N°. 11943 Maandag 30 Januari. 1899 I jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van gon- en feestdagen, uitgegeven. Eerste Blad. Buitengewoon Concert VLACCELIED „La Risurrezione di Lazzaro." IEIDSCI BAaBLAD. PRIJS DBZLER COUBAUT» Voor Lelden per 8 m&andea. 1.1(X Franco per post 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.06. PRIJS DKE ADVERTEHTLÊ33 Van 1-6 regela f 1.06. ledero regoJ meer f QJ7$. - Orootero loiters naar plaatsruimte Voor het Incasseer» bulten de stad wordt f 0.06 berekend Dit nommer bestaat uit TIER Bladen. oriiciëele Ken nisgeyingeru Directe Belastingen. De Burgemeester van Leideu brengt ter algemeeno kennie, dut aan den Ontvanger der Direote Belastingen ia ter haud gesteld het kohier der Grondbelasting voor het dienstjaar 1(199, executoir verklaard den 36sten Jan. jl., en herinnert voorts den belangheb benden aan hunne verpliehtirg om don aanslag op den bij de Wet bepaalden voet te voldoen. Leiden, De Burgemees'er voornoemd, 27 JaD. 1899. F. WAS. "Vrij dag-avond 3 Februari. Wy ontvingen zoo9ven de mefedeeling van bet 6 stuur van „A.R10S", dat niet enkel Holland's Glorie van Riciiard Hol, maar ook bet TAN VERHTJLST met begeleiding van koperinstrumenten zal worden uitgeroerd op VrUdag-avood a. a. Eene aantrekkelijkheid te mo.rl Holland's glorie en het Yloggelicd, deae beide werken alléén te booron uitroeren én door goede zangers èn door goede musici, Is een gang naar oe Stadezaal waard. Uaandag-arond wordt het Bewijs in ons blad afgedrukt, waarop alléén bewijzen Tan toegang worden afgegeren Toor de eerste tien rijen SO Cents, alle orerige plaatsen 8S Cente. Er ia voor ons nationaal gevoel iets bijzon der aantrekkelijks in dit oratorium van den Italiaan8chen priester Don Lorenzo Perosi, dat hy gecomponeerd heeft op het Evangelisch verhaal dor opwekking van Lazarus, omdat die opwekking een der prachtigste etsen van Bembrandt deed ontstaan, en wij zoo oc-nde Perosi's kunstwerk door dtn grootaten meester ▼an onze Hollandscbe 6chilJerschool, by voor baat, zien toegelicht. Wat Bembrandt aangaat, is alles, bier, op en top poëzie. Zoo is, op zyn eta, de berggrot of spelonk, waarin het graf van Lazarus ligt, met een gordyn van de buitenwereld afgesloten, doch dit gorjyn is terzygeschoven, en aan zyn plooien hangen de versierselen on wapenen van den voorna men overledene; vóór het elgonlyk graf in de aarde, ligt het zand omgewoeld, want de zerk is terzygeschoven en het nauwe steenen graf i3 opengelegd, zoodat gy den doode in zyn windselen ziet liggen. Hier is echter te geiyk (men bemerke het wel) door het terzyschui ven van het gorjyn, een vlood van licht uit Gods vroolyke schepping in het ryk van den duisteren dood govallen, want die lichtvreug- den zyn hier voor Bembrandt ais profetie van hetgeen straks gebeuren gaat by den doode: Straks straalt langs frissche trekken Des levens blyde lach, Weer jubileert iu de oogen Het licht van 's Heeren dagl En zoo steeds verder: Bembrandt plaatst Christus bepaald ietwat omboog, door Hem op de terzydeliggende zerk te zetten, en dat met vol majesteit in een breedgeplooid kleed, maar toch is alles rustig daar aan den rand van het geopende graf des vriends. Kalm is 's Heeren oog waar het neerblikt op don geliefde: majestueus de bevolence, omhoog gaande geste van de almachtige hand, 6n krachtig, maar indrukwekkend moot zoodoende liet „Lazarus komt te voorschyn" hebbeD geklonken. En hoe scboon alsdan het herleven! Bembrandt doet vooreerst den doode, zeer zachtkens, uit de liggende tot de zittende houding omhoog komen, zoodat alle ledematen waarlijk uit het