SIS
m
Jpj
B
i
§1 H
1
18 si
§p
gü ffe
n
(B
m
WÉ
wk
Burgerlijke Stand.
koDnis hiervan mede gebruik gemaakt ten
dienste van het gesticht.
Bjj de indeeling bij den arbeid wordt reke
ning gehouden met de constitutie en den
aanleg der individuen, zoodat sommigen meer
aan onderdeelen van de eerste soort van werk
(het reinigen, de wasch met bybehooreD, koken)
anderen meer aan onderdeelea van do tweede
soort (naaiei^ breien, hakeD) zullen doen.
Elke verpleegde doet haar eigen bed en
houdt voor zoover zy er too in staat is
haar eigen kleeron in orde.
Rijksopvoedingsgestichten voor jongens.
De verpleegden der eerste categorie worden
in de avonduren groepsgewijze onder leiding
en toezicht van bewaarders aan het repareeren
van hun kleedingstukken en aan het schillen
van aardappelen en schoonmaken van groenten
gezet.
Verpleegden uit de tweode en derde cate
gorie, die geen geschiktheid voor een bepaald
vak, in het gesticht ondorwezoD, blijken te
bezitten, vormen een zoogenaamde reinigers-
ploeg, die onder leiding en toezicht V3n enkele
daartoe bepaald aangewezen bewaarders-reini
gers met het schoonmaken van het gesticht
zijn belast; terwijl eenigen deo bewaarder-
waschbaas en oen paar den kok assistentie
verleenen.
Elke verpleegde heeft zön eigen alkoof en
zijn eigen kleoren schoon te houden."
Zooals men we9t, heeft de RegeeriDg het
ontwerp tot verhooging van de
accijnzen op wijn en gedistilleerd
ingetrokken.
Het Handelsblad resumeert volgenderwijs
de feitOD, die tot die intrekking hebben aan
leiding gegeveD.
„Sedert de indiening van dit voorstel, waar
tegen van vele zijden bezwaren zv)d geopperd,
zijn twee belangrijke feiten voorgekomen. De
Staatebegrooting voor 1899 is ten gevolge
van de behandeling in de Tweede Kamer
met een aanzieolyk bedrag verminderd, en
de laatste staat der ontvangsten uit belas
tingen en heffingen heeft getoond, dat er
ruim 3 millioon meer in de schatkist is ge
vloeid dan een jaar geleden geraamd was.
In September, bij de indiening der Staatsbe-
grooting, schafte de minister van financiën
dit surplus op slechts even boven 2 millioen.
Er is dus ruim 1 millioen meer ontvangen
en reeds bij de ontleding d9r cijfers hebben
wfi er dan ook op gewezen, dat de tegen
valler, bij de uitkeeringen aan de gemeenten
ondervonden, door die uitkomst nagenoeg is
gedekt.
Er bestaat dus geen dringende behoefte
«meer aan hoogero belastingheffing."
De Asser Couranthet betreurende, dat by
de begrooting weer zooveel tyd door de
Tweede Kamer verpraat is, geeft
het volgend advies om do beraadslagingen
beknopter te maken en de Kamer vlugger
te doen werken. By huishoudelijk reglement
worde bepaald, dat niemand meer dan een
half uur mag praten, bij repliek niet meer
dan een kwartier, en voor de derde maal
«aiet langer dan vijf minuten.
Eet Vaderland verklaart zich tegen dit
voorstel.
„Zeer vele redevoeringen nemen ook nu
geen half uur in beslag, terwijl andere, die
langer duren, dikwijls van dien aard zijn, dat
je niet zonder schade voor de zaak tot een
half uur zouden kunnen worden ingekort.
Geeft men nu iedereen het recht een half
uur te praten, dan loopt men kans, dat wie
praten willen, dan ook ten volle van hun
recht willen gebruik maken, en dat de een
dea ander aflost De kwaal zit minder daar,
dat elke redevoering op zichzelf te lang is,
dan wel, dat er te veel sprekers zijn en te
veel redevoeringen worden gehouden, die op
hetzelfde neerkomen."
Het blad .geeft daarom andere middelen tot
bekorting aan.
Vooreerst een strenger vasthouden van den
regel, dat men slechts by uitzondering voor
de derde maal het woord mag voeren over
eenzelfde onderwerp.
