N°. 11974
feze gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van rZon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
DE NEVEN.
Dinsdag; 7 Maart. A°. 1899
LEIDSCH
PRIJS DEZER COTTR&HTs
Voor Lelden per 8 maanden f l.ttt
Franco per posl 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRUS DEB ADVERTENTEÊN
VaD l regels t 1 06. lodero regel meer f 0.17 J. - Gfootere
letters naar plaatsruimte - Voor het Incasseer en bulten de stad
wordt f 0.05 berekend
Tweede Blad.
KOLONIËN.
BATAVIA, 17 Fe ruari.
(Nederlandscho mail.)
Het „Bat. Nblad" meldt: Tijdens de af
wezigheid van pastoor Veroraak, die wegens
gewichtige redenen met twee maanden verlof
naar Java vertrok, zal de eerw. heer J. J.
Hoevenaars, onderpastoor te Padang, tijdelijk
dienst do»n als pastoor voor het gouvernement
Atjeh en Onderhoorlgheden.
Wat zal het vertrek van pastoor Verbraak
van Atjeh een leegte achterlaten.
Deze achtenswaardige geestelijke heeft in
veel jaren het terrein des oorlogs niet ver
iaten en is in eiken kring even gezien.
Gelukkig, dat by slechts tijdelijk heengaat
en dat het zjjn vaste voornemen is, om na
herstel weder naar zjjn post terug te keeren.
Atjeh zonder pastoor Verbraak is een byna
ondenkbare zaak.
De overste der artillerie J. H. Gaade, te
Semarang, is voornemens in de maand
Augustus van dit jaar zijn pensioen te vragen.
TJj iens den afval van Toekoe Oetnar was
luitenant kolonel Gaade gewestelijk artillerie-
comman rant van Atjeh en Onderboorigheden
en in oie mo ilyke omstandigheden heeft by
zich tijzonder onderscheiden noor zyn kranig
en beleidvol optreden. De Regeering erkende
dit ten volle door hem ter zake hiervan te
benoemen tot Ridder in de ordo van den
Nederlandschen Leeuw. Zyn aanstaand heen
gaan beschouwen wy als een verlies voor het
leger. (B. N.)
By het aftreden van den heer Nubout
d. Veen, als eerataanwezen j ingenieur,
word hem door het personeel een fraai souve
nir, bestaande uit een prachtig theeservies,
met een toopasseiyk woord by monde van
een der ingenieurs aaDgeboien.
Spreker liet vooral uitkomen hoe de heer
N. v. d. V., gedurende de jaren, dat hy
hier in die betrekking in functie was, zich
door zyn humaan en rechtschapen optreden
tegenover zyn ondergeschikten aller achting
had weten te verwerven.
Te Soerabaia is plotseling overleden de
heer Verceek, sinds veel jaren hoofdboek-
houder by de Ned.-Ind. Handelsbank. Hy werd
dood in zyn bed gevonden; men schrijft het
overlyden toe aan een hartkwaal.
Aan dea heer E. Dane, mijningenieur, en
aan den heer C. M. Pleyte Wzn. is onaer de
gebruikelijke voorwaarden voor den tyd van
zes maanden vergunning verleend tot reizen
In Neaerlandschlndië.
ATJEH.
Blykens door de „Java-Courant" uit Atjeh
ontvangen telegrammen vertrok de civiele en
militaire gouverneur van Atjeh en Onder-
hoorigheden den 3den Februari naar de
Westkust.
De colonne van Kroeng Sabil patrouil
leerde van uit de bivaks te Sawang en te
Goenoeng MantjaDg, terwyi een colonne van
Melaboeh, bestaande uit het 6de bataljon en
vier brigades marechaussee, den 4den zou
oprukken naar Lajoen, in Boven Boeboen.
De marine werd den 2den licht beschoten
by een verkenning van de monding der Eoa-
boenrivier.
De colonne-Van der Dussen rukte den 3 Jen
op tot Tjot Seumareun en den volgenden
dag tot Laikeuon; zy ondervond weerstand
by Koeta Tjot Wanei en by Laikeuen en
verdreef den vijand, die drie doodon achter
liet; onzerzijds sneuvelde een inlandsch
marechaussee; gewond werden levensgevaar
lijk éón en niet levensgevaarlijk vyf inland-
sche mindere militairen, terwyl de 1ste luite
nant der infanterie P. H. Van der Linde
oen schampschot bekwam. Den Cden zou
voortgerukt worden naar Laloeng, terwyl
naar Tjot Seumarcun voor 14 dagen vivres
opgevoerd zyn.
