N°. 12019 Maandag; 1 Mei. A°. 1899 §eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Vierde Blad. Leiden, 29 April. Feuilleton,. DE RENTMEESTER. ei IEIDSCI M&BLAD. PRIJS DEZER COURRTTTi Toor LeJdeo per 8 cpaandeo. |.t(X {Franco per poet 1.40, Afzonderlijke Nommers 0.05. PHUS DER AD VERTEN T1ÜN Van 1-6 regels f l 06. tedere regel meer f 0.17 J. - Grootert lettere naar plaatsruimte - Voor het incasseerod bulten da stad wordt f 0.05 berekend Door den ingenieur van het stoomwezen berden by zyn laatstgehouden inspectie de cchoorsteenloop en vuurmond van den ketel der Liernurinrichting afgekeurd on werd tevens medegedeeld, dat uit een nader onderzoek (door hem in te stellen, nadat de tinnenketel sou zyn uitgenomen) zou moeten blyken of behalve deze herstellingen nog andere voor zieningen zouden moeten worden getroffen. Reeds thans ovenwei staat vast, dat, ook indien de noo iigo herstellingen tot de boven genoemde beperkt mochten blyven, deze met inbegrip van de hooge kosten voor het huren ▼an een locomobiel, een uitgave zouden ver- ©lachen van 800, terwijl de aankoop van oen geheel nieuwen ketel voor 865 kan plaats hebben. Dientengevolge en ook met het oog op het spoedeischende der voorziening werd door B. en Ws. aan den directeur van gemeente werken opgedragea voor de aanschaffing van ©en nieuwen ketel zorg te dragen. Daarna zou dan de bestaande ketel kunnen worden gerepareerd voor een som van circa f 475. Ook dit laatste komt B. en Ws. wensche- lyk voor, daar dan steeds een reserve-ketel aanwezig zal zyn, welke by een eventueel voorkomend ongeval zal kunnen dienst doen ©n dan tevens de kosten tot dia van de eigenlijke herstelwerken zal beperken. "Wat de kosten betreft, vertonden aan den aankoop van den nieuwen ketel en de repara tie van den ouden, zoo komt het B. en Ws. ▼oor, dat deze uitgaven als van buitenge wonen aard mogen worden beschouwd en dus niet ten laste van één dienstjaar behoo- ren te worden gebracht, maar uit do buiten gewone ontvangsten zullen moeten worden gestreden. In dit geval zal echter de aflossing xler loening in korter tyd moeten geschieden, dan in den regel by het aangaan van geld- leeningen wordt bepaald. B. en Ws. zouden daarom ook nu weer het stelsel willen toe passen, destyds by de vernieuwing van de Turfmarktsbrug gevolgd, en jaarlyks een ge deelte van de te loenen gelden op de begroo- ting in uitgaaf willen brengen voor Aankoop ▼an inschryvingen op het Grootboek of Aflos- 6ing van geldleenlng. By bepaling van dat gedeelte op 5 van de geheele som zal dan de leening in den tyd van 5 jaar zyn afgelost, hetgeen B. en Ws. met het oog op de voor gedragen uitgaven wenscheiyk voorkomt. Op grond van een en ander geven zy in overweging tot vaststelling van den ovtrge- legden suppletoiren begrootingsstaat, dienst 1899, in ontvangt en uitgaaf ten bedrage van f 1340, over te gaan, en stellen tevens voor te besluiten, dat gedurende vyf jaren telken 'jare, aan te vangen met het jaar 1900, een ▼yfdo gedeelte van genoemd bedrag of ƒ268 op de begrooting in uitgaaf zal worden ge bracht op den post: Aankoop van Inschry- vingen op het Grootboek of: AflossiDg van geloloening. Op het verzoekschrift van Dr. A. W. M. Yan Deventer geven B. en Ws. in over weging aan adressant vrijstelling te verleenen van do betaling van schoolgeld voor z\]n dochter, vroeger leerlinge der Hoogere Burger school voor Meisjes, over het 4de kwartaal van den loopenden cursus, aangezien deze wegens vertrek naar het buitonland op 1 April