duister tot het licht terug komen, maar tevens aarz.lt de doode nog een weinig, als kon hy den loodzwaren slaap van het graf niet te boven ko oen. Vervolgens iaat hy de 'eene zuster van Lazarus eensklaps met uiigetreide armen naast h6t graf neder knielen, maar de andere toont, door haar angstig toetreden, zekere angstigheid. Beide deze terughoudingen nu de aarzeling der eene zuster en het moeiiyk ontwaken des dooden vertolken hier allertreffendst de énormiteit en den alles te-bovengaanden omvang van de gebeurtenis, terwyi daar tegenover h?t omhoogkomen Vun het lyk en de omhelzing van de andere zuster het daad- werkeiyke van het geval bewezen moeten. En elndelyk, ten finale van zoo groot een kunststuk, heeft Rembrandt op de gelaats trekken van alle de toeschouwers der opwek king, letteriyk, een vervoering weten te tooveren van de hoogste vreugde en dank baarheid, zoodat gy het lied der verbazing, der geloofsbode en der innigste Godsliefde van alle die lippen meent te hooren. En nu moge het waar zyn, dat Rembrandt's w^rk voor hen, die gelooven, het allerbelang- rykst is, toch behoudt het besprokene, ook voor den niet geloovige, zyn heeriyke kunst détails. Treffend is het nu uit dagbladen te ver nemen, hoe allen, die Perosi's Oratorium hooren, datgene in het ryk der tonen verheerlykt ▼inden, wat Hollands grootste kunstzoon, in het ryk van licht en schaduwen, op bet koper heeft gegeven. In h t Oratorium heet het voorspel zacht en liofeiyk, doch reeds by bet verhaal uit Christus' mond „Lazarus onze vriend is ziak geworden" wordt door de alten en door de eerste violen iets ingezet, wat u denken doet aan het schoone geestesspel van Rembrandt's ge jachten, toen by de opvatting van zyn ets eerst groepeerde. Maar het tweede deel ces Oratoriums is bepaald zóó grandioos, dat het op-en-top Rembranut'iaansch werk zou mogen heeten. Het wegnemen byvoorbeeld van den grafsteen Doemt Montagnard hoogst indrukwekkend, evenals (zoo z ggen wy) dat eerste licht in het doodenryk inurukwekkeud was op Bembranct's ets; bet „Lazarus kom te voorschyn" worot als een bazuinklank ge tekend, en bet koor, dat in de fin le Gojs wonderen toejuicht, het zingt een loflied zóó grootsch en zóó gewdjig, dat er maar zelden zulk een lofzang uit menscheiyke harten tn borsten tot God is opgestegen! Bembrandt dus en Perosi hebben hier elkander telkens van zeer nauy ontmoet. Vervolgens hun beider eenvoud viert mede zegepraal. Trots al het verhevene, dat Rem brandt toekende, kan ieder beschouwer van zyn ets, die maar ooit het schriltuur-verbaal van Lazarus' opwekking las, gemakkelyk door eigen toezien, de eene heerlykheio ont dekken na de andere. In dienzelfuen geest heeft Perosi gewerkt. Hoe ryk en zwierig zyn muziek nu en dan optreedt, het Oratorium heeft als geheel toch den eenvoud voorop gezet. Maar 't is de eenvoud der muziek uitvoeringen van eenen De Lange, of de een voud der compositiën van een mgr. Lans of prof. Janz.n; kortom, 'tis dia eenvoud, welke niet in poverheid en ordinairigbeden bestaat, maar in gestrenge orde, in zekerheid van onberispelyke keuze der beate mate, en in een altoos zegevierende harmonie. In dien zio deed reedt een Longfellow zyn Kavanagh Ziggen: „in character, in style in all things tho supreme excellence is simplicity" 3). Uiteraard kan men by eene opvoering volerlei kunstkenners en kunstminnaars uit alle standen verwachten. Byzonder echter zoude de stand des geestclyken een goed figuur maken. Zy, die volstrekt niet iederen kunsttempel kunnen binnengaan, omdat er onder bet mom van valsche kunst, vaak loszinnigheden worden gedebiteerd, beneden do tegenwoordigheid van ie:er eervol burger; zy kunnen hier naar hartelust komen, om nog eens, al hoorende, te overdenken, hoe do ware kunst, de kunst van eenen Rembrandt en Perosi, altoos gebleven is en blyft: „een onverbasterde dochter des Hemels I" P. M. Bots, Leiden. rector emeritu 4) Aya Sofia, p&g. 25. 