N°. 1 980 Dinsdaa: 14 Maart. A0. 1899 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (gon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 13 Maart. Feuilleton. DE NEVEN. LEIDSCH DA&BLAD. PRIJS DEZER COURRNTl Voor Leiden por 8 maanden.f 1.10. Franco per post 1.40. Afzonderlijk. Nommera 0.06. PBUS DEB ADVEBTENnÈH Van t 0 regels f 1.06. Iedere regeJ meer f 0.171. - Greciere letters oaar plaatsruimte - Voor het incasseereo bulten de stad wordt f 0.05 berekend Offlclëele ïïeDnlsgeyiiigeiu Hosteloozo Inenting. Burgemeester en Weüioudera van Leiden brengon bij deze ter algemeene kcuuis, d&t op Dinsdag 2 8 Febr. a. a. en tot nadere aankondiging op eiken volgendon Dinsdag, telkens des namiddags te 2 uren, in het Elmabethubof aan de Oude Vest, gelegenheid z 1 worden gegeven tot kostelooze inenting van on- en minver mogenden; wordende tevens aan belanghebbenden herinnerd, dat zij slechts zullen worden toegelaten op vertoon van een bewgu hunner geboorte insohrgviDg. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WA8, Burgemeester. 87 Fobr. 1899. VAN HEYST, Secretaris. De „Sociéti d'Anthropologie de Paris", in 1859 gesticht, heeft professor G. Schlegel, alhier, benoemd tot buiteolandsch correspon- deerend lid. By Koninklijk besluit is aan den heer S. C. M. Knappert, lid van het college van ïegenten over de Rijkswerkinrichting voor vrouwen en het huis van bewaring te Leiden, Op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend uit die betrekking, onder dankbetui ging voor de daarin bewezen diensten, en in zijn plaats benoemd de heer P. Alma, fabrikant, wonende alhier. De by den generalen staf overgeplaatste majoor der inf. G. J. W. Koolemans Beynen, te Leiden, is geplaatst als chef van den staf der late divisie te 's-Gravenhago. De bi) het 4de reg. inf. overgeplaatste tuit. kolonel F. H. A. Sabron komt te Leiden in garnizoen. De heer G. W. Van Klaveren, onder- wijzer aan de Cbr. school aan de Middelste gracht alhier, is benoemd tot hoofd der Chr, achool te Wissekerke. De heer A. C. Wittenrood, arts te Leiden, is te Freiburg tot doctor in de geneeskunde gepromoveerd. Het heerenhuis aan de "Wolwevershavea te Dordrecht, het voormalig welbekend wees huis „Bethel", is gekocht voor de vereeni- ging „EfF-.tha", te Leioen, ten einde haar alhier to Leiden gevestigd Christelijk Doofstommen- Instituut naar Dordrecht over te brengen en uit te breiden. Naar men verneemt, zal het bestuur der Zuid-Hollandsche Bloembollenkweekery en Ezport-My., te Oegstgeest, aan de algemeene vergadering van aandeelhouders voorstellen, bet dividend over 1898 te bepalen op 9.2 pet., na afschrijving van ongeveer f 4000 op oprichtingskosten, gebouwen, enz., en na afzondering van f 1000 voor de gewone reserve en van eveneens f 1000 voor extra reserve. Omtrent de bijeenkomst van de Ontwape ningsconferentie in de Hofstad op 18 Mei a. 8. wordt aan het „H. Dagblad" verzekerd, dat er zeer ernstig over gedacht wordt, haar te houaen in de zaal van de Eerste Kamer der Staten Generaal. De Minister van Baitenlandsche Zaken zal ter eere van de gedelegeerden by hun komst een groote receptie aan zijn hotel geven, eenige diners en een zeer schitterende soiróe. Buitendien zou de conferentie aanleiding zijn, dat tijdens een gedeelte van haar duur de Vorstelijke familie in de Residentie aan wezig zal zijn. De Italiaansche Regeering zal op de con ferentie, naar de „Petit Bleu" mei t, worden vertegenwoordigd door den markies Visconti Venosta. Hetzelfde blad deelt mede, dat de Belgische regiering als haar vertegenwoor diger aanwees