N°. 1191D
Woensdaa; 31 December.
A0. 1098
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
LEIDSCH
DAfrBLAD
PRIJS DEZER COURANT»
Voor Lelden per 3 maanden, 1.10.
Franco per post 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0 0.06.
PEUS DER ATWMR'I'HN'I'I SHt
Van 1 6 regels 1.06. Iedere regel meer f 0.17 - Grootera
lettors naar plaatsruimte. - Voor het incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend
Leiden, 20 December;
"Wü kunnen thans met zekerheid medo-
deelen, dat het muziekcorps der d.d. schutterij
in zijn gehe-1 zal blijven bestaan, daar de
leden van dit corps weer tot 1 October 1899
zijn geëngageerd. Dit doet ons des te meer
genoegen, omdat het corps weder op den
joDgsten avond in de Stadszaal getoond heeft
uitnemende krachten te bezitten.
Het stoffelijk overschot van den heer
M. P. Meerburg H.Czn. wordt morgen op de
begraafplaats aan de Groenesteeg ter aarde
bestöld. Te twaalf uren zal de lijkstoet do
woning van den overledene verlaten.
De jaarlljksche ledenvergadering van don
Nederlandschen Schermbond zal gehouden
worden op 25 Dec. alhier, terwijl na afloop
in de Stads-Gehoorzaal een corpswedstrijd op
degen en sabel zal plaats hebben onder mede
werking der leoen van „Sparta".
Te 's-Gravenhage is geslaagd voorFransch
M. O. voor B, do heer A. D. J. Van 't Hooft,
van Leiden.
In het oude mannen- en vrouwenhuis
alhier is in den ouderdom van bijna 87 jaren
overleden de oud-strijder Paulus Mulder, drager
▼an het Metalen Kruis.
De bü het 4de regiment infanterie in
activiteit herstelde lste luit. G. Van Olden
is ingedeeld by de bataljons, te Leiden in
garnizoen.
Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft
Zaterdag 11. in de kapel van het seminarie te
Warmond de wyding van het sub-diaconaat
toegediend aan de eerw. heeren Adrianus
Hollenberg, Desiderius Engelbertus Zurlohe,
Petrus Henricus Wytenburg, Gysbertus Joannes
Van Oostwaard, Matthaeus Wilhelmus Alberlus
Wytenburg, Wilhelmus Borsbooro, Matthaeus
Joannes Josephus Kammers, Ignatius Josephus
Maria Meyer, Henricus Theodorus Bouters,
Laurentius Theodorus Mulder, Laurentius
Jacobus Willenborg, Joannes Franciscus Hen
ricus Root, Adrianus Joannes Melkert, Jacobus
Alphonsus Maria Heyne, Jacobus Hubertus
Juffermans, Leonardus Jacobus Joannes Smeele,
Antonius Henricus Bührs, Petrus Joannes
Antonius Van der Cammen en Andreas Joannes
Hendrikx, en do wyding van het H. diaconaat
aan de eerw. heeren Henricus Joannes Maria
Koevoets, Jacobus Wilhelmus Van der Wal,
Cornelius Petrus Maria Van Erven Dorens,
Josophus Petrus Paulus Bomans, Joannes
Cornelius Vasse, Gerardus Hermanus Eengs,
Theodorus Antonius Josephus Maria Vlek,
Joannes Antonius Bernardus Maria Van
Blaricum, Petrus Gerardus Groenen, Joannes
Henricus Hermanus Saulenn en Alexander
Eduard Carolus Hüf.
De ter-aarde-bestelling van het stoffeiyk
overschot van jhr. mr. W. M. De Brauw, oud-
Commissaris der Koningin in de provincie
Zeeland, zal geschieden a. s. Donderdag op
de Algemeene Begraafplaats te's-Gravenhage.
De stoet zal om twaalf uren het sterfhuis
verlaten.
De Staatscommissie voor het Internatio
naal Privaatrecht heeft Zaterdag jl. te's-Gra
venhage aan het Departement van Justitie
een langdurige vergadering gehouden, onder
voorzitterschap van den Staatsraad mr. T. M.
