Bears van Amsterdam.
richten of, voor het altaar neergeknield, te
bidden voor zich en voor anderen.
Dan keeren zij in xichzelven en vernieuwen
den geest des offers, die der schooljeugd,
hun toevertrouwd, op de eerste plaats ten
goede komt; dan doen z\j den onuitputtelyken
voorraad geduld en nederigheid op, dien wy
in bun omgang met de meest havelooze en
onbeschaafde kinderen der straat bewonderen.
H^fc z\jn de uren, die hun de aangenaamste
zijn van den dag, waarin zij, zich inspannend
voor hun Heer en Meester, zich ontspannen
van hun arbeid voor de menschen; uren, die
zij voor niets ter wereld zouden willen missen.
"Wilt gij nu deze menschen berooven van
de gelegenheid om des avonds zich geestelijk
en lichamelijker wijze te herstellen en te ver-
hlydon, o, dan zijt gij wel hardvochtig en
ondankbaar jegens een klasse van lieden, die
uw eerbied en dankbaarheid waardig zijn.
En gij handelt ook zeer onverstandig en ten
nadeele van hot ELitholiek onderwijs.'**
De onthullingen van de „Figaro".
Dag aan dag zet de „Figaro" zijn onthul
lingen voort over de enquête, die de crimineele
kamer v.n het Hof van Cassatie over de
Dreyfus zaak gehouden heeft, en het verleden
Zaterdag gewezen verstak-vonnis, waan y hst
blad tot e.n loete van luttele honderden fran
ken vc-roordeeld is, z<>l het wel niet afschrikken
om daarmede voort to gaan. Afwisselend zijn
voor- en t-genstanders van de revisie aan
het woord. Mod leest hoe Cavaignac en Eoget
in ellenlange bttoogen uiteenzett.n, dat slechts
een der officieren van den groeten generaion staf
het borierel dat weer wordt erkend als
de eenige grondslag van het vonnis van den
krijgsraad van 1894 kan hebben geschreven
en cat onder dezen alleen Dreyfus het kan
hebben gedaan. Men leest dasrna de vernie
tigende critiek, door majoor Hartmann op
die beweringen geleverd, die, zonder zich
rechtstreeks te richten tegen hen, die ze ver
kondigden, van bun gansche betoog geen
draad heel laat. En daarop volgt weer generaal
Zurlinden met de verklaring, dat het borderel
is een materieel bewijsstuk van den eerston
rangl
Een machtige steun is den voorstanders
der revisie opgestaan in den rechter van
Instructie Bertulus. Zyn getuigenverklaring
munt niet uit door overmatige lengte, zooals
die van Cavaignac en van Roget, maar de
inhoud overtreft die beide ver in verrassende
onthullingen en treffende momenten. Een
der organen van do anti revisionisten, de
„Patria", heeft het aangedurfd van deze
getuigenverklaring te zeggen„De heer
Bertulus heeft gesproken ooi niets te zeggen"
«n van het verbaal van het onderhoud van
JjLrtulus met Henry maakte het zich af met
de opmerking: „Wat Bertulus van den cooden
Henry zogt, beeft geen bewijskracht, want
Henry, de eenige geloofwaardige getuige van
deze dingen, is dood." Alsof niet juist Henry's
dood en de omstandigheden, waaronder die
is geschieo, de waarheid bevestigden van wat
B.rtulus verhaalde!
Men legrfjpt de verbeten woedo van de
anti revisionisten over den schaakzet, dien hun
tegenstanders hebben gedaan met de open
baarmaking van dit dossier op dit tijdstip. Na
de uitspraak van het Hof van Cassatij zou
dat hun minder hebben kunnen scktlun; nu
echter komt die toediening van den kost, di.n
het maandenlange onderzoek van de crimineele
kamer heoit gereed gemaakt, bfl dagelyksche
portién aan het publiek bun bijzonder onge
legen. Maar men zou te ver gaan, wanneer
men hieruit wilde besluiten, dat het nu haast
onmogelijk geworden is de revisie te doen
mislakkeiL
Er is onmiskenbaar een groot zedelijk suc
ces bohaald met de openbaarmaking van de
enquête op dit tijdstip. Moar of daarop een
practisch voordeel volgen zal, dat is voorshands
oog de vraag.
