N°. 11974 feze gourant wordt dagelijks, met uitzondering van rZon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. DE NEVEN. Dinsdag; 7 Maart. A°. 1899 LEIDSCH PRIJS DEZER COTTR&HTs Voor Lelden per 8 maanden f l.ttt Franco per posl 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRUS DEB ADVERTENTEÊN VaD l regels t 1 06. lodero regel meer f 0.17 J. - Gfootere letters naar plaatsruimte - Voor het Incasseer en bulten de stad wordt f 0.05 berekend Tweede Blad. KOLONIËN. BATAVIA, 17 Fe ruari. (Nederlandscho mail.) Het „Bat. Nblad" meldt: Tijdens de af wezigheid van pastoor Veroraak, die wegens gewichtige redenen met twee maanden verlof naar Java vertrok, zal de eerw. heer J. J. Hoevenaars, onderpastoor te Padang, tijdelijk dienst do»n als pastoor voor het gouvernement Atjeh en Onderhoorlgheden. Wat zal het vertrek van pastoor Verbraak van Atjeh een leegte achterlaten. Deze achtenswaardige geestelijke heeft in veel jaren het terrein des oorlogs niet ver iaten en is in eiken kring even gezien. Gelukkig, dat by slechts tijdelijk heengaat en dat het zjjn vaste voornemen is, om na herstel weder naar zjjn post terug te keeren. Atjeh zonder pastoor Verbraak is een byna ondenkbare zaak. De overste der artillerie J. H. Gaade, te Semarang, is voornemens in de maand Augustus van dit jaar zijn pensioen te vragen. TJj iens den afval van Toekoe Oetnar was luitenant kolonel Gaade gewestelijk artillerie- comman rant van Atjeh en Onderboorigheden en in oie mo ilyke omstandigheden heeft by zich tijzonder onderscheiden noor zyn kranig en beleidvol optreden. De Regeering erkende dit ten volle door hem ter zake hiervan te benoemen tot Ridder in de ordo van den Nederlandschen Leeuw. Zyn aanstaand heen gaan beschouwen wy als een verlies voor het leger. (B. N.) By het aftreden van den heer Nubout d. Veen, als eerataanwezen j ingenieur, word hem door het personeel een fraai souve nir, bestaande uit een prachtig theeservies, met een toopasseiyk woord by monde van een der ingenieurs aaDgeboien. Spreker liet vooral uitkomen hoe de heer N. v. d. V., gedurende de jaren, dat hy hier in die betrekking in functie was, zich door zyn humaan en rechtschapen optreden tegenover zyn ondergeschikten aller achting had weten te verwerven. Te Soerabaia is plotseling overleden de heer Verceek, sinds veel jaren hoofdboek- houder by de Ned.-Ind. Handelsbank. Hy werd dood in zyn bed gevonden; men schrijft het overlyden toe aan een hartkwaal. Aan dea heer E. Dane, mijningenieur, en aan den heer C. M. Pleyte Wzn. is onaer de gebruikelijke voorwaarden voor den tyd van zes maanden vergunning verleend tot reizen In Neaerlandschlndië. ATJEH. Blykens door de „Java-Courant" uit Atjeh ontvangen telegrammen vertrok de civiele en militaire gouverneur van Atjeh en Onder- hoorigheden den 3den Februari naar de Westkust. De colonne van Kroeng Sabil patrouil leerde van uit de bivaks te Sawang en te Goenoeng MantjaDg, terwyi een colonne van Melaboeh, bestaande uit het 6de bataljon en vier brigades marechaussee, den 4den zou oprukken naar Lajoen, in Boven Boeboen. De marine werd den 2den licht beschoten by een verkenning van de monding der Eoa- boenrivier. De colonne-Van der Dussen rukte den 3 Jen op tot Tjot Seumareun en den volgenden dag tot Laikeuon; zy ondervond weerstand by Koeta Tjot Wanei en by Laikeuen en verdreef den vijand, die drie doodon achter liet; onzerzijds sneuvelde een inlandsch marechaussee; gewond werden levensgevaar lijk éón en niet levensgevaarlijk vyf inland- sche mindere militairen, terwyl de 1ste luite nant der infanterie P. H. Van der Linde oen schampschot bekwam. Den