5) „Residentiebode" van j.l. Woensdag. In karakte s, in etjjl, ia alle diDgen is eenvoud de allerhoogste uitmuntendheid. Kavanagh, blz. 279. Lelden, 28 Januari. Het bericht omtrent den toestand van prof. Fruin luidt heden: Do nacht was vry rustig. De zieke is zeer zwak. De algemec-ne toestand is weinig veranderd. Met volle instemming met het plan, door den heer Kutsch Lojenga in een inge zonden stuk nader ontwikkeld, wekken wy gaarne onze lezers op om hun handteekening op be'oeli adres te plaatsen. In de kleine zaal van het Nutsgebouw alhier had gisteravond de vierde winterlezing plaats, waarin als spreker optrad dr. J. Tb. Do Visser, van Amsterdam, die zyn talryk gehoor nader in kennis bracht met het echt paar Bosboom-Toussaint. De redenaar immers als zoodanig kennen we dr. De Visser - opende zyn lezing met een historische Inleiding, waarin hy allereerst de waarheid aantoonde van Joost Van den Vondels en Krummachers uitspraken; „De kunst vordert den geheelen mensch" en „De kunst is de dertiende Apostel van Jezus"; waarin hy voorts in het licht stelde hoe èn Joh. Bosboom (geboren 18 Februari 1817 te 's-Gra- venhage) èn Anna Louise Geertruida Tous- saint (geboren 16 September 1812 te Alkmaar) zichzelven in hun werken gegeven hebben en daarom vooral ook navolgenswaardige archi tecten zyn te noemen voor het Hollandscbe kunstbeoefenende nageslacht. Spr. deeloe ons voorts eenlge byzonderheden uit hun levensloop mede, hoe byv. Bosboom de schilderkunst begon te beoefenen onder leiding van Van Hove, en aldus den eersten stap zette op Hollands kunstberg, welken hy tot den top beklimmea zou; hoe Anna Tous- saint e^rst werkzaam was by het lager onder- wys, dat zy van vaders- en van moederszyde behoorde tot de réfugiés en in 1851 ia den ocht trad met Bosboom. Hun echtelyk leven noemde spreker vredig. Zy ontvlamden elkan der in geostdrift voor de kunst, die hun lief was; zy hebben samen gewerkt, gestreden en genoten, tot aan het sterven der echtge- noote, waarin zy gelyk een Marnix ontsliep met de pen in de hand en met het „repos ailleurs" op do lippen. De levensadem van beider kunst zal Holland blyven verlichten. Boaboom werd ons in keur van woorden en treffende beelden voorgesteld als de kunste naar, die in elk zyner werken een stuk van zyn eigen leven gaf, wion hot Godshuis bot omerwerp by uitnemendheid was. Do kerken, welke hy zoo measteriyfc schilderde, waren voor hem geen steenen massa's, maar levende Goostempels, vol vrede en licht. Hy, Bosboom, beheerschte het licht volkomen, in alles, wat hy op bet do^k bracht. Hy was een kunste naar by de gratie Gods. Zelf# in het schyn- baar geringe, dat ^yn penseel te voorschyn tracht, lag een schilderachtige beteekenis. Behalve zyn ?\jn genialen zin, treft ons ook zyn historisch gevoel, voor hem, voor ons, zei spr., van zoo groote beteekenis. En nooit leed by hem de vorm ondor het wezen. Deze groote kunstenaar, deze grootste onzer schilders, hy werd gesteund en geschraagd in zyn kunst door zijn echtgenoot©, onze grootste Christelyke romancière; evenals hy óók baar steunde en schraagde. Z(j waren elkander ten steun, by behouJ van elks zelf standigheid. Hy, de schilder, zy, de schryfster, hebben dat dan ook zeiven onomwonden erkend. In Anna Bosboom-Toussaint leerden wy waardeeren baar