N°. 1 980
Dinsdaa: 14 Maart.
A0. 1899
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (gon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 13 Maart.
Feuilleton.
DE NEVEN.
LEIDSCH
DA&BLAD.
PRIJS DEZER COURRNTl
Voor Leiden por 8 maanden.f 1.10.
Franco per post 1.40.
Afzonderlijk. Nommera 0.06.
PBUS DEB ADVEBTENnÈH
Van t 0 regels f 1.06. Iedere regeJ meer f 0.171. - Greciere
letters oaar plaatsruimte - Voor het incasseereo bulten de stad
wordt f 0.05 berekend
Offlclëele ïïeDnlsgeyiiigeiu
Hosteloozo Inenting.
Burgemeester en Weüioudera van Leiden brengon
bij deze ter algemeene kcuuis, d&t op Dinsdag
2 8 Febr. a. a. en tot nadere aankondiging op
eiken volgendon Dinsdag, telkens des
namiddags te 2 uren, in het Elmabethubof aan de
Oude Vest, gelegenheid z 1 worden gegeven tot
kostelooze inenting van on- en minver
mogenden; wordende tevens aan belanghebbenden
herinnerd, dat zij slechts zullen worden toegelaten
op vertoon van een bewgu hunner geboorte insohrgviDg.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WA8, Burgemeester.
87 Fobr. 1899. VAN HEYST, Secretaris.
De „Sociéti d'Anthropologie de Paris", in
1859 gesticht, heeft professor G. Schlegel,
alhier, benoemd tot buiteolandsch correspon-
deerend lid.
By Koninklijk besluit is aan den heer
S. C. M. Knappert, lid van het college van
ïegenten over de Rijkswerkinrichting voor
vrouwen en het huis van bewaring te Leiden,
Op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag
verleend uit die betrekking, onder dankbetui
ging voor de daarin bewezen diensten, en in
zijn plaats benoemd de heer P. Alma, fabrikant,
wonende alhier.
De by den generalen staf overgeplaatste
majoor der inf. G. J. W. Koolemans Beynen,
te Leiden, is geplaatst als chef van den staf
der late divisie te 's-Gravenhago.
De bi) het 4de reg. inf. overgeplaatste
tuit. kolonel F. H. A. Sabron komt te Leiden
in garnizoen.
De heer G. W. Van Klaveren, onder-
wijzer aan de Cbr. school aan de Middelste
gracht alhier, is benoemd tot hoofd der Chr,
achool te Wissekerke.
De heer A. C. Wittenrood, arts te Leiden,
is te Freiburg tot doctor in de geneeskunde
gepromoveerd.
Het heerenhuis aan de "Wolwevershavea
te Dordrecht, het voormalig welbekend wees
huis „Bethel", is gekocht voor de vereeni-
ging „EfF-.tha", te Leioen, ten einde haar alhier
to Leiden gevestigd Christelijk Doofstommen-
Instituut naar Dordrecht over te brengen en
uit te breiden.
Naar men verneemt, zal het bestuur
der Zuid-Hollandsche Bloembollenkweekery
en Ezport-My., te Oegstgeest, aan de algemeene
vergadering van aandeelhouders voorstellen,
bet dividend over 1898 te bepalen op 9.2 pet.,
na afschrijving van ongeveer f 4000 op
oprichtingskosten, gebouwen, enz., en na
afzondering van f 1000 voor de gewone reserve
en van eveneens f 1000 voor extra reserve.
Omtrent de bijeenkomst van de Ontwape
ningsconferentie in de Hofstad op 18 Mei a. 8.
wordt aan het „H. Dagblad" verzekerd, dat
er zeer ernstig over gedacht wordt, haar te
houaen in de zaal van de Eerste Kamer der
Staten Generaal.
De Minister van Baitenlandsche Zaken
zal ter eere van de gedelegeerden by hun
komst een groote receptie aan zijn hotel geven,
eenige diners en een zeer schitterende soiróe.
Buitendien zou de conferentie aanleiding
zijn, dat tijdens een gedeelte van haar duur
de Vorstelijke familie in de Residentie aan
wezig zal zijn.
De Italiaansche Regeering zal op de con
ferentie, naar de „Petit Bleu" mei t, worden
vertegenwoordigd door den markies Visconti
Venosta. Hetzelfde blad deelt mede, dat de
Belgische regiering als haar vertegenwoor
diger aanwees den minister van Staat, Beer-
naert, voorzitter der Kamer van Vertegen-
woor igers.