„De wordingsgeschiedenis van de geheolo
zaak komt hier zeer duid lijk en zeer eenvou-
cig aau hot licht," zegt do „Inöépend^nce
beige". „Minder duidelijk en minder eenvoudig
is het, hoe men van dat reusachtige schanoaal
zal worden verlost. De tegenstanders van de
waarheil schijnen onbeschaamder can ooit;
zij hebben wel is waar tegenover zich oen
groep burgers, uitstekend op den strijd toe
gerust, vurig, lenig, van heldhaftigen moed
bezield in den stiyd tegen de ver J or venheid
van de hoofden van het leger; maar de regee
ring is erg zwak, de rageering is erg laf. Zy
verdedigt zeer slecht de eer van Frankrijk
in de schatting van Europa. Haar traagheid
tegenover de vervalschers en de leugonaars
van den generalen staf verontrust het publiek
geweten. Haar dubbelzinnigheid t6n aanzien
der magistraten van het Hof van Cassatie
boezemt h.t droevigste wantrouwen in. Men
durft niet hopen, dat zij hot brandijzer zal
leggen op deze etterende wonde; men vreest,
dat zi) er op uit is al die schande te bedekken".
Dat is werkelijk niet te veel gezegd, want
wat thans onder de oogen komt van het
grooto publi.k, dat heeft de regeering sinds
lang geweten, en in weerwil daarvan is zij
werkeloos gebleven en heeft alle kuiperijen
van den generalen staf, om de zaak in den
doofpot te doen, althans lijdelijk ondersteund.
Of dat nu In eens aDdors worden zal, daarop
zal wel niemand onvoorwaardtlijk met ja
durven antwoorden. (U. D.)
De „Figaro" zet in haar nommer van giste
ren haar openbaarmakingen voort met het
verhoor van generaal De Galliffet, den heer
Casimir Póri.r, presiient dtrRepuli k tijdens
dj zaak Dreyfus ia 1894; den heer Latockc,
oud resident-generaal van Madagascar, die
kapitein Freystaetter, lid van den krijgsraad
van 1894, onder zijn bevelen heeft gehad;
den heer d'Ocagne, rópótitour aan de Poly
technische School, die gemengd is geweest in
het incident Paiolevé-Hadamard met generaal
Gonse; den heer Lonqaéty, oud-leerling der
Polyte.hcische echool, den getuige, die door
generaal Roget is genoemd als te zijn de
persoon, die Dreyfus te Brussel zou hebben
gezien; den beer Painlevé, répétiteur aan de
Polytechnische School, wiena onderhoud met
den heer Hadamard, neef van den veroordeel
den Dreyfus, onjuist moet zijn overgeraebt
door generaal Gonse; den heer Hadamard,
familielid van Dreyfus.
Van deze zeven getuigenverklaringen is
cie van den oud president der Republiek,
Casimir-Périer, naast die van generaal Gallifet,
verreweg de belangrijkste. De gewezen presi
dent toch beeft het bewijs geleverd, dat Dreyfus
op onwettige wijze is voroordeeL, de hand
having van het vonnis van 1894 is dienten
gevolge beslist onmogelijk geworden.
Op de vraag of generaal Merrier, destijds
minister van oorlog, ook gesproken had over
meedeeling van geheime stukken aan den
krijgsraad, die afdoende bowijzen zouden be
vatten voor de schuld van Dreyfus, ant
woordde de heer Périer:
„Ik heb maar hooren spreken van een
enkel stuk, het veelgenoemde: „Ce canaille
de D devi-nt róellement trop exigeant".
„Tk heb nooit geweten van andere ge
heime stukken.
„Generaal Merrier heeft my gezegd, dat dit
stuk a; n den krijgsraad was getoond."
