N°. 12039
"Vrijdag; ££G Mei.
A0. 1899
feze (goüiant wordt dagelijks, met uitzondering
van <gpn- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
Burgerlijke Stand van Leiden.
Feuilleton,.
GETROUWD.
PRIJS DEZEB cottra ktp;
Voor Lelden per 8 maanden. «•♦••♦•f 1.10.
(Franco per post 1.40.
Alzonderiyke Nummers 0.05.
PRIJS DER ADVERTEHTTÉÏN
Van 1-6 regels f l 05. tedere regel meer f 0.17- Grootere
letters naar plaatsruimte - Voor het incasseereo buiten da stad
wordt A 0.05 berekend
I£OT^OTVlËISr.
BATAVIA, 19—25 April.
Wy vernemen, dat de kapitein der artillerie
J. C. C. Kern, laatstelijk commandant van
de 3de bergbattery te Soerabaia, bet plan
beeft opgevat om den militairen dienst te
verlaten, zoodra hy recht kan doen geldon op
het aan zyn tegenwoordigen rang verbonden
pensioen. (Bat. Nbld.)
Men deelt ons mede, dat, wanneer in de
volgende maand het reeds aan den overste
Sikkes verleonde pensioen zal ingaan, de
majoor Snethlage tot overste en de officier
van gezondheid 1ste klasse dr. R. F. J. Wyc-
kerheld Bisdom tot majoor zal worden bevor
derd. Ten gevolge van den onverwachtscben
'ommekeer in de promotiekansen, heeft de heer
Snethlage voorloopig zy'n pensioenplannen op
gegeven. (J--B)
Naar men meldt, kan de chef van den
Staf in het gouvernement van Atjeh en Onder
horigheden, de overste Van der Dussen, in
den loop van de maand Juni of Juli zijn be
vordering tot kolonel te gemoet zien.Incien
nieuwen rang kan hy niet by den generalen
staf blyven dienen, hem zal dus het bevel
over een groote militaire afdeeling worden op
gedragen. Komt by te Batavia, dan is hy en
pays de connaissancehy is hier toch meer
dan vier jjren chef van den Staf geweest.
Van Salatiga scbryft men, dat de rit
meester der cavalerie Montagne, die wegens
gebrek aan vacatures in zyn rang, reeds ge-
ruimen tyd op non-activiteit is geplaatst en die
gedwongen werkeloosheid te mijden van zyn
kameraden van h9t regiment O.-I. cavalerie
doorbrengt, het stellinge plan koestert om
oomiddeliyk nadat by volbrachten diensttyd
heeft met pensioen te gaan.
Zonderlinge oftlciers-opvaMlngen.
Benige dagen geleden werd door een
bataljon infanterie, te Soerabaia in garnizoen,
een oefening by Sipandjang gemaakt en naar
melding van de „Soerabaia-Courant" werden
officieren en manschappen op de suikerfabriek
Waroe met echt Indische gulheid onthaald
Daarop bevatte het „Soerab. Hblad" een artikel,
waarin al het moois, dat de eerste courant
verteld had, werd ontleed en beweerd, dat
onderofficieren en soldaten niets werd aan
geboden. Thans brengt het „S. H." een
ingezonden stukje van een soluatenvriend,
Waaruit het volgende is overgenomen;
„De militairen, cie de oefening by Sipandjang
hebben medegemaakt, spreken nog steeds
over die oefening. To9n den manschappen een
halve flesch bier werd aangeboden, werd dit
edelmoedig van de hand gewezen door een
officier, die beweerde, dat de menschen dan
maar dronken zouden worden. Toen door een
dame (de vrouw van den kolonel) aan een
fuselier werd gevraagd of hy wat eten wilde
hebben (betgeen by natuurlyk met graagte
aannam), verzocht bedoelde dame hem baar
te volgen, hetgeen hy deed, coch in de
nabyheid van de danszaal gekomen, werd hy
coor een kapitein teruggezonden met do
woorden: Het is et n voor de onderofficieren.
De onderofficieren waren in hun eer gekrenkt
door de woor.'en van een onderen officier,
die aan do onderofficieren kwam vragen of zy
wat eten wil en hebben, want er was geno g
overgeschoten. De onderofficieren weigerden
natuurlyk op het signaal „eten onderofficieren",
hetwelk op verschillende plaatsen geblazen
werd, het overgeschoten eten te verorberen.
