N». 11915
"Woensdag 38 December.
A®. 1898
<£>eze <§ourani wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommcr bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Nieuwjaarswenschen
-•
Leiden, 27 December^
Feuilleton.
HAAR IDEAAL.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT;
Voor Lelden per 3 maanden, 1.1Q,
Franco per po6t%0 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0 0.06.
PRIJS DER ADVEBTEFTCTÊN s
Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regeJ meer 0.17$. - Groolero
letters naar plaatsruimte. - Voor het IncasseereD bulten de stad
wordt 0.05 berekend
■worden van af heden aangenomen ad 26
cents per advertentie voor het Leidsch Dag
blad, dat op Oudejaarsavond verschynt.
Buiten Leiden wonenden kunnen postwissel
zenden en do advertentie op het strookje
schrijven.
Nieuwjaarswenschen, na Donderdag aan
geboden, worden berekend ad 60 Cents.
OJTiïcïëele Kennisgevingen*
Verplichte Hengstenkeurlng.
Do Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-
Rolland,
Maken bekend:
dat ingevolge het door de Provinciale Staten
vastgesteld Reglement ter bevordering van de
paardenfokkerij in deProvincie Zuid-Bolland, geen
andere dan overeenkomstig de voorschriften van
dit reglement goedgekeurde, minstens driejarige
hengsten tot dekking van merriën in deze Pro
vincie mogen worden gebezigd, teDzij de hengst
en de merrie minstons tien dagen in vollen en
onvoorwaardelijken eigendom bij een en denzelfden
persoon zijn geweest en tijdens de dekking nog
zÜn
dat bij overtreding van dit verbod de eigenaar,
houder of hoeder van den hengst zal worden ge
straft met eene geldboete van ten hoogste v ij f
en twintig gulden en de eigenaar, houder
of hoeder van de merrie met een geldboete van
ten hoogste tien gulden;
dat telken jare vóór 1 Maart eene keuring der
bovenbedoelde hengsten zal plaats hebben door
eene kourings-commissie van vijf leden ten over
staan cener regeligns-coramissie van negen leden,
en dat doze connnissiën in 1899 voor bedoelde
keuring zullen zitting houden te
Oud-Beierland Woensdag 8 Febr. 's m. 10 u
Dirksland Donderdag 9 11 s
Nieuwesluis (Heenvliet) Vrijdag 10 10
Gorkum Woensdag 15 10
Gouda Vrijdag 17 10Vs
Leiden Zaterdag^*18 8 11
Rotterdam Woensdag 22 10
In herinnering wordt gebracht, dat de keuringen
in 1898 verricht, krachtens art. 5 van het Regle
ment, niet langer gelden dan tot de nu aangekon
digde keuringen in 1899.
'b-Gbavenhaoe, 12 December 1898.
De Gedeputeerde Staten voornoemd,
FOCK, Voorzitter.
F. TA VENRAAT, Griffier.
llKERENKEVRIKCEar.
De Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-
Holland maken bekend:
dat ingevolge art. 1 van hot op 21 Juli door de
Provinciale Staten vastgesteld en bij Koninklijk
besluit van 2 September 1896, No. 28, goedgekeurd
Reglement ter bevordering dor veefokkerij in de
Provincie Zuid-tlolland, tot het toekennen van
promiën voor stieren boven den leeftijd van P/j
jaar en voor pinkstieren beneden den leeftijd van
lVs jaar, jaarlijks keuringen zullen worden ge
houden;
dat voor doze keuringen do Provincie is ver
deeld in 14 districten en voor elk district 1 premie
van 150 voor een stier boven den leeftijd van
ll/2 jaar on 8 premiën van ƒ100 voor pinkstieren
benoden den leeftijd van l1/. jaar beschikbaar zijn
gesteld, met dien verstande dat slechts voor uit
muntende stieren premiën mogen worden toege
kend en dat de toegekende premiën slechts worden
uitbetaald indien de bekroonde stieren van af de
bekroning tot 1 September daaraanvolgende in
de Provincie Zuid-lloJland tegen een springgeld
van hoogstens ƒ1 beschikbaar z\jn geweest;
dat in elk district slechts de stieren kunnen
mededingen wier standplaats binnen hot district
is gelegen, tenzij in bijzondere gevallen door
Gedeputeerde Staten, volgens art. 5 van het
Reglement, hiervan aan een of meer stierenhouders
voor een of meer stieren afwijking is toegestaan;
dat de gemeente Leiden behoort tot het 10de
district, samengesteld uit do gemeenten:
Alfen, Bazerswoude, Aarlanderveeu, Leiden,
Leiderdorp, Zoetorwoude, Woubrugge, Oudshoorn,
Leirauiden, Rjjnsaterwoude, Tor-Aar, Alkemade,
Koudekerk,
eD dat de keuring in dat District zal plaats
hebben to Alfen op Woensdag 8 Maart 1899, des
morgens te halftwaalf.
