N°. 12019
Maandag; 1 Mei.
A°. 1899
§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Vierde Blad.
Leiden, 29 April.
Feuilleton,.
DE RENTMEESTER.
ei
IEIDSCI
M&BLAD.
PRIJS DEZER COURRTTTi
Toor LeJdeo per 8 cpaandeo. |.t(X
{Franco per poet 1.40,
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PHUS DER AD VERTEN T1ÜN
Van 1-6 regels f l 06. tedere regel meer f 0.17 J. - Grootert
lettere naar plaatsruimte - Voor het incasseerod bulten da stad
wordt f 0.05 berekend
Door den ingenieur van het stoomwezen
berden by zyn laatstgehouden inspectie de
cchoorsteenloop en vuurmond van den ketel
der Liernurinrichting afgekeurd on werd tevens
medegedeeld, dat uit een nader onderzoek
(door hem in te stellen, nadat de tinnenketel
sou zyn uitgenomen) zou moeten blyken of
behalve deze herstellingen nog andere voor
zieningen zouden moeten worden getroffen.
Reeds thans ovenwei staat vast, dat, ook
indien de noo iigo herstellingen tot de boven
genoemde beperkt mochten blyven, deze met
inbegrip van de hooge kosten voor het huren
▼an een locomobiel, een uitgave zouden ver-
©lachen van 800, terwijl de aankoop van
oen geheel nieuwen ketel voor 865 kan
plaats hebben.
Dientengevolge en ook met het oog op
het spoedeischende der voorziening werd door
B. en Ws. aan den directeur van gemeente
werken opgedragea voor de aanschaffing van
©en nieuwen ketel zorg te dragen.
Daarna zou dan de bestaande ketel kunnen
worden gerepareerd voor een som van circa
f 475.
Ook dit laatste komt B. en Ws. wensche-
lyk voor, daar dan steeds een reserve-ketel
aanwezig zal zyn, welke by een eventueel
voorkomend ongeval zal kunnen dienst doen
©n dan tevens de kosten tot dia van de
eigenlijke herstelwerken zal beperken.
"Wat de kosten betreft, vertonden aan den
aankoop van den nieuwen ketel en de repara
tie van den ouden, zoo komt het B. en Ws.
▼oor, dat deze uitgaven als van buitenge
wonen aard mogen worden beschouwd en
dus niet ten laste van één dienstjaar behoo-
ren te worden gebracht, maar uit do buiten
gewone ontvangsten zullen moeten worden
gestreden. In dit geval zal echter de aflossing
xler loening in korter tyd moeten geschieden,
dan in den regel by het aangaan van geld-
leeningen wordt bepaald. B. en Ws. zouden
daarom ook nu weer het stelsel willen toe
passen, destyds by de vernieuwing van de
Turfmarktsbrug gevolgd, en jaarlyks een ge
deelte van de te loenen gelden op de begroo-
ting in uitgaaf willen brengen voor Aankoop
▼an inschryvingen op het Grootboek of Aflos-
6ing van geldleenlng. By bepaling van dat
gedeelte op 5 van de geheele som zal dan
de leening in den tyd van 5 jaar zyn afgelost,
hetgeen B. en Ws. met het oog op de voor
gedragen uitgaven wenscheiyk voorkomt.
Op grond van een en ander geven zy in
overweging tot vaststelling van den ovtrge-
legden suppletoiren begrootingsstaat, dienst
1899, in ontvangt en uitgaaf ten bedrage van
f 1340, over te gaan, en stellen tevens voor
te besluiten, dat gedurende vyf jaren telken
'jare, aan te vangen met het jaar 1900, een
▼yfdo gedeelte van genoemd bedrag of ƒ268
op de begrooting in uitgaaf zal worden ge
bracht op den post: Aankoop van Inschry-
vingen op het Grootboek of: AflossiDg van
geloloening.
Op het verzoekschrift van Dr. A. W.
M. Yan Deventer geven B. en Ws. in over
weging aan adressant vrijstelling te verleenen
van do betaling van schoolgeld voor z\]n
dochter, vroeger leerlinge der Hoogere Burger
school voor Meisjes, over het 4de kwartaal
van den loopenden cursus, aangezien deze
wegens vertrek naar het buitonland op 1
April j.l. de school heeft verlaten.
