PETROLEUMHANG LAM PEN.
J. L. CREYGHTON,
Platek-Atlas
r
1 32V2 Cent
Aalmarkt 25.
J. P. F. FRISON,
PUIK
5T
KOFFIE,
bij C. HETNIS Jzi
li., Doezastraat 6.1
GEBROEDERS VAN DER HOEK,
de 5 Ons, 8981 24 8
H
N°. 12011
Vrijdag 21 April.
A*. 1899
<§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van gon- en feestdagen, uitgegeven.
Tiveede Blad
O! DAMES.
„De Laecken-Halie."
Boter, Kaas, Melk en Eieren,
Grootste keuze. Prachtige modellen.
LEIDEN.
Niemand verzuime bij behoefte aan een HANG
LAMP of GANGLANTAARN een bezoek te brengen aan
ons MAGAZIJN en de prijzen te vergelijken.
Tweede-Meid,
EIEREIN
GESCHIEDENIS VAN HET VADERLAND
Pottenbakkers.
Photographie B0N6ENAAR, Leiden, Apothekersdijk 16, Woerden, Koogewoerd.
LEIDSCH
MOBLAD.
PRIJS DF.ZKR COURAI7T)
Voor Leiden per 8 tnaanclea I.MX
Franco per post t 9 1.40»
Afzonderlijke Nommere 0.06.
PBUS DER APVKk'l'KNTl i^TN j
VaD 1-6 regels f 1.06. Iedere rogei meer 0.17|. - Grootere
letter8 naar plaatsruimte - Voor het incasseeren buiten d9 stad
wordt f 0.05 berekend
Do zaak Dreyfus-Picquart c.s.
Als antwoord op het rapport van Deniel,
den gouverneur van het Duivelseiland, publi
ceert de „Siècle" eenige brieven van Dreyfus
aan zfln familie; eerst brieven, waaruit blijkt,
dat hij verwittigd is, dat men hem ten minste
biet zonder antwoord zal laten op zijn her
haalde smeekbeden om het vonnis te herzien
later Irieven, waaruit biykt, dat by het be
richt van het Hof, dat by omtrent de aan
hangige revisie zou worden iogelicht, ont
vangen hoeft.
De eerste brief, die wordt medegedeeld, is
"Van 27 October 1898, waarin hy aan zyn
vrouw schrijft: „Ik ben ingelicht, dat ik een
bepaald antwoord sal ontvangen op myn
revisie-aanvragen. Ik wacht met kalmte en
vertrouwen; twijfel niet of dit antwoord zal
iindeiyk mijn rehabilitatie zijn."
In oen brief van den 25sten November
■obrijft Dreyfus aan zijn vrouw, dat hij het
verzoek van het Hof beeft ontvangen om zich
te verdedigen. „De woorden worden onmachtig
^oike diepe aandoeningen te beschrijven. Ons
hHjven overigens nog slechts enkele weken
tt wachten, eer wij in onze wederzijdscbe
genegenheid, in die onzer kinderen, in die
van allen, de vergetelheid zullen vinden van
•fize lange zorgen."
Dreyfus spreekt in geen dezer brieven over
s{jn leven op het Duivelseiland. Men behoeft
ïflch daarover niet te verwonderen; dit was
hem verboden. Zijn bewaker Deniel, die de
geregelde rapporten over den gevangene op
stelt, schrift, dat Dreyfus steeds „gesloten
blijft achter de traditioneels en onveranderlijke
phrases." Wanneer hij het niet gedaan had,
xou!den zijn brieven eenvoudig niet verzonden
ziJnl En toch zijn de volgende brieven, niet
tegenstaande hun „traditioneels en onver
anderlijke phrases" roerender dan de boeiendste
roman boomstukken.
Do meest beteekenisvolle brief is wel de
volgende. Hjj ie gedateerd van 8 Februari:
„Hoewel ik denk, zooals ik je gezegd heb,
dat het einde van onze verschrikkelijke marte
ling dicht bjj is, doet het er toch weinig toe,
of dit in een meer of minder groot aantal
dagen het geval is, nietwaar? Het doel is
alles; ik wil tot aan den dag, waarop ik je
in mijn armen zal kunnen drukken, dat mijn
gedachte, die je niet verlaat, die nacht en
dag over jou, over onze kinderen gewaakt
heeft, je altijd bereikt. Overigens, de brief,
dien ik je 26 of 27 December heb geschreven,
was een te diepe, te juiste uitdrukking van
mijn gedachten, van mijn onzichtbaren wil en
van mijn gevoelens, dan dat ik er een ehkel
woord aan toe zou kunnen voegen.
