KOLONIËN. BATAVIA, 8—14 Maart. In Tegal en andere residenties aan do noordkust hebben tusscben 11 en 13 Februari buitengemeen zware bandjirs huisgehouden. In h t district Tjomal *jjn 116 touws nieuw beplante velden overstroomd, zoodat de aan plant grootendeels mislukken zal. In h.-t district Gantoengan is ten gevolge van zware regens en hevige winden veel «chade toegebracht aan de aanplantingen dor bevolking in eenige dessa's aldaar. Met betrekking tot de groote over- stroomiDg in de districten Singen-kidoel on Grogol deelt de resident van Semarang nog mede, dat in het eerstgenoemd district 2663 touws pa i werden overstroomd, waarvan ruim 700 bouws als geheel verwoest kunnen worden beschouwd. In bot district Grogol bedragen die uit gestrektheden respectievelijk 3977 en 2186 bouws en in het district Singen lor 410 en 46 bouws. Van het gewas op de droog gekomen velden kan nog iets verwacht worden; alleen in het district Grogol heeft het zoodanig geleden, dat de productie, welke daarvan verwacht wordt, op ongeveer een derde van de gewone opbrengst geschat wordt. De Java Bode" schrift: By algemeene order voor het leger is het nieuwe reglement voor het corps marechaussee bekend gemaakt. Het corps wordt thans van 480 op 1200 man gebracht, hetgeen een beelen pluk voor de veld bataljons op Atjeh zal geven. Met het nieuwe keurcorps gaat het weer, op het punt van formatie, denzelfden weg op als met de meeste andere wapens en diensten. Het corps, dat nu in z\jn geheel aan alle verliezen van den oorlog is blootgesteld, moet te velde uit andore worden gerecruteerd, hetgeen zeker geen rationeele wijze van instandhouding is. Boven ien kan men feitelijk niet van een afzonderlijk corps spreken, daar de plaatsing er bij van een toevallig verblijf in Atjeh afhangt. "Wij gelooven daarom, dat het wen- sclielijk zou zijn op Java een depot-divisie te vormen, waar de recruten worden opgeleid, benevens één of twee rtserve-divisiën. Het is nu eenmaal een onomstooteliJke waarheid, dat geen enkel corps steecs ia zijn geheel te veile kan blijven, zonder uit zijn verband te worden gerukt. In geval van oorlog met een buitenlandschen vijand zouden de marechaus sees op Java bovendien uitnemende diensten kunnen bewijzen. Ook zou het nog zeer wen- schelijk zijn ze hier bij de hand te hebben voor eventueels excursiën. Men bedenke wel, dat de marechaussee niet alleen in Atjeh, maar ook overal elders zeer bruikbaar is. Het „Bat. Nbl." van 13 Maart bevat, onder het opschrift „Een jubilé", de volgende regelen fan den hoofdredacteur: Naar ons uit Holland gemeld wor it, hoopt Ie pedel der Leidsche universiteit, de heer F. A. Dee, op 1 April a. s. zijn vyfen-twintig- Jarig jubileum te vieren. Hoeveel studeDten heeft deze brave in dien tijd al niet zien komen en gaan! Met welk een opgewektheid heeft hij steeds zjjn taak vervuld 1 Dee, met fijn prettigen humor, leeft bij elk oul-Leidsch itudent in dankbare herinnering. Hoe wist hij niet eiken examinandus, oio bleekbestorven tn het zweetkamertje zat te wachten op het belletje, dat den aanvang van zijn beproevings- tur zou aankondigen, coor zijn vrooiyk ge- jout oen hart onder den riem to steken. „Waarvoor bon je nou oigenlijk bang,meneer? Dot malle examen, waar iedereen door komt, zou u pieren kom meneer, laat naar je kijken. Als ik straks, vóór de vertooning begint, de proffen zeg, oat ze je d'er door motten