KOLONIËN.
BATAVIA, 8—14 Maart.
In Tegal en andere residenties aan do
noordkust hebben tusscben 11 en 13 Februari
buitengemeen zware bandjirs huisgehouden.
In h t district Tjomal *jjn 116 touws nieuw
beplante velden overstroomd, zoodat de aan
plant grootendeels mislukken zal.
In h.-t district Gantoengan is ten gevolge
van zware regens en hevige winden veel
«chade toegebracht aan de aanplantingen dor
bevolking in eenige dessa's aldaar.
Met betrekking tot de groote over-
stroomiDg in de districten Singen-kidoel on
Grogol deelt de resident van Semarang nog
mede, dat in het eerstgenoemd district 2663
touws pa i werden overstroomd, waarvan
ruim 700 bouws als geheel verwoest kunnen
worden beschouwd.
In bot district Grogol bedragen die uit
gestrektheden respectievelijk 3977 en 2186
bouws en in het district Singen lor 410 en
46 bouws.
Van het gewas op de droog gekomen velden
kan nog iets verwacht worden; alleen in het
district Grogol heeft het zoodanig geleden,
dat de productie, welke daarvan verwacht
wordt, op ongeveer een derde van de gewone
opbrengst geschat wordt.
De Java Bode" schrift: By algemeene
order voor het leger is het nieuwe reglement
voor het corps marechaussee bekend gemaakt.
Het corps wordt thans van 480 op 1200 man
gebracht, hetgeen een beelen pluk voor de
veld bataljons op Atjeh zal geven. Met het
nieuwe keurcorps gaat het weer, op het punt
van formatie, denzelfden weg op als met de
meeste andere wapens en diensten. Het corps,
dat nu in z\jn geheel aan alle verliezen van
den oorlog is blootgesteld, moet te velde uit
andore worden gerecruteerd, hetgeen zeker
geen rationeele wijze van instandhouding is.
Boven ien kan men feitelijk niet van een
afzonderlijk corps spreken, daar de plaatsing
er bij van een toevallig verblijf in Atjeh
afhangt. "Wij gelooven daarom, dat het wen-
sclielijk zou zijn op Java een depot-divisie te
vormen, waar de recruten worden opgeleid,
benevens één of twee rtserve-divisiën. Het is
nu eenmaal een onomstooteliJke waarheid,
dat geen enkel corps steecs ia zijn geheel te
veile kan blijven, zonder uit zijn verband te
worden gerukt. In geval van oorlog met een
buitenlandschen vijand zouden de marechaus
sees op Java bovendien uitnemende diensten
kunnen bewijzen. Ook zou het nog zeer wen-
schelijk zijn ze hier bij de hand te hebben
voor eventueels excursiën. Men bedenke wel,
dat de marechaussee niet alleen in Atjeh,
maar ook overal elders zeer bruikbaar is.
Het „Bat. Nbl." van 13 Maart bevat, onder
het opschrift „Een jubilé", de volgende regelen
fan den hoofdredacteur:
Naar ons uit Holland gemeld wor it, hoopt
Ie pedel der Leidsche universiteit, de heer
F. A. Dee, op 1 April a. s. zijn vyfen-twintig-
Jarig jubileum te vieren. Hoeveel studeDten
heeft deze brave in dien tijd al niet zien
komen en gaan! Met welk een opgewektheid
heeft hij steeds zjjn taak vervuld 1 Dee, met
fijn prettigen humor, leeft bij elk oul-Leidsch
itudent in dankbare herinnering. Hoe wist
hij niet eiken examinandus, oio bleekbestorven
tn het zweetkamertje zat te wachten op het
belletje, dat den aanvang van zijn beproevings-
tur zou aankondigen, coor zijn vrooiyk ge-
jout oen hart onder den riem to steken.
„Waarvoor bon je nou oigenlijk bang,meneer?
Dot malle examen, waar iedereen door
komt, zou u pieren kom meneer, laat naar
je kijken. Als ik straks, vóór de vertooning
begint, de proffen zeg, oat ze je d'er door
motten laten dan zult u eens zien of ze
durven tegenstribbelen. Gerust, hcor!"