Voorts speciaal wat de bekorting van het
begrootingsdebat aangaat vastknooping
van de politieke discussion aan het adres
van antwoord (zonder ze dan, gelijk
vroeger geschiedde, by de behandeling der
Staatsbogrooting te herhalen), en vereenvoudi
ging van het recht van interpellatie, opdat
men het geheele jaar gemakkelijk vragen kan
doen en niet alle grieven worden opgezouten
tot de begrooting.
„Een derde middel, dat misschien effect
zou kunnen hebben, zou zijn het onlangs in
De Nederlander aanbevolen denkbeeld vaD de
instelling van vaste commission, onder wie de
verschillende wetsontwerpen naar bun aard
verdeeld zouden moeten worden. Althans wij
stellen ons voor, dat met zulk een com mis-
8orialen arbeid niet alles behoefde to blijven
liggen, totdat de spaarzame gelegenheid zich
voordeed om weer eens sectie-vergadering te
houden. Een speciale commissie zou licht
gelegenheid vinden door te werken, waar voor
de geheele Kamer die gelegenheid ontbreekt."
UITLOTINGEN. Pargs. 2'/3-poie.-premio]oten
1892. Trokking op 23 Januari 1899. Eooge prijzen:
609847 fr. 100,C00, 409266 fr. 60,000, 407682 eu
6535.3 fr. 10,000.
De volgende nummers met fr. 1000:
351426 178088 84 041 166811 103359 498116 101849
60779 492149 14667 4:9476 336090 110269 280389
19C7 14 511 7819 39999 403979 559406 226136
409300 13u971 306076 489860 442729 106623 534276
337116 435806
Botaalbasr 15 Februari 1899.
Uit Transvaal
XX.
Een tweedo moeilijkheid was de aanleiding
tot het aanbrengen van groote verbeteringen
in onzen toestand. Lang was er reeds gepraat
over de noodzakelijkheid van het bouwen
eoner nieuwe school en daarbij behoorende
onderwijzerswoning; tot nog toe was het by
praten gebleven. Toen de eigenaar van hot
schoolgebouw (de vroeger besproken ox-bok-
kenstal) echter een kennisgeving zond, dat
tegen dien en dien datum de school ontruimd
moest wozen, daar hy er zijn intrek in zou
komen nemen, moest er wel meer ernst ge
maakt worden met de plannen. De commissie
kwam b(j elkaar en de zaak werd van alle
kanton bekeken. Ik had gezorgd verschillende
plannen aan de hand te kunnen doen: aanvrage
te maken by het Gouvernement om hout en
ijzer, waarby de Regeering dan tevens de
noodige hulp zou geven om het gebouw in
elkaar te zetten; geld opnemen en aanvrage
doen om rentevergoeding; met de belang-
hebbers samon de kosten dragen; het voor
rekening der commissie doen, of dat één
persoon het geheel alleen zou ten uitvoer
leggen. Geen der plannen vond bijval. De een
misgunde aan den ander bet voordeel en de
eer en elk zag tegen de moeite en kosten
van de onderneming op. Neen, laat ik niet
zeggen: „elk". By alle beraadslagingen had
oom Jan steeds gezwegen. Eindelijk stond hp
op en zei: „Nu, als geen een nie kans ziet,
dan sal ik hom bouw, soos die moet wees."
„All right", antwoordde ik, mjjn heeren, de
zaak is afgedaan. Toen kwamen de „jamaars".
Ik haastte mij echter toeo, de vergadering
geëindigd te krijgen, om geen onnoodige be
zwaren te zien voorbrengen. Iedereen scheen
afgunstig te zijn op oom JaD, die den moed
bad gehad de zaak aan te durven en van
alle kanten kwamen de waarschuwingen:
Meester hoof niet te reken nie op die beloftes;
Meester zal nooit klaar kom met die korrelkop,
enz. Ai gauw maakte oü Jan een begin met
het werk. Na samen een bestekje gemaakt
te hebben, maakte hy e9n afspraak met eenige
jonge mannen, die tegen een bepaalden prijs
de noodige steenen zouden vormen en in den
oven pakkon; dan kon hij gaan uitbranden,
als by terugkwam van een voorgenomen
handelstocht.