„Eere wien eere toekomt, en deze komt den
administrateur der suikerfabriek Waroe toe.
Zyn schuld was het ni.t, dat den manschappen
en onderofficieren niets werd gegeven; al
wat hun werd aangeboden, werd door officieren
van de hand gewezen."
Als het relaas van den schryver in het
„Sorab. Handelsblad" juist is, dan zal men
moeten toegeveD, dat bedoelde officioren een
zonderlinge opvatting hebben van hun ver
plicht ngen jegens den soldaat. Van de onder
officieren spreken we niet; oie eten onder
zulke omstandigheden althans gem over
geschoten brokken.
Door den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië
zijn de volgende beschikkingen genomen:
CIVIEL DEPARTEMENT. Ontslagen: Eer
vol uit 's lands dienst, de gewezen klerk op het
assistent-residentie-kautoor to Djombang (Soera
baia), J. G. E. Van Bulderen.
Bij den landraad te BeDgkalis (Oostkust van
Sumatra).
Ontslagen: Wegens vertrek, eervol als lid,
J. II. E. Van der Wal, onder dankbetuiging voor
do door hem als zoodanig bewezen diensten.
Benoemd: Tot lid, E. F. Grooss, lsto luit.
der inf., en J. G. Lindgreen, particulier aldaar.
Toegelaten: Tot uitoefening der artsenij-
bereidkunst, als apothekersbediende in Ned.-Iudii?,
mej. C. S. H. Camphuis.
Bij bet Binnenl. Bestuur op Java en Madoera.
Geplaatst: In de residentie Preanger Regent
schappen, de ambtenaar voor den burgelijken dienst
R. A. Kern, thans tijdelijk toegevoegd aan den
hoofdinspecteur der suiker- en .rijstcultuur, hot
landelijk stelsel en wat daarmede in verband staat;
in de residentie Semaraug, de met do waar
neming der betrekking van adspirant-controleur
bolusteD ambtenaar A.-H. Th. Hartevelt.
Bij het Binnenl. Bestuur op de bez. buiten
Java en Madoera.
Geplaatst: In het gouvernement Sumatra's
Westkust, de burgelijke ambtenaar E. J. Bedier
de Prairie.
Bij den waterstaat en 's Lands B. O. W.
Overgeplaatst: Van het gouv. Sumatra's
Westkust Daar de res. Lampongsche districten, de
opz. 1ste kl. K. A. Berkliemer;
van de res. Ternate naar do res. Batavia, de
opz. 2de kl. Th. C. II. J. Vogelenzang.
Verleend: Wegens ziekte een tweejarig ver
lof naar Europa, aan den ambtenaar op wachtgeld
K. Wijbrands, laatstelijk controleur 2cto kl. bij het
Binoenl. Bestuur op Java en Madoera, a la suite.
Benoemd: Tot commies op het residentie
kantoor te Clieribon, D. Th. Van Oort, laatstelijk
commies op het residentie-kantoor te Madioen.
T ij d e 1 ij k gesteld: Ter beschikking van
den voorzitter van den Landraad te Loemadjang,
ten einde to worden belast met griffierswerkzaam
heden bij die rechtbank, inr. P. H. Schneider,
thans tijdelijk ter beschikking van den voorzitter
van den Landraad te Soerabaia.
Toegelaten; Tot uitoefeDÏDg der artsenij-
bereidknnde als apothekersbediende in Neder-
landsch-lndië J. K. J. Lange.
Bij den waterstaat en 's lands B. O. W.
Geplaatst: Bij de directie, do ter beschik
king gosteldo ambtenaar op noDactiviteit -J. K.
G. Triebart.
DEPARTEMENT VAN OORLOG. Verleend
Wegens ziekte één jaar verlof naar Europa, aan
den lston luit. der art. H. Kerremans.
Ontslagen: Met ingang van 4 Mei 1899, op
verzoek, wegens volbrachten diensttijd, eervol en
met behoud van recht op pensioen uit Hr. Ms.
militairen dienst, do kapt. der art. J. C.W.Smits;
op verzoek, wegens ongeschiktheid voor alle
militaire diensten, eervol en met behoud van
recht op peusioeu uit Hr. Ms. militairen dienst,
de luit.-kolonel der infanterie K. W. Steinmetz.