By een verkenning door een compagnie
van het 14de bataljon werd de ingang dor
kloof by Beniet in den weg naar Tamseh
sterk bezet er versperd bevonden; in bet
daarop volgende vuurgevecht sneuvelde een
iolandsch minder militair, terwyl gewond
werden: levensgev .ariyk éón en niet levens
gevaarlijk vyf inlandsche minoero militairen.
De proef, ia Atjeh genomen, met het aan-
wyzen van een post, oie in het gewest zelf
als herstellingsoord kan dienen, zal door
meerdere in andere deelen van den archipel
gevolgd worden.
Men hoopt daardoor belangrijke sommen
aan passagekosten te besparen, de verplaat
singen te beperken en vooral te gemoet te
kom-jn aan het gebrek aan verpleegruimte,
ontstaan door de buitenwerkingetelling van
de gezondheids établissementen te Soekaboemi
en Sindanglaia.
Door velen wordt deze laatste maatregel
een ondoordachte handeling genoemd.
Regen en hoog water.
De resident van Bantam bericht in de
„Jav.-Ct.", dat oe hevige en langdurige regens,
seaert de eerste dagen van dit jaar gevallen,
een ongekend hoogen stand van het water
in de Tjioedjoïng-rivier veroorzaakten.
Langs het niet bedykte hoogere gedeelte
der rivier werden in de af delingen Pandeg-
tang en Serang tal van dessa's en sawabs
aan beide oevers onder water gezet, waar oor
alleen op het particuliere land Tjikundi Oe -ik
pl. min. 1000 bouws jonge paoi aanplant als
vernield kan worden beschouwd. Eloers was
de schade niot zoo aaDzieDlyk.
Ook langs het bedykte lagere gedeelte in
de afdeeling Serang was men niet voor schade
gevrywaard.
Den 6den Jan. jl. brak do rechterdyk van
de Tjioeojoeng op verschillende plaatsen naby
Pemalang en Pont^ng door, den lOden d. a. v.
naby Ketas-ilir, meer bovenwaarts gelegen.
Deze doorbraken leidden het water van
den linkeroever af, waardoor de dijk, die de
districten Onderandir en Tjiroaaa beschermt,
gospaard bleef. Wel liep het water op ver
scheidene plaatsen over dien dyk heen, maar
ste d8 werden dadelijk de nooiige voorzie
ningen getroffen ter voorkoming van een
dykfTeuk.
De doorbraken van den rechteroaverdfik
brachten voornamelijk schade teweeg op het
particuliere land Tjikandi ilir, alwaar een 16 tal
dessa's en plm. 2000 bouws sawahs werden
overstroomd. Voor een deel zocht dit water een
uitweg door het district Tanara, waar het de
lage velden van 11 dessa's overstroomde met
plm. 800 bouws sawabs. Ook bier had men reeds
grootendeels geplant en is het gewas als ver
loren te beschouwtn.
Veel kampongs stonden op 16 Jan. in het be
sproken gebied nog geheel onder water, maar
de schade, daardoor aangericht, is onbelangryk
in vergelijking met die, aan dt n jongen padi-aan-
plant toegebracht, welke zoo goed als geheel
vernield is.
Zoodra het water afgeloopen was, zou met de
heroeplanting een aanvang worden gemaakt.
Ook in de afdeeling Tjaringin zyn coor de
aanhoudende regens eeaige rivieren buiten haar
oevers getreden, ten gevolge waarvan een padi-
aanplant van totaal 279 bouws over^troorao is.
Aang-zien het water ree.s geruimen tyd op
de velden stond, kon het gewas eveneens als
mislukt worden beschouwd.
Een nader bericht van den ResUent meldt,
dat sedert de bandjirs in de Tjio^djoeng rivhr
onafgebroken hebben aangehouden en dat ook
langs de Tji oerian ten gevolge van de buiten
gewoon liooge waterstanden dykrreuken
hebben plaats gehad, waardoor het Noordelijke
gedeelte van het particuli re lani Tjikandi-ilir
nog meer overlast van water heeft gekregen,
besloten als het ligt tusschen de beide
genoemde rivieren.
Ook in het district Tanara nam ten gevolge
van die overstroomingen op het genoemde
land de overlast van water toe, zoodat thans
ongeveer de halve uitgestrektheid der sawahs
van dat district, 2000 bouws, alle met
jonge padi boplant, overstroomd zyn en het
gewas als verloren is te beschouwen.
