N°. 12039 "Vrijdag; ££G Mei. A0. 1899 feze (goüiant wordt dagelijks, met uitzondering van <gpn- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. Burgerlijke Stand van Leiden. Feuilleton,. GETROUWD. PRIJS DEZEB cottra ktp; Voor Lelden per 8 maanden. «•♦••♦•f 1.10. (Franco per post 1.40. Alzonderiyke Nummers 0.05. PRIJS DER ADVERTEHTTÉÏN Van 1-6 regels f l 05. tedere regel meer f 0.17- Grootere letters naar plaatsruimte - Voor het incasseereo buiten da stad wordt A 0.05 berekend I£OT^OTVlËISr. BATAVIA, 19—25 April. Wy vernemen, dat de kapitein der artillerie J. C. C. Kern, laatstelijk commandant van de 3de bergbattery te Soerabaia, bet plan beeft opgevat om den militairen dienst te verlaten, zoodra hy recht kan doen geldon op het aan zyn tegenwoordigen rang verbonden pensioen. (Bat. Nbld.) Men deelt ons mede, dat, wanneer in de volgende maand het reeds aan den overste Sikkes verleonde pensioen zal ingaan, de majoor Snethlage tot overste en de officier van gezondheid 1ste klasse dr. R. F. J. Wyc- kerheld Bisdom tot majoor zal worden bevor derd. Ten gevolge van den onverwachtscben 'ommekeer in de promotiekansen, heeft de heer Snethlage voorloopig zy'n pensioenplannen op gegeven. (J--B) Naar men meldt, kan de chef van den Staf in het gouvernement van Atjeh en Onder horigheden, de overste Van der Dussen, in den loop van de maand Juni of Juli zijn be vordering tot kolonel te gemoet zien.Incien nieuwen rang kan hy niet by den generalen staf blyven dienen, hem zal dus het bevel over een groote militaire afdeeling worden op gedragen. Komt by te Batavia, dan is hy en pays de connaissancehy is hier toch meer dan vier jjren chef van den Staf geweest. Van Salatiga scbryft men, dat de rit meester der cavalerie Montagne, die wegens gebrek aan vacatures in zyn rang, reeds ge- ruimen tyd op non-activiteit is geplaatst en die gedwongen werkeloosheid te mijden van zyn kameraden van h9t regiment O.-I. cavalerie doorbrengt, het stellinge plan koestert om oomiddeliyk nadat by volbrachten diensttyd heeft met pensioen te gaan. Zonderlinge oftlciers-opvaMlngen. Benige dagen geleden werd door een bataljon infanterie, te Soerabaia in garnizoen, een oefening by Sipandjang gemaakt en naar melding van de „Soerabaia-Courant" werden officieren en manschappen op de suikerfabriek Waroe met echt Indische gulheid onthaald Daarop bevatte het „Soerab. Hblad" een artikel, waarin al het moois, dat de eerste courant verteld had, werd ontleed en beweerd, dat onderofficieren en soldaten niets werd aan geboden. Thans brengt het „S. H." een ingezonden stukje van een soluatenvriend, Waaruit het volgende is overgenomen; „De militairen, cie de oefening by Sipandjang hebben medegemaakt, spreken nog steeds over die oefening. To9n den manschappen een halve flesch bier werd aangeboden, werd dit edelmoedig van de hand gewezen door een officier, die beweerde, dat de menschen dan maar dronken zouden worden. Toen door een dame (de vrouw van den kolonel) aan een fuselier werd gevraagd of hy wat eten wilde hebben (betgeen by natuurlyk met graagte aannam), verzocht bedoelde dame hem baar te volgen, hetgeen hy deed, coch in de nabyheid van de danszaal gekomen, werd hy coor een kapitein teruggezonden met do woorden: Het is et n voor de onderofficieren. De onderofficieren waren in hun eer