N°. 11943
Maandag 30 Januari.
1899
I
jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van gon- en feestdagen, uitgegeven.
Eerste Blad.
Buitengewoon Concert
VLACCELIED
„La Risurrezione di Lazzaro."
IEIDSCI
BAaBLAD.
PRIJS DBZLER COUBAUT»
Voor Lelden per 8 m&andea. 1.1(X
Franco per post 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.06.
PRIJS DKE ADVERTEHTLÊ33
Van 1-6 regela f 1.06. ledero regoJ meer f QJ7$. - Orootero
loiters naar plaatsruimte Voor het Incasseer» bulten de stad
wordt f 0.06 berekend
Dit nommer bestaat uit TIER
Bladen.
oriiciëele Ken nisgeyingeru
Directe Belastingen.
De Burgemeester van Leideu brengt ter algemeeno
kennie, dut aan den Ontvanger der Direote Belastingen
ia ter haud gesteld het kohier der Grondbelasting
voor het dienstjaar 1(199, executoir verklaard den
36sten Jan. jl., en herinnert voorts den belangheb
benden aan hunne verpliehtirg om don aanslag op
den bij de Wet bepaalden voet te voldoen.
Leiden, De Burgemees'er voornoemd,
27 JaD. 1899. F. WAS.
"Vrij dag-avond 3 Februari.
Wy ontvingen zoo9ven de mefedeeling van
bet 6 stuur van „A.R10S", dat niet enkel
Holland's Glorie van Riciiard Hol, maar
ook bet
TAN
VERHTJLST
met begeleiding van koperinstrumenten zal
worden uitgeroerd op VrUdag-avood a. a.
Eene aantrekkelijkheid te mo.rl Holland's
glorie en het Yloggelicd, deae beide
werken alléén te booron uitroeren én door
goede zangers èn door goede musici, Is een
gang naar oe Stadezaal waard.
Uaandag-arond wordt het Bewijs in ons
blad afgedrukt, waarop alléén bewijzen Tan
toegang worden afgegeren Toor de eerste tien
rijen SO Cents, alle orerige plaatsen 8S Cente.
Er ia voor ons nationaal gevoel iets bijzon
der aantrekkelijks in dit oratorium van den
Italiaan8chen priester Don Lorenzo Perosi, dat
hy gecomponeerd heeft op het Evangelisch
verhaal dor opwekking van Lazarus, omdat die
opwekking een der prachtigste etsen van
Bembrandt deed ontstaan, en wij zoo oc-nde
Perosi's kunstwerk door dtn grootaten meester
▼an onze Hollandscbe 6chilJerschool, by voor
baat, zien toegelicht. Wat Bembrandt aangaat,
is alles, bier, op en top poëzie. Zoo is, op
zyn eta, de berggrot of spelonk, waarin het
graf van Lazarus ligt, met een gordyn van
de buitenwereld afgesloten, doch dit gorjyn
is terzygeschoven, en aan zyn plooien hangen
de versierselen on wapenen van den voorna
men overledene; vóór het elgonlyk graf in de
aarde, ligt het zand omgewoeld, want de zerk
is terzygeschoven en het nauwe steenen graf
i3 opengelegd, zoodat gy den doode in zyn
windselen ziet liggen. Hier is echter te geiyk
(men bemerke het wel) door het terzyschui
ven van het gorjyn, een vlood van licht uit
Gods vroolyke schepping in het ryk van den
duisteren dood govallen, want die lichtvreug-
den zyn hier voor Bembrandt ais profetie van
hetgeen straks gebeuren gaat by den doode:
Straks straalt langs frissche trekken
Des levens blyde lach,
Weer jubileert iu de oogen
Het licht van 's Heeren dagl
En zoo steeds verder: Bembrandt plaatst
Christus bepaald ietwat omboog, door Hem
op de terzydeliggende zerk te zetten, en dat
met vol majesteit in een breedgeplooid kleed,
maar toch is alles rustig daar aan den rand
van het geopende graf des vriends. Kalm is
's Heeren oog waar het neerblikt op don
geliefde: majestueus de bevolence, omhoog
gaande geste van de almachtige hand, 6n
krachtig, maar indrukwekkend moot zoodoende
liet „Lazarus komt te voorschyn" hebbeD
geklonken. En hoe scboon alsdan het herleven!