laten dan zult u eens zien of ze durven tegenstribbelen. Gerust, hcor!" En als iemand de examenkoorts in bijzonder hevige mate te pakken bad, dan ging Dee werkelyk t9 voren de hoogleeraran even waar schuwen, dat ze met den candidaat consi deratie moesten gebruiken, daar hij erg van streek was. Professoren en studenten, ze mochten hem allemaal even graag lijden en h\j kon bij hen gerust een potje breken. Zou het nu niet aardig zijn, zoo alle oud- Leidenaren zich eens vereenigden, om den braven Dee hunnerzijds een tiyk van sym pathie te geven ter gelegenheid van zijn zilveren feest? Wel is waar komt die hulde te laat, om hem op den feestdag nog te kunnen worden aan geboden, maar ze zal er onzen braven Deo niet minder welkom om wezen. Gaarne wil ondergeteekende zich belasten eventueele bij dragen tot dit doel in ontvangst te nemen, doch hij verzoekt tevens, dat elk inzendor er ?en eigenhandig epistel voor Dee bijzendt: dan vooral zal hij goed beseffen hoe de in IndiÖ verblijvende oud-voodsterlingen der Leid sche Alma mater hem nog steeds in aan gename herdenking houden. Mn. Ph. S. De Laat de Kanter. ATJEH. Uit Oleh-leh werd den llden Maart aan de „J.-B." geseind Tjoet Nja Din houdt zich met haar getrouwen nog steeds op te Lango; de colonne onder luitenant-kolonel Van der Dussen is Lango tot op twee dagmarschen genaderd, zonder vetl weerstand te ontmoeten. Radja Batak, do zoon van Tjoet Nja Din, is opgetreden als leider van het verzet, onder voogdij van teungkoe Itam Tabob, Staïd Panoed en panglima Arom, terwijl teungkoe Kadli en Habib Oesim als adviseurs optreden. Teungkoe Gedong, wyien Oemar's oudste zoon, doet echter evenzeer aanspraken gelden op de heerschappij over Meulaboh. Volgens losse geruchten zouden Oemar's volgelingen diens lijk te Moego weder hebben opgegraven uit vrees, dat het in handen zal vallen van de oprukkende colonne. Door den gouverneur-generaal van Nederlandsch- Indië zijn de volgende beschikkingen genomen: CIVIEL DEPARTEMENT. O n te lage n: Met ingang van 4 April 1899, op verzoek eervol uit 's lands dienst, ae resident der Oostkust van Sumatra P. J. Kooreman; op verzoek, eervol als Makelaar te Batavia, W. H. J Keuchenius uit 's lands dienst, de geschorste algemeene ontvanger van 's lands kas to Madioen, C. E. Hounings, met bepaling, dat nader zal worden bcsh8t of dat ontslag al dan niet als eervol moet worden beschouwd. Belast: Gerekend van 25 Februari 1899, met de waarneming der betrekking van algemeen ontvanger van s lands kas to Madioen, de ambte naar op non-activiteit J. Th. Hafkenscbeid, laat stelijk adjunct-ontvanger voor de perceptie van 's lands middelen bij 's lands kas te Soenibaia; met de waarneming van den cd viel en genees kundigen dienst en het opzicht over de vaccine in dc afdeelingen Tasikmalaja en Soekapoera der residentie Preanger-Kegentschappen en in de af- deeling Galoeh der residentie Cberibon, met standplaats Tasikmalaja, J. R. Berghuis, arts, gepensionneerd off. van gez. lste kl. bij de Marine. Bij het op. lager ond. voor Europeanen. Belast: Met de waarneming der betrekking van onderwijzer 2do kl., S. J. H. Van Merkom, van verlof uit Europa teruggekeerd, laatst onder wijzer lste klasse. Geplaatst: Aan de openbare 3de lagere school te Buitenzorg als hoofd der school, de met de waarneming der betrekking van onder wijzer 2de kl. belaste ambtenaar op non-activiteit S. J. H. Van