gekrenkt door de woor.'en van een onderen officier, die aan do onderofficieren kwam vragen of zy wat eten wil en hebben, want er was geno g overgeschoten. De onderofficieren weigerden natuurlyk op het signaal „eten onderofficieren", hetwelk op verschillende plaatsen geblazen werd, het overgeschoten eten te verorberen. „Eere wien eere toekomt, en deze komt den administrateur der suikerfabriek Waroe toe. Zyn schuld was het ni.t, dat den manschappen en onderofficieren niets werd gegeven; al wat hun werd aangeboden, werd door officieren van de hand gewezen." Als het relaas van den schryver in het „Sorab. Handelsblad" juist is, dan zal men moeten toegeveD, dat bedoelde officioren een zonderlinge opvatting hebben van hun ver plicht ngen jegens den soldaat. Van de onder officieren spreken we niet; oie eten onder zulke omstandigheden althans gem over geschoten brokken. Door den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië zijn de volgende beschikkingen genomen: CIVIEL DEPARTEMENT. Ontslagen: Eer vol uit 's lands dienst, de gewezen klerk op het assistent-residentie-kautoor to Djombang (Soera baia), J. G. E. Van Bulderen. Bij den landraad te BeDgkalis (Oostkust van Sumatra). Ontslagen: Wegens vertrek, eervol als lid, J. II. E. Van der Wal, onder dankbetuiging voor do door hem als zoodanig bewezen diensten. Benoemd: Tot lid, E. F. Grooss, lsto luit. der inf., en J. G. Lindgreen, particulier aldaar. Toegelaten: Tot uitoefening der artsenij- bereidkunst, als apothekersbediende in Ned.-Iudii?, mej. C. S. H. Camphuis. Bij bet Binnenl. Bestuur op Java en Madoera. Geplaatst: In de residentie Preanger Regent schappen, de ambtenaar voor den burgelijken dienst R. A. Kern, thans tijdelijk toegevoegd aan den hoofdinspecteur der suiker- en .rijstcultuur, hot landelijk stelsel en wat daarmede in verband staat; in de residentie Semaraug, de met do waar neming der betrekking van adspirant-controleur bolusteD ambtenaar A.-H. Th. Hartevelt. Bij het Binnenl. Bestuur op de bez. buiten Java en Madoera. Geplaatst: In het gouvernement Sumatra's Westkust, de burgelijke ambtenaar E. J. Bedier de Prairie. Bij den waterstaat en 's Lands B. O. W. Overgeplaatst: Van het gouv. Sumatra's Westkust Daar de res. Lampongsche districten, de opz. 1ste kl. K. A. Berkliemer; van de res. Ternate naar do res. Batavia, de opz. 2de kl. Th. C. II. J. Vogelenzang. Verleend: Wegens ziekte een tweejarig ver lof naar Europa, aan den ambtenaar op wachtgeld K. Wijbrands, laatstelijk controleur 2cto kl. bij het Binoenl. Bestuur op Java en Madoera, a la suite. Benoemd: Tot commies op het residentie kantoor te Clieribon, D. Th. Van Oort, laatstelijk commies op het residentie-kantoor te Madioen. T ij d e 1 ij k gesteld: Ter beschikking van den voorzitter van den Landraad te Loemadjang, ten einde to worden belast met griffierswerkzaam heden bij die rechtbank, inr. P. H. Schneider, thans tijdelijk ter beschikking van den voorzitter van den Landraad te Soerabaia. Toegelaten; Tot uitoefeDÏDg der artsenij- bereidknnde als apothekersbediende in Neder- landsch-lndië J. K. J. Lange. Bij den waterstaat en 's lands B. O. W. Geplaatst: Bij de directie, do ter beschik king gosteldo ambtenaar op noDactiviteit -J. K. G. Triebart. DEPARTEMENT VAN OORLOG. Verleend Wegens ziekte één jaar verlof naar Europa, aan den lston luit. der art. H. Kerremans. Ontslagen: Met ingang van 4 Mei 1899, op verzoek, wegens volbrachten diensttijd, eervol en met behoud van recht op pensioen uit Hr. Ms. militairen dienst, do kapt. der art. J. C.W.Smits; op verzoek, wegens ongeschiktheid voor alle militaire diensten, eervol en met behoud van recht op peusioeu uit Hr. Ms. militairen dienst, de luit.