Bembrandt doet vooreerst den doode, zeer
zachtkens, uit de liggende tot de zittende
houding omhoog komen, zoodat alle ledematen
waarlijk uit het duister tot het licht terug
komen, maar tevens aarz.lt de doode nog
een weinig, als kon hy den loodzwaren slaap
van het graf niet te boven ko oen. Vervolgens
iaat hy de 'eene zuster van Lazarus eensklaps
met uiigetreide armen naast h6t graf neder
knielen, maar de andere toont, door haar
angstig toetreden, zekere angstigheid. Beide
deze terughoudingen nu de aarzeling der
eene zuster en het moeiiyk ontwaken des
dooden vertolken hier allertreffendst de
énormiteit en den alles te-bovengaanden
omvang van de gebeurtenis, terwyi daar
tegenover h?t omhoogkomen Vun het lyk en
de omhelzing van de andere zuster het daad-
werkeiyke van het geval bewezen moeten.
En elndelyk, ten finale van zoo groot een
kunststuk, heeft Rembrandt op de gelaats
trekken van alle de toeschouwers der opwek
king, letteriyk, een vervoering weten te
tooveren van de hoogste vreugde en dank
baarheid, zoodat gy het lied der verbazing,
der geloofsbode en der innigste Godsliefde van
alle die lippen meent te hooren.
En nu moge het waar zyn, dat Rembrandt's
w^rk voor hen, die gelooven, het allerbelang-
rykst is, toch behoudt het besprokene, ook
voor den niet geloovige, zyn heeriyke kunst
détails.
Treffend is het nu uit dagbladen te ver
nemen, hoe allen, die Perosi's Oratorium hooren,
datgene in het ryk der tonen verheerlykt
▼inden, wat Hollands grootste kunstzoon, in
het ryk van licht en schaduwen, op bet koper
heeft gegeven. In h t Oratorium heet het
voorspel zacht en liofeiyk, doch reeds by bet
verhaal uit Christus' mond „Lazarus onze
vriend is ziak geworden" wordt door de alten
en door de eerste violen iets ingezet, wat u
denken doet aan het schoone geestesspel van
Rembrandt's ge jachten, toen by de opvatting
van zyn ets eerst groepeerde. Maar het tweede
deel ces Oratoriums is bepaald zóó grandioos,
dat het op-en-top Rembranut'iaansch werk zou
mogen heeten. Het wegnemen byvoorbeeld
van den grafsteen Doemt Montagnard hoogst
indrukwekkend, evenals (zoo z ggen wy) dat
eerste licht in het doodenryk inurukwekkeud
was op Bembranct's ets; bet „Lazarus kom
te voorschyn" worot als een bazuinklank ge
tekend, en bet koor, dat in de fin le Gojs
wonderen toejuicht, het zingt een loflied zóó
grootsch en zóó gewdjig, dat er maar zelden
zulk een lofzang uit menscheiyke harten tn
borsten tot God is opgestegen! Bembrandt
dus en Perosi hebben hier elkander telkens
van zeer nauy ontmoet.
Vervolgens hun beider eenvoud viert mede
zegepraal. Trots al het verhevene, dat Rem
brandt toekende, kan ieder beschouwer van
zyn ets, die maar ooit het schriltuur-verbaal
van Lazarus' opwekking las, gemakkelyk
door eigen toezien, de eene heerlykheio ont
dekken na de andere. In dienzelfuen geest
heeft Perosi gewerkt. Hoe ryk en zwierig
zyn muziek nu en dan optreedt, het Oratorium
heeft als geheel toch den eenvoud voorop
gezet. Maar 't is de eenvoud der muziek
uitvoeringen van eenen De Lange, of de een
voud der compositiën van een mgr. Lans of
prof. Janz.n; kortom, 'tis dia eenvoud, welke
niet in poverheid en ordinairigbeden bestaat,
maar in gestrenge orde, in zekerheid van
onberispelyke keuze der beate mate, en in
een altoos zegevierende harmonie. In dien
zio deed reedt een Longfellow zyn Kavanagh
Ziggen: „in character, in style in all things
tho supreme excellence is simplicity" 3).
Uiteraard kan men by eene opvoering
volerlei kunstkenners en kunstminnaars uit
alle standen verwachten. Byzonder echter
zoude de stand des geestclyken een goed
figuur maken. Zy, die volstrekt niet iederen
kunsttempel kunnen binnengaan, omdat er
onder bet mom van valsche kunst, vaak
loszinnigheden worden gedebiteerd, beneden
do tegenwoordigheid van ie:er eervol burger;
zy kunnen hier naar hartelust komen, om
nog eens, al hoorende, te overdenken, hoe do
ware kunst, de kunst van eenen Rembrandt
en Perosi, altoos gebleven is en blyft: „een
onverbasterde dochter des Hemels I"
P. M. Bots,
Leiden. rector emeritu
4) Aya Sofia, p&g. 25.