's-Gravenhage, den 12don December 1898.
De Gedeputeerde Staten voornoemd,
FOCK, Voorzitter.
F. TA VENRAAT, Criffier.
N. B. Op denzelfden dag en hetzelfde uur wordt
een keuring van Rijkswege gehouden, waarbjj
premiën worden uitgeloofd, onder gelijke voor
waarden ais boven vermeld.
- Den gemeenteraad leggen B. en "We. het
door de medeleden dr. A. W. Kroon, dr. M.
J. De Goeje en W. Pera ingediend voorstel
om de verordening van den 25ston Januari
1894 (Gem.-BI. No. 8), regelende het onderwas
in handteekenon en gymnastiek aan de open
bare lagere en middelbare scholen, in dier
voege te wijzigen, dat aan den 2den leeraar
in de gymnastiek dezelfde bezoldiging zoude
worden toegekend, welke door den 3den
leeraar wordt genoten. Dat voorstel is een
uitvloeisel van de behandeling in den ge
meenteraad van Yolgn. 124 der begrooting
voor het jaarj 1899, waaroy door dr. A. W.
Kroon bijwijze van amendement werd voor
gesteld den post met f 200 te verhoogen,
welk amendement echter weder door hem
werd teruggenomen na het dezerzijds aange
voerd bezwaar, dat het zeer onregelmatig zou
zyn by de vaststelling der begrooting een
jaarwedde te verboogon, welke gebaseerd
was op de bepalingen eener wettelijk geldende
verordening.
Ook met het voorstel zelf, zooals het thans
is ingediend, kunnen B. en Ws. echter niet
metegaan. Het scbynt hun nameiyk beden
kelijk met het oog op een bepaald persoon
wyziging te brengen ln de bepalingen e.ner
verordening, waaraan een weldoordacht en
in het algemeen juist beginsel ten grondslag
ligt. De Raad heeft onderscheid will-n maken
in de bezoldiging van den eersten, den tweeden
en den derden leeraar in de Gymnastiek en
het komt B. en Ws. voor, dat hy daarby den
juisten weg heeft bewandeld. Trouwens, uit
de by de begrooting gevoerde beraadslagingen
blykt dit voldoende, het was ook niet zoozeer
de wensch van de voorstellers om de ver
ordening te wyzigen, als wel om aan den
leeraar den heer C. Henner, die evenveel
lesuren heeft als de heer Ph. De Vries, een
ze.r verdiensteiyk onderwyzer is en zich met
volle toewyding aan zijn taak geeft, dezelfde
belooning toe te kennen, als deze laatste
geniet. JJet dit laatste denkbeeld nu kunnen
B. en Ws. wei medegaan. Het is bun toch
gebleken, dat er inderdaad termen bestaan
om in dit speciale geval den derden leeraar
even hoog te bezoldigen als den tweeden.
Maar dan moet, naar B. en Ws. meenen,
het middel daartoe nirt gezocht worden in
wyziging eener op zichzelf zeer juiste ver
ordening, maar behoort dit to worden gevon
den in toektnDing eener persooniyke toelage.
Op grond van een en ander geven B. en
Ws. in overweging niet tot wyziging van de
bovenvermelde verordening over te gaan, maar
aan den heer Henner met ingang van 1 Januari
1899 een jaarlijksche personeelo toelage toe
te kennen ten bedrage van f 200.
Deze som zal, naar B. en Ws. meenen,
behooren te worden betaald voor de eene
helft uit Volg. 139 „Kosten der Kweekschool
voor Onderwyzcra en Onderwyzeressen", en
voor de an tere helft uit Volgn. 124, „Kosten
van het Lager Onderwys", terwyi zy zal
moeten worden gevonden uit deD post voor
„Onvoorziene Uitgaven", waarop voor het
volgend jaar f 12,948 beschikbaar zyo.
