ontoereikend zijn ge bleken. Niet alsof de nieuwe nu, per se, wel toereikend zullen zijn, maar zulks dient ten minste beproefd door onze Katholieken, wier bisschoppen nog jl. jaar een congres ter be strijding der onmatigheid bijeenriepen. Immers reeds de oudheid zeido: Omnia tentando docilis solerlia vincii dat is: Door alles moedig te bestaan, Leert zorg, verwinnend, voort te gaan. O, dat alle Leidenaars de bovengenoemde heeren van het nieuw ingestelde matigheids- bestuur nu eens mochten steunen! Dat alleD, die hun naaste liefhebben, on vooral zij, die Christus oeren als lichtstar huDner hope, nu eens met verdubbelde helderheid mochten inzien, waarom het schoone spel dezer matig heids-vereeniging eigenlijk gaat! Hat gaat immers niet alleen om het pogen van aan den matige zjjn eigen deugd te doen behouden, van hem alleen gelukkig te doen vertoeven in de aula mentis, ubi omnis strepUus rcrum tcircnarum jam silet1), neeD, het gaat hier ook om het edele streven, van het schoone en troostende voorbeeld der matigen te doen dienen tot redding en tot bekeering der zwel- gors en onmatigon. Zoo ooit, dan heeracht hier bet aloude spreekwoord, dat leeriogen wel wekken, maar dat voorbeelden steeds trekkeD, en dat de jeugdigen onder ons des te gemakkelijker vrij blijven zullen van den drankduivel, naarmate wij ouderen en vol wassenen, ons op dit gebied helden toonen van zelfbeheersching en versterving. Iedereen is vr\j; iodereen mag Gods gaveD, ook den alcohol, in behoorlijke mate gebruiken. Maar daar is nog een hoogere vrijheid, en dat is de vrijheid, om iets dat geheel gooorloofd is, toch ter wille van de redding of van de stichting der broederen, niet te gebruiken. In dezen geest heeft immers eens Paulus reeds zooveel sprekende voorbeelden gegeven En ook aan u, vrouwen dezer stad, vragen w\j hulp! Een zeer geavanceerd schrijver, de bekende Frodorik Van Eeden, heeft gezegd: de vrouw draagt de zedeleer der geheele wereld. En dit is vr\j goed gezegd, want zelfs de volwassen godsdienstpredikers plegen nog 'op boogen leeftijd zooveel mogelijk die richting uit te gaan, welke zij, als kinderen, van hunne moeders hebben geloerd. En ook wat de booswichten aangaat, triumfeert nog vaak, na tallooze afdwalingen, ten laatste de goede moederlijke opvoeding, eenmaal in langver- vlogen jaren genoten. Wanneer dan nu in Holland het zoogenaamde zuipen, dat is het verdierlijken van al wat groot is in eene vrouw, tijdens een enkel jaar, met elf percent toeneemt, o, btf God, laten dan toch do bravo vrouwen zich niet van de matigheidszaak af maken met de koele praatjes: dat men niet gaaro# een uitbytster is, ©f dat men eerst anderen in het lidmaatschap der vereeniging wil zien voorgaan! Middelerwijl leeren immers de kinderen alweer den alcohol te genieten; middelerwijl missen de onmatigen de heroïeke voorbeelden der matigen; middelerwijl d*et het geen nut in het gezin, dat de aartsbisschop van Utrecht in vereeniging met alle bisschoppen van Nederlandhet congr&s van jl. jaar hte't saamgeroepen, middelerwijl draagt de vrouw de zedeleer der wereldzonder een ijverig aposto laat voor die zedeleer. Oudergeteekende en alle de heeren der bovon- vermelde vereeniging steunen naar bun zwak vermogen de goede vereeDigingen hunner medeburgers. Nu moge dan ook de Matigbeids- vereeniging, van welke do Christenkerk, op gezag van Paus en Bisschoppen, zooveel ver hoopt, wederkeerig in de liefde onzer mede burgers deelen! Alles evenwel in vrijheid, alles slechts in do hoogste Christenliefdol Leiden. P. M. BOTS, Oud Rector, Lid der R.