Wiiirafiiiiis
Gebroeders Rodbard,
A.DVEIITENTIËN.
Een Burgermeisje
Handel in Gouden en Zilveren Werken.
LEIDEN, Donkersteeg 10*
Hoogste Waarde
Harde,Witte en Zuivere Stearine-Kaarsen
Kykjos in en om Leiden.
XIX.
Handelden wy in onze beschrijving der
R. K. kerk te Sassenheim reeds over het
oude Roomsche kerkhof, aan den linkerkant
van den weg, w\j kannen er dit nog aan t09
voegen, dat op de krocht, vóór het kerkhof
gelegen, vroeger nog een gebouw heeft ge
staan, dat indertjjd bewoond is geweest door
Haarlems bisschop, monseigneur De Vree.
Later is dit huis tot instituut ingericht ge
worden. Nu evenwel is er niets meer van te
zien. Trouwens het geheele landschap heeft
in den loop der tijden veel veranderingen
ondergaan. Een eeuw geleden was het bier
als met buitens bezaaid. Toen werden links
en rechts, waar nu hyacint en tulp eu narcis
tn haar veelkleurigen dos prijken, tal van
boerenhuizen, het een al deftiger dan bet
ander, omgeven door lustwaranden, bosscheo
en waterpartijen, een weinig van den weg
gevondeDde hoornen, naar achttienden
eeuwschen trant, stijf gesnoeid, kort als een
haag, of zooals de mode het meebracht;
terwyl dan des zomers, als de karossen voorbij-
rolden, de koepels aan den weg de leden van
het gezin of wel genoodigden door hun deuren
zagen binnentreden.
Toen was bijv. in deze buurt Wildrijk
waarvan wij bier een afbeelding geven, niets
minder dan bet buiten van den secretaris van
den Hove, van Albert Fabricius, heer van
Almkerk, en was Schoonewcgen evenzoo nog in
aanzien. Tusschen die beide in lag het Suis
Ter Wegeneen aanzienlijk goed; later, in
onze eeuw, vergroot met de twee zoo pas
genoemde plaatseD, strekte de bezitting tot
aan Klinkenbergerbrug aan weerszijden van
den straatweg zich uit, beplant met het
prachtigst en krachtigst bout in zijn over
plaatsen. Een liefeiyken aanblik leverde ge-
ruimen tijd nog, als men van den kant van
Leiden kwam, de koepel op, waarvan het
verbaal ging, dat bij zonder spijkers in elkander
was geslagen en een schat gelds gekost bad.
In het begin onzer eeuw door de Voomberg's
bezeten, kwam het goed door vererving aan
den heer Renten Linsen, aan wien de Her
vormde kerk haar scboone avondmaalkoffers
met zilveren beslag te danken beeft. Na zijn
dood gingen de hoeven, waartoe Wildrijk en
Shoonewegen nu gedaald wareD, over aan
jhr. Pauw van Witldrecht te 's-Gravenbage,
in wiens familie zij zich heden ten dage nog
bevinden. Het huis met bosch kwam ten
slotte aan den beer Jan Plemp, die het tot
aan zijn dood (f 18 November 1892) bewoond
heeft. In handen van den heer W. Van
Renswoude te Rotterdam geraakt, liet deze
het huis en het hout er omheen sloopen,
terwijl stalling en tuinmanswoning gespaard
hieven, en wordt thans de grond als teel- en
Lolienland benuttigd. Nog staat het fraaie
ijzeren hek, wat ons den naam van het een
maal zoo prachtige goed bewaart.
Keeren wij nog één oogenblik terug Da3r
den Warmonderdamschen polder, die, gelijk uit
de statuten, aan die van den FJoris-Schouten-
Vrouwenpolder, blijkt, den 16den Februari
1612 is bedijkt geworden, een jaar vroeger
dus dan den vorig genoemdeu. Hi) was een
der kleinere polders onder Sassenheim. Nog
geen honderd morgen (R\)nl.) groot, stond hij
ondor eigen beheer, totdat in het jaar 1826
tusschen poldermeesters van den Alkemader
en den Warmonderdamschen polder een over
eenkomst onder zekere voorwaarden werd
aangegaaD, om de beide polders onder één
bestuur te brengen en door één molen te laten
bemalen. Volgens de keur van Rijnland, do.