Ten vervolge op hun rapport van den
lOden dezer deelen B. en Ws. mede, dat by
hen bet vermoeden is gerezen, dat ook de
bewoning der perceelen 2, 3 en 4 in de Wafel
poort nadeelig is voor de openbare gezondheid
en dat daarom door hen krachtens het be
paalde by art. 1 der Verordening van 5 April
1894 aan een Commissie, bestaande uit den
directeur der gemeentewerken, den inspecteur
der bouwpolitie en drie stads-geneeskundigen,
werJ opgedragen eer. onderzoek dienaangaande
in te stellen.
Uit het door die Commissie ingediend proces
verbaal meenen B. en Ws. ook in dit geval
de gevolgtrekking te mogen afleiden, dat de
aangeduide gelreken die perceelen als schadelyk
voor de openbare gezondheid voor het bewonen
ongeschikt maken, en B. en Ws. geven mitsdien
in overweging de Raadscommissie, welke door
den gemeenteraad tot hot onderzoek van de
perceelen in de Bloemen laalspoort en in de
Drieguldenbierspoort zal worion |uitgenoodigd,
te verzoeken haar onderzoek - ook tot deze
perceelen te willen uitstrekken.
BU het onderzoek van .-de ontwerp-ge-
meentebegrooting voor het jaar 4899 werd in
eon der afdeelingen bij de behandeling van
Volgnummer 11 wederom tot het Dage-
lyksch Bestuur de vraag gericht of het niet
voordeeliger zou zyn de staanplaatsen op de
kermis publiek te verpachten, in stede van
het verschuldigde plaatsgeld gelijk tot dus
verre volgens de bepalingen der desbetreffende
verordening te berekenen. Bij do Memorie van
Antwoord werd daarop door h. t college van
B. en Ws. medegedeelJ, dat een dergelijke
financiêele regeling ook naar hun oordeel inder
daad zou blyken voordeeliger te zijn, terwijl
tevens een voorstel tot wijziging der verorde
ning van den 14den October 1897 door hen
werd in uitzicht gesteld.
By nadere overweging echter komt een
wyziging dier verordening B. en We., althans
voorloopig, minder wenschelyk voor. Uit het
door hen ingesteld onderzoek bleek namelijk,
dat niet alle staanplaatsen, zooals zy aan
vankelijk van meening waren, voor verpach
ting in aanmerking komen. Aangezien toch,
voordat tot die verpachting wordt overgegaan,
de daarvoor bestemde terreinen tijdelijk aan
den openbaren dienst behooren te worden
onttrokkoD, zou men ten aanzien van tal van
kleinere inrichtingen by de uitvoering op
moeilykbeden stuiten, terwyi het bovendien
nog zeer de vraag zou zyn of die kleinere
inrichtingen wel meer zouden opbrengen, dan
tot dusverre het geval was.
Maar ook ten aanzien dier groote, druk
bezochte inrichtingen, wier staanplaatsen meer
in het byzonder voor verpachting in aanmer
king komen, staat dit laatste by B. en Ws.
nog niet zoo geheel vast. Daarom komt het
hun wenschelyker voor voorloopig, zonder
wyziging te brengen in de bestaande ver
ordening, alleen voor bepaalde inrichtingen
de daarvoor bestemde staanplaatsen te ver
pachten on voor de andere bet plaatsgeld
naar de verordening te berekenen. Deze wyze
van handelen heeft ook dit voordeel, dat,
indien de proef eens ongunstig mocht uit
vallen, een volgend jaar aanstonds weder op
de oude wyze kan worden te werk gegaan.
Met het oog op het bezoek onzer kermis
in de laatste jaren komt het B. en Ws. nu
voor, dat voor de eerstvolgende kermis zouten
kunnen worden verpacht de navolgende 6
staanplaatsen
2 plaatsen voor caroussels of draaimolens;
1 plaats voor een luchtschommel;
1 plaats voor een hippoteóme of een klein
stoomcaroussel;
1 plaats voor een klein stoomcaroussel;
1 plaats voor een groot stoomcaroussel
of een groot hippo Iróme.
Deze inrichtingen zullen dan behooren te
wordon geplaatst op de Lammermarkt en
op de 1ste Binnenvestgracht.
De opbrengst van dezo inrichtingen be roeg
by de kermis van dit jaar f 2652.60; by ver
pachting van haar staanplaatsen mag een
grootere opbrengst van f 1000 wor.en
verwacht.
