N°. T20IZ
Zaterdag 22 April.
A®. 1899
t 1.1ft
1.4ft
goaraat wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
TVIntoscopeii.
Leiden, 21 April.
Feuilleton.
DE RENTMEESTER.
LEIDSCH
PBXJS DEZKB nniTRfi m>)
Voor LeldeD per 8 maandeo.
Franco per poet -
Aizonderiyke Nommere
0.0ft
PHUS DER ADVERTÜN TIÜN
Vao 1-0 regeia f 1.06. Iedere rogej meer 0.J7J. - Grootero
lettere oaar plaats ruim to - Voor het incaaseereo buiten de stat)
wordt f 0.05 berekend
Met de directie der Mutoscopen-maatschappy,
te Amsterdam, hebben wy thans -wederom
een overeenkomst gesloten, waarby onzo lezers
in staat gesteld worden alle mutoscopen te
bezichtigen tegen betaling der helft van den
daarvoor gestelden prys.
Alléén op het bewys, dat daarvoor morgen
avond in ons blad zal worden afgedrukt,
worden de loodjes ad 2| Cent afgegeven.
Men is natuurlijk geheel vrü iQ bet aantal,
dat men wenscht te bezichtigen, en wij maken
tevens onze abonné's er nog eens opmerk
zaam op, dat ook voor kinderen deze mutos-
copen een alleraardigst vermaak zijn.
Ofllciëele Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethoudors van Leidon;
Gezien het adrea ran L. J. CASTELEIN, houdende
verzoek om yergUDnieg tot oprichting van een
bakkeijj in het perceel aan dc-n Lagen Rijndijk,
fcftdastraal bekend Sectie K No. 1181;
Gelet op de artt. en 7 der Hin erwet;
Geven bij deze kennis aan het publiok, dat ge
boomd verzoek met de bijlagen op de Secretarie
dozer gemeente ter visie gelegd ia; alsmede, dat op
Donderdag 4 Mei a. a., 's voormiddags te elf uren,
©p het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven,
▼m be^warea togen dat verzoek in te brengeD.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
SO April 1899. VAN HEY8T, Seorotaris.
Blijkens achterstaande advertentie zal het
Utrechtsch Palestrina-koor, onder leidiDg van
deo heer P. J. Jos. Yranken, den kapelmeester
van de aartsbisschoppelijke katbedraal, albier
een uitvoering van gewijde muziek komen
geven en wel op Zondagnamiddag 30 April
in hot gebouw der Luthersche Gemeente. Naar
men ons mededeelt, zal het programma be
staan uit een kleine passie muziek van den
middeleeuwschen Nederlander Jacob Obrecht
en uit zes kleine koorwerken van den grooten
meester, waaraan de zangveroeniging haar
naam ontleend heeft Aangezien den Donder
dagavond van dezelfde week Joh. Wagenaar
een orgelconcert in de Pieterskerk komt geven,
▼alt er dus voor liefhebbers van kerkmuziek
wat te genieten.
Het koor is van geringe getalsterkte en
zingt uitsluitend „a capella" (d. w. z. zonder
begeleiding), doch in onderscheid met het zoo
beroemde koor, waarmede Dan. De Lange
▼oor eenige jaren zulke triumfen heeft be
haald, voert het Palestrina-koor niet anders
dan geest-lijke muziek uit. Het is samen
gesteld uit de beste Utrechtscbe zangeressen
en z ngers, de laatsten meest kerkzangers
van Vranken's eigen koor. Noch slechts
weinige uitvoeringen heeft de nog geen twee
volle jaren bestaande vereeniging gegeven,
en tuiten Utrecht is ze nog slechts opge
treden in Amsterdam, Rotterdam en Haarlem.
De uitvoering te Leiden zal de negende z\jo.
Ziehier wat de muziekrecensent van de
„N. Rott. Ct." over de uitvoering in de Groote
of St.-Bavo kerk schrijft:
Al wie muzikaal is, had tegenwoordig
moeten zyn by dezen hoogtijd van het geluid,
by dit jubelen, dit klagen, dit bidden der
menschelyke stem; niemand, voor dieper
aandoening, dan het enkel physieke genot
van luisteren naar mooie klanken schenken
kan, vatbaar, zou zonder indruk vau de
befeeekenis, den boogen zin van Palestrina's
kunst hebben kunnen blijven.