Merkom. Bij den Waterstaat en 'a lands B. O. W. Overgeplaatst: In de irrigatie-afdeeling Bran tas van Modjokerto naar Lawang, de opzichter 2de kL W. M. Jordaan. Toegovoegd: Aan den chef der irrigatie- afdeeling Brantas met Modjokerto als standplaats, de opzichter 2de kl. P. EL Van Gemert. Verleend: Wegens langdorigen dienst, een iaar verlof naar Europa, aan den onderwijzer 3de kl. bij het openbaar lager onderwijs voor Euro peanen E. F. Meerdink. Verleend: Wegens ziekte een tweejarig ver lof naar Europa, aan den ambtenaar op wachtgeld G. H. Th. Wiggers van Kerchem, laatstelijk 2de commies op het residontie-kantoor te Semarang. Ontslagen: Op verzoek, wegens volbrachten diensttijd, eervol nit 's lands dienst, de waar nemende ontvanger der in- en uitvoerrechten en accijnzen te Batavia, A. K. J. Kaffer, met bepaling, dat dit ontslag wordt gerekend te zijn ingegaan met 25 Februari 1899. Ingetrokken: Het besluit van 18 Januari 1899, waarbij H. E. Coert, ambtenaar op wacht geld, laatstelijk machinist bn het Marine-Etablis sement te Soerabaia, als 3de machinist tijdelijk ter beschikking is gosteld van den directeur der zoutverpakking. Tijdelijk gesteld: Ter beschikking van den directeur der zoutverpakking, J. Roelants, en zulks als 3de machinist. Tijdelijke: Toegevoegd aan denhoofd-iDspec- teur voor de suiker- en rijstcultuur, bet landelijk stelsel en wat daarmede in verband staat: de ambtenaren voor den burgerlijken dienst C. L. Sanders en C. F. CoDsalves en de burgerlijk ambte naar A. J. L. Couvreur. Tijdelijk gedetacheerd: Bn de exploita tie der Staatsspoorwegen op Java: Bij de Wester- lijnen de adjunct-ingeniear van de Oosterljjnen J. W. Van Dijk. DEPARTEMENT VAN MARINE. Ontslagen: Op verzoek, eervol uit 's lands dienst, de leerling- machinist bij de gouvernements-morine B. W. M. Goewie. Overgeplaatst: Van het flottieljevnartaig -Bali" op het pantserschip Prins Boud rik", de luit. ter zee 2de klasse jhr. H. K. B. Rendorp; van het pantserschip Prins Hendrik" op het flottieljevaartuig „Bali de luit. Ier zee 2de klasse R. L. Dijkhuis; van het flottieljevaartuig „Nias" op de „Prins Hendrik" op folio van luitenant ter zee 2de klasse, de adelborst lste kl. jhr. G. L Schorer; van het pantserschip .Prins Hendrik'' op het flottieljevaartuig „Nias" op folio van luit. tci" zee 2de kl., de adelborst lste xl. E. D. Julius. Burgerlijke St.aud. ALKEMADE. Geboren: Johannes Adrianus, Z. van C. H. Remmerswaal en M. Jansen. Catharina Cornelia Maria, p. van J.Fangrnann en A. M. Dorenbos. Cornelia Adriana Hormina, D. van D. Van Pelten H. J. Broekhuizen. Johannus Petrus, Z. van B. Van der Zwet en A. H. Otton. Overleden: Leven], geborea D. van VV. Stam en A. Hartsaiker (van Amsterdam). Adrianus MariDus, 10 rond., Z. van J. M. Van Feeffelon en J. A. Van Zwam (van Lithorjen).-Maria Martha Wilhelmina, 7 mnd D. van P. Heemskerk en M. Van Diemon (te Gorkcm). Hendrik Cornelis, I mnd., Z. vau J. B ijzelendoorn en N. Ouwerkerk. Ondertrouwd: N. D. Van der Voort jm. 24 j. en G. Van der Meer jd. 28 j. S. Van Ruiten jm. 27 j. on P. Vaa der Meer jd. 23 j. A. P. Vei boy jm. 26 j. (van Hazerswoude) en W. Van der Snlni jd. 23 j. J. Vermij jm. 27 j. en J. Van Klink jd. 21 j. J. Van der Meer wedr. van A. Neiinan, 48 j. en G. Heemskerk jd. 42 j. L18SE. Gehuwd: P. Weyera en G. Verkerk. Geboren: Clemens Cornells, Z. van J. Kaak en A. J. Plug. Cornelia Calharina, D. van