Twee dagen daarna ging oü-Jan op tocht
in de hoop, na een maand met frisschen
moed bet bouwen te kunnen beginnen. Zoodra
was hij echter niet uit de kloof, of de natver
was druk in de weer, om klippen in het pad
te leggen, wat ten gevolge had, dat er van
het steenenmaken niets kwam. Bjjna had ik
nog de dupe van de historie geworden. Vroeger
was de gewoonte geweest: het eene halfjaar
„boven" in de kloof school, het volgende
halfjaar „onder". Nu was de school meer dan
zes maanden „ondor" (eigenlijk balfpad „onder")
geweest, dus nu moest by maar naar „boven"
verzet worden, dan was die heele schoolbouw-
quaestie uit en (wat het voornaamste was)
de eigenaar van het schoolhuis-boven zou ook
een voordeeltje hebben. Dat stond ons in het
geheel niet aan, omdat meester dan nog ellen
diger af zou zijn en het zou moeton verdragen,
dat de baas van de plaats in een paleis
woonde, gerekend tegen zyn woning. Ik ver
klaarde geen marskramer te wezen en dus
ook niet rond te zullen trekken met de school-
meesterdery. Het zou me daarenboven een
grooto schade veroorzaakt hebben daar de
afstand voor de kinderen van „onder" dan te
groot zou geworden zyn, om di9n tweemaal
op een dag in die hitte te kunnen afleggen.
Toen die vlieger niet opging, trachtte men
ons midden in de kloof te stationneeron in
een van de antiekate voortbrengselen van
boerenbouwkunst, waarin kort te voren een
oudo vrouw na een langdurige ziekte was
overleden, zoodat er ook al geen aangename
herinneringen aan dat sombere huis verbonden
waren.
Het voorhuis zou dan voor schoolkamer en
de rest voor ons gebruik aangewezen zyn.
En wat: „die Hollander moest maar mak
gemaakt worden, als alles uit de school en
het huis eenvoudig daarheen gebracht werd,
als de meester en zyn vrouw weg waren,
dan zou er wel niets voor hem opzitteD, dan
maar te gaan waar zyn goed was." Zoo
redeneerden er velen, die tot nog toe gewend
waren geweest hun meesters te behandelen
als van hen geheel afhankelyke slaven. Dit
plan werd geheim gehouden, maar kwam
ons ter oore door middel van een der school
gaande meisjes, die ons kwam waarschuwen,
omdat zulk een behandeling toch te hard zou
zyn voor meester en juffrouw, die reeds zoo
ver van hun land en familie waren wegge
gaan. We waren het goede kind dankbaar
voor de waarschuwing. Het maakte my een
beetje warm van binnen, doch ik besloot do
zaak kalm op te nemen en te toonen, dat
die Hollander van menscheD, die zich Chris
tenen noemen, een Christeiyke behandeling
eischte. Myn vrouw verzekerde ik, dat, zoo
de raenschen by zulk een voornemen bleven,
ik onmiddeliyk ons goed zou laten biyvon
waar het was en aan het Gouvernement oen
andore plaats aanvragen. In de gesprokken
met anderen liot ik van nu af duidelijk mer
ken, dat ik nu een beetje haastig werd wat
de beloofde verbeteringen betroft en dat ik
in geen geval genoegen zou nomen met eenige
verslechtering, dat ik dan onmiddeliyk weg
zou gaan. Natuurlijk werden zulke woorden
dan gauw rondgedragen om iedereen er van
op de hoogte te stellen. Eindeiyk zou e9n
der permantigsten het nog eens als by toeval
ter sprake brengen en ons dan laten ge-
wodleDf boe afbankeiyk we waren; waar
zouden meester en juffrouw beeDgaan, ze
konden nergens heen en het was maar goed,
want dan zouden ze een bietje zouten". „Ah,
zoo," zei ik, „ik wist niet, dat jullie zulke
lieve christonraenschen wareD, dioeen vreem
deling zoo maar kunnen opofferen aan je
luiheid en eigenzinnigheid. Dat is zeker de
tospassing van het voorschrift uit den Bybel,
dat je een vreemdeling goed verzorgen zult.
En waar we heen zullen gaan? Zoolang ik
myn armen aan myn ïyf, myn hoofd op myn
romp en God in den hemel heb, ben ik Diets
bang voor myn toekomst."
„Maar als wy nu eens willen, meester 1"
was de tegenwerping. „Ja, m'n goeie vriend,
dan is het 't beste, dat jullie het eens pro-
beeren en zien hoever ja komt", hernam ik.