Naar aanleiding van het verzoekschrift van
F. De Boer, deelen B. en Ws. mede, dat hun
by onderzoek gebleken is, dat de pupil van
adressant, J. Godin, wegens vertrek uit deze
gemeente de lessen van het gymnasium op
14 dezer voor het laatst heeft bygewoond. Zy
geveu mitsdien in overweging aan adressant
vrystelliog te verleenen van de betaling van
schoolgeld voor zyn pupil over htt laatste
kwartaal van den loopenden cursus.
Ten aanzien van het verzoek van A. J.
Leget, om ontslag uit zyn betrekking van
concierge van het Stedeiyk museum „De
Lakenhal", wegens vergevorderden leeftijd,
geven B. en Ws., aangezien noch by de
Commissie „voor de bewaring van voorwer
pen, van waarde of belangryk voor de oud
heidkunde en de geschiedenis der Kunst",
noch by hun college tegen de inwilliging van
dat verzoek bezwaar bestaat, in overweging
aan adressant met ingang van 1 Juni a. s.
eervol ontslag te verleenen.
Onder overlegging van het verzoekschrift
van mej. W. Rolloos, om wederom voor den
tyd van drie jaren tot Stadsvroedvrouw te
worden aangesteld, en htt daaromtrent uit
gebracht advies van den Stadsvroedmeester,
Btellen B. en Ws. voor adressante wederom
voor den tyd van drie jaren in haar betrek
king te bestendigen.
By Raadsbesluit van 7 Maart 1878 werd
aan A. Roos (ten behoeve van zijn vader
J. Roos, die destyds het bedryf van visch-
verkooper uitoefende) een oppervlakte van
10 Ml. gemeentegrond aan den wal vóór de
Stadswaag tot wederopzeggens toe ten gebruike
afgestaan, ten einde daarop een overdekt
huisje te plaatsen, ttrgen betaling van het
recht, bepaald by ait. 3 sub 42° van het
Raadsbesluit van 5 Maart 1857, onverminderd
het marktgeld, verschuldigd voor hetgeen
door hem buiten het huisje zou worden uit
gestald.
Thans ia het in dat huisje uitgeoefend
bedryf door J. Roos overgedragen aan zyn
zoon M. Roos en is door den laatste aan
B. en Ws. verzocht de vergunning tot het
gebruik van den grond op zyn naam te doen
overschryven.
Het komt B. en Ws. voor, dat tegen in
williging van dat verzoek geen bezwaar bestaat.
Daartoe zal het echter noodig zyn de aan
A. Rooa verleende vergunning op te zoggen
en aan M. Roos een nieuwe vergunning te
verleenen. Aangezien evenwel do Verordening
van den 5den Maart 1857 sedert vervangen
werd door die van den 17den Februari 1898
en io deze laatste verordening het recht, ver
schuldigd voor een gebruik van openbaren
gemeentegrond als hier bedoeld, niet wordt
geregeld, zal door den Raad, evenals dit on
langs geschiedde by het verzoek van H. Van
Keeken, geb. Roodhorst, om drinkkiosken
op den openbaren weg te mogen plaatsen,
het bedrag der verschuldigde recognitie moeten
worden vastgesteld. Ook in dit geval komt
het B. en Ws. billijk voor die recognitie te
bepalen op 50 per jaar.
Velen zullen met leedwezen vernomen
hebben, dat de heer W. F. Steygerwalt deze
gemeente metterwoon heeft verlaten. In ver
schillende functies was genoemde veearts in
deze en omliggende gemeenten meer dan 45
jaar werkzaam en op veeartsenykundig ge
bied heeft by by verschillende aangelegenheden
een werkzaam aandeel gehad. O. m. werd by
in 1870 benoemd als lid der commissie, be
doeld by art. 34 dtr wet van 20 Juli 1870;
verder heeft hy in tydèu van longziekte en
veepest menig veehouder met raad en daad
ter zy ie gestaan. Met de vertaling van het vee
artsenykundig handboek van Wagenfeli heeft
hy voor een tyd, dat er weinig veeartsenfl-
kundige hulp te verkrygen was, den veehou
dend n stand een belangrijken dienst bewezen.
Zyn humane wyze van optreden was wel
bekend.
Benoemd is tot fabriek landmeter by bet
Groot-Waterschap van Woerden jhr. C. Van
Foreest, waterbouwkundige te Wyk-aan-Zee.