Overgeplaatst: Bij het garnizoensbataljon
van Palembang de lste luit.-adj. bij hetlinkerhalf
4de bat. J. A. Kochler;
bij het 5de bat. de lste luit. bij de garnizoens
compagnie van Bauka en Toboali H. Ruijs van
Dugteren;
bij do garnizoens compagnie op Bauka, de lste
luit. bij het 18de bat 11. J. Voskuil en de 2de
luit. bij het 11de bat. J. Van Holst Pellikaan;
bij liet 11de bat. do 2de luit. bij het lste depot
bat. F. Van der Zee;
bij do garnizoens compagnie van BoDlhain, de
lste luit. Bij het 2de reserve-bat. E. A J Nobele;
bij het lste reserve-bat., de lste luit. bij he't 2de
depot-bat. R. F. Maidmao;
van den gewestelijken en, plaatselijken genie-
dienst vau Atjeh en Onderhoorigheden bij het
corps genietroepen te Magelang de kapitein der
genio J. E. E. Peereboom.
Geplaatst: Bij hel 2de bat. de 2de luit. uit
Nederland aangekomen zijnde, bestemd voor den
dienst hier te lande W. P. Stok;
bij het 2de reserve-bat. de 2de luit. uit Neder
land aangekomen zijnde, bestemd voor den dienst
hier to lande J. H. 0. Verineer.
Ontheven: Van zijn betrekking als directeur
der kaderscbool bij dat corps de lste luit. bij het
3de depot-bat, R. F. Maidman.
Benoemd: Tot instructeur bij do kaderscbool
bij het 3de depot-bat. de lsto luit. bij de garuizoens-
compagnie van Serang A. W. A. Michielsen;
wordt bij aankomst geplaatst bij het 18de bat.
do 2de luit. uit Nederland verwacht wordende,
zijnde bestemd voor den dienst hier te lande,
A. Van der Slooten.
Overgeplaatst: De militaire opzichter der
genio l9te kl. (adjudant-onderofficier) J. W. Blok-
kerus van Banjoebiroe naar Salatiga;
de militaire opzichter 2de kl. der genie (adju-
dant-ondorofficier) C. W. Van Oyen te Willem 1
naar Banjoo Biroe;
van Ponlianak overgeplaatst naar Willem I de
milit. opzichter 2do kl. der genie, adjudant-onder-
officior, J. G. Mollink.
DEPARTEMENT VAN MARTNE. Overge
plaatst: Van Hr. Ms. flottibljevaartuig „Java"
naar Hr. Ms. flottieljevaartuig „Edi", de luitenant
ter zee 2do kl. A. J. Thiercns;
van Hr. Ms. fiottieljevaartuig^Edi" naar Ilr. Ms.
flottieljevaartuig ;.Java", de luitenant ter zee 2de
kl. G. C. M. Kol ff;
van Hr. Ms. 'flottielje vaar tuig „Edi" naar Hr. Ms.
wachtschip „Bromo" en vergund om te repatriee
ren, de luit. ter zee 2de kl. jhr. H. L. Quarles
van Ufford.
BEVALLEN: S. Van Amerongen geb. De Wijze
D. J. Kossen geb. Schoen D. J. M. Thomasse
geb. Goodeljee Z. A. Van Dam gob. Roberti
D. E. Mizee gob. v. d. Bijl Z. J. C. Brak
hoven geb. Oolthuys Z. C. Riethoven geb. De
Moy Z. J. Van O vost geb. Den Os D. J.
v. d. Blom geb. Zwaan Z. L. J. Harkink geb.
Daano D. A. Cras geb. Van Leeuwen D.
E. Pelt geb. Wijling Z. J. C. Klein geb.
Karreman Z. 1 M. W. Stikkolman geb. Van
Velzen D. M. J. Peters geb. Van Veen D.
A. M. v. d. Water geb. Beurse Z. M. v. d.
Steen geb. Slogtcnborst D. J. Nolles geb.
