Bears van Amsterdam. p0 rocbterztfde on do geraliioerden verklaarden, dat zl) eveneens voor hetn zouden stemmen, p; groep der progressistische republikeinen ligt haar leden vrijheid van handelen. po st-mbus werd te 3 uren gesloten en de jitting om 3 uur 60 min. hervat. pe heer Franck Chauvoau nam het voor- ïitterschap waar. Een stem riep: „Panama is weer opgestaan!" Een ander zeide: „Een jnooi3 Republiek l" De president deed lezing van den uitslag der stemming. get aantal uitgebrachte stemmen bedroeg 824, waarvan 483 waren uitgebracht op den heer Loubet, 279 op den heer Méline en 50 op verschillende andere personen. Vervolgens werd de heer Loubet geprocla meerd tot president der Republiek. Met lang durig applaus werd deze proclamatie begroet, terwijl aan de rechterzijde een heftig rumoer werd gehoord. Do linkerzijde riep: „Leve de Republiek!" E.-n stem klonk van de tribune: fWeg met de falsarissen Dj zitting werd om 3 u. 55 min. gesloten. De heer Móline heeft als altijd dubbel spel gespeeld; terwijl do heer Dupuy in een zeer formeel en openbaar gemaakt schrijven uit drukkelijk elke candidatuur afwees, heeft hij £gn canjidatuur half ingetrokken in half door vrienden laten verdedigen. Da uitslag i3 geweest dat by te veel stemmen heeft gekregen om te kunnen zeggen dat hij tegen ijjo wil gestemd is, en te weinig om niet een groote nederlaag te moeten boeken. Pa heer Cavaignac, di9 23 stemmen verkreeg, leeft kunnen constateeren dat voor hem file kansen verloren zijn. Dit zal hem niet pletten er juist do anoere conclusie uit te (rekken. De heer Dupuy kreeg 14, Deschanel 9, kolonel Monteil 2, en Rochefort en prins Henri van Orleans de vrienden van Ester- hazy ieder juist één stem. De heer Franck Cbauveau verliet de zitting- saal met het bureel dor vergadering en tal ran afgevaardigden, om zich te begeven naar bet kabinet van den heer Loubet, wien hy het proces-vorbaal der zitting overhandigde. Do heer Cbauveau zei: „Sta toe, dat het bureel der vergadering u zijn gelukwenschen aanbiedt met do stemming, welke u verheft lot den post der hoogste magistratuur, betgeen een eer is vo.r de vrienden in den Senaat, dien gy zoo waardig hebt gepresideerd. Het republikeinsche Frankryk, dat uw waardig jedrag, uw wijsheid en gematigdheid kent, zal den uitslag der stemming met groote widening begroeten. Laten wy hopen, dat dezo verkiezing zal bydragen tot vermindering ?an de oneenigheid en dat zy de eensgezind* luid zal herstellen." De heer Loubet dankte, zeggende dat hy il zijn krachten zou inspannen om te vol doen aan de wonschen des lands en ter ver laging van het herstel der republikeinsche tusgeziüdheid. By do aankomst aan het station-Lazare werd de nieuwe president ODtvangen met het geroep „Conspuez Loubet 1 Panama 1" De nationalisten waren in groote massa's aan wezig. Men hoorde ook de kreten: „Love Loubet! Leve de Republiek!" Toen de president zUn rijtuig besteeg, nam do menigte een duideiyk handige bouriog aan. De kreten duurden voort. De garde te paard had moeite om een weg voor bet rijtuig te banen, terwyi de agenten veel moeite hadden om de menigte in heowang te houden, welke allerlei kreten uitte. De heer Loubet legde eerst een plechtig bezoek af op het Elysée by mevrouw Faure u begaf zich daarna naar het ministerie van Menlandscbe zaken. uog8 den ganschen door hem afgelegdon r,g hoorde men bier eveneens