„Misschien vioat je dan een merkwaardige
overeenkomst tusschen den meester en zyn
hond. Je weet, hy is trouw, 't stomme dier,
maar to9n ik hem laatst een koord om den
nek deed om hem mee te nemen, uit vrees,
dat by me niet volgen zou, wilde by volstrekt
niet loop9n. In myn ongeduld sleepte ik hem
een eind mee, doch hy verkoos geen poot te
verzetten. Toen ik het touw losmaakte, liep
by echter gewillig en vroolyk mee. Zoo willen
we ook wel deelen in al het zwaar, wat jullie
ondervinden en niet verhelpen kunnen, maar
door dwang in moeilyko omstandigheden ge
bracht te worden, zullon wo niet verdragen."
Spoedig was het iedereen bekend, dat ik zoo
parmantig gesproken had. Van „onder af"
kwam toen het voorstel om „onder" een
school en huis beschikbaar te stellen. Daar
door nam de stryd een ander karaktor aan.
„Onder" behoorden alle menscbon tot de
„Vereenigde Kerk" en bovon tot de Ned.-
Hervormde. De eerste is moer Engelsch-gezind
en de laatste streng nationaal in haar streven,
hoewel er onder de eerstgenoemde ook oprechte
vaderlanders gevonden worden. Het is te be-
grypen, dat er dus altyd eenige wryving is.
Als ik het aanbod aanvaard had van de
onderste menschen, waren de bovenste al
besloten hun kinderen uit de school te nemen,
want dan zou die meester ook zeker wel gauw
tot de Yereonigdo Kerk behooren en daar
wilden zy niets van weten. Zonder my vooraf
te raadplegen had de voorzitter, beïnvloed
door de bovenste menscben, een algemeene
byeenkomst bepaald, om daar aan do onderste
menschen te doen verstaan, dat zy het nooit
zouden dulden, dat wy onderkant gingen
schoolhouden. Gelukkig hoorde ik hot nog
tydig genoög, om te kunnen voorkomen, dat
de brand ia het buskruit werd gestoken.
Ik wist den voorzitter over te halen, te
gaan spreken met den oigenaar der „school",
ton olnde het schoolgebouw nog eenige maan
den in gebruik te kunnen hebben. Het woon
huis zou ik dan ontruimen en wel zien een
onderkomen te krfigen, hetgeen me niet
moaiiyk viel, daar allq „menschen van onder"
ons wilden helpen. We behielden zoolang het
schoolgebouw en op de uitgeschreven vergade
ring wist do voorzitter het on weder te doen
afdryven. Een huis, dat „onder" in aanbouw
was, zou nu ook spoedig voor ons iDgericht
worden.
Binnen veertien dagen was odzo nieuwe
woning gereed, een keurig net afgewerkte en
geriefeiyk ingerichte woning: een groote voor
kamer, twee ruime slaapkamers, eeu eet
kamer en een kombuis of keuken met stook
plaats en oven.
In dien tyd had ik een transportryder ge
huurd om ons goed van Krugersdorp te halen.
Spoedig kwam het bericht: het goed is op
Zeerust, maar hot ia banjer vernield. Hulp
vaardige handen waren er genoog om ons
verder te helpen. De penningmeester, onze
bekende ex-olifanten en leeuwenjager, ging
met een ossenwagen om ons goed in de Kloof
te brengen. Op een morgen, eenige dagen
later, werden we 's morgens in oris kapitool
gewekt door het gesnater van een troep
ganzen. In dien nacht was de nieuwe bewo
ner van ons huis aangekomen met al zyn
levende en verplaatsbare have: het waren
zyn ganzen, die ons aankondigden, dat „wo
pad moesten geven".
Bionen weinig tyd was ons armoedje op
den wagen geladeDj dien oom Jan daar al
gereed had. Het had voor ons wel iets van
een uittocht uit Egypte. Den volgenden dag
arriveerde ons goed. Maar in wolk een toe
stand I Het leek ons alsof er niets bruikbaars
meer by kon wezen. De kisten waren door
de douanen degelyk geïnspecteerd, dat was
uit alles te bemerken. Alles was er uitgehaald,
wat er zoo met zorg was ingepakt en na de
visitatie door elkaar er weer ingestampt. De
kisten waren opengebroken, niet openge-
8Chroefd; twintig-centimeter-lango spykers, er
overal ingehamerd, moesten do planken byeeu-
houden, waaraan alle verband ontnomen was.