-C. Matigheidsverecniging. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur! Zouct u zoo goed willen z\jn mjj een klein plaatsje in uw veelgelezen blad af te staan? AangezLn men uitstrooit, als zou er op de boot, welke 2.en Pinksterdag een pleizierreis van Leiden naar Rotterdam gevaren heeft, twist plaats gehad hebben, moet ik dit beslist tegenspreken. Ztlden hebben ik en mijn vrouw zoo'n pleizierigen dag gehad; alles li p in de beste orde af, geen onhebbelijk woord ls er gesproken. Daarom hulde aan de commissie, den kapitein en verder personeel der Carsjens-boot, muzikanten en alle passagiers, die steeds hun best deden, om dezen dag zoo pleizi rig mogelijk te maken. Met opneming van dit stukje zult u, M. de R., verp iebten Leiden, P. Wastink, 27 Mei 1899. een der medepassagiers. 3GOstc STAATSLOTERIJ, Trekking van vrijdag 26 Hiel. VIJFDE KLASSE. ACHTSTE LIJST. KIETfiN, 14 2708 4037 C7C5 9210 11779 13098 1C367 18941 61 19 61 G811 20 11 09 13734 16(31 43 64 36 86 29 34 13 48 77 49 84 61 4734 35 79 42 76 10581 60 101 04 65 6U 9339 CU 79 16ÜU9 70 10 2803 48.8 77 45 57 97 50 1J0G3 22 7 39 0961 9511 63 13840 16788 83 43 43 67 65 40 67 07 li 808 1 110 00 75 95 71 9666 78 75 35 43 231 2934 4920 81 74 11.IJ 80 10J4C 04 47 64 2 i 68 9711 25 82 91 1' 205 63 67 61 7002 45 27 1391b 17064 Jü 64 88 CO 31 9805 66 38 69 19301 98 £018 CÖ74 38 11 69 66 73 19 339 60 70 65 17 80 '.O 17 i üC 41 Ui 3112 6123 61 62 88 14024 73 07 93 33 68 70 CO 12028 76 75 91 413 44 67 86 78 78 98 97 19414 81 52 99 92 2940 to J4I04 172(2 42 06 83 6202 7170 70 7 74 31 OU 611 3207 6 7310 77 12120 14237 36 10 25 8320 10 26 78 37 82 42 tl 61 23 6310 86 10010 95 11334 47 19645 6:6 27 21 91 26 12226 77 73 4G 27 67 30 7405 2b 36 14439 17368 19609 709 77 35 8 68 41 67 174-1 30 24 3453 07 27 10103 58 14507 61 61 29 CO 86 65 10210 75 86 71 72 79 06 6418 61 40 12304 14656 74 19717 £24 3636 60 Cl Ï4 30 83 93 19 28 45 09 7607 10315 74 14783 95 3G 114 83 91 68 29 66 14618 17610 63 1008 3637 6609 77 34 12409 20 54 82 114 46 09 93 68 53 49 87 '.6 22 67 6701 7G46 76 CO 62 17005 93 48 83 29 67 7b 76 14947 43 198.9 60 86 44 73 96 12638 48 61 47 1202 98 67 96 1C454 12013 60 74 6» 10 3710 6817 7719 69 62 15013 76 91 12 25 61 72 80 85 63 8b 1.904 71 99 64 7S38 10511 81 £8 17738 62 83 67 6912 69 66 12713 16101 41 20014 91 86 36 98 00 26 17 67 36 1319 89 ei 7927 10602 31 23 38 62 61 3813 66 86 11 05 94 1783S 63 60 29 84 88 91 12828 36 65 66 PI 33 6012 £012 92 39 47 17903 79 1451 83 42 14 P3 62 67 21 87 78 3931 48 45 99 12911 76 49 20116 3508 51 72 73 10732 37 15238 61 63 10 4017 0141 8109 10843 69 74 05 <J4 13 42 43 45 60 £0 98 08 20235 24 4110 68 74 62 63 15316 89 bl löSfi 14 95 99 72 91 37 91 82 1-89 15 6229 8259 97 13015 15483 53 20335 leis 21 60 8301 10911 13104 16580 90 74 77 60 73 8417 20 21 16621 1S010 20418 1016 99 88 38 73 13213 63 99 20549 201J 4203 €312 02 96 16 78 18121 63 43 6 33 £538 11017 28 16707 23 20622 95 se 63 •15 74 88 18 18211 66 2117 40 6463 t6i6 86 13305 1G833 29 20714 2202 87 66 8704 11260 23 02 66 20 42 4905 63 63 55 27 72 77 30 90 48 60 882-1 11302 29 76 18318 69 2324 67 68 40 16 9G 15910 79 67 67 70 70 43 11415 13101 11 18496 20810 77 77 86 61 42 3 16057 18524 40 2476 86 6636 75 11501 55 71 93 61 251U 4404 62 81 69 13553 94 18663 70 71 8 63 93 88 13600 16140 18824 P2 2666 27 93 8006 11661 2 16249 2J 20913 60 06 €649 72 67 7 81 34 