<§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (Bon- en feestdagen, uitgegeven. N°. 12036 X>itisdag S3 Mei. A«t ^99 Derde Blad. In Nederland en Amerika. PRUS DEZEB norm A TSTP- Voor Lolden per 8 maandeo. f 1.10. ÏYanco per post o 0 1.40. Afzonderlijke Nommors 0.05. PBUS DER AD VERTÜN TIÜN VaD 1-6 regels f 1.05. tedere rogoi meer f 0.J7J. - Grootere letters oaar plaatsruimte - Voor het tncaaaeeroo holtOD de stad wordt f 0.05 berekend PINKSTERBLIJDSCIIAP. Wederom maken wy ons gereed om te gaan ten hoogtyd, - wy allen! WaDt voor allen zonder onderscheid zyn het lieflijke dagen, die van Pinksteren, en is het een heerlijk feest, dat van den vflftigsten dag. Er gaat een jubel van vreugde door heel do schepping, want het is thans de welaangename tyd, die van Lente's volheid. Opnieuw is het pleit beslecht, ditmaal na langdurigen strijd; de aarde heeft baar schoot geopend, en schatten van kleur en vorm bersten er uit, schoone beloften van overvloed vervullen ons met hoop. En zya niet reeds de eerstelingen van het nieuw ge was ons aangeboden, gelyk onder den war- meren hemel van het Oosten, waar in vroegere tijden het volk van Israël zich spoedde om op deze feestdagen ze den milden Gever t6n dankoffer te wyden? Naar buiten dan, uw enge woning ontvlucht, gij, die u wilt laven aan de bronnen van levenslust en van gezondheid, om niet open gesteld voor grijsheid en voor jeugd! Naar buiten, om te luisteren naar het concert van vele klanken, schooner dan orgeltonen! Gij zult daar, by rustig genieten, den vrede vinden; u nader gevoelen aan den Schepper, den adem zijner liefde u door de ziel voelen gaan, de fluisteriugen vernemen van Zijn Geest, den Heiligen Geest I Wij zullen immers geen feest vieren, zonder in aanbidding de gemeenschap te zoeken met Hem, die het ons bereidt, zonder er ons in te verheugen, dat van alle bezielde wezens, die de schoonheden en gaven der natuur ge nieten, wij menschen de eenigen zijD, in staat om tot den oorsprong van al dat goede te gaan? .Slechts enkele stralen van* het licht, dat afstraalt uit de sferen der Hoogere dingen, vermag ons oog op te vangen, en reeds dat onvolkomen bewustzyn vervult het hart met aandoeningen, aan welke geen andere geiyk zyn; zullen wy dan niet trachten, in ruimere mate dan ooit te voren den Pinkstergeest tot ons te doen doordringen? Reiken wy de hand aan alldD, die onze feestgenooten willen zynl Vragen wy hun niet, of juist dezelfde voorstellingen, als die ons dierbaar zyn, voor hen den inhoud van het Pinksterfeest vormen; laat het ons vol doende wezen, dat óen geest ons allen bezielt, by verscheilenheid van opvattingen; laat het gemeenschappelijke in die feestvreugde de band zyn, die ons allen byeenhoudtl Geen vreugde zonder vrede, geen biyd- schap zonder liefde. Wy spreken in verschil- ljnde talon, maar toch verstaan wy elkander, wetende wat wij te zeggen hebben, want het is de uitdrukking van hetzelfde gevoel. De menschen hebbtn maar al te veel scheids muren tusschen elkander opgericht; we moeten trachten die omver te halen, want zy beletten de dooratrooming van de reine lucht. Laten wy, als er toch afscheidingen moeten blyven bestaan, de steile wanden vervangen door met bloemen doorweven hagen, niot zoo hoog F1 euilleton. 