N". 11906 "Vrijdag^ 16 December. A0. 1898 feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van rZon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton, ZACHARULA. LEIDSCI DAGBLAD. PRIJS DF.TiKH COURiLNT» Voor Leldon per 8 ooaanüeo. .,f 1.1(X ÏVanco per post1.40. Afzonderlijke Nornmers 0.05. PRIJS DHR AD VERTEN TJLÉfiH t Vao 1-6 regels 1.06. Iedere regel meer f 0.17- Grootere letters aaar plaatsruimte- - Voor het Incasseerou bulten de stad wordt f 0.05 berekend Tweede Blad. "Waterstaatsbegrooting. In zijn Memorie van Antwoord op het efdeelings verslag der Tweede Kamer verklaart de Minister in de eerste plaats nader het eindcijfer zyner begrooting. Dit eindcijfer is het gevolg van de hoogere bedragen, die moesten worden uitgetrokken ten behoeve van "werken, waarvan de uitvoering bij de wet is bevolen. De voorgestelde uitbreiding van het corps ingenieurs van den Rijkswaterstaat door aanstelling van meerdere adspirant-iogenieurs bedoelt geenszins een reorganisatie van dat corps. Het geldt slechts een voorziening in de dringende behoeften van den dienst. Yan het gebruik van rijwielen voor den dienst wordt een besparing van reiskosten verwacht. De post voor exploitatie van de visschersbaven te IJmuiden wordt by Nota ▼an Wijziging met 2000 verhoogd. B|j de vervanging van oudere en vaste arbeiders zal met matiging te werk worden gegaan en getracht zal worden tot een indeeling van het personeel van den algemeenen dienst in klassen over te gaan. Volkomen juist is het, aldus antwoordt de Minister, dat de Kamer nog geheel vrij is ia haar beslissing omtrent de uitgave van een geologische kaart. De Minister acht zich niet verantwoord de pogingen tot kunstmatige ijscpruiming te staken. De verschillende rivierverbeteringen wor den door den Minister nader toegelicht en verdaagd. De vraag, welke weg behoort te worden gevolgd, om den toegang van Dordrecht naar zee te verzekeren, heeft den Minister nogmaals aan een nauwgezet onderzoek onder worpen. Met betrekking tot verlegging van den Maasmond kan nog niet met zekerheid worden meegedeeld, wanneer de werken, aie voer de opening der nieuwe rivier moeten worden gemaakt, voltooid zullen zyn. Voor do verbetering van de Vecht in Overjjsel bestaat de waarschyniykbeii, dat later één of meer stuwen op sommige punten der verbeterde rivier nooiig zouden blyken, en met het oog op den landbouw is hierop gelet. Weikever- beteringen nooiig zullen zyn voor deHelder- sche Zeewering is niet vooruit te zeggen. De uitgegeven gelden voor de verbetering der scheepvaartgeul te Veere blyken nuttig be steed. De resultaten van het uitbaggeren be antwoorden aan het doel. Ten behoeve van het Merwedekanaal werden verschillende behoeften gevoeld, die by den aanleg niet kouden worden voorzien, zooals dit meer gaat by nieuw aangelegde werken. Overwogen wordt boe ia een vluggere schutting te Vreeswyk is te voorzien. Ver- Ittering van het Apeldoornsche kanaal kan vooralsnog niet worden ter hand genomen. Dat de nieuwe vischhal te IJmuiden zou blyken onbruikbaar te zyn, gelyk een lid meende, is niet te weerleggon zoolang de onderstel :e gebreken niet worden genoemd, en dat de tydelyke watervoorziening geheel onvoldoende zoude zyn, is nog niet gebleken. De Minister is bereid aan de door de Kamer aangenomen conclusie omtrent de Grenulaan te Terneuzen gevolg te geven. Met de uit voering der werken tot verbetering van het kanaal GentTerneuzen is nog geen aanvang gemaakt, omdat de ontwerpen nog niet door de Belgische regeering zyn goedgekeurd. Een verandering van de spoorwegbrug te Vlake, die thans slechts één opening voor de scheepvaart biedt, is in overwegiDg. Een ontwerp van wet is voorbereid, hou dende bepalingen ter verzekering van de veilig heid van het verkeer op openbare wegen en