-kolonel der infanterie K. W. Steinmetz. Overgeplaatst: Bij het garnizoensbataljon van Palembang de lste luit.-adj. bij hetlinkerhalf 4de bat. J. A. Kochler; bij het 5de bat. de lste luit. bij de garnizoens compagnie van Bauka en Toboali H. Ruijs van Dugteren; bij do garnizoens compagnie op Bauka, de lste luit. bij het 18de bat 11. J. Voskuil en de 2de luit. bij het 11de bat. J. Van Holst Pellikaan; bij liet 11de bat. do 2de luit. bij het lste depot bat. F. Van der Zee; bij do garnizoens compagnie van BoDlhain, de lste luit. Bij het 2de reserve-bat. E. A J Nobele; bij het lste reserve-bat., de lste luit. bij he't 2de depot-bat. R. F. Maidmao; van den gewestelijken en, plaatselijken genie- dienst vau Atjeh en Onderhoorigheden bij het corps genietroepen te Magelang de kapitein der genio J. E. E. Peereboom. Geplaatst: Bij hel 2de bat. de 2de luit. uit Nederland aangekomen zijnde, bestemd voor den dienst hier te lande W. P. Stok; bij het 2de reserve-bat. de 2de luit. uit Neder land aangekomen zijnde, bestemd voor den dienst hier to lande J. H. 0. Verineer. Ontheven: Van zijn betrekking als directeur der kaderscbool bij dat corps de lste luit. bij het 3de depot-bat, R. F. Maidman. Benoemd: Tot instructeur bij do kaderscbool bij het 3de depot-bat. de lsto luit. bij de garuizoens- compagnie van Serang A. W. A. Michielsen; wordt bij aankomst geplaatst bij het 18de bat. do 2de luit. uit Nederland verwacht wordende, zijnde bestemd voor den dienst hier te lande, A. Van der Slooten. Overgeplaatst: De militaire opzichter der genio l9te kl. (adjudant-onderofficier) J. W. Blok- kerus van Banjoebiroe naar Salatiga; de militaire opzichter 2de kl. der genie (adju- dant-ondorofficier) C. W. Van Oyen te Willem 1 naar Banjoo Biroe; van Ponlianak overgeplaatst naar Willem I de milit. opzichter 2do kl. der genie, adjudant-onder- officior, J. G. Mollink. DEPARTEMENT VAN MARTNE. Overge plaatst: Van Hr. Ms. flottibljevaartuig „Java" naar Hr. Ms. flottieljevaartuig „Edi", de luitenant ter zee 2do kl. A. J. Thiercns; van Hr. Ms. fiottieljevaartuig^Edi" naar Ilr. Ms. flottieljevaartuig ;.Java", de luitenant ter zee 2de kl. G. C. M. Kol ff; van Hr. Ms. 'flottielje vaar tuig „Edi" naar Hr. Ms. wachtschip „Bromo" en vergund om te repatriee ren, de luit. ter zee 2de kl. jhr. H. L. Quarles van Ufford. BEVALLEN: S. Van Amerongen geb. De Wijze D. J. Kossen geb. Schoen D. J. M. Thomasse geb. Goodeljee Z. A. Van Dam gob. Roberti D. E. Mizee gob. v. d. Bijl Z. J. C. Brak hoven geb. Oolthuys Z. C. Riethoven geb. De Moy Z. J. Van O vost geb. Den Os D. J. v. d. Blom geb. Zwaan Z. L. J. Harkink geb. Daano D. A. Cras geb. Van Leeuwen D. E. Pelt geb. Wijling Z. J. C. Klein geb. Karreman Z. 1 M. W. Stikkolman geb. Van Velzen D. M. J. Peters geb. Van Veen D. A. M. v. d. Water geb. Beurse Z. M. v. d. Steen geb. Slogtcnborst D. J. Nolles geb. Helvenstein Z. C. Van Galen geb. Van Diest D. T- C. J. Beyer geb. Moene