En als iemand de examenkoorts in bijzonder
hevige mate te pakken bad, dan ging Dee
werkelyk t9 voren de hoogleeraran even waar
schuwen, dat ze met den candidaat consi
deratie moesten gebruiken, daar hij erg van
streek was. Professoren en studenten, ze
mochten hem allemaal even graag lijden en
h\j kon bij hen gerust een potje breken.
Zou het nu niet aardig zijn, zoo alle oud-
Leidenaren zich eens vereenigden, om den
braven Dee hunnerzijds een tiyk van sym
pathie te geven ter gelegenheid van zijn
zilveren feest?
Wel is waar komt die hulde te laat, om hem
op den feestdag nog te kunnen worden aan
geboden, maar ze zal er onzen braven Deo
niet minder welkom om wezen. Gaarne wil
ondergeteekende zich belasten eventueele bij
dragen tot dit doel in ontvangst te nemen,
doch hij verzoekt tevens, dat elk inzendor er
?en eigenhandig epistel voor Dee bijzendt:
dan vooral zal hij goed beseffen hoe de in
IndiÖ verblijvende oud-voodsterlingen der Leid
sche Alma mater hem nog steeds in aan
gename herdenking houden.
Mn. Ph. S. De Laat de Kanter.
ATJEH.
Uit Oleh-leh werd den llden Maart aan
de „J.-B." geseind
Tjoet Nja Din houdt zich met haar getrouwen
nog steeds op te Lango; de colonne onder
luitenant-kolonel Van der Dussen is Lango
tot op twee dagmarschen genaderd, zonder
vetl weerstand te ontmoeten.
Radja Batak, do zoon van Tjoet Nja Din,
is opgetreden als leider van het verzet, onder
voogdij van teungkoe Itam Tabob, Staïd
Panoed en panglima Arom, terwijl teungkoe
Kadli en Habib Oesim als adviseurs optreden.
Teungkoe Gedong, wyien Oemar's oudste
zoon, doet echter evenzeer aanspraken gelden
op de heerschappij over Meulaboh.
Volgens losse geruchten zouden Oemar's
volgelingen diens lijk te Moego weder hebben
opgegraven uit vrees, dat het in handen zal
vallen van de oprukkende colonne.
Door den gouverneur-generaal van Nederlandsch-
Indië zijn de volgende beschikkingen genomen:
CIVIEL DEPARTEMENT. O n te lage n: Met
ingang van 4 April 1899, op verzoek eervol uit
's lands dienst, ae resident der Oostkust van
Sumatra P. J. Kooreman;
op verzoek, eervol als Makelaar te Batavia,
W. H. J Keuchenius
uit 's lands dienst, de geschorste algemeene
ontvanger van 's lands kas to Madioen, C. E.
Hounings, met bepaling, dat nader zal worden
bcsh8t of dat ontslag al dan niet als eervol moet
worden beschouwd.
Belast: Gerekend van 25 Februari 1899, met
de waarneming der betrekking van algemeen
ontvanger van s lands kas to Madioen, de ambte
naar op non-activiteit J. Th. Hafkenscbeid, laat
stelijk adjunct-ontvanger voor de perceptie van
's lands middelen bij 's lands kas te Soenibaia;
met de waarneming van den cd viel en genees
kundigen dienst en het opzicht over de vaccine
in dc afdeelingen Tasikmalaja en Soekapoera der
residentie Preanger-Kegentschappen en in de af-
deeling Galoeh der residentie Cberibon, met
standplaats Tasikmalaja, J. R. Berghuis, arts,
gepensionneerd off. van gez. lste kl. bij de Marine.
Bij het op. lager ond. voor Europeanen.
Belast: Met de waarneming der betrekking
van onderwijzer 2do kl., S. J. H. Van Merkom,
van verlof uit Europa teruggekeerd, laatst onder
wijzer lste klasse.
Geplaatst: Aan de openbare 3de lagere
school te Buitenzorg als hoofd der school, de
met de waarneming der betrekking van onder
wijzer 2de kl. belaste ambtenaar op non-activiteit
S. J. H. Van Merkom.
Bij den Waterstaat en 'a lands B. O. W.
Overgeplaatst: In de irrigatie-afdeeling
Bran tas van Modjokerto naar Lawang, de opzichter
2de kL W. M. Jordaan.