Presiiont Loew: Op welken dag ten naas
tenbij en ty welke gelegenheid heeft generaal
Mercier ait gezegd?
Getuige: „Ik geloof vóór de veroordeeling,
maar ik had niet begrepen, dat deze mede-
deeling moest beperkt worden tot de rechters
zelf."
[Uit de verklaring van mr. Demange w?ten
wy, dat noch aan Dreyfus, noch aan zyn
advocaat dit stuk is getoond, dus is de ver-
oorde ling onwettig.]
Vraag van een raadsheer: Het gesprek, dat
tus3chen u en den gezant van Duitscbland te
Parys heeft plaats gebad over het 'oorderri,
weergevende, hebt gy ons gezegd, dat de
gezant, u zyn gevoelen uitende over de
waarde van dit stuk, tot u zei Jeen
dat gy hem hebt geantwoordSloot
dat, naar uw meening, stilzwijgend in, dat
gy van oordeel waart, dat er geen daad van
verraad was begaan, maar dat er slechts van
een „fumisterie" sprake was?
De heer Casimir-PérierZekerlyk niet. Ik
dacht slechts aan het belang der nationale
verdediging en ik (L.cbt er niet aan een
officier te verontschuldigen, wat overigens
in volstrekte weerspraak zou zyo met de
bevestiging, door den ambassadeur zelf uit-
ge racht, dat h t voldoende was het schrift
van oen officier te hebben gevon-en, om
di-ns schuld vast te stallen. Ik heb, sprekende
tot een vertegenwoordiger van het buitenl ind,
vooral willen vaststellen, en droeg oaarvoor
de uiterste zorg, dat een daad van verraad
geen buitenlandsche mogendheid in het bezit
van een stuk had gestel I, dat van gowiebt
was voor de nationale veiligheid.
"Vraag van een raadsheer: Had de minister
van oorlog u byzonderheden gegeven over
oen aard van de stukken, die het borderel
aanwees, in het by zonder over de hydraulische
ram, toegepast op het kanon 120, over de
dekkingstroepen en over het Manuel de Tir?
Had hy u zyn persooulyk gevoelen mode-
gedeeld over het gewicht dat hy aan deze
documenten hechtte?
De heer Casimir-Périer: Zonder my byzon
derheden te geven, had hg my gezegd, dat
dezj stukken uit bet oogpunt van verdediging
zonder groot belang waren.
De president: Heeft u kennis gehad der
bekentenissen
Do heer Casimir PórierGeneraal Mercier,
my eenige dagen na de degradatie sprekende
over deze zaak, heeft my terloops gezegd,
dat overigens de schuldige bekentenissen had
gedaan.
Op e n vraag:
De heer Casimir-Périer: Ik herinner my
in het geheel niet, dat kapitein Lebrun-Renaud
naar het Elysóe zou gekomen zyn, om
my de bekentenissen van den veroordeelde
mede te deelen.
Een artikel, getiteld: „Verhaal van een
getuige", was denzelfden morgen in de „Figaro"
verschenen. Ik had de mededeelingen, die
in een omstandigheid van dezen aard, door
een officier aan een journalist schenen ge
daan te zyn, zeer sterk gelaakt en kapitein
Lebrun—Renaud was tot my gezonden, opdat
ik hem berispen zoude. Hy heeft zyn in
discreties nkt ontkend en hy heeft my niet
over de bekentenissen van Dreyfua gesproken.
Overigens was ik niet alleen by dit onder
houd, waarby ook de president van den
ministerraad tegenwoordig was.
Vraag van een Raadsheer: Hebt gy hem
gevraagd, of er bekentenissen waren gedaan?
Dj heer Casimir-Périer: Neen, want ik be
rispte hem over een artikel van de „Figaro",
klaarbiykelyk door hem geïnspireerd en waarin
slechts sprake was van Dreyfus' betuigingen
van zijn onschuld.
De president: Heeft u nog kennis van
eenig ander voorval?