De lOdo algemeen© vergadering van den
centralen raad van den Nederlanlsch R.-Kath.
Volksbond zal Zoadag 25 Juni te Gouda ge
houden worden.
Naar het „H l." verneemt, heaft de heer
Otto Van der Vies, onlangs te Amsterdam
overleden, nog aan de volgende instellingen
aldaar vermaakt: aan het Burger Ziekenhuis
1000, ain de Vereniging voor Heden-
daagsche Kunst en aan:het Vondelpark ieder
500.
Aarlaiiderveen. By de aanstaande perio-
tieke aftreding van leden van den Raad dezer
gemeente zyn aan de beurt van aftreding de
heeren M. Van Muiswinkel, I. Kop, G. Van
Niekerk en P. J. Van Niekerk.
Het aantal kiezers voor leden van de Tweede
Kamer der Staten Generaal bedraagt thans
436. Hiervan bebooren er 278 kiezers tot
het onderkiesdistrict Lage Zyde en 158 kiezers
tot het onderkiesdistrict Dorp.
In het jaar 1898 zyn door het kanaal
gepasseerd 5569 schepen, tegen 5511 een
jaar te voren.
Den lsten Mei a. a. zal het een eeuw
geleden zyn, dat de trasmolon „De Een racht"
in handen van dezelfde familie is geweest,
nl. in die der familie Van Kerk wyk.
De heer Cafcharinus Samuel Van Kerkwyk
werd 1 M i 1799 eigenaar van den molen
en bleef cit tot 1837, dus 38 jaar lang. Toen
volgde hem op de heer Johannes Catharinus
Van Kerkwyk, die de zaak dreef tot 1 Januari
1886, waarna deze weder werd opgevolgd
door zyn neef, den tegenwoordigen eigenaar,
den heer Jacob Van Borssum Waalkes. Zeer
toevallig heeft ook gedurenJe die eeuw by na
onafge1 roken de familie Van Kerkwyk een
belangrijk deel gehad in het bestuur dezer
gemeente.
De heer C. S. Van Kerkwyk als mai e en
schout en de heeren J. C. Van Kerkwyk en
J. Van Borssum Waalkes als raadslid en
wethouder.
Benthuizen. De zangvereeniging „Excelsior"
gaf gisteravond in het kerkgebouw een open
bare uitvoering, onder directie van den heer
A. Hoogendcorn. Do vergadering werd geopend
met gebed door den heer J. H. Houbolt,
hoofd der openbare school, die vervolgens
een kort woord sprak naar aanleiding van
de verzen 19 en 20 uit Efeze 5.
Do 14 verschillende nummers van het
programma werden zeer goed ten gehoore
gebracht. Ook de solo's werden goed uitge
voerd. In de pauze hield de heer Houbolt
een voordracht over het onderwerp: „DeZoon
van den Metseldiener". Genoemde heer, die
ce vergadering met dankgebed sloot, was
zeker de tolk van de geheele vergadering,
toen hy vooraf de vereeniging en in't byzon-
der den directeur van harte geluk wensckte
met de zoo keurig geslaagde uitvoeiing, en
haar een „tot weerziens" toeriep.
Bodegraven. Eenigen tyd geleden hebben
enkele heeren in onze woonplaats circulaires
verzonden aan veel ingezetenen, met het
do?l een vereeniging op to ri.kten, om alhier
de troonsbestijging van H. M. de Koningin
om de 5 jaren feestelijk te herdenken, door
het houden van een gekostumeer joq optocht
en andere feestelijkheden. Genoemde heeren
hebben succes op hun werk gehad; in deze
week toch is de voreeniging tot stand ge-
komeD, die den naam heeft gekregen van
„Oranje Boven". Een bestuur is ook reeds
gekozen, Dl. de heer J. A. Van Ghesel Grothe
tot voorzitter, de heer P. Goebel tot secretaris
en de heer S. D. Boonzaayer tot p-nning
meester. Voor het eerste lustrumfeest beeft
de vereeniging reeds toezegging om over
350 te beschikken, welk bedrag zy belang
rijk hoopt vermeerderd te zien door htt
tot-treden van zeer veel leden. Eerstdaags
zal „Oranje Boven" dan ook pogingen in het
werk stellen om leden te winnen tegen een
minimum bijdrage van 1 per jaar.