Z. J. M. Gaastra gebj Haarlem D. W. Ligtvoet geb. Hemerik Z. S. Van der Bom geb. Serdijn D. fl. M. HillcDaar geb. De Beer D. M. Spruyt geb. v. d. Werf Z. G- J. P. v. d. Broek geb. v. Leeuwen Z. II. J. Hakkaart geb. Overdijk Z. J. A. Van Zwieten geb. Poptie D. I F. J. Wilbers geb. Grambeek D. M. Van Polanen geb. v. d. Steen D. A. M. Frank geb. Wetselaar Z. M. Helfensleyn geb Moens Z C. Bekooy geb. Van Sluys D. L. Do Kier geb v. d. Brander L. G. St-rvaas geb. Den Hoed D. G. Jesse geb. v. d. Nieuwendijk D. A. Arentsen geb. Van Hees Z. GEHUWD: J. Wiepjes jm. en J. Crama jd. G. J. C. Metselaar jm. en M. J. S. J. Lafeber jd. I. De Oliveira jm. en H. Van Gelderen jd. J. H. Laterveer w. en J. C. Tegelaar jd. A. Kiel jm. en W. Tegelaar jd. J. Solier jm. en M. v. d. Linden jd. G. 'Bergman jm. en J. Huijgens jd. W. J. B. Muldor jm. en J. Van Wezel jd. H. Knoop jm. en G. Braak jd. J. F. Baaten jm. en J. Van Dijk jd. OVERLEDEN: A. Slijkhuis geb. Arkoveld V. 31 j. M. Gemser L). 16 j. N. Ontijd Z. 65 j. M. C. Van der Ben geb. La Lau W. G5j. 1. Van den Berg D. 11 m. P. C. Van Wijn gaarden D. 3 j. J. Carton W. 79 j. J. C. Runhaar D. 18 j. F. W. E. Dietrich geb. Ibentz W. 78 j. M. Robijn M. 57 y M. Ilenniphof gob. Eenkboorn V. 55 j. J. Van Driel M. 27 j. P. L. A. Knijnenburg Z. 6 j. OUDSHOORN. Overleden: J. M. Van der Louw, huisvr. van L. Borst, 45 j. G. De Jong d. 15 m. Gehuwd: A. Van Wageningen es C. Van Heijningen. TER-AAR. Bevallen: J. Van Eijk geb. Mar- bus Z. H. Ambagtsbeer geb. Jansen Z. C. Harte veld geb. Meijer D. W. M. Wildenburg geb. Bronstring Z. Gehuwd: D. Van der Ster jm. 23 j. en C. M. Rietveld jd. 20 j. P. Veldhuis jm. 21 j. en M. Boekensteijn jd. 21 j. G. Van Hengen jm. 25 j. en J. M. Kroon jd. 20 j. VOORHOUT. Geboren: Cornelia Petronella, D. van C. C. De Rnode en A. P. Van der Ploeg. Ondertrouwd: W. Van Kempen jm. 29 j. eu G. Van Veen jd. 31 j. J. Hoek jm. 23 j. en P. Blok jd. 26 j. J. Van Schooten im. 24 j. en C. v. d. Burg jd. 25 j. J. J. Van 3er Mey jm. 19 j. on A. Brama jd. 20 j. Gehuwd: L. v. d. Geer jm. 26 j. en M. Van Hemert jd. 25 j. E. G. Van Winsen, wedr. van E. Alkemade, 72 j. en J. Mooyekind, wed. van Th. Van den Nouland, 67 j. Overleden: P. Van der Lans 64 j. W'ADDINGSVEEN. Bevallen: J. Van Vuu ren geb. Van Vliet D. M. C. Mooos geb. Verkley D. M. C. De Korte geb. Klaverveld Z. C. De Rooij geb. Lammens Z. H. Stolker geb. Van Sprang Z. Overleden: J. Eindhoven, echtg. van M. Verwey, 59 j. ZEVENHOVEN. Gehuwd: A. Notenboom jm. 31 j. en O. M. Rijnbeek jd. 25 j. ZWAMMERDAM. Bevallen: C. Hoosbeek geb. Vink D. A. Van Staveren geb. Van Blok land D. Overleden: A. Verkley Z. 24 j. A. J. Uitenbogaard D. 8 in. B. J. Kruitbosch Z. 2'/2 j. Gehuwd: B. Verwey jm. 33 j. en J Blomjd. 33 j. K. Ruting jm. 29 j. en E. Van Muiswinkel wed. van P. J. Kwakernaak, 23 j. G©mengrcl Nieuws. Te Lago Zwaluwe is hevig ge vochten, met het noodlottig gevolg, dat zekere J. Dol, gehuwd en vader van vyf kinderen, door ten messteek werd gedood. Te Gemert is gearresteerd en naar de gevangenis overgebracht de klerk der posteryen en telegraphie Van der K., ver dacht van verduistering van gelden. A. H e u v e 1 i n g s, te Vlijmen, had het ongeluk door het breken van een stelling naar beneden te vallen. Inwendig zwaar ge kneusd en met gebroken been werd hy opge nomen. Zyn