C. Asser.
Naar men verneemt, zyu thans de vyftien
mogendheden, die het Haagsche verdrag van
14 November 1896 omtrent Internationaal
procesrecht gesloten hebben, alle, met
uitzondering alleen van Rumenië en Spanje,
bereid en in staat tot de ratificatie van het
verdrag over te gaan. (De Fransche Kamer
heeft Zaterdag 10 dezer het verdrag goedge
keurd). In Rumenië moet alleen de Senaat
het verdrag nog in behandeling nemen; in
Spanje is de parlementaire goedkeuring door
den oorlog vertraagd. Men mag nu verwach
ten, dat de ratificatie weldra zal plaats hebben.
De uitnooaiging tot de derde Conferentie, in
het najaar van 1899 te 's Gravenhage te
houden, is overal gunstig ontvangen en door
een aantal Staten reeds officiëel aangenomen.
Te gelyk met die uitnoooiging was door de
Ned6rlandsche Regeering het ontwerp eener
internationale regeling van het huweiyksrecbt,
het erfrecht en het voogayrecht (opgenomen
in htt Oranjeboek, dat onlangs werd open
baar gemaakt) aan de andere regeeringen
medegeoeeld en daarby tevens kennis gegeven
van de instelling der Nederlandsche Staats
commissie.
Terwyi drie Staten (Frankryk, België on
Rusland) op het voorbeeld van Nederland
eveneens Staatscommis6iën hebben ingesteld,
die zich met het onderzoek van het ontwerp
bezighouden, hebben twee mogendheden
(Duitschland en Spanje) reeds breedvoerige
memoriën ingezonden, waarin, onder verkla
ring van instemming met de hoofdbeginselen,
een aantal wyzigingtn worden voorgesteld
met betrekking tot de onderdooien.
Het voornemen bestaat, om, nadat ook van
de andere mogendheden soortgelijke stukken
zullen zyn ingekomen, een algemeen over
zicht van alle voorgestelde wyzigingen te
doen vervaardigen, ter kennis van alle aan
de Conferentie deelnemende mogendheden te
brengen en, met toestemming dier mogend
heden, openbaar te maken voordat de derde
Conferentie gehouden wordt.
Volgens een mededeeling van mr. A. J.
F. Fokker in de „Zier. NboJe" heeft zich nu
een commissie gevormd, bestaande uit de
heeren mr. J. A. Bolle en B. G. Van der
Have, leden der Staten van Zeeland; J. A.
Legemaat, lid van den Gemeenteraad van
Zitriksee en secretaris van Ouwerkerk en
Nieuwerkerk; A. H. W. Van der Vegt,
ingenieur, mr. Fokker zelvon en vermoedelyk
ook den heer Van Buren, burgemeester van
Brouwershaven. Deze commissie zal htt
noodige doen, om te trachten de opheffing
der rechtbank te Zieriksee te voorkomen.
Het „H. Dagbl." verneemt, dat dr. J.
Van Delden, conrector aan het gymnasium
te Nymegen, in het volgend jaar eervol ont
slag uit die betrekking zal vragen.
Mej. Esser, directrice der ziekenverple
ging aan de Prinsengracht te Amsterdam,
heeft geruimen tyd geleden haar ontslag ver
zocht, hetwelk haar is verleend. Als haar
opvolgster is benoemd gravin Van Bylandt,
directrice van het diakonessenhuis te Utrecht,
die dezer dagen in functie treedt.
Thans is ook het oordeel van den opper
rabbyn L. Wagenaar, te Arnhem, door hem
geschreven over de Israël, sectescholen, aan
den druk toevertrouwd. Het is op geiyke lijn
te stellen met het oordeel, vroeger door zyn
ambtgenooten A. Van Loen en dr. B. Ritter
te Groningen en te Rotterdam uitgesproken.
Verwaarloozing van het godsdienstonderwys
door den weinigen tyd dien de openbare school
overlaat, daarop komt het schryven neer.
Het feit, dat veel Israëlietische ouders hun
kinderen naar Christen-bewaarscholen zenden,
heeft de aandacht van orthodoxe Israëlieten
getrokken, die meenden, dat de Israël, kleinen
moesten ondergebracht worden in een school,
waarin niets strydigs met hun geloof geleerd
word. In Den Haag werd reeds een Israël.
Fröbelschool gesticht. Hetzelfde zal, volgens
het „Vad.", ook geschieden in de buurt buiten
de Muilerpoort te Amsterdam. Er worden
plannen beraamd voor dit belang bettre zorg
te dragen.
