N°. T20IZ Zaterdag 22 April. A®. 1899 t 1.1ft 1.4ft goaraat wordt dagelijks, met uitzondering van fon- en feestdagen, uitgegeven. TVIntoscopeii. Leiden, 21 April. Feuilleton. DE RENTMEESTER. LEIDSCH PBXJS DEZKB nniTRfi m>) Voor LeldeD per 8 maandeo. Franco per poet - Aizonderiyke Nommere 0.0ft PHUS DER ADVERTÜN TIÜN Vao 1-0 regeia f 1.06. Iedere rogej meer 0.J7J. - Grootero lettere oaar plaats ruim to - Voor het incaaseereo buiten de stat) wordt f 0.05 berekend Met de directie der Mutoscopen-maatschappy, te Amsterdam, hebben wy thans -wederom een overeenkomst gesloten, waarby onzo lezers in staat gesteld worden alle mutoscopen te bezichtigen tegen betaling der helft van den daarvoor gestelden prys. Alléén op het bewys, dat daarvoor morgen avond in ons blad zal worden afgedrukt, worden de loodjes ad 2| Cent afgegeven. Men is natuurlijk geheel vrü iQ bet aantal, dat men wenscht te bezichtigen, en wij maken tevens onze abonné's er nog eens opmerk zaam op, dat ook voor kinderen deze mutos- copen een alleraardigst vermaak zijn. Ofllciëele Kennisgevingen. Burgemeester en Wethoudors van Leidon; Gezien het adrea ran L. J. CASTELEIN, houdende verzoek om yergUDnieg tot oprichting van een bakkeijj in het perceel aan dc-n Lagen Rijndijk, fcftdastraal bekend Sectie K No. 1181; Gelet op de artt. en 7 der Hin erwet; Geven bij deze kennis aan het publiok, dat ge boomd verzoek met de bijlagen op de Secretarie dozer gemeente ter visie gelegd ia; alsmede, dat op Donderdag 4 Mei a. a., 's voormiddags te elf uren, ©p het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven, ▼m be^warea togen dat verzoek in te brengeD. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. SO April 1899. VAN HEY8T, Seorotaris. Blijkens achterstaande advertentie zal het Utrechtsch Palestrina-koor, onder leidiDg van deo heer P. J. Jos. Yranken, den kapelmeester van de aartsbisschoppelijke katbedraal, albier een uitvoering van gewijde muziek komen geven en wel op Zondagnamiddag 30 April in hot gebouw der Luthersche Gemeente. Naar men ons mededeelt, zal het programma be staan uit een kleine passie muziek van den middeleeuwschen Nederlander Jacob Obrecht en uit zes kleine koorwerken van den grooten meester, waaraan de zangveroeniging haar naam ontleend heeft Aangezien den Donder dagavond van dezelfde week Joh. Wagenaar een orgelconcert in de Pieterskerk komt geven, ▼alt er dus voor liefhebbers van kerkmuziek wat te genieten. Het koor is van geringe getalsterkte en zingt uitsluitend „a capella" (d. w. z. zonder begeleiding), doch in onderscheid met het zoo beroemde koor, waarmede Dan. De Lange ▼oor eenige jaren zulke triumfen heeft be haald, voert het Palestrina-koor niet anders dan geest-lijke muziek uit. Het is samen gesteld uit de beste Utrechtscbe zangeressen en z ngers, de laatsten meest kerkzangers van Vranken's eigen koor. Noch slechts weinige uitvoeringen heeft de nog geen twee volle jaren bestaande vereeniging gegeven, en tuiten Utrecht is ze nog slechts opge treden in Amsterdam, Rotterdam en Haarlem. De uitvoering te Leiden zal de negende z\jo. Ziehier wat de muziekrecensent van de „N. Rott. Ct." over de uitvoering in de Groote of St.