zulks in verband met bet toenemend verkeer met automobielen, enz. Opheffing van het Heemraadschap van den Amstel en Nieuwer-Amatel kan niet geschie den zonder dat een regeling is getroffen omtrent het verder onderhoud der daartoe behooreude werken. Voor de kanalisatie van Westerwolde worden nog enkele iulichtiugen ingewacht. De hoogere bezoldiging van de Rykabouw- meesters en opzichters wordt door den Minis ter nader uiteengezet en verdedigd, evenzoo de verbetering van enkele landsgebouwen te 's-Gravenhage en de aankoop van een huis in den Practizynshoek te 's-Gravenhage. Uitvoerige, met staatjes toegelichte mede- deelingen worden gedaan omtrent de aanslui tingen der spoorwegen en het vee-vervoer. Omtrent het vervoer van het Dollardelib wordt nader overleg gepleegd. Een nieuwe regeling is ontworpen van de dienst- en rusttyden van het spoorweg personeel. Getracht zal worden in den a. s. zomerdienst eenige verbetering te brengen in den spoor wegdienst Leeuwarden Groningen in verband met school- en marktbezoek. Vertraging in het spoorwegverkeer na de revue tp Renkum was te wyten aan een samenloop van omstandigheden, waarvoor de Exploitatio-Maatschappy niet in alle doelen aansprakelijk kan gesteld worden, al kan niet ontkend worden, dat betere maatregelen het gebeurde hadden kunnen voorkomen. De verbetering van verschillende Spoorweg stations wordt overwogen, o. a. die te Deventer, Meppol en Haarlem. Op het openen en sluiten der spoorweg bruggen wordt nauwkeurig toegezien. De vernieuwing van het Westeiyk viaduct te Amsterdam is opnieuw in studie genomen. Het is niet te verwachten, dat in het volgend jaar een zoodanig bedrag zal kunnen worden verwerkt als daarvoor in de ontwerp begrooting is uitgetrokken. Het nut van een meteorologisch instituut wordt door den Minister nader in het licht gesteld. De proefneming met het poten van jonge zalmen zal nog eenige jaren dienen te worden voortgezet, alvorens een resultaat is te be- oordeelen. De indiening van een wetsontwerp tor voor ziening in enkele leemten der Mynwet van 1810 kan spoedig worden te gemoet gezien. Het beschikbaar gestelde subsidie van 300,000 zal, zoo betoogt de Minister, slechts kunnen strekken om daaruit de algemeens kosten van de deelneming van Nederland aan de tentoonstelling van 1900 te bestrydon. Gespecificeerd geeft de Min. op waarvoor afzonderlyke kredieten worden aangevraagd, als voor onderwy'8 ƒ1900; voor het sociaal- economische gedeelte 5000; voor de zooge naamde lanabouwteelt ƒ25,000; voor de be vordering van paarden- en vee inzendingen ƒ20,000; voor de visschery ƒ8000; voor een inzending van den Ryk6waterstaat 6000; en voor die van de topographische inrichting van het dep. van oorlog ƒ1400. De Minister zal gaarne overwegen in hoeverre het bezoeken der tentoonstelling door werklieden o. a. door het uitlokken van lage vrachten kan worden bevorderd. Nader zet de Minister zyn bedoeling uiteen met de aanstelling van adjunct-inspectrices van don arbeid, wier positie nfet geheel gelyk zal staan met die van adjunct-inspecteurs, terwyi haar werkkring niet tot één inspectie zal zyn beperkt. Naar aanleiding van de vraag omtrent de Kamers van Arbeid deelt de Minister mede, dat hy niet zal bevorderen, dat verzoeken tot oprichting van Kamers van Arbeid zonder overwegende reden worden afgewezen. Wat do Posteryen betreft, ligt het in 's Minis ters bedoeling om het stelsel van perioiieke traktementsverhooging ook voor de commiezen by den post en telegraafdienst in te voeren. Aan de ambtenaren is aanbevolen te waken tegen ruwe behandeling van stukken, die ter post worden verzonden. Aan den wensch, om op Zondag geen post pakketten te doen bestellen, kan niet worden voldaan. Het ligt in de bedoeling, om de traktemen ten van brievengaarders en