N°. 11969
Woensdag 1 Maart,
A0. 1899
feze (Qcurant wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
Eerste Blad.
Feuilleton.
PRIJS DEZER COURRNTs
Voor Leidon per 8 maanden. 1.10.
Franco per poet %e 1.40.
Afzonderlijkb Nommers 0.05.
l.b l i in in r i u«n LH n.iiiWBi
FRUS DER .A Dv WH'i'HiN'i'i iftra
Van 1 6 regels f 1.05. tedere regel meer f 0.J7J. - Groctsra
letters oaar plaatsruimte - Voor het Incasseer eu buiten de a tad
wordt f 0.05 berekend
Pit nomrncr toestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 28 Februari.
Tot directrice van het eerlang albier te
openen Volkshuis aan de Haarlemmerstraat
is benoemd mej. E. C. Knappert, alhier, die
de betrekking heeft aangenomen.
Het Damescomité heeft voor de verloting
van kunstvoorwerpen ten behoeve van Volles-
sanatoria nog toezeggingen ontvangen van
de aameB Mesdag Van Houten, Mesdag
Van Calcar, Waller van de Kasteele, Pruys
van der Hoeven en Catbarina Kool; van de
heeren Taco Mesdag, Paul Boaifée, ÉverJingen,
Jules Brouwers, Hoynck van Papendrecht qq
J. A. De Jonge.
Zooals we reeds meldden, zal de wintor-
byoenkomst van de leden der Nederlandsche
Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkundo
woruen gehouden op Donderdag 9 Maart a. s.,
des voormiddags om elf uren, in ce Stadazaal
albier.
Te vUf uren zullen de leden zich kunnen
vereenigen aan een gemeensohappeiyken maal
tijd in „Maison Prins."
De punten van behandeling zijn:
lo. Is coöperatie in het tuinbouwvak uit
voerbaar en gewenscht? In te leiden door
den heer Jac. Smits.
2o. Wat kan de Maatschappij doen, om,
beter dan tot nu toe geschiedt, uitvoering
te geven aan het bepaalde by art. 14, l6te
alinea, van de statuten? (Dit artikel luidt:
„Da Maatschappij vestigt in het bijzonder
haar aandacht op den toestand van onder
geschikten en arbeiiers. Zy tracht door al
de haar ten dienste staande middelen hun
toestand te verbeteren, hun bekwaamheid
te ontwikkelen en bestaande misbruiken te
keeren." In te leiden door den heer G.
Baron De Senarclens de Graney.
3o. Welke stappen kunnen er door de
Maatschappy gedaan worden tot bevor erlng
van het welslagen en den bloei der Bloemen-
On Plantenbeur8 te Amsterdam? In to
leiden door oen heer J. Van Lummel.
Gedurende de eerste helft der maand
Febr. zijn aan het postkantoor alhier bezorgd
de volgende brieven, welke door onbekendheid
der geadresseerden niet besteld konden worden:
Mevr. C. E. Konsandie, mej. U. Petit, wed.
v. Steenbergt-n, Amsterdam; Harzing, Haar
lem; C Borger, Nijmegen; Hoogeveen, Noord-
wijk; J. Turk, Roelof-Arendsveen; mej. R.
Hubeits, Rotterdam; W. Speelman, Sneek; N.
Valster, Wassenaar; Kuiten, mej. H. Wisman,
niet vermeld.
Brieven, besteld geweest naar het buiten
land: P. v. L°euwen, Duisburg; moj. J. Vos
man, Lausanne; mevr. Von Goerch, Schönberg.
Voor het examen in de nuttige band-
werken is geslaagd mej. M. Westciyk, van
Leiden.
Uit een 35 tal sollicitanten voor de open
gevallen betrekking van hoofd der Chr. School
te Wissekerke (N.-Beveland) is door het be
stuur een tweetal opgemaakt, nl. de heeren
G. W. Van Klaveren, onderwijzer aan de Chr.
School aan de Middelstegracht te Leiden, en
Wijnberg, van Scheveningen.
De tweede luitenant J. G. F. Van Son,
van het 4de regiment infanterie te Leiden,
hetft overplaatsing verzocht by het O.-T. leger.
De „Nederlandsche Cricket-Bond" houdt
zijn algemvene vergadering op Dinsdag 14
Maart, 's avonds 8l/fc uur, in „Zomerzorg"
alhier.