Voor eenigen tyd scheen het, dat voor
de vele gediplomeerde rabbijnen hier te lande
die op een rabbinalen zetel wachten, het
ooganblik zou aanbreken, dat eenigen bunDer
een benoeming zouden krygen. Allereerst
stonden op de voordracht de verschillende
ressorten, die nu ad interim worden waarge
nomen, vtrvolgens 's.Gravenhage en één plaats
te Amsterdam.
Het blykt echter, dat verschillende ressorten
zich onmachtig gevoelen een opperrabbyn te
benoemen en dat zelfs Overysel, dat oen
uitzicht op een benoeming gaf, het ambt ad
interim zal laten waarnemen. 's-Gravenhage
heeft een definitieve keuze voorloopig uit
gesteld en te Amsterdam wil men de vacante
plaats onbezet laten. i (Yad.)
De hoer C A. ZtUoU«r, schoolopziener
in het arrondissement Woerden, zal in een
binnenkort te Amersfoort to houden vergade
ring het onderwerp „Leerplicht" behandelen.
Naar men verneemt, is tusschen belang
hebbenden voor het te leveren contingent der
nationale militie voor Ravenstein en de te
Nymegen zetelende militieverzekering-my. ge
contracteerd, dat deze maatscbappy op zich
neemt de te stellen vrywilligers volgens het
plan-Coolen te bezorgen tegen een vergoediüg
van ƒ365 per vrywilliger.
Voortaan zal het saldo te-goed op de
uitrusting- en reserve rekening der onderoffi
cieren en minderen, vrywilligers, weder aan
de belanghebbenden worden uitbetaald tegen
het einde van elk jaar.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft, met ingang van 20 Dec. 1898, inge
trokken zyn beschikkiDg van 4 Nov. 1898,
waarby het vervoar vau herkauwende dieren
en varkens vertodon is uit een kring in de
gemeente Pannerden.
Het „comité in zake den Waterweg" te
Dordrecht heeft zich met een gemotiveerd
adres tot de Tweede Kamer gewend, ten
einde aan te dringen op de verbetering van
het Hellegat, ten behoeve van bovengenoem-
den waterweg.
Werd dezer dagen het voornomen der
Regeering aangekondigd, om de nieuwe post
zegels van één gulden aan het gebruik te
onttrekken, volgens „De Tyd" heeft dit reeds
zyn beslag gekregen. Gisteren werden ten
postkantore te Amsterdam aan de koopers
van postz gel3 weder de oude modellen ver
strekt. Inoien het waar is, zegt het blad, dat
dit geschieJde ornaat do beeldenaar Hare
Majesteit te oud voorstelde, dan is men nu
toch in een ander uiterste vervallen, daar
het kinderkopje bezwaariyk meer als een
portret van de Nederlandsche Koningin kan
doorgaan.
Na een langdurige, slepende ziekte is de
schilder Bernard M. Koldewey Zaterdag te
Dordrecht, zyn woonplaats, overleden.
De „Dordr. Ct." scbryft o. m. het volgende
over hem:
„Koldewey's eerste meester, of liever de
ontaekker van zyn talent, was de heer "Vogel;
daarna is hy naar de Academie te Antwerpen
gegaan, maar voornamelijk is de natuur zyn
meester geweest en was hy een arti6t, die
onmiddellijk in de natuur zyn inspiratie zocht
en die zijn werk, zyn beste werk, buiten vol
tooide.
„Het vorig jaar werd te München zijn werk
met goui bekroond en een jaar te voren werd
voor het Koninkiyk Museum te Stuttgart zyn
bekend schil-ierlj „Mosselhaven te Philippine"
aangekocht.
„De moeste kunstliefhebbers te Dordrecht
bezitten werken van zyn hand, terwyl ook in
Brussel en Gent enkele van zyn werken zyn
geplaatst, waaronder de indertyd zoo mooi
gevonden „Le Rameur sur la Mouse".
„Koldewey werd geboren 24 Nov. 1859".