postboden voortaan naar vasten maatstaf te regeLn. Het aangevraagde bedrag voor uitbreiding van h-t intercommunale telephoonnet wordt by Nota van Wyziging verhoog l met 162,000. koloniën. BATAVIA, 8—14 Nov. Onder de jongste In:l3che berichten werd medegedeeld, dat een vervolging was inge steld wegens het smokkelon van opium, tegen een Europee6che dame, die echter naar Singa pore was uitgeweken. Aan een particulier schryven uit Batavia ontleent de „N. R. Ct," over cit geval het volgende: „De topic of the day is hier tegenwoordig een opium-geschiedenis. De Hollandsche vrouw van een officier van gezondheid had op Singapore een groote hoeveelheid opium ge kocht en die hindig weten binnen te smok kel Haar bediende was belast, het by kleine hoeveelheden te verkoopen. Maar het toeval wil, dat hy het opium trachtte te verkoopen aan personen, die niets minder waren dan de geheime spionnen van den..,, opium pachter l De dame liep dus juist in de val. Toen de officier van justitie en de assistent resident van politie by haar binnenkwamen, was zy juist bezig een partytje van de hand te doea aan een der spionnen (een Chinees). De straf op de overtreding is drie maanden tot drie jaren gevangenisstraf. Daar er echter een bepaling is, dat Europeanen niet in preventieve hechtenis worden gezet, is het de smokkelaarster natuuriyk gelukt te ont snappen en wel naar Singapore, waar zy veilig is. Door den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indil zijn de volgende beschikkingen genomen: CIVIEL DEPARTEMENT. Ontslagen Op verzoek, met ingang van 5 December 1898, wegens volbrachten diensttijd, eervol uit 's lands dienst, de onderopzichter 1ste kl. bij de exploitatie van de WeaterJijnen der Staatsspoorwegen op Java, P. J. Biraak. Benoemd: Tot notaris, tevens vendumeester, te Poorworedjo (Bagelen), de candidaat-notaris J. W. White. Tijdelijk belast: Met do waarneming der betrekking van opzichter lste kl. bij de exploitatie van Staatsspoorwegen op Java, W. G. VanMerko- steyn, particulier, laatst chef der lste afdeeling bij de Bataviasche Oosterspoorweg-Maatschappij. By den post- en telegraafdienst. Ontheven: Eervol van het beheer van het kantoor te Tjiamia en overgeplaatst naar het hoofdbureau de comm. 2de kl. J. H Reuter. Bevorderd: Tot adjunct-comm. op f 80 's maands F. W. K. Schrieder en H. J. Ph. Drège, thans adj.-commiezen op /'5G 's maands. Benoemd: Tot chef van het kantoor te Tjiamis de comm. 2de kl. H. H. Le Congé te Weltevreden tot comm. 8de kl. en geplaatst te Cheribon de ambt op non-activiteit W. H. Obertop, laatst die betrokking bekleed hebbende; tot commies 3de kl. de wd. adjunct-commies D. B. G. Claus te Weltevreden; tot adjunct-commies op ƒ50 's maands C. A. Willemsz Geeroms en P. J. Van Krieken, die geplaatst worden respectievelijk te Semarang on te Weltevreden. Ontslagen: Eervol uit 'sLands dienst de gewezen commies lste kl. bij den post- en tele graafdienst, L. Dom. DEPARTEMENT VAN OORLOG. Met ingang van 18 November 1898, op non-activiteit gesteld, de kapitein der infanterie van verlof uit Nederland teruggekeerd, 0. Exol. Op verzoek eervol ontheven uit zyn adjudants- betrekking, de lste luitenant-adjudant by het 13do bat. P. 11. Mathijsen. Benoemd: Tot adjudant bij het 13de bat,, do late luitenant bij het subsiatentenkader te Soerabaia jhr. J.t J. Boreel. Overgeplaatst: Van het bureau van don gewestelijken inteudant te SemaraDg naar het hospitaal aldaar als administrateur, de kapitein- kwartiermeoster P. L. Van de Kasteele; van het rechterhalf 4de bat. te Tjiraahi naar Atjeh ter beschikking van den gewostelijken intendant, de 2de luitenant kwartiermeester A. J. Lieth. Geplaatst: Te Magelang en zulks met in trekking zijner plaatsing te Batavia, do militaire apotheker 2de kl., bestemd voor