Als vertegenwoordiger van Frankrijk wordt
genoemd de oud-minister van Buittnlandsche
Zaken Ribot.
In de „Haagsche Sprokkelingen" van
„De Nederlander" komt het volgende voor:
Wij zijn tegenwoor ig bijna eiken dag in de
gelegenheid ons te overtuigen, dat de jeugdige
Koningin het voorrecht heeft zich in een goede
gezondheid te verheugen; men kan H. M.
geregelj zien uitrijden en dan worot van tyd
tot tijd het rijtuig verlaten, om een wandeling
in het Bosch of zoo te doen. Merkwaar ig
hoe die verschijning Diet alleen door ons, Neder
landers op prijs wordt gesteld, maar hoe zelfs
vreemdelingen, en nog wel van hen, üe steeds
goede republikeinen waren, aan den indruk
niet schijnen te kunnen ontsnapp-n. Nog dezer
dagen zei mi) een in de residentie vertoevende
Franachman, na H. M. eenige keeren dichtbij
gezien te hebben„Ziet U, wij mogen In
Frankrijk nog zoo republikeinsch zijn, toch
geloof ik, dat, wanneer men, in plaats van de
verschillende pretendenten, bij het Fransche
volk aankwam met een persoon, in uiterlijke
verschijning en karakter gelijk aan Uw
Koninginnetje, er voor de Republiek een
gevaar in zou zijn gelegen."
Zaterdag-middag hield het hoofdcomité
voor de vreaesmanifestatie een vergadering
in den foyer van het Gebouw voor Kunsten
en Wetenschappen te 's-Gravenhage. Mevr.
Waszklewicz was door ongesteldheid ver
hinderd. Dientengevolge werd het verslag der
verrichtingen van het bureau uitgesteld.
Een voorstel om de vergadering te verda
gen werd niet aangenomen. Uitvoerig werd
gediscussieerd over het al dan niet zenden
van een afgevaardigde aan den Czaar, om
een adres aan te bieden, wat verscheidene
aanwezigen onnoodig vonden on ongeschikt.
Toen bleek, dat velen liever schriftelijk toe
zending wenschten, werd de keuze verdaagd
tot een volgende bijeenkomst.
De motie van mr. J. M. Yan Stipriaan
Luiscius, om de Nederlandsche regeering uit te
noodigen met den meesten aandrang de alge
meene arbitrage in bet scheidsgerecht op de
agenda van de vredesconferentie te brengen,
werd na krachtige toelichting van den voor
steller, aangenomen met 13 tegen 2 stemmen.
Blijkens bij het departement van marine
ontvangen bericht is Hr. Ms. pantaerdekschip
„Zeeland", onder bevel van den kapitein ter
zee A. G. Ellis, 11 dezer te Curasao aange
komen, en is de divisie, bestaaaaë uit Qr. Ms.
schepen „Holland", „Friesland" en „Piet
Hein," onder bevel van den kapitein ter zee
J. J. De Bruyne, commandant van eerstgonoem-
den bodem, 11 dezer van Colombo vertrokken.
Den Raaa van Rotterdam heeft een voor
stel van B. en Ws. bereikt, om reeds nu over te
gaan tot ce ophooging der voor het tweede
ziekenhuis aangekochte gronaen der buiten
plaats „Woudestein" en met dit werk onder
de hand te belasten den aannemer G. A.
Van Hattem. Doordien deze voor betzelfde
soort werk ten behoeve van de Ceintuurbaan
nog al zijn materiëel In de nabijheid heeft,
meent de directeur van gemeentewerken en
met hem B. en Ws. en de betrokken com
missies, dat de arbeid in quaestie het goed
koopst door hem kan geschieden.
De beer Van Hattem heeft zich bereid
verklaard het werk op zich te nemen voor
f 0.38 per M1., hetgeen dus komt te staan op
f 68,400 daar 180,000 M'. zand benoodigd zijn.
De directeur wil dit baggeren in de uit de
Ruigeplaat te graven Schlehaven.
Voor het geheeld werk is, enkele schade-
loosst Hingen inbegrepen, f 75,000 uenoooigd,
waarvan f 63,400 op de koeten van het nieuwe
ziekenhuis en ƒ21,600 op do nieuwe Schie-
haven zal worden gebracht, een en ander uit
gelaleening te bestrijden.