Cden zou voortgerukt worden naar Laloeng, terwyl naar Tjot Seumarcun voor 14 dagen vivres opgevoerd zyn. By een verkenning door een compagnie van het 14de bataljon werd de ingang dor kloof by Beniet in den weg naar Tamseh sterk bezet er versperd bevonden; in bet daarop volgende vuurgevecht sneuvelde een iolandsch minder militair, terwyl gewond werden: levensgev .ariyk éón en niet levens gevaarlijk vyf inlandsche minoero militairen. De proef, ia Atjeh genomen, met het aan- wyzen van een post, oie in het gewest zelf als herstellingsoord kan dienen, zal door meerdere in andere deelen van den archipel gevolgd worden. Men hoopt daardoor belangrijke sommen aan passagekosten te besparen, de verplaat singen te beperken en vooral te gemoet te kom-jn aan het gebrek aan verpleegruimte, ontstaan door de buitenwerkingetelling van de gezondheids établissementen te Soekaboemi en Sindanglaia. Door velen wordt deze laatste maatregel een ondoordachte handeling genoemd. Regen en hoog water. De resident van Bantam bericht in de „Jav.-Ct.", dat oe hevige en langdurige regens, seaert de eerste dagen van dit jaar gevallen, een ongekend hoogen stand van het water in de Tjioedjoïng-rivier veroorzaakten. Langs het niet bedykte hoogere gedeelte der rivier werden in de af delingen Pandeg- tang en Serang tal van dessa's en sawabs aan beide oevers onder water gezet, waar oor alleen op het particuliere land Tjikundi Oe -ik pl. min. 1000 bouws jonge paoi aanplant als vernield kan worden beschouwd. Eloers was de schade niot zoo aaDzieDlyk. Ook langs het bedykte lagere gedeelte in de afdeeling Serang was men niet voor schade gevrywaard. Den 6den Jan. jl. brak do rechterdyk van de Tjioeojoeng op verschillende plaatsen naby Pemalang en Pont^ng door, den lOden d. a. v. naby Ketas-ilir, meer bovenwaarts gelegen. Deze doorbraken leidden het water van den linkeroever af, waardoor de dijk, die de districten Onderandir en Tjiroaaa beschermt, gospaard bleef. Wel liep het water op ver scheidene plaatsen over dien dyk heen, maar ste d8 werden dadelijk de nooiige voorzie ningen getroffen ter voorkoming van een dykfTeuk. De doorbraken van den rechteroaverdfik brachten voornamelijk schade teweeg op het particuliere land Tjikandi ilir, alwaar een 16 tal dessa's en plm. 2000 bouws sawahs werden overstroomd. Voor een deel zocht dit water een uitweg door het district Tanara, waar het de lage velden van 11 dessa's overstroomde met plm. 800 bouws sawabs. Ook bier had men reeds grootendeels geplant en is het gewas als ver loren te beschouwtn. Veel kampongs stonden op 16 Jan. in het be sproken gebied nog geheel onder water, maar de schade, daardoor aangericht, is onbelangryk in vergelijking met die, aan dt n jongen padi-aan- plant toegebracht, welke zoo goed als geheel vernield is. Zoodra het water afgeloopen was, zou met de heroeplanting een aanvang worden gemaakt. Ook in de afdeeling Tjaringin zyn coor de aanhoudende regens eeaige rivieren buiten haar oevers getreden, ten gevolge waarvan een padi- aanplant van totaal 279 bouws over^troorao is. Aang-zien het water ree.s geruimen tyd op de velden stond, kon het gewas eveneens als mislukt worden beschouwd. Een nader bericht van den ResUent meldt, dat sedert de bandjirs in de Tjio^djoeng rivhr onafgebroken hebben aangehouden en dat ook langs de Tji oerian ten gevolge van de buiten gewoon liooge waterstanden dykrreuken hebben plaats gehad, waardoor het Noordelijke gedeelte van het particuli re lani Tjikandi-ilir nog meer overlast van water heeft gekregen, besloten als het ligt tusschen de beide genoemde rivieren. Ook in het district