61 98 87 63 9137 11731 16 1C34J 76 83 2701 4604 60 67 66 40 70 18900 In hot geeateapaloie zijnor ziole, wear (door de matigheid) hot rnmoor der aardache zaken roede stil gewordon ie. [Woorden van dea kerkvader Leo do Groote] De Vredesconferentie. Do minister van buitenlandsche zaken, de heer De Beaufort, heeft zich gisterfti Jtlag begeven naar baron De Staal, om dezen name ns H. M. de Koningin aan te bieden bet Groot kruis van de orde van den Nederlandschen Leeuw. In de commissie der Vredesconferentie moet gisteren bij de behandeling van het arbitragevraagstuk eenstemmigheid hebben gebeersebt omtrent het beginsel, om bij ge- schillen tusschen volkeren een vreedzame oplossing te verkiezen boven den weg van geweld. Tot technisch gedelegeerde ter Vredes conferentie van Japan is nog benoemd prof. Nagao Ariga, hoogleeraar in het internatio naal recht aan de Hoogere Krijgs- en Marine school te Tokio. Hij heeft in het Hotel do Bellevue" intrek genomen. De commissie uit Engeland van de Britsche en buitenlandsche arbitrage-vereeni- ging, de heeren: Kleock, voorzitter van het bestuur; Kimber, penningmeester; Appleton, eere-secretaris, hebben aan iederen gevol machtigde en vertegenwoordiger van vreemde regeeringen ter Conferentie te VGravenhage, van bet Hoogerhuis, leden van het Parlement, adellijke en andere heeren, leden van openbare lichamen, bjj welk stuk gevoegd is een ge schiedkundig overzicht van de overwinningen op het gebied van internationale arbitrage, gedurende de laatstverloopen 100 jaren v. n 1789 tot 1899 en eveneens een overzicht van de vorderingen van de ontwapening in Europa gedurende de jongste 50 jaren van 1849 tot 1899, met een brochure, getiteldHof van Arbitrage voor Europa. Zfl 'zetten in Den Haag hun btlaDgrijke zending met ijver voort en ondervonden de meest welwillende ontvangst. Werklieden naar de Parijsehe tentoonstelling. De commissie, die zich' te 's Gravenhage gevormd heeft tot uitzending van werklieden naar de Wereldtentoonstelling te Parijs, zal een bc-roep doen op de medewerking der Haagsche ingezetenen. Zij bestaat uit de heeren mr. L. P. M. H. baron Michiels van Verduynen, voorzitter van de centrale com missie voor de "Wereldtentoonstelling te Parijs, eere* voorzittermr. A. J. E. A. Bik, voor zitter; H. W. Nicolai, secretaris; A. A. Knuyver; H. P. De Swart en G. Blanken, penningmeester, Riouwstraat 16; P. J. Yan Voorst Yadtr, E. A. F. Bourgonjon, mr. A, Van Gyn, H. L. Boersma, A. M. Van Oyen, W. A. Schroot, P. Recoort. Het „Vad." vertrouwt, dat het der commissie aan medewerking niet zal ontbreken. „Het is niet gemakkelijk het nut der uit zendiog aan te toonen zooals het mogelijk is den invloed na te gaan, die een, vooral op jongere jaren ontvangen indruk op het latere leven en op de ontwikkeling van den mensch in het algemeen heeft. Die indruk van groote en fraaie zakin kan echter voor het later leven van den werkman van groote gevolgen zijn. „De kosten behoeven niet af te schrikken. In 18S9 heeft de uitzending per werkman f 68 gekost. Waar de commissie hoopt, dat ue workman door besparing pi. m. f 18 zal kunnen bijdragen, worden deze kosten op ƒ50 per persoon teruggebracht. „Van groot belang is nog, dat „Ons Huis" de uitzending zal voorbereiden. Is da werk man door in dezen winter te houden voor drachten voorbereid, dan kan hjj onder be hoorlijke leiding van vakmannen, in week .ioelwat zien en leeren. „Dooraat ae heer Michiels van Verduynen, als regceringscommissaris, zijn