to9stand is bedenkelyk. Te Meeuwen (L.) is het 3-jarig zoontje van den landbouwer J. K. gedurende de afwezigheid van de moeder in aanraking gekomen met de brandende kachel, waarby de kleertjes vuur vatten en het kind zoo danig met brandwonden werd overdekt, dat het ecnige uren later stierf. Een brutaal stukje. Zondag- nacht is in het kantoor van de brouwery „De Posthoorn", te Tilburg, inge'roken en heb ben de inbrekers de brandkast meege nomen, na eerst het metselwerk er omheen te hooben weggebroken. By een smid in de buurt werden g reedschappen weggehaald en daar mede de brandkast geopend, die ledig terug gevonden werd op een land in de nabyheid. Vermist worden een bedrag van circa f 400 aan geld en eenige oude muntsieraden. Niets is van de inbraak gemerkt, hoewel ia de brou wery gewerkt werd; vau de daders is nog geen spoor ontdekt. Het zeilschip „Daisy" leed schip breuk by de Kanarische eilanden en de be manning wist zich met moeite te redden. Dri* dagen en drie nachten zwalkten negen opvarenden op zee rond; om beurten werd geroeid. Wel ra begonnen honger en dorst te nypen en het ïyden werd vreeselyk. Den derden nacht regende het. Het water werd zorgvuldig opgevangen en de dorst voor een wyle gelescbt. Doch de honger kwelde to meer. Sommigen trachtten hun laarzen op te tten en één beet zelfs stukken vleesch uit zyn haod. Den vierden dag kwam een stoomboot in zicht en liep by na over hun 6loip heen. G.lukkig wtrden de ongelukigen opgemerkt. Men nam ze aan boord en mocht het voor recht smaken allen in het leven te behouden. Te Roubaix heeft voor twaalf duizend toeschouwers, waaronder uit België en Nederlanl, Duitschland en Engeland, een stierengevecht plaats gehad. Zes stieren lietön er het leveD, nadat alle paarden door de ge tergde ah ren waren gedood, en een „picador" werd gekwetst. In Everswinkel (KreitsWarandorf) w<.rd de 21-jarige laüdtouwer Lormann, die gedurende een onweder ooder een hoogen boom beschutting had gezocht, met twee paarden door het hemelvuur gedood. Een in de nabyheid staande knecht werd slechts verdoofd. Te Krefeld viel een muur van een nieuw huis, waaraan men werkte, om. Twaalf werklui werden verpletterd en de beido aannemers ernstig gekwetst. Prins Jaime de Bourbon beeft 200,000 roebels uit een te St.-Petersburg ge houden lotery getrokken. In de kruitfabriek te Santa- Barbara ricl.tts een ontploffing groote ver woestingen aan. Twee personen werden onmiddeliyk g9dool. LICaSTST£HKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek. .WEEK van 11 tot en met 17 Mei. Dtiam. Dor. Aftnt&L Gem. Eng. Btindk. 11 Mei. 7.— - 8.45 7 16.4 12 7.9.— 8 16.2 13 7.— - 9.- 7 16.2 14 7.— 8.46 8 1G.4 15 7.9.- 7 16.4 16 7.9.— 8 16.6 17 7.9.— 8 16.4 Dit botoekenfc Wauueer men 5 cubio feet =141.6 liters per uur v&n zulk gas verbrandt in oen Sugg's London-Argacd-Standard burner No. 1 met 24 gaatjes, verkrijgt men een licht, dat in sterkte gelijk staat met 10.4, 1G.2, enz. Standaard aarson, waarvan elke kaars 20 grams 7.8 grammen Spermaoeti por uur verbrandt. i) In het laatst van 1811, in dat voor de 'Russen zoo gedenkwaardige tydperk, woonde de rechtschapen Gabriël Gabriêlowitsj R. op zyn landgoed Nenaradowo. Hy was in den geheelen omtrek bekend om zyn vriendelykheid en gastvryheid. Zyn huren kwamen hem dikwyla bezoeken om zich