3 Februari 1652, werd hierdoor de gecombi
neerde polder, nu boven de 86 bunder, aan
Rijnlands gezag en de statuten van dat Hoog
heemraadschap onderworpen. Het gebaurde
soms, dat de eene polder den anderen bulpe
moest biên. Zoo was door HH. poldermeesters
van den Flons-Schouten-Vrouwenpolder bij
Rijnland, omdat hun watermolen afgebrand
was, voor drie maanden de bijstand aange
vraagd van den Warmonderdammer polder.
Het verzoek was om een duiker te laten
leggen door de Zandsloot heen Bregt aan op
haar moletogi" en dien duikor te laten sluiten
met een schuif aan den kant van den War
monderdamschen polder met een fliuk slot er
aan, waarvan de sleutel zoude berusten bij
d3n molenaar van den Warmonderdamschen
watermolen. Do kosten van duiker, van malen,
enz. zoudon worden gedragen door den vra-
g nden polder, terwijl tevens de molenaar
voor zijn rao&ite een loon zou ontvangen „in
alle rcedslijlcheyd en discretie
Do aannemer van den Warmonderdamschen
polder was niet zoo gelukkig als zijn collega
Floris Schouten. Zyn naam word niet 3an het
bedijkto gegeven. De plicht gebiedt ons noch
tans dozen aan da vergetelheid te ontrukken.
Comelis Symonszvolgens een gaerccdulle uit
3io dagen ingeland met 10 morgen 2 bont
lands in den polder, was degene, welke den
16Jen Februari 1G12 het werk ondernam.
Tegenover den ingang naar de boerenstee,
het vroegere buitenverblijf Wildrijk, slaan wij
den zandweg in, die, bij een houten hek eindi
gende, ons naar de plaats brengt, alwaar vroe
ger hot zoo wijd vormaardo huis der edelen
van Alkemade stond.
Wel bet iaden wij ons hier onder Warmonds
j irisdicti-», doch dowijl het grootste deel van
zijn grondbezit op Sassenheims grondgebied
ligt en Oud-Alkemade ock roomscb-parochiaal
tot laatstgenoemde gemeente wordt gerekend,
hebben wij de geschiedenis van dit slot voor
nu bewaard. De laan er heen bevond zich er
oorspronkelijk Diet. Vóór dien tijd kon men
het alleen van uit Warmond bereiken. Maar
oen eigenaar der hofstede en afstammeling
van het oud geslacht, een zekere Floris van
Alkemade, kocht voor ongeveer tweobonderd
Jaren in den Warmonderdamschen polder enkele
stukken lands aan van de abdij v*n Rijnsburg,
van Josina Karremans van Marrigem en van
zijn broeder Jakob vati Alkemade en legde
daarop doze laan aan, die van zijn slot hem
terstond op den straatweg van Leiden
Haarlem moest brengen. Met drie rijen statige
boomen aan weerszijden beplant, was zi) het
sieraad voor deze omgeving en prijkte nog
een 50 jaren geledon in haar volle pracht.
Thans met elzenhout bewassen, is zij een
wij nochtans bevestigen, dat de familie al
zeer vroeg reeds in Hollands geschiedenis
voorkomt, en dat wel op dezelfde plek, welke
thans nog Alkemade wordt geheeten. Omstreeks
1225 wordt van een heer Franco de My ge
sproken, welke in Leiderdorp van Esmonds
klooster een goed ter leen ontving, gelegen
tusschen het land, dat Dirk van Alcemade
bezat, en het leengoed van Willem van Zijl.