Aan de orde zyn: 1. Verkiezing van een
secretaris. 2. Voorstel van het bestuur tot
wyziging van art. 24.
Het t estuur heeft den heer J. A. H. L. Adam
canuoaat gesteld voor bet ambt van secretaris.
Het heelt het verzoek van een elftal uit Kent,
om in het aanstaande seizoen over to komen,
ingewilligd. Den secretaris van de M. C.-C.
zullen inlichtingen gevraagd worden omtrent
de kosten van een beroepsspeler. Op de alge-
meene vergadering zal den afgevaardigden
worden meegedeeld, dat een beroepsspeler
slechts dan definitief zal kunnen gevraagd
worden, in ien de vereenigingen haar frnan-
ciêelen steun aan het bestuur toezeggen. Den
heer De Goeje is verzocht zich te belasten
met de redactiewyziging van art. 24 in dien
zin, dat het persooniyk lidmaatschap meer
op den achtergrond, dat van de clubs als
zoodanig meer op don voorgrond zal traden;
bierdoor meent het bestuur den financiöelen
toestand van den Bond ten goede te komen,
zonder de clubfinanciên zwaarder te drukken.
Voorts beeft het bestuur besloten aan de U. C.
en V. V. „Hercules" het recht toe te kennen,
bet aanstaande seizoen in de eerste klasse
competitie mede te spelen. NS).
De miliciens der lichting 1898, die op
29 October 1898 met verlof voor den tyd
van vier maanden zyn vertrokken, moesten
hedtn, Dinsdag, wanneer zy nl. geen ver
lofpas hebben ontvangen, waaruit blykt, dat
hun verlof is verlengd tot 30 Juni e. k., van
verlof terugkeeren.
Zy, die van af 29 October jl. tot nu onder
de wapenen zyn gebleven, vertrekken (met
uitz. van de plaatsvervangers en van ce zonder
loting ingelyfden) den 2den Maart met verlof
tot 30 JudI, op welken datum alsdan het
groot verlof intreedt. Deze laatste miliciens,
alsmede degenen, aan wie het verlof is ver
lengd, keuren dus niet meer by het corps terug.
De kleine soirée dansante ten Hove werd
gisteravond voornamelijk bezocht door de
leden der HofhouJiog en velen uit de uit
gaande kringen der Rebidentie.
HH. MM. en prinses Elizabeth brachten van
halfnegen tot een half uur na middernacht
in de salons door. De Koninklyke Militaire
kapri voerde de dansmuziek uit.
Het plan tot sloopiog van de Nieuwezyds-
kapel te Amsterdam werd in de gisteravond
gehouden vergadering van het Kooinkiyk
Oudheidkundig Genootschap besproken. Het
was de heer Weissman, architect, dia ze ter
sprake bracht. Het kwam hem voor, dat het
Koninklijk Oudheidkundig Genootschap zyn
plicht zou verzaken, als hot geen pogingen
in het werk stelde, om dit gebouw, dat voor
de geschiedenis van Amsterdam van zooveel
beteekonis is, te behouden, ook al moest by
uit de berichten uit de dagbladen opmaken,
dat daarop weinig kans bestaat.
Da vice-voorzitter, jbr. dr. Six, zeide veel
te voelen voor de woorden van den heer
Weissman, maar gelooft niet, dat er veel aan
te doen zal wezen, waarop de heer Weissman
antwoordde, dat byaldien zulk een tot oor-
deelen bevoegde v-reeniging als het Koninklijk
Oudheidkundig Genootsch p zich tot den kerke-
raad wendde, er in elk geval nog kans zou
bestaan, dat de zaak besproken werd.
Ook de voorzitter, de heer P. Van Eeghen,
was de meening toegedaan, dat het Genoot
schap zich niet onbetuigd moest laten, on do
heer Schöffer zeide, dat het Genootschap een
ernstig protest moest do n hooren tegen het
plan om een van de allerinteressantste ge
bouwen, dat zoo nauw veroondt-n is niet de
opkomst en grootbei 1 van Amsterdam, te
doen verdwynen.