2) Intu8schen steeg by meer en meer in de gunst van zyn heer en dat dit door ieder op het kantoor werd opgemerkt, is zoo zekGr als wy het bier neerschryven. Te verwonderen is bet dan ook niet, dat dit eenige afgunst wekte, die eindelyk tot een bepaalden afkeer oversloeg. Wie daarover echter ook klaagde, Karei niet! Hy had het thuis nu en dan wel ^.oens laten doorschemeren, maar als zyn vader 2 er dan over sprak den heer Halekamp daarop y te willen wyzen, dan verzette hy er zich met 5 alle kracht tegen. Hy meende sterk genoeg te zyn, om zekere dubbelzinnige uitdrukkingen met stilzwygen te kunnen beantwoorden en by meer dan één gelegenheid hooreude doof te kunnen zyn. Toch bleef do toestand voor den patroon niet verborgen. De heer Geelhof (zoo heette de boekhouder), die een voormalig school makker zyns vaders was, had den jongeling, om zyn uitnemende deugden en nauwkeurige plichtsbetrachting, leeren hoogachten en by gelegenheid, dat deze voor niets beteekenende oorzaken was lastig gevallen, gemeend den patroon op den onhoudbaren toestand opmork- *aam te moeten maken. „Dat h6b ik reeds sedert lang opgemerkt," zeide de heer Halekamp, „maar daar ik hot nemen van maatregelen uitstellen wilde tot of we kunnen er overheen stappen zoo dik- wyls we by elkaar moeten zyn. Do Pinkstergeest openbaart zich in ver- heerlyking van den Oneindige, in verbroedering van de zwakke en eindige schepselen. Wy vieren telken jare het groote feit van de verspreiding van dien Geest; kunnen wy dat ook doen zonder te streven naar de oenheid van allen, in wie hy leeft? Kan eigeniyk wel gezegd worden, dat hy ook in ons is neder gedaald, als er van ons geen kracht uitgaat, geen geestdrift is gewekt voor de bevordering van dat Godsryk, welks aanvang samonvalt met de eerste uitingen van het zedeiyk leven, welks bestaan duideluk is geopenbaard in en door den grooten Voorganger, wiens naam aan alle onze feesten is verbonden; welks verbreiding de taak is, tot welke wy zyn geroepen? De inwerking van den Heiligen Geest op alle verhoudingen, in welke de menschen tot elkander 6taan, dat is de practische beteekenis van onze Pinksterviering. Zonder deze gaan de feestdagen voorby als een gerucht, maar laten geen sporen achter. Met deze brengt elke feestdag ons een schrede nader tot het geen wy zyn moeten. Bestemd om eenmaal te zyn het feest van de zegepraal dos Christen doms, moge Pinksteren ten minste voor ons blyken te wezen e9n levendige en vruchtbare herinnering aan het feit, dat wy bezig zyn aan baar voorbereiding te werken, in onze byzondere zoowel als in onze maatschappelyke betrekkingen. Pinksteren is dan het feest van den voor uitgang, van de zedelyke volmaking. Aan dezen gelooven wy met al do kracht van een welgevestigd vertrouwen, ondanks de tallooze verschynselen, die het aan het wan kelen zouden brengen. Da jaarlyksche stryd in de natuur, aan welks uitslag nooit wordt getwyfeld omdat wy dien telkens zien weder- keeren, is het beeld van die andere worsteling, al de eeuwen door gevoerd, tusschen de zelf zucht en den liefdegeest, en het zou ons niet euvel zyn te duideü, als op dat gebied de overwinning ons minder zeker toescheen. H.d: is een ontzagwekkende macht, die tegenover ons en in ons optreedt, en zy verdedigt haar meesterschap met hardnekkigheid. Haar is het te wyten, dat er zooveel onrecht wordt bestendigd, dat leed wordt verspreid in wyden kring; het ia baar werk, dat zoo menig beroep op ons beter gevoel tevergeefs wordt gedaan, en wy ons afwenden van den broeder, die vraagt om onzen steun on onze hulp; die zelfs het werk der naastenliefde niet zelden verlaagt tot loondienst, omdat het wordt mis bruikt ter voldoening aan persoonlyke ydelheid. Als er in ons huiseiyk en in ons openbaar leven meer Christendom, meer Heilige Geest leefde, dan zou