De „Staatscourant der Zuid-Afrikaansche
Repucliek", van 8 Februari 11., bevat een
opgave van gelden, gedeponeerd in de Wees
kamer dier Republiek en toekomende aan
onoekende erfgenamen of crediteuren.
In die opgave zi)n vermeld;
lste onuer folio F. 515, de in 1892 ten
bedrage van 24.8.0 pd.st. gedeponeerde nalaten
schap van George L. B. Brummundt, volgens
opgave getoren in Nederlandsch-Indiö, over
leden in het district M. W. Stroom (Z.-A. R.);
2de onder folio L. 46, de in 1898 ten be
drage van 4.9.6 pd. st. gedeponeerde nalaten
schap van Amedóe Brijs, volgens opgave ge
boren in Holland, overleden in het district
M. W. Stroom (Z.-A. R.);
3de onder folio H. 197, de la 1896 ten
bedrage van 16.16.3 pd. st. gedeponeerde
nalatenschap van Johannes Gerhards, volgens
opgave geboren in Nederland, overleden in
hot district Lijdenburg (Z -A. R.)
Rechthebbenden zullen zich ter zake recht
streeks kunnen wenden tot den consul-gene
raal der Nederlanden te Pretoria. (SLs. Ct.)
Burg. en Wethouders van Haarlem
stellen aan don Raad voor f 58,000 te besteden
in 1899 en 1900 tot herstelling van de schade,
aan de bestratingen toegebracht door den
aanleg der gemeentelijke waterleiding en dit
bedrag te betalen uit den post „Aanleg van
de duinwaterleiding."
Door den minister van financiën zijn acht
tien commiezen-verificateurs der lste categorie
bevorderd tot verificateurs der 3de categorie.
Elf commiezen-verificateurs der 2de categorie
zijn bevorJird tot de lste categorie in dien
rang. Twee commiezen-verificateurs zijn be
vorderd van de 3de tot ae 2de categorie.
Hiermede is voldaan aan de klachten der
commiezen-verificateurs, vroeger ingebracht
by den minister van financiën, en ook in de
Tweede Kamer besproken, dat, ten gevolge
van de benoemingen van adspirant-verifica-
teurs, de bevordering der commiezen-verifi
cateurs zoo lang vertraging onderging. Set
aantal verificateurs 3de categorie is met 15
vermeerderd. Nog zyn tot adspirant verifica
teurs benoemo: K. Hoogelrwerf, te Hoek van
Holland, P. Thysson, te Vlissingen, en I. H.
F. Bekkere, 'te Winterswyk.
Naar aanleiding van de verkregen gunstige
uitkomsten der proef tot het bedienen van de
wasch van de ongehuwde korporaals en man
schappen door particulieren, heeft de minister
van oorlog bepaald, dat de waschbazen voortaan
tot het verleden zullen behooren.
Ter tegemoetkoming in het door hen te
ïyden geldeiyk nadeel is bepaald, dat zy een
soloyverbooging zullen genieten van 40 cents
per dag. Het wasscben der onderkleederen
wordt thans aan particuliere inrichtingen op
gedragen.
Te Amsterdam zal ten Raadhuize een
byeeukom8t worden gehouden, waarin ter
sprake zal worden gebracht de stichting van
een Amsterdamsch Sanatorium voor longiyoera.
Men schryft uit Renkum aan het „H. Dag
blad":
Thans, nu alle meubelen uit het Koninkiyk
Paleis op het landgoed „OraDje-Nassau's Oord"
zyn vervoerd, verwacht men algemeen, dat
spoedig de voorbereidende werkzaamheden
tot vestiging van een Sanatorium een aanvang
zullen nemen.
Te Nymegen overleed op 43-jarigen le9f-
tyd de heer D. Semmelink, in leven architect,
volgens wiens plannen aldaar verrezen bet
Wilhelmina-ziekenhui8, tal van fraaie winkel
huizon, verschillende smaakvolle villa's en
heerenhuizen.
Het voorstel van het hoofdbestuur van
den Bond van Nederlandsche onderwyzers,
tot oprichting van een ondersteuningskas, is
by referendum aangenomen met 1700 stemmen
tegen 32. Genootschap en Bond zullen nu in
veel gevalen in zake ondersteuning samen
werken.