Hoe door zijn edele kunst de tekst, het
woord opgeheven, krachtig van uitdrukking
geworden is, hoe zijn contrapuntbk van alle
gekunsteldheid en leege vormelijkheid is ont
daan, hoe bij hom hoofdzaak waren het
schoone der melodie, het gevoelde, het warme
der expressie, de klaarheid en de bondigheid
dit alles heeft het Utrechtsche koor, dat aan
zyn grooten naam zich verbond, weder met
een bezielde sympathieke overtuiging, duidelijk
doen worden. Gelukkig te prijzen zijn ze, die
het woord hebben verstaan. Hun zal 't niet
vreemd wezen te vernemen, dat Giovanni
Perluigi da Palestrina, wien vóór meer dan
drie eeuwen, als kapelmeester van St. Pieter,
de lof en do bewondering werden gebracht
door de uitstekendste priester-toonkunstenaars
van Italië, die hem een bundel hunner com
posities aanboden „ad celeberrimum ac praes-
tanlissimum in Arte Mu3ica Coryphaeum",
met een opdracht: „Zooals de rivieren Ijlen
naar de zee, als naar hun vader en heer"
dat die Palestrina een lof en bewondering
wekt niet alleen van de Roomsch-Katbolieke,
maar van de geheele beschaafde wereld."
....„Er was een heerlijke zelfbewustheid
in de uitvoering, een weldadige zekerheid, die
het voorname overal voornaam hield, nimmer
tot een overmatige breedheid of kracht zich
verlaagde.
Zou er wel iemand geweest z\jn daar in
de wijde stilte der Bavo, die de booge muzikale
waarde dezer gewijde zangen niet heeft-ge
voeld, wien daarbij de aanraking van deze kunst
niet ontroerde?Zou het niet verheffend
voor alle ontvankelljken zijn, het luisteren,
met 0DZ9 ziel luisteren naar h- t lied van den
eens geëerden, later vergeten en veronacht
zaamden, in de tweede helft onzer eeuw weer
herboren Palestrina? "We wagen het te ge-
looven, en op te wekken tot het nemen van
een proef, op te wekken tot het zooveel
maar mogelijk bij hem ontvluchten van den
profanen zingzang en den rammelenden klink
klank, waaraan onze tijd niet arm is."
Door de uitvoerders der uiterste wils
beschikkingen van wijlen dr. R. J. Fruin,
oud-hoogleeraar aan de Ryks-universittit te
Leiden, mr. Tb. A. Fruin, te Rotterdam, en
Th. A. Goddard, te Zutfen, is aan do Uni-
versiteits-bibliotheek te Leiien ten geschenke
aangeboden een gedeelte der door den over
ledene nagelaten boekerij.
Aan de schenkers is daarvoor do dank der
Regeering betuigd.
Voor het akte-examen lager ondorwys
is te 's Gravenhage geslaagd mej. H. J. M.
Den Hollander, te Leiden.
De „Sts. Ct." van heden bevat de goed
gekeurde statuten der vereeniging „D^Laecken-
halle", te Leiden.
De Fransche mail wordt hedenavond
alhier verwacht.
Da sergeant-bottelier J. J. Buys, thans
dienende aan boord van Hr. Ms. wachtschip
te Willemsoord, wordt, met iogang van heden,
overgeplaatst in de rolle van Hr. Ms. wacht
schip te Amsterdam eo gedetacheerd bij de
Kweekschool voor Zeevaart alhier, zulks ter
vervanging van den sergeant-bottelier H. Van
Ncorden, wiens detacheering met gelijken
datum is ingetrokken wegens overplaatsing
aan boord van eerstgenoemd wachtschip.
Bg de Tweede Kamer zijn woder inge
komen adressen tegen het leerplichtontwerp;
uit Zoeterwoude, afd. Hooge Ry'ndyk; uit
Voorbout, onderteekend door alle katholieke
hoofden V2n huisgezinnen; uit Hazors woude
(dorp), onderteekend door den voorzitter en
do leden van het R.-K. parochiaal kerk arm
en schoolbestuur, alsmede door het hoofd der
R.-K. school en de onderwijzers; uit Leidschtn-
dam een van de parochie-geestelijken, een
van het R.-K. kerkbestuur als bestuur der
parochiale school, een van het parochiaal
armbestuur van Leidschendam en een van
het parochiaal armbestuur van Veur; uit
Vogelenzang, ondertsekend door den pastoor
en 149 ouders en hoofden van g-zinnen.