j.l. de school heeft verlaten. Naar aanleiding van het verzoekschrift van F. De Boer, deelen B. en Ws. mede, dat hun by onderzoek gebleken is, dat de pupil van adressant, J. Godin, wegens vertrek uit deze gemeente de lessen van het gymnasium op 14 dezer voor het laatst heeft bygewoond. Zy geveu mitsdien in overweging aan adressant vrystelliog te verleenen van de betaling van schoolgeld voor zyn pupil over htt laatste kwartaal van den loopenden cursus. Ten aanzien van het verzoek van A. J. Leget, om ontslag uit zyn betrekking van concierge van het Stedeiyk museum „De Lakenhal", wegens vergevorderden leeftijd, geven B. en Ws., aangezien noch by de Commissie „voor de bewaring van voorwer pen, van waarde of belangryk voor de oud heidkunde en de geschiedenis der Kunst", noch by hun college tegen de inwilliging van dat verzoek bezwaar bestaat, in overweging aan adressant met ingang van 1 Juni a. s. eervol ontslag te verleenen. Onder overlegging van het verzoekschrift van mej. W. Rolloos, om wederom voor den tyd van drie jaren tot Stadsvroedvrouw te worden aangesteld, en htt daaromtrent uit gebracht advies van den Stadsvroedmeester, Btellen B. en Ws. voor adressante wederom voor den tyd van drie jaren in haar betrek king te bestendigen. By Raadsbesluit van 7 Maart 1878 werd aan A. Roos (ten behoeve van zijn vader J. Roos, die destyds het bedryf van visch- verkooper uitoefende) een oppervlakte van 10 Ml. gemeentegrond aan den wal vóór de Stadswaag tot wederopzeggens toe ten gebruike afgestaan, ten einde daarop een overdekt huisje te plaatsen, ttrgen betaling van het recht, bepaald by ait. 3 sub 42° van het Raadsbesluit van 5 Maart 1857, onverminderd het marktgeld, verschuldigd voor hetgeen door hem buiten het huisje zou worden uit gestald. Thans ia het in dat huisje uitgeoefend bedryf door J. Roos overgedragen aan zyn zoon M. Roos en is door den laatste aan B. en Ws. verzocht de vergunning tot het gebruik van den grond op zyn naam te doen overschryven. Het komt B. en Ws. voor, dat tegen in williging van dat verzoek geen bezwaar bestaat. Daartoe zal het echter noodig zyn de aan A. Rooa verleende vergunning op te zoggen en aan M. Roos een nieuwe vergunning te verleenen. Aangezien evenwel do Verordening van den 5den Maart 1857 sedert vervangen werd door die van den 17den Februari 1898 en io deze laatste verordening het recht, ver schuldigd voor een gebruik van openbaren gemeentegrond als hier bedoeld, niet wordt geregeld, zal door den Raad, evenals dit on langs geschiedde by het verzoek van H. Van Keeken, geb. Roodhorst, om drinkkiosken op den openbaren weg te mogen plaatsen, het bedrag der verschuldigde recognitie moeten worden vastgesteld. Ook in dit geval komt het B. en Ws. billijk voor die recognitie te bepalen op 50 per jaar. Velen zullen met leedwezen vernomen hebben, dat de heer W. F. Steygerwalt deze gemeente metterwoon heeft verlaten. In ver schillende functies was genoemde veearts in deze en omliggende gemeenten meer dan 45 jaar werkzaam en op veeartsenykundig ge bied heeft by by verschillende aangelegenheden een werkzaam aandeel gehad. O. m. werd by in 1870 benoemd als lid der commissie, be doeld by art. 34 dtr wet van 20 Juli 1870; verder heeft hy in tydèu van longziekte en veepest menig veehouder met raad en daad ter zy ie gestaan. Met de vertaling van het vee artsenykundig handboek van Wagenfeli heeft hy voor een tyd, dat er weinig veeartsenfl- kundige hulp te verkrygen was, den veehou dend n stand een belangrijken dienst bewezen. Zyn humane wyze van optreden was wel bekend. Benoemd is tot fabriek landmeter by bet Groot-Waterschap van Woerden jhr. C. Van Foreest, waterbouwkundige te Wyk-aan-Zee. De lOdo algemeen© vergadering van den centralen raad van den Nederlanlsch R.