moreelen steun heeft toegezegd, hoopt .ie commissij te mogen rekenen op den steun der Nouerlandsche com missie te Parijs, op dien van autoriteiten, enz. Alle voorwaar.en van slagen zijn cus aan wezig, mits het puclick helpen wil". Verbetering: vnn het Noordzeekanaal. De Memorie van Antwoord van den Minister van Waterstaat op htt Sectie-verslag der Tweede Kamer omtrent dit wetsontwerp is verschenen. De Minister zet allereerst uiteen, dat de roeening, dat ons land geen behoefte zou hebben aan twee zeehavens van den eersten rang, weerlegd wordt door beider zelfstandige en verschillende ontwikkeling. Het geldt bier niet de vraag of een enkele dan wel twee havensteden moeten worden gesticht. Niet de concurrentie tusschen Amster dam en Rotterdam doet op verbetering van hun waterwegen aandringen, maar de eischen der scheepvaart, waarnaar de harens worden ingericht van die landen, welke de eerste plaatsen in het verkeer innemen. De Nederlandsche handelsvloot ziet zich gedwongen te volgen in de concurrentie met steeds grooter sclieepstype, hetgeen bevestigd wordt door de reorganisatie, die de Nederlandsch-Ameri- kaanscho Stoomvaart-maatschappij haar mate riaal doet ondergaan. De twijfel, geuit, of groote schepen, als die der Holland—Amerika lijn, Amsterdam wel zullen aandoen, is sedert opgeheven door hetgeen daaromtrent is overeongekomen, nl. dat deze geregeld van en naar Amsterdam zullen varen, zoodra het Noordzeekanaal zulks zal toelaten. Uit de verhouding van het aantal schepen met grooter diepgang dan 70 dM. tot het totaal twijfel te putten of het ruime profiel in de treedte zoowel als in de diepte, dat voor de veilige vaart van die zeer groote schepen onmisbaar is, wel noodig is, gaat niet aan. De Minister betoogt verder, dat do vrees, dat na do thans gewenschte verbeteringen wederom nieuwe een open vaarweg bijv,— voor Amsterdam verlangd zouden worden, door de voorbereioing van het aanhangige wetsvoorstel niet gewettigd wordt. Evenmin schijnt twijfel gewettigd of het toegankelijk maken van bet kanaal voor de schepen, die het thans wel of niet zonder gevaar kunnen bevaren, wol van genoegzaam belang i3 om daarvoor uit 's Rijks kas 7 millioen uit te geven. "Waar ook door het R\jk reeds veel millioonen voor het kanaal zijn uitgegeven, en nog onlangs 6 millioen van den bouw der niouwe schutsluis, kan een uitgaaf van 7 millioen geen te groot offer zijn om het kanaal, sedert welks opening de scheepvaart van Amsterdam is verviervoudigd, op den duur aan zijn bestemming te doen beant woorden. Met do gostelde eischen om het kanaal voor postschepen veilig bevaarbaar te maken en voor alle hit tijdverlies te beperkeD, acht de Minister niet vereenigbaar het denkbeeld om door wijkplaatsen voor het voorbijvaren aangeboden hun memorie, get9ekend door invloedrijke mannen als de bisschoppon, leden j van groote schepen tot besparing op do ver bet ring te geraken. Het denkbeeld om de handelsartikelen te IJmuiden te doen over laden, kan kwalijk als een bezuinigingsmaat regel worden aangemerkt, waar IJmuiden wel een veilige buitenhaven, maar geen lig plaats tot lossen, en laden is bij do afwisse lende gesteldheid van wind en zee. Dusdanige ligplaatsen te maken, zou aanzienlijke uitgaven vorderen. Da Minister komt op tegen het stellen van do werken, tot welker uitvoering dit wetsont werp strekt tegenover maatregelen tot ver betering van sociale toestanden en betoogt tegenover de opmerking, dat de voortdurende