De Maatschappij tot Exploitatie van
Stoomtramwegen, welke exploiteert de tram
lijnen tusschen Den Haag en Leiden entusschen
Gouda en Oudewatef, heeft b\j den minister
van waterstaat en tyj de Provinciale Staten
van Zuid-Holland een aanvrage ingediend tot
aanleg en exploitatie <van twee nieuwe tram
lijnen; de eene van Gouda over Stolwijk,
Bergambacht, Waddingsveen naar Schoon
hoven, de andero vajli Gouda naar Boskoop.
Aangevraagd wordt Üaarby, wat oe eerste
lyn betreft, een r^qteloos voorschot van
de provincie, tot gel jk bedrag als dat, het
welk vroeger aan de Krimpenerwaard door
de Proviaciale Staten was toegezegd, en wat
de tweede betreft, een renteloos voorschot van
een nader te bepalen bedrag, uitmakende voor
het R\jk in de kosten van aanleg en iostal-
latie, en voor de provincie gelijk derde deel
na aftrek der subsifiën van gemeenten en
andere belanghebbenden.
De lijn Gouda—Schoonhoven zal een lengte
hebben van 16.5 K. M., aio van Gouda naar
Boskoop een lengte van 15 K. M, terwijl
blijk.ns de begrooting de kosten voor de eerste
lijn zullen zijn 495,000 en die voor de tweede
lijn ƒ980,000. Laatstgenoemde lijn zal aan
vangen nabü Boskoop op den westelijken
oever der Gouwe en loop6n langs dien oever
en verder over een nieuw te bouwen brug
over de Gouwe naast de bestaande van den
Staatsspoorweg en van gelyke doorvaarthoogte
als deze, om daarna den noordelijken berm
van den Staatsspoorweg te volgen tot het
bestaande station Gouda.
Gisteren, den verjaardag van Z. M. den
Koning van Rumenië, is de Rumeensche vlag
uitgestoken van villa „Carmen Sylva" in het
Scheveningsche Park, do woning van den
Rumeenschen minister by ons Hof.
De vertegenwoordiger van Zweden en
Noorwegen Lr Ontwapeningsconferentie is
baron Bildt, gezant te Rome. Hy wordt bygo-
staan door vier technici.
De Fransche gezant by ons Hof, de
heer Bibourd, is van zyn buitenlandsche reis
te '6 Gravtnhage teruggekeerd.
De tot commandant van het 1ste reg.
huzaren benoemde luit.-kolonel I. R. A. H.
Higly, van het 3de reg. huzaren, komt te
Deventer in garnizoen, en de tot luit.-kolonel
benoemde majoor E. J. H. Ringeling, van het
2de reg. huzaren te Venloo, is in zyri nieuwen
rang eveneens ingedeeld by het lrtereg. ;de
by het 4de reg. vesting-artillerie benoemde
kapitein M. Q. Buys Ballot komt te Helder
in garnizoen; de luit. ingenieur C. J. A.
Reigersman wordt met 1 Mei van Amersfoort
overgeplaatst naar Amsterdam.
In September van dit jaar zal het 25
jaar geleden zyn, dat prof. J. A. Snijders CJz.
tot leeraar in de natuurkunde aan de Poly
technische School te Delit werd benoemd. In
1879 verwisselde de heer Snyder3 zyn titel
met dien van leeraar in do wiskunde en het
yken van maten en gewichten, terwyi by in
1880 tot hoogleeraar in die vakken werd
benoemd. In 1885 verwisselde hy wederom
van titel; het onderwys in de wiskunde werd
vervangon door dat in de toegepaste natuur
kunde, terwyi het yken bleef behouden. In
18S8 werd den heer S. opgedragen het
onderwys in de toegepaste natuurkunde en
de electrotechniek, welke vakken hy thans
nog doceert.
De onlangs te Arnhem overleden kunst
schilder B. L. Hendriks heeft zyn collectie
schilderyon aan die gemeente vermaakt.
