N», 1,956
A°. 1899
<Qeze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van §on- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 13 Februari.
Feuilleton.
De bloem van het wond.
Dinsdag 14 Februari.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZEB COURANT)
Voor Leiden per 8 maanden. l.ift
Franco per pos»t 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PTÏT.TR DEEL ADVEBTENTEÊHt
Van 1 6 regels 1.06. Iedere regel meer f OJ7|. - Grootere
letters naar plaatsruimte - Voor het incasseer® bulten de stad
wordt f 0.06 berekend
Voor de anti-revolutionnaire kiesvereeniging
0Nederland en Oranje" trad op de heer J. H.
I)e Waal Malefijt, lid van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal, met een rede over „Werk-
lledenverzekering."
Na het verwet, dat de anti-rev. party on-
practisch wezen zou, met de historie in do
hand te hebben afgewezen, wees epr. op de
noo ^zakelijkheid om de beginselen dezer party
niet alleen te bestudeeren, maar ze ook toe
te passen op Staat en maatschappy. Uit deze
noodzakelykheid is geboren het breede anti-
rev. program van 1897, waarin de sociale
quaestie voorop wordt geplaatst. Door de
liberale party in den schoolstryd gewikkeld,
noemde spr. het de schuld van die party en
van haar alleen, dat de sociale quaestie, immers
alreeds in het program van beginselen van
1878 geschreven, eerst in 1897 kon worden
uitgewerkt. De Christen, die immers ook ge
leerd heeft te bidden om het dageiyksch brood,
heeft niet alleen oog voor de geesteiyke, maar
ook voor de stoffelyke belangen.
Van de leus der revolutie: „Vrijheid, geiyk-
heid en broederschap" was de laatste, „de
broederschap", reeds vergeten vóór zy alge
meen bekend was. Yan de gelykheid is op
maatschappeiyk terrein niets terecht gekomen.
Op de vryheid werd al de nadruk gelegd.
Te geiyk met de Fransche revolutie echter
kwam ook de revolutie in de industrie: de
stoom. Van nu af waren niet meer noodig
bekwame werklieden, maar werd alleen ge
vraagd vaardigheid in de hand. Daardoor is
de positie van den werkman onuitsprekeiyk
verzwakt en de arbeider staat weerloos. Voor
waar, de vruchten van den vryheidsboom zyn
niet geweest tot heeling van den arme; bitter
zyn ze van smaak en nog bitterder van
nasmaak.
De orde Gods is, dat de werkman, die brood
verdient voor zich en do zynen, geworden is
uit het kind, dat niets, en den jongeling, die
weinig verdient. Nu behoort ook naar die
zelfde orde die werkman zooveel te verdienen,
dat hy, oud geworden zynde, leven kan. Het
Christelyk beginsel eischt, dat we zorgen
voor elkander, en elkanders lasten dragen.
Billyk daarom acht spr., dat niet de werk
man alleen, maar ook de patroon do premlo
betale. Zal de verzekering doel treffen, dan
moet zy algemeen zyn. Met het oog op het
overgaogstydperk wordt tydelyke Staatshulp
onontbeeriyk geacht. De regeering, die echter
de verzekering zal invoeren, zal gehouden
zyn onze industrie te beschermen tegen de
concurrentie van het buitenland. Naar elsch
der anti-rov. beginselen behoort aan den arbeid
een eigen levenssfeer en heeft zyzelf ook haar
verzekering te regelen en to beheeren.
Wy bobben, zeide spreker, de vryheid lief,
ciet de Fransche, maar de oud-Hollandsche
vryheid, en deze vryheid wordt door ons
gevraagd voor den arbeid en de verzekering.
Eenigen der aanwezigen vroegen nog sommige
inlichtingen, die door den spreker welwillend
werden verstrekt.
In de in het Nutsgebouw gehouden ver
gadering van de Leidscbe Verzekeringsmaat
schappij tegen invaliditeit en ongelukken der
werklieden, voorgezeten door den heer A. J.
Van Achterberg, werd het jaarverslag over
1898 uitgebracht door den lsten secretaris,
den heer C. J. Van der Drift.
Daaruit bleek, dat de algemeene toestand
der Maatschappy over gemeld dienstjaar
gunstig was en geen ernstige ongelukken te
betreuren waren geweest.