De heer Casimir Périer: Ik heb sedert myn
aftrering geen andere inlichtingen gehad dan
die by het publiek bekend zyn.
Die, welke by bet publiek bekend zyn,
zooals de vervalachlng en 4e settmoord van
kolonel Henry, hebben zeker invloed op myn
geest kunnen uitoefenen, doch sedert dezen
datum ontving ik geen kennis van feiten,
die by het publiek onbekend zyn.
De president: Mag ik n een vraag stellen
over wat genoemd wordt het incident-Paschal
Grousset? Er is bier sprake van een brief
van den keizer van Duitschlan-1, die aan
den minister van buitenlandsche zaken zou
zyn overhandigd en die later door het ge
zantschap van Duitscbland voor vaiach zou
verklaard zyn.
Dit stuk heeft of moet een zekeren invloed
hebben uitgeoefend op de vervolgingen, die
later tegen Dreyfus zyn iDgesteld; hot zou
wellicht nuttig zyn, dat het Hof over zyn
bestaan kon worden ingelicht.
De heer Casimir Férier: Ik heb nooit kennis
gehad van een brief, afkomstig van den
keizer van DuiLachland, en eerst tyden6 de
interpellatie van den heer Paschal Grousset,
over brieven van hem of artikeleD, die van
hem gesprokea hebben, heb ik over dezen
brief booren spreken.
Hiermede was het verhoor van den oud
president afgeloopen.
Generaal Gallifet werd gehoord over do
beweerde bekentenis van Dreyfus, waarvan
by verklaarde nl-.ts vernomen te hebben:
„Allee wat ik weet i«, dat generaal Darras,
die op den dag der degradatie het bevel
voerde over de troepen, my in den loop van
den miidag is komen bezoeken en my den
pynlyken indruk schetste, dien hy ontvangen
had. Hy zeide my, dat Dreyfas niet had
opgehouden zijn onschuld te betuigen."
Verder 1-gde de generaal getuigenis af van
het karakter en de bekwaamheden van
Picquart, die hem in 1890 voor de betrekking
van chef van den verkenningsdirnst by zyn
corps was aanbevolen door de generaals De
Miribel, De Boisdeffre, De Saint-Germain,
Rer.ouard als de meest geschikte officier voor
dezen post. Hy zride: „Ik heb kolonel
Picquart vyf jaar lang onder myn bovelen
gebad. Hy verdiende myn hoogste achtiog."
„De andere chefs, die van zyn diensten
gebruik maakten, generaal Brault, Baillond,
Millet, koesterden voor hem evenveel achting
als toegenegenheid en wezen hem onder alle
omstandigheden my aan als een officier,
bestemd om tot de hoogste posten in het
leger te komen."
Voor den Raad van Onderzoek, voor wel
ken Picquart moest verscbycen, legde gene
raal Gallifet dezelfde verklariüg af, waarop
generaal Zurlinden hem de Verzekering gaf,
dat zü'n getuigenis een zeer goeden indrnk
had gemaakt en hy (Zurlinden) den minister
zou verzoeken zeer lankmoedig te zyn ton
opzichte van Picquart. Het had generaal
Gallifet dan ook hoogelyk verbaasd, dat aan
Picquart de zwaarste straf werd opgelegd.
Aan het slot van zijn verklaring zeide de
generaal nog: „Ik weet niet of kolonel Picquart
een fout heeft begaan, maar als dit zoo is,
ben ik zeker, dat hy enkel gedreven is door
zjjn liefde voor de waarheid en zeker niet
door een lage beweegreden."
Omtrent Esterhazy haalde de getuige de
volgende woorden aan, door dtn Engelscben
generaal Talbot, oud-militair attaché te Parys,
tot hem gesproken by zyn terugkeer in
Frankrijk uit Egypte:
„Ik zal u niet spreken over Dreyfus, dien
ik niet gekend heb gedurende de zes jaar,
die ik in Frankryk bob doorgebracht, maar
wat my verwondert is, dat majoor Esterhazy
nog op vrye voeten is. Want wy allen, mili
taire attachés, wisten zeer goed, dat voor één
of twee biljetten van., 1000 fr. Esterhazy
ons inlichtingen zou verschaffen, welke wy
niet rechtstreeks van het ministerie van oor
log konden krygen."