aan zyn ruim voorziene keuken en goed gevulden kelder te goed te doen, en om uren lang met zyn echtgenoote Praskowja Petrowna boston te speleD. Eenigen hunner kwamen uitsluitend ter wille van hun bekoorlyke doch ter Maria Gawrilowna, een slank en bleek zeventienjarig meisje. Zy gold voor een uit muntende party en velen bestemden haar in stilte voor zichzelven of voor een hunner zoons, 'f Maria Gawrilowna had een menigte Fransche romans gelezen en was dus ook verliefd. De door haar uitverkorene was een arm vaandrig van een linie-regiment, die zich destyds met verlof op een naburig landgoed bevond. Het behoeft nauwelyks gezegd te worden, dat ook de jonkman haar vurig beminde, en dat Maria's ouders, zoodra zy hun woderkee- rige genegenheid bemerkten, hnn dochter ver boden aan hem te denkenjen hem den toegang tot hun woning ontz9gden. De verliefden wisselden brieven en ont moetten elkander eiken dag in een dennen- boschje in de nabyheid of by de oude kapel. Daar zwoeren zy elkander eeuwige trouw, morden tegen het hun weerstrevende noodlot en smeedden allerlei plannen voor de toe komst. Terwyl zy elkander op deze wyze mondeling en schriftelyk onderhielden, kwamen zy (wat trouwens zeer natuurlyk is) tot de volgende redeneering: „Als wy zonder elkan der niet kunnen leven en de wil onzer hard vochtige ouders ons geluk in den weg staat, zou het dan niet geoorloofd zyn, ook zonder hen ons doel te bereiken?" Het spreekt vanzelf, dat dit gelukkige denkbeeld het eerst by den jonkman opkwam, en dat het zeer in den smaak van Maria Gawrilowna's romantische verbeelding viel. Inmiddels kwam de winter en maakte aan hun samenkomsten een einde, maar des te levendiger werd hun briefwisseling. Woldemar Nikolajewitsj smeekte haar in elk zyner brieven zich aan hem toe te ver trouwen, in het geheim met hem te huwen, zich eenigen tyd verborgen te houden en zich daarna voor haar ouders op de knieën te werpen, die natuurlyk door de heldhaftige standvastigheid en het ongeluk der minoenden ten slotte zouden geroerd zyn en hun vol liefde toeroepen„KindereD, komt in odzö armen; alles is vergeven en vergetenl" Maria Gawrilowna aarzelde lang; een menigte plannen om te ontvluchten werden ont- en ook weder verworpen. Eindeiyk gaf zy haar toestemming; op een afgesproken dag zou zy met aan het avondmaal deelnemen, maar zich onder bet voorwenden van hoofd- pyn naar haar kamer begeven. Haar kamenier was in het komplot; beiden zouden zich langs de balkontrap aan de achterzyde van het huis naar den tuin be geven, voor welks hek zy een gereedstaande slede zouden vinden, welke haar naar het vyf wersten van Nenaradowo verwyderde dorpje Sjadrino zou brengen, waar Woldemar haar voor de kerk zou wachten. Gedurende den nacht, die aan den voor de vlucht bepaalden dag voorafging, sliep Maria Gawrilowna niet; zy pakte eenige kleederen en lionengoed byeen en schreef een langen brief aan een teerhartige vriendin en een anderen aan haar ouder9. In do hartroerendste bewoordingen nam zy afscheid van hen, ver ontschuldigde haar misslag met de onover- winlyke kracht der liefde en eindigde met te zeggen, dat zy dat oogenblik als het geluk- kigsto haara levens zou beschouwen, waarin het haar vergund zoude zyn zich aan de voeten harer teedergeliefde ouders te werpen. Na de beide brieven met een