-Bavo kerk schrijft: Al wie muzikaal is, had tegenwoordig moeten zyn by dezen hoogtijd van het geluid, by dit jubelen, dit klagen, dit bidden der menschelyke stem; niemand, voor dieper aandoening, dan het enkel physieke genot van luisteren naar mooie klanken schenken kan, vatbaar, zou zonder indruk vau de befeeekenis, den boogen zin van Palestrina's kunst hebben kunnen blijven. Hoe door zijn edele kunst de tekst, het woord opgeheven, krachtig van uitdrukking geworden is, hoe zijn contrapuntbk van alle gekunsteldheid en leege vormelijkheid is ont daan, hoe bij hom hoofdzaak waren het schoone der melodie, het gevoelde, het warme der expressie, de klaarheid en de bondigheid dit alles heeft het Utrechtsche koor, dat aan zyn grooten naam zich verbond, weder met een bezielde sympathieke overtuiging, duidelijk doen worden. Gelukkig te prijzen zijn ze, die het woord hebben verstaan. Hun zal 't niet vreemd wezen te vernemen, dat Giovanni Perluigi da Palestrina, wien vóór meer dan drie eeuwen, als kapelmeester van St. Pieter, de lof en do bewondering werden gebracht door de uitstekendste priester-toonkunstenaars van Italië, die hem een bundel hunner com posities aanboden „ad celeberrimum ac praes- tanlissimum in Arte Mu3ica Coryphaeum", met een opdracht: „Zooals de rivieren Ijlen naar de zee, als naar hun vader en heer" dat die Palestrina een lof en bewondering wekt niet alleen van de Roomsch-Katbolieke, maar van de geheele beschaafde wereld." ....„Er was een heerlijke zelfbewustheid in de uitvoering, een weldadige zekerheid, die het voorname overal voornaam hield, nimmer tot een overmatige breedheid of kracht zich verlaagde. Zou er wel iemand geweest z\jn daar in de wijde stilte der Bavo, die de booge muzikale waarde dezer gewijde zangen niet heeft-ge voeld, wien daarbij de aanraking van deze kunst niet ontroerde?Zou het niet verheffend voor alle ontvankelljken zijn, het luisteren, met 0DZ9 ziel luisteren naar h- t lied van den eens geëerden, later vergeten en veronacht zaamden, in de tweede helft onzer eeuw weer herboren Palestrina? "We wagen het te ge- looven, en op te wekken tot het nemen van een proef, op te wekken tot het zooveel maar mogelijk bij hem ontvluchten van den profanen zingzang en den rammelenden klink klank, waaraan onze tijd niet arm is." Door de uitvoerders der uiterste wils beschikkingen van wijlen dr. R. J. Fruin, oud-hoogleeraar aan de Ryks-universittit te Leiden, mr. Tb. A. Fruin, te Rotterdam, en Th. A. Goddard, te Zutfen, is aan do Uni- versiteits-bibliotheek te Leiien ten geschenke aangeboden een gedeelte der door den over ledene nagelaten boekerij. Aan de schenkers is daarvoor do dank der Regeering betuigd. Voor het akte-examen lager ondorwys is te 's Gravenhage geslaagd mej. H. J. M. Den Hollander, te Leiden. De „Sts. Ct." van heden bevat de goed gekeurde statuten der vereeniging „D^Laecken- halle", te Leiden. De Fransche mail wordt hedenavond alhier verwacht. Da sergeant-bottelier J. J. Buys, thans dienende aan boord van Hr. Ms. wachtschip te Willemsoord, wordt, met iogang van heden, overgeplaatst in de rolle van Hr. Ms. wacht schip te Amsterdam eo gedetacheerd bij de Kweekschool voor Zeevaart alhier, zulks ter vervanging van den sergeant-bottelier H. Van Ncorden, wiens detacheering met gelijken datum is ingetrokken wegens overplaatsing aan boord van eerstgenoemd wachtschip. Bg de Tweede Kamer zijn woder inge komen adressen tegen het leerplichtontwerp; uit Zoeterwoude, afd. Hooge Ry'ndyk; uit Voorbout, onderteekend door alle katholieke hoofden V2n huisgezinnen; uit Hazors woude (dorp), onderteekend door den voorzitter en do leden van het R.-K. parochiaal kerk arm en schoolbestuur, alsmede door het hoofd der R.-K. school en de onderwijzers; uit Leidschtn- dam een van de parochie-geestelijken, een van het R.