5) „Residentiebode" van j.l. Woensdag.
In karakte s, in etjjl, ia alle diDgen is eenvoud
de allerhoogste uitmuntendheid. Kavanagh, blz. 279.
Lelden, 28 Januari.
Het bericht omtrent den toestand van
prof. Fruin luidt heden: Do nacht was vry
rustig. De zieke is zeer zwak. De algemec-ne
toestand is weinig veranderd.
Met volle instemming met het plan,
door den heer Kutsch Lojenga in een inge
zonden stuk nader ontwikkeld, wekken wy
gaarne onze lezers op om hun handteekening
op be'oeli adres te plaatsen.
In de kleine zaal van het Nutsgebouw
alhier had gisteravond de vierde winterlezing
plaats, waarin als spreker optrad dr. J. Tb.
Do Visser, van Amsterdam, die zyn talryk
gehoor nader in kennis bracht met het echt
paar Bosboom-Toussaint.
De redenaar immers als zoodanig kennen
we dr. De Visser - opende zyn lezing met een
historische Inleiding, waarin hy allereerst de
waarheid aantoonde van Joost Van den Vondels
en Krummachers uitspraken; „De kunst
vordert den geheelen mensch" en „De kunst
is de dertiende Apostel van Jezus"; waarin
hy voorts in het licht stelde hoe èn Joh.
Bosboom (geboren 18 Februari 1817 te 's-Gra-
venhage) èn Anna Louise Geertruida Tous-
saint (geboren 16 September 1812 te Alkmaar)
zichzelven in hun werken gegeven hebben en
daarom vooral ook navolgenswaardige archi
tecten zyn te noemen voor het Hollandscbe
kunstbeoefenende nageslacht.
Spr. deeloe ons voorts eenlge byzonderheden
uit hun levensloop mede, hoe byv. Bosboom
de schilderkunst begon te beoefenen onder
leiding van Van Hove, en aldus den eersten
stap zette op Hollands kunstberg, welken hy
tot den top beklimmea zou; hoe Anna Tous-
saint e^rst werkzaam was by het lager onder-
wys, dat zy van vaders- en van moederszyde
behoorde tot de réfugiés en in 1851 ia den
ocht trad met Bosboom. Hun echtelyk leven
noemde spreker vredig. Zy ontvlamden elkan
der in geostdrift voor de kunst, die hun lief
was; zy hebben samen gewerkt, gestreden
en genoten, tot aan het sterven der echtge-
noote, waarin zy gelyk een Marnix ontsliep
met de pen in de hand en met het „repos
ailleurs" op do lippen. De levensadem van
beider kunst zal Holland blyven verlichten.
Boaboom werd ons in keur van woorden
en treffende beelden voorgesteld als de kunste
naar, die in elk zyner werken een stuk van
zyn eigen leven gaf, wion hot Godshuis bot
omerwerp by uitnemendheid was. Do kerken,
welke hy zoo measteriyfc schilderde, waren
voor hem geen steenen massa's, maar levende
Goostempels, vol vrede en licht. Hy, Bosboom,
beheerschte het licht volkomen, in alles, wat
hy op bet do^k bracht. Hy was een kunste
naar by de gratie Gods. Zelf# in het schyn-
baar geringe, dat ^yn penseel te voorschyn
tracht, lag een schilderachtige beteekenis.
Behalve zyn ?\jn genialen zin, treft
ons ook zyn historisch gevoel, voor hem,
voor ons, zei spr., van zoo groote beteekenis. En
nooit leed by hem de vorm ondor het wezen.
Deze groote kunstenaar, deze grootste onzer
schilders, hy werd gesteund en geschraagd
in zyn kunst door zijn echtgenoot©, onze
grootste Christelyke romancière; evenals hy
óók baar steunde en schraagde. Z(j waren
elkander ten steun, by behouJ van elks zelf
standigheid. Hy, de schilder, zy, de schryfster,
hebben dat dan ook zeiven onomwonden erkend.