De overige getuigenverklaringen, welke de
„Figaro" in zyn jongste nummer nog geeft,
zyn van ondergeschikt belang.
Mejuffrouw Pays heeit aan den heer Mazeau,
eersten president van bet Hof van Cassatie,
een langen brief geschreven, waarin zy de
verklaring van den rechter van instructie
Bertulus voor de Strafkamer weerlegt en
bestrydt.
Men hoopt, dat mr. Labori binnen twee
weken in zooverre hersteld zal zyn, dat hy zjjn
zakeu weder zelf zal kunnen waarnemen. Tot
dien datum hebben vrienden noch cliënten
toegang tot mr. Labori.
Het volledige bericht omtrent den zelfmoord
van adju 'ant Lorimier, uit Rysel, aan de
„Petit P<.risi;n" gezonden, luidt:
Men seint my uit Sint-Quentin, dat een
oud-sscr,taris van luitenant-kolonel Henry, de
adjudant Lorimier, zich zoo9ven van het leven
heeft beroofd. Geëmployeerde aan bet ministerie
van oorlog en particulier secretaris van kolonol
Henry, was hy wegens gezondheidsredenen,
ten gevolge van den zelfmoord van kolonel
Honry, ter beschikking gesteld en had zich
by zyn schoonvader te Catelet metterwoon
gevestigd.
Yrydagavond ontving Lorimier een telegram,
waarin hy naar Parys werd opgeroepsn.Dadelyk
ging by z[jn koffers pakken; doch Zondag, te
vier uren 's morgens, vond men hem in een
stal opgehangen.
TWEEDE H191ER.
Ingediend is een wetsontwerp om het ver
hoogde zegelrecht op effecten, vastgesteld by
do wet van 24 Mei 1897, in te voeren met
1 Mei 1900, met het oog op het ingediende
voorstel tot afschaffing der Rykstollen.
Een krediet is aangevraagd van f 4650
voor subsidie aan de gemeente Vlieland, voor
den bouw eener woning van den gemeente
geneesheer en wor buitengewonen onderstand.
11 April 1899.
8t»atsleenlngen.
pCt.
Hei, Cert. Nat W. Schuld 2)4
dito OhL dito8
dito Gert dito3
Oostenr-1 ObL Pap. Mei,Nor. 5
dito Zilv. JnnL'Juli. 5
Portugal, Obl. lS53a8S4 mat
ticket 100 .8
Knslani BinmsnL 1894. 4
ditol8S9bg Rothschild Rb. 625 4
dito Hopo Co. 188990 Rb. <526 4
Spanje, Perp. Schuld Buitenl. 4
Tuckgo, Gop. Conv. L 1*90 4
dito Douado ObL 1833. .5
dito Geconv. Lcemng Serie D
dito dito O
Mexico, Binnenlandsch. .5
Brazilië, Obl. 18894
Ind. en Fin. Ondernemingen.
Kolonialo Bank Aand.
N.-I. Handblc. Aand.
Kei Handulm Aand.
Soor. Bank H. lea. AObl.
Tabaksondernemlnflen.
Amst. Doli-Couip. Aani
dito Certilic&tea
Arondsburg Certificaten.
Doli B&tavia-Mpg. Aand.
dito Certificaten
dito Cultuur-Mpjj. Aaui
Doli -Maatschappij Aani
dito Certificaten
d" Langk. C.v.A. Nom.gar.kapu
Mcdan Tabak-Mpy. Aand..
Rotteid. Doli-Mpjj. Aani
Senembah-Mpij. Aaodcelen.
dito Cert, van Aani
Fabrieken.