Het stoomschip „Gedó", van Rotterdam
naar Java, arriveerde 19 Dec. te Southampton;
de „Prins Frederik Hendrik", van Amsterdam
naar Suriname, passeerde 18 Dec. Ouessant;
do „Salafc", van Batavia naar RotterJam,
vertrok 18 Dec. van Marseille; de „Statendam"
arriveerde 18 Dec. van Rott-rdam te Nieuw-
York; de „Oberon" anlvoerde 19 Doc. van
Puebla Caramina te Ltssabon; de „Prins
Alexander", van Batavia naar Amsterdam,
vertrok 19 Dec. van Pert Said; de „Prinses
Sophie", van Amsterdao* naar Batavia, pas
seerde 18 Dec. Gibraltar; de „Admiral", van
Oost-Afrika naar Vlisangen en Hamburg,
arriveerde 18 Dec. teJAssabon; de „Edam"
arriveerde 19 Dec. van Amsterdam te Nieuw-
York; de „Koning Willem I", van Amsterdam
naar Batavia, vertrok lü Dec. van Perim; de
„Rotterdam", van Nieuw-York naar Rotter
dam, passeerde 19 Dec. Prawlepoint.
Leiderdorp. Reeds een paar jaar heeft de
Chr. Jongelings-Vereeniging alhier beter ge
acht de gewooniyk gebruikelyke feestviering
to vervangen door een taeetal iezingen. Tot
nu toe moebt het gelukken uitnemende
sprekers tot dat doel te lerkrygen. De eerste
lezing in dezen winter zal gehouden worden
op a. 8. Donderdag, 22 Dec., 's avonds te
zeven uren, in het Noderl.-Herv. kerkgebouw.
Alsdan zal optreden dr. F. Van Gheel Gilde-
meester, predikant te 's GraveDhage. Het
onderwerp, door Z.Ew. aangekondigd, is:
„De erfenis der Oranjes". Voor hen, cie tot
de Ned.-Herv. Gemeente to dezer plaatse be-
booren, is de toegaDg geheel vry, terwyl
zjj, die van elders komen, slechts tien centen
als entróe betalen.
Leidscliendam. De heeren A. Oppenheim,
te 's-Gravenhage, en T. A. O. De Ridder, to
Katwijk, hebben ook aan den Raad der ge
meente Stompwyk vergunning gevraagd tot
het leggen van spoorstaven in de bermen
der gemeentewegen, voor een door hen aan
te leggen stoomtramweg van Leüen via
Leidschendam, Zoetermeer naar Hillegersberg,
in aansluiting aldaar met de paardentram
naar Rotterdam.
TWEEDE KAMER.
Onderscheidene eenvoudige wetsontwerpen
zyn nog aan de orde gesteld.
Besloten is, om de vergaderingen van
Woensdag tot Zaterdag a.s. te 10 uren aan
te vangen.
Bö de voortgezette beraadslaging over da
begrooting voor Financiën drong do heer
Lceff asn op verplichte motiveering van de
uitspraken van de Raden van Beroep, van de
inspecteurs en van do commissie van aanslag
in zake do vermogens- en bedryfsoelasting.
De heer Druckcr besprak de hervormiug
van het kadaster. Hy kwam er tegen op, dat
men weder voortgaat met de hermeling,
stelselloos, nu eens met medewerking der
eigenaren, dan weer zonder de eigenaren daarin
te kennen. Spr. wil thans geen uitvoerig ue --at.
HU h trhaalt de bezwaren, dringt op de her
vorming aan en wyst op de Fransche wet
van dit jaar, ten betooge, dat zyn denkbeelden
in deze zeer wel zyn te verwezeniyken.
De heer Smcetigc achtte het onrechtvaardig
tegenover de binnenlandsche schipperij, dat
de bnitenlandsche schippers onder eommige
omstandigheden niet in de Bedrijfsbelasting
worden aangeslagen. Voorts betoogde by het
wenscbelyke van wyziging van de klasse in
deeling voor het personeel van gemeenten, en
hy wenschte by het pensionneeren van leeraren
by het M. O. ook in rekening gebracht te zien
den diensttyd van hen, by het Lager Oncerwys
doorgebracht.
De heer Bonman acht door overbrenging
▼an de rechtspraak naar de kantonrechters
goookoopere en practischer inrichting van de
Raden van Beroep mogelyk.
De Minister van financiën heeft in zake
de belastingaanslagen der ambtenaren juist
tot matigheid in plaats van tot fiscaliteit
aangemaand. Tegen de vermelding van de
bevoegdheid van beroep op de Raden op de
aanslagbiljetten heeft de Minister geen bezwaar.
Wel daarentegen tegen de vermelding van
de huurwaarde. De Minister blijft niet in
gebreke zyn collega's tot zuinigheid aan to
manen.
