Kamers van Arbeid. Heemstede. De heer Adam Van der Horst herdacht deze week den dag, waarop hy 40 iaar geleden tot directeur van het R.-K, Zangkoor „St.Bavo", alhier, werd benoemd. Na de H. Mis voreenig-Jen de zangera zich ten huize van een jubilaris, om, met hun gelukwenscben, hem een ODyx schoorsteen garnituur als aandenken aan te bieden. Leiderdorp. Gisteren had het driejarig zoontje van v. L. het ongeluk al spelende in en aan den Lagen Ryndyk grenzende sloot te water te geraken. Het mocht den heer v. d. S., die zich te water begaf, gelukken, het knaapje weder op het droge te brengen en van een wissen dood te redden. Oude-Wetering. De rekening over 1898 van den Googer Polier, alhier, is door stem gerechtigde ingolanlen vastgesteld aan in komsten op f 2067.405, uitgaven f 1723.745, batig saldo f 343.66. De fcegrooting voor 1899 aan inkomsten op f 1422.16, uitgaven f 1421.20, g09d slot f 0.96. De omslag voor 1899 op f 3.45 per hectare. Tot JiJ van het Bestuur (vacature wijlen do heer H. Van der Salm, aftr. 1902) is ge kozen de heer J. Pouw Bz. Roelof-Arcndsvccn. Den 25sten April vergaderde de Roelof-Arendsveenscho "Wiel- ruderiVrroeniging, „Ket Stalon Ros". Een algemeene clubtochfc wtrd uitgeschreven op Zondag 30 April te halftweo van af Roelof- Arendsveen naar Sassenheim, Noordwijk, Kat wijk, Rijnsburg, Leiden, enz. terug naar Roelof- Arendsveen. Verder werden weder 3 leden geballoteerd en aangenomen, zoodat de ver- eemging thans 32 leden telt en in goeden doen verkeert. ARION. Ten aaDboore van een niet zeer talrijk publiek, waaronder de beschermheer der Ver- eeoiging, gaf „Arion" gisteravond zyn tweede uitvoering in dit seizoen. Gezellig zitten in zulk een vrij dun bezette zaal was het nu juist niet; wat nog meeviel was, dat de acustiek zich zoo goed hield, want die kan, als de zaal niet vol is, somtijds heel raar doen. Misschien zullen de m aanbouw zijnde zalen van „Hotel du Nord" en het „Volkshuis" voldoen in de behoeften van al die concert- gevende vereenigingen, die niet zooals de beide „Toonkunsten" en „Sempre Crescendo" in etaat zijn de geheele Gehoorzaal te vullen. Het programma bestond vóór en na de pauze uit een koor, vervolgens twee solisten en dan nog eens koor: afwisseling dus genoeg, hetgeen by het eentonige, dat elk niet ge mengd koor aankleeft, misschien niet onge- wenscht is. Toch zou ik „Arion" gaarno ook eens in eoa groot werk willen booren, al krijgen wy dan ook een geheelen avond niets dan mannenstemmen. Terwijl de toondichters zich al heel weinig hebben doen gelegen liggen aan de compositie ▼an werken voor vrouwenkoor, bestaat er voor mannenkoor met orkest een schat van heerlijke werken. Men krijgt ze echter onge veer nooit te hooren. My dunkt, het ligt op den weg van „Arion" het publiek eens van $ie kunstwerken te doen genieten, althans ■yntiien de bruia het trekken kan. Ik moet er echter op wijzen, dat, als ik zeg orkest, ik dan ook orkest bedoel en niet e?n willekeurig zootje strykt-rs met een onbeholpen piano er achter: liever niets dan datl Al zou ik gaarne eens een groot Requiem of Te-Deum met orkest hooren, daarom ben ik oebter geenszins ondankbaar voor wat er schoons is op het gebied van mannenkoor zonder begeleiding. Wat „Arion" hiervan gis teravond ten geboore heeft gebracht, zal zeker algemeen in den smaak zijn gevallen. Zoowel Wüllner'8 „Jubilate" en Dupont's „De geboor tegrond" als Bruch'8 „Vom Rhein" zijn wer ken van groote schoonheid. Van Gheluwe's „De Roos" kon my nu niet zoozeer bevallen. Het laatsto stuk „Waldharfen" van