„Ik wil dus thans, in afwachting tot de
tydng van myn rehabilitatie my bereikt, je
de echo zenden van myn groote aandoening,
de uitdrukking van myn leven igo teederbeid,
je ook oplragen voor my je lieve ouders te
Omhelzen, al onze broers en zusters, my in
de herinn ring van allen terug te roepen, tot
op den dag, dien ik dicht by hoop, waarop
ik het zelf zal kunnen doen.
„Duizend kussen voor jou, voor onze kinderi n.
Je toegenegen
Alfred.
„Je wilt ook wel voor my mr. Demange
en mr. Mornard bedanken voor hun hartelijke
brieven, in afwachting tot ik het zelf zal kun
nen doen?"
En te geiyk schrijft hy aan zynzcou: „Myn
lieve, kleino Pierre, ik heb je hartelijke Lriefje
gekregen. Je wilt, dat ik je schryf? Ik zal
beter doen, ik zal je weldra in myn armen
drukken. En tot dat heerlyke en zoete oogen-
blik zal je mama je hartelyk voor my kussen,
ook grootpapa, grootmama, kleine Jeanne,
de ooms en de tantes, in één woord, allen.
Harteiyk gekust jy en de kleine Jeanne door
je papa, die dol op je is. Alfred."
Zijn laatste brief is van 25 Februari 1899;
by biyft nog steeds vol hoop, moedig,
onvermoei 1. „Myn gedachten, die je nooit
een oogenblik verlaten hebben, die dag en
nacht over je gewaakt hebben, over onze
kinderen, zijn altijd met jou. Ik spreek wel
steeds weer op dezelfde manier, doch het
zyn steeds dezelfde gedachten, dezelfde ge
voelens, warrvan ik ook in jouw brieven den
weerklank vind."
Zoo zyn Dreyfus' brieven. Te aandoenlijk
in bun onveranderlijke onschuldsbetuigingen,
in het onmeteiyk verlangen naar de zyntn,
om ze zonder tranen te lezen.
In de „Gaulois" schryft de heer Desmoulins
een artikeltje naar aanleiding van de ver
klaringen van luitenant-kolonel Plcquart:
„Watl Ziedaar iemand, die zich opwerpt cis
advocaat van Dreyfus en de openbare aan
klager van Esterhazy, die bekent, dat hy
geiurende twee maanden bet geheime dos
sier in handen heeft gehad, en die ons ver
klaart, dat by zich niet herinnert wat er zich
in bevond l Ik heb in zyn verklaring van
heden twee-en-vyftigmaal zijn refrein gehoord
„Ik herinner het my niet".
Gy herinnert u uw dossier niet en gy be
schuldigt den een en gy verde igt den ander 1
Maar waarvoor verdedigt gy den een en waar
van beschuldigt gU den ander?
De heer Clómenceau zelf is zoo verslagen
door het onderzoek, hetwelk Picquart dcor
Desvernine over Esterhazy heeft doen instel
len, dat hy bekent, dat het niets heeft voort
gebracht. "Wat zal hy nu wel zeggen van het
pleidooi en van het requisitoir van Plcqu rt,
welke beide beginnen met: „Je ne me souviens
pas", en die beide eindigen met; „Je ne me
rappelle pas".
Een goed ingelicht persoon zei ons, vóór de
openbaarmaking der verklaring van Picquart:
„Zy zal vernietigender zyn voor Picquart en
voor Dreyfus dan de verklaring van generaal
Roget!"
Wy konden het niet gelooven. Maar zy
overtreft nog wat wy ons hadden kunnen
voorstellen. Dat is de vernietiging van het
Dreyfusisme door de nagels van het Drey-
fusisme zelf.
Een „grog d'honneur" voor Picquart l Wy
zullen haar betalen. Dat zyn wy hem wel
schuldig l"
In de „Figaro" schrijft de heer Cornély
een „droom van een braaf man."