Wij kunnen hier verder gaan en zeggen, dat
Dirk een eigen goed bezat, anders ware het
stellig met dezelfde benamingen als van de
twee anderen betiteld. In verschillende oor-
Wildrijk.
zandpad, dat in den winter niet uitlokt om
te bewandelen.
Door de vrijgevigheid van Prof. Dr. A. H.
L. Hensen werden wij in staat gesteld uit
de bibliotheek van Warmonds Seminarie een
handschrift te raadplegen van 1L Van Alke
made en P. Yan der Schelling, dat ons uit
nemende diensten bewees met betrekking tot
dit oade kasteel, terwijl insgelijks mr. Tb.
C. Van E(jk Byloveld, substituut-officier van
justitie te Zwolle, ons met niet genoeg te
loven vriendelijkheid zijn ond-archief van
Alkemade voor eenigen tijd afstond. Aan beide
heeren onze oprechte hoogachting en hulde.
De naam Alkemade zal volgens het zooeven
genoemd handschrift beteekenen: „gemene
weijde of meent; zijnde een lantschap, waartoe
de gezamentlijcke nabuerschap het regt van
een gemeene beweijdinge en gebruQck beeft."
De landstreek-zelve
omvatte vanouds een
groote en veruitge
strekt© strook lande,
welke in onzen tegen-
woordigen tjjd nog
zijn oude benaming
behouden heeft. Het
geelacbt-zelf van
dien naam bomt zeer
vroeg reeds voor en
indien er iets voor
te zeggen valt, dat
de heeren van Alke
made gesproten
waren uit het Hol-
landsch Gravenhuis,
welke meening dan
zou moeten bewezen
worden door het
wapenschild, dat zij
voeren en hetwelk
beladen is met een
„zwarten leeuw in
zilveren veld, dragende oen princolijcke kroon",
dan kunnen wij bet zeer goed verstaan,* boe een
nazaat de rechten van zjjn stam heeft trachten
te handbaveD. Naar het schijnt aangevallen
wat zijn oud-adellijke afstammiDg aanging,
alsmede met betrekking tot de riddermatig-
heid zijner hofstad, komt Jhr. Floris van
Alkemade bier boven genoemd in een schrijven
van 1 October 1678 aan den heer N. Hortogb,
advocaat bfi bet Hof van Holland met ver
ontwaardiging tegen deze aantijging op:
„Eersteiyck" zoo schrijft hg „dat het
„HuiJs ofte Heerlijckbeijt van Alkemade is
„een out adelijck stambuys oaer honderdon
„van jaren by ridderen ende adelijcke per-
„soone altoos beseten, waer op volgens
„getuygenisse van HypolitusPersfin Alckmena,
„de moeder van de groote Hercules haer
„residentie soude gehouden hebbeD, werd vant
„voorscbrovene huys bij allo historijschrijvers
„mentie gemaekt. Het heeft seer scboone
„treffdljjcko en menighuuldige achterleenen
„ende vasallen behalue sijn vissertje, swane-
„drifte en voorts sijn de vasallen verspreijt door
„Hollandt Westvrieslandt en Stigt Vytrecht
„ouor welcke persoonen diepuet onder hun
„vallende een vierschaer wert gespannen en
„recht geëxserceert gelflck uyt deese neuens-
„gaende copije: biyckt uyt de gehoude notu-
„len voor heer Sybrarit van Alckemade, mijn
„grootevader die sijn geschiet voor hem ende
„de&srifs leenmanne met recht den titel dan
„van Heer, gelyck alle de heere int landt,
„8oodanige plaesse ofte huijse besiltende den
„tijtel voeren en oock toekomdt. Deselue titel
„wort by de State van Hollandt weegena
„mijn geadmitteert, waer sg soggen: „Doen
„te weeten, dat wij opt versoeck vaD Jor. Floris
„van Alckemade, Heere van Out Alckemade"
„en als utjt deese neuonsgaende copije nader
„kan gesien werden, ende bier neuenseenige
„copije van vasallen die voor leenmannen aen
„mijn den eedt hebben gedaen. Deese uitgifte
„i9 ouer honderden jaren van alle oudsbeer
„koomende tyden door privilegije bij de graue
„toegestaeD, ende tot den dagh van huijden
„werden voor heer ofte leonheeron gehouden
„gelyck uyt monich placaete by Haer Ed.