De heer Weissman ;uitte de moening, dat
de voorgestelde slooping een quaestia van geld
is, een meening, die our andere lei^n ge
deeld werd. Was dit het geval, d n zou en
veel Amsterdammers, volgens den he r Weiss
man, wel iets willen bydrageD om het merk
waardige gebouw te behouden, te meer, wyi
de Nieuwezydskapel ni t slechte voor een be
paald gedeelte van Amsterdams burg-ry waarde
heeft. Ook met deze opvatting stemoen ver
scheiden der aanwezigen in.
Besloten werJ, dat het estuur van het
Koninkl. Oudheidkundig Genootschap in den
geest van het gesprokene een schryven aan
de betrokken autoriteit der Nederu.-Hervormde
Gemeente, zal richten.
De oud-hoogleeraar Tilanus te Amsterdam
herdenkt den 2 jen Maart den dag, waarop
hy vóór 50 jaren tot doctor in de geneeskunde
promoveerde.
Naar de „N. R. Ct." met zekerheii
verneemt, zal Hr. Ms. scbroef6toomschip
„Suriname," commandant de kapt.-luit. ter
zee A. C. Van de Sande Lacoste, in bet begin
van Juni a. s., den 6den of 7den uiteriyk, uit
West Indië in het vaderland terugkeeren.
Over de deputatie van het 15de huzaren
regiment, dat den titel voert van „Königin
Wilhelmina der Niederlande", bevat het Ham
burger „Fremdenblatt" een feuilleton, go-
schreven door zyn corresponient in Nederland.
Behalve de reeds bekende byzonderheden over
de ontvangst ten Hove, wordt nog medege
deeld, dat Koningin Wilhelmina by de au iêntie
gekleed was in een prachtig kostuum, in de
kleuren van het regiment met de nestels en
de olficiers-óistinctieven. Uit handen van den
msjoorcommandant nam H. M. de rangiyst
der officieren, het „frontrapport" en een
geschiedenis van bet regiment aan.
Met groote belangstelling bezichtigde de
Koningin de parade uniform, met de daarover
hangende bont n mantels.
De Eoll. IJzeren-Spoorweg-My. heeft
gisteren te Amsterdam aanbesteed het onder
houd van werken op de lfinen Amsterdam
Rotterdam, Schiedam—Hoek van Holland en
op het station Rotterdam Maas in 7 perc.
laagste inschrfivers waren: Blank-nvooit, voor
9900, R. Van Dyk, te Noordwykerhout, voor
ƒ9410, W. F. Staal voor f 10,659, M.iassen,
twee perceelen voor 7579, Wienhoven, te
Schiedam, voor 8860, on T. Van Buuren, te
Haarlem, voor ƒ5090.
Volgens het „Hbd. van Antwerpen" is
voor do directie van don Holl. Schouwburg te
G^nt een aanvraag ingekomen van Bouw
meester (Louis?) van Amsterdam.
M-n scbryft uit Amsterdam aan het
„Utr. D.": Velen, die het weten kunnen, ver
zekeren, dat Pauwels en Orelio al gereed zyn
om, als Van der Linden valt, de zaak weer op
te Demen.
Tot directeur van de Inrichting voor
Oogiyders te Amsterdam is benoemd dr. M.
Jura met ingaog van 4 Mei a.s.
Zondagnamiddag liet Hr. Ms. instructie-
vaartuig „Nautilus," commandant kapt. luit.
ter zee A. Seret, ter reede van Hellevoetsluis
het anker vallen. Het schip keerde terug van
zfjn vyfmaandschen oefeDingstocht in een
Noorder-Atlantischen Oceaan. Aan boord is
alles wel.
De -Nautilus" gaat heden naar de werf en
blyft daar 6 maanden om nagezien te worden.
Behalve andere voorzieningen krfigt het schip
een splinternieuw dek. De diensten, die de
„Nautilus" doet, zullen dezen zomer vervuld
wor ien door de zeilschepen „Castor" en
„Pollux;" eerst op het Haringvliet en daarna
op de Zuiderzee.
De by het 1ste regiment infanterie be
noemde kapitein D. Klinkenberg komt te
Leeuwarden in garnizoen.
Naar de „N. R. C." verneemt, hebban een
dertigtal beambten der voormalige Nederl.