Tanara nam ten gevolge van die overstroomingen op het genoemde land de overlast van water toe, zoodat thans ongeveer de halve uitgestrektheid der sawahs van dat district, 2000 bouws, alle met jonge padi boplant, overstroomd zyn en het gewas als verloren is te beschouwen. De bevolking kon echter in de dessa's biy ven behalve in een paar zeer laag gelegen dorpen maar bracht haar vea naar de niet overstroomde gedeelten van het district. De schade aan wegen en bruggen kan eerst later worden opgenomen. Vao den Resident van Cheribon is het bericht ontvangen, dat ia de afdeeling KoeniDgan door buitengowoon zwaro regens in den namiddag van 3 tot en met 5 Januari, de Tjisanggaroeng, Tjilengsir, Tjihawi en Tjipe- dak buiten haar oevors zyn getreden, ten gevolge waarvan eenige dyken, bruggen en heerondienstwegen in het district Kadoegodé beschadigd werden en de dessabrug over d® Tjilengsir geheel werd weggeslagen, terwyl voorts de padi-aanplant van 16 bouws In ge noemd district overstroomd en vernield werd. Door don Gouverneur-Generaal van Ncd.-Indië zijn de volgende beschikkingen genomen: CIVIEL DEPARTEMENT. Belast: Bij do Boogero Burgerschool te Semarang, met de waar neming der betrekking van leoraar in de Nederlandsche taal on haar letterkunde, J. Stigter, thans waarnemend tijdelijk leeraar in de Nederlandsche en Engelsche talen en haar letter kunde aan genoomde inrichting: de wiskunde, M. J. Meyer, thans waarnemend tijdelijk leeraar in de wiskunde en de geschiedenis aan genoemde inrichting met bepaling, dat deze beschikking gerekend wordt te zijn ingegaan in Januari 18j9. Bij den dienst van het grondpeilwezen. Overgeplaatst: Van Tangerang (Batavia) naar Laboean Deli (Oostkust van Sumatra), de boormeester 2de klasse J. J. A. Bronsgeest. Benoemd: Tot boormeester 2de klasse H. L. E. Van der Brugh, laatstelijk dio botrekkiDg be kleed hebbende, thans belast met de waarneming der betrekking van tijdelijk boormeester. Bij het openb. lagor ond. voor Europeanen. Overgeplaatst: Van de 2de school to Gombong Bagelen naar do school te Tjilatjap (Banjoemas), de hulponderwijzeres E. Cb. Bóttger; met ingang van 5 Maurt 1899, van de school te Blitar Kediri; naar de lsto school te Menado, als lste onderwijzer, de onderwijzer der 2de klasse C. Verheul. Benoemd: Tot hulpondorwijzeres, mejuffrouw J. J- Ankringa, onderwijzeres op non-activiteit, laatstelijk die betrekking bekleed hebbende. Overgeplaatst^ Van de 3do school te Soerakaria naar de school to Ternato, de ouder wijzer der 3de klasse E. F. Moordink. Geplaatst: Aan de 3de school te Soerakarta, de herbenoemde hulponderwijzercs J. J. Ankringa. Bij den waterstaat en 's lands B.O.W. Geplaatst: Bij den gewestelijken dienst in de res. Soerabaia do opz. lste kl. VV. F. E. Do Jongh en zulks met introkking zijner ter-beschik kingstelling aan den resident van dat gewest voor het onderhoud en de herstelling der werken en gebouwen van het marine-établissement to Soerabaia. Gesteld: Ter beschikking van den resident van Soerabaia, ten einde te worden belast met bet onderhoud en do herstelling vd., de opz. lste kl. P. Koot. Overgeplaatst: Van de res. Cheribon naar de res Soerabaia de opz. lste kl. J. F. L. N. Fransz. van de res. Pekalougan naar de res. Tegal de opz. 3de kl. A. R. Bloom hard; van de res. Tegal naar de res. Pekalongan do opz. lete kl. C. Van der Voort. van Rembang naar Ambarawa de opz. lste kl. C. F. Smith. DEPARTEMENT VAN OORLOG. Verlengd: Met een maand het hun verleend verlof wegens ziekte naar Prigen, aan den magazijnmeestor lste klasse (kapitein) aer militaire administratie, goëvacueerd van Atjeh