Uit de rekening en verantwoording van den
penningmeester, den heer C. R. VanRuyven,
alvorens bereids door een commissie nagezien
en accoord bevonden, bleek, dat ontvangen
was aan netto premièn ƒ2484.915, na aftrek
van restitutie over de te voren betaalde
premiën en contributiën ln 1898, loopende
over 1899.
Uitgekeerd was aan 59 invaliden ƒ801.50,
tegen 650.52 aan 60 invaliden in 1897. De
behaalde winst op de verzekeringspremiön
bedroeg ƒ533.33.
Het aan de aandeelhouders uitgekeerde
dividend bedroeg 6 pet. en de premie voor
behaalde winst 12'/a pet., zoodat belangheb
benden '/e terug ontvingen van de gestorte
premiën.
Op 1 Januari 1898 waren 86 polissen van
waarde, by gekomen in den loop van dat jaar
104, vervallen 38, zoodat op 3L December
1898 het aantal nog loopende polissen be
droeg 152.
Van het maatschappeiyk kapitaal, groot
20,000, was thans weder volgeDs reglement
2000 gestort, totaal 6000, zoodat nog
ƒ14,000 moest worden gefourneerd.
Een graphische kaart, vervaardigd door de
zorg van den hoer Van Ruyven, gaf duide-
ïyko voorstelling en overzicht van den stand
en vooruitgang der Maatschappy sedert haar
oprichting.
In verband met het by de Staten-Goneraal
aanhangige wetsontwerp op de verzekering
van werklieden (Ongevallen-wet) en by de
onzekerheid of by eventueels tot-stand koming
als wet van dit ontwerp, wellicht tot ont
binding der Maatschappy zou moeten wor
den overgegaan, werd besloten, met in
trekking in zooverre van een vroeger be
sluit om een bedrag van 4000 op hypo
theek te plaatsen, voormeld bedrag thans
te beleggen in Rotterdameche of Hol-
landsche pandbrieven van 1000 3# en
zulks uit overweging dat by opheffing der
Maatschappy die pandbrieven spoedig te ver
zilveren zullen zyn, het welk uitteraard met
een geldbelegging als verband op onroerend
goed niet zoo spoedig het geval kan wezen.
Na bespreking van eeniga onderwerpen
van huishoudelyken aard werd de vergadering
door den voorzitter gesloten.
Aan de Kweekschool voor Bewaarschool-
houderessen alhier, is het examen afgenomen
voor de akte A (hulpakte) by de bewaarscholen.
Aan de volgendo dames werd het diploma
toegekend:
A. Biersteker, van Leiden; N. Buising, van
Groningen; T. Beyl, van Breda; M. Couvée,
van Leiden; L. De Haan, van Gorredyk; R.
Heeren, van Lieve-Vrouwen Farochie; M. Den
Hollander, van Djokjokarta; H. Janszen, van
Vlissingen; J. Kress, van "Westervoort; C.
Langerye, van Berkhout; C. Landzaat en
A. Maartense, van Leiden; M. Maurenbrecher,
van Pasoeroean; C. Merz, van Utrecht; B.
Mokking, van Arum; A. Moolenaar, van
Haarlem; A. Mulder, van Sandpoort; G. Pernó
en M. Van Raay, van Duiden; J. Welle, van
Zaandyk; A. De Wit, van Haskerdyken.
De commissie van financiën heeft geen
bedenkingen tegen bet voorstel van B. en
Ws. tot het overnemen ln eigendom en onder
houd van de straten, ontworpen in het door
de heeren M. H. Fontein en M. De Tombe
ingediend stratenplan voor het perceel Sectie
K No. 721, gemeente Leiden, tegen betaling
door adressanten van een som van 1600
als tegemoetkoming in de kosten van be-
etratiog en rioleeriug, waarvoor de gemeente
in hun plaats zal zorg dragen.
Zy geeft den gemeenteraad derhalve in
overweging overeenkomstig het voorstel van
B. en Ws. te besluiten.
In verband mot het bepaalde by art. 3
van het Raadsbesluit van den 15den December
1892, stellen B. en Ws. den gemeenteraad
voor het schoolgeld voor W. De Boer en A.