De bevolking kon echter in de dessa's
biy ven behalve in een paar zeer laag gelegen
dorpen maar bracht haar vea naar de niet
overstroomde gedeelten van het district.
De schade aan wegen en bruggen kan eerst
later worden opgenomen.
Vao den Resident van Cheribon is het bericht
ontvangen, dat ia de afdeeling KoeniDgan
door buitengowoon zwaro regens in den
namiddag van 3 tot en met 5 Januari, de
Tjisanggaroeng, Tjilengsir, Tjihawi en Tjipe-
dak buiten haar oevors zyn getreden, ten
gevolge waarvan eenige dyken, bruggen en
heerondienstwegen in het district Kadoegodé
beschadigd werden en de dessabrug over d®
Tjilengsir geheel werd weggeslagen, terwyl
voorts de padi-aanplant van 16 bouws In ge
noemd district overstroomd en vernield werd.
Door don Gouverneur-Generaal van Ncd.-Indië
zijn de volgende beschikkingen genomen:
CIVIEL DEPARTEMENT. Belast: Bij do
Boogero Burgerschool te Semarang, met de waar
neming der betrekking van leoraar in
de Nederlandsche taal on haar letterkunde, J.
Stigter, thans waarnemend tijdelijk leeraar in de
Nederlandsche en Engelsche talen en haar letter
kunde aan genoomde inrichting:
de wiskunde, M. J. Meyer, thans waarnemend
tijdelijk leeraar in de wiskunde en de geschiedenis
aan genoemde inrichting met bepaling, dat deze
beschikking gerekend wordt te zijn ingegaan in
Januari 18j9.
Bij den dienst van het grondpeilwezen.
Overgeplaatst: Van Tangerang (Batavia)
naar Laboean Deli (Oostkust van Sumatra), de
boormeester 2de klasse J. J. A. Bronsgeest.
Benoemd: Tot boormeester 2de klasse H. L.
E. Van der Brugh, laatstelijk dio botrekkiDg be
kleed hebbende, thans belast met de waarneming
der betrekking van tijdelijk boormeester.
Bij het openb. lagor ond. voor Europeanen.
Overgeplaatst: Van de 2de school to
Gombong Bagelen naar do school te Tjilatjap
(Banjoemas), de hulponderwijzeres E. Cb. Bóttger;
met ingang van 5 Maurt 1899, van de school te
Blitar Kediri; naar de lsto school te Menado, als
lste onderwijzer, de onderwijzer der 2de klasse
C. Verheul.
Benoemd: Tot hulpondorwijzeres, mejuffrouw
J. J- Ankringa, onderwijzeres op non-activiteit,
laatstelijk die betrekking bekleed hebbende.
Overgeplaatst^ Van de 3do school te
Soerakaria naar de school to Ternato, de ouder
wijzer der 3de klasse E. F. Moordink.
Geplaatst: Aan de 3de school te Soerakarta,
de herbenoemde hulponderwijzercs J. J. Ankringa.
Bij den waterstaat en 's lands B.O.W.
Geplaatst: Bij den gewestelijken dienst in
de res. Soerabaia do opz. lste kl. VV. F. E. Do
Jongh en zulks met introkking zijner ter-beschik
kingstelling aan den resident van dat gewest
voor het onderhoud en de herstelling der werken
en gebouwen van het marine-établissement to
Soerabaia.
Gesteld: Ter beschikking van den resident
van Soerabaia, ten einde te worden belast met
bet onderhoud en do herstelling vd., de opz. lste
kl. P. Koot.
Overgeplaatst: Van de res. Cheribon naar
de res Soerabaia de opz. lste kl. J. F. L. N. Fransz.
van de res. Pekalougan naar de res. Tegal de
opz. 3de kl. A. R. Bloom hard;
van de res. Tegal naar de res. Pekalongan do
opz. lete kl. C. Van der Voort.
van Rembang naar Ambarawa de opz. lste kl.
C. F. Smith.
DEPARTEMENT VAN OORLOG. Verlengd:
Met een maand het hun verleend verlof wegens
ziekte
naar Prigen, aan den magazijnmeestor lste klasse
(kapitein) aer militaire administratie, goëvacueerd
van Atjeh naar Batavia, A. D. Do Bergh;
naar Lawang, aan den lstcn luit. der inf. bij
het lste reserve-bataljon EL C. Stoelman.