de kreten: jLeve het leger," waarop geantwoord werd pst: „Leve Loubet!" Toen ook Deroulède, vergezeld van de beeren Millevoye en Marcel Haberfc, ver scheen, werd deze door de menigte omringd en geestdriftig onder het zwaaien der hoeden toegejuicht. Dd nationalisten sloten zich aan achter Deroulède en trokken naar het standbeeld faa Jeanne d'Arc, waar Deroulède een heftige re:evoering uitsprak tegen het kiezen van den heer Loubet, cien hy niet als president wil erkennen. Hy verzocht den manifestanten, om Donderdag by de begrafenis terug te keeren, waar zich ook de misdadige raads- heeren van bet Hof van Cassatie zullen te- vinden on de onwaardige afgevaardigden, die Loubet hebben gekozen. Dicht by den „Cercle Militaire" werden de manifestanten uiteengedreven door de politie, «Joch by de bureaux van de Libre Parole" sloten zy zich weer aaneen, tot zy eindeiyk Zich verspreidden, daar het begon teregenen. Ook te Versailles worden vyandelyke manifestaties gehouden, toen de president het kasteel verliet. Hier werden eveneens de kioten aangeheven: „Panama! Leve het leger 1" De anti revlsionnistische „Soir" vertelt in •en interview met den heer Adrien Dupuy, den 1roeder van den ministerpresident, dat het ministerie zyn ontslag aanbood aan presi dent Loubet, die den Ministers verzocht aan de regeering te biyven. In antwoord op de golukwenschen van het ministerie met zjjn benoeming heeft president Loubet de volgende toespraak gehouden tot de ministers: EIk zeg u dank voor de woorden, welke tot my gericht heeft; ik ben diep ge troffen door het groote biyk van vertrouwen, dat de Nationale Vergadering my heeft Begeven door my te roepen tot het eerste ia de Républiek. Ik gevoel het volle gowicht van den last, die my Js opgelegd; zij kou voor niemand zwaarder zyn, „Ik heb nooit een dergeiyke mogelijkheid voorzien en als de vertegenwoordigers van het land, in apyt van de styfhoofdigheid die men my somtyds heeft verweten, gemeend hebben dat ik eenige diensten zou kunnen bowyzen, dan is dit misschien om de erva ring van openbare zaken die ik in een lange loopbaan heb verkregen en zeker en vooral omdat zy weten dat ik het nog ben on dat ik het altyd zal blyven. „Talrijke vertegenwoordigers van de repu blikeinsche party hebben gemeend dat mijn naam nuttig kon zyn om de kalmte te doen weerkeeren en de eenheid en ik heb op hun aandringen niet toegestemd dan met den vasten wil om op kalmte, vooruitgang en orde al myn streven te richten. „Om myn taak te vervullen, myno heeren, beb ik aller medewerking noodig, van het Parlement en van de leden der regeering. Opdat deze meiewerking krachtdadig zy, opdat de eenheid, die wy allen wenscben, duurzaam en vruchtbaar zy, moeten de parle mentsleden zich herhaaldelyk in verbinding stollen met den president der Republiek; het Elysée moit een open huis zyn. „Boven de partijtwisten geplaatst, als scheidsrechter ingesteld door de grondwet, moet de president der Republiek de meenin gen en de raadgevingen der vertegenwoor.i- gers van het voik hooren voor de besluiten, te nemen die het hooge belaDg de Republiek voorschryft. „Hy heeft ook den raad te geven, dien dit belang hem ingeeft. „Ik geef u de verzekering dat ik al myn krachten, myn wil, myn toewyding zal stellen in den dienst der Republiek en van het vaderland". Deze toepraak, die met grooten eenvoud, maar ook met kracht