N». 11915 "Woensdag 38 December. A®. 1898 <£>eze <§ourani wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommcr bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Nieuwjaarswenschen -• Leiden, 27 December^ Feuilleton. HAAR IDEAAL. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT; Voor Lelden per 3 maanden, 1.1Q, Franco per po6t%0 1.40. Afzonderlijke Nommers 0 0.06. PRIJS DER ADVEBTEFTCTÊN s Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regeJ meer 0.17$. - Groolero letters naar plaatsruimte. - Voor het IncasseereD bulten de stad wordt 0.05 berekend ■worden van af heden aangenomen ad 26 cents per advertentie voor het Leidsch Dag blad, dat op Oudejaarsavond verschynt. Buiten Leiden wonenden kunnen postwissel zenden en do advertentie op het strookje schrijven. Nieuwjaarswenschen, na Donderdag aan geboden, worden berekend ad 60 Cents. OJTiïcïëele Kennisgevingen* Verplichte Hengstenkeurlng. Do Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid- Rolland, Maken bekend: dat ingevolge het door de Provinciale Staten vastgesteld Reglement ter bevordering van de paardenfokkerij in deProvincie Zuid-Bolland, geen andere dan overeenkomstig de voorschriften van dit reglement goedgekeurde, minstens driejarige hengsten tot dekking van merriën in deze Pro vincie mogen worden gebezigd, teDzij de hengst en de merrie minstons tien dagen in vollen en onvoorwaardelijken eigendom bij een en denzelfden persoon zijn geweest en tijdens de dekking nog zÜn dat bij overtreding van dit verbod de eigenaar, houder of hoeder van den hengst zal worden ge straft met eene geldboete van ten hoogste v ij f en twintig gulden en de eigenaar, houder of hoeder van de merrie met een geldboete van ten hoogste tien gulden; dat telken jare vóór 1 Maart eene keuring der bovenbedoelde hengsten zal plaats hebben door eene kourings-commissie van vijf leden ten over staan cener regeligns-coramissie van negen leden, en dat doze connnissiën in 1899 voor bedoelde keuring zullen zitting houden te Oud-Beierland Woensdag 8 Febr. 's m. 10 u Dirksland Donderdag 9 11 s Nieuwesluis (Heenvliet) Vrijdag 10 10 Gorkum Woensdag 15 10 Gouda Vrijdag 17 10Vs Leiden Zaterdag^*18 8 11 Rotterdam Woensdag 22 10 In herinnering wordt gebracht, dat de keuringen in 1898 verricht, krachtens art. 5 van het Regle ment, niet langer gelden dan tot de nu aangekon digde keuringen in 1899. 'b-Gbavenhaoe, 12 December 1898. De Gedeputeerde Staten voornoemd, FOCK, Voorzitter. F. TA VENRAAT, Griffier. llKERENKEVRIKCEar. De Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid- Holland maken bekend: dat ingevolge art. 1 van hot op 21 Juli door de Provinciale Staten vastgesteld en bij Koninklijk besluit van 2 September 1896, No. 28, goedgekeurd Reglement ter bevordering dor veefokkerij in de Provincie Zuid-tlolland, tot het toekennen van promiën voor stieren boven den leeftijd van P/j jaar en voor pinkstieren beneden den leeftijd van lVs jaar, jaarlijks keuringen zullen worden ge houden; dat voor doze keuringen do Provincie is ver deeld in 14 districten en voor elk district 1 premie van 150 voor een stier boven den leeftijd van ll/2 jaar on 8 premiën van ƒ100 voor pinkstieren benoden den leeftijd van l1/. jaar beschikbaar zijn gesteld, met dien verstande dat slechts voor uit muntende stieren premiën mogen worden toege kend en dat de toegekende premiën slechts worden uitbetaald indien de bekroonde stieren van af de bekroning tot 1 September daaraanvolgende in de Provincie Zuid-lloJland tegen een springgeld van hoogstens ƒ1 beschikbaar z\jn geweest; dat in elk district slechts de stieren kunnen mededingen wier standplaats binnen hot district is gelegen, tenzij in bijzondere gevallen door Gedeputeerde Staten, volgens art. 5 van het Reglement, hiervan aan een of meer stierenhouders voor een of meer stieren afwijking is toegestaan; dat de gemeente Leiden behoort tot het 10de district, samengesteld uit do gemeenten: Alfen, Bazerswoude, Aarlanderveeu, Leiden, Leiderdorp, Zoetorwoude, Woubrugge, Oudshoorn, Leirauiden, Rjjnsaterwoude, Tor-Aar, Alkemade, Koudekerk, eD dat de keuring in dat District zal plaats hebben to Alfen op Woensdag 8 Maart 1899, des morgens te halftwaalf. 