Toegovoegd: Aan den chef der irrigatie-
afdeeling Brantas met Modjokerto als standplaats,
de opzichter 2de kl. P. EL Van Gemert.
Verleend: Wegens langdorigen dienst, een
iaar verlof naar Europa, aan den onderwijzer 3de
kl. bij het openbaar lager onderwijs voor Euro
peanen E. F. Meerdink.
Verleend: Wegens ziekte een tweejarig ver
lof naar Europa, aan den ambtenaar op wachtgeld
G. H. Th. Wiggers van Kerchem, laatstelijk 2de
commies op het residontie-kantoor te Semarang.
Ontslagen: Op verzoek, wegens volbrachten
diensttijd, eervol nit 's lands dienst, de waar
nemende ontvanger der in- en uitvoerrechten en
accijnzen te Batavia, A. K. J. Kaffer, met bepaling,
dat dit ontslag wordt gerekend te zijn ingegaan
met 25 Februari 1899.
Ingetrokken: Het besluit van 18 Januari
1899, waarbij H. E. Coert, ambtenaar op wacht
geld, laatstelijk machinist bn het Marine-Etablis
sement te Soerabaia, als 3de machinist tijdelijk
ter beschikking is gosteld van den directeur der
zoutverpakking.
Tijdelijk gesteld: Ter beschikking van
den directeur der zoutverpakking, J. Roelants, en
zulks als 3de machinist.
Tijdelijke: Toegevoegd aan denhoofd-iDspec-
teur voor de suiker- en rijstcultuur, bet landelijk
stelsel en wat daarmede in verband staat: de
ambtenaren voor den burgerlijken dienst C. L.
Sanders en C. F. CoDsalves en de burgerlijk ambte
naar A. J. L. Couvreur.
Tijdelijk gedetacheerd: Bn de exploita
tie der Staatsspoorwegen op Java: Bij de Wester-
lijnen de adjunct-ingeniear van de Oosterljjnen J.
W. Van Dijk.
DEPARTEMENT VAN MARINE. Ontslagen:
Op verzoek, eervol uit 's lands dienst, de leerling-
machinist bij de gouvernements-morine B. W. M.
Goewie.
Overgeplaatst: Van het flottieljevnartaig
-Bali" op het pantserschip Prins Boud rik", de
luit. ter zee 2de klasse jhr. H. K. B. Rendorp;
van het pantserschip Prins Hendrik" op het
flottieljevaartuig „Bali de luit. Ier zee 2de klasse
R. L. Dijkhuis;
van het flottieljevaartuig „Nias" op de „Prins
Hendrik" op folio van luitenant ter zee 2de klasse,
de adelborst lste kl. jhr. G. L Schorer;
van het pantserschip .Prins Hendrik'' op het
flottieljevaartuig „Nias" op folio van luit. tci" zee
2de kl., de adelborst lste xl. E. D. Julius.
Burgerlijke St.aud.
ALKEMADE. Geboren: Johannes Adrianus,
Z. van C. H. Remmerswaal en M. Jansen.
Catharina Cornelia Maria, p. van J.Fangrnann en
A. M. Dorenbos. Cornelia Adriana Hormina, D.
van D. Van Pelten H. J. Broekhuizen. Johannus
Petrus, Z. van B. Van der Zwet en A. H. Otton.
Overleden: Leven], geborea D. van VV. Stam
en A. Hartsaiker (van Amsterdam). Adrianus
MariDus, 10 rond., Z. van J. M. Van Feeffelon en
J. A. Van Zwam (van Lithorjen).-Maria Martha
Wilhelmina, 7 mnd D. van P. Heemskerk en M.
Van Diemon (te Gorkcm). Hendrik Cornelis,
I mnd., Z. vau J. B ijzelendoorn en N. Ouwerkerk.
Ondertrouwd: N. D. Van der Voort jm.
24 j. en G. Van der Meer jd. 28 j. S. Van
Ruiten jm. 27 j. on P. Vaa der Meer jd. 23 j.
A. P. Vei boy jm. 26 j. (van Hazerswoude) en W.
Van der Snlni jd. 23 j. J. Vermij jm. 27 j. en
J. Van Klink jd. 21 j. J. Van der Meer wedr.
van A. Neiinan, 48 j. en G. Heemskerk jd. 42 j.