Helvenstein Z. C. Van Galen geb. Van Diest
D. T- C. J. Beyer geb. Moene Z. J. M. Gaastra
gebj Haarlem D. W. Ligtvoet geb. Hemerik
Z. S. Van der Bom geb. Serdijn D. fl. M.
HillcDaar geb. De Beer D. M. Spruyt geb.
v. d. Werf Z. G- J. P. v. d. Broek geb.
v. Leeuwen Z. II. J. Hakkaart geb. Overdijk
Z. J. A. Van Zwieten geb. Poptie D. I F. J.
Wilbers geb. Grambeek D. M. Van Polanen
geb. v. d. Steen D. A. M. Frank geb. Wetselaar
Z. M. Helfensleyn geb Moens Z C. Bekooy
geb. Van Sluys D. L. Do Kier geb v. d. Brander
L. G. St-rvaas geb. Den Hoed D. G. Jesse
geb. v. d. Nieuwendijk D. A. Arentsen geb.
Van Hees Z.
GEHUWD: J. Wiepjes jm. en J. Crama jd.
G. J. C. Metselaar jm. en M. J. S. J. Lafeber
jd. I. De Oliveira jm. en H. Van Gelderen
jd. J. H. Laterveer w. en J. C. Tegelaar jd.
A. Kiel jm. en W. Tegelaar jd. J. Solier jm.
en M. v. d. Linden jd. G. 'Bergman jm. en J.
Huijgens jd. W. J. B. Muldor jm. en J. Van
Wezel jd. H. Knoop jm. en G. Braak jd.
J. F. Baaten jm. en J. Van Dijk jd.
OVERLEDEN: A. Slijkhuis geb. Arkoveld V.
31 j. M. Gemser L). 16 j. N. Ontijd Z. 65
j. M. C. Van der Ben geb. La Lau W. G5j.
1. Van den Berg D. 11 m. P. C. Van Wijn
gaarden D. 3 j. J. Carton W. 79 j. J. C.
Runhaar D. 18 j. F. W. E. Dietrich geb.
Ibentz W. 78 j. M. Robijn M. 57 y M.
Ilenniphof gob. Eenkboorn V. 55 j. J. Van
Driel M. 27 j. P. L. A. Knijnenburg Z. 6 j.
OUDSHOORN. Overleden: J. M. Van der
Louw, huisvr. van L. Borst, 45 j. G. De Jong
d. 15 m.
Gehuwd: A. Van Wageningen es C. Van
Heijningen.
TER-AAR. Bevallen: J. Van Eijk geb. Mar-
bus Z. H. Ambagtsbeer geb. Jansen Z. C.
Harte veld geb. Meijer D. W. M. Wildenburg
geb. Bronstring Z.
Gehuwd: D. Van der Ster jm. 23 j. en C. M.
Rietveld jd. 20 j. P. Veldhuis jm. 21 j. en M.
Boekensteijn jd. 21 j. G. Van Hengen jm. 25 j. en
J. M. Kroon jd. 20 j.
VOORHOUT. Geboren: Cornelia Petronella,
D. van C. C. De Rnode en A. P. Van der Ploeg.
Ondertrouwd: W. Van Kempen jm. 29 j.
eu G. Van Veen jd. 31 j. J. Hoek jm. 23 j. en
P. Blok jd. 26 j. J. Van Schooten im. 24 j. en
C. v. d. Burg jd. 25 j. J. J. Van 3er Mey jm.
19 j. on A. Brama jd. 20 j.
Gehuwd: L. v. d. Geer jm. 26 j. en M. Van
Hemert jd. 25 j. E. G. Van Winsen, wedr. van
E. Alkemade, 72 j. en J. Mooyekind, wed. van Th.
Van den Nouland, 67 j.
Overleden: P. Van der Lans 64 j.
W'ADDINGSVEEN. Bevallen: J. Van Vuu
ren geb. Van Vliet D. M. C. Mooos geb.
Verkley D. M. C. De Korte geb. Klaverveld
Z. C. De Rooij geb. Lammens Z. H. Stolker
geb. Van Sprang Z.
Overleden: J. Eindhoven, echtg. van M.
Verwey, 59 j.
ZEVENHOVEN. Gehuwd: A. Notenboom jm.
31 j. en O. M. Rijnbeek jd. 25 j.
ZWAMMERDAM. Bevallen: C. Hoosbeek
geb. Vink D. A. Van Staveren geb. Van Blok
land D.
Overleden: A. Verkley Z. 24 j. A. J.
Uitenbogaard D. 8 in. B. J. Kruitbosch Z. 2'/2 j.