Ve rman, leerlingen van de Kweekschool voor
Onderwyzer6, woonachtig resp. te 'a-Graven-
bage en te Bodegraven, vast te stellen op
2 per vak per kwartaal, aangezien het in
komen Vjq hun ouders ligt tusschen 1000
en ƒ2000; en dat voor 0. A. H. Taminiau,
woonachtig te Gouda, op 4 per kwartaal,
aangezien het inkomen van zyn vader tus
schen 600 en 1000 bedraagt.
Aan den Gemeenteraad is het volgende
adres g ii-ht:
Namens den Kerkeraad der Ned.-Herv.
Gemeente alhier, geeft de Commissie, daartoe
benoemd: ds. S. H. J. De Wolff, ds. J. J. Van
der Lip en P. J. Mulder, met verschuldigde
achting te kennen:
dat zy de Betblehemskerk wenscht te
koopen voor do som van vier duizend gulden,
ten behoeve der Ned.-Herv. Diaconie alhier;
dat zy vermeent daarop eenlge aanspraak
te mogen maken wagens het veeljarig gebruik
daarvan en de groote kosten reeds vroeger
daaraan besteed, en nu door den bouwvalligen
toestand de herstellingskosten voor hun reke
ning zal nemen, volgens laatste aanwyzing
der deskundigen.
Naar aanleiding van dit adres doelen B. en
Ws. het volgende ter toslichting mede:
In den loop der maand Augustus van het
vorige jaar werd door den inspecteur der
bouwpolitie de aandacht van B. en Ws. ge
vestigd op den bouwvalligen toestand, waarin
de aan de gemeente toebehoorende Betblehems
kerk, op den hoek van de Lammermarkt en
de Prinsensteeg gelegen, zou verkoeren. De
voor- en zygevel van het gebouw zouden ge
scheurd zyn en naar buiten uitwyken, terwyi
ook de binten aan oe uiteinden in een toe
stand van verrotting zouden verkeeren. Een
nader onderzoek, onmiddellyk op last van B.
en We. door den directeur der gemeente
werken ingesteld, bevestigde de juistheid dezer
mededeeling. Het gevolg hiervan was, dat de
Burgemeester krachtens het bepaalde by art.
2 der Verordening van 28 April 1898 aan de
commissie van do Betblehemskerk, te wier
behoeve de Kerkeraad het gebouw van de
gemeonto gehuurd had, onmiddellyk in het
belang der veiligheid van do bezoekers het
verder gebruik daarvan meende te moeten
ontzeggen.
Vervolgens werd een onderzoek door B. en
Ws. ingesteld naar den omvang der restauratie,
welke de kerk zou behoeven, en de uitgaven,
welke daarvoor zouden vereischt zyn. Het
bleek toen, dat een volledig herstel aan de
gemeente niet minder dan 1200 zou kosten.
Daar deze uitgave B. en Ws., met het oog
op den uiterst geringen huurprys, welken de
gemeente van dat gebouw trekt, nl. 25
'sjaars, niet wel gerechtvaardigd toescheen,
droegen zy den directeur der gemeentewerken
op alsnog een tweede onderzoek in te stellen
naar den omvang en de kosten alleen van
die werken, welke volstrekt noodig waren,
om het gebouw voor den verderen loop van
den huurtyd, welke met lo. Juni 1903 eindigt,
behooriyk te verzekeren, opdat de gemeente
zich tegenover de huurster van haar ver
plichtingen als eigenares zou kunnen kwyten.
De uitslag van dit onderzoek was, dat een
partiëele, maar voor de eerste jaren voldoende
restauratie, voor ƒ500 zou kunnen worden
uitgevoerd.
Inmiddels, alvorens nog eon bepaald voor
stel van B. en Ws. omtrent aard en omvang
der uit te voeren her6telwerken den gemeente
raad had bereikt, werd bovenvermeld adres
by den gemeenteraad ingediend.