„Moogende geëmaneert kan gesien worden.
„Aengaende allodiale goederen burdens daeghs
„tot leen te maecken is door placaet a°. 1619
„verboodon", etc.
Zonder nu met jonker Floris zoo boog zijn
geslachtsboom te laten opklimmen, kunnen
konden uit de jaren 1237 en 1244 wordt van
dezen Dirk gesproken. Den 22sten Maart
1277 ontvangt graaf Floris Y het land Qeere
in Riederwaard von Diederik van AlcJccmade
misschien wel een zoon van den vorig ge
noemde, en geeft het hem weder met het
schot van de dorpen Krimpen te leen, voor
hem, ztyn eebtgenoote en kinderen. Gehuwd
met een Aleidawier geslachtsnaam onbekend
Ï9, krijgt vijf jaren daarna gemelde Dirk
zoowel de groote als kleine tienden in Rieder
waard van den Graaf te leen.
Yan 25 November 1293 it een oorkonde
bewaard gebleven, welke daarom te merk
waardiger is, omdat zy het zegol van vronwe
Aleida van Alckemade en van haar zoon
Henric geeft. Op het eene zegel zien wfi een
staande vrouw, houdende twee schildjes,
beide beladen met een leeuw en dat van
Hel Huis DOud-Alkcmadc" bij Sassenheim.
baar zoon evenzeer. Of de leeuwen al dan
niet gekroond zijn, vinden wij niet aange
geven.
In het jaar 1296, vóór don lsten April,
werden door heer Jan van Kuik, ridder, de
bezittingen, welke hij te Leimuiden en te
RiJnzaterwoude bezat, onder de navolgende
bewoordingen aan Hendrik van Alkemade oroi-
gedrageD: „Wi Jan van Kuke, ridder, doe cond
„etc. —dat wi bekennen Heynric van Alkemade
„in enen leengoide Rinsaterwoude, Leyden-
„muiden ©Dde den tiende van Leydenmuden
„ende den Smaltiendo van Rijnsaterwoude
„ende van Leydemuden ende Scot van Ryn-
„saterwoude ende van Leydemuden, ende die
„mere van Rinsaterwoude ende die gbifte der
„kerken van Rinsaterwoude ende van Leyde-
„muden ende van Warmonde, ende alle die
„eijghen lude die mine waren ende der tiende
„van Katsndrechfc."
Yan eenen Diederik van Alkemade is in
hetzelfde jaar 1296 sprake, wanneer er uit
spraak wordt gedaan door eenige edelen in
een geschil, dat gerezen was tusschen Ryns-
burgs abdij en dezen Diederik van AUcemade.
De abdij beweerde, dat Dirk de tiende over
zijn heerlijkheid haar schuldig was, torwyi
deze zulks ontkende. Omdat deze oorkonde
ons de juiste ligging van de ambachtsheer
lijkheid geeft, willen wy haar in extenso
mededeslen. Aldus luidt zy: „Wi Jan van
„Ammers, Florens van den Thollen, ridderen,
„Jan Aloud zoone, baliu van Rijnland, Hughe
„de Hilnare ende Godevart Willem Sone van
„Zouterwoude, knapen, Saluet met bekennissen
„der waereid. Wi doen u te wetene, dat wi bi
„ghesuo rne ede ende bi onzer zielen gevonden
„hebben, bi den outsten ende bi den vroetaten
„dio wie ghevinden conden, ende bi horen ede,
„dat alle dat land dat tgoedshuus van Rens-
„borgh hevet licgbende in dat ambocht, dat
„Diedcric van Alcmade cocble jeghens d9n
„heero van Kuuc ende hadde op dien dach
„dat bijt kochto daar of zo gheven wi den
„voorghenoemden gosdahuse van Rensborch
„eweliko dim rechten tiende te besittene,
„mare es dat zake dat dien voerghenoemden
„goedshuse van Rensborch enich lan ane
„comen es, zeder dat die voorghenoemde
„Diederic van Alcmade dat voorghenoemde
„ambocht cochte joghons den heoro van Kuuc
„voorzeit, daar of gheven wi dien rechten
„tiende Henrike Diederic zone van Alcmade
jvoorzeid. Ende dit voorzeide ambocht is
„gheleghen tuschen Warmonde ende Rensaler-
waude ende den Zyl, ende Leydermeer."