u.tbreiding van het aantal te gelijk ondernomen groote werken, te bezwarend zou zjjn voor 's Rijks financiën, dat de thans voorgestelde werken noodig zijn om het Noordzeokanaal aan zijn doel te doen beantwoorden en van de daaraan ten koste gelegde aanzienlijke uitgaven de daarmede beoogde voordeelen te trekken. Strekkende om een Rijkswerk, den gemeenschapsweg vsn Amsterdam met de Noordzee op de hoogte te houden van de dringende behoeften van den tijd, kunnen aldus zet de Minister uiteen de daarvoor beschikbaar te stellen gelden goacht worden tij uitnemendheid to behooren tot de produc tieve uitgaven, waardoor de draagkracht der natie wor.t verhoogd. Met het voorstel om de verbetering van het kanaal nit te stelIeD, totdat de onderhanden werken voltooid zijn en dan voor elk daarvan jaarlijks een groote som te bestemmen, gaat de Minister nist, mede. De vooruitgang van den Amsterdam- schen handel af te wachten dermate, dat de voorgestel ie uitgaven ingewilligd zijn, gaat niet aan, omdat men dat willjDde o. a. over het hoofd ziet, dat de handel van Amsterdam niet evenredig aan dien van buitenlandsche handelsplaatsen kan toenemen, alsdenoodige verbeteringen aan zijn toegang tot de zee niet worden tot stand gebracht. Daarna zet de Minister nog uiteen, dat voor zooveel het Noordzeekanaal aangaat, do thans reeds bereikte afmetingen van schepen in elk geval reeds een afdoend motief zijn voor do voorgestelde verruiming. Uitvoerig betoogt daarna de Minister, dat de bijdrage vtn Amsterdam: 7io*n de kosten der verbetering, niet te gering noch onbe vredigend is; naar verhouding is die bijdrage zeer belangrijk. Beschouwt men o. a. bet kanaal met de haven als één geheel, dan noemt de Minister het gezamenlijke bedrag van 22 millioen, dat in nauwelijks 20 jaren coor Amsterdam daaraan ten koste gelegd en voor de havenwerken in aanbouw toegestaan is, een bedrag, dat de verhouding van de opnieuw beschikbaar gestelde bijdrage van V10 in een geheel ander daglicht plaatst. Do Minister vindt geen aanleiding otn van Haarlem en Zaandam bijdragen te vorderen, waar toch de groote zeeschepen er niet kunnen komen. De vrees voor de groote bezwaren, die uit de vervanging van de brug in den Rijksweg door een stoompontveer voor het verkeer te land zouden voortvloeien, vindt naar 's Minis- t rs overtuiging zijn grond io de onjuiste ▼oorstelling, die men zich maakt èn van zulk een naar alle eischen goed ingericht pontveer èn van don werkelijken toestand van het verkeer over een draaibrug bij eenigszins drukke scheepvaart. Do pont zal dag en nacht dienst doen en de overvaart in een paar minuten verrichten, het op- en afrijden zal nagenoeg gelijkvloers geschieden. Reeds dadelijk zal als reserve oen tweede vaartuig worden gebouwd. De Min. acht het ontwijfelbaar dat de overtocht over het kanaal met de pont zekerder en griefljjker geschiedt dan over een hooggelegen draai brug van 55 M. opening en ongeveer 130 M. lengte, en derhalve ook voor het landverkeer de voorkeur verdient. In het bijzonder voor het verkeer van de groote zeeschepen is het bepaald noodzakelijk, dat ter vervanging van de bestaande draaibrug geen nieuwe brug over het kanaal worde gelegd, gelijk de Minister nader aantoont, daarbij ontkennende, dat de Staat niet bevoegd zou zijn de brug door een pont te vervangen. Ook het inrich ten van de nieuwe spooorwogbrug voor bet gewone verkeer en verlegging, in verband daarmede, van don straatweg naar die brug, komt den Minister