Inderdaad komt het daarin gedane aanbod
B. en Ws. alleszins aannemelijk voor. Tegen
den verkoop ze-lven toch van het gebouw,
dat nooit voor gemeenteiyke doeleinden ge
diend heeft en daaraan ook niet licht dienst
baar gemaakt zou kunnen worden, bestaat
h. ien ook naar het oordeel der Commissie
van Fabricage, geenerlei bezwaar. En ook de
geboden prys komt B. en Ws. alleszins vol
doende voor, te meer, wanneer men met de
aloude bestemming van het gebouw rekening
houdt. Immers, dit heeft ten allen tyde voor
kerkelyke doeleinden dienst gedaan. Sinds
18S3 is het aan de Ned.-Herv. Gemeente
verhuurd tegen e9n huurpry6 van 25 's jaars,
terwyl deze het gedurende de daaraan voor
gaande 25 jaren kosteloos in gebruik had
met bet oog op de belangryke herstelwerken,
welke zy destyds voor haar rekening nam.
Bovendien vergete men niet welke belangryke
uitgaven het herstel der kerk ook nu weer
zal vorderen.
Intusschen zouden B, en Ws. meenen aan
den verkoop de voorwaarde te moeten ver
binden, dat het kerkgebouw ten allen tyde
voor kerkelyke doeleinden bestemd zal biy ven,
en tevens daarbij te moeten bedingen, dat de
Kerkeraad, indien hy het gebouw te eeniger
ty<l mocht willen vervreemden, dit in de
eerste plaats aan de gemeente behoort aan
te bieden voor den prys, waarvoor het thans
wordt afgestaan.
By onderzoek is B. en Ws. gebleken,
dat F. H. Zandbergen, thans nog leerling
van de Hoogere Burgerschool voor Jongens
alhier, den laten Maart in een betrekking zal
gaan te Tiel en mitsuien de lessen aan de
Hoogere Burgerschool daarna niet meer zal
by wonen.
Zy geven daarom in overwegiog gunstig
op bet desbetreffend verzoekschrift te be
schikken en don heer A. J. Zandbergen vry-
stelling te verleenen van de betaling van
schoolgeld voor zyn zoon Frederik Hendrik
over de laatste twee kwartalen van den
cursus 1898/99.
Mevrouw L. J. Hissink, geboren Snelle-
brand, te 's Gravenhage, geeft den gemeente
raad te kennen, dat haar zoon sedert Maandag
23 Januari de lessen aan de Hoogere Burger
school in deze gemeente volgt.
Mitsaien heeft zy de eer te verzoeken haar
vrijstelling van schoolgeld te willen verleenen
over het eerste kwartaal on de helft van het
tweede kwartaal van den loopenden cursus.
Ten aanzien van dit verzo kschrift co in
B. en Ws. den Raad opmerken, dat de ver
ordening op de schoolgelden geen teruggave
of vry8teliiug van schoolgeld over een gedeelte
van een kwartaal toelaat
Daar overigens juist is, dat de zoon van
adrossante, uit Oost Indië gekomen, eerst
sedert 20 Januari de lessen aan de Hoogere
Burgerschool voor Jongens volgt, goven zy
in overweging aan adressante vryst-Hing te
verleenen van dÖ&etaling van schoolgeld voor
haar zoon over het eerste kwartaal van den
loopenden cursus.
Aan de universiteit te Gitssen promo
veerde magna cum laude tot doctor ia de
vteart8enykunde de heer D. A. De JongJzn.,
Inspecteur eer vee- en vleeschkeuring 11 Leiden,
op proefschrift: „Untersuchungen über Botrio-
myce8".
De Leidsche wielrijders vereeniging „AU
Right" gaf Zaterdag-avond in den foyer der
Stadszaal baar zevenden Momus-avond. Er
heerschto een gezellige stemming, dank zy
den uitgevoerden muzieknommers door eenige
musici en den komischen voordrachten van
enkele leden, van wie er by waren uie een
verbazend succes hadden, o. a. „Akelig ver
velend", dus in tegenstelling van den titel
zelven, alsmede het „theatre móchanlquo".
Twee leden, de heeren S. en H., die reeds
meermalen op de samenkomsten hun ge
waardeerde medewerking ha oen verleend,
ontvingen thans ieder als lyk van erk-ntelyk-
heid een fraaien krans, welke hun door oen
voorzitter, die by den aanvang allen opge-
komenen het welkom had toegeroepen, namens
do vergadering met een bart.lyke toespra?k
werd aangeboden. Een bal met vol deel
nemende paren bield de feestgenooten nog
langen tyd byeen.
Men verzoekt ons mede to doelen, dat
de pogingen, aangewend voor oen tweede
opvoering van „De drie Katovitertjes", niet
zyn geslaagd.