Schultz werd met piano begeleiJ, hetgeen er niet toe bijdraagt den klank van het geheel mooier te maken. De heer Brinkman, uit Den Haag, zong hierin wegens ongesteldheid van den heer Gro nendyk den kleinen tenor-solo op ver dienstelijke wijze. Het koor was goed op dreef, ofschoon ik my toch meen te berinneren, dat ik het nog wel eens beter heb gehoorJ. Zoo nu en dan leek het my of de tenoren niet by alle hooge tonen konden en hoorde ik een verdacht falset-geluid. In „De Roos" was deklankvir- houeing i iet altyd even goed en vloeide het figuurwerk wel wat ineen (dit kan echter ook aan de betrekkelijke leegte der zaal hebben gelegen), doch in elk geval zijn dit maar kleine opmerkingen, waardoor de gunstige indruk van hel geheel in htfc minst niet is geschaad. De beide solisten waren Haagscho dames: mej. Wilh. Meershoek, de zangeres, herinner ik my niet ooit gehoord te hebben, doch de violiste, Fieta Dermout, bad hier al eens een jaar of vyf geleden het was by gelegenheid van de eerste uitvoering van „De Schip breuk" - grooten bijval ingecogst. De sopranists is my niet wonderwel te- vallen Aan het geluid hapert het niet, maar zy maókt er niet altyd even goed gebruik van: er was my nog iets ongeschoolds in haar stemuitzetting. Wat my echter meer hinderde was bet voortdurende vibreeren, waardoor baar zang den indruk van onzuiver moest maken. Dit was echter niet slechts een indruk: zy zong meest een sDippertje te hoog, zoo nu en dan zelfs wel eens gewoonweg valsch. Met haar voordracht kon ik my ook al niet ton volle vereenigea. Schubert's „An die Musik" en Mendelssohn's „Jerusalem" mogen nu wel niet vlug gezongen worden, maar aan de langzaamheid zyn toch ook grenzen! Mej. Dermout beschikt èn over een zeer ontwikkelde en zuivere techniek èn over een breedon, vollen toon èn over een zeer muzi kale voordracht. Zy speelde een mooi „Adagio" van Ries, een matige „Gavotte" van Bohm en Schumann's overschoono „Fantasiestücke op. 73". Ik hoop, dat wy deze jonge kunste nares nog eens meer te genieten zullen kryg^n. Een voor alles even dankbaar publiek dwong beiden solisten een toegiftje af. Ten slotte nog een vraag: Wat beteekenen de woorden: „Aanvang des avonds halfacht uur?" d. G. Yereeniging tot bevordering der Bouw kunst te Leiden. Zeven-en-twintigste Vergaderinggehouden in het Nutsgebouw Aan deze vergadering ging vooraf een kunst beschouwing van het plaatwerk. „Die Renais sance in Belgiën und Holland," welwillend afgestaan door den heer W. C. Mulder. De voorzitter, de heer C. R. Van Ruyven, opende de vergadering, de laatste van dit seizo.-n, en wees er op, dat, waar bier nog tegenwoordig waren een vyf en-twintigtal leden, dit naar evenredigheid eon flink aantal was, immers, de vakmannen zijn met de schoonmaakdrukte enz., allen in de weer en blyven na afloop hunner dagtaak liever rustigjes thuis. Als spreker trad in deze vergadering op een goede bekendo der vereeniging, n. 1. de heer Jan De Quack, arcbit.it te 's-Gravenhage. Slechts enkele dagen te voren was de heer De Quack door het bestuur uitgenoodigd een spreekbeurt te vervullen, en wel in verrand met een ongesteldheid van den heer Lampe, die als spreker zou zijn opgetreden. De secretaris was van meening geweest, dat de heer De Quack slechts het eene of andere onderwerp voor het grypen bad en als 't ware uit de mouw schudden kon; dit, zeide spreker, is echter niet zoo, daar hy steeds, wanneer bjj het eene of andere onderwerp behandelt, een ernstige studie er aan vooraf doet gaan. En zoo waren de aanwezigen