Delft Dist Gist- enS.-Pahr. A
Electra Aandeden
dito Obligation
N. Yeim. Glaa£ on Kolonm. A
K. N. Beioracb Bierhr. ObL 4
Kon. Mpg. do Scheldo Obl. 4)4
Kei Gist- Spiritusfabr. A.
dito dito ObHg. 4*
Stoomb.br. 't Haantjo Aani
Wcater Suikerrafflnai Aani
Z.-IL Biorbr. Hyp. Oblig. 6
Schccpvaart-Maatsch.
Kon. Ncd. Stb.-Mpij. Aand.
dito dito Obligufiën 4
Kon. Pakotvaart-Mpij. Aani
dito dito Oblig. 4
Kon. Wcst-Ind. Msild. Aani
dito dito Oblig. 4
Ned. Amcr. Stoomv.-Mpjj. A.
dito dito Obl. 4
Botterd. LToyd Aandoclon
dito dito Obligaties 4
Stoomv.-Mpij. Kcdorl. Aand.
dito dito Oblig. 5
dito dito dito A
Stoomv. Zeeland Aand
dito dito dito pref. dito
Stoomv. Zeeland Oblig..
Petroleum.
Dordtscho Petr. Mij. ProL A.
dito dito Oblig. <l)£
Maatschap „Pnnolan" Cert. f
Elzasser Petroloum-Mpij. A.
Petroleum Mjj. „Galicië" A
BoU. Rum. Petroloum-My. A
Kon. Kei Mg. L Ex.Petr. br. A
dito dito Cert, van dito
dito dito Obligation
dito rMoeara Enim" Aani
M t. Ex.01iebr.inn.innovcr,A
Noderl, Pctroleum-Mpy. A.
dito Rnm. PotxoL-My. A
dito Somalia Palemb. A
Mijnbouw.
Kwandang Sooroalata i i
Lohaann Asphalt
Ked.-lni Expl.
Mijnbouw
Noord Celebes
Mjjnb. Mij. „fcocnmlata" A
Tjcnako St.-Mg
Diversen.
Mpij. Krasnapolsky Aani.
dito dito Oblig. 4
Wink.-Mg. „Eigen Hulp" A
Spoorwegleeningen.
HolL LJzcren-Spw.-Mij. Aand.
Obl. dito3)4
t. Expl. v. St. Spw. Aani
Italië, Z.-Ital. Spw. ObL A-H 3
Polon, WarB.-Wcenon Rb. 625 4
RubL, Balt Spw.-Aani. 3
Fiat. Spw.-Mjj. Aand. S
Woicbed ZR. Aand5
Wladikawkoa Obl. Rb. 125 4
Amerika. Atchison Top.C.vA.
Pref. Aani dito
dito Alg. Hyp. OBL 4
Adjuetm. Oblig4
Central Paciflo Aani .4
Denver Rio Grande C. v. A
Erio-Sp.-Mij. Aand.
Chic Erie la Hyp. ObL
Kaaa- City Belt-shares
Loniflv. Nashv. Cert. r. Aand.
Mins. Kam. Texaa C. T. A
Union Pae. C. A
Oregon Short Line oblig. 6
Canadian Pacific C. v. A
Premieleenlngon.
NederLjStad Ameteri f 100. S
Turkfco, Leomng 1870
Spanje, Madrid 1868, 3 pet.
Vop.
Koers
koors.
Laden
86*
ööütf
96*
97*
8S*
S3*
83%
26*
35*
61*
&3
93*
93*
98%
66*
93
56*
94*
22*
22*
«X
39*
39*
61*
eo*
48
48
86
154*
G67
666
660
760
7G0
440
436
446
153
163
482
480*
480
mm
277
180*
490
48S
495
493
-
-
-
-
166
-
219
161
103
183
186
138
101*
102*
102*
101
188
103
170
182
102*
20
20
34
30*
111
99*
99*
830
330
119*
118*
118
116
184
136*
97
126*
m
45
46
19
27*
28
91*
92*
62
60
79*
116
69
69
83
200
107*
-
164
117*
118*
101*
101*
112*
69*
98*
69%
99
mm
97*
97*
20*
20*
60
60*
99*
61*
2J*
21%
ISUfc
13%
112*
112*
31*
31*
66*
13%
14
46*
46%
108*
89*
110*
-
28*
37*
38
Couponnolecring vol-aii opgave van de Coupon-Makelaa
Ooateur jfc. Papier f 2L02* dltx Zilver /2105
France he f 47.76 Diverse Rgksmork /5&95 Bassen
Goud Roebel* f 1.9D 14 -dito in Zilveren Itoebole fl2o\4
Amerikaan ach* Gond Dollar*/ 2.47
Boleonlne 2 pCL
BUITENLAND.