-Kath. Volksbond zal Zoadag 25 Juni te Gouda ge houden worden. Naar het „H l." verneemt, heaft de heer Otto Van der Vies, onlangs te Amsterdam overleden, nog aan de volgende instellingen aldaar vermaakt: aan het Burger Ziekenhuis 1000, ain de Vereniging voor Heden- daagsche Kunst en aan:het Vondelpark ieder 500. Aarlaiiderveen. By de aanstaande perio- tieke aftreding van leden van den Raad dezer gemeente zyn aan de beurt van aftreding de heeren M. Van Muiswinkel, I. Kop, G. Van Niekerk en P. J. Van Niekerk. Het aantal kiezers voor leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal bedraagt thans 436. Hiervan bebooren er 278 kiezers tot het onderkiesdistrict Lage Zyde en 158 kiezers tot het onderkiesdistrict Dorp. In het jaar 1898 zyn door het kanaal gepasseerd 5569 schepen, tegen 5511 een jaar te voren. Den lsten Mei a. a. zal het een eeuw geleden zyn, dat de trasmolon „De Een racht" in handen van dezelfde familie is geweest, nl. in die der familie Van Kerk wyk. De heer Cafcharinus Samuel Van Kerkwyk werd 1 M i 1799 eigenaar van den molen en bleef cit tot 1837, dus 38 jaar lang. Toen volgde hem op de heer Johannes Catharinus Van Kerkwyk, die de zaak dreef tot 1 Januari 1886, waarna deze weder werd opgevolgd door zyn neef, den tegenwoordigen eigenaar, den heer Jacob Van Borssum Waalkes. Zeer toevallig heeft ook gedurenJe die eeuw by na onafge1 roken de familie Van Kerkwyk een belangrijk deel gehad in het bestuur dezer gemeente. De heer C. S. Van Kerkwyk als mai e en schout en de heeren J. C. Van Kerkwyk en J. Van Borssum Waalkes als raadslid en wethouder. Benthuizen. De zangvereeniging „Excelsior" gaf gisteravond in het kerkgebouw een open bare uitvoering, onder directie van den heer A. Hoogendcorn. Do vergadering werd geopend met gebed door den heer J. H. Houbolt, hoofd der openbare school, die vervolgens een kort woord sprak naar aanleiding van de verzen 19 en 20 uit Efeze 5. Do 14 verschillende nummers van het programma werden zeer goed ten gehoore gebracht. Ook de solo's werden goed uitge voerd. In de pauze hield de heer Houbolt een voordracht over het onderwerp: „DeZoon van den Metseldiener". Genoemde heer, die ce vergadering met dankgebed sloot, was zeker de tolk van de geheele vergadering, toen hy vooraf de vereeniging en in't byzon- der den directeur van harte geluk wensckte met de zoo keurig geslaagde uitvoeiing, en haar een „tot weerziens" toeriep. Bodegraven. Eenigen tyd geleden hebben enkele heeren in onze woonplaats circulaires verzonden aan veel ingezetenen, met het do?l een vereeniging op to ri.kten, om alhier de troonsbestijging van H. M. de Koningin om de 5 jaren feestelijk te herdenken, door het houden van een gekostumeer joq optocht en andere feestelijkheden. Genoemde heeren hebben succes op hun werk gehad; in deze week toch is de voreeniging tot stand ge- komeD, die den naam heeft gekregen van „Oranje Boven". Een bestuur is ook reeds gekozen, Dl. de heer J. A. Van Ghesel Grothe tot voorzitter, de heer P. Goebel tot secretaris en de heer S. D. Boonzaayer tot p-nning meester. Voor het eerste lustrumfeest beeft de vereeniging reeds toezegging om over 350 te beschikken, welk bedrag zy belang rijk hoopt vermeerderd te zien door htt tot-treden van zeer