Wa rop wij hijr dienen te letten is, dat
niet één enkele der hier genoemde van
Alkemade's ridder wordt genoemd. Eerst later
komen zy als zoodanig of als schildknaap
voor. Hendrik van Alkemadedie gehuwd was
met eene van Egmond, had slechts één
dochter, welke tronwde met eenen Van Ling?,
die heer van Busené was en aan wien zij het
goed Alkemade ten huwelijk medebracht.
Door deze ging het over op bun dochter
Janne van Linge, vrouwe van Busené en van
Alkemade, welke trouwde met heer Jan van
Borselen. Toen nu hun zoon, ridder Jan,
zonder kinderen overleed, kwam dö ambachts
heerlijkheid aan Hertog Willem van Beieren
als Graaf van Holland. Bij akte van 1406
verlyde deze dan ook het ambacht aan zyn"
zuster, vrouwe Margarets van Kleef. D?n
27aten April 1416 verkocht Eogelbert van
der Mark, bastaard, aan wien inmiddels de
heerlijkheid was gekomen, deze aan heer
Jan van den Woude, heer tot Warmond, voor
700 gouden Fransche kronen, en werd deze
ridder door hertog Willem er mede verlijd.
Toen heer Jacob in 1417 gestorven was,
werd den 11 den Februari 1420 diens zoon
Jakob door Jacoba van Beieren met „dat
„ambagt van Warmond, item dat ambagt
„van Woude, item dat ambagt van Alkemade"
verlyd, en nogmaals den 5den Februari 1427
door Filips van Bourgondië: by gif te, gunste
„en in voegel dinge van geleden schade"
met „die hoge heerlijkheid van Alkemade"
en van Woude met al wat er toebehoorde.
By zyn dood, in 1431, schijot de ambachts
heerlijkheid waarom is niet bekend 1
wederom aan de grafelykheid te zyn ge
komen, geiyk uit de volgende 0requeste"
uit de jaren 1592 en 1593 van den heer van
Warmond te lezen is: „Yertoont in aider oot-
„moet Jonker Jan van Duvenvoirde, Heero tot
„Warmond, Ambagtheere van Alkemade, en
„Woude, hoe dat hy Suppt. by de oude leen-
„brieven van zijn voorouderen beviot, dat
„alzoe wijlen Heer Jacob van den Woude, des
„Suppts. overoudegrootvader, door d'oorloge,
„ende ten dienste van den Grave van Holland,
„inder tyd zeer grote schade in zyne goeden
„hadde geleden, wijlen Hertoge Philips van
„Bourgondië, Gravo van Holland, indenjaere
„1427 de voors. Jacob van der Woude, in
„vergeldinge van zyne voors. schade ende ver-
„lies gegeven heeft die hoge heeriykhoyd van
„Alkemade ende Woude voors. tot een onver-
„sterflijk erlleen dan 't schynt dat zekere
„laüge jaeren daernae door slappe toezigte
„van de nakomelingen van de voors. Jacob
„van den Woude, de voors. Heerlykheden
„wederom gekomsn ende gebleven zyu aen de
„Graefiykheid van Holland, zonder dat nogtans
„in de registeren van Holland eenige oorzake
„word bevondeD, waerom des Suppts. voor
ouderen van de zelvo boogo heerlykheden
„wederom gepriveert zyn geweest; waer
„omme zoe kennelijk is en notoir, dat de
„Supplt. en zyn overleden heer vader ter
„defensie vant vaderland het Huys en Slot
„van Warmond hebben verloren, en daeren-
boven in hare goeden zeer onverwinneiyke
„schade hebben geleden ende des Diottemin
„des Suppts. heer vader, zoo lange hij geleeft
„heeft, ende Suppt. zonder jactantie hem altyd
„getrouweiyk ten dienste des Vaderlands
„hebben laten gebruyken, daerinne don Suppt.