Gehuwd: B. Verwey jm. 33 j. en J Blomjd.
33 j. K. Ruting jm. 29 j. en E. Van Muiswinkel
wed. van P. J. Kwakernaak, 23 j.
G©mengrcl Nieuws.
Te Lago Zwaluwe is hevig ge
vochten, met het noodlottig gevolg, dat zekere
J. Dol, gehuwd en vader van vyf kinderen,
door ten messteek werd gedood.
Te Gemert is gearresteerd en
naar de gevangenis overgebracht de klerk der
posteryen en telegraphie Van der K., ver
dacht van verduistering van gelden.
A. H e u v e 1 i n g s, te Vlijmen, had
het ongeluk door het breken van een stelling
naar beneden te vallen. Inwendig zwaar ge
kneusd en met gebroken been werd hy opge
nomen. Zyn to9stand is bedenkelyk.
Te Meeuwen (L.) is het 3-jarig
zoontje van den landbouwer J. K. gedurende
de afwezigheid van de moeder in aanraking
gekomen met de brandende kachel, waarby
de kleertjes vuur vatten en het kind zoo
danig met brandwonden werd overdekt, dat
het ecnige uren later stierf.
Een brutaal stukje. Zondag-
nacht is in het kantoor van de brouwery „De
Posthoorn", te Tilburg, inge'roken en heb
ben de inbrekers de brandkast meege
nomen, na eerst het metselwerk er omheen te
hooben weggebroken. By een smid in de buurt
werden g reedschappen weggehaald en daar
mede de brandkast geopend, die ledig terug
gevonden werd op een land in de nabyheid.
Vermist worden een bedrag van circa f 400 aan
geld en eenige oude muntsieraden. Niets is
van de inbraak gemerkt, hoewel ia de brou
wery gewerkt werd; vau de daders is nog
geen spoor ontdekt.
Het zeilschip „Daisy" leed schip
breuk by de Kanarische eilanden en de be
manning wist zich met moeite te redden.
Dri* dagen en drie nachten zwalkten negen
opvarenden op zee rond; om beurten werd
geroeid. Wel ra begonnen honger en dorst te
nypen en het ïyden werd vreeselyk. Den
derden nacht regende het. Het water werd
zorgvuldig opgevangen en de dorst voor een
wyle gelescbt. Doch de honger kwelde to
meer. Sommigen trachtten hun laarzen op te
tten en één beet zelfs stukken vleesch uit
zyn haod.
Den vierden dag kwam een stoomboot in
zicht en liep by na over hun 6loip heen.
G.lukkig wtrden de ongelukigen opgemerkt.
Men nam ze aan boord en mocht het voor
recht smaken allen in het leven te behouden.
Te Roubaix heeft voor twaalf
duizend toeschouwers, waaronder uit België
en Nederlanl, Duitschland en Engeland, een
stierengevecht plaats gehad. Zes stieren lietön
er het leveD, nadat alle paarden door de ge
tergde ah ren waren gedood, en een „picador"
werd gekwetst.
In Everswinkel (KreitsWarandorf)
w<.rd de 21-jarige laüdtouwer Lormann, die
gedurende een onweder ooder een hoogen
boom beschutting had gezocht, met twee
paarden door het hemelvuur gedood. Een in
de nabyheid staande knecht werd slechts
verdoofd.
Te Krefeld viel een muur van
een nieuw huis, waaraan men werkte, om.
Twaalf werklui werden verpletterd en de beido
aannemers ernstig gekwetst.
Prins Jaime de Bourbon beeft
200,000 roebels uit een te St.-Petersburg ge
houden lotery getrokken.
In de kruitfabriek te Santa-
Barbara ricl.tts een ontploffing groote ver
woestingen aan. Twee personen werden
onmiddeliyk g9dool.
LICaSTST£HKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek.
.WEEK van 11 tot en met 17 Mei.
Dtiam.
Dor.
Aftnt&L
Gem. Eng.
Btindk.