-K. kerkbestuur als bestuur der parochiale school, een van het parochiaal armbestuur van Leidschendam en een van het parochiaal armbestuur van Veur; uit Vogelenzang, ondertsekend door den pastoor en 149 ouders en hoofden van g-zinnen. De Maatschappij tot Exploitatie van Stoomtramwegen, welke exploiteert de tram lijnen tusschen Den Haag en Leiden entusschen Gouda en Oudewatef, heeft b\j den minister van waterstaat en tyj de Provinciale Staten van Zuid-Holland een aanvrage ingediend tot aanleg en exploitatie <van twee nieuwe tram lijnen; de eene van Gouda over Stolwijk, Bergambacht, Waddingsveen naar Schoon hoven, de andero vajli Gouda naar Boskoop. Aangevraagd wordt Üaarby, wat oe eerste lyn betreft, een r^qteloos voorschot van de provincie, tot gel jk bedrag als dat, het welk vroeger aan de Krimpenerwaard door de Proviaciale Staten was toegezegd, en wat de tweede betreft, een renteloos voorschot van een nader te bepalen bedrag, uitmakende voor het R\jk in de kosten van aanleg en iostal- latie, en voor de provincie gelijk derde deel na aftrek der subsifiën van gemeenten en andere belanghebbenden. De lijn Gouda—Schoonhoven zal een lengte hebben van 16.5 K. M., aio van Gouda naar Boskoop een lengte van 15 K. M, terwijl blijk.ns de begrooting de kosten voor de eerste lijn zullen zijn 495,000 en die voor de tweede lijn ƒ980,000. Laatstgenoemde lijn zal aan vangen nabü Boskoop op den westelijken oever der Gouwe en loop6n langs dien oever en verder over een nieuw te bouwen brug over de Gouwe naast de bestaande van den Staatsspoorweg en van gelyke doorvaarthoogte als deze, om daarna den noordelijken berm van den Staatsspoorweg te volgen tot het bestaande station Gouda. Gisteren, den verjaardag van Z. M. den Koning van Rumenië, is de Rumeensche vlag uitgestoken van villa „Carmen Sylva" in het Scheveningsche Park, do woning van den Rumeenschen minister by ons Hof. De vertegenwoordiger van Zweden en Noorwegen Lr Ontwapeningsconferentie is baron Bildt, gezant te Rome. Hy wordt bygo- staan door vier technici. De Fransche gezant by ons Hof, de heer Bibourd, is van zyn buitenlandsche reis te '6 Gravtnhage teruggekeerd. De tot commandant van het 1ste reg. huzaren benoemde luit.-kolonel I. R. A. H. Higly, van het 3de reg. huzaren, komt te Deventer in garnizoen, en de tot luit.-kolonel benoemde majoor E. J. H. Ringeling, van het 2de reg. huzaren te Venloo, is in zyri nieuwen rang eveneens ingedeeld by het lrtereg. ;de by het 4de reg. vesting-artillerie benoemde kapitein M. Q. Buys Ballot komt te Helder in garnizoen; de luit. ingenieur C. J. A. Reigersman wordt met 1 Mei van Amersfoort overgeplaatst naar Amsterdam. In September van dit jaar zal het 25 jaar geleden zyn, dat prof. J. A. Snijders CJz. tot leeraar in de natuurkunde aan de Poly technische School te Delit werd benoemd. In 1879 verwisselde de heer Snyder3 zyn titel met dien van leeraar in do wiskunde en het yken van maten en gewichten, terwyi by in 1880 tot hoogleeraar in die vakken werd benoemd. In 1885 verwisselde hy wederom van titel; het onderwys in de wiskunde werd vervangon door dat in de toegepaste natuur kunde, terwyi het yken bleef behouden. In 18S8 werd den heer S. opgedragen het onderwys in de toegepaste natuurkunde en de electrotechniek, welke vakken hy thans nog doceert. De onlangs te Arnhem overleden kunst schilder B. L. Hendriks heeft zyn collectie schilderyon aan die gemeente vermaakt. De minister van binnenlandscho zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in de maanden Juni en Juli aan 's Ryks Veearlaenyschool te Utrecht gelegenheid zal worden gegeven tot het afleggen van het natuurkuncig examen voor aanstaande vee artsen, bedoeld in art. 9 der wet van 8 Juli 1874 (Staatsblad No. 99). De dag van aan vang zal nader worden bekend gemaakt. Zy, die tot dat examen wenschen te worden toegelaten, behooren zich schrifteiyk vóór 1 Mei aan te melden by den directeur van ge melde school. (Sts.