H. v. Graven en M. Uerg. Maria, D. van S. P. Halfschepel en M. v. d. Zon. Overleden: A. Van der Veld, echtgenoot* van O. Hougendoorn, 69 j. OEGSTG»\EST. Gehuwd: L. Spierenburg en C. P. Van der Zwart. Geboren: Agatha Maria, D. van W. A. Zand bergen en A. P. Nijssen. Johannes, Z. van W. Vink en C. J. Bruijstens. Maria, D. van W. De Mooij en D. Ph. Van Egmond. Overleden: C. C. Sobaddé Van Doorn 82 j. M. Schoneveld 3 tn. STOMP WIJK. Ondertrouwd: A. Stolkjm.31 j. en A. v. Rijn jd. 25 j. J. M. Bernard jui. 24 j. ou M. G. Woarjer jd. 22 j. Bevallen: C. J. Van Nierop geb. Olsthoorn D. M. De Vreede geb. Van Leeuwen Z. Overleden: M. Kouwenhoven, 61 j. echtgc- noote van W. v. d. Zijden. J. M. Van Santen D. 11 j. C. J. De Groot jm. 16 j. VEUR. Ondertrouwd: G. C. v. Leeuwen jm. 30 j". en A. M. Hooijmans jd. 35 j. M. Adricbein 41 j. (Wedr. van M. Olsthoorn) en A. Van Leeuwen jd. '29 j. C. J. Koot 44 j. (wedr. van M. M. B. v. d. Post) en E. Schilperoort jd. 34 j. Bevallen: P. Wcerdenburg geb. Mosseveld Z. Overleden: A. G. Van Os D. 10 mnd. WOUBRUGGE. Geboren: Hendrik, Z, van H. v. Harten en J. v. Zwieten. Gehuwd: Th. Hogervorst jm. 29 j. en J. Olijhoek id. 34 j. Overleden: A. De Jong, 76 i, weduwe van T. Grauweiman. A. Van Bostelen, 63 j., echt genoot van M. Kolijn. ZOETERWOUDE. Overleden: A. G. Coers, 69 j., weduwe van H. Kamerlingh Onnes, wonende te Leiden. C. Schrader, 78 j., weduwe van C. Vink. Ondertrouwd: C. Berg 33 j. ea E. v. d. Pool 27 j., beiden wonende alhier. De zaak Dreyfns-Picqnart c.8. De „Figaro" van Vrijdagmorgen publiceert de verklaringen van generaal De Boisdeffre, van commandant Lautb, die op bet bureau van de statistiek werkzaam was, tijdens het borderel daar aankwam, en van den heer Gribelln, archivaris, die aan het ministerie van oorlog onder de bevelen van kolonel Picquart en van commandant Henry stond. De voormalige chef van den generalen staf De Boisdeffre volgens professor Conybeare de eigenlijke verrader vertelde omtrent de Instructie tegen Dreyfus niets nieuws, alleen ODtkende hy op een vraag van president Loew, dat er reeds aan het slot der instructie van majoor Du Paty de Clam sprake zou zijn geweest van een geheim dossier, en op de vraag of aan den krijgsraad geheime stukken waren voorgelegd, bleef by het antwoord schuldig, „omdat deze vraag op het oogenblik niet aan het oordeel van bet Hof is onder worpen." Van de bekentenissen van Dreyfus en het veelaangehaalde rapport van kapitein Lebrun- Renault heeft generaal De Boisdeffre recht streeks nooit iets vernomen of gezien. Het bericht, dat Dreyfus bekend zou hebben, was in den middag of in den avond van den dag der degradatie aan het departement van oorlog ontvangen; verder heeft de generaal enkel uit een rapport van generaal Qonse over zijn bezoek met Lebrun-Renault bij minister Merrier de bevestigiog gekregen, dat Dreyfus had bekend. Men heeft destijds d6ze bekentenis verzwegeD, omdat„daarin de naam van een buitenlaodsche mogend heid werd genoemd en men vóór alles nieuwe verwikkelingen wilde voorkomen." Van meer belang is, wat de generaal ver telde over de nasporingen van Picquart. Toen De Boisdeffre in het begin vau Augus tus 1896 uit Vloby ta Parijs terugkeerde, deelde Picquart hem onder bet huiswaarts rijden mede, dat er weer een verrader was ontdekt. Da generaal weet niet te zeggen of Picquart reeds den naam Esterhazy noemde, maar