dat alle3 heel anders zyn, en zou ook bet maatschappelyk leed, welks voort during een somber waas verspreidt over het beeld van onzen beschavingstoestand, voor een groot deel zyn opgeheven. Hoe noodig is het dan, op vaste tyden eens byzonder te worden herinnerd aan het geen wy allen weten, maar zoo licht in den Karei zelf zyn klachten indiende, heb ik et my niet in mogen mengen." „Nuvdan kunt gy nog lang wachten," was het antwoord, „want voor zoover ik Karei heb leeren kennen, zal hy liever zyn ontsLg vragen dan een enkele beschuldiging aan voeren. Het doet my wezenlyk leed om den jongen en 89dert men merkte hoezeer gy met hem zyt ingenomen, is het geen loven hier voor hem." De heer Halekamp raakte daarop in diep gepeins, maar beloofde de zaak ernstig ter harte te zullen nemen en in elk geval zulke schikkingen te treffan, als strekken konden in het byzonder belang van Karei. Was men op het kantoor reeds lang gewend aan Kareis stille afgetrokkenheid, te meer viel het in het oog, dat de boekhouder, die altyd nogal spraakzaam was, zich eveneens by zyn boeken afzonderde, en al spoedig had de overtuiging zich gevestigd, dat de heer Geelhof zich onder den vyandeiyken standaard geschaard had. „Dus, op onze hoedel" was hot wachtwoord Drie weken later vinden wy op een avond vier ons bekende personen in het vortrek, dat aan het kantoor grenst. Het zyn de heeren Halekamp, Habling met diens echt- genoote en Karei. Dat het gesprek over ernstige zaken loopt, is duidölyk zichtbaar aan het rood, dat aller gelaat kleurt. Hoe noode de heer Halekamp ook van Karei scheidde, tbans had hy zelf ten duidelijkste ingezien, dat dit de aangewezen weg was. Zyn plan was reeds gemaakt en er ontbrak nog slechts drang der alledaagsche beslommeringen ge neigd zyn te vergeten 1 Ja, ieder uur van ons leven moest de bewyzen geven, dat wy van den Pinkstergeest zyn doordrongen, maar hoe weinig blykt daarvan! Laten wy het dan als een voorrecht beschouwen, tot het frisch houden dezer goede gedachte te worden ge roepen op een tydstip, dat wy voor die stem toegankelyk zyn gemaakt door den aanblik van den luister der natuur, die zich ten toon spreidt voor aller oog en alzoo van het ge- meenschappeiyke de duidelykst verstaanbare voorstelling aanbièdt. Eq dit mogen wy dan toch ook niet mis kennen, dat de werking van het hooger be ginsel reeds een zeer merkbaren invloed heeft uitgeoefend op de onderlinge betrekkingen der rvsnschen. Wanneer wy terugdenken aan het verleden, dan staan wy verbaasd over de afdwalingen der barbaarschheid, die nog kort geleden als iets zeer natuurlyks door ieder werden aanvaard, zonder dat er werd gedacht aan de mogelykheid, aan de wenschelykheid zelfs, om er mede te breken. Hoe dicht staan wy nog aan het tydperk van de slavernij, van de pynbank, van de heksenprocessen, van de geloofsvervolgingen! Vele eeuwen lang heeft de Christeiyke zuurdeesem slechts lang zaam gewerkt, ofschoon nooit geheel werke loos blyvende; thans- schijnt er meer gang in gekomen te zyn, en is een algeme9ne vor- teedering des harten geen illusie meer. Wy beginnen levendiger gevoel te krygen van onze verantwoordelykbeid voor het algemeen welzyn: onze eeuw is genoemd die van het ontwakend sociaal geweten. Moge die eernaam meer en meer blyken, verdiend te zyn. De Pinksterdagen van het jaar 1899 hebben voor de wereldgeschiedenis nog een byzondere waarde. Zy zijn getuigen van een ernstig bedoelden aanval tegen, het grootste onrecht, het oudste en diepst gewortelde, dat de menschheid lyden doet, en welks verdwijning do heerlykste weldaad zou zyn, die ons ooit ten deel viel. 