's-Gravenhage, den 12don December 1898. De Gedeputeerde Staten voornoemd, FOCK, Voorzitter. F. TA VENRAAT, Criffier. N. B. Op denzelfden dag en hetzelfde uur wordt een keuring van Rijkswege gehouden, waarbjj premiën worden uitgeloofd, onder gelijke voor waarden ais boven vermeld. - Den gemeenteraad leggen B. en "We. het door de medeleden dr. A. W. Kroon, dr. M. J. De Goeje en W. Pera ingediend voorstel om de verordening van den 25ston Januari 1894 (Gem.-BI. No. 8), regelende het onderwas in handteekenon en gymnastiek aan de open bare lagere en middelbare scholen, in dier voege te wijzigen, dat aan den 2den leeraar in de gymnastiek dezelfde bezoldiging zoude worden toegekend, welke door den 3den leeraar wordt genoten. Dat voorstel is een uitvloeisel van de behandeling in den ge meenteraad van Yolgn. 124 der begrooting voor het jaarj 1899, waaroy door dr. A. W. Kroon bijwijze van amendement werd voor gesteld den post met f 200 te verhoogen, welk amendement echter weder door hem werd teruggenomen na het dezerzijds aange voerd bezwaar, dat het zeer onregelmatig zou zyn by de vaststelling der begrooting een jaarwedde te verboogon, welke gebaseerd was op de bepalingen eener wettelijk geldende verordening. Ook met het voorstel zelf, zooals het thans is ingediend, kunnen B. en Ws. echter niet metegaan. Het scbynt hun nameiyk beden kelijk met het oog op een bepaald persoon wyziging te brengen ln de bepalingen e.ner verordening, waaraan een weldoordacht en in het algemeen juist beginsel ten grondslag ligt. De Raad heeft onderscheid will-n maken in de bezoldiging van den eersten, den tweeden en den derden leeraar in de Gymnastiek en het komt B. en Ws. voor, dat hy daarby den juisten weg heeft bewandeld. Trouwens, uit de by de begrooting gevoerde beraadslagingen blykt dit voldoende, het was ook niet zoozeer de wensch van de voorstellers om de ver ordening te wyzigen, als wel om aan den leeraar den heer C. Henner, die evenveel lesuren heeft als de heer Ph. De Vries, een ze.r verdiensteiyk onderwyzer is en zich met volle toewyding aan zijn taak geeft, dezelfde belooning toe te kennen, als deze laatste geniet. JJet dit laatste denkbeeld nu kunnen B. en Ws. wei medegaan. Het is bun toch gebleken, dat er inderdaad termen bestaan om in dit speciale geval den derden leeraar even hoog te bezoldigen als den tweeden. Maar dan moet, naar B. en Ws. meenen, het middel daartoe nirt gezocht worden in wyziging eener op zichzelf zeer juiste ver ordening, maar behoort dit to worden gevon den in toektnDing eener persooniyke toelage. Op grond van een en ander geven B. en Ws. in overweging niet tot wyziging van de bovenvermelde verordening over te gaan, maar aan den heer Henner met ingang van 1 Januari 1899 een jaarlijksche personeelo toelage toe te kennen ten bedrage van f 200. Deze som zal, naar B. en Ws. meenen, behooren te worden betaald voor de eene helft uit Volg. 139 „Kosten der Kweekschool voor Onderwyzcra en Onderwyzeressen", en voor de an tere helft uit Volgn. 