cachet, waarin twee vlammende harten met een toepasseiyk motto gegraveerd wareD, verzegeld te hebben, legde zy zich kort vóór het aanbreken van den dag te bed on viel in slaap. Maar ook than8 deden schrikwekkende droombeelden haar telkens wakker schrikken. Nu eens scheen het haar toe, alsof juist op het oogen blik, waarin zy in de slode plaats nam, haar vader haar aangreep, met duizelingwekkende snelheid over de sneeuw voortsleurde on in een donkeren, bodemloozen afgrond wierp.... en met een onbeschryfiyk gevoel van angst snelde zy de onpeilbare diepte te gemoet; dan weder zag zy Woldemar bleek en in zyn bloed badend^ uitgestrekt op het gras liggen. Stervende smeekte hy haar met hartroerende stem zich toch te baasten om hot huwelyk te doen voltrekken. Andere visioenen, het eene nog akeliger en yzingwekkender dan het andere, vertoonden zich afwisselend voor haar ontstelden geest. Eindelijk stond zy op, bleeker dan gewooniyk, en met een hoofdpyn, die niet voorgewend was. Haar vader on moeder bemerkten haar onrust en hun teedere bezorgdheid en voortdurende vragen: „Wat scheelt er aan, Marietje? Je bent toch niet ziek, Marietje?" verscheurden haar het hart. Zy trachtte hen gerust te stellen, zich op geruimd te tooneD, maar het wilde haar niet gelukken. Het werd eindeiyk avond. Do gedachte, dat zy reed3 voor de laatste maal den dag in de ouderlyke woniDg doorbracht, beklemde haar het hart. Zy was meer dood dan levend en nam in stilte afscheid van alle haar om gevende personen en zaken. Het avondeten werd opgedragen; haar hart begon onstuimig te kloppen. Met bevende stem verklaarde zy, dat zy geen eetlust had en niet aan tafel zou komen, en begon met haar vader en moeder goeden nacht te zeggen. Haar ouders kusten haar en gaven haar als naar gewoonte hun zegen. Zy kon haar tranen ternauwernood weerhouden. In baar kamer gekomeD, liet zy zich in een armstoel vallen on barstte in een krampachtig snikken uit. Haar kamenier deed haar uiterste bost om haar tot bedaren te brengen en moed in te spreken. Alles wa8 geread. Over een half uur zou Maria do ouderlyke woning, haar kamer en hair rustig meisjesleven voor altyd vaarwel Z9gg0D. Buiten woeddo een sneeuwstorm. Do wind loeide, de vonaters schudden en klepperdon. Alles scheen haar een bedreiging on een slecht voorteeken to zyn. Weldra werd bet stil in huis en had iedereen zich ter ruste begeven. Maria sloag een sjaal om, trok een warmen pelsmantel aaD, nam haar valies in de hand en verliet langs de achtertrap het huis. Haar kamenier volgde haar met twee bundels kloederen. Zy kwamen in den tuin. De sneeuwstorm nam Diet af; de wind woei haar ia het gezicht al3 trachtte b\j de vluch telingen van haar, voornemen af te brengen. Met inspanning van al haar krachten bereik ten zy hot tuinhek. Op den weg wachtte haar de slede. De paarden waren verstyfd van koude en zeer onrustig; Woldomar's koetsier liep voor den disselboom heen en weer en hield do vurige dieren in bedwang. Hy hirtp Maria en haar kamenier instygen, greep ver volgens de teugels en als een pyi uit den boog snelden de paarden hun bestemming te gemoet. Wy laten Maria tbans aan de zorgen van het noodlot on de bekwaamheid Tan Teresjka, den koetsier, over, en keoren ons naar don jongen minnaar. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 5