niet aannemelijk voor. Eindelijk wordt door den Minister op tech nische gronden breedvoerig uiteengezet, dat er geen reden is om aan het kanaal thans een grooter diepte te geveD, de boiembreedte van 50 M. bepaald noodig is, dat het niet wenscheljjk is de doorvaartwijdte der bruggen meer op te voeren dan noodig is voor het doel. Wat betreft de boorJvoorziening deelt de Minister o. a. mede, dat een door den hoofd ingenieur van den waterstaat ingesteld onder zoek doet zien, dat eeü, ook met bet oog op de toekomstige grootere vaarsnelheid, alles zins voldoende boordvoorzieniDg kan worden gemaakt voor f 13 per strekkenden meter, makende voor de te verdedigen lengte een bedrag van rond f 450,000 Omtrent do na de Verbetering van het kanaal toe te laten vaarsnelheid kan nog geon be slissing worden genomen; dit staat intusschen vast, dat die snelheid minstens 10 kilometer per uur zal moeten bodragen, daar bü gerin gere snelheid do zeer groote schepen in het kanaal moeilijk stuurbaar zouden zijn. De Minister deelt het gevoelen, dat de Kamer ook na aannemiog van art. 1 vrü zal zijn bij de behandeling van de Staatsbegrooting de voorstellen aan deze wet te toetsen en de gelden voor de uitvoering der werken al dan niet toe te staan. De opnoeming van die wer ken in de wet zelf komt hem daarom nooiig noch wenscheiyk voor. Gemeenteraad van Voorschoten. Tegenwoordig alle leden, behalve dr. v. d. Hod; v. d. Bos. De Voorzitter doet medodeeling van eenigp ingekomen stukken van Ged. Staten, bohelzenaè mededeeh'ng van de Rijks vergoeding in de kostp.^ van bet lager onderwijs over 1897 en goedkouring van verschillende Raadsbesluiten. Aangenomen voor kennisgeving. Ingekomen is «en adres van het Bestuur der Ambachtsteekenschool te Voorschoten, daarbij onder aanbieding van de rekening dier instelling cursus 1897/98 een gelijk subsidie verzoekende alè vorige jaren, nl. f 150. B. en Ws. stellen voor, over 1899 weder een gelijk subsidie to verleonen onder dezelfde voorwaarden. Aangenomen met algemeene stemmen. "Worden vastgesteld besluiten tot af- en over schrijving en voldoening uit den post voor Onvoor ziene Uitgaven. Aan de orde is een voorstel van B. on Ws. om ter voldoening aan den wensch van Ged. Staten het tarief voor de paardenmarkt to verlagen van /"0.30 voor een paard op ƒ0.17 en van ƒ0.15 voor een yeulen op ƒ0.10 en het tarief yoor staanplaat sen op de Kermis van ƒ0.25 per Ml. op ƒ0.20 per M!. De Voorzitter zegt, dat hij met Ged. Staten var? Noord-Holland en do redactie van „Do Gemeentel stem" van oordeel is, dat deze heffingen nie{ vallen onder art. 254 der Gemeente wet, maar daar de Minister een ander gevoelen is toegedaan, dienoij wij de Verordeningen te wijzigen, omdat zij anders niet door de Koningin zullen worden goedgekeurd. De opbrengst van de paardenmarkt zal daardoor met f 100, die van de kermis inet +75 per jaar verminderen. De heer Schoor oppert het denkboeld de markt te verpachten na alvorens de straat aan dea publieken dienst te hebben onttrokken. Do heer Steeneveld vreest, dat dit voor do gemeente niet voordeeliger zal zijn, en de Voor zitter meent, dat men er de proef mee zon kunne^ nemen, indien men niet voor de moeilijkheid stond^. dat de terreinen vóór de huizen der ingezetenen wel publiek-recbtelijk, maar niet privaat-rechtelijk aan de gemeente behooren. Vervolgens wordt na nog eenige discussio h^t voorstel van B. cn Ws. aangenomen, net alge meene stemmen. Daarna wordt vastgesteld een nieuwe