De minister van binnenlandscho zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
in de maanden Juni en Juli aan 's Ryks
Veearlaenyschool te Utrecht gelegenheid zal
worden gegeven tot het afleggen van het
natuurkuncig examen voor aanstaande vee
artsen, bedoeld in art. 9 der wet van 8 Juli
1874 (Staatsblad No. 99). De dag van aan
vang zal nader worden bekend gemaakt.
Zy, die tot dat examen wenschen te worden
toegelaten, behooren zich schrifteiyk vóór 1
Mei aan te melden by den directeur van ge
melde school. (Sts.-Ct.)
Do gemeenteraad te Middelburg heeft
aan dr. J. H. Van de Stadt op verzoek eervol
ontslag veileend als leeraar in de scheikunde
aan bet gymnasium, ingaande 1 Juli.
Te Nymegen is overleden de gepension-
noerde kolonel by den mi), geneesk. dienst
C. Ripping.
Te Amsterdam is overleden de beer H.
G. De Grys, oud-kapitein van het Ned.-Ind.
leger, ontvanger der gemeente Abkoude-
Proosdy.
Daar prof. dr. A. Kuyper bad te kennen
gegevon, dat hy van den tevestigingsdienst
te Makkum afz3g, indien de kerkeraad bet
hefLn van ƒ1 entreegeld hanohaaf .e, ie deze
Lep ling ingetrokken, en zal het reeds be
taalde geld worden teruggegeven,
Het stoomschip „Gedé", van Rotterdam
naar Java, vertrok 20 April van Marseille;
de „Künig", van Hamburg en Amsterdam
naar Oost-Afrika, arriveerde 19 April te
Dar-es-Salemde „Prins Alexander", van
Batavia naar Amsterdam, passeerde 20 April
Kaap Finisterre; de „Reichstag" arriveerde
19 April van Hamburg te Delagoabaai; de
„Herzog", van Hamburg en Amsterdam naar
Oost-Afrika, arriveerde 20 April te Lissabon;
de „Prins Willem W arriveerde 21 April
van Suriname te Amsterdam; de „Soeuda"
arriveerde 21 April van Batavia te Amsterdam
Boskoop. De collecte voor de Maatschappy
van Weldadigheid te Freferiksoord, dezer
dagen langs de huizen der ingezetenen door
de beide gemeente-veldwachters gehouden,
bracht op 36.60.
Heemstede. Gisteren herdacht onder zeer
vetl biyken van belangstelling de heer J.
H. Snyder, ambtenaar ter secretarie alhier,
den dag, waarop hy vóór 25 jaar als zoo
danig werd benoemd. Des morgens te half-
tien wachtte een rytuig den jubilaris aan zyn
woning en werd by op de secretarie ontvan
gen door den heer A. G. A. baron Collot
ü'Escury, secretaris en ontvanger der ge
meente, die hem in welgemeende hartelyke
bewoordingen golukwenschte en hom een
gravure in lyst aanbood. De burgemeester,
die gedurende langen tyd ernstig ongesteld
is geweest, kwam hem persooniyk feliciteeren
en schonk hem een zilveren horloge met ins
criptie en zilveren ketting. Namens den Raad
ontving hy van burgemeester en wethou iers
een schreven, waarin hem een gratificatie
groot 75 werd toegedacht. De veldwachters
boden hem een leuningstoel aan. De ingeze
tenen, voormalige volontairs ter secretarie en
het onderwyzend personeel schonken den jubi
laris een volledig kamer-ameublement.
Wassenaar. Gisteravond hield de vereeni-
ging „Nut en Genoegen" haar gewone jaar
vergadering ten huize van den heer A. W.
Beyersbergen. Na ballotage werden met alge-
meeno stemmen toegelaten als leden de
heeren P. De Josselin de Jong, Jac. Bakker,
Maandag, Wentink, L. Grevers en mej. Van
der Keilen. Uit het verslag van den penning
meester bleek, dat de Vereeniging nu uit 76
leden bestaat en dat er een tekort in de kas
is veroorzaakt door de laatste uitvoering. De
heeren De Smit en v. Wissen, belast met
het nazien der rekeniDgen, hebben alles in
orde bevonden cn adviseerden de rekening over
het afgeloopen jaar goed te keuren.