dan voor het treurige geval geplaatst een lezing van den be^r De Quack te moeten aanbooren zonder voorafgaande stu'ie. Tot onderwerp had spreker gekozen„Een Bouwkundige Improvisatie", zulks aan de hand van e n werkje, dat en passant ieder geraden wordt te koopen, en getiteld „La composition décor«tivo" par Henri Mayeux, Paris. Zoo gaf de heer De Quack op een allerduidelijkste wyze den inhoud van dat werkje weer, en toonde met tal van keurige schetsen aan, welke wetten door de decoratieve kunst zijn vastgesteld. Zoo zag men ten eerste tijdens Lodewyk XIV de zuiver natuurlyke vormen duidelyk by het dccoreeren toepassen, om bij Lodewyk XV over te gaan in half natuurlijke, half decoratieve vormen. Vervolgons kwam spreker vanzelf tot de symmetrie en toonde aaD, dat bjjv. by het rococo ornament, waar de symmetrie geheel ia verbroken, door aanvulling met verschillende motieven, het oog aangenaam wordt aange daan. En zoo doorgaande, gaf spreker in woord en beeld te aanscboawen wat we verstaan onder decoratief, waar samenspel van lynen en kleuren iets schoons doet zien, dat echter in werkelykheid niet is uit te voeren, en de decorateur zelfs perspectievische schilderyen bedriegiyk in do h jours nabootst. Ook do vlakversieringen der Egyptcnaren kregen een beurt, terwyi spreker op handige wyze don invloed aantoonde, dien enkelo lynen kunnen uitoefenen op overigens geiykvormige ge bouwen. Evenzoo werden uitvoerig behandeld de heraldische vormen en de leer van het even wicht, terwyi byv. by den waaiervorm werd aangetoond boe scbynbare nietigheden kunnen bydragen tot verfraaiiog van het geheel. En dan cie diervormen, wat zien ze er anders uit en-silhouet dan massief, waardoor ook vaak onmogelijke teekeningen worden uitgereikt, waarnaar de beeldhouwer niet kan werken, en dus zelf zyn model moet scheppen. Zoo ook werden aangetoond de eischen, die ge stel i moeten worden by het vervaardigen van ontwerpen van decoraties voor glas in lood, doch ook de kleurenschakeeringen onder Louis XIV en XV werden besproken, terwyl spreker tot slot nog door eenige schetsen de platteelbakkery behandelde. De clou van deze causerie is deze, dat de decorateur zich rekenschap moet geven van het materiaal, waarmede gewerkt moet wor den, waar 't voor dient, met welke kleuren het in de buurt komt, doch ook voor welken tyd het is gedacht, terwyl tot besluit do warme genegenheid van iedereen werd opgewekt voor da decoratieve kunst. Werkelijk, de heer De Quack moge dan al zooals hy in 't begio zeide geen onderwerpen uit de mouw kunnen schudden, dit ztlfde scheen dan to.h wel het geval te zyn met het groot aantal schstseD, die in een ongelooflijk korten tyd te voorschyn werden gebracht. Dit is een gave, zoo zeide de voor zitter in zyn dankbetuiging, om werkelyk jaloersch op te zyn; de spreker heeft slechts gesproken van een causerie en van con ge- improviseerde verhandeling, maar juist die improvisatie, toegelicht met zulke karakteris tieke schetsen, heeft deze spreekbeurt in hooge mate aantrekkelyk gemaakt. Nogmaals harteiyk dank, geachte heer De Qoack. Ingekomen waren: lo. een bedankje van den vader van een ex-leerling dor Ambachtsschool, welko leerling voor rekening der Vereeniging de school hoeft bezocht; 2o. de conduite van den leerling, die nog de school bezoekt. Een 23 tal leden verklaarden zich voorloopig bereid deel te nemen aan een excursie naar het kasteel Haar Zuylen, waarop de heer Cunaeua vroeg of er, ingeval dit uitstapje niet kan geschieden, andere plannen zyn, waarop de Voorzitter