N°. 11975 Woensdag 8 Maart. A#. 1899 fsze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van fan- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. DE NEVEN. LEIDSCH DAGBLAD. PRUS DEZER COURRHTJ Voor Leidon per 8 cnaanaeo. 4 f 1.10. Franco per posl IA0. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRUS DER AD VERTENTTÊH t VaD 1 6 regels f l 06. Iedere regel meer f 0.171. - Grooiere letters naar plaatsruimte - Voor het Incaaseereo bulten de stad wordt f 0.05 berekend Leiden, 7 Maart. In een welsprekende, zeer bevattelijke, gloedvolle rede want een „lezing" was bet niet sprak prof. J. V. De Groot, van Am sterdam, gisteravond in den Foyer der Staas- zaal alhier voor een aandachtig en dankraar gehoor over: „Het Pontificaat van Leo XIII." Na er bywyze van inleiding even bi) stilge staan te ho «ben, dat voor eenige dagen de dreigende ttfuing omtrent 's P.«usen gezond heidstoestand deel vreezen voor het verlies van den va eriyken lei .sman, waardoor een gevoel van verlatenheid zich van velen meester maakte; dat thans echter d<*nkoaarheid de plaats van dat g voel innam na htt vernemen van de aanvankelijke beterschap van Z. H., bracht zijnbooggeleerde eerbiedig huloe aan Leo XIII als plaatsbekleeoer van Qbristus, als Vader der geloovig-n over heel de aaroe, als opvolger v«n Petrus. Een der heerlijkste tafereelen eer negentiende eeuw noemae hij vervolgens het pontificaat of de pauselijke regeering van Leo XIII, en deelde mede zijn gehoor uen Paus voor te zullen strllen eerst in zijn beteekenis voor de godsoi-nstige orde en daarna in zijn beteekenis voor de maat schappelijke orao. Daartoe wees prof. De Groot op de voor- treffciykaeiJ van den godsdienst, hoe daar is eau hooger wezen, ten boogere macht, een Koning der koningen, wien te dienen onze plicht is. Zonder godsdienst is htt leven arm, de hemel bewolkt, oe werelals een schip zonder roer, de maatschappij zonder steun, onvast. Paus Leo getuigt daarvoor door zyn waardigheid, zijn vooröeold, zijn Pauselijk handelen. Die Paus staat daar, trots mate rialisme, oifFereritisme en rationalisme, trots de zoekende mouerne wijsbegeerte, zoekende naar de Gousidee, trots alle steleels, die verdeolen en de waarheij niet vinaen; staat daartegenover met zijn eneyclitken, als getuige van negentien etuwen, verkonuigende h t credo zijner vaaeren, het geloof in Jezus Ohiibtus. Om hem straalt bet licht van zooveel eeuwen. "Wie is sprekender getuige? Waar op aarde wordt een tweede macht gevonuen als deze, aanschouwd zulk een majesteit? No.h de Czaar van Rusland, noch de Patriarch van Konstantinopel vermogen ze ons te zien te geven. En al voelen de Katholieken sympathie voor de on-Katholiekeo, die zich buigen voor oen Christus Gods on gelooven in Zijn Middelaarschap, door den Paus te missen, missen zi) dien sprekenden getuige. HU, de Paus, draagt alleen het kenmerk der vastheid, en oeze Paus, Leo XIII, in wien spr. thans enkel het Pausdom wilde verheer* iyken, en dat ook deed, is daaroDtoven een man van groot genie en onuitbluschbare werkzaamheid, getuigen zijn voortreffelijke encyclieken. Werd ons Z. H. de Paus geheel naar het leven geteekend en de hoogbejaarde grijsaard, die als het ware de grens to zien geeft tusschen aarde en hemel, ons voorgesteld in zijn dageiykscbo, eerbied afdwingende gods dienstige verrichtingen, hU werd ons ook afgemaald werkende, ja zwoegende voor de monschheii, in zijn werkkamer in het Vati- caan, arbeidendb nog als alle anderen reeds rustenóók als weldoende allen. De