machtig talent, baar aan- geboron soliditeit; de vrouwe, cie zich aan gordde met het wapen van haar vorstand en haar geleerdheid. Wy leerden bewonderen haar diepe, grondige studie, haar nauwkeurig heid, haar vorscben op geschiedkundig göbied, haar menschenkennis en zorgvuldige ontieoing der personen, die zy opvoerde, getuigen de figuren uit haar vele schoone werken, tot welk T voorbereiding zy zich zooveel onderzoek getroostte. "Wy zagen baar ook den handschoen opnemen voor de mannen, aangevallen als zy in heur dagen werden; haar, de tulp onder de romancières van Nederland. Ten slotte beschouwde dr. Visser mevr. Bosboom-Toussaint als de Christelyke roman cière van Nederland, met haar beginsel der verdraagzame Evangelische orthodoxie, het beginsel van het Réveil, als de krachtige handhaafster van het Protestantsche beginsel, om daarna een vergelykende lyn te trekken tusschen do zoogenaamd godsdienstige kunst en do kunst van het geloof. Met militaire eerbewyzen en onder toe loop van eon groote menigte, werJ gisteren op de Algemeen© Begraafplaats te 's Graven- hage, gelyk reeds met een paar woorden gemeld, begraven de gepasporteerde korporaal der infanterie J. P. A. Sloots, die wegens betoonde dapperheid by de krygsverrichtingen tegen Ball en Borneo in de jaren 1850—1855 tweemalen eervol werd vermeld en het ridder kruis der Militaire Willemsorde verwierf. De rouwwagen werd voorafgegaan door een tamboer met omfloerste trom en de jagers- rmiziek, die onderweg en op de begraafplaats treurmarschen deden hooren, terwyi voorts in den stoet gingen een gewapend- en onge wapend poleton militairen, onder commando van den lstj luitenant der grenadiers Gras- winckel. Do kist welke het sloffeiyk overschot v^n den flinkon soldaat bovatto, was gedekt met do nationale driekleur, w;araan het rildtr- kruis der M. W.-O. en bet Eereteeken voor belangryke krygsverrichtingen met de kroon waren gehecht. Ter weerszoden gingen vier onderofficieren van de verschillende corpsen en twee ridders der M. W.-O. als slippen- dragers, terwyi nog drie ridders zich in den stoet bevonden. Nadat op de begraafplaats het voorgeschreven militair eerbetoon was bewezen, richtte luit. Graswinck-l zich tot de aanwezige ridders der Militaire Willemsorde, onderofficieren, soldaten en verdere aanwezigen, om in eenige kern achtige woorden hulde te brengen aan den dapperen flinken soldaat Sloots, wiens borst versierd was met het kruis voor moed, beleid en trouw, een eer-metaal door iederen militair begeerd, maar voor slechts weinigen weggelegd. In van groote waardeering getuigende bewoor dingen 6telJe spr. Sloots ten voorbeeld van het leger. De ridder der M. W.-O. de heer Buys bracht zyn overleden krygsmakker, namens zyn mede- gerijderden, een hartelyken riddergroet. De zoon bedankte voor de groote belang- etelling zyn vader betoond. L^ngs den weg van het sterfhuis naar de laatste rustplaats betoonden velen uit het puoliek hun eerbied voor oen overledene, en oud-officieren en militairen stelden zicb in positie tot het brengen van het eere-saluut. Jbr. Roèll, minister van marine, bracht een ru6tigtn nacht door. Zyn toestand is naar omstandigheden gunstig. De Commissie van Rapporteurs uit de Tweede Kamer voor het revisie voorstel- Hartogh c.s. hield gisteren eene vergadering. Vanwege de vereeDiging „die Haghe" zyn afgietsels van de buste van Simon Stevin gezonden aan do ministers van buitenlandscbe zaken en van oorlog en aan de gemeente besturen van Den Haag en Brugge. In den besten welstand, vrooiyk, jong, heeft de heer Jozef Israöls gisteren te 'fl-Gra- ▼enhage zyn verjaardag gevierj. Het regende op de Koninginnegracht folicitaties van allerlei aard. 