De „Staats-Courant" van heden behelst
de statuten van de Hillegomsche Bankvereeni-
ging, te Hillegom, bewilligd L>y Koninkiyk
besluit van 28 Dec. 1898, m-t oen kapitaal,
groot 250,000, verdetld in 500 aandeelen,
elk groot ƒ500, waarvan de eerste serie van
100 aondeelen gcplaat-.t is.
Directeur is de heer E. De Lanoy en com
missarissen zyn de heeren D. Wontholt, H.
F. Bultman, L. M. J. Immink, mr. H. Tuyme-
laar en mr. H. Pb. 't Hooft.
Het doel der vennootschap is:
a. het koopen on vorkeopen van effecten
en wissels op het binnen- on buitenland, het
inca8seeren van wissels en ander handelspapier;
b. de handel in coupons en vreemde geld
speciën, betzy voor eigen rekening, hetzij voor
rekening van derden;
c. het ontvangen van gelden U deposito cn
in rekening-courant;
Slot)
Irmi voldeed aan den wensch. De graaf
schroefde den ring af, waarmede het kruis
aan den band hing, schoof het kruis open en
duidelijk zag men in het kruis de initialen:
E. Von F.
De graaf greep Irmi's hand.
„Qy zjjt Ermeotrude Von Felseck," riep hij
vurig uit, „dit kruis hing ik u zelf om op
den dag van uw doop."
„Hoe, Irmi ia uw nicht, heer graaf?" riep
Stoffer verrast.
,Ik bon daarvan overtuigd, en het be wij e,
dat ik hier voed, moet zelfs den ongeloovigsto
overtuigen. Kom aan m(Jn hart, bemind kind,
Bü, de vreugde en de treta van mijn ouder
dom, trooeteree voor de geliefdeD, die mi)
zoo wreed ontrukt zyn. Morgen breng ik u
haar München, om u daar in uw rechten te
herstellen. Daarna keeren wij in ons oud slot
terug, opdat gy uw rijke bezittingen zult
leeren kennen. U echter, wakkere mannen,
dank ik uit den grond mijns harten voor
kilos, wat g(j voor het geliefde kind hebt
Medaan. Kau ik dien dank met daden bewijzen,
dan zult gij ook m(J gelukkig maken. En gij,
graaf Alban, zult mi] daarin behulpzaam zijn,
omdat u geen persoonlük belang leidt."
Alban had tot nu toe zwijgend toegeluisterd
te onverwacht was alles geschied. Irmi's hand
hield hi) vast, als zou geen macht ter wereld
baar hom ontrukken. Toen Felseck hem
aansprak, schrikte h|J.
„Vergeef mi), heer graaf," antwoordde hij,
„onder de aanwezigen le wel niemand, dieu
het voorgevallene zoo ontroert ala mij."
„GiJ spreekt in raadselen," meende Felseck,
„verklaar u nader."
„Gaarne, heer graaf I Ik erken do jonkvrouw
hier, die wy einda jaren als Irmi Wolf
koudon, als uw nicht, Ermeotrude Von Felseck.
By myn laatste vstblyf hier verklaarde ik Irmi
myn liefde, en toen haar hart my verhoorde,
verzocht ik haar pl.egvader om baar hand.
In tegenwoordigheid van den slotvoogd en
Berk verloofden wy ons, ea ieder in het
boschhuis weet, dat Irmi myn bruid is."
„Hoor ik goed, graaf Rottnacb, verloofdet
gy u met een mende zander naam En wisten
uw ouders daarvan?"
„Hetzelfde uur, waarop lk in München
aankwam. Het viel hun zwaar, maar ik lieg
niet, zoowel myn vader als myn moeder
kenden en beminden myn bruid en verzochten
my slechts onze verbintenis wat uit te stellen."
Het voorhoofd van den graaf van Felseck
verduisterde.
„Myn jeugdige vriend," zeide hy, op ieder
woord een klemtoon leggende, „gy handeldet
zeer edol, zeer grootmoedig, maar gy zult
met my bekennen, dat een belofte, door Irmi
Wolf eens gedaan, niet bindend is voor gravin
Ermentrude Von Felseck. Ik heb als hoofd
van ona geslacht het recht, over de haDd
van myn nicht te beschikken, en als zoodanig
breek ik de verloving af."