Rijnspoorweg-Maatschappy een adres aan de
Regeering gericht, waarin zy verzoeken afstand
van rechten te mogen dotn en alzoo te mogen
overgaan tot het Staats Sp p r&on »-l, o£
d'Z lfde voorwaarden als hun in het tegin
van 1897 zyn aangeboden.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft beslist, dat ook meisjes to gang zullen
hebben tot de Ryks-Tuinbouwschool. Op
gunstig advies van den directeur der school
en van den inspecteur is mej. A. Bienfait,
te 's Gravenhage, als leerlinge voor onkelo
vakken toegelaten.
Te Hees (gemeente Nymegen) is over
leden de gep. majoor der infanterie G. D. Van
der Mey. De overledene, geboren in 1806,
was ridder der Militaire Willemsorde en ge
rechtigd tot het dragen van het M talen Kruis.
De by de landmacht in West Indé ge
detacheerde lsta luitenant kwartiermeester
J. H. Masman keert in Juli uit Sur name terug.
Het verlof naar Nederland van en olficier
van gezondhoiJ 2de klasse O.-I. 1 g r dr. H.
F. P. Maasland is nogmaals voor 6 maanden
verlengd.
Het stoomschip „Etna" arriveerde 28
Febr. van Amsterdam te Pillau; do „Java,"
van Batavia naar Amsterdam, vertrok 27 Fe r.
van PadaDg; de „Prios Alexan jer" arriveerde
28 Febv\ van Amsterdam te Batavia; de
„Sumatra," van Amsterdam naar Batavia,
vertrok 27 Febr. van Suez; de „Anchises,"
van Amsterdam en Liverpool naar Java, pas
seerde 27 Febr. Kaap Spartel; de „Prins van
Oranje," van Batavia naar Amsterdam, arii
vetrde 27 Febr. te Genua.
Boskoop. Als bewys, dat tuin- en bouw
grond bier nog steeds zeer hoog in prys
blyft, kan gemeld worden, dat by publieke
verkooping een stukje grond, ongeveer 60
vic-rk. roeden, met een bouwvallig huis or op
de som van 7300 opbracht.
Zooals bekend is, wordt er by de Duitscbe
regeering op aangedrongen, om na 1904,
wanneer de tractaten eindigen, invoerrechten
te heffen op boomen, planten, groemen,
bloemeo, enz., enz., wat voor den Neder-
landschen tuinbouw een ware ramp zou zyn.
Ten einde de middelen te beramen wat in
de tegenwoordige omstandigheden daartegen
door de Nederlandsche tuinbouwers kan worden
gedaan, heeft een zich alhier gevormde com
missie, waarvan de burgemeester de hoer E, G.
C. De Groot van Embden voorzitter en de
lieer C. H. Claasson, Rykstuinbouwleeraar,
secretaris is, een circulaire verspreid, waarby
allen, die by den tuinbouw belang hebben,
worden uitgonoodigd tot het bywonen eener
vergadering, die gehouden zal worden op 4
April a. s. in het Gebouw van Kunsten en
Wetonsch., te Utrecht, ten einde een uit
voerend Comité te benoemen en door onder
ling overleg uit te maken, wat in deze voor
den Nedtrlandschon tuinbouw behoort te
worden gedaan.
Baar roman.
É>fo£)
„Heel mooil Erg mooi!" zeide zy. „O jal"
„Wat, o ja?" riep ik, een weinig kregel.
„Wil je daarmee zeggen, dat je het er mee
ééns bent?"
„O, zeker, zeker 1 Ik vind het erg mooi!"
„Erg mooi! Erg mooi! Het is niet de vraag
of je hot mooi vindt, maar of je het begrypt,
en of je het er mee eens beat. Begrypjehet
karakter van myn heldin, en meen je, dat de
uitingen, die ik haar in den mond leg, by
haar karakter passen? Dat is de quaestie,
waarover ik nu wel eens je opinie zou willen
hooren."
„Myn opinie? Och, wat beteekent myn
opinie?"
„Maar als ik er je nu naar vraag? Je hebt
toch een opinie, wil ik hopen?"
„Ja, dat wil zeggen," stamelde zy, terwyi
een blos 2ich over haar bleeke wangen
spreidde, „ik vind het erg interessant, ik
vind het schitterend en geestig, Arnold, wat
je die vrouw laat zeggen. Maar, maar, aan
critiek durf ik my niet wagen."