-Ct.) Do gemeenteraad te Middelburg heeft aan dr. J. H. Van de Stadt op verzoek eervol ontslag veileend als leeraar in de scheikunde aan bet gymnasium, ingaande 1 Juli. Te Nymegen is overleden de gepension- noerde kolonel by den mi), geneesk. dienst C. Ripping. Te Amsterdam is overleden de beer H. G. De Grys, oud-kapitein van het Ned.-Ind. leger, ontvanger der gemeente Abkoude- Proosdy. Daar prof. dr. A. Kuyper bad te kennen gegevon, dat hy van den tevestigingsdienst te Makkum afz3g, indien de kerkeraad bet hefLn van ƒ1 entreegeld hanohaaf .e, ie deze Lep ling ingetrokken, en zal het reeds be taalde geld worden teruggegeven, Het stoomschip „Gedé", van Rotterdam naar Java, vertrok 20 April van Marseille; de „Künig", van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, arriveerde 19 April te Dar-es-Salemde „Prins Alexander", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 20 April Kaap Finisterre; de „Reichstag" arriveerde 19 April van Hamburg te Delagoabaai; de „Herzog", van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, arriveerde 20 April te Lissabon; de „Prins Willem W arriveerde 21 April van Suriname te Amsterdam; de „Soeuda" arriveerde 21 April van Batavia te Amsterdam Boskoop. De collecte voor de Maatschappy van Weldadigheid te Freferiksoord, dezer dagen langs de huizen der ingezetenen door de beide gemeente-veldwachters gehouden, bracht op 36.60. Heemstede. Gisteren herdacht onder zeer vetl biyken van belangstelling de heer J. H. Snyder, ambtenaar ter secretarie alhier, den dag, waarop hy vóór 25 jaar als zoo danig werd benoemd. Des morgens te half- tien wachtte een rytuig den jubilaris aan zyn woning en werd by op de secretarie ontvan gen door den heer A. G. A. baron Collot ü'Escury, secretaris en ontvanger der ge meente, die hem in welgemeende hartelyke bewoordingen golukwenschte en hom een gravure in lyst aanbood. De burgemeester, die gedurende langen tyd ernstig ongesteld is geweest, kwam hem persooniyk feliciteeren en schonk hem een zilveren horloge met ins criptie en zilveren ketting. Namens den Raad ontving hy van burgemeester en wethou iers een schreven, waarin hem een gratificatie groot 75 werd toegedacht. De veldwachters boden hem een leuningstoel aan. De ingeze tenen, voormalige volontairs ter secretarie en het onderwyzend personeel schonken den jubi laris een volledig kamer-ameublement. Wassenaar. Gisteravond hield de vereeni- ging „Nut en Genoegen" haar gewone jaar vergadering ten huize van den heer A. W. Beyersbergen. Na ballotage werden met alge- meeno stemmen toegelaten als leden de heeren P. De Josselin de Jong, Jac. Bakker, Maandag, Wentink, L. Grevers en mej. Van der Keilen. Uit het verslag van den penning meester bleek, dat de Vereeniging nu uit 76 leden bestaat en dat er een tekort in de kas is veroorzaakt door de laatste uitvoering. De heeren De Smit en v. Wissen, belast met het nazien der rekeniDgen, hebben alles in orde bevonden cn adviseerden de rekening over het afgeloopen jaar goed te keuren. Aan de orde werd gesteld de Reglements herziening. Art. 1 wtrd grootendeels ge schrapt. Het voorstel om de contributie op ƒ2.50 te brengen werd verworpen. Het voor stel van cón der leden om de contributie voor dit jaar op 2 te bepalen, werd aan genomen. Het voorstel van een ander lid om van nieuwe leden voortaan een inloggeld van 3 te vragen, werd eveneens aangenomen. Nog eenige kleine wyzigingen in het reglement werden algemeen goedgekeurd. Het voorstel van het bestuur om don heer B. Van der Moer, die zich voor de Vereeniging zeer ver- dionsteiyk gemaakt heeft, tot eerelid te be noemen, wrd met algemeeno stemmen aan genomen. 