Het hoofdbestuur van het „Nederi
Onderw. Genootschap" zal zich wen Jen tol
de verschillende vereenigingen van burge
meesters in den lande, en den steun dezer
corporatiëu inroepen, om by de Regeering te
bewerken, dat betere bezoldigingen worden
verkregen van het onderwijzen! personeel,
door ruimeren steun uit 's Ryks k a.
Het stoomschip „Reichstag," van Ham
burg en Antwerpen naar Oost-AJfika. ®cïtrok
10 Maart van Lissaboü; de „Koningin-Regen
tes," van Batavia naar Amsterdam, vertrok
10 Maart van Padang; de „Clude" (Holland-
Acnt-rik iyn) arriveerde 11 Maart van Amster
dam te Nieuw-York; de „Prinses Amalia,"
van Amsterdam naar Batavia, passeerde 11
Maart Kaap Carvoeiro; de „Admiral" vertrok
11 Ma^rt van Dar es Salaam naar Zanzibar;
de „Gedó," van Java naar Rotterdam, arri
veerde 11 Maart te Marseille en zette de reis
voort; de „Herzog," v*n Oost Afrika naar
Rotterdam en Hamburg, vertrok 11 Maart
van Port-Said; de „Indiaan," van Amsterdam
naar Batavia, arriveerde 12 Maart te Padang;
de „Madura," van Amsterdam naar Batavia,
passeerde 12 Maart Dungeness; de „Prinses
Sophie" arriveerde hedennacht van Batavia
te IJmuiden.
Benthuizen. Van het aantal sollicitanten
naar de vaceerende betrekking van onder-
wyzer aan de openbare lagere school alhLr,
zyn tot bet geven van een proefles uitge-
noodigd de heerenD. Van Santen, te 's-Gra-
venzande; P. Hoepel, van Simonshaven, en
J. Oudesluis, van Krabbendyke.
Katwijk aan den Ryn. B-roepen is by de
Geref. Gom. te Brook-op-Langenayk da. G.
Wielenga, alhier.
Slot,
En de handen wringend, ging zy Toort:
„Mi)n God, GD z0t een God van gerechtigheid i
lit word bang
XVIIL
De dagbladen verhaalden, dat Arthur Blank,
's namiddags met zUn jonge vrouw van de
huwelijksreis teruggekeerd, zbn neef, directeur
Warner, van wien bü wist, dat bö 's avonds
bD de electrische werken bozig was, bad
willen begroeten. DaarbU had mevrouw Blank
be ai vergezeld. Daar een verrassing in bun
plan had gelegen, had het jonge paar een
aan het publiek verboden deur ale ingang
gebruikt. De vooropgaande hoer Blank, onbe
kend met de juist gehouden wordende beproe
ving der machine en aan geen gevaar denkend,
moest toen met den draad der hoofdleiding
in aanraking zUn gekomen. Opeens was hD,
als door den bliksom getroffen, dood neer
gestort.
Dat was zoo eenvoudig, zoo geloofwaardig,
dat niemand onder het publiek aan de juistheid
- dezer voorstelling twDfelde. Slechts voor haar
moeder on zusters moest Hélèno een eenlgs-
zins afwykende lezing bedenken. Volgens deze
had Gustaaf haar onderweg dringend aan
geraden, te vergeven en te vergeten. ZQ had
dien raad opgevolgd en zich terstond daarop
met Arthur verzoend, die toen, vol dankbaar
heid voor de tusachenkomst van den door hem
zoo lang miskenden Deef, voorgesteld had
hem dadeijjk op te zoeken, om hem de hand
te bioden voor toekomstige vriendschap.
Mevrouw Marbach ontviDg de bezoeken van
rouwbeklag in het huis dor jonge weduwe.
Ook dat van den heer en mevrouw Geyer.
Dora was volkomen sprakeloos. Voor da eerste
maal liet zy haar man het woord voeren. En
Pavat htoti l£r> eanoef om zich bü Ida
blyken zyner deelnoming tot algemeens uit
drukkingen te bepalen en op te breken, zoodra
by op geschikte wyze koD. Toch bad voor
Dora de pyniging reeds te lang geduurd. Nog
vóór zy do deur naar de vestibule boreikte,
barstte zy in hevig snikken uit. En het be
hoeft niet verheeld te worden, dat mevrouw
Marbach deze kenteekenen van berouw met
ongemeeue voldoening vernam.