van overtuiging werd gezegd, werd levendig toegejuicht. De heer Dupuy stemde toe om aan te blyven op voorwaarde, dat zyn staatkunde onver anderd zou blyven en dat het wetsontwerp, dat de zaak Dreyfus voor het geheele Hof van Cassatie brengt, gehandhaafd zou worden. President Loubet erkende dat de aanneming van dit ontwerp nooJig was. (De „Figaro" bevat van dit onderhoud tusschen den president en den eersten minister eene lezing, die waarschynlijker klinkt; het blad maakt daarvan aldus gewag: „De heer Charles Dupuy stelt hem de ministers voor en legt volgens het gebruik, het ontslag van het kabinet in zijne banden. De heer Loubet zegt, eveneens volgens het gebruik, dat hy zyn antwoord nader zal doen kennen en inmiddeis hen verzoekt hem bij te staan.") 's Avonds waren de boulevards te Parys buitengewoon levendig, dank zy ook het ver rukkelijke weer. De café's waren dichtgevuld met een keurig publiek, waaronder vele dames. De voetpaden waren geheel ingenomen door wandelaars. Verschillende kleinen troepen betoogers schreeuwden, vooral voor de bureaux der nationale bladen. De politie trad niet op tegen de betoo gingen. Zy liet de betoogera schreeuwen, doch belette verzamelingen. Te halfelf was de boulevard Montmartre, waar de bureaux gelegen zyn van de „Ltbre Parole," versperd door een troep. Er had eenig gedrang, overigens zonder beteekenis, plaats. Tegen middernacht keerde het publiek lang zaam huiswaarts. Wegens de manifestation zyn in den loop van den avond 150 in arrest genomen en ge houden. De „Soir" verzekert, dat Loubet dadeiyk het ontslag verlengd hseft van den prefect van politie en den verantwoordeiyken commissaris, die niet hebben voorkomen dat het rytuig, waarmede hy van het statiou naar het Elysée is gereden, door een ben^e schreeuwers ver gezeld werd. Dit bericht eischt bevestiging. Ondanks het mistige weder waren er gisteren den gcheelen dag veel menschen op straat, die do staatkundige gebeurtenissen van Z terJagavond bespraken. Er waren dezelfde politiemaatregelen genomen, de boulevard Montmartre was afgezet. Op de boulovards was overigens de drukte een weinig minder. Men bepaalde zich tot dezelfde krd.n als Zaterdag en onkels tegenovergestelde uit roepen. Opstootjes hadden niet plaats. Klasr- biykeiyk onthielden de werklieden zich van betoogen. „Tannhauser". Dat het aan my zou worden opgedragen een verslag over de opvoering van eergister avond te schryven, vernam ik eerst op het laatste oogenblik. Oorspronkelijk was ik dan ook met geen andere bedoeling naar den schouwburg getogen dan om het spektakel eens by te wonen. „Tannhauser" op het Leidsche tooneel: dat moest al iels heel geks zynt Nu, min of meer gek is het ook wel geweest, maar ia het algemeen is het my toch meegevallen. Er is aan „Tannhauser" zooveel te hooren en te zien, dat elke opvoering, hoe gebrekkig ook, nog een gang naar den schouwburg loont, ten minste zoolang - hooren en zien iemand niet vergaat. De muziek is en blyft mooi en staat of valt niet naarmate de uitvoering beter of minder schoon is. Misschien is het zelfs niet ongewenscht als er eens iets hapert: wie het opmerkt kan zich in zelfgenoegzaamheid ver kneuteren over de fijnheid van zyn gehoor; en voor wi^n het niét opmerkt doet het er ook niets aaii toé. En de handeling? "Welnu, uit den aard der zaak gebrekkig van het bogin tot het einde, maar toch moest