Linnengoed en boeken hadden, behalve van
het wat6r, veel geleden van de muizen. Wat
niet stuk kon was weg on wat stuk kon,
was stuk. Wat van myn boeken rist netjes
genoeg was, droegen de kinderen naar een
grooten kuil, goten er pardflne (petroleum)
over en staken het in den brand. Onze spyt
was niot zco erg groot. Yooreerst had de
lydzaambeid, waarmee de monschen hun ver
liezen tydens de rundprpest droegen, ons
geleerd het droevige met wat meer kalmte te
aanvaarden en ten tweede hadden wij de
ondervinding opgedaan, dat veel huisraad veel
zorgen meebrengt, als men niet lang zeker
is van een vaste woonplaats. Wy hadden
trouwens nog ruim genoeg over om ons huis
te garneeren. Nu wy wisten, wat er ontbrak,
was het een kleine moeite om er dat weer
by te koopen.
Van af dat oogenbllk begonnen we als het
ware een nieuw le^en. Een lief huisje, eeD
prachtig uitzicht op de grillig gevormde rots
gevaarten voor ons, wier naaktheid byna
overal bedekt werd door een weelderigen
plantengroei, vriendelyko buren op eenige
passen van ons, een onvoranderiyke gezond
heid. Met een gevoel van dankbaarheid aan
God zagen we terug op hetgeen voorby was.
Ik wil, véór ik dit gedeelte afsluit, eenige
redenen opnoemen, waarom we tot hiertoe
haddon volgehouden. We wilden niet lafhartig
onzen post verlaten vóór het bleek, dat hy
onhoadbaar was. God zegende ons in menig
opzicht, zoodat het ons nooit aan de noodige
apys en drank ontbrak, al was het niet altyd
naar onzen smaak.
Te oordeelon naar hetgeen we van onze
menschen zagen en hoorden, bemerkten we,
dat ze wel sterk behoudend waren uit vrees
van verkeerde dingen in te voeren, maar het
goede gaarne aannamen, als het hun bleek,
dat het g09d was. En het laatste hoepeltje
bindt onze inkomsten waren van dieD aard,
dat ik geen Hollandsch hoofdonderwyzer be
hoefde te benyden. Misschien hebben de lezers
zich ditmaal eon weinig verveeld, dooh ik
geloof, dat de belangstellenden behalve volken
kunde ook gaarne wat menschenkennis willen
opdoen. Een volgende maal hoop ik meer d9
algemeene wootgierigheid te bevredigen.
Gemengd ISieuws.
De „Witte" vergroot. In een
der lokalen der nieuwe of literaire Sociëteit
te 's-Qravenhage is aanbesteed het amovetren
van 2 perceclen aaD het Plein en een perceel
aan de Doelenstraat te 's-Gr .venbage, en het
aldaar bouwen van eenige lokalen ter ver-
grootiDg der bestaande sociëteit. Minste in-
8i hryver: M. Van Ommeren, te Haarlem, voor
f 179,447.
Een arbeider te Goudswaard
was door de rechtbank te Rotterdam tot orie
ma nden gevangenisstraf veroordeeld wegens
mishandeling van een meisje, met wie by te
voren kermis had gehouden te Atbenbroek.
H t openbaar ministerie by het Haagsch ge
rechtshof ei6cbte gisteren verhooging van die
straf tot een jaar.
Te Klundert had het volgend
ongeluk plaats. By het afryden van de Kade
naar ae Molenstraat, met een mallejaD, waar
onder twee zware olmen hingen, bood de
20 jarige v. E. ongevraagd de behulpzame hand.
Doordat hy viel, ging een der wielen hem
over het lichaam, ten gevolge waarvan h(|
oogenblikk ïyk dood was.
Stuurman G. Anderson, die Zater
dagnacht by het verlaten van het café van
M. op den Sluisjesayk te Charlois verwond
werd, zal naar alle waarscbynlykheid over
eeu paar maanden geheel hersteld naar zyn
vaderland kunnen terugkeeren. De Zweedschs
consul heeft zich de zaak aangetrokken.
In een der groote gevangenissen
van ons land werd dezer osgen Lmand met
het cellulaire rytuig binnengebracht; de man
moest enkele dagen hechtenisstraf ondergaan.