't Geschenk dat hem hot meeste pleizier deed, was het eerste exemplaar van zyn boek over SpaDje, een attentie natuurlyk van de uitgevers, de firma Marts. Nfiboff. Er is heel wat te doen geweest eer dat het boek klaar was, de uitgevers hebben geuuld moeten oefenen, want geregeld kwam de kopy niet in. Maar nu is Israêi's „Spanje," ryk geïllus treerd, dan klaar. Het verschynt over een dag of tien. De „Sts. Crt." van heden bevat acht wetten van 3 Januari 1899, houdende natu ralisatie van: E. Van den Broecke te Koe wacht, L. K. O. Wolf te Maastricht, J. Snyl-n te Munstergeloen, P. M. Peters en F. J. Meytr te Rotterdam, F. Oelsner te Amsterdam, F. K. Manohart, zich no mende Maonhar.t, te Goes, A. H. Furst te Louit. Ter benoeming van een leeraar in de wiskunde en de cosmographie aan do Hoogero Burgerschool met 5 jarigen cursus voor jongens te Amsterdam, worden door de plaatseiyke commissie van toezicht op hst middelbaar onderwya en door den inspecteur, aanbevolen de heeren: H. De Vries, doctorandus in de wis- en natuurkunde aldaar; en E. A. Stein- metz, leeraar aan de Hoogere Burgerschool mot 5-jarigen cursus te 's Gravenhage. De minister van oorlog heeft bepaald, dat voor do 170 milith-plichtigen, die in de maand Maart a. s. worden iDgedeeld by do compagnie vesting-art., in garnizoen te Am sterdam, by voorkeur zullen worden bestemd schippers, visschers en zeevarenden, alsmede schuitenvoerders. Zooals men weet, is een deel van bet personeel dier artillerie by de verdediging van Amsterdam belast met de bedi6Ding van het geschut, dat geplaatst is op „uitleggers", zynde weinig diepgaande platbodemvaartuigen, op het dek waarvan geschut is geplaatst, tot het bestryken van de toeg«Dgswegen in de inundatiën. Uit Indiö is het bericht ontvangen van het oveiiyden op 23-jarigen leeftyd van den lsten luitenant der artillerie N. J. G. E. Rückert, te Banjoe Biroe, in de Preanger Regentschappen, den 2:en Januari jl. De overledene genoot zyn militaire opleiding aan de Kod. Mil. Academie en werd 26 Juli 1895 benoemd tot 2den luit. der art. by hot leger in Oost-Indiö. Na een eenjarige detacbeeriDg aan de 1ste afd. van Ge Krijgsschool to Bra Ja, vertrok hy in het laatst van 1896 naar Indié, waar hy 26 Nov. 1897 bevorderd werd tot 1ste luitenant. H. M. do Koningin Moeder werd gister middag by aankomst te Ede verwelkomd door den burgemeesttr van Ede en den kanton rechter van Wageningen. H.M. werd tevens met veel geestdrift door een talryk publiek aan het station ontvangen. De lste klasse-wacbt- kamer was door de herren Vincent Otto, eigenaar van het familie hotel „Buitenzorg", en A. Van Amstel, bloemist, kturlg versierJ. Van de meeste woningen wapperdo do drie kleur. Te Bonnekom werd ooor de leerlingen der openbare school een w Ikomstliod gezongen en een bouquet aangeboden. H. M. ging per rytuig naar Oranje-Nassau-Oord. Op een kwartier afstond van Keienberg brak het achterwiel van het rytuig, en na een kort oponthoud werd met een ander rytoig de reis vervolgd. Even voor één uur kwam H. M. op Oranje-Nassau-Oord aan, opgewacht door den rentmeester en de commissie voor het sanatorium. Da# namiddags kwam JEL M. weer in Den Haag terug. Indertyd vermaakte de heor J. Borski aan de gemeente Amsterdam een kapitaal van vijfhonderdduizend gulden, met de bepaling, dat dit bedrag zou worden aangewend tot uitbreiding der gasthuizen, en dat daarvoor een bedrag van honderdduizend gulden speciaal zou dienen voor de inrichting van een afzon derlijke afdeeling voor oogiyJers. Bovendien bepaalde