Met ingang van 31 Januari 1899, op non-activiteit
gesteld, de kapitein der^ inf., van verlof uit Neder
land teruggekeerd, E. Kruef.
Overgeplaatst: Bij de troepenmacht in
Atjeh t. n. i. en zulks met intrekking zijner over
plaatsing bij het 2de bataljon, de lste luit. bij de
garnizoeos-compagnie van Riouw jhr. J. Sandberg;
by het dep. van oorlog VI afdeeling (scheikundig
Laboratorium) te Weltevreden, de dirigeorend
apotheker 2de kl. te Kotta-Radja, B. Frijhnk;
van Semarang naar Atjeh, de mil. apotheker
lete kl. A. F. Do Wolff;
van Salatiga naar SemaraDg. de mil. apotheker
lste kl. W. H. Ottow;
van Semarang naar Salatiga, de mil. apotheker
2de kl. A. Van Mcerten;
van Batavia naar Palembang als gewestelijke
intendant, de kapitem-intendaut M. D. Van Vuuren.
Geplaatst: Bij aankomst in Indië, te Sema
rang, de mil. apotheker 2de kl., bestemd voor den
dienst hier te lande, W. G. A. Warnier.
By het wapen der genie:
Benoemd: Tot mil. opzichter der genie
lste kl., de opzichter 2do kl. VV. J. Van Ommeren;
tot mil. apotheker 2de kl., de opzichter 3de kl.
H. Van Krainingen;
tot mil. opzichter 3do kl. en geplaatst te Kotta-
Radja, do sergeant-majoor werkman J. Francois.
Gremen^d Nieuws.
By een vechtpartyteNisse(by
Goes) ia zekere v. d. G. levensgevaarlijk ge
wond peworden. De dader, v. L. genaamd,
werd gearresteerd.
Men deelt ons mede, dat van 24
tot en met 27 Juni te Apeldoorn nationale
kegelwedatryden zullen worden gehouden,
bestaan Je in corps-, personeels en vrye-baan-
weostry jen in e n speciaal daarvoor ingericht
gebouw, met tien nieuw aan te leggen banen,
waarvoor reeds verschillende gouden, verguld-
zilveren en zilveren medailles coor corporation
en particulieren zyn toegezegd. Ztker zal cit
bericht veel liefhebbers van deze sport aan
moedigen op die dagen een kykje te gaan
nemen in het om zyn schoone ligging alge
meen in den lande bekende Apeldoorn, mtt
het daaraan onmiddeliyk grenzend Koninklijk
Paleis Het Loo en zyn prachtige boschryko
omgoviDg.
Op den dyk by Nieuwendam
verliet een vrouw Zaterdagavon j te 9.15 min.
de tram na r Edam, terwyl de wagen nog
in beweging was. Zy viel en geraakte op cie
rails. De wagen, die 07er haar heenging,
ontspoorde. Do vrouw werd gedragen naar
bet café in de onmiddellijke nabijheid en gaf
daar den geest. De conducteur heeft gedaan
wat by kon om te helpen.
Volgens „Le Vólo" is Jaap Eden
met trainen begonnen; hy zal echter spoedig
Parijs verlaten, daar hy geëngageerd is door
oen Hollandsch huis. Hy zal voornameiyk
gedurende het aanstaande seizoen in Holland
r(j :en en zich zoo min mogelijk te Parys
laten zien.
Uit Duitschland werden voor
eenige dagen grondstoffen voor de emailnerel-
ding van pannen aangeboden, tegen welker
gebruik de heeren dr. Van Hamel Roos en
Harmens in hun „Maandblad tegen Verval-
schingen" ernstig waarschuwen.
Het bleek hun nl. by chemisch onderzoek
van een stof, genaamd kryolieth (een dubbel-ver-
biQding van fluooraluminium en fluoornatrium),
dat deze ze.r sterk verontreinigd was door
het zoo zwaar vergiftige arsenicum, terwyl
een ander materiaal, vloeispaath nl., eveneens
zeer veel gebruikt voor «mailbereiding, koper
verbindingen bevatte.
De ,Moravia", ran de Hamburg-
Amorika lyn, was in een vreeselyken storm
op weg naar Amerika. Vyf van de acht booten
waren ia het noodweer weggeslagen, en het
gebeele dok was weggespoeld. De tweede
officier, die de wacht had op 12 Februari,
zag het licht van den vuurtoren van Sable-
eiland aan voor dat van oen visschersboot.