Deze brave man laat in zyn droom alles
voorbygaan wat er in de ^Affaire" gebeurd
is. En eindeiyk komt hjj aan htt bor erel,
dat hy in zijn droom ontleedde, en hij vond
het werkelyk onwaarschyniyk, dat een ver
standig militair bet zou kunnen geschreven
hebben, dat Dreyfus er de schrijver van was,
omdat hy in Septem'er zyn vertrek mede
deelde naar de manoeuvres, waarbeen hy,
zooals hy in Augustus reeds wist, niet zou
gaan.
De brave man, die logica bezit, dacht ook,
dat Dreyfus noch de hydraulische, noch de
hydro pneumatische rem aan Duitschland kon
hebben verschaft, omdat de nieuwe Duitsch9
kanonnen geen hydro pneumatische rem heb
ben, want ginds is men bang voor ingewik
kelde toestellen en werktuigen, welke niet
kunnen worden gerepar erd zonder den werk
man te doen komen, die ze gemaakt heeft.
Om "al deze redenen ontwaarde de brave
man, dat het borderel het werk was van
een mouchard
De trave man ontwaakte, inwendig gehoel
verlkht. Hy maakte zelfs zyn vrouw wakker
en zei: „Ik begin te gedcoven, dat wy in
1894 het slachtoffer zjjn geweest van een
mystificatie."
Zyn vrouw dommelde weer in, zeggende:
„Nu spreek je net als Charles Dupuy!"
De hec-r Qucsnay de Beaurepairo in de
„Echo de Paris": ^Picquart is nog onhandiger,
als hjj volhoudt, xlat de stukken van bet
geheime dossier onb'eteekenend zyn; m.n
weet integendeel, dat zy, eenmaal by de
recht rlyke instructie ingebracht, een vollocig
lewys van de schul-L van Dreyfus geven.
Maar men moet roke ing houden met dit
feit, dat Picquart, toen hy zün pleidooi voor
de Crimineele Kamer hield, er zeer goed
rekening mede hield, dat zyn tondgenooten
een vonnis van algeheele rehabilitatie zouden
vellen, zonder zfin gezegden te controleeren
en zonder elders licht te zoeken.
De ontlastings-wet heeft het gebouw omver
geworpen, daarom is zyn verklaring, welke
op het oog krachtig was, toen hy haar uit
sprak, heden met nietigheid geslagen."
De heer Jaurès in de „Petite Róputlique":
„Uit zekere bron verneem ik, dat de heer
Dupuy en de heer Lebret door tusschen
komst van den president Mazeau, hot Hof
heeit gesommeerd om de debatten te beginnen
en te eindigen vóór 2 Mei.
De heer Dupuy wil de Kamers in elk
geval voor een fait accompli plaatsen en
met het oog daarop onderdrukt hy elke
mogelykbeid van een supplementair onder
zoek of van confrontatio. Hy ontneemt asn
den rapporteur Ballot-Beaupró de mogelijk
heid, om de enorme enquête te onderzoeken.
En cindelyk ontneemt hy de autoriteit aan
het beslissende getuigenis van kapitein Frey-
8tattter.
Dat is een nieuw misdryf tegen de waar
heid en het recht."
De „Gaz tte des Tribunaux" deelt meae,
dat de vereenigde drie kamers van het Hof
van Cassatie heden een zitting zullen houden
om verschillende vraagstukken der revisie van
het proces-Dreyfus t3 onderzoeken. Ver
scheidene bladen maken melJing van het ge
rucbt, dat president Mazeau besloten was do
zittingen ter behandeling van het rapport van
Ballot-Beaupró op 26 of 27 April te beginnen,
en dat bet Hof van Cjssatia zyn definitieve
beslissing vóór 5 Mei, den dag van de samen
komst van het parlement, zal nemen.
In de „Echo de Paris" heeft* een raadsheer
van het Hof ook de overtuiging uitg-sproken,
dat het Hot geen nieuw onderzoek zal in
stel!, n, doch er zich toe zal beperken door
een of twee raadsheeren zulke personen, oie
het wenschten, of roeds gehoorde getuigen
te doen booren.