naar Batavia, A. D. Do Bergh; naar Lawang, aan den lstcn luit. der inf. bij het lste reserve-bataljon EL C. Stoelman. Met ingang van 31 Januari 1899, op non-activiteit gesteld, de kapitein der^ inf., van verlof uit Neder land teruggekeerd, E. Kruef. Overgeplaatst: Bij de troepenmacht in Atjeh t. n. i. en zulks met intrekking zijner over plaatsing bij het 2de bataljon, de lste luit. bij de garnizoeos-compagnie van Riouw jhr. J. Sandberg; by het dep. van oorlog VI afdeeling (scheikundig Laboratorium) te Weltevreden, de dirigeorend apotheker 2de kl. te Kotta-Radja, B. Frijhnk; van Semarang naar Atjeh, de mil. apotheker lete kl. A. F. Do Wolff; van Salatiga naar SemaraDg. de mil. apotheker lste kl. W. H. Ottow; van Semarang naar Salatiga, de mil. apotheker 2de kl. A. Van Mcerten; van Batavia naar Palembang als gewestelijke intendant, de kapitem-intendaut M. D. Van Vuuren. Geplaatst: Bij aankomst in Indië, te Sema rang, de mil. apotheker 2de kl., bestemd voor den dienst hier te lande, W. G. A. Warnier. By het wapen der genie: Benoemd: Tot mil. opzichter der genie lste kl., de opzichter 2do kl. VV. J. Van Ommeren; tot mil. apotheker 2de kl., de opzichter 3de kl. H. Van Krainingen; tot mil. opzichter 3do kl. en geplaatst te Kotta- Radja, do sergeant-majoor werkman J. Francois. Gremen^d Nieuws. By een vechtpartyteNisse(by Goes) ia zekere v. d. G. levensgevaarlijk ge wond peworden. De dader, v. L. genaamd, werd gearresteerd. Men deelt ons mede, dat van 24 tot en met 27 Juni te Apeldoorn nationale kegelwedatryden zullen worden gehouden, bestaan Je in corps-, personeels en vrye-baan- weostry jen in e n speciaal daarvoor ingericht gebouw, met tien nieuw aan te leggen banen, waarvoor reeds verschillende gouden, verguld- zilveren en zilveren medailles coor corporation en particulieren zyn toegezegd. Ztker zal cit bericht veel liefhebbers van deze sport aan moedigen op die dagen een kykje te gaan nemen in het om zyn schoone ligging alge meen in den lande bekende Apeldoorn, mtt het daaraan onmiddeliyk grenzend Koninklijk Paleis Het Loo en zyn prachtige boschryko omgoviDg. Op den dyk by Nieuwendam verliet een vrouw Zaterdagavon j te 9.15 min. de tram na r Edam, terwyl de wagen nog in beweging was. Zy viel en geraakte op cie rails. De wagen, die 07er haar heenging, ontspoorde. Do vrouw werd gedragen naar bet café in de onmiddellijke nabijheid en gaf daar den geest. De conducteur heeft gedaan wat by kon om te helpen. Volgens „Le Vólo" is Jaap Eden met trainen begonnen; hy zal echter spoedig Parijs verlaten, daar hy geëngageerd is door oen Hollandsch huis. Hy zal voornameiyk gedurende het aanstaande seizoen in Holland r(j :en en zich zoo min mogelijk te Parys laten zien. Uit Duitschland werden voor eenige dagen grondstoffen voor de emailnerel- ding van pannen aangeboden, tegen welker gebruik de heeren dr. Van Hamel Roos en Harmens in hun „Maandblad tegen Verval- schingen" ernstig waarschuwen. Het bleek hun nl. by chemisch onderzoek van een stof, genaamd kryolieth (een dubbel-ver- biQding van fluooraluminium en fluoornatrium), dat deze ze.r sterk verontreinigd was door het zoo zwaar vergiftige arsenicum, terwyl een ander materiaal, vloeispaath nl., eveneens zeer veel gebruikt voor «mailbereiding, koper verbindingen bevatte. De ,Moravia", ran de Hamburg- Amorika lyn, was in een vreeselyken storm op weg naar Amerika. Vyf van de acht booten waren ia het noodweer weggeslagen, en het gebeele dok was weggespoeld. De tweede officier, die de wacht had op 12 Februari, zag het licht van den vuurtoren van Sable- eiland aan voor dat van oen visschersboot. Hy rapporteerde het licht niet en de ramp volgde spoedig daarop. Een gedeelte der be- manning bracht een dag ia een boot coor, eer zy aan land kon komen. Do tweede officier, die ernstig gewond was by den stoot, stierf van uitputting; passagiers en equipage brachten bange uren door. De stoomboot „Aberdeen", door de regeoring uitgezonden om naar het wrak te zoeken, tracht allen naar Halifax, waar zy Vrydag aankwamen. 