Hy rapporteerde het licht niet en de ramp
volgde spoedig daarop. Een gedeelte der be-
manning bracht een dag ia een boot coor,
eer zy aan land kon komen. Do tweede
officier, die ernstig gewond was by den stoot,
stierf van uitputting; passagiers en equipage
brachten bange uren door. De stoomboot
„Aberdeen", door de regeoring uitgezonden om
naar het wrak te zoeken, tracht allen naar
Halifax, waar zy Vrydag aankwamen.
12)
Tevergeefs was zy uit zyn weg gebleven,
om hem niet weer te ontmoeten; vruchteloos
had zy beproefd hem te vergeten. Slechte zyn
stem behoefde zy weer te hoorsD, en haar
geheels wezen goraakto in oproer. En toch
moest zy dien hartstocht ovornloncn, om er
niet door ten onder te gaan.
Het rytuig stond reeds atil, toen Hélène
nog lang niet aan het doel meende te zyn.
Zy etapte uit en opende met haar sleutel bet
huis. In de woonkamer ging het levendig
toe; zy onderscheidde Werners stem. Luis
terend bleet zy staan. Nu hoorde zy binnen
het klinken van glazen. Wat beteekende dat
toch? Werd misschien de verjaardag van den
huievriend gevierd? Daarvan had zy toch iets
moeten weten.
Nieuwsgierig geworden, trad zy binnen.
,Komt ge eindeiyk?" riep mevrouw Marbach
haar te gemoet. ,Wy hebben een klein feestje
op touw gezet. Verbeeld je: mynheer Werner
heeft den directeurspost gekregen. Zooeven
heeft Cato een kleine speech geboudeD en wy
hebben mynheer den directeur „lang laten
leven," Hier ie ook een glas voor ui"
Hélèno ging op Gnstaaf toe en reikte hem
de Land. .Vooreerst feliciteer ik u. Van harte,
mynheer Werner. Het is een triomf voor u,
dat gjj het zoo ver gebracht hebt. Uit eigen
kracht! Thans begin ik te begrypen, wat dat
zeggen wil. En nu wil ik met u aanstooten."
Gustaaf zag haar in de oogen; zijn glas
trilde.
„Ik dank u, juffrouw Hélène. Nog ben ik
niet geheel en al aan het doel, dat my in
stonden vol stoute verwachting voor oogen
heeft gezweefd. Op dit oogoublik echter waag
ik bet, aan elk geluk te gelooven."
Er ontstond een verlegen pauze. Mevrouw
Marbach herstelde zich het eerst. „Speel ons
een stukje op de piano, Hélène I" verzocht
zy, het stoeltje recht schuivend. „Een felicitatie
zonder zang en muziek is geeu echte
felicitatie."
Hélèno zat aan het instrument, zonder
recht te weten, hoe zy er gekomen was. Zy
had eensklaps begrepen, wat zich langzaam
had voorbereid, terwyl haar gedachten daar
buiten ronddoolden. Werner beminde baar. Hy
had zyn verklaring uitgesteld tot hy haar
een voldoend bestaan aan zyn zyde kon aan
bieden. Nu was dat oogonblik gekomen
Terwyl zy aan het klavier bleef zitten,
phantaseerde zy over bet motief van bet
„Hy leve lang!" alleoD, om zich nog een
korte poos vóór bet aanzoek te redden, dat
haar te wachten stond. Koortsachtig vlogen
haar vingers over de toetsen; met haar geheels
ziel scheen zy by do zaak te zyn. Toch
luisterde zy te gelyk wantrouwend achter
zich iD de kamer; het was er opeens zoo
verdacht stil geworden.
Daar vernam zy dicht by baar oor haar
naam. Zy besliste by zichzelve, dat zy niets
behoefde gehoord te hebben, en raasde voort.
Na eenige seconden hoorde zy weder:
„Hélèoel" Ditmaal duidelijker, dringender,
smeekender.
Haar spel eindigend, boog zy haar gezicht
op de toetsen neer. Den vriend, wien haar
moeder en zusters al te bereidvaardig het
veld hadden vry gegeven, moest zy wel laten
spreken. Nu of later - het was immers toch
hetzelfde
„Reeds in beeltenis heb ik n liefgekregen,
Hélèno. En sinds gy hier zyt, hebt gy een
steeds grooterd plaats in myn hart ingenomen.