veel leden. Eerstdaags zal „Oranje Boven" dan ook pogingen in het werk stellen om leden te winnen tegen een minimum bijdrage van 1 per jaar. Het ykkantoor te Leiden zal voor deze gemeente geopend zijn op 12, 13, 26, en 27 Mei en op 9, 10, 16 en 17 Juni, telkens van des morgens 9 tot des namiddags 3 uren. Donderdag 27 April is in een huishoude- ïyke vergadering van htt departement „Bode graven" van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen benoemd als commissaris voor het nazien van de rekening der Spaarbank, de heer Dr. G. De Niet. Als afgevaardigde naar de Algemeene Vergadering werd benoemd de beer C. Dekker; als plaatsvervangers werden gekozen de heeren H. Le Coultre en J. A. Van Ghesel Grothe. Noordwyk. Aan het in ons Raadsverslag van gisteren bedoelde rapport over de Spaar bank voor Noordwyk en Omstreken ontleenen wy de volgende cyfers: In 1898 werd ingelegd 49,452.65, uitge haald 29,429.70s, meer ingelegd 20,022,94®. Dit gevoegd by de ingeschreven rente ad 5943.05 en het bedrag der inlagen, enz. op 1 Januari 1898 ad 153,748.35®, geeft een totaal van 179,714 35 als aan de inleggers verschuldigd op 31 December 1898. De bezittingen der Spaarbank bedroegen op dien datum 205,490.32, zoodat er een batig saldo was van ƒ25,775.97. Dat van het vorig jaar bedroeg ƒ23,700.68; de reservekas is dus toegenomen met 2075.29. Noordwyk-uan-Zee. Alhier zyn aange komen de bomschuiten N.W. 1, N.W. 31 en N.W. 33 met een besomming van 70 tot 45. Noordwykerhout. De kriag breiit zich hoe langer hoe meer uit, waarin om dezen tyd des jaars de wanden der cafó's, do aanr pl-jkbordeo, enz. als hot ware bedekt zyn met veelkleurige biljetten, de aankondiging behelzende, dat een veiling van te veld staande bloembollen zal plaats hebben, kortweg „groene veiling" genaamd, in tegenstelling van reeds gerooide bollen, cie later plaats heeft en „droge veiling" heet. Zoo'n groene vdling had ook hier deze week plaats. Worden op denzelfden dag in verschillende gemeenten veilingen gehouden, dan verdeelt zich noodwendig het kooplustig publiek, en zoo werden de hier gehouden veilingen wel eens drukker bezocht dan de laatste. Toch influonceerde dit zeer weinig op de pryzen, die werden besteed. Partyen, die goed stonden, werden zelfs zeer goed L©taalJ, al houdt men ook rekening met da algemeene ryzing. Onder meer was dit vooral het geval op de tuinen van de heeren A. Koudys en L. M. Van Noort. Anderen, cie tlykbaar zoogenaamd voor de veiling hadden geplant, moesten ook nu weer ervaren, dat een bedrieger doorgaans zelf bedrogen uitkomt. Dat etn flinke party Bicolor Horsfieldl en Bkolor Grandis vóór de veiliug uit de hand was verkocht, mocht voor den een een teleurstelling heeten, voor een ander was 't het tegendeel. Het maal had plaats in het café van den heer P. Heemskerk. De nieuwe zomerdionstregeling der Holl. IJz.-Spoorweg-My. brengt voor deze gemeente helaas weinig nieuws. Wo hadden zoo ge hoopt op verbetering in de stoptreinen te Pietgyzenorug, maar ook nu stopt de laatste trein richting LeidenHaarlem reeds te 9 u. 3 m. De op 24 dezer in dienst gestelde lofce- lingen dezer gemeento J. A. Van Deuren en J. v. d. Berg zyn ingeiyfd by het 4de regt. infanterie te Leiden. Itynsburg. In een vergadering van de Afdteling „Rynsburg" van de Algemeene Veretniging voor Bloembollencultuur, deze week by den heer J. H. UittenbogaarJ ge houden, is besloten dit jaar geen tentoon stelling van afgesneden bloemen te houden. Ook is besloten een premie van 5 uit to keeren aan dengene, door wiens tusschen- komst de dader van bloemendiefstal van te veld staande tulpen een bekeuring of vonDis verkrygt. De verloting bestond uit zeer fraaie voor werpen, die gewonnen werden door: A. v. d. Eykel Johz., C. Do Mooy Jacz., J. H. Den Haan, H. J. Den Haan, J. De Best, N. Zandbergen Az., A. Noord, W. Van Egmond Az. en C. Teljeur. 