11 Mei.
7.— - 8.45
7
16.4
12
7.9.—
8
16.2
13
7.— - 9.-
7
16.2
14
7.— 8.46
8
1G.4
15
7.9.-
7
16.4
16
7.9.—
8
16.6
17
7.9.—
8
16.4
Dit botoekenfc Wauueer men 5 cubio feet =141.6
liters per uur v&n zulk gas verbrandt in oen Sugg's
London-Argacd-Standard burner No. 1 met 24 gaatjes,
verkrijgt men een licht, dat in sterkte gelijk staat
met 10.4, 1G.2, enz. Standaard aarson, waarvan elke
kaars 20 grams 7.8 grammen Spermaoeti por uur
verbrandt.
i)
In het laatst van 1811, in dat voor de
'Russen zoo gedenkwaardige tydperk, woonde
de rechtschapen Gabriël Gabriêlowitsj R. op
zyn landgoed Nenaradowo.
Hy was in den geheelen omtrek bekend
om zyn vriendelykheid en gastvryheid. Zyn
huren kwamen hem dikwyla bezoeken om
zich aan zyn ruim voorziene keuken en goed
gevulden kelder te goed te doen, en om uren
lang met zyn echtgenoote Praskowja Petrowna
boston te speleD. Eenigen hunner kwamen
uitsluitend ter wille van hun bekoorlyke doch
ter Maria Gawrilowna, een slank en bleek
zeventienjarig meisje. Zy gold voor een uit
muntende party en velen bestemden haar
in stilte voor zichzelven of voor een hunner
zoons, 'f
Maria Gawrilowna had een menigte Fransche
romans gelezen en was dus ook verliefd. De
door haar uitverkorene was een arm vaandrig
van een linie-regiment, die zich destyds met
verlof op een naburig landgoed bevond.
Het behoeft nauwelyks gezegd te worden,
dat ook de jonkman haar vurig beminde, en
dat Maria's ouders, zoodra zy hun woderkee-
rige genegenheid bemerkten, hnn dochter ver
boden aan hem te denkenjen hem den toegang
tot hun woning ontz9gden.
De verliefden wisselden brieven en ont
moetten elkander eiken dag in een dennen-
boschje in de nabyheid of by de oude kapel.
Daar zwoeren zy elkander eeuwige trouw,
morden tegen het hun weerstrevende noodlot
en smeedden allerlei plannen voor de toe
komst. Terwyl zy elkander op deze wyze
mondeling en schriftelyk onderhielden, kwamen
zy (wat trouwens zeer natuurlyk is) tot de
volgende redeneering: „Als wy zonder elkan
der niet kunnen leven en de wil onzer hard
vochtige ouders ons geluk in den weg staat,
zou het dan niet geoorloofd zyn, ook zonder
hen ons doel te bereiken?"
Het spreekt vanzelf, dat dit gelukkige
denkbeeld het eerst by den jonkman opkwam,
en dat het zeer in den smaak van Maria
Gawrilowna's romantische verbeelding viel.
Inmiddels kwam de winter en maakte aan
hun samenkomsten een einde, maar des te
levendiger werd hun briefwisseling.
Woldemar Nikolajewitsj smeekte haar in
elk zyner brieven zich aan hem toe te ver
trouwen, in het geheim met hem te huwen,
zich eenigen tyd verborgen te houden en zich
daarna voor haar ouders op de knieën te
werpen, die natuurlyk door de heldhaftige
standvastigheid en het ongeluk der minoenden
ten slotte zouden geroerd zyn en hun vol
liefde toeroepen„KindereD, komt in odzö
armen; alles is vergeven en vergetenl"
Maria Gawrilowna aarzelde lang; een
menigte plannen om te ontvluchten werden
ont- en ook weder verworpen. Eindeiyk gaf
zy haar toestemming; op een afgesproken
dag zou zy met aan het avondmaal deelnemen,
maar zich onder bet voorwenden van hoofd-
pyn naar haar kamer begeven.
Haar kamenier was in het komplot; beiden
zouden zich langs de balkontrap aan de
achterzyde van het huis naar den tuin be
geven, voor welks hek zy een gereedstaande
slede zouden vinden, welke haar naar het
vyf wersten van Nenaradowo verwyderde
dorpje Sjadrino zou brengen, waar Woldemar
haar voor de kerk zou wachten.