12) Tevergeefs was zy uit zyn weg gebleven, om hem niet weer te ontmoeten; vruchteloos had zy beproefd hem te vergeten. Slechte zyn stem behoefde zy weer te hoorsD, en haar geheels wezen goraakto in oproer. En toch moest zy dien hartstocht ovornloncn, om er niet door ten onder te gaan. Het rytuig stond reeds atil, toen Hélène nog lang niet aan het doel meende te zyn. Zy etapte uit en opende met haar sleutel bet huis. In de woonkamer ging het levendig toe; zy onderscheidde Werners stem. Luis terend bleet zy staan. Nu hoorde zy binnen het klinken van glazen. Wat beteekende dat toch? Werd misschien de verjaardag van den huievriend gevierd? Daarvan had zy toch iets moeten weten. Nieuwsgierig geworden, trad zy binnen. ,Komt ge eindeiyk?" riep mevrouw Marbach haar te gemoet. ,Wy hebben een klein feestje op touw gezet. Verbeeld je: mynheer Werner heeft den directeurspost gekregen. Zooeven heeft Cato een kleine speech geboudeD en wy hebben mynheer den directeur „lang laten leven," Hier ie ook een glas voor ui" Hélèno ging op Gnstaaf toe en reikte hem de Land. .Vooreerst feliciteer ik u. Van harte, mynheer Werner. Het is een triomf voor u, dat gjj het zoo ver gebracht hebt. Uit eigen kracht! Thans begin ik te begrypen, wat dat zeggen wil. En nu wil ik met u aanstooten." Gustaaf zag haar in de oogen; zijn glas trilde. „Ik dank u, juffrouw Hélène. Nog ben ik niet geheel en al aan het doel, dat my in stonden vol stoute verwachting voor oogen heeft gezweefd. Op dit oogoublik echter waag ik bet, aan elk geluk te gelooven." Er ontstond een verlegen pauze. Mevrouw Marbach herstelde zich het eerst. „Speel ons een stukje op de piano, Hélène I" verzocht zy, het stoeltje recht schuivend. „Een felicitatie zonder zang en muziek is geeu echte felicitatie." Hélèno zat aan het instrument, zonder recht te weten, hoe zy er gekomen was. Zy had eensklaps begrepen, wat zich langzaam had voorbereid, terwyl haar gedachten daar buiten ronddoolden. Werner beminde baar. Hy had zyn verklaring uitgesteld tot hy haar een voldoend bestaan aan zyn zyde kon aan bieden. Nu was dat oogonblik gekomen Terwyl zy aan het klavier bleef zitten, phantaseerde zy over bet motief van bet „Hy leve lang!" alleoD, om zich nog een korte poos vóór bet aanzoek te redden, dat haar te wachten stond. Koortsachtig vlogen haar vingers over de toetsen; met haar geheels ziel scheen zy by do zaak te zyn. Toch luisterde zy te gelyk wantrouwend achter zich iD de kamer; het was er opeens zoo verdacht stil geworden. Daar vernam zy dicht by baar oor haar naam. Zy besliste by zichzelve, dat zy niets behoefde gehoord te hebben, en raasde voort. Na eenige seconden hoorde zy weder: „Hélèoel" Ditmaal duidelijker, dringender, smeekender. Haar spel eindigend, boog zy haar gezicht op de toetsen neer. Den vriend, wien haar moeder en zusters al te bereidvaardig het veld hadden vry gegeven, moest zy wel laten spreken. Nu of later - het was immers toch hetzelfde „Reeds in beeltenis heb ik n liefgekregen, Hélèno. En sinds gy hier zyt, hebt gy een steeds grooterd plaats in myn hart ingenomen. Ik zou u gaarne zoo gelukkig willen maken als innige liefde vermag. Vertrouw u aan my toe, voor het isven, lieve