38) „Kom, moeder," troostte Karei, „het zal mogeiyk zoo lang niet zyn! Ik heb het by- akkoord gemaakt, dat we desverkiezende eiken dag, en voor denzelfden prys, onze lakenvolder terug kunnen nemen." „Hoe zullen we ooit....!?" begon vrouw Zwingelman8. Maar zy voltooide den zin niet. „Ik moest me schamen!" zei ze,Kareis hand grypende. „In plaats van myn best te doen om jullie een hart onder den riem te steken, zit ik te morren en te klagen en voor jullie den last nog zwaarder te maken. Maar het is, doordat de schok nog zoo versch is, Karei. Morgen zal je me niet meer zoo zien. Heb je ook ons slachtbee8tje al aan den man gebracht?" „Neen, moeder. Daar denk ik meer voor te krygen door het op de gewone wyze aan den slager te verkoopen. Morgen, in de stad, zal tk er meteeo over spreken." „Zou je het geld fcyeeDkrygen, zonder dat het nog te ontvangen rentmeestersalaria be hoeft aangesproken te worden?" „Ik vrees er voor, moeder! Wat dunkt u: zou ik voor dat goud en zilver en den verde ren inhoud van dat valies honderd gulden heuren?" „Het heeft meer dan duizend gekost, maar daar kan men met die dingen niet naar reke- neD. Maar „honderd" Ja, Karei, dat denk ik toch well" „Laten we dan zeggen: honderd daarvoor, honderd vyf en twintig voor do koo, en voor ons 8lachtbee8tje denk ik een groote tachtig te krygen. Dat is driehonderd samen. Voor uw kabinet heeft onlangs dat opkoopertje uit eigen beweging tweehonderd vyftig gebodeD, en voor die twee pullen en het andere oud porselein honderd vyf en zeventig. Daar zullen we dus, allés-én-alles, wel een kleine vyf- honderd voor bedingen. Dan hebben we nog over twee varkens, die met mekaar ook een groote vyftig zullen opbrengenmaar daarmee zyn we dan ook uitgepraat. Honderd vyftig a tweehonderd gulden, vrees ik, ^al van myn jaargeld moeten komen". „Nu, over zes dagen hebben we Nieuwjaar." „Dat is wel zoo, maar de jonker is niet gewoon zoo stipt op den dag te betalen. Meestal laat hy een week drie, vier er over heen gaan, als u weet. Zoo lang kunnen we met de verzending van die zeven duizend niet wachten; en om den jonker te vragen om het geld't Zal moeten, maar ik zie er bitter tegen opl" „Waarom, Karei? 't Is eeriyk verdiend." „Dat wel. Maar het heeft er zoo iets van, of ik met myn armoe to koop loop; zoo ietsof ik myn nood kom klagen en den jonker bedelen om er my uit te helpen." „Hy zou er ook waariyk wel het naast toe zyn!" viel Hanna uit; en een blos van gloeiende verontwaardiging vloog naar heur wangen. Maar deze blos werd pyniyk, toen een snelle blik van Karei baar deed begrypen hoezeer ze zich versproken had. Vrouw Zwingelmans evenwel merkte haar verwarring niet op en aan de uitroep gaf zy een verklaring op haar manier. „Waarom," vroeg zo, „zou zoo bepaald den jonker daar het naast toe zyn? 