124, „Kosten van het Lager Onderwys", terwyi zy zal moeten worden gevonden uit deD post voor „Onvoorziene Uitgaven", waarop voor het volgend jaar f 12,948 beschikbaar zyo. Ten vervolge op hun rapport van den lOden dezer deelen B. en Ws. mede, dat by hen bet vermoeden is gerezen, dat ook de bewoning der perceelen 2, 3 en 4 in de Wafel poort nadeelig is voor de openbare gezondheid en dat daarom door hen krachtens het be paalde by art. 1 der Verordening van 5 April 1894 aan een Commissie, bestaande uit den directeur der gemeentewerken, den inspecteur der bouwpolitie en drie stads-geneeskundigen, werJ opgedragen eer. onderzoek dienaangaande in te stellen. Uit het door die Commissie ingediend proces verbaal meenen B. en Ws. ook in dit geval de gevolgtrekking te mogen afleiden, dat de aangeduide gelreken die perceelen als schadelyk voor de openbare gezondheid voor het bewonen ongeschikt maken, en B. en Ws. geven mitsdien in overweging de Raadscommissie, welke door den gemeenteraad tot hot onderzoek van de perceelen in de Bloemen laalspoort en in de Drieguldenbierspoort zal worion |uitgenoodigd, te verzoeken haar onderzoek - ook tot deze perceelen te willen uitstrekken. BU het onderzoek van .-de ontwerp-ge- meentebegrooting voor het jaar 4899 werd in eon der afdeelingen bij de behandeling van Volgnummer 11 wederom tot het Dage- lyksch Bestuur de vraag gericht of het niet voordeeliger zou zyn de staanplaatsen op de kermis publiek te verpachten, in stede van het verschuldigde plaatsgeld gelijk tot dus verre volgens de bepalingen der desbetreffende verordening te berekenen. Bij do Memorie van Antwoord werd daarop door h. t college van B. en Ws. medegedeelJ, dat een dergelijke financiêele regeling ook naar hun oordeel inder daad zou blyken voordeeliger te zijn, terwijl tevens een voorstel tot wijziging der verorde ning van den 14den October 1897 door hen werd in uitzicht gesteld. By nadere overweging echter komt een wyziging dier verordening B. en We., althans voorloopig, minder wenschelyk voor. Uit het door hen ingesteld onderzoek bleek namelijk, dat niet alle staanplaatsen, zooals zy aan vankelijk van meening waren, voor verpach ting in aanmerking komen. Aangezien toch, voordat tot die verpachting wordt overgegaan, de daarvoor bestemde terreinen tijdelijk aan den openbaren dienst behooren te worden onttrokkoD, zou men ten aanzien van tal van kleinere inrichtingen by de uitvoering op moeilykbeden stuiten, terwyi het bovendien nog zeer de vraag zou zyn of die kleinere inrichtingen wel meer zouden opbrengen, dan tot dusverre het geval was. Maar ook ten aanzien dier groote, druk bezochte inrichtingen, wier staanplaatsen meer in het byzonder voor verpachting in aanmer king komen, staat dit laatste by B. en Ws. nog niet zoo geheel vast. Daarom komt het hun wenschelyker voor voorloopig, zonder wyziging te brengen in de bestaande ver ordening, alleen voor bepaalde inrichtingen de daarvoor bestemde staanplaatsen te ver pachten on voor de andere bet plaatsgeld naar de verordening te berekenen. Deze wyze van handelen heeft ook dit voordeel, dat, indien de proef eens ongunstig mocht uit vallen, een volgend jaar aanstonds weder op de oude wyze kan worden te werk gegaan. Met het oog op het bezoek onzer kermis in de laatste jaren komt het B. en Ws. nu voor, dat voor de eerstvolgende kermis zouten kunnen worden verpacht de navolgende 6 staanplaatsen 2 plaatsen voor caroussels of draaimolens; 1 plaats voor een luchtschommel; 1 plaats voor een hippoteóme of een klein stoomcaroussel; 1 plaats voor een klein stoomcaroussel; 1 plaats voor een groot stoomcaroussel of een groot hippo Iróme. Deze inrichtingen zullen dan behooren te wordon geplaatst op de Lammermarkt en op de 1ste Binnenvestgracht. De opbrengst van dezo inrichtingen