De „Figaro" van Woensdag bevat het slot
der verklaring van kolonel Picquart, dat
hoofdzakelijk loopt ov. r de machinaties, tegen
hem op het getouw gezet na z\jn verwijde
ring van het departoment van oorlog en over
de tegen hem gevoorde instructies.
Uit de verklaring van Picquart blykt
inderdaad, dat men hem tot t-lken prys uit
Parys wil ie houden, zoo werd hem zelfs
door generaal Cons9 verbo en op zün reis
van het oosten van Frankrijk naar het zui
den te Parijs te kom<n om linnengoed mede
te nemenl Dit feit g <f Picquart de overtui
ging, dat er werktiyk wat teg n hem werd
gesmeed.
De „op-racht", die hem oorspronkelyk was
gegeven, wer-i steeds uitgebreid, tot Jat ze
ten laatste volstrekt onwaarschynlyk werd
maar er werd Picquart geen enkel verwijt
gedaan, zoodat het hem onrnpgelfik was
protest aan te teckentn. Hy begon zich
echter ongerust te maken, te meer, daar
hem bleek, dat zfin brieven werden onder
schept en geopend. Onder deze geopende
trieven bevonden zich de valsche stukken-
Speranza en -Blanche, die omstreeks
dezen tyd aan Picquart werden toegezon
den en naar men weet den grondslag heb
ben gevormd voor een verdenking van den
kolonel.
Picquart heeft voor den Raad van Onder
zoek zoowel aan Gonse als aan Henry de
vraag gesteld waartoe z'ijn correspondentie
werd geopend. Hy kr^eg slechts vage ant
woorden, e nmaal weigerde gtneraal Gonse
zei 8 antwoord te geven, en toen Picquart
aandrong, 6loot de president van den Raad
het incident. Dergelijke staaltjes van een
alh.rmerkwaardigste rechtspraak vinden we
in het verhaal van dién getuige herhaaldelyk
terug. Zoowel ty de instructie van rechter
Fabre, als die van kapitein Tavernier, en by
het onderzoek tegen Esterhazy door generaal
Pbllieux en later voor den krygsraad, waar
eigeDlyk Picquart da beschuldigde was, werd
dit stelsel gevolgd. Bykans nooit wtrd Picquart
met hem weersprekende getuigen geconfron
teerd en de enkele malen, dat dit geschiedde,
werd aan het verhoor een eind gemaakt, zoodra
het den getuige wat lastig bleek te worden.
By het vooronderzoek tegen Esterhazy wer
den Picquart tal van beschuldigingen naar
hot hoofd geworpen en zoodra hy begon ze
te weerleggen, werd hem aan htt verstand
gebracht, dat hy getuige was cn geen be
klaagde. De Raad van On .'trzoek, voor welken
Picquart zelf v.rscheen, weigerde zelfs hem
akte te geven van het feit, dat hy niet in
de gtlegenheil was gesteld om den rappor
tour vtrklaringen te geven omtrent de aan
gevoerde beschuldigingen en hem, in slryd
met de wtt, geen enkel stuk uit het cossier
der zaak was getoond. Ook liet men den
beklaagde slechts van een deel der getuigen
verklaringen kennis nemen. In het :lge-
meen, men maakte het hem onmogalyk zich
behooriyk te verdedigen. Uit alles, wat Picquart
vertelt, tiykt de duidelijke toeleg om den
man, die de schuld van Esterhazy had ontdekt,
in öiscrediet to brengen.
Op de verklaring van Picquart volgt die
van den afgevaardigde Jules Roche over
oiens betrekkingen met Esterhazy, waarby
gevoegd zyn de veelbesproken brieven van
don majoor aan cien afgevaardigde. De ver
klaringen van den heer Wtil, een vriend
ven Esterhazy en van kolon 1 Cordier
na die van Picquart slechts van matig be
lang maken de 24 kolommen vol, welko
do „Figaro" aan zyn laatste nummer heeft
toegevoegd.
De „Siècle" beweert heden, dat do he r
Lebret, minister van justitie, den eersten
president van het Hof van Cassati3 heelt
do.n weten, dat by hem uitnoo ig.e de orie
Kamers van het Hof byeen te roepen op
27 April, om haar voor het tyeenkomen van
hot parlement uitspraak te laten doen over
de revisie.
Andere bladen bevatten een dergelyk terieht.