het testament, dat zijne echtgenoote tot haar dood van dit kapitaal het vru.nt- gebruik zou genieten. Nu is onlangs movrouw de wed. J. Bor-ki SUlom overlooen, zoodat het genoemde kapi taal thans aan de gemeeDte is gekomen. Zooara de juiste bepalingen van dit testament bekend zyn, zal du# aan de Amsterdamsche gasthuizen een belangryke uit brei Jing kun nen worden gegeven. Te Linschoten is ia den ouderdom van byna 90 jaren overleden de hoer A. Dykynaf, ridder Mil. Willemsorde, oud-etryd ^gerechtigd tot het oragen van 't Metalen Kruis. Biyken8 oen by het Departement van Koloniën ontvangen telegram van oen Gouver neur van Suriname, van 26 dezer, heeft ia den nacht van 25 op 26 een hevige brand aan den Waterkant t© Paramari o gewoed, waarby vier huizen geheel vernield werden en aanzienlyke schadi geleden werd. De brand was in den ochtend van 26 dezer be dwongen. (Stó.-CL) Van de 11,000 militteplichtingen van do lichtingen van dit jaar zullen er 510 worden bestemd voor uen dienst tor zee, en de overigen wordon ingedeeld: 7896 oy de infanterie, 500 by de cavalerie, 2410 by do artillerie en 195 by de genie. Niettegenstaando do voorstelling ver anderd was (aanvankelijk zou „Zonsopgang" gegeven wordon) hebben gisteravond H. M. do Koningin en H. M. do Koningin Moeder drie bedry ven van het blyspel „Op Manoeuvre," opgevoeri door de Kon. Vereenlging „Het Noderlandsch Tooneel", iu den schouwburg ta '•-Gravenhage bygewoond. 't Was de eersta maal in dit seizoen, dat HEL MM. den schouw burg bezóchten. Het publiek ontving do Koninginnen met de gobruikelyko eerbio 'be tuigingen. Te kwart over 10 uren keerden do Vorstinnen naar het Paleis terug. Hst stoomschip „Kaozler," van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, arriveerde 26 Jan. te Lelxoes; do „Maaura," van Ba tavia naar Amsterdam, vertrok 27 Jan. van Port Said; de „Spaarndam," van Botterdam naar Nieuw-York, is 27 Jan. Wight gepas seerd; de „Werkendam" vertrok 26 Jan. v^n Nieuw-York naar Rotterdam; do „Herzog," arriveerde 26 Jan. vau Hamburg en Amster dam te Mozambique; de „Prins Alexander," van Amsterdam naar Batavia, passeerde 27 Jao. Kaap Roca; de „Soenda," van Amster dam naar Batavia, passoerde 27 Jan. Ptrim; de „Chemnitz," vertrok 26 Jan. van Batavia naar Amsterdam en Hamburg; de „Prins Fred. Hendrik," arriveerde 27 Jan. van Wost- Indië te Nieuw-York; de „Sultan," arriveerde 26 Jan. van Mozambique to Delagoa-Baai. Bodegraven. Donderdag 9 Febr. a. s. zal alhier in het hotel „Van Haaften" een muziek uitvoering worden gegeven door het Goudsche Strykorkest, onder directie van den heer Arcntz, kapelmeester der dienstdoende schut terij te Gouda. De openbare vergadering van ons Nuts- d6partement op Donderdag avond 11. wa3 niet druk bezocht. Wy telden in do zaal sLchte 32 aanwezigen. De heor H. Van Cleeff, van Apeldoorn, trad voor ons op als Nutslezor. Voor de pauze werd door hem gelezen een schets van Hoyer, getiteld: „Een doode vogel." Na de pauze kragen wy te hooren oen pennevrucht van den Frie8chcn dichter en achryver dr. Halbertsma, door den heer Van Clooff in 't Hollandses overgezet, nl. „'n Brif fen do Noargor run üt 'e moane oan Gab© Scroar". Hoj v r- dien8telijk deze vertaling ook was, 't bleek den verslaggever, die Halbertsma in 't boeren Friesch heeft gelezen, dat ty een overzetting in 't HolLndscb, bet eigenaardige, het karak teristieke van de Friesch© taal voor een groot gedeelte verloren gaat Tot slot werd door den heer Van Cleeff voorgedragen „Het lner ▼an Manu8" van onz*n tenigen Van Maurik,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1899 | | pagina 1