'Op die dagen ziet de residentie van ons kleine land de afgevaardigden ver- eenigd, aan wie is opgedragen middelen te beramen om tot beperking van het wapen geweld te komen. De Haagsche Vredes-Conferentie is een zege praal van den Heiligen Geest. Men zal wellicht deze uitspraak veel te beslissend noemen tegenovor den niet onge- gronden twyfel aan de practische resultaten dezer byeenkomst. Daarvan is vooralsnog niets te zeggen. Doch al waren de terstond in to zamelen vruchten nog zoo weinige, met onzen volksdichter rekenen wy de uitkomst niet, maar tellen wy het doel alleen. Er zyn stem men opgegaan, luider dan ooit te voren, tegen den oorlog, tegen het internationaal wantrou wen dat steeds de wapeningen versterkt ten koste van de volkswelvaart, tegen het onzin nig vooroordeel hetwelk macht stelt boven recht. De Regeeringen hebben vernomen hoe de belanghebbenden over dit alles denken; vele duizenden, in alle landen, hebben van hun sympathieën doen blyken, en het zal niet mogeiyk zyn in de toekomst geen reko- de uitvoering aan. Zyn eerste stap was geweest om naar Amerika te schryven en te onderzoeken of er aan een hem ter goeder naam en faam bekend handelshuis een bediende kon geplaatst worden. Dat dit schryven ver gezeld ging met een vriendelyke en nadruk- keiyke aanbeveling, laat zich lichtelyk bevroe den. Wie kon Karei ook beter beoordeelen dan hy, die den jongeling in al zyn doen nauwkeurig had gadegeslagen I Het antwoord liet zich dan ook niet lang wachten en het was deze brief, dio de aan* leidende oorzaak was van de tegenwoordige samenkomst. „Zou hy al spoedig weg moeten?" waagde Kareis moeder te vragen. „Spoedig en spoedig is twee," antwoordde de heer Halekamp, „maar my dunkt, nu de affaire toch op touw gezet dient, is het in Kareis belang, dat hy zoo spoedig mogeiyk vertrekt, te meer, daar de heer Nowliving volgens zyn schryven dringend behoefte heeft aan iemand, wien hy tegelykertyd de geldeiyke aangelegenheden kan toevertrouwen. Buiten dien, als hy het vinden kan met zyn aan staanden patroon, dan ziet hy zich oen aangename en voordeolige loopbaan geopend. Volgens myn inzicht zal het toch dien weg op moeten, en waarom zouden wy dan dralen?" Ofschoon de liefhebbende moeder haar kind noode zag vertrekken, begreep zy tocb, dat zy er zich niet tegen mocht verzetten, en trad schoorvoetend toe. Het was de 12de April en er werd besloteD, dat Karei in het begin van Mei met de eerste ning te houden met die algemeene instemming ten gunste der vredes-idóe. Wij zullen bet waarschyniyk geen van allen beleven dat het laatste krygszwaard wordt omgesmeed tot ploegschaar, dat de kanonnen worden ver smolten en de vestingen ontmanteld, dat geen andere kielen do oceanen doorplo9gen dan die bostemd zyn om het wereldverkeer te onder houden; doch met ruime hand is thans het zaad uitgestrooid, dat met den zegen des Almacbtigen zal opwassen tot een oogst, ryker dan ooit werd binnengehaald. Op den eersten Pinksterdag van het Bybel- verbaal verkondigde een groep eenvoudige mannen de nadering van het Godsryk, als een profetie der toekomst. Op den voorlaatsten Pinksterdag der negen tiende eeuw zyn tal van mannen, uitstekende door wetenschap of door maatschappelyke positie, byeen, om te proclameeren de nadering van het Ryk des Vredes, ook als een profetie der toekomst. En al wie hopen, gelooven en liefhebben, ontvangen die toezeggingen met vertrouwen. Want God is met hen, die den vrede