In Anna Bosboom-Toussaint leerden wy
waardeeren baar machtig talent, baar aan-
geboron soliditeit; de vrouwe, cie zich aan
gordde met het wapen van haar vorstand
en haar geleerdheid. Wy leerden bewonderen
haar diepe, grondige studie, haar nauwkeurig
heid, haar vorscben op geschiedkundig göbied,
haar menschenkennis en zorgvuldige ontieoing
der personen, die zy opvoerde, getuigen de
figuren uit haar vele schoone werken, tot
welk T voorbereiding zy zich zooveel onderzoek
getroostte. "Wy zagen baar ook den handschoen
opnemen voor de mannen, aangevallen als
zy in heur dagen werden; haar, de tulp onder
de romancières van Nederland.
Ten slotte beschouwde dr. Visser mevr.
Bosboom-Toussaint als de Christelyke roman
cière van Nederland, met haar beginsel der
verdraagzame Evangelische orthodoxie, het
beginsel van het Réveil, als de krachtige
handhaafster van het Protestantsche beginsel,
om daarna een vergelykende lyn te trekken
tusschen do zoogenaamd godsdienstige kunst
en do kunst van het geloof.
Met militaire eerbewyzen en onder toe
loop van eon groote menigte, werJ gisteren
op de Algemeen© Begraafplaats te 's Graven-
hage, gelyk reeds met een paar woorden
gemeld, begraven de gepasporteerde korporaal
der infanterie J. P. A. Sloots, die wegens
betoonde dapperheid by de krygsverrichtingen
tegen Ball en Borneo in de jaren 1850—1855
tweemalen eervol werd vermeld en het ridder
kruis der Militaire Willemsorde verwierf.
De rouwwagen werd voorafgegaan door een
tamboer met omfloerste trom en de jagers-
rmiziek, die onderweg en op de begraafplaats
treurmarschen deden hooren, terwyi voorts
in den stoet gingen een gewapend- en onge
wapend poleton militairen, onder commando
van den lstj luitenant der grenadiers Gras-
winckel.
Do kist welke het sloffeiyk overschot v^n
den flinkon soldaat bovatto, was gedekt met
do nationale driekleur, w;araan het rildtr-
kruis der M. W.-O. en bet Eereteeken voor
belangryke krygsverrichtingen met de kroon
waren gehecht. Ter weerszoden gingen vier
onderofficieren van de verschillende corpsen
en twee ridders der M. W.-O. als slippen-
dragers, terwyi nog drie ridders zich in den
stoet bevonden.
Nadat op de begraafplaats het voorgeschreven
militair eerbetoon was bewezen, richtte luit.
Graswinck-l zich tot de aanwezige ridders der
Militaire Willemsorde, onderofficieren, soldaten
en verdere aanwezigen, om in eenige kern
achtige woorden hulde te brengen aan den
dapperen flinken soldaat Sloots, wiens borst
versierd was met het kruis voor moed, beleid
en trouw, een eer-metaal door iederen militair
begeerd, maar voor slechts weinigen weggelegd.
In van groote waardeering getuigende bewoor
dingen 6telJe spr. Sloots ten voorbeeld van
het leger.
De ridder der M. W.-O. de heer Buys bracht
zyn overleden krygsmakker, namens zyn mede-
gerijderden, een hartelyken riddergroet.
De zoon bedankte voor de groote belang-
etelling zyn vader betoond.
L^ngs den weg van het sterfhuis naar de
laatste rustplaats betoonden velen uit het
puoliek hun eerbied voor oen overledene, en
oud-officieren en militairen stelden zicb in
positie tot het brengen van het eere-saluut.
Jbr. Roèll, minister van marine, bracht
een ru6tigtn nacht door. Zyn toestand is
naar omstandigheden gunstig.
De Commissie van Rapporteurs uit de
Tweede Kamer voor het revisie voorstel-
Hartogh c.s. hield gisteren eene vergadering.
Vanwege de vereeDiging „die Haghe"
zyn afgietsels van de buste van Simon Stevin
gezonden aan do ministers van buitenlandscbe
zaken en van oorlog en aan de gemeente
besturen van Den Haag en Brugge.
In den besten welstand, vrooiyk, jong,
heeft de heer Jozef Israöls gisteren te 'fl-Gra-
▼enhage zyn verjaardag gevierj. Het regende
op de Koninginnegracht folicitaties van allerlei
aard. 't Geschenk dat hem hot meeste pleizier
deed, was het eerste exemplaar van zyn boek
over SpaDje, een attentie natuurlyk van de
uitgevers, de firma Marts. Nfiboff. Er is heel
wat te doen geweest eer dat het boek klaar
was, de uitgevers hebben geuuld moeten
oefenen, want geregeld kwam de kopy niet
in. Maar nu is Israêi's „Spanje," ryk geïllus
treerd, dan klaar. Het verschynt over een dag
of tien.