het aangenaam stem men, dat de bevoegde autoriteiten blijkbaar hun best hadden geaaan er van te maken wat er van te maken was. Neem byv. eens de grot van den Venus berg: dio is op ons tooneel gewoonweg niet te fabriceeren op de wijze, waarop zy ge fabriceerd behoort te zyn, maar onaardig was zy toch zeker niet. Ik herinner my tien jaar geleden „Tar\nhau|er" door de oude, nooit volprezen Duitscbe Opera te hebben 2ien opvoeren op het schitterende tooneel van de Aert Van Nes-straat, maar ondanks de onver gelijkelijk betere hulpmiddelen was men daar lang niet zoo wel geslaagd de dansende nimfen, bacchanten en tutti quanti in zulk een tooverachtig milieu te plaatsenhet was een alledaagsch ballet in al zyn stuitendheid. Dat Venus, in plaats van in een wolk gehuld door den bodem te verdwynen, op rolletjes wordt weggeroden, een kniesoor, die daarop ziet; dat het zichtbaar worden der godin en het weder wegzinken in htt derde beoryf niet door lichteffecten, maar door het schuiven met eon paar op hun kant gestelde coulissen geschiedt: ik zou wel willen vragen, wie het anders had kunnen verwachten. Dit neemt echter niet weg, dat ik toch wel eens iets van de voorgeschreven licht effecten had willen waarnemen. Hot klinkt toch wel wat heel vreemd „Tannhauser" te hooren zingen: „Verrukking trilt door myne zinnen, als ik dit rozig licht aanschouw;...." en dan absoluut niets te zien van wat ook maar naar rozig licht zweemt. Daarentegen scheen er van re?.bts wel een eentonig groen licht, waarvan ik de ware beteekenis niet heb kunnen ontdekken. Eerst heb ik gedacht, dat het moest dienen om het dal voor den Wart burg, zooals voor geschreven is, „in droeve herfsttint" te hullen. Later echter zag ik „Elisabeth den naar den Wartburg voerenden bergweg betreden en langzaam in de avondschemering verdwynen." Ik vroeg my af, of bet groene licht ook misschien de avondschemering zou moeten voorstellen. Hoe het ook zy: droeve Herfsttint of avondschemering, mooi was het ni-t. Dan had ik ook gaarne iets moer bemerkt van de invallende duisternis, en in geen geval had de avondster mogen ontbreken. My dunkt, al moge het wellicht moeilijk zyn haar to laten opkomen, haar plotseling te do n ver schijnen is zoo'n kunst niet. Een klein door* schynend gedeelte in stervorm in het achter hang, waarachter opeens een lichtje verschyDt, is toch wel te knutselen. Het verschynen van den jachtstoet, het langzame voorbijtrokken van de pelgrims kon natuurlijk by getrek aan ruimte volstrekt geen indrak maken; evénzoo miste do be krompen, tameiyk armoedige zangerszaal alles van den luister eo do pracht, die daar moeten worden tentoongesteld. Vervolgens was de groepeering van de toehoorders al een zeer zonderlinge. Men zou den landgraaf en zyn nicht gaarne in het miiden gtzien hebben en de anderen er in een halve maan om heen geschaard, maar ook hhr was van den nood een deugd gemaakt. Al was echter het koor op wat ongelukkige wyze opgesteld, daarom behoefde bet zich toch gedurende den zangersstryd niet zoo meer dan harkerig to gedragen. In plaats van eeniga geestdrilt na het lied van Walthtr, bleef alles even kout: de zanger behaalde niet eens een succè3 d'estime by het koor. Op bladz. 