Het niet heffen van tol van de automo
bielen, die deelnamen aan den wedstryd
Parys—Amsterdam, viel voor tydens 'a Minis
ters verlof. Aan de tolgaarders is echter later
restitutie gegeven en gepoogd zal worden het
schadebedrag voor de schatkist op de Fransche
Drie Kerstmissen.
i)
.Nu, Mina," zei de echtgenoote van den
kantonrechter Knotb, toen zy met haar man
onder den stralenden Kerstboom stond, tot
haar jonge keukenmeid, „bon je met je
geschenken tevreden?"
„O zeker, mevrouw, Eeer zeker! Alles is
zoo mooi en ryk, veel meer dan ik gedacht heb",
antwoordde zj), „en ik dank u ook van harte".
„Maar je kykt toch volstrekt niet ver
genoegd, Minal Het schijnt mij toe, dat iets
je verdriet of teleurstelt. Wat i3 er, Mina?
'Spreek gerust, wjj hebben het altijd goed
met elkander kunnen vinden."
Het meisje word zichtbaar verlegen en
stamelde eindelijk bijna schreiend: „Dat is
het juist, mevrouw. Het is ml) hior in huis
altyd zoo goed bevallen, en nu nog de rijke
geschenken nu spijt het mij dubbel en
drievoudig, dat ik u verlaten moet."
„Verlaten moet?" vroeg de jonge vrouw
verwonderd. „En wat beweegt je, van hier
te gaan?"
„Acb, mevrouw," begon nu de keukenmeid,
zichtbaar blij, dat het ergste al gezegd was,
„de Nieuw Yorkscbe familie, die hiernaast de
villa bewoont, heeft mij overgehaald, in het
aanstaande voorjaar met haar naar Amerika
te gaan. O, het valt mij zoo moeilijk van u weg
te gaan, mevrouw. Met Paschen wordt het
vijf jaar, dat ik bij u ia dienst kwam, en ik
heb het altyd goed bij u gehad, maar, ziet u,
mevrouw, men wil ook wel eens zijn geluk
beproeven, en als het iemand zoo aangeboden
wordt
„Ik wil je geluk niet in den weg staan,
Mina, in bet geheel niet; je bent braaf
en flink en hebt mij nooit reden gegeven
ontevreden over je te zijn. Doch juist daarom
zou ik je voor overijling wiilon behoeden.
Ben je er zeker van, dat het je In Amerika
bevallen zal? Zeker, je hebt dadelijk een
goeden dienst, als je er komt missis Haw
thorn schijnt een rijke dame te zijn en
het zjj verre van mij, iets kwaads van haar
te zeggen, hoewel het geen teeken van een
edel karakter ie, mü mijn dienstbode te onder
huren, maar, Mina, bedenk, dat je hier
een tevreden en aangenaam leven opgeeft en
toch eigenlijk niet weet, wat je daarvoor iu
de plaats krijgt."
De oogen der jonge keukenmeid werden
vochtig. „Ja, mevrouw, dat alles is waar, en
ik neem het van u aan alsof mijn moeder
zaliger tot mij sprak, maar maar de mensch
wil toch ook een9 zijn geluk beproeven."
„Ja, dat heb je zooeven ook al gezegd. Wat
noem je geluk?"
„Als mevrouw het nu toch weten wil
het booge loonIk krijg achttien dollars in
de maand, en mevrouw Hawthorn heeft mi)
voorgerekend, dat achttien dollars even veel
is als vijf en zeventig mark. Nu, ziet u,
mevrouw, hier ie twaalf mark, die ik bij u
verdiende, al het hoogste, dat een keukenmeid
maken kaö, en nu meent Frits Frits Lehmert,
mjjn bruidegom als ik een paar jaar lang
zoo veel geld verdiende, en hjj in Amerika
ook goed werk kreeg en dat zal hij zeer
zeker, want hij is een goed kleermaker, en de
Amerikanen moeten veel meer kleeren ver
slijten dan de Duitschers, zegt Frits, omdat
ook de geringste arbeider na gedaan werk als
een „sjentelman" gekleed gaat dan meent
Frits, zouden wij eindelijk kunnen trouwen
en een logement beginnen, en daarbij zou
men zeer spoedig schatrijk kunnen worden,
evenals de dochter van Billig, die vroeger in
de lakenfabriek werkte en toen ook naar
Amerika ging en daar trouwde en den vorigen
zomer haar ouders bezocht hoeft met diaman
ten in de ooren en dikke gouden riDgen om
de vingers. Neen, mevrouw, neem het mij
niet kwalijk
„Men wil toeh ook eens z(jn geluk beproe
ven," vulde mevrouw Knotb een weinig spot
tend aan. „Neen, Mina, ik neem het je vol
strekt niet kwalijk en heb ook, nadat ik je
motieven gehoord heb, niets meer te zeggen.