65) „Donk dan eens een ommezientje door, Hannal JU, die van kindsaf aan zekeren welstand gewoon bent gewosst, kunt je in onze tegenwoordige omstandigheden gelukkig voe len; en je maakt je bang, dat onze kinderen, die nooit betere tijden gekend hebben, dit niet zullen kunnen?" „Ja, zei Hanna, ,met redeneeren kan ik het ook een heel eind brengen! Maar men voelt anders dan men redeneert." „Mo dunkt tocb, als het verstand tegen dat gevoel indruischt „O, maar dat is bet geval nieti Men kan gelukkig zijn zonder geld; maar het bezit van fortuin is en blijft een mooie zaak." „Wie zal dat tegenspreken?.... Geld is een mooie zaak. Maar er zijn een massa dingen, Hanna, die mooior zijn." „Maar die toch alle, met bet bezit van geld, heel goed gepaard kunnen gaanZooal3 de zaken vroeger stonden, zouden we b(j ons sterven do kinderen als welgestelde lui hebben achtergelaten. Wat zal er nu voor hen te erven vallen?" „Bitter weinig, hoogstwaarschijnlijk! Maar ik hoop van onze jongens mannen te maken, die geld verdienen kunnen. Een verdiende gulden heeft mooier glans dan een geërfde." ,A.ls de eerste een duizend of wat van de laatste soort naast zich heeft liggen, wordt zyn glans daar geen glimpje minder door." „Dat weet ik nog niet, Hanna! Dat weet ik nog nietl" „In elk geval hoeft dit alleen op onze jongens betrekking. De arme Tonia „'tls nogal een vreemd ideo, dunkt me, al geef ik onmiddeliyk toe, dat het vry alge meen heerschend is, dat een vrouw, naar lichaam en geest gezond, niet in eigen onder houd zou kunnen voorzien. Ze kan niet ver dienen wat een man verdient, toegestemd; maar dat ls ook niet noodig. De man, als by trouwt, moet van zyn verdiensten een heel gezin onderhouden. Als onze Tonia trouwt, komt dat voor rekening van haar man. En als ze ongehuwd blyft, zal ze dan niet zóóveel verdienen kuonen, dat ze in eigen behoeften ruimschoots kan voorzien, mits haar opvoeding er op aangelegd worde om haar hiertoe in staat te stellen En daar zullen we voor zorgen, Hannal Je weet, dat het geld, door Brummel- kamp teruggezonden, van stonde aan op zy is gelegd, met bestemming om de opvoedings- kosten onzer kinderen er mee te bestryden. Da som zal voldoende zyD, vertrouw ik, om onzen jongens het ambacht, dat ze zeiven kiezen zullen, grondig te laten leeren;enaan onze dochter een vrouweiyk ambacht, om het dien naam maar eens te geven. We zullen haar naaien, breien, stoppen, borduren en hoe al die verdere werkjes heeten mogen, in de perfectie laten ieeren; en ik heb altyd hooren zeggen, dat een vrouw, deugdeiyk in die diogen bedreven, heel goed als „naaivrouw". of desnoods door eigen werk alleen, haar brood verdienen kan." Hanna zuchtte. „Tooia „naaivrouw"", zei z°, „en Evert en Jakob „ambachtslui"!Er is een tyd geweest, dat we in onzen oudste een toekomstig predikant meenden te zienl" „Ja," zei Zwingelmans, en ook hem ontgleed nu een zucht, „ja, dat is een droombeeld geworden I" „Kyk!" zei Hanna, met zekere bitterheid, en tcrwyi ze wees op twee mannen, die, een paar pas achter elkaar, voorby hun woning kwamen, „kyk, daar gaat onze Evert in tweeërlei vorm! Die, in het zwart-lakeosche pak en de