releveerde, dat dan het plan van het vorige jaar op de voordracht staat, n.l. bezoek aan Haarlem en do beziens waardigheden. Een vraag omtrent roetmuren en de radicale verwydering hiervan werd by monde van den heer H. J. PlaDjer, mede namens den heer L. J. Boekwyt, afdoende beantwoord, en wel door het geven van advies in deze, nl. eenige malen bestryken met bloed van een versch geslacht rund, of anders be plakken met glas, zonder onierlinge aan rakingspunten van de specie achter de glas platen. Deze laatste remedie is door den heer Boekwyt met succes toegepast. De Voorzitter deelde mede, dat in het a. s. seizoen als spreker zal optreden dr. Schmeltz, directeur van het Ethnograpbisch Museum, alhier. De heer M. J. Rietbergen word als nieuw lid toegelaten. De heer A. J. Vredeveld recom mandeerde voor de leescirkels het vakblad „De Steenhouwer". Het bestuur zal hierin nader besluiten. Met een opwekkend woord sluit de Voor zitter de vergadering. F. A. W. PRIJSVRAGEN, DOOR RECTOR EN SENAAT der UNIVERSITEIT TE LEIDEN den lsten Mei 1899 uitgeschreven. Overeenkomstig Art. 49 der Wet op het Hooger Onderwys worden de Studenten aan de Nederlandsche Universiteiten uitgenoodigd hun krachten te beproeven aan de behandeling van de navolgende onderwerpen, opgegeven door de Faculteit der Godgeleerdheid. I. Een vergeiykend onderzoek van den Griekschen godsdienst in de zoogenaamd pelasgische periode en ran den Roraeinscben vóór de opneming van Griekscho eerdiensten. N.B. Het woord Romcinsch niet op te vatten in de engste beteekenia. Latynsche en andere italiotiscbe eerdiensten, waaraan de Romeinen deelnamen, mogon niet worden uitgesloten. n. De Faculteit verlaDgt een verhandeling over de Essenen, gebaseerd op oordeelkundig gebruik der bronnen. Faculteit der Rechtsgeleerdheid. I. De Faculteit verlangt een verhandeling over de regeling van bet bewys van feiten betreffende den staat der personen, in het Nederlandsche privaatrecht en de voornaamste buitenlands.he wetgevingen. II. De Faculteit verlangt een verhandeling over den overgang der procedure per legls actiooes tot die per formulas in het Romeiosche recht, met aanwyzing van den tyd waarin en de wyze waarop deze over gang heeft plaats gevonden en van zyn gevolgen voor den algemeenen gang der ontwikkeling van het privaatrecht. Faculteit der Geneeskunde. I. Do Faculteit verlangt een onderzoek, door middel van Roentgen's stralen, omtrent de onderlinge verhouding der beenderen van don voorarm en van den handwortol by ver schillende standen van de hand, ingeleid door een kritisch overzicht van de vroegere meeDingen en opvattingen daaromtrent. Over legging van radiographieën by het antwoord is gewenscht. II. De Faculteit verlangt, met het oog op verschillende mededeelingen over de gunstige werking van de inspuiting van gelatine- oplossingon by bloedingen en by aneurysmata, een onderzoek omtrent den invloed van gelatine-oplos8ingen op de bloedstolling. Faculteit der TFis- cn Natuurkunde. I. De Faculteit verlangt een zooveel mogeiyk volledig overzicht van de onderzoekingen, die betrekking hebben op pseudo-elliptische integralen. Dit overzicht moot bevatten een duidelyke uiteenzetting van de verschillende hanriel- wyzen, tie zyn aangewend om pseudo- elliptische integralen af te leiden, of om kenmerken voor bepaal ie klassen van zoo danige integralen vast te stellen. Het zal zeer op prijs gesteld worden, indien oorspronkelijke beschouwingen aan het ge vraagde overzicht worden toegevoegd. De Faculteit verlangt een onderzoek van het