Hélène. Gy kent my genoeg, om te weten, wat u aan myn zyde wacht. Ik kan myn gevoelens niet in hoogdravende woorden blootleggen; maar wat ik beken, meen ik, en wat ik beloof, houd ik. Zooveel mag ik vau myzelven wel zeggen. Een leven in den schoot der rykdommon bied ik u niet aan, maar wel een gewisse bevre diging van alie verstandige wenscben. Hélène, lieve Hélène, wilt gy het met my wagen?" Dat klonk zoo eenvoudig, zoo goed, zoo eerlyk; Hélène kon een zekere ontroering niet bedwiDgen, toen Gustaaf, met bewogen stem, meermalen haperend, dit lang te voren be dacht aanzoek uitbracht. Zeker: do liefde van dezeu man waa een onvergankelyke schat, oen vertrouwbare eteun in allen nood, een vriendelyk licht ten allen tyde. Een inwendige etem drong aan: Neem de hand, die u wordt aangeboden, en ge verkrygt rust. Zoo ge u ginds voor altyd wilt los maken, bind u dan hierl Plaats een heilige gelofte tuaschen hem, die voor u onbereikbaar is, en uw dwaas, begeerig hart. Slechts zóó geraakt ge tot den vredo, slechte zóó ontkomt ge aan de verterende py'n van een oDleech- baar verlangen. Langzaam wendde HOlène zich om en zag den geduldig wachtenden man vol in het gelaat. Zóó dus zag hy er uit, degene, met wien zy zich verbinden moest, levenslang 1 Het wae haar, of zy thans voor de eerste maal die niet zeer bevallige gelaatstrekken aan schouwde. Een lichte rilling overviel haar. Maar zy overwon zo. Als een dwang lag iets op baar. Verdrinkend worstelde zy met de golven; hier wenkte redding. ,Ik wil u niet bodriegeD, mynheer Werner," sprak zy tameiyk vast. „Wat ik voor u gevoel, ia minder dan gy, ala beantwoording van uw door my zoo onverdiende genegenheid, gerech tigd zyt te verwachten. Maar zoo lief zyt gy my tocb, dat ik het niet over myo hart kan verkrygen, u iets te weigeren. Als myn bezit het laatste doel ie, dat u voor uw geluk nog rest te bereiken, hedeu zal geen wenscb u onvervuld biy von. Alleen, heb geduld met my, zoo ik my niet terstond in onze nieuwe ver houding zou kunnen verplaatsen. Mettertyd hoop ik voor u te worden, wat ik wezen moet om uwer waardig te zyn." Het was slechte een zeer gekunstelde toe stemming, die Hélène van zich had weten te verkrygen. Maar Gustaaf begreep slechts de hoofdzaak; hy hoorde slechts bet afge beden jawoord. „O, Héièuel" etameide hij met vochtige oogen. „Het is my alsof ik droom. Hoe zal ik je danken! Daarvoor is een geheel leven noodig." Het was geschied. Onherroepelyk. Hélèn bad over haar lot beslist. En thans, nu Gustaaf haar handen iu de zyne hield, toen hy een kus op haar voorhoofd, neen, niet drukte, maar slechts ademde, het niet wagend haar lippen te zoeken, thans verplaatste zij zich in den geest weinige uren torug In den arm van den anderenTegen hem aan geviyd, beschermd door hem, vloog zy voort door den storm, de geheels wereld ver-; getend Acb, mocht zy toch bevroren liggen, daar buiten op do treden van het gedenktoeken, onder een dichte, zachte iykwade van sneeuwt Als uit de verte hoorde Hélène plotseling Gustaafs stem„Laten wy samen moeder en do zusters gaan opzoeken 1" Hélène stond op. Een andere arm werd om haar leest geelageD, en zU moest het dulden. Hy, die haar thans aan zyn borst drukte, had daar het recht toe; zy had het hem gegeven. Moeder, zusters, daar waren ze, verrassing huichelend, door eikander sprekend, tot haar, tot Gustaaf. En zy blikte van de een naar de andere en verwonderde zich over de vreugde op aller gelaatstrekken. Had dan niemand er eenig vermoeden van boe slecht geplaatst dat luide gejubel was? Wordt vervolgd.) DAGBLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 5