den minister van Staat, Beer- naert, voorzitter der Kamer van Vertegen- woor igers. Als vertegenwoordiger van Frankrijk wordt genoemd de oud-minister van Buittnlandsche Zaken Ribot. In de „Haagsche Sprokkelingen" van „De Nederlander" komt het volgende voor: Wij zijn tegenwoor ig bijna eiken dag in de gelegenheid ons te overtuigen, dat de jeugdige Koningin het voorrecht heeft zich in een goede gezondheid te verheugen; men kan H. M. geregelj zien uitrijden en dan worot van tyd tot tijd het rijtuig verlaten, om een wandeling in het Bosch of zoo te doen. Merkwaar ig hoe die verschijning Diet alleen door ons, Neder landers op prijs wordt gesteld, maar hoe zelfs vreemdelingen, en nog wel van hen, üe steeds goede republikeinen waren, aan den indruk niet schijnen te kunnen ontsnapp-n. Nog dezer dagen zei mi) een in de residentie vertoevende Franachman, na H. M. eenige keeren dichtbij gezien te hebben„Ziet U, wij mogen In Frankrijk nog zoo republikeinsch zijn, toch geloof ik, dat, wanneer men, in plaats van de verschillende pretendenten, bij het Fransche volk aankwam met een persoon, in uiterlijke verschijning en karakter gelijk aan Uw Koninginnetje, er voor de Republiek een gevaar in zou zijn gelegen." Zaterdag-middag hield het hoofdcomité voor de vreaesmanifestatie een vergadering in den foyer van het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te 's-Gravenhage. Mevr. Waszklewicz was door ongesteldheid ver hinderd. Dientengevolge werd het verslag der verrichtingen van het bureau uitgesteld. Een voorstel om de vergadering te verda gen werd niet aangenomen. Uitvoerig werd gediscussieerd over het al dan niet zenden van een afgevaardigde aan den Czaar, om een adres aan te bieden, wat verscheidene aanwezigen onnoodig vonden on ongeschikt. Toen bleek, dat velen liever schriftelijk toe zending wenschten, werd de keuze verdaagd tot een volgende bijeenkomst. De motie van mr. J. M. Yan Stipriaan Luiscius, om de Nederlandsche regeering uit te noodigen met den meesten aandrang de alge meene arbitrage in bet scheidsgerecht op de agenda van de vredesconferentie te brengen, werd na krachtige toelichting van den voor steller, aangenomen met 13 tegen 2 stemmen. Blijkens bij het departement van marine ontvangen bericht is Hr. Ms. pantaerdekschip „Zeeland", onder bevel van den kapitein ter zee A. G. Ellis, 11 dezer te Curasao aange komen, en is de divisie, bestaaaaë uit Qr. Ms. schepen „Holland", „Friesland" en „Piet Hein," onder bevel van den kapitein ter zee J. J. De Bruyne, commandant van eerstgonoem- den bodem, 11 dezer van Colombo vertrokken. Den Raaa van Rotterdam heeft een voor stel van B. en Ws. bereikt, om reeds nu over te gaan tot ce ophooging der voor het tweede ziekenhuis aangekochte gronaen der buiten plaats „Woudestein" en met dit werk onder de hand te belasten den aannemer G. A. Van Hattem. Doordien deze voor betzelfde soort werk ten behoeve van de Ceintuurbaan nog al zijn materiëel In de nabijheid heeft, meent de directeur van gemeentewerken en met hem B. en Ws. en de betrokken com missies, dat de arbeid in quaestie het goed koopst door hem kan geschieden. De beer Van Hattem heeft zich bereid verklaard het werk op zich te nemen voor f 0.38 per M1., hetgeen dus komt te staan op f 68,400 daar 180,000 M'. zand benoodigd zijn. De directeur wil dit baggeren in de uit de Ruigeplaat te graven Schlehaven. Voor het geheeld werk is, enkele schade- loosst Hingen inbegrepen, f 75,000 uenoooigd, waarvan f 63,400 op de koeten van het nieuwe ziekenhuis en ƒ21,600 op do nieuwe Schie- haven zal worden gebracht, een en ander uit gelaleening te bestrijden. De „Staatscourant der Zuid-Afrikaansche Repucliek", van 8 Februari 11., bevat een opgave van gelden, gedeponeerd in de Wees kamer dier Republiek en toekomende aan onoekende erfgenamen of crediteuren. In die opgave zi)n vermeld; lste onuer folio F. 515, de in 1892 ten bedrage van 24.8.0 pd.st. gedeponeerde nalaten schap van George L. B. Brummundt, volgens opgave getoren in Nederlandsch-Indiö, over leden in het district M. W. Stroom (Z.