De onttrekking van het benoooigdo terrein
aan den openbaren dienst zal voor 14 dagen
noodig zyo. Die onttrekking zal echter eerst
later behoeven plaats te hebben, wanneer
omtrtnt de benoodigde plaatsruimten meerdere
zekerheid bestaat.
Aangezien evenwel reeds thans de aan
vragen om staanplaatsen beginnen in te
komen, en met het oog daarop een spoeoige
beslissing omtrent de wyz9 van berekening
van het staangeld wenschelyk is, geven B.
en Ws. den gemeenteraad in overweging reeds
thans in beginsel te besluiten, dat voor de
in het volgend jaar te bouden kermis de
staanplaatsen voor zes of meer inrichtingen
bywyze van proof in het openbaar zullen
worden verpacht, na alvorens door den Raad
tydeljjk aan den openbaren dienst te zyn ont
trokken.
Onder overlegging van een desbetreffend
adres van heeren Regenten der Groeneveld-
stichting, deeten B. en Ws. den gemeenteraad
mede, dat hun uit een ter zake ingesteld
onterzoek is gebleken, dat de grond dtr voor
malige Stommesteeg, welke reeJs vóór hot
jaar 1803 voor het publiek verkeer was af
gesloten, thans doel uitmaakt van den tu n dtr
Grosneveldstichting. Zooals adressanten in
bun verzoekschrift zogg-n, werd bun het ge>
bruik van dien grond toegestaan by dispositie
van den Raad van 26 Juli 1803. waan y de
betaling eener jaarlyksche recognitie werd op
gelegd van f 14.10, maar omtrent een even-
tueelen afkoop dier recogDitie geen bepaling
werd opgenomen.
Het komt B. en Ws. echter voor, dat tegen
den door Regenten gewensebten afkoop geen
bezwaren bestaan, en zy achten dien afkoop
tegen den penning 33'/,, alzoo voor de som
van f 470, tillyk.
Zy geven mitsdien in overweging aan
adressanten te berichten, dat tegen een afkoop
der verschuldigde recognitie voor de som van
f 470 by den Raad geen bezwaar bestaat, en
tevens te besluiten tot dien afkoop, voor het
geval adressanten zich met deze afkoopsom
kunnen vereenigen.
Volgens in dit nommer voorkomende
advertentie zal de Cbrist. Zangvereniging
„Soli Deo Gloria" alhier Dinsdag 10 Januari
a. 8. een uitvoering geven.
Eenige leerlingen van wyien prof. dr.
J. P. N. Land wenscben voor lanogcDoot en
vreemdeling de beeltenis van den „scberp-
zinnigen wysgeer, den goleer.en oriëntalist
en grondigen kenner van de muziek en baar
geschiedenis,te' plaatsen in de Senaatkamer
der Leidsche universiteit en roepen daartoe
in een Nederlan isclie on een Engelscho
circulaire de medewerking van de leerlingen,
vrienden en vereerders van den overleden
geleerde in. De circulaire is geteekend: ds.
W. J. Van Douwen, te Almeloo; prof. G.
Heymans, te Groningen, voorzitter; dr. P. H.
Hitter, te Amsterdammr C. Van Vollenhoven,
te 's Gravenhage, secretaris penningmeester;
prof. G. Wildetoer, te Groningen.
Het aantil Gereformeerde kerken in
Nederland bedraagt 684, die door 491 predi
kanten worden bediend; één predikant is in
Indië. Er zyn 204 vacante gemeenten, terwyl
het aantal emeriti predikanten 66 bedraagt.
Zes candiJaten en-zes (rustende) predikanten
stellen zich beroepbaar en 6 can idaten stellen
zich nog ni=t ceroepoaar. Onder do oudste
predikanten behooren o. a. de heeren P. Den
Boer te Puttershoek, J. Holster te Leiden,
W. H. Gispen te Amsterdam, M. K.ulemans
te Schjonhoven, F. Lion Cachet te Rotterdam,
respect, bevestigd ia 1853, '54, '56, '57 en
'58. Op 50 plaatsen heeft men nog kerken
A en B; te Leiden en Middelburg zelfs A,
B en C. Het aantal ineengesmolten kerken
bedraagt 55.