be roeg by de kermis van dit jaar f 2652.60; by ver pachting van haar staanplaatsen mag een grootere opbrengst van f 1000 wor.en verwacht. De onttrekking van het benoooigdo terrein aan den openbaren dienst zal voor 14 dagen noodig zyo. Die onttrekking zal echter eerst later behoeven plaats te hebben, wanneer omtrtnt de benoodigde plaatsruimten meerdere zekerheid bestaat. Aangezien evenwel reeds thans de aan vragen om staanplaatsen beginnen in te komen, en met het oog daarop een spoeoige beslissing omtrent de wyz9 van berekening van het staangeld wenschelyk is, geven B. en Ws. den gemeenteraad in overweging reeds thans in beginsel te besluiten, dat voor de in het volgend jaar te bouden kermis de staanplaatsen voor zes of meer inrichtingen bywyze van proof in het openbaar zullen worden verpacht, na alvorens door den Raad tydeljjk aan den openbaren dienst te zyn ont trokken. Onder overlegging van een desbetreffend adres van heeren Regenten der Groeneveld- stichting, deeten B. en Ws. den gemeenteraad mede, dat hun uit een ter zake ingesteld onterzoek is gebleken, dat de grond dtr voor malige Stommesteeg, welke reeJs vóór hot jaar 1803 voor het publiek verkeer was af gesloten, thans doel uitmaakt van den tu n dtr Grosneveldstichting. Zooals adressanten in bun verzoekschrift zogg-n, werd bun het ge> bruik van dien grond toegestaan by dispositie van den Raad van 26 Juli 1803. waan y de betaling eener jaarlyksche recognitie werd op gelegd van f 14.10, maar omtrent een even- tueelen afkoop dier recogDitie geen bepaling werd opgenomen. Het komt B. en Ws. echter voor, dat tegen den door Regenten gewensebten afkoop geen bezwaren bestaan, en zy achten dien afkoop tegen den penning 33'/,, alzoo voor de som van f 470, tillyk. Zy geven mitsdien in overweging aan adressanten te berichten, dat tegen een afkoop der verschuldigde recognitie voor de som van f 470 by den Raad geen bezwaar bestaat, en tevens te besluiten tot dien afkoop, voor het geval adressanten zich met deze afkoopsom kunnen vereenigen. Volgens in dit nommer voorkomende advertentie zal de Cbrist. Zangvereniging „Soli Deo Gloria" alhier Dinsdag 10 Januari a. 8. een uitvoering geven. Eenige leerlingen van wyien prof. dr. J. P. N. Land wenscben voor lanogcDoot en vreemdeling de beeltenis van den „scberp- zinnigen wysgeer, den goleer.en oriëntalist en grondigen kenner van de muziek en baar geschiedenis,te' plaatsen in de Senaatkamer der Leidsche universiteit en roepen daartoe in een Nederlan isclie on een Engelscho circulaire de medewerking van de leerlingen, vrienden en vereerders van den overleden geleerde in. De circulaire is geteekend: ds. W. J. Van Douwen, te Almeloo; prof. G. Heymans, te Groningen, voorzitter; dr. P. H. Hitter, te Amsterdammr C. Van Vollenhoven, te 's Gravenhage, secretaris penningmeester; prof. G. Wildetoer, te Groningen. Het aantil Gereformeerde kerken in Nederland bedraagt 684, die door 491 predi kanten worden bediend; één predikant is in Indië. Er zyn 204 vacante gemeenten, terwyl het aantal emeriti predikanten 66 bedraagt. Zes candiJaten en-zes (rustende) predikanten stellen zich beroepbaar en 6 can idaten stellen zich nog ni=t ceroepoaar. Onder do oudste predikanten behooren o. a. de heeren P. Den Boer te Puttershoek, J. Holster te Leiden, W. H. Gispen te Amsterdam, M. K.ulemans te Schjonhoven, F. Lion Cachet te Rotterdam, respect, bevestigd ia 1853, '54, '56, '57 en '58. Op 50 plaatsen heeft men nog kerken A en B; te Leiden en Middelburg zelfs A, B en C. Het aantal ineengesmolten kerken bedraagt 55. De „Nieuwe Bredasche Courant" schryft het volgende „Vreugdendal" zag gisteravond de tooneel- vereeniging „Jacob Cats" uit Leiden In haar midden, dia gevolg had gegeven aan haar roepstem, om mede te dingen in den door haar uitgeschreven wedstryd. Wy deelden reeds in een vorig nummer mede hoe hoog onze verwachtingen gespannen waren ten opzichte v^n deze vereeniging, die een zoo uitstekenden naam heeft ooor het geheelo land. Indien wy dan zeggen, dat onze verwach tingen coor de opvoering van „Galeotto" nog overtroffen werden, is dit zeker lof genoeg. I Er werd in één woord uitstekend gespeeld Haar echtgenoot was jong gestorven en liet baar geen fortuin na, doch eon broer van haar, di j altyd veel met den veelbelovenden knaap op had, nam de zorg voor hem geheel van haar over en liet hem studeeren. Daar het e/enwel niet met zyn karakter strookte ver plichtingen, aan wie dan ook, te hebben, werkte hy met noeste viyt en had hy de ^ldoening het artsexamen een jaar vroeger te kunnen doen dan menig ander student. Mst jongelui had hy daardoor weinig omge gaan, zoodat hy er vrienden noch vyanden op na hield, en zjjn medestudenten hem steeds d in naam van .Professor" gaven. Een en ander bad aan zyn karakter een eigenaardige pi oi g gsven, zoodat hy niet zoo heel spoedig toegankeiyk was voor iedereen. Zyn patiënten dweepten met hem, aan bet ziekbed was by op zyn plaats. Ook Emma voelde zich niet op haar gemak, wanneer ze zyn moeder be zocht en den jeugdigen medicus aantrof. Hy was steeds zeer beleefd tegen haar, doch zy wist in zyn tegenwoordigheid zoo weinig te zeggenmeermalen merkte zy, dat, wanneer ay naar hem opzag, zyn ernstige blik door dringend op haar gevestigd was. Eindeiyk schreef Von S., dat het zyn plan \vas spoedig weer thuis to komen; zyn go- zondheid liet in den laatsten tyd veel te wen- schen over. Een vriend van hem zou hem op rtis vergezellen en eenige dagen by hen vertoeven, om kennis te maken met zyn vrouw. Emma liet de noodige kamers in gereed-* hoid brengen en op den bepaalden dag zond zy het rytuig naar het station en ontving de beide heeren in de lieve, gezellige huiskamer. Emma hield zich goed, doch schrikte van het veranderde uitzicht van haar man, die er wel is waar zoo lang zy hom gekend had nooit gezond of levenslustig had uitgezieD, maar haar nu toch zeer vermagerd en zieke- lyk voorkwam. Hy begaf zich spoedig naar zyn kamer, om van de vermoeienissen der reis uit te rusten. Emma zou dus alleen dineeren met zyn reisgezel, die haar, na een lange en zachte inleiding, volkomen op de hoogte bracht van den toestand van haar man, welke niet ge ruststellend was. Hy begon met haar mee te deelen, dat hy de door haar man geraad pleegde professor W. was en dat hy hem sedert eenige weken behandelde; het plan was, wan neer Von S. den volgenden®dag eenigszins uitgerust zou zyD, consult te houden met den dorpsarts en hem verder aan diens zorg over te geven. Dat de jonge vrouw zeer ontsteld was na deze treurige modedeeling, is geen wonder. Ze had haar man wel geen innige liefde toegedragen, maar zo had toch veel, zeer veel aan hem te danken, en hy was altyd goed voor haar geweest. Nog denzelfden avond bracht professor W. een bezoek aan zyn colloga, om na een korte, doch aangename kennis making hem op de hoogte te brengen van het ziekteproces van den ongelukkigen Von S. Ze spraken daarna af samen den vol genden dag den patiënt te bezoeken. Het onderzoek had op den bepaalden tyd plaats, nadat Von S. een rustigen nacht had doorgebracht. De diagnose en prognose van beide heeren kwam ton volle overeen; Von S. had een hartaandoening en volgens de symptomen zou hy het waarschynlyk niet lang meer maken. Na sfloop van het consult werden de heeren door Emma in het salon opge wacht. Zy