„tot den lesten druppel bloeds toe verhoopt
„te continueren; zoo verzoekt hy Supplt. dat
„uwer Exce. gelieve hem Supplt. in vergel-
„dinge van zyne gelede schade wederomme
„te stellen in de geregtigheyd zyner voor
ouders gecompeteert hebbende, ende over-
„zulks hem te geven en te laten volgen ten
„onveratorfeiyken erfleen do voors. hoge heer-
„lykheyd van Alkemade en Woude, hem daer
„van doende expedieren brieven in beboorlyke
„forme, gelyk uwor Exce. eenige andere in
„vergeldiDge van gedane diensten sommige
„andere hoge heerlykheden gegont endegego-
„ven heeft, 't welk doende, etc."
Gei
teentcraad van Leiderdorp.
Zitting van gisteravond.
Met den burgemeester als Voorzitter waren
tegenwoordig zes leden. Afwezig was de heer
L. Sillevis.
Na opening met gebed werden de notulen ge
lezen en onveranderd goedgekeurd.
Iugekomen was een schrijven van den hoofd
ingenieur van den Provincialen Waterstaat, dat
de klacht van het gemeentebestuur over onvol
doende verlichting der Leidcrdorpsche brug door
hem ter kennis is gebracht van Gedepoteordo
Staten. Dit schrijven benevens het proces-verbaal
van kasopneming bij den gemeente ontvanger en
eenigo disposities van Gedeputeerde Staten werden
voor kennisgeving aangenomen.
Den Raad werd aangeboden het jaarlijksch ge
meenteverslag, dat voor do Raadsleden ter visie
zal wordon gelegd.
Benoemd werden tot leden van het stembureau
voor de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen
de heeren v. d. Stoel en Moraal, als 3de lid de
heer Yerkley.
Na de vaststelling van het kohier schoolgeld
lste kwartaal 1899 kwam in behandeling het voor
naamste punt der agenda: Subsidie aanleg tram
weg LeidenAmsterdam.
Ingekomen was een verzoek van de Hollandscho
Electrische Spoorwegmaatschappij te Amsterdam,
om voor 20 achtereenvolgende jaren de rente ad
4% te garandeeren van een kapitaal van f 15,000.
De Voorzitter deelde hierbij mede, dat in het
ontwerp voor den aanleg van bovengenoemden
tramweg nog een zijlijn is opgenomen en liet een
schetskaartje van dit gewijzigd ontwerp circuleeren.
Bij beschouwing van dit kaartje viel het den heer
Boot en anderen leden op, dat de richting der
tramlijn door deze gemeente een andere is dan die,
welke is aangegeven op een vroeger overgelegde
grootere kaart. Deze afwijking was aanleiding tot
een vrjj lange discussie en deed den heer Moraal
den Raad in overweging geven, dat, om tot meer
duidelijkheid en zekerheid botreffehde do zaak te
komen, nan bovengenoemde maatschappij eorsè
inlichtingen zouden wordon gevraagd, aleer een
besluit werd gonomen. B. en Ws. stelden ccht^Jj
voor, on» voor 15 jaren de reuto te garandeeien
van (en kapitaal van ƒ18,500, onder voorwaarde,
dat do richting der tramlijn door deze gemeente
worde onderworpen aan de goedkeuring van den
Rand. Door deze voorwaarde, meenden B. en Ws.,
werd aan het bezwaar van den heer Moraal
togpj^ft gekomen. De meerderheid der r&adslcden
ve..»'-*»de zich voor dit voorstel. De heer Moraal
bleef echtor bjj zijn voorstel, om de zaak aan te
houden tot een volgende vergadering, wanneer
ae Raad beter is ingelicht. Hot voorstel vriïi
B. en Ws. werd in stemming gebracht en aange
nomen met 4 tegen 2 at., die der heeren Moraal
en v. d. Stoel. Deze laatste verklaarde bij het
uitbrengen zjjner stem, wel te zijn voor de rente-
garantie van een kapitaal van f 12,000, waartoe
in een vorige vergadering in beginsel was besloten.