den dienst hier te lande H. B. C. Gieben. Verlengd: Met een maand het verleend verlof wegens ziekte: naar Sindanglaia ca Garoet, aan den lsten luit. der inf., geëvacueerd van Atjoh naar Batavia, J. H. A. Vau den Vrijhoef; naar Temanggoeög, aan den militairen apotheker der lste klasse te Magelang, A. 11. Hisgen. Benoemd: Tot kapitein-intendant op het bureau van den gewestelyken intendant te Batavia, de kapitein-kwartiermeester op het bureau van den gewestelijken intendant te Batavia, M. D. Van Vuuren. Verleend: Een maand verlof wegens ziekte naar Salatiga, aan den militairen apotheker lste klasse E. Nunes. Bevorderd: Tot majoor-intendant bij do mili taire administratie, de kapitein-intendant B. C. Schuylenburg, thans met verlof in Nederland. DEPARTEMENT VAN MARINE. Ontslagen: Wegens ziekte, eervol uit zijn betrekking, de lste commies by het departement der marine, W. Taunay. Bij de Gouvernementa-marine: Overgeplaatst: Van het stoomschip B Alba tros" naar de .Flamingo", de leerling-machinist C. E. Smith. G e m e m gr cl IV i e li w s. Byna levend verbrand.-In Noord- Brabant gebruiken de wildstroopers een bak, met blik beslagen, waarin zich een lamp bevindt. Hiermede wordt 's nachts hanuig gemanoeuvreerd, wanneer het opgejaagde wild op het licht afkomt. Te Ossendrecht heeft zulk een bak treurige gevolg n gehad. Eon paar marechaussees betrapten een strooper. De man wil op een gegeven oogen'olik ont vluchten en den lichtbak van zich afwerpen; by de poging daartoe biyft echter het koord van den bak aan zyn kleederen haken en stort zich de geheele inhoud over zyn lichaam uit, zoodat hy in minder dan geen tyd geheel ia vlammen stond. Aan een branden ;e toorts gelyk, die by het duistere van den nacht zich nog scherper afteekende, tracht de stroo per kermend en razend van de pijn nog to ontvluchten, doch wordt spoedig achterhaald, tor aane gelegd en de vlammen worden met groote moeite gedoofd. Zoo liefderijk mogelyk wer i de met brandwonden overdekte man in een naburige boerenwoning verzorgd en later naar huis vervoerd. Een viertal konynsn en de lichtbak met toebehooren werden in beslag genomen. In de kleiwerken te Arloff, in de Rynprovincie, was men deze week bezig met het opruimen van aarde, toen plotseling de grond begon te verschuiven en zes arbeiders daaronder geraakten. Zoo spoedig mogeiyk word hulp aangebracht, doch toen men de arbeiders weer te voorschyn haalde, bleken alle ze8 reeds te zyn gestikt. De ex-koningin Isabella van Spanje kwam Donderdag namiddag van Epinay (even buiten Parys) terug, waar baar gemaal verbiyf houdt, toen op den weg van Genne* villiers het rytuig ten gevolge van den slechten staat van den weg tegen een kar aanschokte, de paarden op hol eloegen en de koetsier van den bok werd geworpen. Dank zy do tegenwoordigheil van geest van een lakei, werden de paarden, die reeds naar de Seine afrenden, tot staau gebracht en kwam de koningin er met den schrik af. Het langste schip der wereld, .Oceanic" geheeten, zal in het midden van Januari 1899 aan de Eogelsche werf van Harland Wolf van stapel loopen. Het zal nog 25 meter langor zyn dan de beroemde .Great Eastern," dus ruim 210 meter. De uitrusting geschiedt in Belfast. Reeds het volgend jaar zomor zal het reuzenvaartuig zyn eerste vaart ondernemen. Op 25 myien van Parenzo had oen aanvaring plaats tusschen dd stoomschepen .Capria," beladen met fruit, en de byna leege ,l8tria"; de laatste zonk onmiddellijk. De be manning, uit 27 koppen bestaande, doolde den geheelen nacht in de booten op zee rond, doch landde den volgenden morgen. By de hengsten verkoopiüg te Newmarket werd voor Hong.iarsche rekening aangekocht de dekhengst „Windgull," een in 1890 geboren hengst van den in Duitschland staanden „Galliarduit Windsor, waarvoor de