30 van het tekstboekje bovenaan staat: De Toehoorders (in rasenden bijval) Heil, Biterolf! Steun op ons zwaard! Maar het koor? Het zette gezichten als oorwurmen. Bleef het daar nog maar by, bad het koor ten minste goed gezongen, dan wil men nog eens iets anders vergeven, maar juist de koorzang was ronduit gezegd beneden alle critiek. Hierboven heb ik be weerd, dat een enkel vlekje ty de uitvoering niet in staat is het genot vaa bet geheel te bederveD, maar de wyze, waarop het sirenen gezang by het begin verknoeid is, liep alle spuigaten uit. Later by het pelgrimskoor heeft de Engelsche hoorn, die de schalmei van den jongen herder moest nabootsen, een handje geholpen, echter tevergeefs. Verderop meen ik een koperinstrument ter begeleiding van den capella-zang te hebben gehoord en ten 6lotte is er een viool op de proppen gekomen, maar het was valsch en bleef valsch. En die onzuiverheiJ was nu maar niet zoo'n kleinigheidje: er werd zelfs niet op gekeken of het eens een heelen toon meer of minder scheelde. Voor dergelyke enormiteiten bestaat geen verontschuldiging, welke ook. Van het koor overgaande op de solisten, valt er gelukkig in heelwat vleiender be woordingen te spreken. De hoofdpersoon, de heer Urlus, was een werkelyk zeer goede Tannhauser èn in aclie èn in zang. In het eerste bearyf was hy wat mat: zijn loflied op Venus viel my tegen. Ook later begon hy telkens zeer gereserveerd, maar als hy eenmaal los was gekomen, dan gaf hy volop van zyn schoone en krachtige tenorstem te genieten. De heer Florissen is wat styf op het tooneel; by beschikt over een niet zeer krachtig, maar welluidend baryton-geluid en gaf over het algemeen een goeden "Wolfram. Ook de heer De V03 verdient lof voor zjjn Walther. 's Heeren Hoes stem is een niet zeer schoone, hetgeen in Biterolf's lied bleek. De andere zangers traden weinig op den voorgrond. De landgraaf was by den heer Ebbeler in goede handen: niet, dat ik nooit een mooier basstem heb gehoord, maar dat neemt niet weg, dat syn vertolking zeer verdienstelyk was. Mej. Van Gelder, hoewel ongesteld, heeft getoond to zyn een begaafde zangeres en een correct lyk: over dit laatste hieronder nog e n woordje I Eon regisseur is vooraf de welwillondheid van het publiek voor haar komen inroepen, maar in het begin vroag ik my af, waartoe dit eigeniyk gediend had. In het tweedo bedryf heeft zy dan ook voor- treffelyk gezongen, maar in het groote sloten- semUe en in het volgende bedryf was zjj blykbaar op. Mej. Francisca wa6 een zeer goeie Venus, al is baar stem ook niet zoo klankrijk als die van de prima donna. "Vooral in haar toom had zy zj.er goede oogenblikkeD. Mej. Penning was voldoende in het liei van den jongen herder. Het orkest schikt wel en heeft, de moeiiyk- heden van hst werk in aanmerking genomen, zLh er ni9t onaardig doorheen geslagen. Fynhoid ontbreekt echter ten eenenmala en zoo nu en dan liet de techniek ook wel te wenschen over: zoo was er in de ouverture een passage, waar y 2l heel raar werd gedaan. De directie van den heer Van der Linden scheen my toe niet zeer levendig te zyn, min of meer of hy zyn gedachten een weinig tusschen „Tannhauser" en iets anders ver- deeldo. Dit zou echter niet onnatuurlijk zyD, en eerder moet het verwondering wekken, dat iemand, dio de zoo kommervolle admi nistratie van do Nederlandsche Opera moet vo ren, die by na voortdurend in ünanciéele verwikkelingen betrokken wordt, verwikke lingen, waar zyn bettaan van afhangt, dat zoo iem;n1 nog in staat is de artistieke l.iding waar te