beteekenis zijner daden betreffende de sociale vraag stukken werd vooral in een helder licht ge steld, zijner daden, gebaseerd op en gericht naar hot alles steunende en cragrnde „de waarheid zal u vrijmaken" en „zonder God, zon ler godsdienst, de grondslag der maat- 8ihapp:lijke orde, zonder liefde, welke groote dingen schept en die de oorsprong is der rechtvaardigheid, geen redding." B\j de verschillende encyclieken des Pausen, o. a. bij die over het huwelijk, werd door prof. De Groot stilgestaan, hun groote be teekenis werd uito ngezet, hun belangrijk heid en gevolgen voor vorsten on volkeren, rijken en armen, en daardoor ook vooral aangetoond oe groote beteekenis van Leo XJII voor de maatsch..ppelyke orde. Met een bewonderenuen blik op Rome en met den wensch, dat Z. H. volkomen her stellen moge en nog lang moge gespaard tly vtD, ein .igde zijnbooggeleerde zijn heldere vcrhanoeling. Nog zy vermeld, dat in den Foyer ter opluistering een plantengroep aanwezig was, waartogen rustte het in lyst vervatte portret van Z. H. den Paus. Aan den Raad wordt overgelegd een v rzoek van F. Van der Kloot, om van de gemeente te mogen huren het uoor haar aan gekochte huis aan de Lokborststraat No. 20, voor de som van f 100 per jaar, onder voor waarde, dat door de gemeente in den winkel een steenen vloer worde gelegd. De gebo ien huurprys schijnt vol 'oende. Uit een door den directeur der gemeente werken ingesteld onderzoek bleek, dat bet leggen van een steenen vloer in een winkel sl-rchts een uitgave van zt: ƒ15 zal vorderen. Naar het oorueel van Burg. en Weths. kan dus op het verzoek gunstig worden beschikt. In verband met een Raadsbesluit van 16 Februari 11., geven Burg. en Wetns. den Raad in overweging bedoeld besluit, waarbij aan H. Van Ketken, geb. Roodborst, te 's Gravenhage, vergunning werd verleend tot het plaatsen van kiosken op den openbaren weg voor den verkoop van limonajos en minerale wateren, nader aldus aan te vullen, dat voor het gebruik van den grond aan de gemeente een jaarlyksche recognitie zal moeten worden bttaald van 50 voor iedere kiosk. Door den pachter van het voor koffie huis bestemde gedeelte van Den Burcht werden klachten i .gebracht over den slechten tos- etand van do plank in de bi) het koffiehuis behoor^nde kegelbaan. Ten gevolge daarvan hadden verschillende kegelgezelschappen ztyu localiteit verlaten, zoodat hy groote schade ondervond. De gegrondheid der ingediende klachten ge bleken zynde, geven Burg. en Wetbs. den Raad in overweging ben te machtigen tot h6t doen leggen van een nieuwe plank in bedoelde kogelbaan, hetwelk een uitgave zal verdschen van 225. Gekozen zyn tot praesides van de stu denten-faculteitsbesturen de na te noemen heertn, t. w.voor de juridische faculteit, U, W. F. Van Panhuys; voor de medische facul teit, J. H. Zaafier; voor de theologische facul teit, C. E. Hooykaas; voor de pbilosophische faculteit, J. A. Vollgraff; voor de literarische faculteit, A. Rutgers van der Loeff. Een zestal der fraaie photograpbieën, ver vaar igd door den photograaf M. C. Dingjan alhier, welke dezer dagen zyn geëtaleerd ge weest by den heer Matveld, door het geill. maandschrift „Cosmos", voorstellende de beide jongelingen-eerewacbten „Klein m*ar Dapper" en „Jong Edam", zijn Harer Majesteit de Koningin door de zes Leidsche jongelui aan geboden geworden. Heuenochtend ontvingen die jong-lui een schrijven namens Hare Majes teit terug, waarin, behalve een woord van lof over de fraaie photograpbieën, de volgende zinsnede