verklaarde beslist, dat op dat oog-nblik bij den kolonel nog niet het deck beeld schec-n te bestaan om Esturnazy in de plaats te stollen van Dreyfus Hy gelastte hem daarop niet de noodige omzichtigheid z\jn onderzoeking n voort te zetten. In het laatst van Augustus sprak Picquart den generaal breedvoerig over zjjn vermoedens jegens Esterhazy. Omstreeks dezon tyd sprak hy ook over bet po tit bleu, dat op den generaal don indruk maakt van een zeer vaag stuk van twijfelachtige echtheid. Op zek-rtn morgen zeide Picquart daarop den chef v«n d-n staf, dat hy het schriit van Esterhazy had vergeleken met het borderel en dat voor hein geen twijfel meer bestond, dat Esterhazy het beroert?! had gtschreven. Echter had Picquart geen bewijzen kunnen vinden voor do schuld van don majoor. Eerst later vernam g neraal De Boisoeffre, d^t Picquart zyn ondtrzjokingen reeds was begonnen in Maart of April 1S96. Picqu'art werd In z(jn nasporiogm niet teleumierd, maar op al zyn opmerkingen werd deer den minist r en ëen chef van een staf ree.s geantwoorJ: „Vind fcewyzenl" Picquart gaf z(jn idee niet op. Eg wees Z-lfs goneraal Be Boisceffre op de noodzake lijkheid om Dreyfus te vervangen door Esterhazy, „anders zou een verschrikkelijke persveldtocht op het getouw worden gez^t, waaruit ongehoorde schandalen zouden voort vloeien." Om oen kolonel van zijn idéé fixe af fce brengen, achtte de generaal het noociig, dat by in eon andere omgeving werd overgeplaatst. (By weri toen, zooalt men weet, naar Tunis gezonden). Generaal De Boiadeffro erkende, dat by wel tot Picquart gezegd kon hebben, toen deze zijn ambt als chef van de contra-spion- nage aanvaardde: „De zaak-Dreyfus is niet uit, zij begint pas," of iets van di«n aard en dat hy hem verzocht zyo aandacht aan de zaak te wydan. Hy geeft daarvan de vol gende wol wat al to gowrongen verklaring: „Ik kon vermoeden, op grond van de inci denten van het proces, cat er niouwe sou den worden opgeworpen." Voor zijn verzo k voerde hy deze gronden aan: „Het is myn plicht en myn zorg to trachten zjovotl moge- ïyk sporen te vinden van do ontvreemde stukken, en ook of nog andere stukken waren ontvreemd dan ons bekend waren; verder was ik inderdaad van oordeel, dat de instruc tie tegen Dreyfus geheel en al onvolJoenJe was voor zoover betreft zyn zedelijk ge drag, zijn betrekkingen met vrouwen, zin spel, enz Men Vtrget9 niet, dat, toen oo generaal doze beweegrennen voMie, Dreyfus goed en wel veroordeeld en op het Duivelstiland was, dat er, volgens den genoralen staf, waarvan generaal De Boisdeffre het hoofd was, Levryz^n waren, cat hy bekend had, en dat de bewyzen voor zyn schuld „honderd voor één" waren. Wat er dan nog te vreezen was, zegt het „Hbl.", is niet duidelyk en nog minder, waar naar eigoniyk gezocht moest worden.... tenzy naar nog niet veilig geborgen bowtysen van de schuld van oen ander. Omtrent de depeche van Panizzardi aan zyn regeoring vertelde de getuige niet veel nieuws; over de betrekkingen van Esterhazy met den generalen ataf liet hy aich slechts met de uiterste omzichtigheid uit, zoodat hy inderdaad vermeed, zich do vingert te branden. Majoor Lauth stelt de aankomst ?an het borderel aan het departement van oorlog op de laatste dagen van September 1894, en wel Zaterdag 22 September. Hy verklaarde niet alleen, dat Henry de eenige officier was, die den agent kende, welke het stok aan bracht, en dus