Aan de orde werd gesteld de Reglements
herziening. Art. 1 wtrd grootendeels ge
schrapt. Het voorstel om de contributie op
ƒ2.50 te brengen werd verworpen. Het voor
stel van cón der leden om de contributie
voor dit jaar op 2 te bepalen, werd aan
genomen. Het voorstel van een ander lid om
van nieuwe leden voortaan een inloggeld van
3 te vragen, werd eveneens aangenomen.
Nog eenige kleine wyzigingen in het reglement
werden algemeen goedgekeurd. Het voorstel
van het bestuur om don heer B. Van der
Moer, die zich voor de Vereeniging zeer ver-
dionsteiyk gemaakt heeft, tot eerelid te be
noemen, wrd met algemeeno stemmen aan
genomen.
38)
„Kom, moeder," troostte Karei, „het zal
mogeiyk zoo lang niet zyn! Ik heb het by-
akkoord gemaakt, dat we desverkiezende eiken
dag, en voor denzelfden prys, onze lakenvolder
terug kunnen nemen."
„Hoe zullen we ooit....!?" begon vrouw
Zwingelman8. Maar zy voltooide den zin niet.
„Ik moest me schamen!" zei ze,Kareis hand
grypende. „In plaats van myn best te doen
om jullie een hart onder den riem te steken,
zit ik te morren en te klagen en voor jullie
den last nog zwaarder te maken. Maar het is,
doordat de schok nog zoo versch is, Karei.
Morgen zal je me niet meer zoo zien. Heb
je ook ons slachtbee8tje al aan den man
gebracht?"
„Neen, moeder. Daar denk ik meer voor te
krygen door het op de gewone wyze aan den
slager te verkoopen. Morgen, in de stad, zal
tk er meteeo over spreken."
„Zou je het geld fcyeeDkrygen, zonder dat
het nog te ontvangen rentmeestersalaria be
hoeft aangesproken te worden?"
„Ik vrees er voor, moeder! Wat dunkt u:
zou ik voor dat goud en zilver en den verde
ren inhoud van dat valies honderd gulden
heuren?"
„Het heeft meer dan duizend gekost, maar
daar kan men met die dingen niet naar reke-
neD. Maar „honderd" Ja, Karei, dat
denk ik toch well"
„Laten we dan zeggen: honderd daarvoor,
honderd vyf en twintig voor do koo, en voor
ons 8lachtbee8tje denk ik een groote tachtig
te krygen. Dat is driehonderd samen. Voor
uw kabinet heeft onlangs dat opkoopertje uit
eigen beweging tweehonderd vyftig gebodeD,
en voor die twee pullen en het andere oud
porselein honderd vyf en zeventig. Daar zullen
we dus, allés-én-alles, wel een kleine vyf-
honderd voor bedingen. Dan hebben we nog
over twee varkens, die met mekaar ook een
groote vyftig zullen opbrengenmaar daarmee
zyn we dan ook uitgepraat. Honderd vyftig
a tweehonderd gulden, vrees ik, ^al van myn
jaargeld moeten komen".
„Nu, over zes dagen hebben we Nieuwjaar."
„Dat is wel zoo, maar de jonker is niet
gewoon zoo stipt op den dag te betalen.
Meestal laat hy een week drie, vier er over
heen gaan, als u weet. Zoo lang kunnen we
met de verzending van die zeven duizend niet
wachten; en om den jonker te vragen om
het geld't Zal moeten, maar ik zie er
bitter tegen opl"
„Waarom, Karei? 't Is eeriyk verdiend."
„Dat wel. Maar het heeft er zoo iets van,
of ik met myn armoe to koop loop; zoo
ietsof ik myn nood kom klagen en den
jonker bedelen om er my uit te helpen."
„Hy zou er ook waariyk wel het naast toe
zyn!" viel Hanna uit; en een blos van gloeiende
verontwaardiging vloog naar heur wangen.
Maar deze blos werd pyniyk, toen een snelle
blik van Karei baar deed begrypen hoezeer
ze zich versproken had.
Vrouw Zwingelmans evenwel merkte haar
verwarring niet op en aan de uitroep gaf
zy een verklaring op haar manier. „Waarom,"
vroeg zo, „zou zoo bepaald den jonker daar
het naast toe zyn? 't Is waar, vador heeft
hem en zyn familie trouw gediend en is
met bart en ziel voor hun belangen opge
komen, al de jaren, dat ze hem toevertrouwd
zyn geweest; maar al die jaren zyn hem ook,
geldelyk, zyn diensten in ruime mate beloond.