heer N. v. Lurzenbacher 7200 betaalde. i) Zoo vaak ik door eon bijzonder kinderrijke straat onzer hoofdstad wandel, komt mij tel kens Gallipoli in de gedachtein mijn gan- sche leven heb ik nergens zooveel kleine kin deren gezien als in deze aan de straat der Dardanellen gelegen kleine en levendige ptad, wier inwoners meerondeels tot hot Grieksche volk bekooren. Onder de vrouwen der Grieken vindt men onderscheidene fraaie gestalten, en er zijn er velen, die men niet zou willen gelooven, wanneer zij ons vortellen, dat zij de moeders van een geheele schaar kleine menschen zijn. Een der schoon ste vrouwen, die ik daar leerde kennen, stelde mij trotsch twaalf levende dochters voor en voegde er droevig bij„Drie zijn er, helaas! gestorven." En zijzelvo, die moe der, geleek in haar voorkomen op een oud ste zuster van haar dochters. Aan deze 6choone vrouw herinnert mij het bekoorlijke meisjeskopje, dat mij uit het omkranste lijstje boven mijn schrijfta fel toelacht; mijn gedachten verplaatsen mij in die zonnige oogenblikken van toen, en mij overvalt de onweerstaanbare aan drang, mijn akten aan den kant te schui ven, en van haar te vertellen. Wilt ge naar mij luisteren, beste lezeres? Destijds bevond ik mij in diplomatieken 'dienst; moeilijkheden, die tusschen onzen consul in Gallipoli on den kaimakan burgemeester aldaar waren opgerezen, gaven mijn chef aanleiding, mij uit de Turksche hoofdstad daarheen te verplaat sen, om de aangelegenheid te onderzoeken en te regelen. De omstandigheden, onder welke dit geschiedde, deden het mij als het meest doeltreffend voorkomen, ten huize van den consul domicilie te nemen, en zoo kwartierde ik mij in bij een Grieksche we duwe, die met het kleuren van bonte hoofd doeken haar bescheiden levensonderhoud verdiende. Eenige jonge meisjes waren overdag bij haar werkzaam, deels om het eenvoudige handwerk te leeren, deels om behulpzaam te zijn. Zoo dikwijls ik vrijen tijd bad en goed geluimd waa, voegde ik mij bij het vroolij- ke volkje en vermaakte mij en haar met de pogingen, van haar het Nieuw-Grieksch, of zooals zij het noemden, het Romaansch te leeren. Welk een hartelijk gelach, welke aanhoudende vroolijkheid verwekten mijn vaak met opzet ongeschikte pogingen, om de mij voorgezegde woorden tot zinnen te vormenHoe gelukkig fonkelden de oogen over onschuldige vleierijen, die ik den on- gekunstelden schepseltjes toevoegdehoe uitbundig kondon zij om kleine grappen lachen, en hoe flink en bevallig sprongen zij bij haar arbeid heen en weer, dat de zwarte vlechten haar om de schouders dans ten Op zekeren dag kwam een jong meisje uit de buurt op bezoekeen bekoorlijk we zen, met schuchtere blauwe oogen, kuiltjes in kin en wangen, een mondje, rood als ko ralen, en een huid, blank als parelmoer; doorzichtig fijn, bleek en toch van geen ziekelijke bleekheid. Natuurlijk was ik ter stond tot over de ooren op haar verliefd. Men zeide mij, dat zij Zacharula heette, ea ik vroeg nieuwsgierig, wat die naam be te eken de. Daar ik de ijverige, door ontel bare bekoorlijke gebaren verduidelijkte verklaringen van mijn vriendinnetjes, die mij onder een veelbeteekenend knipoogen en met lachenden mond gegeven werden, eenvoudig niet begreep, huppelde een harer eindelijk weg en haalde een stukje suiker men maakte mij nu in uitgelaten vroolijk heid duidelijk, dat Zacharula stukje suiker, suikerklontje, beteek^ndede opgeruimde meisjes legden daarbij de kleine handjes op haar blijde kloppend hart, klapten met de frissche lippen en gaven zich moeite, mij plagend duidelijk te maken, hoe lekker het juist genoemde ding toch. smaakte. Suiker klontje „Ha", riep ik in mijn moedertaal, „welk een passende naam voor zoo'n zoet schep seltje De uitdrukking mijner woorden en de blik, dien ik daarbij op de kleine