De „Sts. Crt." van heden bevat acht
wetten van 3 Januari 1899, houdende natu
ralisatie van: E. Van den Broecke te Koe
wacht, L. K. O. Wolf te Maastricht, J. Snyl-n
te Munstergeloen, P. M. Peters en F. J. Meytr
te Rotterdam, F. Oelsner te Amsterdam, F.
K. Manohart, zich no mende Maonhar.t, te
Goes, A. H. Furst te Louit.
Ter benoeming van een leeraar in de
wiskunde en de cosmographie aan do Hoogero
Burgerschool met 5 jarigen cursus voor jongens
te Amsterdam, worden door de plaatseiyke
commissie van toezicht op hst middelbaar
onderwya en door den inspecteur, aanbevolen
de heeren: H. De Vries, doctorandus in de
wis- en natuurkunde aldaar; en E. A. Stein-
metz, leeraar aan de Hoogere Burgerschool
mot 5-jarigen cursus te 's Gravenhage.
De minister van oorlog heeft bepaald,
dat voor do 170 milith-plichtigen, die in de
maand Maart a. s. worden iDgedeeld by do
compagnie vesting-art., in garnizoen te Am
sterdam, by voorkeur zullen worden bestemd
schippers, visschers en zeevarenden, alsmede
schuitenvoerders. Zooals men weet, is een
deel van bet personeel dier artillerie by de
verdediging van Amsterdam belast met de
bedi6Ding van het geschut, dat geplaatst is
op „uitleggers", zynde weinig diepgaande
platbodemvaartuigen, op het dek waarvan
geschut is geplaatst, tot het bestryken van
de toeg«Dgswegen in de inundatiën.
Uit Indiö is het bericht ontvangen van
het oveiiyden op 23-jarigen leeftyd van den
lsten luitenant der artillerie N. J. G. E.
Rückert, te Banjoe Biroe, in de Preanger
Regentschappen, den 2:en Januari jl. De
overledene genoot zyn militaire opleiding aan
de Kod. Mil. Academie en werd 26 Juli 1895
benoemd tot 2den luit. der art. by hot leger
in Oost-Indiö. Na een eenjarige detacbeeriDg
aan de 1ste afd. van Ge Krijgsschool to Bra Ja,
vertrok hy in het laatst van 1896 naar
Indié, waar hy 26 Nov. 1897 bevorderd werd
tot 1ste luitenant.
H. M. do Koningin Moeder werd gister
middag by aankomst te Ede verwelkomd door
den burgemeesttr van Ede en den kanton
rechter van Wageningen. H.M. werd tevens met
veel geestdrift door een talryk publiek aan
het station ontvangen. De lste klasse-wacbt-
kamer was door de herren Vincent Otto,
eigenaar van het familie hotel „Buitenzorg",
en A. Van Amstel, bloemist, kturlg versierJ.
Van de meeste woningen wapperdo do drie
kleur. Te Bonnekom werd ooor de leerlingen
der openbare school een w Ikomstliod gezongen
en een bouquet aangeboden. H. M. ging per
rytuig naar Oranje-Nassau-Oord.
Op een kwartier afstond van Keienberg
brak het achterwiel van het rytuig, en na
een kort oponthoud werd met een ander
rytoig de reis vervolgd. Even voor één uur
kwam H. M. op Oranje-Nassau-Oord aan,
opgewacht door den rentmeester en de
commissie voor het sanatorium.
Da# namiddags kwam JEL M. weer in Den
Haag terug.
Indertyd vermaakte de heor J. Borski aan
de gemeente Amsterdam een kapitaal van
vijfhonderdduizend gulden, met de bepaling,
dat dit bedrag zou worden aangewend tot
uitbreiding der gasthuizen, en dat daarvoor
een bedrag van honderdduizend gulden speciaal
zou dienen voor de inrichting van een afzon
derlijke afdeeling voor oogiyJers. Bovendien
bepaalde het testament, dat zijne echtgenoote
tot haar dood van dit kapitaal het vru.nt-
gebruik zou genieten.