voorkomt„fl^t heeft H<*re Majesteit behaagd, ten opzichte van deze aanbieding af te wyken' van den regel, om dergeljjke geschenken niet aan te nemen, en zyn voor melde photographieën by uitzonder.ng door Hare Majesteit aangenomen Voor het examen in de nuttige hand werken zijn geslaagd de dames S. Ph. C. "Wiersma en M. P. De Sauvage, van Lei en. De by de Kweekschool voor Zeevaart alhier gedetacheerde matroos der 1ste klasse R. Zorg wordt 16 Maart a. s. overgeplaatst aan boord van Hr. Ms. pants9racbip „Korte naer", welke boiom met itn datum te Willemsoord in dienst wor t gesteld. Dien tengevolge wor t zyn detacheering by ge noemde Kweekschool met gelyken datum ingetrokken. Do administrateur van bet magazijn van levensmidaolcn te Utrecht H. F. Van dtr Stroom wordt 1 Mei overgeplaatst naar Leiden en belast met het beheer van het magazyn v-n levensmiddelen en ü*t van het nachtleger alhier. Gisteren waren ten Hovo aan het diner genoodigd: baron Van Heeckeren van Keil, kamerheer in buitengew^nen cienst van H. M. de KoDingin, oud minister van buitenlanusche zaken; jhr. Six, oud-minister van binnen- Unascbe zaken; jhr. Gevaerts van Simons- haven, hofmaarschalk van wijlen H. M. de Koningin; kolonel jhr. Baud, apjudant i. b. d. van H. M. de Koningin, commandant van de Haagsche schutLry. De heer Cremor, minister van koloniën, heeft 10,000 geschonken aan het Kinder ziekenhuis to 's Gravenbage. H. M. de Koningin woonde Zondag in de Willemskerk te 's Gravenhage de gods dienstoefening by onder gehoor van ds. Rademakc-r, terwijl de Koningin-Moeder en prinses Elizabeth in ae Duitscho kerk waren onder gehoor van ds. Quandt. De heer E. L. Graaf Van Limburg Stirum, kamerheer en jagermeoster van H. M. de Konin in, is gisteren in welstand in de resi dentie teruggekeerd, nadat hy wegens ernstigs ziekte geruimen tyd in hot buitenland bad doorgebracht. Thans wordt bericht, dat zich te Amster dam, voornamelijk op initiatief van den beer J. W. R. Gerlacb, te 's-Gravenhage, heelt gevestigd een naamlooze vennootschap tot exploitatie eener Nederlandsche Opera, met een kapitaal van 2 ton in 400 aandeelen ad 500. De vennootschap zal Diet in werking kunnen treden alvorens 1 ton is gestort. Leden van den Raad van Beheer zyn de heeren J. W. R. Gerlach, te 'e-Gravenbage; mr. N. A. Caliscb, mr. D. Mesritz, mr. P. W. De Koning, mr. D. Freea, W. F. Daunen- felser Jr., J. A. W. Van Bergen en L. C. Koch, allen te Amsterdam; Van Leeuwen, te Arnhem; mr. R. A Vogelsang, te Utrecbt, en J. J. L. Ten Kate, te Epe, terwyi als algemeen secretaris optreeot de heer G. J. Van Deinse, te 's-Gravenhage, die te Amster dam gaat wonen. Lirecteuren, tevens leden van het Opera- gezels. hap, zyn de heeren Pauwels en Orelio, en ae he9r C Van eer Linden zal zyn mede werking verleenen. De Vereeniging ter beoefening van de Krygswetenschap hou^t een buitengewone vergadering op Vrydag den lOden Maart, des avonds te halfaeht, te 's-Gravenhage. De agenca vermeldt een voor racht over: „Wtlke voor e-len zyn verbonden aan een vereeniging van de offici rscorpsen van het Ne trlandsche en het Ned.-In ische leger?" In te leiden door den beer L. W. J. K. Thomson, lsten luit. der infanterie. Volgens het t ans verschenen Van Alpben's „Kerkolyk Handboek," dat zooveel mogelyk bygewerkt is, was net getal vacatures by de Ned. Herv K<rk 292. Verder blykt, dat op 1 Jan. 1899 vacant waren 309 plaatsrn, nl.in Gelderland 17, Zuid Holland 50, Noord- Holland 40, Zeeland 35, Utrecht 14, Fries land 51, Ovorysl 18, Groningen 43, Noord- Braoant met Limburg 29, Drente 10 en by de Waalsche Kerken 2. Van de dienstdoende predikanten zyn in 1898 overleden 14, emeritaat is aangevraagd door 14, naar do Id dsche Kerken zyn over gegaan 2, hun bediening neergelegd hebben 7, van welke één hoogLeraar is geworden, zoodat in het geheel aan ue Ned.