nemen. Nog op den avond zelf had by weer een stan je, ditmaal mc-t den pruikenmaker, die betaling eischte. Het slot is geweest, dat Knaap er by is gebaald, die pruiken heelt afgestaan, zoolang de voorraad strekte. De landgraaf en andc-r n bleven echter ongekapt, hetgeen hun uiterlyk nogal potsierlyk maakte. Natuurlijk heelt cit incident opoDtbou 1 ver oorzaakt en mo£st het publiek mo;r dan een kwartier wachten eer de voorstelling kon be ginnen. Verder zyn de pauzen nog zoo lang gerekt, dat ondanks een coupure in da orkostrale inleiding van het derde bedryf, het midder nachtuur al niöt ver meer af was, eer het einde daar was. Het slot van het laatste bedryf heeft nog een onaangenaam oogentlik opgeleverd. Mej. Van GelJer, die op een doodsbaar werd binnengedragen, heeft men door onhandig nederzetten zoo maar pardoes on lang uit op do planken laten vallen. Zy is uitstekend in haar rol gebleven, maar als zy zich trnstig bezeerd heeft, zou het my niet verwonderen. Zoo iets is niets moer of minder dan een schandaal! Da opkomst van het publiek Is zooianig geweest, dat het bestuur der Leidsche Schouw- burgvereeniging er zeker de aanmoediging in zal gevonden hebben, cie het van de zyde van het publiek zoozeer van noode heeft. Ik wil ton minste hopen, dat het bestuur het niet by „Tannhauser" zal laten! d. G. Het Leidsclie Tooneel. van een aldaar wonende juffrouw mocht het gelukken de berijders van den tandem tegen to houdeD, waardoor een verantwoording omtrent dit geval niet kan uitblyven. 20 Februari 1899. Het Nederlandsch Tooneelgezelschap van het Salon des Variétés te Amsterdam geeft dtn moed niet op. H.t slechte bezoek der beide voorgaande Zondagavond-voorstellingen alhier heeft het niet coen afschrikken. Het zag die volharding niet onbeloond. De opkomst in onzen Schouwburg was thans iets beter, en d'Ennery's dr<*ma „Paljas," dat ty ouderen van dagen nog wel in het geheugen zal liggen, bestfc het putliek ook nu met zyn grypenden inhoud bezig gehouden. Eonigen der optredenden waron in een stuk als dit, blykbaar in „groote kracht". Zy slaagden er zelfs in, dat by dezen en genen de zak doeken voor den dag kwamen of steelsge- wyze tranen uit de oogen werden weggepinkt of nu oens stemmen van verontwaardiging en dan van blydschap by de ontmaskering van een euveloader opgingen. Met toejuichingen of terugroepingen was men niet karig en vooral de jongejuffrouw Lus, die als Paljas' zoon Henri speelde, deelde in den bijval. Voornameiyk waren parterre en galerij bezet. Alfen, 20 Februari. Aat gevoerd 2 wagons kaas, partgen, te zaaiea 69 atuks. Frija: Goudeohe kaaa lets qual. ƒ18. Rotterdam, 20 Februari. Op do voemarkt waren aangevoerd: paard, veulone, ezels, magere runderen, 251 vette runderen, 108 vette en gcaakalveren. 4 nuchtere kalveren, 120 schapen of lammeren, 931 varkoue, biggeD, 1 bok. Men noteer:: Yette ltnndcren lete qual. 60 a 2do qnal. 54 a 3de qoal. 44 a cents, Kalveren lete qual. 90, 2de qualiteit 80 a 70 cents, Stieren late qnal. 50, 2do qnal. 40, 3de qual. oants, Ossen lsto qnal. 60, 2do qual. 54, 3de qnal. 44 cents. Handol iets vlugger. Schapen lste qnal. 55 a,2de qnal. 50 a cents. Handel vlug. Varkens late qnal. 34, 2do qnal. 33, 8do qnal. 32 cents. Licht soort 36 a 84 cents. Zeer groote an voer, tragen hand 1. Utrccllt, 20 Jan. Op de boden alhier gehouden paardenmarkt waron 950 paarden en venlens aan gevoerd. De paarden werden verkocht van 50 tot ƒ800; de voulona van ƒ100 tot ƒ160. 