Eenige weken hield Hélèno zich met moeite
staande. Maar toen verlieten haar de krachten.
De geneesheer beval een haastig vertrek naar
het Zuiden. Met inwendig gejuich ontving
Hólène dit voorschrift. Ongezellig, onbebaagiyk
was haar het vreemde huis, dat zy bewoonde
dat zy eigeniyk eerst als weduwe was
binnengetrokken. Nimmer, dat voelde zy
nimmer zou bot haar tot een tehuis kunnen
worden. En toch mocht zy haar afkeer van deze
kwistig voor haar Ingerichte woonstede aan
niemand laten merken, om niet als liefdeloos,
aU ondankbaar, zonder gevoel, in opspraak
te komen.
Tegen het laatst van September reisde zy
met Cato naar do Riviera, aan moeder en
zuster haar woning overlatende. Daar vond zy
in den loop van den winter verkwikking en
ook weer nieuwen levensmoed.
.Hélène is op wonderbare wyze veranderd,"
schreef Cato in Januari. „Nooit zag zy er beter
uit; het is een lust haar gezonde kleur aan
te zien. In haar wezen echter ïykt zy min
stens tien jaar ouder dan zy is. Het door
leefde heeft haar op merkwaardige wyze
gerypt. Haar manier, om zaken en toestanden
te beschouwen, alsof alles beneden haar
ligt ik moet my er vaak over verbazen.
Somtyds, wanneer ik haar hoor spreken, word
ik onwillekeurig aan Werner herinnerd. Toch
moot gU u niet voorstellen, dat haar gedachten
in iets de kleur van den rouw hebben, dien
zy draagt. Een kniesoor is zy niet geworden
integendeel, zy vindt de wereld weer schoon
en vol openlyke en verborgen heerlykbeid.
En daar heeft zy geiyk in. Wie zich daarvan
wil overtuigen, behoeft slechts hierhsen te
komen."
En in Maart ecbreef Cato: „Nog denken
wy niet aan de terugreis. Binnenkort mis
schien over acht dagen reeds vertrekken
wy naar Opper Italié, naar een van die
blauwe meren, die daar aan den voet der
Alpen liggen. Verder denken wy nog in het
geheel niet. Maar één ding is zeker: den
intocht dor lento wil Hélène niet thuis
bywonen, om zich niet aan de herinneriogen
bloot te stellen, dio zich nog van het vorigo
jaar aan dien tyd vastknoopen. Dat is ook
niet van haar te vergen."
En daarna in Mei uit Gersau in het Beraer
Oberland: „Nu weet ik heelemaal niet meer,
wat er van ons worden moet. Hélène heeft
haar zaakgelastigde ten uwent opgedragen
haar huis te verkoopen. Voor u was het toch
te groot, meende zy, en wat haar betrof, zou
zy waarschynlyk haar vaderstad nimmer weer
tot een duurzame woonplaats kiezen. Ik vind
het goed, vooral zoo lang zy my by zich
hebben wil. My dunkt, niemand ter wereld
amuseert zich zoo good als een paar onaf-
hankeiyke vrouwen op reis. Hélène heeft iets
aan zich, dat alle harten tot zich trekt. Overal
bevinden wy ons na weinige dagen in het
middelpunt van alle kringen. En nog nooit
hebben wy de minste onaangenaamheid gehad.
Men houdt my voor Hélènes gezelschaps
juffrouw. Dat kan my natuuriyk niets scholen."
Deze brief had een postscriptum„Vertelt
ons toch eens iets van Werner i In ver
trouwen: ik verwonder my er eigeniyk over,
dat hy niets van zich laat hooren. Zou by
zich Hélèno geheel en al uit het hoofd gezet
hebben? Ik kan het my moeilyk voorstellen."
Neen, dat had Gustaaf ook niet gedaan.
Maar hy meende zich achteraf te moeten
houden. Zyn gevoel van eigenwaarde liet hem
niet toe, zich voor de tweede maal aan te
bieden. Bovendien ontbrak het hem aan de
wetenschap, hoe Hélène jegens hem gezind
was. Zy was niet meer het wankelende,
onder alle indrukken levende schepsel, dat
hy eens tot zich had zoeken te trekken. Dat
bad hy uit haar en Cato's brieven, die voor
hem niet verborgen werden gehouden, reeds
lang kunnen opmaken. Op den weg, waar
het lot baar gevoerd had, was zy, van leer-
zamen aanleg, door ïyden gelouterd, spoedig
zelfstandig geworden. En Gustaaf vermoedde,
dat zy, nadat de liefde haar zooveel leed had
gebracht, den wenBCh zou koesteren, om
verdere onaangenaamheden, aan deze bron
van stormen ontsproten, te ontgaan. Alles
weos in die richtinghaar neiging voor het
rondtrekkend leven in don vreemde; het feit,
dat zy haar huis van de hand gedaan had.