-Herv. Kerk ont vielen 37 predikanten. In uienst traden 59 candi aten en 2 eervol ontslagen Indische pre ikanten, samen alzoo 61. Het aantal vacatures is dus in den loop van 1898 met 24 verminderd. Blyktns by het Departement van Marine ontvangen berichten is: de divisie, bestaande uit Hr. Ms. pantsordekschepen „Holland" en „Friesland" en pantserschip „Piot Hein", onder bevel van den kapitein ter zee J. J. De Eruyne, commandant v^n «erstgenoemden bo tem, 5 dezer te Colombo aangekomen en Hr. Ms. pantserdekscbip „Zeeland", onder bevel van den kapitein ter zee A. G. Ellis, 6 dezer te St.-Lucia, West Indië, aangekomen. Het stoomschip „Mtrapi" arriveerde 6 Maart van Rotterdam te Padang; de „Prins Frederik Hendrik" vertrok 5 Maart van Para maribo naar Amsterdam; ce „Prins Willem II" arriveerde 3 Maart van Amsterdam to Para maribo; de „Prins Willem V" vertrok 4 Maart van Nieuw York naar West Inaiü; do „Smeroe", van Batavia naar Rotterdam, passeerde 5 Maart Ouessant; de „Soemiing," van Rotter- Qam naar Batavia, passeerde 5 Maart Giiralt «r; de „Gedó," van Batavia naar Rotten m, vertrok 6 Maart van Port Said; de „Tiran," van Amsterdam naar Java, vertrok 4 M art van Liverpool; de „Koningin Wilbeluim," v-n Amsterdam naar Batavia, passeerde 6 Maart Point de Galle; de „Bromo," van Rot terdam naar Java, vertrok 6 Maart van Perira. Bodegraven. Het cep<=rtement Bodegraven van da Maatschappy tot Nut van het Algerae-n zal zyn laatste openbare vergadering in dit seizoen houaen op Domerdag 9 Maart, des avon s te acht uren. Mr. H. Smeenge is de spreker voor dezen avond. Leiderdorp. Door ingelanden van d6n Slagh- of Grooten en Kleinen Stadspold r, on er Lei .en en Leiderdorp, is de r ko ing over 1898 vastgesteld: in ontvang op 545.92s, in uitgaaf op 491.90, batig saloo 54.025. De begrooting voor 1899 werd vastgesteld in ontvangst en uitgaaf op 577 96s, terwyl de omslag voor dat jaar werd bepaald op 4 per hectare. De Cbr. zangvereeniging „Excelsior" if voornemens op Woensdag 15 Maart a. s. in de Cbr. school alhier een openbare repe titie te houden. In deze gemeente doet zich een geval van febris typboïdea voor. Noordwyk. By den boekhandelaar A. Dorsman, alhier, is door het Bestuur van den Nederlandschen Vrouwenbond ter Inter nationale ontwapening ter ioteekening gelegd bet beken ae acres van dankbetuiging aan den Czaar van Rusland voor uiens stroven tot ver mindering der krygelasten en ter handhaving van oen wereldvrede, Oudslioorn. Aan den heer D. Van Oordt, albier, is door het gemeentebestuur ver gunning verleend tot het oprichten van 6en inrichting met pannenoven op het perceel, kad. beken in Secti9 C No. 1452. De uitslag van de alhier aan 's Molenaars- brug gehouden publieke aanbtste .ing van het bouwen van 4 werkmanswoningen is als volgt: Schooncerwoen ƒ4103; J Van der Wal 3242; B. Van Wingerden 3-40; Bruggeman, Ou s' oorn, 3075;* L. Gesmun, Ouoshoorn, 3059; A. Van Dam, Aarlan er- veen, 3055; J. Hengevel i, Alfen, 3048; J Roos, Oudshoorn, ƒ3000; H. De Graaf 2929; H. Van Driel 2898; W. Strookman, Woucrugge, 2880; Gebr. C. en J. Stigter, Woubrugge, 2869. Het werk is nog niet toegewezen. Roelof-Arendsveon. Ons corp verheugt zich in een stee.'a toenemende verfraaiing, wel een bewys, dat hot in bloei vooruitgaat. De nieuwe ryweg, van het Noorden naar de R.