L18SE. Gehuwd: P. Weyera en G. Verkerk.
Geboren: Clemens Cornells, Z. van J. Kaak
en A. J. Plug. Cornelia Calharina, D. van H.
v. Graven en M. Uerg. Maria, D. van S. P.
Halfschepel en M. v. d. Zon.
Overleden: A. Van der Veld, echtgenoot*
van O. Hougendoorn, 69 j.
OEGSTG»\EST. Gehuwd: L. Spierenburg en
C. P. Van der Zwart.
Geboren: Agatha Maria, D. van W. A. Zand
bergen en A. P. Nijssen. Johannes, Z. van W.
Vink en C. J. Bruijstens. Maria, D. van W. De
Mooij en D. Ph. Van Egmond.
Overleden: C. C. Sobaddé Van Doorn 82 j.
M. Schoneveld 3 tn.
STOMP WIJK. Ondertrouwd: A. Stolkjm.31
j. en A. v. Rijn jd. 25 j. J. M. Bernard jui. 24 j.
ou M. G. Woarjer jd. 22 j.
Bevallen: C. J. Van Nierop geb. Olsthoorn
D. M. De Vreede geb. Van Leeuwen Z.
Overleden: M. Kouwenhoven, 61 j. echtgc-
noote van W. v. d. Zijden. J. M. Van Santen
D. 11 j. C. J. De Groot jm. 16 j.
VEUR. Ondertrouwd: G. C. v. Leeuwen jm.
30 j". en A. M. Hooijmans jd. 35 j. M. Adricbein
41 j. (Wedr. van M. Olsthoorn) en A. Van Leeuwen
jd. '29 j. C. J. Koot 44 j. (wedr. van M. M. B.
v. d. Post) en E. Schilperoort jd. 34 j.
Bevallen: P. Wcerdenburg geb. Mosseveld Z.
Overleden: A. G. Van Os D. 10 mnd.
WOUBRUGGE. Geboren: Hendrik, Z, van
H. v. Harten en J. v. Zwieten.
Gehuwd: Th. Hogervorst jm. 29 j. en J.
Olijhoek id. 34 j.
Overleden: A. De Jong, 76 i, weduwe van
T. Grauweiman. A. Van Bostelen, 63 j., echt
genoot van M. Kolijn.
ZOETERWOUDE. Overleden: A. G. Coers,
69 j., weduwe van H. Kamerlingh Onnes, wonende
te Leiden. C. Schrader, 78 j., weduwe van
C. Vink.
Ondertrouwd: C. Berg 33 j. ea E. v. d.
Pool 27 j., beiden wonende alhier.
De zaak Dreyfns-Picqnart c.8.
De „Figaro" van Vrijdagmorgen publiceert
de verklaringen van generaal De Boisdeffre,
van commandant Lautb, die op bet bureau
van de statistiek werkzaam was, tijdens het
borderel daar aankwam, en van den heer
Gribelln, archivaris, die aan het ministerie
van oorlog onder de bevelen van kolonel
Picquart en van commandant Henry stond.
De voormalige chef van den generalen staf
De Boisdeffre volgens professor Conybeare
de eigenlijke verrader vertelde omtrent de
Instructie tegen Dreyfus niets nieuws, alleen
ODtkende hy op een vraag van president Loew,
dat er reeds aan het slot der instructie van
majoor Du Paty de Clam sprake zou zijn
geweest van een geheim dossier, en op de
vraag of aan den krijgsraad geheime stukken
waren voorgelegd, bleef by het antwoord
schuldig, „omdat deze vraag op het oogenblik
niet aan het oordeel van bet Hof is onder
worpen."
Van de bekentenissen van Dreyfus en het
veelaangehaalde rapport van kapitein Lebrun-
Renault heeft generaal De Boisdeffre recht
streeks nooit iets vernomen of gezien. Het
bericht, dat Dreyfus bekend zou hebben,
was in den middag of in den avond van den
dag der degradatie aan het departement van
oorlog ontvangen; verder heeft de generaal
enkel uit een rapport van generaal Qonse
over zijn bezoek met Lebrun-Renault bij
minister Merrier de bevestigiog gekregen,
dat Dreyfus had bekend. Men heeft destijds
d6ze bekentenis verzwegeD, omdat„daarin
de naam van een buitenlaodsche mogend
heid werd genoemd en men vóór alles nieuwe
verwikkelingen wilde voorkomen."