werkzame bestanddeel in een af andere drogery, by voorkeur ontleend aan onze Indi sche koloniën, die nog niet of nog slechts voorloopig in die richting onderzocht is. Faculteit van Letteren en Wijsbegeerte. I. Wat leeren de boeken Kronieken, Ezra en Nehemja aangaande den bescbavingstoe- stand der Joden (taal, recht, godsdienst enz.) in den tyd des schryvers? II. Judicium quod de Juvenale tulit NisarJ, laudatus a Boissierio (L'opposition sous les Cósar8, p. 302 sqq.) accurato subiiciatur examini. De vragen worden beantwoord in de taal, waarin ze gesteld zyn. De antwoorden, geschreven met een andere hand dan die van den auteur, worden vóór 1 Mei 1900 toegezonden aan den Secretaris van den Senaat der Universiteit. Zy worden goteekend met een spreuk en gaan vergeaedd van een verzegeld Iriefje, dat dezelfde spreuk tot opschrift heeft eu den naam en het adres des schryvers bevat. Op den derden Dinsdag van de maand Sopt. 1900 wordt het oordeel der Faculteiten over de ingekomen verhandelingen afgekondigd en aan de schryvers dor moest voldoende ant woorden, die door de Faculteiten der bekroning waardig zyn gekeurd, de gouden eerepenning uitgereikt. De uitslag van de gisteren alhier gehouden herstemming voor leden der Kamers van Arbeid is als volgt: TextlelnU verheid. Patroons (4 leden). Uitgebracht 8 g:ldige stemmen. GekozenF. H. A. Driossen, S. J. Le Poole, mr. F. Was en W. Pera, respectievelyk met 7, 6, 6 en 3 stemmen. Toedlngs- en Genotmiddelen. Patroons (5 leden). Uitgebracht 4 geldige stommen. Gekozen: C. C. Tieloman, J. Hartevelt Az., A. De Koster, G. J. De Casparis en D. A. J. Hoogenstraaton, respectievelyk met 2, 2, 2, 1 en 1 et. Boekdrakkersbedry vea. Werkman (1 lid). Uitgebracht 80 geldige stemmen. Gekozen: H. W. Hageman, met 44 stemmen. INGEZONDEN. Een gebeurtenis In het Plantsoen. Het ongemotiveerd neerschieten van vogels. Een paar woorden wil ik in het publiek uiten, om myn ergernis te kennen te geven over de handeling van iemand, die gisteren bezig was aan het Plantsoen, alhier, drie nesten vao roeken te vernielen door de oude zoowel als de jonge vogels dood te schieten. Hoeveel vragen by my opkomen over het gemoedsleven van een mensch, die dit kan doen, kan ik in deze weinige regelen niet zeggen! Wat deden die algemeen als zeer nuttige dieren békend staande vogels daar voor kwaad? Herinnerden zy den jager te veel aan 's raenschen wreed en egoïstisch optreden in de natuur; zóó wreed en egoïstisch, dat de vroeger menigvuldig voorkomende roeken- kolonies, waarvan het aantal individuen byna niet te schatten was, gereduceerd zyn tot op enkele weinige, wier individuen-aantal meestal beneden 10 blyft? Zou bet duB een verkeerde uiting van gewetenswroeging geweest zyn? Wy betwijfelen het en wy durven ver onderstellen, dat het een daad van onbe- grypeiyko willekeur is geweest. De jager kon niet aanzien, dat er behalve de mensch nog andere levende wezenB in de wereld zyn, die met volle recht een klein woonplaatsje verlangen en als buur voor die woning aan den mensch indirect voordeel aanbrengen nog bovendien (iets wat hy niet eens recht matig mocht eischen) en een voordeel nog we), dat op geen enkele andere manier aan gebracht kan worden. De jager kon tevens niet aanzien, dat ook by die dieren de lente haar invloed deed gelden; die groote ouderliefde aan te zien, die beslist veel grooter is dan ooit by den mensch het geval is, neen, dat was hem een doorn ia het oog! Daarom schoot by maar fluks èn de weerlooze jongen èn de op die hoogte niets tegen hem doen kunnende ouden dood. Op een terrein, dat niet van hem zelf was, trad hy op zooals een gevoelsmenscb niet eens op zal treden op gronden, die van hem zelf zyn. Hy was heelemaal vergeten, dat hy in een natuur leefde, die in stand gehouden word, niet door hemmaar door zyn mede schepselen, die hy verachtte, omdat hy niet op de hoogte stond, om te begrypen wat die dieren te betoekonen hebben in de keten van levende wezens, waarvan geen enkole schakel gemist kan worden. 