chique overjas, is onze jongen zooals hy had kunnen zyn; en die, in hot duffelsche buisje, zooals hy wezen zal." „Ken je die lui, Hanna?" „NeeD." „Die, in het zwart-lakensche pak, is ryks- ontvanger te Ybershove; die, in het buisje, meesterknecht van den timmerman aan gene eind van het dorp. No. 1 is een doorbrenger, die eerst zyn vader half en half geruïneerd heeft, daarna zyn vrouws fortuin tot op den Iaat9ten cent heeft zoekgemaakt eD zich nu boven water houdt door do grofste schelme ryen. No. 2 heeft vrouw en acht kinderen. Geen van die allen ziet men ooit anders voor den dag komen dan zindeiyk en net. Natuurlyk is de keuken niet vet by de lui. Maar van gehrek-iyden moet toch geen sprake zyn en door zyn patroon wordt de man geroemd als een toonbeeld van eeriykheid en trouw. Nu je die mannen kent, Hanna: op wien van de twee wensch je, dat odzs Evert zal gelyken?" „O, maar de eerste is geen Bchelm, omdat by ODtvanger, de laatste geen eoriyk man, omdat hy moosterknecht is!" „Heel zeker niet. Maar als de gevallen om gekeerd stonden, zou er voor je nadrukkeiyk „omdat" geen korreltje méér grond zyn dan nu. De éér.e stand ik bedoel voor zoover men ze splitst in zoogenaamd aanzieniyk en gering is niet beter of achtenswaardiger dan de andere. Dat er door do meeste men- schen heel andere over gedacht wordt, is te wyten aan een vooroordeel; oen vooroordeel, waaraan tot dusver van de geheele menschen- wereld misschien niet éón individu zich vol komen heeft kunnen ontworstelen; maar toch een vooroordeelnieta andera en niets moer." Hanna zat vóór zich te kyken. Zy bad naar heur mans woorden geluisterd met een gelaat, waarop te lezen stond, dat ze zyn betoogen niet wist te weerleggen, maar zich toch ook niet zoo aanstonds er mee vereenigen kon. Maar nu Zwingelmans ophield met spreken, deden baar gedachten als het eekhoorntje, dat, snel en plotseling en schynbaar zonder de minste aanleiding, van den eenen tak op den anderen wipt. „Wat heb jy," vroeg ze, „tegenwoordig aan je ieveni? Dag aan dag in zoo'n muffig kantoor, jy, die gewoon waart je in de volle, vrye natuur te bewegen 1" „Zie ik er uit, Hanna, ale iemand, die zich verkniest?" „Neen. Maar dat je het niet dost, begryp ik niet." „Als ik eens zei, dat ik niet begryp, hoe jy uren by uren kunt zitten naaien aan een broekje of kieltje voor onzen Evert, of aan eenig kleedingstuk voor moeder, Tonia of my? Dat eeuwig „pik, pik" is, dunkt me, toch ook vervelend?" „O, dat is heel iets andersl Terwyi ik naai, denk ik aan jullie; en dan...." „En aan wie meen je dan, dat ik denk, als op het kantoor het verlangen naar de buitenlucht mo zoo nu en dan eons bekruipt „Goed en well Maar, me dunkt, die. opoffering i3 toch niet noodig. In het eerst, doordat alles zoo haastig in zyn werk ging, moést je nemen wat je geboden werd. Maar waarom geen moeite gedaan, om, voor op den duur, een werkkring te krygen, die meer met je gewoonten en neigingen strookt?" „Wal, Hanna, daar doe ik immers moeite voor? Gaen veertien dagen geleden Dog heb ik geschreven op die advertentie, waarby te Lanterbeeke een opzichter over plantsoen en stadstuinen werd gevraagd." „O, die couranten-advortentiee..11 De groote heeren, die zulke postjes te vorgeven hebben, hebben altyd hun lieve jongens, en die gaan vóór. Maar waarom pacht je niet een kleine hoeve? Voor alles, wat tot de melkery behoort, ben ik berekend; dat is dus geen bezwaar; en het geldelyke dunkt me ook niet. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 13