-K. kerk loopend, xal nog worden doorge trokken naar het Zuiden en nadert reeds zyn voltooiing. Een tweede veranleriog is, dat bet armhuis is afgebroken, en op dat terrein een keurige dokterswoning wordt gebouwd. Inderdaad, onze gemeente biedteenschooaon aanblik. Vooral wordt de bewondering gewekt door het R.-K. kerkgebouw, dat te danken is aan u> „Deze dingen staan niet op onze agenda," Bprak hy met goed gespeelde kalmte. „Ik stel voor, tot onze lovende beelden terug te keeren. De heer Zöllner zal wel zoo vriendeiyk willen E\jn, ons verder te onderrichten over hetgeen wy te doen hebben." Het tooneel tusschen Dora en Arthur had do stemming der aanwezigen merkeiyk neer geslagen. Vlug en glad ging de rolverdeeling 'van de hand, en ook de eerste repetitie in liet plaatsen verliep zonder onnoodige tyd- ^orspilling. Da schilder kreeg weer frisschen Tnoed voor zyn mositevollen arbeid. Met spanning sloeg men Blank en Dora gade. Zal zy rouwmoedig op hem toetreden, zooals zy steeds placht te doen, wanneer zy hem erg geprikkeld had? En hoe zal hy het opnemen? Dat waren de vragen, die allen onledig hielden, terwyl zü zich door den schilder ge duldig heen en weer liet schuiven. Maar die twee letten in 't geheel niet op elkander. Met geen blik. Zy bewogen zich oaast elkaar alsof zy volkomen vreemd voor elkander waren. Zöllners mededeeling, dat de repetitie was afgeloopen, werd algemeen met een gevoel van verlossing uit een alleronaangenaamsteD toestand ontvangen. Niemand maakte een beweging om nog te blyvea: men drong elkaar formeel naar buiten. In de kleedkamer wendde Arthur zich tot Geyer: „Ik zal aan die beelden geen deel nemen. Gy zult wel zoo good zyn, mejuffrouw Guttenberg daarvan in kennis te stellen." Geyer zette een verwonderd gezicht. „Om die reden?" vroeg hy. „Ja, om die reden. Dat gy u daarover verwondert, is juist iets van u." „Het spyt me zeer, dat ik in zekeren zin de aanleiding Arthur viel hem in de rede. „Spaar u elke verontschuldiging l Wat geschied is, heeft zoo moeton zyn. Gy moest babbelen on ik ben daarover niet boos op u. Integendeel. Ik ge loof, dat go my een grooten dienst bewezen hebt." Met een onbegrypeiyk gezicht staarde Geyer hem aan. Opeens hoorde men Dora's stem, die van do gang naar binnen riep: „Mynheer Geyer, heeft u nog tyd voor een paar woordjes De geroepene vloog. Met een bitteren glimlach zag Arthur hem na. „Waarom ook niet?" mompelde hy by het heengaan. „Dat is juist iets van haarl" XI. De oppervlakkige waarnemer zou by de Marbachs niets veranderd gevonden hebben. Evenals tot dusverre gaf Hélène haar lessen, als altyd kwam Gustaaf, wanneer hy tyd had, 's avonds binnen en hield den arbeidenden dames gezelschap. Op den morgen na zyn verloving had hy in de vreugde zyns harten de groote gebeur tenis aan eenige kennissen medegedeeld. Later echter zag hy er tegon op, de zaak terstond publiek te maken. Pas had hy zyn aanstelling gekregen en was hy by iedereen in den mond, en zou hy nu reeds weer zyn persoon op den voorgrond dringen? Dat zou er uitgezien hebben als pochery. Ea die stond hem tegen als de dood. EeDige weken moesten er in elk geval verloopen, meende hy, vóór hy zyn geluk aan de wereld verkondigde. Hélène kon zich daarmee zeer goed vereenigeD. Zy kreeg tyd om er aan te ge wennen, dat zy verloofd was; zy kon leeren een gelukkige bruid te scbynen. Dan, ja dan zou zy sterk genoog zyn, om aan den storm loop