By het uitstappen van den wagen tast hy in
den zak en geeft den koetsier een fooitje.
(Historisch.)
ALKEMADE. Geboren: Clazina Elisabeth,
D. van Henricus Dartels en Maria Martha Bakker.
Jacobus Adrianus. Z. van Johanne9 Oudshoorn en
Anna Maria Verdain.
Ondertrouwd: Cornells Van Berkel jm. 24
j. en Elisabeth Kuiper jd. 28 j.
Overleden: Martmus Van der Helm 13 m.,
Z. van Tbeodorus Nicolaas en AdrianaStolwijk.
Johanna Apolonia l'Ami 3 m., D van Pieter en
Maiia Van Haastrecht. Johannes Koek 77 j.,
echtg. van Cornelia Van Diemen.
ALFEN. Bevallen: K. M. De Jager geb.
Vis Z.
Overleden: I. Van Otterloo D. 3 m. N.
Van Winkel Z. 5 m.
BODEGRAVEN. Bevallen: M. Blijlevon geb.
Domburg Z. E. A. Riecher9 geb. Zelsmann Z.
Overleden: W. Dlijleven, echtg. van N.
Monna, 66 j. P. Rietveld, wed. van D. Van
Leeuwen, 82 j.
Gehuwd: M. P. Punselie jm. 25 j. en N.
Van Rijn jd. 29 i
HAZERSWOUDE. Bovallen: J. Staring geb.
Bol D. J. Van Klaveren |»eb. VandevLooZ.
E. Van Gaaien geb. Voorbij Z. J. Vos geb.
Voorhorst Z. E. M. Menken geb. Van Vefzen
Z. W. Straver geb. Stelling D. M. Groen
geb. Voorbij Z. J. Van Rooden geb. Van Hout Z.
Overleden: T. Van der Eist Z. 6 w. G.
J. Van der Haas Z._3 m. H. Rademaker, echtg.
van O. Harkes, 72 j. J. Heemskerk Z. 3 m.
A. J. Van der Burg, wednr. van A. Klaverweide,
87 j. S. B. Ten Brink Z. 8 m.
Gehuwd: W. R. Riemersma jm. 24 j. en J.
W. Jansen van Rijssen jd. 27 j.
OCDSHOORN. Bevallen: G. Den Hertog
geb. Van Housselt Z.
Overleden: C. Breeveld, wednr. van A.
Vleeseübeek, 78 j.
Gehuwd: J. Key jm. en M. M. Van Zwieten id,
ZWAMMERDAM. Bevallen: M. H. Hoogen-
doorn geb. Van den Berg D. G. B. Van Bommel
geb- Van Holst Z. M. Rijlaarsdam geb. Van
der Vis D. F. Van den Bosch geb. De Groot Z.
Overleden: J. Griffioen Z. 18 m.
ZEVENHOVEN. Bevallen: J. Van Veen
geb. De Graaf Z.
Overleden: J. Wubben, eebtg. van P. Van
Leeuwen, 59 j.
SCI IAAKIMJ151 tl KK. Maandag 30 Januari 1899.
Redactie: L. S.-V. „Horfhy." Adrest K. Van Dam, Haarlemmerstraat 26, Lelden,
Schaaknieuws.
Zondag 22 Januari bed de aangekondigde
club-match tusachen het V. A. S. en de ge
combineerde cluhe „D. D." en L. S. in Zomer*
zorg" plaats. Do president ran hot i,. S-,
dr. A. Van Rbtjn, heette den aanwezigen
hartelijk welkom en deelde mede, dat het
hoofdbestuur van den Nederl. Schaakbond
besloten had, eon zilveren medaille beschikbaar
te stellen voor den (volgens rangnummer)
hoogstgeplaatsten winner vaD de winnende
club, welke mededeeling met applaus beant
woord werd.
Van het V. A. S. waren 22 spelers opge
komen waar tegenover 13 spelers van ,D. D."
en 9 van het L. S. geplaatst werden; er
werd dus aan 22 borden gespeeld. Te elf uren
nam de strijd een aanvang, die door veel
belangstellenden met aandacht gevolgd werd.