Van meer belang is, wat de generaal ver
telde over de nasporingen van Picquart.
Toen De Boisdeffre in het begin vau Augus
tus 1896 uit Vloby ta Parijs terugkeerde,
deelde Picquart hem onder bet huiswaarts
rijden mede, dat er weer een verrader was
ontdekt. Da generaal weet niet te zeggen
of Picquart reeds den naam Esterhazy
noemde, maar verklaarde beslist, dat op dat
oog-nblik bij den kolonel nog niet het deck
beeld schec-n te bestaan om Esturnazy in de
plaats te stollen van Dreyfus Hy gelastte
hem daarop niet de noodige omzichtigheid
z\jn onderzoeking n voort te zetten. In het
laatst van Augustus sprak Picquart den
generaal breedvoerig over zjjn vermoedens
jegens Esterhazy. Omstreeks dezon tyd sprak
hy ook over bet po tit bleu, dat op den
generaal don indruk maakt van een zeer vaag
stuk van twijfelachtige echtheid. Op zek-rtn
morgen zeide Picquart daarop den chef v«n
d-n staf, dat hy het schriit van Esterhazy
had vergeleken met het borderel en dat voor
hein geen twijfel meer bestond, dat Esterhazy
het beroert?! had gtschreven. Echter had
Picquart geen bewijzen kunnen vinden voor
do schuld van don majoor. Eerst later vernam
g neraal De Boisoeffre, d^t Picquart zyn
ondtrzjokingen reeds was begonnen in Maart
of April 1S96. Picqu'art werd In z(jn nasporiogm
niet teleumierd, maar op al zyn opmerkingen
werd deer den minist r en ëen chef van een
staf ree.s geantwoorJ: „Vind fcewyzenl"
Picquart gaf z(jn idee niet op. Eg wees
Z-lfs goneraal Be Boisceffre op de noodzake
lijkheid om Dreyfus te vervangen door
Esterhazy, „anders zou een verschrikkelijke
persveldtocht op het getouw worden gez^t,
waaruit ongehoorde schandalen zouden voort
vloeien." Om oen kolonel van zijn idéé
fixe af fce brengen, achtte de generaal het
noociig, dat by in eon andere omgeving werd
overgeplaatst. (By weri toen, zooalt men
weet, naar Tunis gezonden).
Generaal De Boiadeffro erkende, dat by
wel tot Picquart gezegd kon hebben, toen
deze zijn ambt als chef van de contra-spion-
nage aanvaardde: „De zaak-Dreyfus is niet
uit, zij begint pas," of iets van di«n aard en
dat hy hem verzocht zyo aandacht aan de
zaak te wydan. Hy geeft daarvan de vol
gende wol wat al to gowrongen verklaring:
„Ik kon vermoeden, op grond van de inci
denten van het proces, cat er niouwe sou
den worden opgeworpen." Voor zijn verzo k
voerde hy deze gronden aan: „Het is myn
plicht en myn zorg to trachten zjovotl moge-
ïyk sporen te vinden van do ontvreemde
stukken, en ook of nog andere stukken waren
ontvreemd dan ons bekend waren; verder
was ik inderdaad van oordeel, dat de instruc
tie tegen Dreyfus geheel en al onvolJoenJe
was voor zoover betreft zyn zedelijk ge
drag, zijn betrekkingen met vrouwen, zin
spel, enz
Men Vtrget9 niet, dat, toen oo generaal
doze beweegrennen voMie, Dreyfus goed en
wel veroordeeld en op het Duivelstiland was,
dat er, volgens den genoralen staf, waarvan
generaal De Boisdeffre het hoofd was, Levryz^n
waren, cat hy bekend had, en dat de bewyzen
voor zyn schuld „honderd voor één" waren.
Wat er dan nog te vreezen was, zegt het
„Hbl.", is niet duidelyk en nog minder, waar
naar eigoniyk gezocht moest worden....
tenzy naar nog niet veilig geborgen bowtysen
van de schuld van oen ander.