de eenige, die het in ontvangst kon nemen, maar onthulde bovendien, dat Henry dergeiyke stukken steedt 's avonds ontving en tot den volgenden morgen by zich hield. Zoo had hy het borderel van Zaterdag tot Maandag in zyn bezit. De bekende geschiedenis van het petit bleu werd door den getuige uitvoerig mode- gedeeld. Da tastbaar onware geschiedenis van het poststempel wordt daarin neer mtt veel aplomb verteld, zelfs gaat Lauth ditmaal zoo ver van te beweren, dat hy Picquart op diens opmerking, dat men er een stempel op kon doen plaatsen, zon hebben gewezen op het feit, dat het stuk dan zyn waarde geheel verloor. Dit deel van Lauth's verkla ring zal, meent het „Hbld.", zeker weinig ge loof vinden by een ieder, die de geschiedenis van het petit bleu heeft gevolgd. Merkwaardig verward is Lauth's antwoord op do vraag of hy niet, toen hy de opdracht kreeg naar Bazel te gaan, gevraagd bad om hem kolonel Henry toe te voegen. Lauth ontkende, want aan Henry, die geen Duitsch kende, had by niets. Daar hy echter zeer beslist verklaarde, dat hy aan zyn chefs had laten doorschemeren, dat het niet zou gaan, wanneer men hem niet iemand toevoegde, is het niet duidelyk, waarom hy wel ge gaan is, toen men hem iemand meegaf, aan wien hy niets had. Misschien heeft Lauth later ontdekt, dat hy toch wel wat aan Henry had; ten minste iets verder in zyn verklariog is te lez^n, dat Henry do te stellen vragen en de te geven antwoorden beaaebt, terwyi Lauth met den agent sprak en zelfs dat Henry hem hielp om de vragen steeds meer op den man af te maken. Lauth deed daaroy als tolk dienst. De archivaris Gri'elin verklaarde na lang dralen, dat het geheim dossier bjj dea dienst der contra-spionnage werd gedeponeerd vóór de veroordetling van Dreyfus. Verder wist hy over dit punt niets mede te deelen, daar hy noch ty de samenstelling had geholpen, noch de zorg voor het oossi^r had. Het dos sier werd aas Gribelin, t>y afwezigheid van Henry, opgevraagd door Picquart ia Augustus 1896. Hy stelJe destijds oe enveloppe, dia nog geen centimeter dik was en het geheele dossier bevatte, aan den kolonel ter hand en heeft het sedert niet weer gezien dan toen ebt. Lel-Iois by Picquart op het bureau was. Ook Gribelin sprak over het petit bleu. Hy herinnerde zich, dat Picquart hem eens had gevraagd of de post op een brief esa ouden stempel van ontvangst zou willen crukken en begreep later, oat da kulonel dit had gevraagd, „omdat hot petit bleu zonder stempel geen waarde had." Verder deed deze getuige het verhaal van een be zoek aan de woning van Marguerite Pays, waar by een biitf van Honry veor Eatw-rbazy bracht on op antwoord wachtte. De eerste zitting van de Vorvenigde Kamers van het Hof kan eerct ts gemost worden gezien als de heer Ballot Beaupré met zyn r*ppei t gi-reed is, 't welk zeker niet voor den 17den dezer maand wezan zal. Beide partyen vertrouwen op do erkende eeriykheid on bekwaamheid van den rappor teur, wiens yver door allen geprezen wordt. Van verschillende zijden loopt thans het gerucht, dat het Hof zich niet met een nieuwe enquête zal onledig houden. Daaren tegen kan men zich verwachten op een confrontatie van gsneraal Roget met kolonel Picquart, een confrontatie door het Hof van Oassatie geweigerd, naar men zich herin neren zal. Ieiere Kamer is nu afzonderiyk begonnen in haar eigen lokaal de behandeling van „de zaak" ter vooroereiding van de werkzaam