Het ykkantoor te Leiden zal voor deze
gemeente geopend zijn op 12, 13, 26, en 27
Mei en op 9, 10, 16 en 17 Juni, telkens van
des morgens 9 tot des namiddags 3 uren.
Donderdag 27 April is in een huishoude-
ïyke vergadering van htt departement „Bode
graven" van de Maatschappij tot Nut van het
Algemeen benoemd als commissaris voor het
nazien van de rekening der Spaarbank, de heer
Dr. G. De Niet. Als afgevaardigde naar de
Algemeene Vergadering werd benoemd de
beer C. Dekker; als plaatsvervangers werden
gekozen de heeren H. Le Coultre en J. A. Van
Ghesel Grothe.
Noordwyk. Aan het in ons Raadsverslag
van gisteren bedoelde rapport over de Spaar
bank voor Noordwyk en Omstreken ontleenen
wy de volgende cyfers:
In 1898 werd ingelegd 49,452.65, uitge
haald 29,429.70s, meer ingelegd 20,022,94®.
Dit gevoegd by de ingeschreven rente ad
5943.05 en het bedrag der inlagen, enz. op
1 Januari 1898 ad 153,748.35®, geeft een
totaal van 179,714 35 als aan de inleggers
verschuldigd op 31 December 1898.
De bezittingen der Spaarbank bedroegen op
dien datum 205,490.32, zoodat er een batig
saldo was van ƒ25,775.97. Dat van het vorig
jaar bedroeg ƒ23,700.68; de reservekas is
dus toegenomen met 2075.29.
Noordwyk-uan-Zee. Alhier zyn aange
komen de bomschuiten N.W. 1, N.W. 31 en
N.W. 33 met een besomming van 70 tot 45.
Noordwykerhout. De kriag breiit zich
hoe langer hoe meer uit, waarin om dezen
tyd des jaars de wanden der cafó's, do aanr
pl-jkbordeo, enz. als hot ware bedekt zyn
met veelkleurige biljetten, de aankondiging
behelzende, dat een veiling van te veld staande
bloembollen zal plaats hebben, kortweg „groene
veiling" genaamd, in tegenstelling van reeds
gerooide bollen, cie later plaats heeft en
„droge veiling" heet.
Zoo'n groene vdling had ook hier deze
week plaats. Worden op denzelfden dag in
verschillende gemeenten veilingen gehouden,
dan verdeelt zich noodwendig het kooplustig
publiek, en zoo werden de hier gehouden
veilingen wel eens drukker bezocht dan de
laatste. Toch influonceerde dit zeer weinig
op de pryzen, die werden besteed. Partyen,
die goed stonden, werden zelfs zeer goed
L©taalJ, al houdt men ook rekening met da
algemeene ryzing. Onder meer was dit vooral
het geval op de tuinen van de heeren A.
Koudys en L. M. Van Noort. Anderen, cie
tlykbaar zoogenaamd voor de veiling hadden
geplant, moesten ook nu weer ervaren, dat
een bedrieger doorgaans zelf bedrogen uitkomt.
Dat etn flinke party Bicolor Horsfieldl en
Bkolor Grandis vóór de veiliug uit de hand
was verkocht, mocht voor den een een
teleurstelling heeten, voor een ander was 't
het tegendeel.
Het maal had plaats in het café van den
heer P. Heemskerk.
De nieuwe zomerdionstregeling der Holl.
IJz.-Spoorweg-My. brengt voor deze gemeente
helaas weinig nieuws. Wo hadden zoo ge
hoopt op verbetering in de stoptreinen te
Pietgyzenorug, maar ook nu stopt de laatste
trein richting LeidenHaarlem reeds te
9 u. 3 m.
De op 24 dezer in dienst gestelde lofce-
lingen dezer gemeento J. A. Van Deuren en
J. v. d. Berg zyn ingeiyfd by het 4de regt.
infanterie te Leiden.
Itynsburg. In een vergadering van de
Afdteling „Rynsburg" van de Algemeene
Veretniging voor Bloembollencultuur, deze
week by den heer J. H. UittenbogaarJ ge
houden, is besloten dit jaar geen tentoon
stelling van afgesneden bloemen te houden.
Ook is besloten een premie van 5 uit to
keeren aan dengene, door wiens tusschen-
komst de dader van bloemendiefstal van te
veld staande tulpen een bekeuring of vonDis
verkrygt.