Omtrent de depeche van Panizzardi aan
zyn regeoring vertelde de getuige niet veel
nieuws; over de betrekkingen van Esterhazy
met den generalen ataf liet hy aich slechts
met de uiterste omzichtigheid uit, zoodat
hy inderdaad vermeed, zich do vingert te
branden.
Majoor Lauth stelt de aankomst ?an het
borderel aan het departement van oorlog op
de laatste dagen van September 1894, en
wel Zaterdag 22 September. Hy verklaarde
niet alleen, dat Henry de eenige officier was,
die den agent kende, welke het stok aan
bracht, en dus de eenige, die het in ontvangst
kon nemen, maar onthulde bovendien, dat
Henry dergeiyke stukken steedt 's avonds
ontving en tot den volgenden morgen by
zich hield. Zoo had hy het borderel van
Zaterdag tot Maandag in zyn bezit.
De bekende geschiedenis van het petit
bleu werd door den getuige uitvoerig mode-
gedeeld. Da tastbaar onware geschiedenis van
het poststempel wordt daarin neer mtt veel
aplomb verteld, zelfs gaat Lauth ditmaal
zoo ver van te beweren, dat hy Picquart op
diens opmerking, dat men er een stempel
op kon doen plaatsen, zon hebben gewezen
op het feit, dat het stuk dan zyn waarde
geheel verloor. Dit deel van Lauth's verkla
ring zal, meent het „Hbld.", zeker weinig ge
loof vinden by een ieder, die de geschiedenis
van het petit bleu heeft gevolgd.
Merkwaardig verward is Lauth's antwoord
op do vraag of hy niet, toen hy de opdracht
kreeg naar Bazel te gaan, gevraagd bad om
hem kolonel Henry toe te voegen. Lauth
ontkende, want aan Henry, die geen Duitsch
kende, had by niets. Daar hy echter zeer
beslist verklaarde, dat hy aan zyn chefs had
laten doorschemeren, dat het niet zou gaan,
wanneer men hem niet iemand toevoegde,
is het niet duidelyk, waarom hy wel ge
gaan is, toen men hem iemand meegaf, aan
wien hy niets had. Misschien heeft Lauth
later ontdekt, dat hy toch wel wat aan
Henry had; ten minste iets verder in zyn
verklariog is te lez^n, dat Henry do te stellen
vragen en de te geven antwoorden beaaebt,
terwyi Lauth met den agent sprak en zelfs
dat Henry hem hielp om de vragen steeds
meer op den man af te maken. Lauth deed
daaroy als tolk dienst.
De archivaris Gri'elin verklaarde na lang
dralen, dat het geheim dossier bjj dea dienst
der contra-spionnage werd gedeponeerd vóór
de veroordetling van Dreyfus. Verder wist hy
over dit punt niets mede te deelen, daar hy
noch ty de samenstelling had geholpen,
noch de zorg voor het oossi^r had. Het dos
sier werd aas Gribelin, t>y afwezigheid van
Henry, opgevraagd door Picquart ia Augustus
1896. Hy stelJe destijds oe enveloppe, dia
nog geen centimeter dik was en het geheele
dossier bevatte, aan den kolonel ter hand en
heeft het sedert niet weer gezien dan toen
ebt. Lel-Iois by Picquart op het bureau was.
Ook Gribelin sprak over het petit bleu.
Hy herinnerde zich, dat Picquart hem eens
had gevraagd of de post op een brief esa
ouden stempel van ontvangst zou willen
crukken en begreep later, oat da kulonel
dit had gevraagd, „omdat hot petit bleu
zonder stempel geen waarde had." Verder
deed deze getuige het verhaal van een be
zoek aan de woning van Marguerite Pays,
waar by een biitf van Honry veor Eatw-rbazy
bracht on op antwoord wachtte.
De eerste zitting van de Vorvenigde Kamers
van het Hof kan eerct ts gemost worden
gezien als de heer Ballot Beaupré met zyn
r*ppei t gi-reed is, 't welk zeker niet voor den
17den dezer maand wezan zal.
Beide partyen vertrouwen op do erkende
eeriykheid on bekwaamheid van den rappor
teur, wiens yver door allen geprezen wordt.