Naar allen scbyn wenschto zy met het ver
leden te breken.
Toch bedroog hy zich.
Een jaar was or sedert Arthurs dood ver-
loopen, toen de postbode hem op zekeren
morgen een aangeteekenden brief overhandigde
mot het poststempel Carlsbad. Daar vertoefde
Hélène met Elise, die kort te voren haar
zueter bad afgelost. Slechts van haar kon de
brief komen, die met zooveel omzichtigheid
behandeld was geworden. De afzendster had
gemeend, zich voor elke mogelykheid, dat hy
in vreemde handen kon geraken, te moeten
beveiligen.
Gustaaf trad zyn kantoor binnen. Daar
alleen was by zeker, niet gestoord te zullen
worden. En toen, den brief ongeopend op de
tafel leggend, doorliep by In gedachten de
beide laatste jaren zyns levens, van bet oogen-
blik af, dat in het huis der Marbachs de
portretten van Hélène het eerst zyn belang
stelling voor haar opwekten. Thans bogreep
by niet, boe by zich aan de valsche meening
had kunnen overgeveo, dat hy haar liefde
verworven had. Toen was de tyd nog niet
daar, toen was de verbintenis, die by wenschto
aan te gaan, onmogelyk. Nog was Hélènes
karakter niet^ genoeg ontwikkeld, haar blik
in het leven gebrekkig. En zyn eigen ge
negenheid die was nog met een aanzieniyko
dosis waanwysheid van den schoolmeester
vermengd. Zeer veel smaak kon zy niet
bezeten hebben; dat zag hy in. Gescheiden
moest worden, wat niet in elkaar kon
opgaan. Slechts bet noodzakelyke was ge
schied. -
Maar nu was het dan inmiddels anders
geworden
„Ja," antwoordde Gustaaf met diepe inner-
ïyke overtuiging.
En nu nam by den brief op en ontdeed hem
haastig van den omslag. Met kloppend hart
las hy:
„Een onbedachtzaam meisje heeft eens haar
„woord gegeven en gebroken. Dal meisje
„kende haar hart nog niet. Veel heeft moeten
„gebeuren, om haar zichzelve te doen konnen.
„Het meisje is daarna vrouw, later weduwe
„geworden. En deze zou voor u willen worden,
„wat het meisje toch nimmer voor u had kuonen
„zyn. Laat my epoodig weten, of zU mag,
„Hélène."
Op den avond van denzelfden dag bevond
Gustaaf zich, na een haastig genomen verlof,
op reis naar Bohemen. Een telegram liep
véór hem uit: „Overmorgen geef ik je per-
eooniyk antwoord.'*
Eenige maanden later bracht het voor
naamste dagblad der stad de volgende mode-
deeling:
„Naar wy met leedwezen vernemen, heeft
de directeur der stedelyke electriciteitswerken
zyn betrekking opgezegd, om de uitnoodiglng
te volgeD, die hem uit eon groote Zuidduitsche
handelsstad geworden is. Wel wae het te
voorzien, dat wy den beer Werner niet lang
onzen directeur zouden noomen, daar by,
sedert de inrichtingen alhier als zoo vooiv
treffeiyk gebleken zyn, voor een de eerets
autoriteiten op het gebied der electrotechmek
doorgaat voor een kracht, wie een ruimer
arbeidsveld toekomt dan hem natuurlykerwyze
hier is voorbehouden. Onze beste wenschen
vergezellen hem op zyn nieuwe loopbaan. BJ
dezo gelegenheid mogen wy wel verklappen,
dat de heer Werner een dochter onzer stad
als gade zyn nieuw tohnls zal binnenloiden.
Hot is de weduwe van den verleden jaar op
zoo treurige wyze verongelukten hoer Arthur
Blank, een dochter van wyien den heer Mar--
bach, een by het oudere geslacht nog in gooi'
aandenken staanden gewezen fabrikant."