De baron zou geholpen hebben, daar is geen
twyfel aan! Maar wat de een uit goedheid
doet, mogen we niet als een soort verplichting
van den ander vergen. Daar komt by: het
zal den jonker onverklaarbaar zyD, dat we
in armoe konden komen. De ware reden
mag niet geüoemd: hy zal denkeD, dat we
8chromeiyk verkwistend zyn geweest."
Wat lagen Hanna de woorden te branden
op de tong! Zy moest zich natuurlyk be
dwingen, en zy bedwong zich ook; maar de
inspanning, welke dit eisebte, dreef den weg
stervenden blos op haar wangen weer tot de
vorige gloeihitte op.
Intu8schen was het inpakken der kostbaar
heden hervat en eenige oogenblikken werd,
onder algemeen stilzwegen, daarmee voort
gegaan.
Maar vrouw Zwingelmans had iets op het
hart. Al een paar maal had zy het hoofd
snel opgebeurd en de lippen even bewogen;
en nu ze toser die beweging maakte, kwam,
hoogst aarzelend:
„Kareidenk niet, dat ik vaders belofte
ook maar een handbreed zou willen schenden.
Liever de bitterste armoe dan dat 1 Maar
vaders belofte kon wel geen andere strek
king hebben dan dat vader met dien „zoon
van X.", als hy in nood kwam, zou deelen
wat hy had. Ik heb al dikwyis gedacht: zou
de nood, waarin dat heer zich bevindt, zoo
groot zyn als die, waarin we zelf geraken, als
we hem die zeven duizend nu weer zenden?"
Karei sloeg den treurigen blik vol en
ernstig naar zyn moeder op. „Moeder", ant
woordde hy, „als we hem dat geld niet zenden,
wordt hy als eerlooze voor bet gerecht ge
daagd".
De kostbaarheden waren ingepakt. Het
avondeten werd nu gebruikt en daarna begaf
de familie Zwingelmans zich.... ter ruste?
Op het kerkhof.
Oudejaarsavond, een weinig na het onder
gaan der zon, lag Karei geknield naast het
graf van zyn vader. Hy zag bleek; zyn oogen
stonden dof en waren weggezonken. De handen,
straks 8aamgevouwen ten gebede, waren nog
ineengestrengeld; maar dit heftig, krampachtig
ineengrypen der vingers was niet meer de
onwillekeurige begeleiding eener biddende ge
dachte.
De maan stond byna in haar volle grootte
aan den hemel, maar het was een gure, mistige
avond, en het kerkhof lag op een eenzame
plek, meer dan tien minuten van de naaste
woning verwyderd. Karol voelde zich dus alléén.
Aan de mogeiykheid, dat iemand hem zien
kon in deze oogenblikken, dacht by zelfs niet.
Toch was hy niet alleen. Met langzamo
schredeD, die door het vereenigd gedruisch
van wind en regen onhoorbaar werden ge
maakt, was zyn moeder hem genaderd.
„Schrik Diet", zei ze, en lei de hand op
zyn schouder, „schrik niet, Kareiik ben het.
Ik zag je in onzen tuin door de heg kruipen
en daarna het pad inslaan door het kreupel
hout. Ik begreep toen waar je heengingt
en ben je gevolgd."
„Maar, moeder!.... in dezo kou....!?"
„Wees onbekommerd. Ik heb een mantel
om, waar de regen Diet doordringt, en dio
me tegen heelwat feller kou zou beschutten.
Ik heb er óók behoefte aan, Karei, op
Oudejaarsavond eenige oogenblikken in vaders
nabyheid te zyD, al is die nabyheid dan ook
gansch en al denkbeeldig."
Karei was opgestaan en had zyn moeders
arm in den zynon gelegd. Zoo stonden die
twee een tydlang zwygend by het graf.
Opeens voelde Karei, dat er rillingen voeren
door den arm, welke in den zynon ruette.
„Laten we naar huis gaan!" drong hy; „u
staat te bibberen van de kou!"
„Neen, Karei," waa het antwoord, „'t ir
niet van kou. 't Isik ben zoo bang, dat
jy zeg me, Karei: je maakt er vader
toch goon verwyt van, dat die onvoorzichtig?,
belofte van hem ons zoo arm heeft gemaakt?'*
Wordt vervolgd.)