van gelukwen8chenden met goed gezicht het hoofd te bieden sterk genoeg, om ook Arthurs felicitatie met bedaardheid te gemoet te zien. O, wat was zy bevreesd voor datoogenblik! Terwyl de tyd verstroek, leerde Hélène dan ook de voortreffeiyke eigenschappen van haar verloofde hoe langer hoe moer gerech tigheid te laten wedervaren; aan don anderen kant echter ontdekte zy in zyn uitwendige persoonlykheid hoe langer hoe meer wat haar mishaagde. Hoe weinig uitdrukking er in zyn gelaatstrekken lag, zelfs by een levendig gesprek, dat was haar vroeger nooit zoo in hot oog gevallen. Zyn houding was nalatig, zyn bewegingen waren hoekig. Daarbjj lieten zyn maatschappeiyke vormen veel te wen- schen over. Gustaaf beging allerlei misgrepen tegen de in goede kringen gobruikeiyke wyze van optredeu. Eenmaal op deze dingen op merkzaam gewordeD, vond Hélène steeds iets nieuws, dat 'haar oen pynlyke onbohaagiyk- heid veroorzaakte. In plaats van zich, gtlyk zy gehoopt bad, allengs tot hem aangetrokken to voelen, verwyderde zy zich innerlyk nog slechts te meer van hem en moest zich be kennen, dat zy door haar wanhopigen stap van Scylla in Charybdis vervallen was. Volop in dezen toestand ontving zy een brief van Arthur, dien de postbode baar op zekeren morgen, toen zy uitging, vóór de huisdeur overhandigde. Zy kende het schrift niet, maar zy bespeurde aan het kloppen van heur hart, wie de afzender was. Den gan8Chon voormiddag droeg zy den brief ongeopend met zich rond; zulk slecht onder richt, als op dien morgeo, had zy nog nooit gegeven. Eerst toen zy tegen den middag thuisgekomen was, en zich in haar slaapkamer had opgesloten, verbrak, zy mot sidderende handen het couvert. Zy las: „Hooggeachte Mejuffrouw l Daags na onze laatste ontmoeting gewerd my de tyding, dat gy met myn neef Werner verloofd waart. Ongeloovig nam ik ze op; my moest ze in de hoogste mate onwaar- schyniyk voorkomen. En inderdaad, tot op dit oogonblik is voor my de bevestiging daar van uitgebleven. Toch word ik sinds dien tyd door een kwellende onrust gefolterd. Telkens houdt myn verbeelding my de moge lijkheid voor oogen, dat gy, in een noodlottige dwaling bevangoD, aan valsche verhoudingen een verkeerden uitleg gevend, een stap kondot gedaan bobben, die u voor my onbereikbaar maakt. Ik verzoek u dringend, lieve juffrouw, my gerust te stellen. Zeg my slechts, aai gy nog meester over uw lot zyt verder niets! Dan zou ik verlicht opademen en met vurig verlangen het oogenblik verboideD, waarin het my vergund zal zyn, my tegen over u uit te spreken. Uw eeuwig toegenegen Arthur Blank." Hélène wierp zich over haar bed en drukto het gezicht in de kussens, om hot niet uit te schreeuwen van smart. „Noodlottige dwaling verkeordo uitleg van valsche verhoudingen I" Deze woorden hadden haar getroffen als een zwaard. Zy had slechts behoeven te wach ten en alles waro anders geworden. Lang lag Hélène zoo, niet by machte zich op te heffen. Daar bewoog zich de knop dof deur, er werd geklopt, en zy hoorde de stom harer moedor: Hélène 1" Doch eerst na een tweevoudige herhaling van haar naam kon zy er toe komen open te doen. Van te voreD echter verborg zy Arthurs brief in haar zak. Mevrouw Marbach zag terstond, dat haar kind nieuw leed was overkomen. Zy breidde haar armen uit. „Dat arme hartje, laat mon dat nog altyd niet tot rust geraken Na een korte aarzeling wierp Hélène zich aan do borst harer moeder. „Ik kan het niet meer alleen dragen", steunde zy. {Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 1