De „Nieuwe Bredasche Courant" schryft
het volgende
„Vreugdendal" zag gisteravond de tooneel-
vereeniging „Jacob Cats" uit Leiden In haar
midden, dia gevolg had gegeven aan haar
roepstem, om mede te dingen in den door
haar uitgeschreven wedstryd. Wy deelden
reeds in een vorig nummer mede hoe hoog
onze verwachtingen gespannen waren ten
opzichte v^n deze vereeniging, die een zoo
uitstekenden naam heeft ooor het geheelo land.
Indien wy dan zeggen, dat onze verwach
tingen coor de opvoering van „Galeotto" nog
overtroffen werden, is dit zeker lof genoeg.
I Er werd in één woord uitstekend gespeeld
Haar echtgenoot was jong gestorven en liet
baar geen fortuin na, doch eon broer van haar,
di j altyd veel met den veelbelovenden knaap
op had, nam de zorg voor hem geheel van
haar over en liet hem studeeren. Daar het
e/enwel niet met zyn karakter strookte ver
plichtingen, aan wie dan ook, te hebben,
werkte hy met noeste viyt en had hy de
^ldoening het artsexamen een jaar vroeger
te kunnen doen dan menig ander student.
Mst jongelui had hy daardoor weinig omge
gaan, zoodat hy er vrienden noch vyanden
op na hield, en zjjn medestudenten hem steeds
d in naam van .Professor" gaven. Een en
ander bad aan zyn karakter een eigenaardige
pi oi g gsven, zoodat hy niet zoo heel spoedig
toegankeiyk was voor iedereen. Zyn patiënten
dweepten met hem, aan bet ziekbed was by
op zyn plaats. Ook Emma voelde zich niet
op haar gemak, wanneer ze zyn moeder be
zocht en den jeugdigen medicus aantrof. Hy
was steeds zeer beleefd tegen haar, doch zy
wist in zyn tegenwoordigheid zoo weinig te
zeggenmeermalen merkte zy, dat, wanneer
ay naar hem opzag, zyn ernstige blik door
dringend op haar gevestigd was.
Eindeiyk schreef Von S., dat het zyn plan
\vas spoedig weer thuis to komen; zyn go-
zondheid liet in den laatsten tyd veel te wen-
schen over. Een vriend van hem zou hem
op rtis vergezellen en eenige dagen by hen
vertoeven, om kennis te maken met zyn vrouw.
Emma liet de noodige kamers in gereed-*
hoid brengen en op den bepaalden dag zond
zy het rytuig naar het station en ontving de
beide heeren in de lieve, gezellige huiskamer.
Emma hield zich goed, doch schrikte van
het veranderde uitzicht van haar man, die
er wel is waar zoo lang zy hom gekend had
nooit gezond of levenslustig had uitgezieD,
maar haar nu toch zeer vermagerd en zieke-
lyk voorkwam. Hy begaf zich spoedig naar
zyn kamer, om van de vermoeienissen der
reis uit te rusten.
Emma zou dus alleen dineeren met zyn
reisgezel, die haar, na een lange en zachte
inleiding, volkomen op de hoogte bracht van
den toestand van haar man, welke niet ge
ruststellend was. Hy begon met haar mee
te deelen, dat hy de door haar man geraad
pleegde professor W. was en dat hy hem sedert
eenige weken behandelde; het plan was, wan
neer Von S. den volgenden®dag eenigszins
uitgerust zou zyD, consult te houden met den
dorpsarts en hem verder aan diens zorg over
te geven.
Dat de jonge vrouw zeer ontsteld was na
deze treurige modedeeling, is geen wonder.
Ze had haar man wel geen innige liefde
toegedragen, maar zo had toch veel, zeer veel
aan hem te danken, en hy was altyd goed
voor haar geweest. Nog denzelfden avond
bracht professor W. een bezoek aan zyn colloga,
om na een korte, doch aangename kennis
making hem op de hoogte te brengen van
het ziekteproces van den ongelukkigen Von
S. Ze spraken daarna af samen den vol
genden dag den patiënt te bezoeken.
Het onderzoek had op den bepaalden tyd
plaats, nadat Von S. een rustigen nacht had
doorgebracht. De diagnose en prognose van
beide heeren kwam ton volle overeen; Von
S. had een hartaandoening en volgens de
symptomen zou hy het waarschynlyk niet lang
meer maken. Na sfloop van het consult werden
de heeren door Emma in het salon opge
wacht. Zy verlangde volkomen op de hoogte
gebracht te worden van den toestand. Zy
wilde liever het ergste weten dan in pyniyke
onzekerheid verkeeren. Niet zonder aandoening
hoordo ze het doodvonnis van haar echtgenoot
verkondigen.