't Is waar, vador heeft hem en zyn familie trouw gediend en is met bart en ziel voor hun belangen opge komen, al de jaren, dat ze hem toevertrouwd zyn geweest; maar al die jaren zyn hem ook, geldelyk, zyn diensten in ruime mate beloond. De baron zou geholpen hebben, daar is geen twyfel aan! Maar wat de een uit goedheid doet, mogen we niet als een soort verplichting van den ander vergen. Daar komt by: het zal den jonker onverklaarbaar zyD, dat we in armoe konden komen. De ware reden mag niet geüoemd: hy zal denkeD, dat we 8chromeiyk verkwistend zyn geweest." Wat lagen Hanna de woorden te branden op de tong! Zy moest zich natuurlyk be dwingen, en zy bedwong zich ook; maar de inspanning, welke dit eisebte, dreef den weg stervenden blos op haar wangen weer tot de vorige gloeihitte op. Intu8schen was het inpakken der kostbaar heden hervat en eenige oogenblikken werd, onder algemeen stilzwegen, daarmee voort gegaan. Maar vrouw Zwingelmans had iets op het hart. Al een paar maal had zy het hoofd snel opgebeurd en de lippen even bewogen; en nu ze toser die beweging maakte, kwam, hoogst aarzelend: „Kareidenk niet, dat ik vaders belofte ook maar een handbreed zou willen schenden. Liever de bitterste armoe dan dat 1 Maar vaders belofte kon wel geen andere strek king hebben dan dat vader met dien „zoon van X.", als hy in nood kwam, zou deelen wat hy had. Ik heb al dikwyis gedacht: zou de nood, waarin dat heer zich bevindt, zoo groot zyn als die, waarin we zelf geraken, als we hem die zeven duizend nu weer zenden?" Karei sloeg den treurigen blik vol en ernstig naar zyn moeder op. „Moeder", ant woordde hy, „als we hem dat geld niet zenden, wordt hy als eerlooze voor bet gerecht ge daagd". De kostbaarheden waren ingepakt. Het avondeten werd nu gebruikt en daarna begaf de familie Zwingelmans zich.... ter ruste? Op het kerkhof. Oudejaarsavond, een weinig na het onder gaan der zon, lag Karei geknield naast het graf van zyn vader. Hy zag bleek; zyn oogen stonden dof en waren weggezonken. De handen, straks 8aamgevouwen ten gebede, waren nog ineengestrengeld; maar dit heftig, krampachtig ineengrypen der vingers was niet meer de onwillekeurige begeleiding eener biddende ge dachte. De maan stond byna in haar volle grootte aan den hemel, maar het was een gure, mistige avond, en het kerkhof lag op een eenzame plek, meer dan tien minuten van de naaste woning verwyderd. Karol voelde zich dus alléén. Aan de mogeiykheid, dat iemand hem zien kon in deze oogenblikken, dacht by zelfs niet. Toch was hy niet alleen. Met langzamo schredeD, die door het vereenigd gedruisch van wind en regen onhoorbaar werden ge maakt, was zyn moeder hem genaderd. „Schrik Diet", zei ze, en lei de hand op zyn schouder, „schrik niet, Kareiik ben het. Ik zag je in onzen tuin door de heg kruipen en daarna het pad inslaan door het kreupel hout. Ik begreep toen waar je heengingt en ben je gevolgd." „Maar, moeder!.... in dezo kou....!?" „Wees onbekommerd. Ik heb een mantel om, waar de regen Diet doordringt, en dio me tegen heelwat feller kou zou beschutten. Ik heb er óók behoefte aan, Karei, op Oudejaarsavond eenige oogenblikken in vaders nabyheid te zyD, al is die nabyheid dan ook gansch en al denkbeeldig." Karei was opgestaan en had zyn moeders arm in den zynon gelegd. Zoo stonden die twee een tydlang zwygend by het graf. Opeens voelde Karei, dat er rillingen voeren door den arm, welke in den zynon ruette. „Laten we naar huis gaan!" drong hy; „u staat te bibberen van de kou!" „Neen, Karei," waa het antwoord, „'t ir niet van kou. 't Isik ben zoo bang, dat jy zeg me, Karei: je maakt er vader toch goon verwyt van, dat die onvoorzichtig?, belofte van hem ons zoo arm heeft gemaakt?'* Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 1