01 die arme jager 1! B. v. d. V. Uit de „Staatscourant." Kod. besluiten. Benoemd: bij het wapen der artillerie, bij bot 1ste regiment vesting-artil lerie, tot kapitein, de eerste luitenant V. Noest, van het 4de regiment vesting artillerie; bij liet corps pontonnieis, tot eersten luitenant, de tweede luitenant H. J. D. Van Maanen, van het corps. Aan den officier van goz. der 2do klasse S. Biegel, van het personeel vnn den geneeskundigen dienst dor landmacht, op bet daartoe door hem gedaan verzoek, oen eervol ontslag uit den mili tairen dienst verleend, en die officier van gez. benoemd tot reserve-officier van gez. der 2de klnsse bij de landmacht. Rijksveeartsenijschool. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter algemeene kennis, dat het examen om als leerling aan 's Rijks Veeartsenijschool te Utrecht te worden toegelaten, zal plaats hebben in dn eerste helft der maand Juli a. s., en dat zij, die dat examen willen afleggen, zich schriftelijk, mits portvrij, vóór 1 Juni a. 8., bij den directeur der school moeten aanmelden. Voor nadere bijzonderheden zie de „Sts.-Crt." van heden, No. 100. Gemengd Nieuws. Wy herinneren aan de reods meermalen in ons blad geplaatste publicatie, waarby de tappers aan de betaling van het vergunningsrecht worden herinnerd. Gelyk men weet, is het hier sedert onheuglyke jaren gebruikeiyk, dat de Mei maand den avoni te voren vat* den stad huistoren wel niet wordt ingeluid, maar door het carillon wordt ingespeeld, terwijl de fontein op de Vischmarkt dan voor het eerst weer haar waterstralen uitwerpt. Aangezien het carillon na de herstelling van den toren echter nog niet in orde is, kan de bespeling hedenavond (morgen, d. i. de laatste April,' is het n. 1. Zondag) niet plaats hebben en daarom zal het muziekcorps der dd. schutter^ thans van 6 tot 7 uren van den rondgang van den tor6n de Mei-maand inblazen. Van do vyf aan het „Volkshuis"; op de Haarlemmerstraat verbonden winkel huizen is er thans het tweede geopend. Naast „de Bloemenkorf' heeft men er nu „do Ster", beiden zaken van aanverwante artikolen. Da nu geopende zaak van den heer C. H. Van Dyk is een manufactuur-, tricot- en garen en band-magazijn en maakt op dit gedeelte der straat, onder den trotschm gavel van hot breede gebouw, een kranig figuur Het is er keurig netjes en de geëtaleerde artikelen voldo.-n er uitstekend. Niettegenstaande deze ni uwe_zaak van den heer Van Dyk, tlyft zyn ouce, elders op de Haarlemmerstraat, voorloopig nog aldaar gevestigd. Maandag a. s. nemen de miliciens der jongste lichting van het 2de bat. 4de regt. infanterie, alhier in garnizoen, voor het eerst deel aan de schietoefeningen, welke plaats hebben op het schietterrein naby Katwyk- aan-Zee. Gisteren werd tydens de vee markt op den Ouden Singel de 80-jarige F. door een stier omvergeloopon, met het treurig gevolg, dat de man zyn dyceen brak. Hy is naar zyn woning op de Nieuwe Beestenmarkt gebracht, waar onmiJdeliyk heelkundige hulp werd ontboden. Door oen agent van political- bier is gisteravond een persoon, die op ver boden tyd