heden, die op het rapport Ballot-Beaupré volgen zullen. Nog altoos is do minister van justitie even ver als vroeger met zyn onderzoek naar dtn- gene, die hot rossier aan de „Figaro" leverde. Op de nationale drukkerij waren alle voor zorgen genomen. Hrt personeel is vertrouwd en allen weten, dat een geringe fout volstaat om hen te ontslaan. Het origineel werd in twee keeren van de griffie van het Palais de Justice n3ar de orufckery in de rue Vieille-du-Tompb overge bracht, en wel onier nauwletttnd toozicht van twee hoofdbeambten der drukkery. De af te ^rukken bladen worden zorgvuldig g6teld en genummerd; zij gingen t^rp rseia tegenwooroigheii van een hoofdambtenaar. Niet in het gewono lokaal hadden de cor recties plaats, maar in bet voormalig werk- kabinet van kardinaal De Rohan, en ook hier w#rd een oogje in 't zeil gehouden. Toen het crukken was afgeloopen, werden de bladen, did om de een of andere rcd6n ter zyde waren gelegd, als onbruikbaar, in de tegenwoordighrii van het ganache perso- n el vt-r rand. Daaroy fungeerde een lid van het Hof van Cassatie als getuige. De deur van den oveD, waarin de verbran ding plaats bad, werd behooriyk verzegeld, nadat de papieren in het vuur geworpen waren. Uit dit alles kan men opmaken, welke voorzorgen er genomen zyn, om ten minste op de crukkery alle onbescheidenheden te voorkomen. Het eiud van do geschiedenis zal wel wezen, dat de schuldige onvindbaar blyft. De minister-president Dupuy had gister middag een onderhoud met den minister van oorlog De Freycinet, dat drie kwartier duurde. Aan het ministerie van oorlog werd mede gedeeld, dat kapitein Freyst&tter waarschjjniyk gemachtigd zal worden voor het Hof van Cassatie getuigenverklaring af te leggen, doch de minister van marino, Lockroy, heeft den brief van Freyst&tter nog niet aan den minister De Freycinet overhandigd. Mr. Labori, de beroemd# advocaat van Zolaj is nog ernstig ziek. Nadere hyzonderheden in de „Petit Rouen* nais" over de betrekkingen tusschen luitenant Bernheim en Esterhazy toonen aan, dat Bernheim tevergeefs do aan dezen geleend# Manuel de tir d' artillerie heeft trachten terug te krygen; dat de deswege door hem geschre ven brieven by Esterhazy in beslag zyn g®2 nomen vóór diens verachyning voor den raad van onderzoek en dat dus reeds toen do militaire autoriteiten moeten geweten hebben dat de majoor zich de in het torderel ge noemde schiethandleiding heeft kannen ver schaffen. BUITENLAND. Frankryk* Een nauwkeurig onderzoek, door de „Temps'* te Catelet en onder de omgeving van den ex adjudant Lorimler ingesteld, schynfc aan te toonen, dat de zelfmoord van dezen buiten verband met de zaak-Dreyfus staat. De schoon ouders vaD den zelfmoordenaar zeggen, dat hy nooit secretaris van Henry geweest is en dat hy g«en telegram ontvangen heeft, waarin hy naar Parijs werd ontboden; maar dat hy aan melancholie leed en reeds meer dan eens getracht had zich van kant te maken. D# „Droits de THomme" had in Januari onder het opschrift L'Histoire Dóroulède het verhaal geplaatst van een tweegevecht, naar aanUiding van een vreuwenquaestie, tusschen Déroulède en granf Boei do Castellane. Laatst- geooemdo deed daarop het blad een proces aan. De rechtbank heeft nu den gérant en den redacteur van de „Droits de l'Hommê" elk veroordeeld tot 1600 fr. acbadeloosstelling en openbaarmaking van het vonnis in hun blad. Rusland. Het