Griekenland.
Uit Athene worden aan de „Politische
Correspon Jenz" omtrent de ongeldigverklaring
van de verkiezing van den minister president
Zaimis, die dezen genoopt heeft zyo ontslag
te nemen, de volgende byzonderheden bericht
De commissie voor het onderzoek der ge
loofsbrieven heeft het mandaat van den
minister president Zaimis met 13 stemmen
ongeldig verklaard, terwyi vier leden van de
commissie zich van stemming onthielden en
slechts één voor Zaimis heeft gestemd. Het
besluit van de meerderheid steunt op de
overtuiging, dat Zaimis door ongeoorloofde
middelen invloed heeft uitgeoefend op de
•temming van de kiezers in Kalavryta, en
wel door talrykf benoemingon van ambtenaren,
die zyn aanhangers waren, en door verplaat
sing en afzetting van tegenstanders; door
uitgaven, die besteed werden naar het heette
voor doeleinden van openbaar nut, maar in
werkeiykheid tot nadeel van de schatkist
strekten; door aanwending van verkitzings-
agenten, die zich uitgaven voor priesters en
in geestelyke gewaden by de kiezers ver
schenen om hen op bet Evangelie te laten
zweren, dat zy voor Zaimis zouden stemmen;
eindeiyk door rechtstreeks geld te besteden
voor 4*t doel.
Hc-t besluit, om de ongel ;i?verkkrfng de
verkiezing van oen minister president ain t
Kimer voor te stellen, heeft, zooals reed
bericht werJ, ten gevolge gehad, dat al d
ministers tot h.t besluit gekomen zyn oij
af te treden.
RufllanéL
Het bericht van de „Russische Regeeringj.
bode", dat wegens vernieuwde ongtregeldhede*
aan de universiteit in St.-Petersburg alle studeQ.,
ten uitgesloten zyn, komt eenigszins verras,
send, daar volgens de laatste mededeeliDgeu
alle colleges weaer gehou en werden. Ovej
de aanleiding tot het uitsluiten van allt
studenten wordt uit St.-Pettrsburg geschrevei-
dd. 30 Maart:
Terwyi gisteren de studenten in de gehoor
zalen zaten, werd in het portaal een inspects
van de jassen gehouden. Zooals bekend igj
dragen de Russische studenten een uniform;
nu ontdekte een scherp oog onder de groot?
massa uniformjassen een burgerlyke jas. bJ
nader onderzoek vond men daarin verscbillendg
proclamaties van zeer compromïtteerenden ia]
houd. Men zocht onmiddeliyk naar den eigenaar,
waardoor natuurlijk de studenten van de visitaj:
tie kennis kregen. Algemeene verontwaardiging,
dat men zich veroorloofd had een inspectie van
de uniformjassen te houden. 2000 studenten
kwamen in den loop van de volgende uren in
de groote unmr6iteitszaal byeen om te beraad
slagen. Spoedig kwamen de rector en ver-
schillende professoren in de zaal. Zy werden
met een vreeselyk gehuil van woede ont
vangen en moesten zich spoedig uit de voeten
makeD. Ten gevolge daarvan werd direct de
politie ontbo:en.