Wanneer wil je vertrekken?"
„Den lsten Maart, mevrouw; in het begin
van Maart keert de familie Hawthorn naar
Amerika terug, en men wil mi) direct mee
nemen."
„Het is goed, Mina. Dan is dit het laatste
Kerstfeest, dat wij gezamenlijk vieren. Ik
begrijp nu je bedroefd gezicht van zooeven.
Je zult nog dikwijle in het vreemde land aan
ons en ons Kerstfeest denken."
„Vijf en zeventig mark per maand I" zuchtte
de heer Kootb, toen Mina do kamer verlaten
had„dat is het vierde deel van mijn inkomen.
Het verwondert mU inderdaad niet, dat zij
zich liet verleiden, ons te verlaten, om aan
gene z|Jde van den Oceaan fortuin te maken".
Toen Mina reeds vier weken in haar nieu
wen dienst te Nieuw-York was, kon zij nog
altyd de verschrikkingen der zeereis niet ver
geten. De stoomboot, waarmede zy den Oceaan
overgestoken was, had met hevige voorjaars-
etormen te kampen gehad, en het jonge meisje
was ten gevolge daarvan byna voortdurend
zeeziek geweest. Ach, hoe ellendig en verlaton
had zy zich toen gevoeld! Do heer en me
vrouw Hawthorn reisden natuurlijk eerste
kajuit, terwyl zy hun nieuwe dienstbode een
plaats in het tusschendek bezorgd hadden.
Daar lag Mina nu met ongeveer zeshonderd
andere, haar geheel vreemde menschen in een
donkere, met slechte lucht gevulde ruimte,
kampte tegen de zeeziekte, waartegen nog
geen dokter een middel gevonden heeft, en
had bovendien nog de ergernis te verduren,
door haar ruwe omgeving uitgelachen en bespot
te worden. Ach, toen dacht zy onder tranen
aan het kleine, vriendelyko dakkamertje, dat
zy by do familie Knoth bewoond had, en aan
de deelnemende zorgvuldigheid van mevrouw
Knotb, waarmede deze haar by lichte onge
steldheden verpleegd had. Missis Hawthorn
daarentegen bleef onzichtbaar en bekommerde
zich slechts ia zoover om haar, ale zij haar
door den hofmeester liet weten, dat zy zich
moest haasten weer „all right" te worden,
omdat zy haar dieDston noodig had.
Slechts één persoon trok zich op de reis
het lot van Mina aan. Het was een niet zeer
jonge, maar knappe en vriendelyko man, een
Zwaab, die met zyn beide kinderen, een
jongen en een meisje van negen en tia-
jaren, eveneens het Doitsche vaderland doe
rug toekeerde, om in het verre Amerika eer
nienw leven te beginnen. Jozef Kolb was
landbouwer. Niettegenstaande zyu vlyt, daalde
do opbrengst van do kleins boerdery meer or
meer, hy werkte nog slechts voor de hypo
thecaire schuldeischere, en toen nu vóór eer
jaar zijn vrouw stierf, mocht by zich niet
meer in bet vaderland laten zien. Hy verkocht
zyn boerdery en vertrok met zyn kindoreD
naar Amerika.
Daar by zelf zich eenzaam gevoelde, ha<
hjj met Mina's verlatenheid medelyden en
bewees hy baar tallooze kleine diensten, dio
dengene, die zich eensklaps in een geheel
vreemde omgeving verplaatst ziet, dubbel
kostbaar toeacbynon.
Toen Mina zich tegen het einde der zeereis
beter gevoelde, praatte zy gaarne met den
vriendeiyken, hulpvaardigen man, deelde bem
de reden, die haar tot de verhuizing naar de
Nieuwe Wereld bewogen had, mede, en ver
telde hem ook veel van Frits Lehmert, baar
bruidegom, dien zy van haar eerste Ameri-
kaansche spaarpenningen wilde laten over
komen, opdat ook by in Amerika fortuin zou
kannen makon.
(Wordt vervolgd.)