een zak met vleesch vervoerde, aan gehouden en naar het keurlokaal geleid, waar het vleesch aan een keuring werd onderworpen. Tegen den overtreder zal proces-verbaal wor.en opgemaakt. In het Wykstraatje alhier zou den gisteravond een paar jongens een vlieger van een dak halen en klommen daartoe op een ladder. Op zeker oogenblik kreeg de ladder een schok, betzy een ander er uit onvoorzich tigheid tegen aan stootte, hetzy dat de ladder niet goed stond, coch het gevolg was, dat de jongen, die bovenaan stond, er af viel en op em op straat staanden jongen terecht kwam. Deze werd opgenomen met een gebroken vost, terwyl de jongen, die viel, met het gezicht op de straat8teen9n kwam; zyn val was echter voldoende gebroken, zoodat hy er wel met oen opgezwollen gezicht af zal komen. By het arreBteereo van een be- schonken persoon, die op straat en in tappe- ryen spektakel maakte, hebben zich gisteren twee personen schuldig gemaakt aan v&rzeC tegen en mishandeling van de politie. Beiden zullen worden vervolgd, terwyl zy zich tóven- dion zullen te verantwoorden hebben wegens diefstal van een viertal glaasjes uit een tappery.- Van iets zullen de leden der Ontwapeningsconferentie waarschynlyk naar hartelust in Den Haag kunnen genieten. De grachten stinken weer afschuweiyk! (F.) Een blok van een scheurkalender, dat van Haarlem uit als een drukwerk onder kruisband verzonden was, is aan de gr-nzen teruggezonden, omdat bleek, dat er een gou len broche in verborgen was. {Baarl. Hgbl.) Een waarzegster als detectif. Door familie van het zevenjarig knaapje, dat sedert eenige dagen in Dod Haag vtrmiat wordt, werd, naar men mededeelt, een waar zegster geraadpleegd omtrent de plaats, waar bet kind te vinden zou zUd. Deze zou he| huis aangewezen hebben, waar het kind werd opgehouden. De politis overtuigde door een onderzoek de menschen, dat de waarzegster bet mis had. Het kind werd in de aangewezen woning niet gevonden. De wielryder, die Zondagavond jl. op den Loosduinschen weg, te 's-Graven hage, met een anderen wielryder in botsing kwam, is gisteren ten gevolge van zyn bij den val bekomen ernstige verwondingen, overleden. Voor de Amsterdamsche recht- bank stonden terecht A. A. L. Boere, ry wiel- hersteller, en W. Boero, schoenmaker, wien werd ten last9 gelegd, dat zy in den avond van '22 December 1898 inbraak hebben ge pleegd op de 2de verdieping van een woning aan do Nieuwmarkt te Amsterdam en daar hebben weggenomen: eon zilveren horloge, een gouden dameshorloge met gouden ketting, een paar manchetknoopen, een broche, een klein gouden medaillon met gouden ketting, een groot gouden medaillon, een gouden heeren- horloge met gouden ketting, een medaillon met kompas, een snoer pAarlen met gouden slot, vier snoeren kralen met gouden slot^ een gouden halsketting van vyf snoeren met slot, een paar oorbellen, een paar kinder- oorbelletjes, een gouden oorbel met koralen steen, een riog met zwarten steen, een zil veren oorring. Na eon breed getuigenverhoor requireerdo h t O. M. tegen elk der beklaagden 6 jaar gevangenisstraf. Het O. M. by de rechtbank 16 's-Hertogenbosch eischte tegen L. V., van meineed beschuldigd, 1 jaar en 6 maanden gevangenisstraf. Voor eon dame by Haarlem, di^ op haar boerdery uitsluitend roode koeleti wil hebben, werden in den omtrek van WyhJi v( rscheidene runderen van die kleur opgekocht» Voor twee koeien van den veehouder R. Van Merle te Marle onder die gemeente werd 't ia haast niet te gelooven - f 675 betaal^'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 2