-A. R.); 2de onder folio L. 46, de in 1898 ten be drage van 4.9.6 pd. st. gedeponeerde nalaten schap van Amedóe Brijs, volgens opgave ge boren in Holland, overleden in het district M. W. Stroom (Z.-A. R.); 3de onder folio H. 197, de la 1896 ten bedrage van 16.16.3 pd. st. gedeponeerde nalatenschap van Johannes Gerhards, volgens opgave geboren in Nederland, overleden in hot district Lijdenburg (Z -A. R.) Rechthebbenden zullen zich ter zake recht streeks kunnen wenden tot den consul-gene raal der Nederlanden te Pretoria. (SLs. Ct.) Burg. en Wethouders van Haarlem stellen aan don Raad voor f 58,000 te besteden in 1899 en 1900 tot herstelling van de schade, aan de bestratingen toegebracht door den aanleg der gemeentelijke waterleiding en dit bedrag te betalen uit den post „Aanleg van de duinwaterleiding." Door den minister van financiën zijn acht tien commiezen-verificateurs der lste categorie bevorderd tot verificateurs der 3de categorie. Elf commiezen-verificateurs der 2de categorie zijn bevorJird tot de lste categorie in dien rang. Twee commiezen-verificateurs zijn be vorderd van de 3de tot ae 2de categorie. Hiermede is voldaan aan de klachten der commiezen-verificateurs, vroeger ingebracht by den minister van financiën, en ook in de Tweede Kamer besproken, dat, ten gevolge van de benoemingen van adspirant-verifica- teurs, de bevordering der commiezen-verifi cateurs zoo lang vertraging onderging. Set aantal verificateurs 3de categorie is met 15 vermeerderd. Nog zyn tot adspirant verifica teurs benoemo: K. Hoogelrwerf, te Hoek van Holland, P. Thysson, te Vlissingen, en I. H. F. Bekkere, 'te Winterswyk. Naar aanleiding van de verkregen gunstige uitkomsten der proef tot het bedienen van de wasch van de ongehuwde korporaals en man schappen door particulieren, heeft de minister van oorlog bepaald, dat de waschbazen voortaan tot het verleden zullen behooren. Ter tegemoetkoming in het door hen te ïyden geldeiyk nadeel is bepaald, dat zy een soloyverbooging zullen genieten van 40 cents per dag. Het wasscben der onderkleederen wordt thans aan particuliere inrichtingen op gedragen. Te Amsterdam zal ten Raadhuize een byeeukom8t worden gehouden, waarin ter sprake zal worden gebracht de stichting van een Amsterdamsch Sanatorium voor longiyoera. Men schryft uit Renkum aan het „H. Dag blad": Thans, nu alle meubelen uit het Koninkiyk Paleis op het landgoed „OraDje-Nassau's Oord" zyn vervoerd, verwacht men algemeen, dat spoedig de voorbereidende werkzaamheden tot vestiging van een Sanatorium een aanvang zullen nemen. Te Nymegen overleed op 43-jarigen le9f- tyd de heer D. Semmelink, in leven architect, volgens wiens plannen aldaar verrezen bet Wilhelmina-ziekenhui8, tal van fraaie winkel huizon, verschillende smaakvolle villa's en heerenhuizen. Het voorstel van het hoofdbestuur van den Bond van Nederlandsche onderwyzers, tot oprichting van een ondersteuningskas, is by referendum aangenomen met 1700 stemmen tegen 32. Genootschap en Bond zullen nu in veel gevalen in zake ondersteuning samen werken. Het hoofdbestuur van het „Nederi