Nu is onlangs movrouw de wed. J. Bor-ki
SUlom overlooen, zoodat het genoemde kapi
taal thans aan de gemeeDte is gekomen.
Zooara de juiste bepalingen van dit testament
bekend zyn, zal du# aan de Amsterdamsche
gasthuizen een belangryke uit brei Jing kun
nen worden gegeven.
Te Linschoten is ia den ouderdom van
byna 90 jaren overleden de hoer A. Dykynaf,
ridder Mil. Willemsorde, oud-etryd ^gerechtigd
tot het oragen van 't Metalen Kruis.
Biyken8 oen by het Departement van
Koloniën ontvangen telegram van oen Gouver
neur van Suriname, van 26 dezer, heeft ia
den nacht van 25 op 26 een hevige brand
aan den Waterkant t© Paramari o gewoed,
waarby vier huizen geheel vernield werden
en aanzienlyke schadi geleden werd. De
brand was in den ochtend van 26 dezer be
dwongen. (Stó.-CL)
Van de 11,000 militteplichtingen van do
lichtingen van dit jaar zullen er 510 worden
bestemd voor uen dienst tor zee, en de overigen
wordon ingedeeld: 7896 oy de infanterie, 500
by de cavalerie, 2410 by do artillerie en 195
by de genie.
Niettegenstaando do voorstelling ver
anderd was (aanvankelijk zou „Zonsopgang"
gegeven wordon) hebben gisteravond H. M.
do Koningin en H. M. do Koningin Moeder
drie bedry ven van het blyspel „Op Manoeuvre,"
opgevoeri door de Kon. Vereenlging „Het
Noderlandsch Tooneel", iu den schouwburg ta
'•-Gravenhage bygewoond. 't Was de eersta
maal in dit seizoen, dat HEL MM. den schouw
burg bezóchten. Het publiek ontving do
Koninginnen met de gobruikelyko eerbio 'be
tuigingen. Te kwart over 10 uren keerden
do Vorstinnen naar het Paleis terug.
Hst stoomschip „Kaozler," van Hamburg
en Amsterdam naar Oost-Afrika, arriveerde
26 Jan. te Lelxoes; do „Maaura," van Ba
tavia naar Amsterdam, vertrok 27 Jan. van
Port Said; de „Spaarndam," van Botterdam
naar Nieuw-York, is 27 Jan. Wight gepas
seerd; de „Werkendam" vertrok 26 Jan. v^n
Nieuw-York naar Rotterdam; do „Herzog,"
arriveerde 26 Jan. vau Hamburg en Amster
dam te Mozambique; de „Prins Alexander,"
van Amsterdam naar Batavia, passeerde 27
Jao. Kaap Roca; de „Soenda," van Amster
dam naar Batavia, passoerde 27 Jan. Ptrim;
de „Chemnitz," vertrok 26 Jan. van Batavia
naar Amsterdam en Hamburg; de „Prins
Fred. Hendrik," arriveerde 27 Jan. van Wost-
Indië te Nieuw-York; de „Sultan," arriveerde
26 Jan. van Mozambique to Delagoa-Baai.
Bodegraven. Donderdag 9 Febr. a. s. zal
alhier in het hotel „Van Haaften" een muziek
uitvoering worden gegeven door het Goudsche
Strykorkest, onder directie van den heer
Arcntz, kapelmeester der dienstdoende schut
terij te Gouda.
De openbare vergadering van ons Nuts-
d6partement op Donderdag avond 11. wa3 niet
druk bezocht. Wy telden in do zaal sLchte
32 aanwezigen.
De heor H. Van Cleeff, van Apeldoorn, trad
voor ons op als Nutslezor. Voor de pauze
werd door hem gelezen een schets van Hoyer,
getiteld: „Een doode vogel." Na de pauze
kragen wy te hooren oen pennevrucht van den
Frie8chcn dichter en achryver dr. Halbertsma,
door den heer Van Clooff in 't Hollandses
overgezet, nl. „'n Brif fen do Noargor run
üt 'e moane oan Gab© Scroar". Hoj v r-
dien8telijk deze vertaling ook was, 't bleek
den verslaggever, die Halbertsma in 't boeren
Friesch heeft gelezen, dat ty een overzetting
in 't HolLndscb, bet eigenaardige, het karak
teristieke van de Friesch© taal voor een groot
gedeelte verloren gaat Tot slot werd door
den heer Van Cleeff voorgedragen „Het lner
▼an Manu8" van onz*n tenigen Van Maurik,