„Gy kunt my do hand van uw nicht
weigeren, maar kunt gy ook over haar hart
gebieden? Gy zsgt, dat gy haar gelukkig
wilt maken
„Ja, dat zat van af heden myn levensdoel
zyn. Ermentrude zal ds wereld met al haar
schoonheden, met al baar vermaken leeren
kennen; zy zal weten, wat hoogen rang
zy bekleedt, welke rykdommen zy bezit,
eo, geloof my, die kinderliefde zal spoedig
wel vergeten zyn."
„Gy dwaalt, oom," riep Irmi of Ermentrude,
zooals zy van nu af aan heette, „wanneer
gy dat meent. O, oom, verlang dat niet van
myl Hulpeloos heb ik in de wereld verkeerd
en boor nu aerst van myn ouders; thans
verneem ik, dat zy dood zyn, en nu wilt gy
my van hem Bcheiden, die my in myn ellende
heeft bygestaan! Het woord van trouw, dat
Irmi Wolf gegeven beeft, houdt ook gravin
Ermentrude Von Felseck. Liever mie ik al
myn rykdom en stand, dan de liefde van
Alban door myn woord niet gestand te
blyven."
Zachtkons, haast fluisterend, was Ermen
trude begonnen te sprekeD, maar baar stem
word hoe langer hoe vuriger; trotsoh hief
zy het hoofd op en haar oogen bliksemden.
Verwonderd bemerkte haar oom de veran
dering in haar trekken.
„Dat het dan zoo zy," zeide hy langzaam.
„Kind, gy zyt sen echte Felseck, dat hebt gy
bewezen. Gy doet uw naam geen oneer aan.
Wie had dat achter die kinderlyke trekken
gezocht? Ik zie, dat ik myn nicht al verloor,
nog voordat ik ze gevonden had."
„Niet juist; mynheer, gy wint slechte een
neef!" troostte Alban.
„En een neef, waarvoor goen vorst zich
zou behoeven te schamen," bromde Gregoor
Rntger half luid.
„Ik voeg my naar uw wenschen," ver
klaarde Felseck, ,maaral te spoedig zou
ik u niet graag gehuwd zien. Doch dat
bespreek ik met graaf Rottnach wel; ver
loofden zyn meeat onverstandige menachen."
In Würzbuvg aangekomen, voorzag graaf
Felseck zyo mokt van allee, wat baar rang
voreiachto. Met een statig gevolg keerdo de
hooggeboren lfemantrndo gravin Von Felseck
in het Rottnachsche huis terug, dat Irmi
Wolf als vluchtelinge bad verlaten.
Door die lstsverwiaaeltog was graaf Rott
nach vreugdevol verreet. De gravin zeide
eenvoudig
„Myn dierbaar kind, ik kan van Ermentrude
Vou Felseck niet méér houden dan ik van
Irmi Wolf gehouden heb."
De volgende lente, toen de natuur uit haar
winterslaap ontwaakte en alles groeide on
bloeide, kwam een jonggehuwd, ons welbekond
paar in het boschhois de wittebroodsweken
doorbrengen.
Het was op denzelfden dag, dat Alban, jaren
terug, Irmi op den weg naar de poort voor
het eerst gezien had.
„Weet gy nog?" fluisterde de gelukkige echt
genoot, toen zy gearmd voor het venstor ston
den en op het rustige, in maneschyn liggende
landschap staarden. „Toen ik u op dat wegje
zag als een kleine bloem onder de bloemen,
als de bloem van het woud, toon wout gy
reeds myn bart."
„Hoe zou ik dat vergeten? Ondanks al het
schoone en al het vreeseiyke, dat ik in dien
tyd doorleefd heb, vergeet ik dat ongetwyfeld
nimmer."
„Laat ons het treurige vergoten en slechts
aan het schoone blyven denkeD," antwoordde
Alban. „God heeft ons altyd beschermd en my
opgedragen, steeds trom: en zorgzaam voor
u te waken."
En vaster drukte hy haar tegen zich aan.
Het blaadje, door den stormwind van den boom
genikt, had aan zyn trouw bart een schuil
plaats gevonden, van waar geen orkaan het
kon verjagen.