Onderw. Genootschap" zal zich wen Jen tol de verschillende vereenigingen van burge meesters in den lande, en den steun dezer corporatiëu inroepen, om by de Regeering te bewerken, dat betere bezoldigingen worden verkregen van het onderwijzen! personeel, door ruimeren steun uit 's Ryks k a. Het stoomschip „Reichstag," van Ham burg en Antwerpen naar Oost-AJfika. ®cïtrok 10 Maart van Lissaboü; de „Koningin-Regen tes," van Batavia naar Amsterdam, vertrok 10 Maart van Padang; de „Clude" (Holland- Acnt-rik iyn) arriveerde 11 Maart van Amster dam te Nieuw-York; de „Prinses Amalia," van Amsterdam naar Batavia, passeerde 11 Maart Kaap Carvoeiro; de „Admiral" vertrok 11 Ma^rt van Dar es Salaam naar Zanzibar; de „Gedó," van Java naar Rotterdam, arri veerde 11 Maart te Marseille en zette de reis voort; de „Herzog," v*n Oost Afrika naar Rotterdam en Hamburg, vertrok 11 Maart van Port-Said; de „Indiaan," van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 12 Maart te Padang; de „Madura," van Amsterdam naar Batavia, passeerde 12 Maart Dungeness; de „Prinses Sophie" arriveerde hedennacht van Batavia te IJmuiden. Benthuizen. Van het aantal sollicitanten naar de vaceerende betrekking van onder- wyzer aan de openbare lagere school alhLr, zyn tot bet geven van een proefles uitge- noodigd de heerenD. Van Santen, te 's-Gra- venzande; P. Hoepel, van Simonshaven, en J. Oudesluis, van Krabbendyke. Katwijk aan den Ryn. B-roepen is by de Geref. Gom. te Brook-op-Langenayk da. G. Wielenga, alhier. Slot, En de handen wringend, ging zy Toort: „Mi)n God, GD z0t een God van gerechtigheid i lit word bang XVIIL De dagbladen verhaalden, dat Arthur Blank, 's namiddags met zUn jonge vrouw van de huwelijksreis teruggekeerd, zbn neef, directeur Warner, van wien bü wist, dat bö 's avonds bD de electrische werken bozig was, bad willen begroeten. DaarbU had mevrouw Blank be ai vergezeld. Daar een verrassing in bun plan had gelegen, had het jonge paar een aan het publiek verboden deur ale ingang gebruikt. De vooropgaande hoer Blank, onbe kend met de juist gehouden wordende beproe ving der machine en aan geen gevaar denkend, moest toen met den draad der hoofdleiding in aanraking zUn gekomen. Opeens was hD, als door den bliksom getroffen, dood neer gestort. Dat was zoo eenvoudig, zoo geloofwaardig, dat niemand onder het publiek aan de juistheid - dezer voorstelling twDfelde. Slechts voor haar moeder on zusters moest Hélèno een eenlgs- zins afwykende lezing bedenken. Volgens deze had Gustaaf haar onderweg dringend aan geraden, te vergeven en te vergeten. ZQ had dien raad opgevolgd en zich terstond daarop met Arthur verzoend, die toen, vol dankbaar heid voor de tusachenkomst van den door hem zoo lang miskenden Deef, voorgesteld had hem dadeijjk op te zoeken, om hem de hand te bioden voor toekomstige vriendschap. Mevrouw Marbach ontviDg de bezoeken van rouwbeklag in het huis dor jonge weduwe. Ook dat van den heer en mevrouw Geyer. Dora was volkomen sprakeloos. Voor da eerste maal liet zy haar man het woord voeren. En Pavat htoti l£r> eanoef om zich bü Ida blyken zyner deelnoming tot algemeens uit drukkingen te bepalen en op te breken, zoodra by op geschikte wyze koD. Toch bad voor Dora de pyniging reeds te lang geduurd. Nog vóór zy do deur naar de vestibule boreikte, barstte zy in hevig snikken uit. En het be hoeft niet verheeld te worden, dat mevrouw Marbach deze kenteekenen van berouw met ongemeeue voldoening vernam. Eenige weken hield Hélèno zich met moeite staande. Maar toen verlieten haar de krachten. De geneesheer beval