Beurscomité te St. Petersburg bepaald# als maatstaf, dat tarwe en rogge voor uitvoer 2 pCt. bymenging kunnen bevatten. Toe gestaan wordt 4 pCt. als bymenging, waarbQ voor 1 pCt. bymenging boven den maatstaf 1 pCt. rabat. Voor bet 2de pCt. bymenging is een rabat van 2 pCt. to gt staan, zoodat ooor 4 pCt. bytmnging het totaal rabat 8 pCt. bedraagt; voor haver is do maatstaf voorby- myngiDg op 3 pCt. vastgesteld, waarby wikken, erwt n en gerst niet als bymenging worden beschouwd. De nieuwe bepalingen treden na de goedkeuring van den minister van financiën» in het najaar voor het graau uit den nieuwon cogst, in werking. De studenten aan de universiteit te St.-PeUrsburg hebben geweigerd genoegen te nemen met het aanbod van den rector, die, ia afwachting vanhet herstel van de gewone examens, do ophanden zgnde eind* examens ty ploegen wil laten afnemen. Da studenten blijven by hun eiscb, dat hun wegge stuurde makkers moeten worden terugge roepen. De belangstelling en de instemming^ di» velen voor de studenten voelen, hanct* haven zich, en dat moadigt de bewegiog a jo, In Moskou houdt de politie iu koffiehuizen en op straat t-lkeos studenten aan. De stu< denten aan de Polytechnische School wachted sog met de aansluiting by de overigen, tot Jat een staking onder ae werklui aan die School is grëinoigd. Het plan bestaat om in Rusland den Juliaanschcn kalender af te schaffen en den Gregoriaanschen in te voeren. Men wenschi; oib niet ineens te coen, doch tusschen 1900 en 1948 de schrikkeldagen over te springen, waardoor het nu bestaande verschil v^o li dagtn om do vier jaren met één dag zOuda ▼erinind ren. Het plan moet nog door d# Regeering worden goedgekeurd. Znld-Afrikn. Generaal Jouberfc heeft te Wakkersh?©oia een redevoering gehouden. Hy zeide, volgena Reuters berichtgever te Pretoria, dal het TransvaaUche leger, hoewel Diet groot, vol doende was om do ooafhankelykheid der Repu li.-k te handhaven. Hy was overigen® een man van den vrede, zyn zinspreuk was| "Waken, niet wantrouwen. Eet Swazie opp-rboofd Bosno3 heefb gisteren een kort gesprek gehad met president Kruger. Hy kluagdo weer over de toepassing van de naturellenwet op Swazieland, maar Kruger deelde hem mede, dat de Swazielaud- conventie dat niet verbood. Na zyn gespret met d n presilent voer Boenoe heftig uit tegen den superintendent, maar later maakte hy verontschuldigingen. Vandaag zou by naaï Swazieland vertrekken. Bolivia. Geruimen tyd woedt in Bolivia de burger- krUg. Reeds in Februari stond de zaak der regeeringsparty zeer slecht, wat voor een niet gering doel aan de houding van president Alonso te wijten was. Bet gerucht, dat reeds eenigen tyd liep, dat de president door zyn eigen party zou worden uitgestootsn en uit- genoodigd was, zyn betrekking neer te leggen,' heeft nu een vasteren vorm aangenomen, daar president Alonso gevlucht is op het oogenblik, dat een schaar opstandelingen de hoofdstad Sucre binnentrok. Intusschen heeft de vlucht van den president der regeeringsparty voor- loopig weinig voordeel opgeleverd, daar de rebellen-generaal Pando een besliste over winning op de regeeringstroepen behaald beeft.' Volgens een teLgram uit Buenos Ayres heeft de revolutionnaire party in Bolivia een groote overwinning behaald; haar leider^ kolonel Pando, is Oruro binnengetrokken; en president Alonso is op de vlucht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 14