verlangde volkomen op de hoogte gebracht te worden van den toestand. Zy wilde liever het ergste weten dan in pyniyke onzekerheid verkeeren. Niet zonder aandoening hoordo ze het doodvonnis van haar echtgenoot verkondigen. De professor vertoefde nog twee dagen op .Villa Maria" en na den ïyder aan de zorgen van zyn jongen collega overgelaten en een hartelyk afscheid van beide eebtgenooten genomen te hebben, vertrok hy met de zekerheid, dat bier geen redden meer moge- lyk was. Von S. had te veel van zyn leven, van zyn krachten gevergd on zou weldra het slachtoffer worden van zyn genietingen on zyn fortuin. >Ik heb er, helaas, meer behandeld, die op jeugdigen leoftyd aan dergelyke aan doeningen bezwekenJammer van die jonge vrouw I Ze hield zich flink l Een degeiyker echtgenoot, met minder fortuin, zou baar wellicht beter geweest z(jn: alweer een bewys, dat geld alleen geen geluk aan brengt. Myn dorpscollega scheen me toe een fliuk, degoiyk arts te zyn; we waren het volkomen eens wat de diagnose en de behandeling betreft." Aldus de overdenking van den hoogleeraar op zyn terugreis l En ja, hy had gelykl Emma hield zich flink, bewees een liefde- ryke en zorgzame verpleegster to zyn, deed alles wat ze slechts kon voor haar man, en verwyderde zich zoo min mogeiyk van het ziekbed; tweemaal daags bezocht de dokter don uitgeputten lydor en verwyderde haar dikwyte met zachten, doch ernstigen drang uit de ziekekamer, haar zeggende hoe noodig het voor haar was, eenige koeren daags naar buiten te gaan, om versche lucht te proeven, zoo hoog noodig voor haar gezondheid. Op zyn herhaaldeiyk aandringen deed ze soms een kleine wandeling in het park, doch zy genoot er niet van. Zy wist, dat ze noodig was in de ziekekamer en Von S. haar by haar terugkomst steeds met een dankbaren blik aanzag en haar hand zocht en drukte. De doktor leerde Emma meer en meer kennen en hoogachten; hy had reeds lang vóór de ziekte en vóór het vertrek van Von S. ingezien, dat het echtpaar niet by elkander paste. Zy, de degöiyke, de zeer ontwikkelde en hoogst beschaafde vrouw, zy boboorde niet by den onbeduidenden rykaard, die zoo weinig presteerde. Hoe is het mogeiyb, dat zulk een vrouw er eenmaal in toegestemd hc-eft de zyne te worden? Die vraag rees meermalen by hem op en.verontrustte hem. Zou zy het gedaan hebben om do ryke mevrouw Von S. te worden? Dat hoopte hy niet, want dit zou een blaam werpen op het karakter dozer vrouw. De toestand van Von S. verergerde met den dag; langdurige benauwdheden kwamen on in een dier aanvallen trad de dood in en verloste hem van langor ïyden. Zyn vrouw en de dokter waren by bot sterven tegen woordig. Emma drukte hem do moede oog leden toe en verzocht den dokter haar alleen te laten met den afgestorvene. Laten we de begrafenisplechtigheid met stilzwygen voorby gaan; alleen zy nog ver meld, dat de ouders en zuster van Emma er by tegenwoordig waren en prachtige kransen op de lykbaar nedeilegden. Lize bleef haar zuster eenige weken gezel schap houden, daar haar papa weer spoedig naar Den Haag terug moest koeren en zyn vrouw hem niet alleen naar hui3 kon laten vertrekken. Emma gaf zich waar en natuur- ïyk als ze steeds was niet aan hartstochte- ïyke droefheid over; een enkele stille wee- moedstraan ontviel baar nu en dan, maar haar verlies, neen, het was niet zwaar 1 Haar man was goedaardig, maar onbeduidend ge weest; nooit had zy hem in verrukking gezieD. Zyn levenskrachten, zo waren op nog jeugdigen leeftyd verbruikt. Het eenigo, dat men van hem ten goede zeggen koD, was, dat hy zyn jeugdige vrouw als een schatryke weduwe bad achtergelaten. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1