wensohen en de liefde betrachten. Zullen wy dus niet met verhoogde geest drift het feest vieren van den Heiligen Geest? Leiden, 20 Mei. Aan het verslag der Stedelyko Gas fabriek over 1898 is nog het volgende ontleend: Voor 1898 was ten behoeve van munt- gasleidingen en muntgasmeters een uitbrei ding van het bedryfskapitaal der gasfabriek met 9800 toegestaan. Voor 1899 werd hiervoor opnieuw 12,000 gevoteerd. De geheele kapitaalsuitbreiding ten behoeve van het rauntgasbedryf bedraagt thans 55,800. Het uitbreidings- en vernieuwingsfonds sluit over 1898 met een tekort van 8326.87s. Dit is een gevolg van de belangryke uit breking en vernieuwing, welke de oude stokerij in 1897 heeft ondergaan. Aan het einde van 1899 zal het evenwicht tusschen de ontvangsten en uitgaven van het uit breidings- en vernieuwingsfonds zyn hersteld. Wat de exploitatie der fabriek betreft, zoo kan 1898 onder de gunstige jaren worden gerangschikt. Voor zoover noodig werden de gebouwen uit- en inwendig gevtrfd. In 1898 nam het aantal gewone meters met 101 stuks toe, dit aantal bedroeg dus op 31 December 4027 meters met 34,792 meterlichten. Het aantal muntgasmeters klom in 1898 van 914 op 1 Jan. tot 1134 op 31 December. Op dezen laatsten datum bedroeg het aantal meterlichten 3458. Over de muntgasmeters is verbruikt 408,959 M'. Het aantal abonné's voor lantaarnlichten bedraagt 12 met 44 lichten. Voor het verbruik van een dergelyk licht wordt 200 liter per uur berekend, het staat den atonnó vry gasgloeilicht toe te passen. Het geheele verbruik van particulieren over 1898 hooft bedragen 4,952,851 M\, tegen 4885.840 Ms. in 1897. Het verbruik de beste scheepsgelegenheid de reis zou aan vaarden. Aangezien er nogal een en ander vcor de reis beschikt moest worden, gaf ze ten huize van Habling een ongewone drukte. De zusters van Karei hielpen dan ook trouw mede en te midden der toebereidselen werd zelfs menige aardigheid ten boste gegeven, waarover Kareis moedor door haar tranen heen toch nog lachen moest. Zoo vroeg de 8chalksche Geertruida of Karei eiken middag een kopje thee kwam halen, die moeder expres wat sterker zou zetten, en plaagde Margaretha er haar broeder mee, dat hy nu geen buur praatje meer houden kon met Maria H., die twee huizen verder woonde; waarop Karei dan weer die plageryen met winst betaald zette door te zeggen, dat hy by zyn terug komst voor elk zyner zusters een groote Sint- Nicolaas-pop zou meebrengen. In elk geval zou hy dikwyis aan zyn zusjes denken en hun van tyd tot tyd per telegraaf een kus zenden. Het stilste van allen was vader Habling. Hy zeide Diet veel, maar dacht er niet te minder om. Hy stelde zich zyn eigen jonge- lingstyd helder voor den geest en zag hoe glad dit pad soms zyn kon. Hyzelf mocht zonder eenige wroeging en opgeruimd naar dien tyd terugblikken, maar Karei? Ofschoon hy nooit een enkel bewys had gegeven, dat eenige bezorgdheid kon verwekken, hy moest nu gaan leeren op eigen beenen te staan, en dat op zulk een afstand en in zulk een vreemd land, zonder vriend of maag en vooral ver stoken van de ouderlyke raadgeving l is dus mot 67,011 M1., zyn ie 1,37 pCt., toegenomen. Het totaal aantal verbruikers bedraagt 5112, zynde 1 verbruiker op 10,5 inwoners. Het aantal lant tarns bedroeg op 1 Januari 1898: 1063 gewone vlammen; 6 lantaarn i ten behoeve van de veemarkt; 2 lantaarns ton behoeve van den havendienst; 3 lantaarns in het Elisabetbshof; 7 Kraussó lantaarns; 17 petroleumlantaarns. De gasgloeilichtbranders hebben aan onder houd veel gekost; over 