wierp, moesten den zin duidelijk gemaakt hebben, want het allerliefste kleine ding werd zoo rood als scharlaken. De anderen giegelden, en de overmoedigste van hen, een zwart bruin, vroolijk, bevallig meisje, begon fijn plagend: „Wat ben je warm, Zacharula 1 Neem toch je hoofddoek af!" Daarbij maakte zij hulpvaardig den kun stig gelegden knoop los, die den hour haar bedekkenden doek vasthield, en onthulde aldus zulke wonderlijk volle, dichte, in zwa/- ro vlechten opgenomen haren, dat ik een uit roep van veiTukking niet kon onderdruk ken. Het fijne kopje der kleine Grieksche scheen onder den last van dezen heerlijken natuurtooi gebogen te gaan. „Geen meisje in Gallipoli bezit zulk haar!" stemde mijn hospita glimlachend mee in, en nu gebeurde er iets, dat de aan- valligo Europeesche, die deze regelen leest, voor onmogelijk zal houden, omdao een zoj onbaatzuchtige, hoogmoedige vreugde over de lichamelijke voortreffelijkheden van een andere, en de naieve onschuld der betroffen persoon zelve haar eenvoudig ongelooflijk zal voorkomen. Om mij namelijk een volledig denkbeeld van den riikdom dezer vrouwenharen te geven, maakten eensklaps de vlijrigc vin gers der jonge meisjes de donkere vlechten van haar kameraadje met fabelachtige vlug heid los, en als een glanzende, blauwzwarte mantel viel het over de schouders der klei ne Grieksche en omhulde plotseling haar ganscho fijngebouwde gestalte. Dit wonderbaar schoone vrouwenhaar zou er wel iets bekoorlijkers to vinden zijn Toch welde kleine eigenaresiets meer betooverends dan het teedere, bleeke ge zichtje onder deze verhullende pracht, zoo als het beschaamd en toch in onverholen vreugde over mijn bewonderende blikken daar vóór mij te zien was heb ik nooit in mijn leven weer aanschouwd. Den halven nacht lag ik wakker en droomde met open oogen van Zacharula en heur haardos. Daarbij beproefde ik tever geefs een eigenaardig gevoel te overmeeste ren, dat telkens weder mijn verliefde droo- men binnensloop en mij mijn bekoorlijke nieuwe kennis als het veranderde even beeld van een ander vrouwelijk wezen deed voorkomen, hetwelk ik reeds elders in mijn leven gezien had anders wel is waar, en toch ook weer gelijkend. De gedachte liet zich niet'verjagen en pijnigde mij ten laat ste. Ik ontrolde in mijn geheugen de lijst yan al mijn vrouwelijke kennissen, maar de eene, die op mijn aangebedene geleek, vond ik nietik dacht na en dacht na einde lijk! Virginie!Waarom ik zoo laat aan haar dacht? Alle lezeressen onder de zestien jaren mogen het mi] vergeven ik dacht niet aan haar als aan een joDge dame. Zij was immers nog een half kind, de kleine, half bakvischjc, half schoolmeisje toen ik haar onder mijn kennisjes tel de, maar zij had mij veel vermaak verschaft. Even sterk als haar gansche aard van op treden van dien der kleine Grieksche ver schilde, even in het oog loopend was de ge lijkenis in de gelaatstrekken. Zeifs in de teedere huidskleur kwamen zij overeen, al leen bij Virginie, mijn kleine vijandin, ont aardde zij in een ziekelijke bleekheid. Nu ik het gezochte evenbeeld gevonden had, verschafte (het mij genoegen, de beide jonge meisjes met elkaar te vergelijken. Virginie was mij van Konstantinopel be kend, waar haar moeder, de nog altijd gchoone gravin De Ferréol, in mijn tijd als echtgenoote van den eersten secretaris bij het gezantschap eener groote mogendheid de honneurs in het gezantschapshotel waar nam, daar de ambassadeur zelf ongehuwd was. Zij had mij steeds groote welwillend heid bewezen, omdat, gelijk zij eens op haar beminnelijken toon tot mijn chef zeide, mijn oorspronkelijk, nog onbedorven karak ter to midden van het Fransch-Levanbijn- sche zedenbederf zoo aangenaam aandeed. (Wordt vervolgde

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 5