een haastig vertrek naar het Zuiden. Met inwendig gejuich ontving Hólène dit voorschrift. Ongezellig, onbebaagiyk was haar het vreemde huis, dat zy bewoonde dat zy eigeniyk eerst als weduwe was binnengetrokken. Nimmer, dat voelde zy nimmer zou bot haar tot een tehuis kunnen worden. En toch mocht zy haar afkeer van deze kwistig voor haar Ingerichte woonstede aan niemand laten merken, om niet als liefdeloos, aU ondankbaar, zonder gevoel, in opspraak te komen. Tegen het laatst van September reisde zy met Cato naar do Riviera, aan moeder en zuster haar woning overlatende. Daar vond zy in den loop van den winter verkwikking en ook weer nieuwen levensmoed. .Hélène is op wonderbare wyze veranderd," schreef Cato in Januari. „Nooit zag zy er beter uit; het is een lust haar gezonde kleur aan te zien. In haar wezen echter ïykt zy min stens tien jaar ouder dan zy is. Het door leefde heeft haar op merkwaardige wyze gerypt. Haar manier, om zaken en toestanden te beschouwen, alsof alles beneden haar ligt ik moet my er vaak over verbazen. Somtyds, wanneer ik haar hoor spreken, word ik onwillekeurig aan Werner herinnerd. Toch moot gU u niet voorstellen, dat haar gedachten in iets de kleur van den rouw hebben, dien zy draagt. Een kniesoor is zy niet geworden integendeel, zy vindt de wereld weer schoon en vol openlyke en verborgen heerlykbeid. En daar heeft zy geiyk in. Wie zich daarvan wil overtuigen, behoeft slechts hierhsen te komen." En in Maart ecbreef Cato: „Nog denken wy niet aan de terugreis. Binnenkort mis schien over acht dagen reeds vertrekken wy naar Opper Italié, naar een van die blauwe meren, die daar aan den voet der Alpen liggen. Verder denken wy nog in het geheel niet. Maar één ding is zeker: den intocht dor lento wil Hélène niet thuis bywonen, om zich niet aan de herinneriogen bloot te stellen, dio zich nog van het vorigo jaar aan dien tyd vastknoopen. Dat is ook niet van haar te vergen." En daarna in Mei uit Gersau in het Beraer Oberland: „Nu weet ik heelemaal niet meer, wat er van ons worden moet. Hélène heeft haar zaakgelastigde ten uwent opgedragen haar huis te verkoopen. Voor u was het toch te groot, meende zy, en wat haar betrof, zou zy waarschynlyk haar vaderstad nimmer weer tot een duurzame woonplaats kiezen. Ik vind het goed, vooral zoo lang zy my by zich hebben wil. My dunkt, niemand ter wereld amuseert zich zoo good als een paar onaf- hankeiyke vrouwen op reis. Hélène heeft iets aan zich, dat alle harten tot zich trekt. Overal bevinden wy ons na weinige dagen in het middelpunt van alle kringen. En nog nooit hebben wy de minste onaangenaamheid gehad. Men houdt my voor Hélènes gezelschaps juffrouw. Dat kan my natuuriyk niets scholen." Deze brief had een postscriptum„Vertelt ons toch eens iets van Werner i In ver trouwen: ik verwonder my er eigeniyk over, dat hy niets van zich laat hooren. Zou by zich Hélèno geheel en al uit het hoofd gezet hebben? Ik kan het my moeilyk voorstellen." Neen, dat had Gustaaf ook niet gedaan. Maar hy meende zich achteraf te moeten houden. Zyn gevoel van eigenwaarde liet hem niet toe, zich voor de tweede maal aan te bieden. Bovendien ontbrak het hem aan de wetenschap, hoe Hélène jegens hem gezind was. Zy was niet meer het wankelende, onder alle indrukken levende schepsel, dat hy eens tot zich had zoeken te trekken. Dat bad hy uit haar en Cato's brieven, die voor hem niet verborgen werden gehouden, reeds lang kunnen opmaken. Op den weg, waar het lot baar gevoerd had, was zy, van leer- zamen aanleg, door ïyden gelouterd, spoedig zelfstandig geworden. En