Van verschillende zijden loopt thans het
gerucht, dat het Hof zich niet met een
nieuwe enquête zal onledig houden. Daaren
tegen kan men zich verwachten op een
confrontatie van gsneraal Roget met kolonel
Picquart, een confrontatie door het Hof van
Oassatie geweigerd, naar men zich herin
neren zal.
Ieiere Kamer is nu afzonderiyk begonnen
in haar eigen lokaal de behandeling van „de
zaak" ter vooroereiding van de werkzaam
heden, die op het rapport Ballot-Beaupré
volgen zullen.
Nog altoos is do minister van justitie even
ver als vroeger met zyn onderzoek naar dtn-
gene, die hot rossier aan de „Figaro" leverde.
Op de nationale drukkerij waren alle voor
zorgen genomen. Hrt personeel is vertrouwd
en allen weten, dat een geringe fout volstaat
om hen te ontslaan.
Het origineel werd in twee keeren van de
griffie van het Palais de Justice n3ar de
orufckery in de rue Vieille-du-Tompb overge
bracht, en wel onier nauwletttnd toozicht
van twee hoofdbeambten der drukkery.
De af te ^rukken bladen worden zorgvuldig
g6teld en genummerd; zij gingen t^rp rseia
tegenwooroigheii van een hoofdambtenaar.
Niet in het gewono lokaal hadden de cor
recties plaats, maar in bet voormalig werk-
kabinet van kardinaal De Rohan, en ook
hier w#rd een oogje in 't zeil gehouden.
Toen het crukken was afgeloopen, werden
de bladen, did om de een of andere rcd6n
ter zyde waren gelegd, als onbruikbaar, in
de tegenwoordighrii van het ganache perso-
n el vt-r rand. Daaroy fungeerde een lid van
het Hof van Cassatie als getuige.
De deur van den oveD, waarin de verbran
ding plaats bad, werd behooriyk verzegeld,
nadat de papieren in het vuur geworpen
waren. Uit dit alles kan men opmaken, welke
voorzorgen er genomen zyn, om ten minste
op de crukkery alle onbescheidenheden te
voorkomen. Het eiud van do geschiedenis zal
wel wezen, dat de schuldige onvindbaar blyft.
De minister-president Dupuy had gister
middag een onderhoud met den minister van
oorlog De Freycinet, dat drie kwartier duurde.
Aan het ministerie van oorlog werd mede
gedeeld, dat kapitein Freyst&tter waarschjjniyk
gemachtigd zal worden voor het Hof van
Cassatie getuigenverklaring af te leggen, doch
de minister van marino, Lockroy, heeft den
brief van Freyst&tter nog niet aan den
minister De Freycinet overhandigd.
Mr. Labori, de beroemd# advocaat van Zolaj
is nog ernstig ziek.
Nadere hyzonderheden in de „Petit Rouen*
nais" over de betrekkingen tusschen luitenant
Bernheim en Esterhazy toonen aan, dat
Bernheim tevergeefs do aan dezen geleend#
Manuel de tir d' artillerie heeft trachten terug
te krygen; dat de deswege door hem geschre
ven brieven by Esterhazy in beslag zyn g®2
nomen vóór diens verachyning voor den raad
van onderzoek en dat dus reeds toen do
militaire autoriteiten moeten geweten hebben
dat de majoor zich de in het torderel ge
noemde schiethandleiding heeft kannen ver
schaffen.
BUITENLAND.
Frankryk*
Een nauwkeurig onderzoek, door de „Temps'*
te Catelet en onder de omgeving van den
ex adjudant Lorimler ingesteld, schynfc aan
te toonen, dat de zelfmoord van dezen buiten
verband met de zaak-Dreyfus staat. De schoon
ouders vaD den zelfmoordenaar zeggen, dat
hy nooit secretaris van Henry geweest is en
dat hy g«en telegram ontvangen heeft, waarin
hy naar Parijs werd ontboden; maar dat hy
aan melancholie leed en reeds meer dan eens
getracht had zich van kant te maken.
D# „Droits de THomme" had in Januari
onder het opschrift L'Histoire Dóroulède het
verhaal geplaatst van een tweegevecht, naar
aanUiding van een vreuwenquaestie, tusschen
Déroulède en granf Boei do Castellane. Laatst-
geooemdo deed daarop het blad een proces
aan. De rechtbank heeft nu den gérant en
den redacteur van de „Droits de l'Hommê"
elk veroordeeld tot 1600 fr. acbadeloosstelling
en openbaarmaking van het vonnis in hun
blad.