Faucy-fair te Uireclit ton bate Tan
Volk8sauatoria iu Nederland.
Naar aanleiding der o.dangs gehouden
vergadering van het Utrechtsch Dames comitó
kan thans worden medegedeeld, fat de Fancy-
fair t n bate van Volkssanatoria is bepaald
op Wo nsdag 31 Mti, Donderdag 1 en Vrydag
2 Juni a. s.
Aanzienlyke tydragen zyn reeds ingekomen
uit verschillen Jo plaatsen dos lands, want,
zooals bekend i3, is ce stad Utrecht tot het
houden van dezo Fancy fair door het Centraal-
Comitó uitgekozen wegens haar centraio
ligging, daar'oy geldt het een algemeen
belang.
Het is daarom, dat het Utrechtsch Damos-
comité een beroep meent te mogen doen op
alle landgenooten, om hen op te wekken het
streven van het Comitó te steunen coor
bydragen voor den verkoop te schenken.
Gaarne worden de inz ndingen ingewacht
door do presidente van het Utrechtsch Dames
comité, douairière Lampsis van, den Velden,
of door een der leden van liet bestuur.
Vervolg der Advertentiën.
Al deze 11 stuks onmisbare voorwerpen ontv.
u franco thuis rembours h n .95 overal heen;
4 n tte keurige Kamermatten, frisch grys met
rood, 4 flinke Gangmatten, 1 Spaansche ronde
Tafelmat, 1 vierk. grflza yzersterke Slykdeur-
mat, 88 cM. lang, 52 cM. breed. Wie binnen 8
dagen criefk. zendt, ontv. een Cadeau, nl.1-
Bloemtafel v. 6 potten of 1 Bloemsttl v. 1 pot of
1 mooie witte Linnenmand of 1 lief Werktafeltje
of 4 buisb. Manden. Riet werk-91agaz(Jn,
Prlnsengr. 146, Amsterdam. 3249 13
Van 21 tot en met 28 April TE3T-
TGOlVSTELLIffG in het Stedelyk Museum
van werken van don Heer Th. VAN HOYTEMA.
3175 5
Wegens verandering ter overneming
aangeboden op netten, drukken stand te
's Gravenhage: een nette ZAAK in
welke etn burgerbestaan oplevert. Infor
mation te bekomen: v.-d.Duyn-straat Ï9a,
Den Haag. 3211 8
Door onvoorzien© omstandigheden vraagt
Jlevrouv 8C1IOG11, te Voorscholen,
met 1 Mei: eene nette, vlugge
bekwaam in het opdoen der droge wasch
en het strjjken. 3233 7
4 Cents per stuk, 2-maal in de week
versch. Wed. J. STEËNHAUER Zn.,
Mandenmakerssteeg 4 by de Waag. Tevens
prima adres voor zuivere Natuurboter,
Goudsche, Leidsche en echte Edammerkaas.
3219 7
By alle Boekhandelaars is voorhandende
zooeven door A. W. SIJTHOFF, te Leiden,
uitgegeven
ten gebrnike bij het
onderwijs
m de
Dr. M. C. DE BOER en H. HETTEJÏ A Jr.
Prijs 95 Cents.
Heden verschijnt het
TWAALFDE VERVOL»
(Nos. 10552-10818)
op den Catalogus der Leesbibliotheek
van 3242 17
Hollandsclie, Fransche, Engel-
sche en Duitsclie Boeken
van de Boekhandelaren
BREESTRAAT 113, LEIDEN.
Prijs: ro.io.
Do Complete Catalogus, Nos. I -10818, /"0.75.
Aan de Stoombuizen- en Bloempotten-
fabriek kunnen 2 a 3 Draaiers, voor vast
werk, tegen hoog loon, geplaat&t worden.
Adres: GEBRS. HILLEBRAND, Gansstraat
39, Utrecht. 3244 7
Cuisinier, Papengr, 33,
beveelt zich aan tot bet leveren van Diners
en Soupers, Koude co Warme Schotels,
Pasteitjes, Croquetten, enz.
Uitzending van Diners tegen over
een te komen prijzen. 9169 8
12 VlsItc-Po<rcMcn met proef f3.-
Aanbevelend, WILLEM BONGENAAR.
3014 10