8% pCt Ned. Wet SpCLObHg. dito i 8 fCL Ceil dito i i 6 pCt Oostent Met/Kor. jkojuH 8 pCt Portugal5 i pCt Spuje. 8 pCt. Mexico 8 pCt Brazilië 1389 i J 6 pCt dito 1896 iudlng L. 4 pCt Venezuela Koloniale Bank J dito preC. HedcrL Handel-Mg. op z HcderL Indische ilaod/hhank Dcrdt Petr. Mij. Java Petr. Mij. KoninkL PetroL-lEjj. i i Moeara "P/Hm NedarL PotroL-Mij. j Soma tra Palembmg Aond. Soem&lato MaL SpwL 1887)9 Portugal, Eeira Riira. t Atohisoa Topcka v i lil» pret 1 i Central. Pacific Shares «Sa* Denver Rio C. A. s Florida Centr. Aand. dito 2e preL 'u SL-LodJj San Franc. ...ij dito 2e pret Beltahxres Gal&harea. ...•••ij £>pCt- dito Ohlig itiraofiti C.V. A i Or. Shortlino a Union Paöfio dito pref. i Vor. 'koers. 67 96ïfc 96K 8VA WJ4 SKJfc 62 872% 60% 83% 87J£ 61% 151% 85 114 164 206 129% 21 80% 17^% 57%S 06% 22% C2 6i% 22% 16 55 12 41% 47 16 73 1*% 70% 47% 80 Koers heden. 87% 96% 96% 84% 84% 26% 61% 38% 60% 88% 36% 151% 114 161 204 130 81% 66% 22% 63 65% 23% 17 56% 12% 41% 47% 10% 71% 70% 48% Hillegom. Gisternamiddag bad alhier aan de remise van de stoomtram een treurig ongeval plaats. Een tandem kwam aange reden en in aanraking met een juffrouw, aldaar woonachtig, zoodat zy omver werd geworpen en een trapper van den tandem haar in het hoofd drong, zoodat een hevig bloedverlies niet achterwege bleef, met bet gevolg dat de oneelukkige hedenmorgen aan de gevolgen overleed. Door het flink optreden Prolongatie 2 pCt. Do markt was heden pryshoudend. a" Gulfwaarden sluiten flauw. ADVERTENTIES. Geboren: BAKTELD ROELOF, Zoon van R. B. DAMSTÉ en A- DAMSTÉ, geb. Dozy, Madioen, 20 Februari 1899. 1400 0 Don Aden Maart bopen onze ge «.•- liefde Ouders HICOLAAS KORSWAQEH 3jj NEELTJE FLES hunne 25 jarige Echtvcreeniglng -Kn te berdenken. 1408 12 Hunne dankbare Kinderen. ffc Lsiden, 20 Februari 1899. jjr; ~ïji (Ververstraat 39). W 19 Febr. —4 Maart. - 1874-1899. hi 25-Jarlge EchtTcrcenlging ij— van onze geliefde Ouders St F. JANSEN en 1390 10 C. FILIPPO. Hunne dankbare Kinderen. Leiden (Uiterstegracht 149). Zoo de Heere wil en z(j lsvtD, hopen onze geliefde Ouders WILLEM ALBERTUS FREDERIK gï MAEIJT S" ZN GEERTRUI SMIT 4 Maart 1899 hunne V(jf-en- S— op 4 Maart 1899 hunne vui-un- gr twintigjarige Echtverccnlglng £-h- to herdenkeD. Hunne dankbare Kinderen 20 Februari 4 Maart 1899. (Kyfgracbt No. 27.) 1379 14 Heden werden w() door Gods goeeheiil verblijd door de geboorte van een welge schapen Dochter. A. A. VAN BERGEN-SLOK. L. VAN BERGEN. Leiden, 19 Februari 1899. (Breestraat 51.) 1389 7 Heden behaagde het den Heere van mijne zijde weg te nemen mijne innig geliefde Echtgenoote CORNELIA LOKKER, in den onderdom van 37$ jaar, na eene gelukkige echtvereeniging van bijna 10$ jaar, mi) na- latende vier kinderen, te joDg om het ver lies te beselTen. Mede namens wederzijdschs Familie: J. N. BOGAARDS. Leiden, 19 Februari 1899. (Maresingel 38). 1394 13 Verzoeke da* al* bijzondere en algemecne kennugeving aan Ie nemen. Ondergetsekenden betuigen langs dezen weg bun barteltjken dank aan Familieleden, Vrienden, Buren en verdere Kennissen voor de belangstelling, betoond bjj gelegonbeid vaa bun Zilveren Huwelijksfeest. 1409 Leiden, B. STIJGER. 20 Februari 1899. C. A. STIJGER - LaNcafc.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 3