Te vier uren zouden de partijen die nog niet
geëindigd waren door een commissie beslist
worden, hetgeen dan ook geschiedde met de
partij Bleykmans Te Kolstó, welke partij
zoo de aandacht trok, dat op een gegeven
oogenblik de spelers waren ingesloten door
een kringetje van wol 20 personen. Dit onder
staand volledig overzicht blijkt, dat de Amster
dammers schitterend verslagen zjjn. Da Hage
naars maakten 8 en do Lsidenaars O1/, winst
punten, zi) hebben dus ln verhouding tot hun
aantal juist evenveel tot het succes van den
strijd bijgedragen.
Na afloop werd door den heer Tinholt,
secretaris van het V. A. S. officiéél de uit
slag medegedeeld en tevens de zilv. modaille
uitgereikt aan dr. A. Van Rbjjn. Hij maakte
hierbij de opmerking, dat de medaille, die
door den Nederl. Schaakbond was uitgeloofd,
geen betere bestemmiDg zou bobben kunnen
krQgen, daar zij nu in het bezit kwam van
don president van den bond zelve. Op uit-
noodiging van den heer Tinholt werd voor
don president een krachtig hoera door den
Zwart.
aanwezigen aangeheven. De heer Van Foreest,
voorzitter van het V. A. S. sprak toen nog
eenige woordea van hulde voor den heet
Van Rbyn, da man dia het iontatiel voor deze
interessante match genomen had. Hoewel de
Amsterdammers wel vooruit konden voorzien,
sprak hy ongeveer, dat de overwinning niet
aan hun kant zou zijn, toch hebben zy de
uitdaging aangenomen, met het vaste voor
nemen zich zoo goed mogelyk te verdedigen,
Hy hoopte dat zy by een volgoude keer, zy
het dan ook weder met verlies, toch met
meer winstpunten uit het strydperk zouden
treden. De heer v. Rhyn dankte ten slotte
alle deelnemers voor hunne medewerking,
waarna men afscheid nam en huiswaarts
keerde. We besluiten met de hoop dat deze
dag weder moge hebben bygedragen tot den
bloei van het schaakleven in 't algemeen er*
dat van Leiden in 't byzonder.
V. A. 0.
U 0-tt. IB.
1 D. Bleykmans
1
1
J. W. Te Kolstó 0
2 Jhr. A. E. v. Foreest i/s
2
Dr. A. Oppeuheim Yi
3 A. Speyer
Va
3
O. O. W. Mana Va
4 L. Gans
4
B. Lens8en
6 B. Bc-ffle
1
6 Mr. S. Van Honten 0
6 8. Btffie
0
6
Dr. A. Van Bhga 1
7 H. D. B. Meyer
0
7
A. E. Rahusen 1
8 A. Bleykmans
0
8
J. F.' 8. Esser X
9 W. Muntje werf
1
9
M. Edersbelm 0
10 O. Van Steenderen
0
10 M. Stefl'olaar 1
11 A. A. J. B dderbof
Va
11
Mr. A. B. ArtzenS'as Ya
12 M. G. Stokvis
1
12
Th. J. D. EndcLió 0
13 J. Monas
0
13
E. Edereheim 1
14 J. W. Van der Laan 0
16
Dr. E. F. Van Dissel X
15 L. J.Brandon
0
16
J. J Van der Pot X
16 A. Spinossa Catella 1
16
B. Van Dam Q
17 A. Grave
Va
17
G. O. A, OtlMtm Va
IS K> Bleykmans
Va
18
B. Vies vS
19 G. J. Lansink
0
19
F. L. G. d'Anmerie 1
20 G. J. Gantvoort
Va
20Dr. V, Kobler
21 G. J, Van Thiel
0
21
Dr. Gnmplowioz i
22 G. Bakker
0
22
A. «T. W. Coenon 1
8 Va
ïsif
WÉ/JA
m
m
ïJêM
Probleem No. 102 van J. Kotrv
Praag.
Adres voor oplossingen: Bureöl
„Leidsch Dagblad", motto „Schaafe
probleem".
Opl. probl. No. 101.
h 4 K d 6 Dh2:p
K d 4 Db2=£
K f 0 D g 5 3=
enz.
ede
wit.
Mat in 3 zetten.
Goede opl. No. 100 ontvangen van*
L e i d 0 nB. C. M. Savl, R. Paulides*
jhr. Strick v. Linschoien, G. H. Keft
Een lid van „Palamedes".
Middelburg: A. v. Belde.
Noordwyk: H. B. J. H.