Ik zou u gaarne zoo gelukkig willen maken
als innige liefde vermag. Vertrouw u aan my
toe, voor het isven, lieve Hélène. Gy kent
my genoeg, om te weten, wat u aan myn
zyde wacht. Ik kan myn gevoelens niet in
hoogdravende woorden blootleggen; maar wat
ik beken, meen ik, en wat ik beloof, houd ik.
Zooveel mag ik vau myzelven wel zeggen.
Een leven in den schoot der rykdommon bied
ik u niet aan, maar wel een gewisse bevre
diging van alie verstandige wenscben. Hélène,
lieve Hélène, wilt gy het met my wagen?"
Dat klonk zoo eenvoudig, zoo goed, zoo
eerlyk; Hélène kon een zekere ontroering niet
bedwiDgen, toen Gustaaf, met bewogen stem,
meermalen haperend, dit lang te voren be
dacht aanzoek uitbracht. Zeker: do liefde van
dezeu man waa een onvergankelyke schat,
oen vertrouwbare eteun in allen nood, een
vriendelyk licht ten allen tyde.
Een inwendige etem drong aan: Neem de
hand, die u wordt aangeboden, en ge verkrygt
rust. Zoo ge u ginds voor altyd wilt los
maken, bind u dan hierl Plaats een heilige
gelofte tuaschen hem, die voor u onbereikbaar
is, en uw dwaas, begeerig hart. Slechts zóó
geraakt ge tot den vredo, slechte zóó ontkomt
ge aan de verterende py'n van een oDleech-
baar verlangen.
Langzaam wendde HOlène zich om en zag
den geduldig wachtenden man vol in het
gelaat. Zóó dus zag hy er uit, degene, met
wien zy zich verbinden moest, levenslang 1
Het wae haar, of zy thans voor de eerste maal
die niet zeer bevallige gelaatstrekken aan
schouwde. Een lichte rilling overviel haar.
Maar zy overwon zo. Als een dwang lag iets
op baar. Verdrinkend worstelde zy met de
golven; hier wenkte redding.
,Ik wil u niet bodriegeD, mynheer Werner,"
sprak zy tameiyk vast. „Wat ik voor u gevoel,
ia minder dan gy, ala beantwoording van uw
door my zoo onverdiende genegenheid, gerech
tigd zyt te verwachten. Maar zoo lief zyt gy
my tocb, dat ik het niet over myo hart kan
verkrygen, u iets te weigeren. Als myn bezit
het laatste doel ie, dat u voor uw geluk nog
rest te bereiken, hedeu zal geen wenscb u
onvervuld biy von. Alleen, heb geduld met my,
zoo ik my niet terstond in onze nieuwe ver
houding zou kunnen verplaatsen. Mettertyd
hoop ik voor u te worden, wat ik wezen
moet om uwer waardig te zyn."
Het was slechte een zeer gekunstelde toe
stemming, die Hélène van zich had weten
te verkrygen. Maar Gustaaf begreep slechts
de hoofdzaak; hy hoorde slechts bet afge
beden jawoord. „O, Héièuel" etameide hij
met vochtige oogen. „Het is my alsof ik
droom. Hoe zal ik je danken! Daarvoor is een
geheel leven noodig."
Het was geschied. Onherroepelyk. Hélèn
bad over haar lot beslist. En thans, nu
Gustaaf haar handen iu de zyne hield, toen
hy een kus op haar voorhoofd, neen, niet
drukte, maar slechts ademde, het niet wagend
haar lippen te zoeken, thans verplaatste zij
zich in den geest weinige uren torug In den
arm van den anderenTegen hem aan
geviyd, beschermd door hem, vloog zy voort
door den storm, de geheels wereld ver-;
getend
Acb, mocht zy toch bevroren liggen, daar
buiten op do treden van het gedenktoeken,
onder een dichte, zachte iykwade van sneeuwt
Als uit de verte hoorde Hélène plotseling
Gustaafs stem„Laten wy samen moeder en
do zusters gaan opzoeken 1"
Hélène stond op. Een andere arm werd
om haar leest geelageD, en zU moest het
dulden. Hy, die haar thans aan zyn borst
drukte, had daar het recht toe; zy had het
hem gegeven.
Moeder, zusters, daar waren ze, verrassing
huichelend, door eikander sprekend, tot haar,
tot Gustaaf. En zy blikte van de een naar
de andere en verwonderde zich over de
vreugde op aller gelaatstrekken. Had dan
niemand er eenig vermoeden van boe slecht
geplaatst dat luide gejubel was?
Wordt vervolgd.)
DAGBLAD.