De verloting bestond uit zeer fraaie voor
werpen, die gewonnen werden door: A. v. d.
Eykel Johz., C. Do Mooy Jacz., J. H. Den Haan,
H. J. Den Haan, J. De Best, N. Zandbergen Az.,
A. Noord, W. Van Egmond Az. en C. Teljeur.
65)
„Donk dan eens een ommezientje door,
Hannal JU, die van kindsaf aan zekeren
welstand gewoon bent gewosst, kunt je in onze
tegenwoordige omstandigheden gelukkig voe
len; en je maakt je bang, dat onze kinderen,
die nooit betere tijden gekend hebben, dit niet
zullen kunnen?"
„Ja, zei Hanna, ,met redeneeren kan ik
het ook een heel eind brengen! Maar men
voelt anders dan men redeneert."
„Mo dunkt tocb, als het verstand tegen
dat gevoel indruischt
„O, maar dat is bet geval nieti Men kan
gelukkig zijn zonder geld; maar het bezit van
fortuin is en blijft een mooie zaak."
„Wie zal dat tegenspreken?.... Geld is
een mooie zaak. Maar er zijn een massa
dingen, Hanna, die mooior zijn."
„Maar die toch alle, met bet bezit van
geld, heel goed gepaard kunnen gaanZooal3
de zaken vroeger stonden, zouden we b(j ons
sterven do kinderen als welgestelde lui
hebben achtergelaten. Wat zal er nu voor
hen te erven vallen?"
„Bitter weinig, hoogstwaarschijnlijk! Maar
ik hoop van onze jongens mannen te maken,
die geld verdienen kunnen. Een verdiende
gulden heeft mooier glans dan een geërfde."
,A.ls de eerste een duizend of wat van de
laatste soort naast zich heeft liggen, wordt
zyn glans daar geen glimpje minder door."
„Dat weet ik nog niet, Hanna! Dat weet
ik nog nietl"
„In elk geval hoeft dit alleen op onze
jongens betrekking. De arme Tonia
„'tls nogal een vreemd ideo, dunkt me,
al geef ik onmiddeliyk toe, dat het vry alge
meen heerschend is, dat een vrouw, naar
lichaam en geest gezond, niet in eigen onder
houd zou kunnen voorzien. Ze kan niet ver
dienen wat een man verdient, toegestemd;
maar dat ls ook niet noodig. De man, als by
trouwt, moet van zyn verdiensten een heel
gezin onderhouden. Als onze Tonia trouwt,
komt dat voor rekening van haar man. En
als ze ongehuwd blyft, zal ze dan niet zóóveel
verdienen kuonen, dat ze in eigen behoeften
ruimschoots kan voorzien, mits haar opvoeding
er op aangelegd worde om haar hiertoe in
staat te stellen En daar zullen we voor zorgen,
Hannal Je weet, dat het geld, door Brummel-
kamp teruggezonden, van stonde aan op zy is
gelegd, met bestemming om de opvoedings-
kosten onzer kinderen er mee te bestryden.
Da som zal voldoende zyD, vertrouw ik, om
onzen jongens het ambacht, dat ze zeiven
kiezen zullen, grondig te laten leeren;enaan
onze dochter een vrouweiyk ambacht, om het
dien naam maar eens te geven. We zullen
haar naaien, breien, stoppen, borduren en hoe
al die verdere werkjes heeten mogen, in de
perfectie laten ieeren; en ik heb altyd hooren
zeggen, dat een vrouw, deugdeiyk in die
diogen bedreven, heel goed als „naaivrouw".
of desnoods door eigen werk alleen, haar
brood verdienen kan."
Hanna zuchtte. „Tooia „naaivrouw"", zei
z°, „en Evert en Jakob „ambachtslui"!Er is
een tyd geweest, dat we in onzen oudste een
toekomstig predikant meenden te zienl"
„Ja," zei Zwingelmans, en ook hem ontgleed
nu een zucht, „ja, dat is een droombeeld
geworden I"
„Kyk!" zei Hanna, met zekere bitterheid,
en tcrwyi ze wees op twee mannen, die, een
paar pas achter elkaar, voorby hun woning
kwamen, „kyk, daar gaat onze Evert in
tweeërlei vorm! Die, in het zwart-lakeosche
pak en de chique overjas, is onze jongen zooals
hy had kunnen zyn; en die, in hot duffelsche
buisje, zooals hy wezen zal."