1898 werd door da gasfabriek aan gloeilichamen betaald f1958.60, waarvan naar schatting 90 pCt. ten laste der straatverlichting komt. Het breken der gloei lichamen moet in hoofdzaak geweten worden aan den weeken bodem en aan de geringe diepte, waarop de hoofdbuizen in de atriten zyn gelegd. Ten einde het breken der kousjes, ten gevolge van grondtrillingen en het dreunen van bruggon, tegen te gaan, zijn reeds veel branders in „spriDg suspension frames" op- gehangon, en wordt hiermede overal, waar daartoe aanleiding bestaat, voortgegaan. Naast de besparing in gas moet de aan merkelijke verbetering der verlichting overal, waar gloeilichfc in plaats van gewone branders werden aangebracht, in aanmerking worden genomen. Het totaal aantal branduren, voor alle lan taarns gerekend, heeft bedragen 3,138,462. Aan gas werd verbruikt 540,971 M5., per uur en per lantaarn heeft het verbruik dus 172 liter, tegen 184 liter in 1897, bedragen. Het gemiddeld jaarverbruik per nachtvlam heeft 736,4 M3., per avondvlam 273,9 M*. bedragen. Per Inwoner heeft het verbruik 10,05 M*. bedragen. De kostende prys van het gas heeft over 1898 bedragen 3,116 cent per MJ. De publieke verlichting heeft gekost aan gas ƒ16,856.66; aan de lantaarnopstekers ƒ8,465.96; aan den inspecteur der publieke verlichting f 950; aan onderhoud van de lantaarns, branders, enz. 4,025.34; te zamen ƒ30,297.96. Van de gemeente is voorstraat- verlichting ontvangen 29,800; mo?r uitga- goven dan ontvaogeQ 497.96. Per lantaarn hebben de kosten bedragen ƒ27.16. Aan buur van gewone gasmeters is ont vangen 8,382.60. Met het maken van muntgaslei jingon werd geregeld voortgegaan; totaal zyn in 1898 gemaakt 332 dez*r leidingen. Aan het 21ste jaarverslag der Vereent- ging tot verbetering van armonzorg te Rot terdam i3 het volgende ontleend: Van een samenwerking als te Arnhem tusschen do Vereeniglng „Armenzorg" en verschillende diaconieën schynt te bestaan, een ideale toestand, is by ons voorloopig nog geen sprake; maar ook begint het hier te dagen: de stichtsvrouw van het R. K. Van Dooren's Vrouwengesticht van Weldadigheid, dat zeer ruime bedeelingen in natura geeft, zendt ons sinds korten tyd de namen barer bedeelden en omgekeerd, en zóó kan samen werking plaats hebben. En ODlangs nog moch» Maak u evenwel maar niet ongerust, vader Habling; uw Karei zal hot roer wel recht houden en nimmer vergeten wat hy aan do maatschappy, aan zichzelf, zyn eer en bovenal aan zyn liefhebbende ouders verschuldigd is. Daar de kenüis der Engolsche taal in Amorika en vooral op de groote handels kantoren een onmisbaar vereischte is, achtte Karei zich gelukkig indertyd naar den raad van den heer Halekamp geluisterd te hebben. Hy had zich ruim twee jaren in die taal geoefend en by de vlugheid zyner bevatting en zyn gave om iets aan te leeren, had hy hot than3 tot een aardige hoogte gebracht. De tyd van vertrekken brak al te spoedig aaD. Door het geheele gezin, den heer Hale- kamp en den boekhouder werd hem uitgeleide gedaan. De tooneelen, die daarby plaats grepen, gaan wy stilzwygend voorby, uit vrees do zenuwen der lezers en vooral die der lezeressen te zeer to prikkelen, en wenschen Karei een goede en voorspoedige reis en roepen hem van heelerharte toe: „Tot weerziens!" Begeven we ons thans weer naar het ons bekende huisje in de H.-straat. De Hablings maken het thans met hun viertjes vry goed. Vader en moedor Habling zyn er natuuriyk een dagje ouder op geworden. (Wordt vervolgd*)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 9