Gustaaf vermoedde, dat zy, nadat de liefde haar zooveel leed had gebracht, den wenBCh zou koesteren, om verdere onaangenaamheden, aan deze bron van stormen ontsproten, te ontgaan. Alles weos in die richtinghaar neiging voor het rondtrekkend leven in don vreemde; het feit, dat zy haar huis van de hand gedaan had. Naar allen scbyn wenschto zy met het ver leden te breken. Toch bedroog hy zich. Een jaar was or sedert Arthurs dood ver- loopen, toen de postbode hem op zekeren morgen een aangeteekenden brief overhandigde mot het poststempel Carlsbad. Daar vertoefde Hélène met Elise, die kort te voren haar zueter bad afgelost. Slechts van haar kon de brief komen, die met zooveel omzichtigheid behandeld was geworden. De afzendster had gemeend, zich voor elke mogelykheid, dat hy in vreemde handen kon geraken, te moeten beveiligen. Gustaaf trad zyn kantoor binnen. Daar alleen was by zeker, niet gestoord te zullen worden. En toen, den brief ongeopend op de tafel leggend, doorliep by In gedachten de beide laatste jaren zyns levens, van bet oogen- blik af, dat in het huis der Marbachs de portretten van Hélène het eerst zyn belang stelling voor haar opwekten. Thans bogreep by niet, boe by zich aan de valsche meening had kunnen overgeveo, dat hy haar liefde verworven had. Toen was de tyd nog niet daar, toen was de verbintenis, die by wenschto aan te gaan, onmogelyk. Nog was Hélènes karakter niet^ genoeg ontwikkeld, haar blik in het leven gebrekkig. En zyn eigen ge negenheid die was nog met een aanzieniyko dosis waanwysheid van den schoolmeester vermengd. Zeer veel smaak kon zy niet bezeten hebben; dat zag hy in. Gescheiden moest worden, wat niet in elkaar kon opgaan. Slechts bet noodzakelyke was ge schied. - Maar nu was het dan inmiddels anders geworden „Ja," antwoordde Gustaaf met diepe inner- ïyke overtuiging. En nu nam by den brief op en ontdeed hem haastig van den omslag. Met kloppend hart las hy: „Een onbedachtzaam meisje heeft eens haar „woord gegeven en gebroken. Dal meisje „kende haar hart nog niet. Veel heeft moeten „gebeuren, om haar zichzelve te doen konnen. „Het meisje is daarna vrouw, later weduwe „geworden. En deze zou voor u willen worden, „wat het meisje toch nimmer voor u had kuonen „zyn. Laat my epoodig weten, of zU mag, „Hélène." Op den avond van denzelfden dag bevond Gustaaf zich, na een haastig genomen verlof, op reis naar Bohemen. Een telegram liep véór hem uit: „Overmorgen geef ik je per- eooniyk antwoord.'* Eenige maanden later bracht het voor naamste dagblad der stad de volgende mode- deeling: „Naar wy met leedwezen vernemen, heeft de directeur der stedelyke electriciteitswerken zyn betrekking opgezegd, om de uitnoodiglng te volgeD, die hem uit eon groote Zuidduitsche handelsstad geworden is. Wel wae het te voorzien, dat wy den beer Werner niet lang onzen directeur zouden noomen, daar by, sedert de inrichtingen alhier als zoo vooiv treffeiyk gebleken zyn, voor een de eerets autoriteiten op het gebied der electrotechmek doorgaat voor een kracht, wie een ruimer arbeidsveld toekomt dan hem natuurlykerwyze hier is voorbehouden. Onze beste wenschen vergezellen hem op zyn nieuwe loopbaan. BJ dezo gelegenheid mogen wy wel verklappen, dat de heer Werner een dochter onzer stad als gade zyn nieuw tohnls zal binnenloiden. Hot is de weduwe van den verleden jaar op zoo treurige wyze verongelukten hoer Arthur Blank, een dochter van wyien den heer Mar-- bach, een by het oudere geslacht nog in gooi' aandenken staanden gewezen fabrikant."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 1