Alle uitgangen en vensters der zaal werdeni
zoo gauw mogelyk gusloten, doch spoedig
bleken alle maatregelen om de studenten zoo
lang in de zaal te houden tot de polttij
kwam, ontoereikend; deuren en vensters
werden opengebroken en de studenten ont
vluchtten. Den volgenden dag had weder een
groote vergadering plaats, waaraan ongeveer
700 studenten deelnamen; 622 daarvan ver
klaarden, dat zy van dien dag af voorloopig
wilden staken. Van de zyde van het univer*
siteit8-bestuur werd spoedig daarop verklaard,
dat de universiteit met dien dag gesloteu
was. Een onderzoek van de geheele treurige
zaak werd onmiddeliyk ingesteld. De prikkel
bare stemming on^er de studenten is in de
eerste plaats afkomstig van het feit, dat de
universiteit te Kiew de uitgesloteo studenten
nog niet weder opgenomen had.
Yan de universiteit te Moskou, die meer dan
5000 toehoorders had, zyn er 2160 uitgesloten;
verscheiden van hon werden gearresteerd, de
reet werd naar de woonplaatsen gecracht. Te
St.-Petersburg hebben onbelangrijke rustver*
storingen plaats gehad in de ingenieursscholen,
die weldra g6aloten zullen worden.
Servlö.
Uit hofkringen verluidt, dat de verhonding
van den koning tot zyn vader, die in Nisch
vertoeft, weder gespaneen is. De koning had
bemerkt, dat de verleden jaar aan hem gei
adresseerde brieven van zyn moeder doof
Milan onderschept zyn.
Zuid-Afrilro.
Het Zuid-Afr. blad „Republikein" schryftt
Het bericht, dat de Imperiale Regeering vaa
plan is nu alle tFoepen in Natal te stationnecren
in de nabyheid#van Dundee, is vooral voor
onze boeren goed nieuws. Er is bepaald geen
betere markt voor slachtvee en producten
dan een solJatenkamp en dus hoe nader op:
de grens hoe beter.
Er bestaat natuurlyk geen reden om ach ter-
docht te koesteren wegens dit concentreeren
van troepen op or.Z9 grenzen. Was het eep
andere natie dan de Eugelsche, dan kon men
reden hebben om aan verraad te denken en
zou men denken kannen, dat dit alles slechts
dient tot voorbereiding van een inval in ons
land. De goede trouw van Engeland is echter
te welbekend, om ook slechts de gedachte aaD
verraad te rechtvaardigen.
De regeering der Z.-A. Republiek heeft
besloten consuls generaal, op een jaarwedde
van 150 pd.st, aan te stellen te Rome,
St-Petersburg, Weenen en Washington, en
consuls of vice-consnls te Rotterdam, Ylissin*
gen, Antwerpen, Bordeaux, Marseille en Genua,
Berichten van Hagato'B land zyn weder
minder gunstig. Geruchten meldden, dat de
Magatokaffers zich weder wapenden, en offfj-
ciëel is bericht ontvangen, dat de naturel-
wachten aan de drift der Krokodilrivier, dié;
daar geplaatst waren door de Transvaalscho
Regeering oin de kaffers by te staan, di9 be
reid waren zich weder aan het gezag te onder
werpen, door een troep naturellen zyn aange--
vallen, met het gevolg, dat dertig der bevriend^
naturellen gedool zyn.
Japan.
De „Polit. Corr." meldt uit St. Petersburg, dat
berichten van verschillende bronnen overeen
stemmen in de mededeeling, dat Japan heel
y verig op een nauwe aaneensluiting met China
tegenover de Europeesche mogendheden aan
stuurt. Een geheime overeenkomst vertrouwt
de vorming vaD een belangryk deel van het
Cbineesche leger aan Japansche instructeurs
toe, en verscheiden honderden Chiueezen.
zouden in Japansche krygsscholen opgeleid
worden. Daarom was een spoedig ontslaan
van alle Europeesche instructeurs in het
Chineesche leger te verwachten. Petersburgscha
diplomatieke kringen hielden, ofschoon een
vertrouwbare bevestiging ontbreekt, het niet
voor onwaarscbynlyk, dat de toenadering
tus8dhen Japan en China reeds ver gevorderd
was.