De professor vertoefde nog twee dagen op
.Villa Maria" en na den ïyder aan de zorgen
van zyn jongen collega overgelaten en een
hartelyk afscheid van beide eebtgenooten
genomen te hebben, vertrok hy met de
zekerheid, dat bier geen redden meer moge-
lyk was.
Von S. had te veel van zyn leven, van
zyn krachten gevergd on zou weldra het
slachtoffer worden van zyn genietingen on
zyn fortuin.
>Ik heb er, helaas, meer behandeld, die
op jeugdigen leoftyd aan dergelyke aan
doeningen bezwekenJammer van die jonge
vrouw I Ze hield zich flink l Een degeiyker
echtgenoot, met minder fortuin, zou baar
wellicht beter geweest z(jn: alweer een bewys,
dat geld alleen geen geluk aan brengt.
Myn dorpscollega scheen me toe een fliuk,
degoiyk arts te zyn; we waren het volkomen
eens wat de diagnose en de behandeling
betreft."
Aldus de overdenking van den hoogleeraar
op zyn terugreis l
En ja, hy had gelykl
Emma hield zich flink, bewees een liefde-
ryke en zorgzame verpleegster to zyn, deed
alles wat ze slechts kon voor haar man,
en verwyderde zich zoo min mogeiyk van het
ziekbed; tweemaal daags bezocht de dokter
don uitgeputten lydor en verwyderde haar
dikwyte met zachten, doch ernstigen drang
uit de ziekekamer, haar zeggende hoe noodig
het voor haar was, eenige koeren daags naar
buiten te gaan, om versche lucht te proeven,
zoo hoog noodig voor haar gezondheid. Op
zyn herhaaldeiyk aandringen deed ze soms
een kleine wandeling in het park, doch zy
genoot er niet van. Zy wist, dat ze noodig
was in de ziekekamer en Von S. haar by
haar terugkomst steeds met een dankbaren
blik aanzag en haar hand zocht en drukte.
De doktor leerde Emma meer en meer
kennen en hoogachten; hy had reeds lang
vóór de ziekte en vóór het vertrek van Von
S. ingezien, dat het echtpaar niet by elkander
paste. Zy, de degöiyke, de zeer ontwikkelde
en hoogst beschaafde vrouw, zy boboorde niet
by den onbeduidenden rykaard, die zoo weinig
presteerde. Hoe is het mogeiyb, dat zulk een
vrouw er eenmaal in toegestemd hc-eft de
zyne te worden? Die vraag rees meermalen
by hem op en.verontrustte hem.
Zou zy het gedaan hebben om do ryke
mevrouw Von S. te worden? Dat hoopte hy
niet, want dit zou een blaam werpen op het
karakter dozer vrouw.
De toestand van Von S. verergerde met den
dag; langdurige benauwdheden kwamen on
in een dier aanvallen trad de dood in en
verloste hem van langor ïyden. Zyn vrouw
en de dokter waren by bot sterven tegen
woordig. Emma drukte hem do moede oog
leden toe en verzocht den dokter haar alleen
te laten met den afgestorvene.
Laten we de begrafenisplechtigheid met
stilzwygen voorby gaan; alleen zy nog ver
meld, dat de ouders en zuster van Emma er
by tegenwoordig waren en prachtige kransen
op de lykbaar nedeilegden.
Lize bleef haar zuster eenige weken gezel
schap houden, daar haar papa weer spoedig
naar Den Haag terug moest koeren en zyn
vrouw hem niet alleen naar hui3 kon laten
vertrekken. Emma gaf zich waar en natuur-
ïyk als ze steeds was niet aan hartstochte-
ïyke droefheid over; een enkele stille wee-
moedstraan ontviel baar nu en dan, maar
haar verlies, neen, het was niet zwaar 1 Haar
man was goedaardig, maar onbeduidend ge
weest; nooit had zy hem in verrukking gezieD.
Zyn levenskrachten, zo waren op nog jeugdigen
leeftyd verbruikt. Het eenigo, dat men van
hem ten goede zeggen koD, was, dat hy zyn
jeugdige vrouw als een schatryke weduwe
bad achtergelaten. {Wordt vervolgd.)