Gedurende den nacht, die aan den voor de
vlucht bepaalden dag voorafging, sliep Maria
Gawrilowna niet; zy pakte eenige kleederen
en lionengoed byeen en schreef een langen
brief aan een teerhartige vriendin en een
anderen aan haar ouder9. In do hartroerendste
bewoordingen nam zy afscheid van hen, ver
ontschuldigde haar misslag met de onover-
winlyke kracht der liefde en eindigde met te
zeggen, dat zy dat oogenblik als het geluk-
kigsto haara levens zou beschouwen, waarin
het haar vergund zoude zyn zich aan de
voeten harer teedergeliefde ouders te werpen.
Na de beide brieven met een cachet, waarin
twee vlammende harten met een toepasseiyk
motto gegraveerd wareD, verzegeld te hebben,
legde zy zich kort vóór het aanbreken van
den dag te bed on viel in slaap. Maar ook
than8 deden schrikwekkende droombeelden
haar telkens wakker schrikken. Nu eens
scheen het haar toe, alsof juist op het oogen
blik, waarin zy in de slode plaats nam, haar
vader haar aangreep, met duizelingwekkende
snelheid over de sneeuw voortsleurde on in
een donkeren, bodemloozen afgrond wierp....
en met een onbeschryfiyk gevoel van angst
snelde zy de onpeilbare diepte te gemoet;
dan weder zag zy Woldemar bleek en in zyn
bloed badend^ uitgestrekt op het gras liggen.
Stervende smeekte hy haar met hartroerende
stem zich toch te baasten om hot huwelyk
te doen voltrekken. Andere visioenen, het
eene nog akeliger en yzingwekkender dan
het andere, vertoonden zich afwisselend voor
haar ontstelden geest. Eindelijk stond zy op,
bleeker dan gewooniyk, en met een hoofdpyn,
die niet voorgewend was. Haar vader on
moeder bemerkten haar onrust en hun teedere
bezorgdheid en voortdurende vragen: „Wat
scheelt er aan, Marietje? Je bent toch niet
ziek, Marietje?" verscheurden haar het hart.
Zy trachtte hen gerust te stellen, zich op
geruimd te tooneD, maar het wilde haar niet
gelukken.
Het werd eindeiyk avond. Do gedachte, dat
zy reed3 voor de laatste maal den dag in de
ouderlyke woniDg doorbracht, beklemde haar
het hart. Zy was meer dood dan levend en
nam in stilte afscheid van alle haar om
gevende personen en zaken.
Het avondeten werd opgedragen; haar hart
begon onstuimig te kloppen. Met bevende stem
verklaarde zy, dat zy geen eetlust had en
niet aan tafel zou komen, en begon met haar
vader en moeder goeden nacht te zeggen.
Haar ouders kusten haar en gaven haar
als naar gewoonte hun zegen. Zy kon haar
tranen ternauwernood weerhouden. In baar
kamer gekomeD, liet zy zich in een armstoel
vallen on barstte in een krampachtig snikken
uit. Haar kamenier deed haar uiterste bost
om haar tot bedaren te brengen en moed
in te spreken.
Alles wa8 geread. Over een half uur zou
Maria do ouderlyke woning, haar kamer en
hair rustig meisjesleven voor altyd vaarwel
Z9gg0D.
Buiten woeddo een sneeuwstorm. Do wind
loeide, de vonaters schudden en klepperdon.
Alles scheen haar een bedreiging on een
slecht voorteeken to zyn. Weldra werd bet
stil in huis en had iedereen zich ter ruste
begeven. Maria sloag een sjaal om, trok een
warmen pelsmantel aaD, nam haar valies in
de hand en verliet langs de achtertrap het
huis. Haar kamenier volgde haar met twee
bundels kloederen. Zy kwamen in den tuin.
De sneeuwstorm nam Diet af; de wind woei
haar ia het gezicht al3 trachtte b\j de vluch
telingen van haar, voornemen af te brengen.
Met inspanning van al haar krachten bereik
ten zy hot tuinhek. Op den weg wachtte
haar de slede. De paarden waren verstyfd van
koude en zeer onrustig; Woldomar's koetsier
liep voor den disselboom heen en weer en
hield do vurige dieren in bedwang. Hy hirtp
Maria en haar kamenier instygen, greep ver
volgens de teugels en als een pyi uit den
boog snelden de paarden hun bestemming te
gemoet.
Wy laten Maria tbans aan de zorgen van
het noodlot on de bekwaamheid Tan Teresjka,
den koetsier, over, en keoren ons naar don
jongen minnaar.
Wordt vervolgd.)