Nadat nog oen beschikking wa9 genomen met
betrekking tot ondersteaningsgeld aan zekere
vrouw Z., werd op voorstel des Voorzitters over-
gegaan tot een zitting met gesloten deuren. Deze
heropend zijnde, deed de Voorzitter de gebruike
lijke rondvraag. Daar niemand echter het woord
verlangde, werd de openbare vergadering gesloteq.
tot oprichting eener Vereeniging op
Donderdag 11 Mei, des namiddags
te 2 uren, in het Café „De Winter
tuin", Oude Vest No. 31.
In hun eigen belang noodigen wij
alle tuindersknechts tot bijwoning
dier vergadering uit. 3824 12
biedt zich aan zoor een of ander Heb rl)l-
vverk, liefst van des morgens negen tot
des avonds vjjf of zes uren, te Leidtn of
Haarlem. 3823 9
Brieven franco onder letter W No. 321
aan KOOYKER's Centraal-Advertentie-Bureaa
te Leidon.
JUWELIERS.
Atelier voor Reparaliën.
3828 14 Opgericht Anno 1822.
's-Gravenhage, Dordrecht,
Spuistraat 69. Voorstraat 415.
i»no>or
van Goud,Zilver, enï
TEGEN DE
nu 3729 l.|
IE1. W ESSEL,
Haarlemmerstraat 119»
recht over do Donkersteeg.
I-,-2* f.ffi-'
van de Stearino-Kaaraenfabriek
„APOLLO", te SCHIEDAM.
BMROOND: x
te Wemen in 1873 met de Ver dienst-Medaille,
te Parijs in 1878 met de Oouden Medaille,
te Amsterdam in 1883 met de Oouden Medaille,
te Antwerpen in 1885 met het Eerc-Diploma.
(Hoogste onderscheiding.)
Deze kaarsen venken niet na en ;eveti
zeer weinig r«ok b(J het uitblazen.
Zijn verkrijgbaar bi) alle voorname Winkeliers-'
7883 13
Als de Meimaani is gekomen,
't Jeugdig groen alom verschijnt,
En het dorre Wintertooisel
Door de Lentezon verdwijnt,
Is 't een ware pracht daarbuiten;
illea prijkt in frissche kleur,
Allee loeft, herleeft en schittert,
OveraLis lloesemg ur.
En de raenech blijft dan niet achter,
Volgt het voorbeeld der natuur
I En vernieuwt z(jn huis en woning;
Reinigt alles flink, secuur.
Vroeger ging dat niet gemakk'HJk
't Kostte moeite, geld en tijd,
W.nt aan Zeep eQ toebehooren
Was m' oen aaruig duitje kwjjt.
Maar dio tijd-.n zfln vervlogen;
g Niauwe tijd traebt nieuwen raad,
Bracht tot vreugd van ied're buievrouw
Een uitstekend fabrikaat.
8TCIVER8ZEEP is'tj'k zeg niets
Iverder,
Want 't wordt overal vermeld,
Dat DIE Zeep de WIDE ZEEP is:
Goede waar voor weinig gfld.
Naamlooze Vennootschap
i Vcreenigde Zeepfabrieken,
Rotterdam.
Zendt Uwe strookjes voor de
Vierde Premieverdeellng uiterlijk
31 Mei a. s. 3820 36