„Je hebt geiyk," antwoordde ik koel; „je
hebt geiyk, vrouwtje l Laat ons voortaan de
literatuur maar laten ruston. Praten w\1
liever over iets andere, dat meer binnen je
bevatting ligtIs je nieuwe kostuum al
?an de naaister gekomen?"
Dit was h6t wreedste, wat ik haar kon
hebben toegevoegd, en ik zag dan ook hoe
haar oogeu zich met tranen vulden; doch de
gal liep my over, en daarom zeide ik maar
wat my voor den mond kwam. Ik had
werkeiyk myn best gedaan om haar tot
myzeiven 0p te heffen, om op een intiemen en
intellectueelen voet met haar te verkeeren.
i En dan deze teleurstellingen 1 Ik begon spyt te
krijgen, dat ik haar ooit had getrouwd.
Ja. En die spyt werd er in de eerstvolgende
twee of drie jaren niet minder op. Dikwyls
genoeg verweet ik myzelven myn dwaasheid.
Een mensch gewent aan niets spoediger dan
aan weelde, en zoo waren die dingen, die my
aanvankelyk pleisters op de wond waren
geweest, sl spoedig als palliatieven geheel
machteloos geworden. Ik zocht myn gezellig
heid buitenshuis en over myn werk, myn
beroep datgene, wat my het naast lag
wisselde ik met Caroline nooit meer een
enkel woord.
Was ikzelf dus in mJJn buweiyk een ver
van gelukkig echtgenoot, Caroline was ik
weet het thans een rampzalige gade. Haar
belangstelling in myn werk was onver-
woestoiyk, alles overheerechend, een ware
passie in haar. Onze verwydering aan my
te wyten, dit viel haar niet in; zy wierp
alle schuld slechts op haarzelve. Zy voelde,
de Hemel vorgeve het myt zy voelde,
dat zy de eer niet waard was, die haar
huweiyk met my haar had bezorgd; en haar
eenig verlangen kwam hierop neer, zichzelve
het vertrouwen, dat ik tiaar onthield, waardiger
te maken my het bewys te leveren, dat
zy toch niet zoo onbeduidend, zoo stumperig
was, als waarvoor ik in myn hoogheid haar
versleet
Hoewel nu het spreken haar zoo moeilyk
afging, bezat zy een zekere vlugheid en
vaardigheid in het opstellen van brieven; en
doze gave, gepaard aan haar innigen, schier
hart8tochteiyken wensch, om my te behageD,
moet haar gedreven hebben tot een onder
neming, van welke ik destyds niet het flauwste
vermoeden had.
De Hemel weet, wanneer het plan in
haar brein ontkiemde. Hoo dan ook, zy
kwam op den inval, een roman te schryven.
Dit denkbeeld was, zooals men zegt, eten
en drinken voor haar. Zy wilde een roman
schryven, die gedrukt, gelezen en geprezen
zou worden. Anoniem wilde zy haar boek aan
een uitgever zenden, en wanneer dan de titel
in ieders mond, heel het lezende Engeland
er vol van was, dan wilde zy tot my komen
en zeggen: „Arnold, lieveling, de schryfster
van dit boek is je vrouw 1"
Arme Carolinol Toen ik gisteren by uw
graf stond, stelde ik my voor hoe ge al die
maanden lang uw brein hadt zitten martelen
en uw pen zitten spitsen, gedreven door die
één stille hoop, die óóne heimelyke eerzucht!
Het was myn gewoonte my na het ontbyt
in myn kamer op te sluiten en daar tot laat
in den namiddag te biyven zitten. Een glas
sherry en oen paar sandwiches werden my,
op den lunchtyd, daar gebracht. BUgovolg had
Caroline den ganschen dag tot haar beschik
king. Ik stoorde of overrompelde haar nooit.
Ik liet dus ook myn oog niet gaan over de
dingen, waarmede zy zich bezig hield.