Rusland.
Het Beurscomité te St. Petersburg bepaald#
als maatstaf, dat tarwe en rogge voor uitvoer
2 pCt. bymenging kunnen bevatten. Toe
gestaan wordt 4 pCt. als bymenging, waarbQ
voor 1 pCt. bymenging boven den maatstaf
1 pCt. rabat. Voor bet 2de pCt. bymenging
is een rabat van 2 pCt. to gt staan, zoodat
ooor 4 pCt. bytmnging het totaal rabat 8 pCt.
bedraagt; voor haver is do maatstaf voorby-
myngiDg op 3 pCt. vastgesteld, waarby wikken,
erwt n en gerst niet als bymenging worden
beschouwd. De nieuwe bepalingen treden na
de goedkeuring van den minister van financiën»
in het najaar voor het graau uit den nieuwon
cogst, in werking.
De studenten aan de universiteit te
St.-PeUrsburg hebben geweigerd genoegen
te nemen met het aanbod van den rector,
die, ia afwachting vanhet herstel van de
gewone examens, do ophanden zgnde eind*
examens ty ploegen wil laten afnemen. Da
studenten blijven by hun eiscb, dat hun wegge
stuurde makkers moeten worden terugge
roepen. De belangstelling en de instemming^
di» velen voor de studenten voelen, hanct*
haven zich, en dat moadigt de bewegiog a jo,
In Moskou houdt de politie iu koffiehuizen
en op straat t-lkeos studenten aan. De stu<
denten aan de Polytechnische School wachted
sog met de aansluiting by de overigen, tot Jat
een staking onder ae werklui aan die School
is grëinoigd.
Het plan bestaat om in Rusland den
Juliaanschcn kalender af te schaffen en den
Gregoriaanschen in te voeren. Men wenschi;
oib niet ineens te coen, doch tusschen 1900
en 1948 de schrikkeldagen over te springen,
waardoor het nu bestaande verschil v^o li
dagtn om do vier jaren met één dag zOuda
▼erinind ren. Het plan moet nog door d#
Regeering worden goedgekeurd.
Znld-Afrikn.
Generaal Jouberfc heeft te Wakkersh?©oia
een redevoering gehouden. Hy zeide, volgena
Reuters berichtgever te Pretoria, dal het
TransvaaUche leger, hoewel Diet groot, vol
doende was om do ooafhankelykheid der
Repu li.-k te handhaven. Hy was overigen®
een man van den vrede, zyn zinspreuk was|
"Waken, niet wantrouwen.
Eet Swazie opp-rboofd Bosno3 heefb
gisteren een kort gesprek gehad met president
Kruger. Hy kluagdo weer over de toepassing
van de naturellenwet op Swazieland, maar
Kruger deelde hem mede, dat de Swazielaud-
conventie dat niet verbood. Na zyn gespret
met d n presilent voer Boenoe heftig uit
tegen den superintendent, maar later maakte
hy verontschuldigingen. Vandaag zou by naaï
Swazieland vertrekken.
Bolivia.
Geruimen tyd woedt in Bolivia de burger-
krUg. Reeds in Februari stond de zaak der
regeeringsparty zeer slecht, wat voor een niet
gering doel aan de houding van president
Alonso te wijten was. Bet gerucht, dat reeds
eenigen tyd liep, dat de president door zyn
eigen party zou worden uitgestootsn en uit-
genoodigd was, zyn betrekking neer te leggen,'
heeft nu een vasteren vorm aangenomen, daar
president Alonso gevlucht is op het oogenblik,
dat een schaar opstandelingen de hoofdstad
Sucre binnentrok. Intusschen heeft de vlucht
van den president der regeeringsparty voor-
loopig weinig voordeel opgeleverd, daar de
rebellen-generaal Pando een besliste over
winning op de regeeringstroepen behaald beeft.'
Volgens een teLgram uit Buenos Ayres
heeft de revolutionnaire party in Bolivia een
groote overwinning behaald; haar leider^
kolonel Pando, is Oruro binnengetrokken; en
president Alonso is op de vlucht.