„Ken je die lui, Hanna?"
„NeeD."
„Die, in het zwart-lakensche pak, is ryks-
ontvanger te Ybershove; die, in het buisje,
meesterknecht van den timmerman aan gene
eind van het dorp. No. 1 is een doorbrenger,
die eerst zyn vader half en half geruïneerd
heeft, daarna zyn vrouws fortuin tot op den
Iaat9ten cent heeft zoekgemaakt eD zich nu
boven water houdt door do grofste schelme
ryen. No. 2 heeft vrouw en acht kinderen.
Geen van die allen ziet men ooit anders voor
den dag komen dan zindeiyk en net. Natuurlyk
is de keuken niet vet by de lui. Maar van
gehrek-iyden moet toch geen sprake zyn en
door zyn patroon wordt de man geroemd als
een toonbeeld van eeriykheid en trouw. Nu
je die mannen kent, Hanna: op wien van de
twee wensch je, dat odzs Evert zal gelyken?"
„O, maar de eerste is geen Bchelm, omdat
by ODtvanger, de laatste geen eoriyk man,
omdat hy moosterknecht is!"
„Heel zeker niet. Maar als de gevallen om
gekeerd stonden, zou er voor je nadrukkeiyk
„omdat" geen korreltje méér grond zyn dan
nu. De éér.e stand ik bedoel voor zoover
men ze splitst in zoogenaamd aanzieniyk en
gering is niet beter of achtenswaardiger
dan de andere. Dat er door do meeste men-
schen heel andere over gedacht wordt, is te
wyten aan een vooroordeel; oen vooroordeel,
waaraan tot dusver van de geheele menschen-
wereld misschien niet éón individu zich vol
komen heeft kunnen ontworstelen; maar toch
een vooroordeelnieta andera en niets moer."
Hanna zat vóór zich te kyken. Zy bad naar
heur mans woorden geluisterd met een gelaat,
waarop te lezen stond, dat ze zyn betoogen
niet wist te weerleggen, maar zich toch ook
niet zoo aanstonds er mee vereenigen kon.
Maar nu Zwingelmans ophield met spreken,
deden baar gedachten als het eekhoorntje,
dat, snel en plotseling en schynbaar zonder
de minste aanleiding, van den eenen tak op
den anderen wipt.
„Wat heb jy," vroeg ze, „tegenwoordig
aan je ieveni? Dag aan dag in zoo'n muffig
kantoor, jy, die gewoon waart je in de volle,
vrye natuur te bewegen 1"
„Zie ik er uit, Hanna, ale iemand, die zich
verkniest?"
„Neen. Maar dat je het niet dost, begryp
ik niet."
„Als ik eens zei, dat ik niet begryp, hoe
jy uren by uren kunt zitten naaien aan een
broekje of kieltje voor onzen Evert, of aan
eenig kleedingstuk voor moeder, Tonia of
my? Dat eeuwig „pik, pik" is, dunkt me,
toch ook vervelend?"
„O, dat is heel iets andersl Terwyi ik naai,
denk ik aan jullie; en dan...."
„En aan wie meen je dan, dat ik denk,
als op het kantoor het verlangen naar de
buitenlucht mo zoo nu en dan eons bekruipt
„Goed en well Maar, me dunkt, die.
opoffering i3 toch niet noodig. In het eerst,
doordat alles zoo haastig in zyn werk ging,
moést je nemen wat je geboden werd. Maar
waarom geen moeite gedaan, om, voor op den
duur, een werkkring te krygen, die meer met
je gewoonten en neigingen strookt?"
„Wal, Hanna, daar doe ik immers moeite
voor? Gaen veertien dagen geleden Dog heb ik
geschreven op die advertentie, waarby te
Lanterbeeke een opzichter over plantsoen en
stadstuinen werd gevraagd."
„O, die couranten-advortentiee..11 De
groote heeren, die zulke postjes te vorgeven
hebben, hebben altyd hun lieve jongens, en
die gaan vóór. Maar waarom pacht je niet
een kleine hoeve? Voor alles, wat tot de
melkery behoort, ben ik berekend; dat is dus
geen bezwaar; en het geldelyke dunkt me
ook niet.
{Wordt vervolgd.)