verorde ning op do Brandweer, ia werking tredende met 1 Jan. 1900. Ten slotte deelt de Voorzitter mede, dat B. en Ws. naar aaoleiding van bet door den heer Schoof de vorige vergadering gesprokene hebben overwogen of zij aan den Raad thans eeD voorste^ zouden doen tot uitbreiding van do verlichting. Zij achten het met het oog op de linanciëel& gevolgen evenwel betor deze zaak te laten xnstoif) tot de behandeling der eerstvolgende gemeente- begiootiDg. Niets meer aan de orde zijnde, wordt do Yer- gadering door den Voorzitter gesloten. Gemengd Nieuws. Bijzonderheden omtrent de onfc. ploffing in het militair laboratorium t-J Kopen hagen doen zien, dat do oorzaak ook hier wel in het duister zal bljjven. Men was bezig met bet vullen van granaten, doch er is geen reden om aan te nömen, dat daarbij Hts buitengewoons zou zjjn geschied, dat aanlei ding tot de ontploffing heeft kunnen geven. Van de tien personen, die in do werkplaats bezig waren, zijn er acht dood en de twee anderen, gewond, vreten geen opheldering te geven. De een, een sergeant-majoor, zat met zijn rug naar het werk te schrijven, en de ander, die zelf b^j het Iaden was, verklaart,? dat bü opeens een hevigen slag hoorde en1 toen het bewustzijn verloor. Hjj is naar buiten geworpen, waar btf io het gras terecht kwain met een balk dwars over zich heen. Toch i? hü slechts licht gewond. Van de dooden z\jn velen afgrijselijk ver*, minkt en men heelt een verschrikkelijk© bezigheid gehad aan het bijeenzoeken der afgescheurde lichaamsdeelen, die daarop aan*' eengepast moesten worden om te zien of men alles bad gevonden. Merkwaardig is het, dat iemand, aio zich op korten afstand van bet laboratorium bevond toen de ontploffing plaats had, wel een zwaar gedreun hoorde, een kraebtigen luchtdruk voelde en een dikke rookwolk zag, maar, volstrekt geen oorverdoovendon slag waarnam 1 en dan ook geen overweldigenden indruk van het gebeurde kroeg. En de menschen, die in het laboratorium zelf in een ander vertrek aan het werk waren, hoorden wel een slag, maar waren in twijfel of er een ontploffing plaats had in hun eigen laboratorium of een veel verder gelegen buskruitmagazijn. De werk8takende arbeiders van de jutefabriek te Riga hebben opnieuw ongeregeldheden gepleegd. De „Berl. Lokal- Anz." geeft ergerlijke bijzonderheden. Zjj meldt, dat do werksters der jutefabriek zich bij' do stakers aansloten, nadat de haar toe gezegde loonsverbooging van 5 kopeken per dag achterwege bleef. De werksters wilder* baar zaak b\j den gouverneur gaan bepleit-.n, doch de politie weigerde haar den toegang tot het paleis en dreef ze in een tuin, waar ze opgesloten werden gehouden. Dit oor- nemende, maakten de stakers zich op om d© vrouwen te ontzetten. Met knuppels en fles- schen, ja met alles, wat bun onder de handen kwam, trokken zij tegen de politie op en werkelijk slaagden zij na een verwoeden strijd hun plan. Te zamen met de vrouwen bedreven zij toen buitensporigheden van do ergste soort. Onder den invloed van den drank sloegen zij aan het plunderen, staken openbare gebouwen in brand on overgoten zelfs op straat vrouwen met petroleum om daarna in brand te steken. De militairen herstellen de orde, doch de kalmte, die thans heersebt, is slechts oppervlakkig. De kleins staat van beleg is afgekondigd. Er werden zestien menschen gedood en velen gewond»" Berichten uit andere tron stellen het getal der dooden nog hooger.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 10