Van het begin der lente tot in Januari, tien
maanden lang, van 's morgens tot 's avonds,
werkte en zwoegde myn vrouw aan deze
haar door haarzelve opgelegde taak. Bladzyde
na bladzyde, hoofdstuk na hoofdstuk groeide
er langzaam, langzaam aan onder haar moede,
volhardende hand. Het was een arbeid der
liefde; en hoe zwaar het baar ook gevallen
moge zyn, zy gaf het niet op, maar hield
vol, met yzeren wilskracht en inspanning van
al haar krachten. Ik heb brieven van haar
aan haar moeder gezien, waarin er sprake
van was, kleine, aandoenlyke toespelingen,
en vermaningen tot geheimhouding„Wat
zal Arnold staan te kykent Wat zal hy ver
rast zyn, Diet waar? Maar geen woord erover,
moedertje I Hy moet het van my het eerst
hooren! Wat zal hy een paar groote oogen
opzetten! My dunkt, ik zie zyn gezicht al!"
Arme vrouw l Ik zie het uwe nu, door de
aardkluiten en het deksel heen.
Het was Januari, toen zy het woord „Emde"
neerschreef; en hot handschrift verdwaalde
naar verscheiden firma's, vóór het aangenomen
werd. De schryfster stond er op, dat haar
werk voor zichzelve zou pleiten, en daarom
wildo zy niets te doen hebben met een uit
gave voor eigen rekening. Deze ryke vrouw
dus, met haar rytuigeD, haar bedienden, haar
prachtig huis, doorstond volmaakt dezelfde
wederwaardigheden als de eerste de beste
pennelikkende beginneling, die ooit in de Fleet-
straat van uitgever naar uitgever liep. Hun
kerend, hongerend om haar W6rk in druk te
zien, bartstochtelyk begeerig naar het oogen-
blik, waarop het oordeel er over zou worden
uitgesproken, bood zy niettemin onverzetteiyk
weerstand aan de verzoeking om dit oogen-
blik door middel van een geldeiyk offer te
verhaasten. „Echt en eerlykl" schreef zy
telkens aan haar moeder, „echt en oeriyk,
of anders niet l"
Nu dan, het boek zag eindeiyk het licht.
Het honorarium was zoo goed als niets; dooh
dat kon haar niet schelen. Het boek werd
gedrukt. Een jong uitgever waagde het er
mee. Het verscheen en op zekeren zomer
morgen ontving ik een exemplaar er van ter
beoordeeling, te geiyk met nog een stapeltje
andere boeken.
Ik herinner my, dat Caroline in myn kamer
was, terwyi ik het pak openmaakte. Ik lette
niet terstond op den inhoud; doch zygafmy
het boek in da handen, met een kleur op haar
gelaat en een schuwen, vragenden blik in haar
oogenHoe zou ik met mogelykheid
iets van de waarheid hebben kunnen ver
moeden?
Ik ben, geiyk ik reeds aanstipte, au criticus
niet gemakkeiyk; en dit verhaal scheen my
1 nu juist mank te gaan aan al de gebreken,
die my bet meest hinderen. Bovendien had
dezen morgen eon brief my een onaangename
tyding gebracht, zoodat ik slecht geluimd was.
In kregele stemming las ik het boek door,
van tyd tot t(jd op het punt om het ter zyde
te werpen en er niets van te zeggOD. Hadde
ik dit maar gedaan 1 Doch myn vrouw zelve
had my dit voorwerp inde haDd gegeven, om
er myn kwaad humeur aan te kool9n. Ik
greep dus de pen on schreef.
W&t ik neerschreef, met myn initialen ge-
teekend, behoef ik hier niet aan te halen.
Het was een der vinnigsto recensies, die ik
ooit op papier heb gezet. Schamper stak ik
den draak met de domme ydelheïd van lite
rarische dilettanten. Ik deed do lappen er
afvliegen. En toen het klaar was, voelde ik
my over mijzelven voldaan.
Den volgenden Donderdag werd het blad
bezorgd. Ik merkte op hoe Caroline het ter
stond opnam en opensneed. Straks legde zy
het neer. Zy was zoo wit als oen laken, en
ik zag, dat zy beefde.
„Scheelt je wat?" vroeg ik.
„Neen, niets," antwoordde zy zacht. En
verder werd er niet over gesproken.
Dit nummer van het blad was het, dat ik
na haar begrafenis onder haar papieren vond,
drie jaren later. Myn recensie was er in
omhaald, met inkt, als in een rouwrand. Ik
begreep niet waarom zy ze bewaard had, en
wat die zwarte raüd beteekende
Nieuwsgierigheid prikkelde my. Ik stolde
een onderzoek in en nü weet ik het.
Wat zal ik bier nog by voegen?
Zy is dood.