N". 11906
"Vrijdag^ 16 December.
A0. 1898
feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van rZon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton,
ZACHARULA.
LEIDSCI
DAGBLAD.
PRIJS DF.TiKH COURiLNT»
Voor Leldon per 8 ooaanüeo. .,f 1.1(X
ÏVanco per post1.40.
Afzonderlijke Nornmers 0.05.
PRIJS DHR AD VERTEN TJLÉfiH t
Vao 1-6 regels 1.06. Iedere regel meer f 0.17- Grootere
letters aaar plaatsruimte- - Voor het Incasseerou bulten de stad
wordt f 0.05 berekend
Tweede Blad.
"Waterstaatsbegrooting.
In zijn Memorie van Antwoord op het
efdeelings verslag der Tweede Kamer verklaart
de Minister in de eerste plaats nader het
eindcijfer zyner begrooting. Dit eindcijfer is
het gevolg van de hoogere bedragen, die
moesten worden uitgetrokken ten behoeve van
"werken, waarvan de uitvoering bij de wet is
bevolen. De voorgestelde uitbreiding van het
corps ingenieurs van den Rijkswaterstaat door
aanstelling van meerdere adspirant-iogenieurs
bedoelt geenszins een reorganisatie van dat
corps. Het geldt slechts een voorziening in
de dringende behoeften van den dienst.
Yan het gebruik van rijwielen voor den
dienst wordt een besparing van reiskosten
verwacht. De post voor exploitatie van de
visschersbaven te IJmuiden wordt by Nota
▼an Wijziging met 2000 verhoogd.
B|j de vervanging van oudere en vaste
arbeiders zal met matiging te werk worden
gegaan en getracht zal worden tot een indeeling
van het personeel van den algemeenen dienst
in klassen over te gaan.
Volkomen juist is het, aldus antwoordt de
Minister, dat de Kamer nog geheel vrij is ia
haar beslissing omtrent de uitgave van een
geologische kaart.
De Minister acht zich niet verantwoord de
pogingen tot kunstmatige ijscpruiming te
staken.
De verschillende rivierverbeteringen wor
den door den Minister nader toegelicht en
verdaagd. De vraag, welke weg behoort te
worden gevolgd, om den toegang van Dordrecht
naar zee te verzekeren, heeft den Minister
nogmaals aan een nauwgezet onderzoek onder
worpen. Met betrekking tot verlegging van
den Maasmond kan nog niet met zekerheid
worden meegedeeld, wanneer de werken, aie
voer de opening der nieuwe rivier moeten
worden gemaakt, voltooid zullen zyn.
Voor do verbetering van de Vecht in Overjjsel
bestaat de waarschyniykbeii, dat later één of
meer stuwen op sommige punten der verbeterde
rivier nooiig zouden blyken, en met het oog
op den landbouw is hierop gelet. Weikever-
beteringen nooiig zullen zyn voor deHelder-
sche Zeewering is niet vooruit te zeggen. De
uitgegeven gelden voor de verbetering der
scheepvaartgeul te Veere blyken nuttig be
steed. De resultaten van het uitbaggeren be
antwoorden aan het doel.
Ten behoeve van het Merwedekanaal werden
verschillende behoeften gevoeld, die by den
aanleg niet kouden worden voorzien, zooals
dit meer gaat by nieuw aangelegde werken.
Overwogen wordt boe ia een vluggere
schutting te Vreeswyk is te voorzien. Ver-
Ittering van het Apeldoornsche kanaal kan
vooralsnog niet worden ter hand genomen.
Dat de nieuwe vischhal te IJmuiden zou
blyken onbruikbaar te zyn, gelyk een lid
meende, is niet te weerleggon zoolang de
onderstel :e gebreken niet worden genoemd,
en dat de tydelyke watervoorziening geheel
onvoldoende zoude zyn, is nog niet gebleken.
De Minister is bereid aan de door de Kamer
aangenomen conclusie omtrent de Grenulaan
te Terneuzen gevolg te geven. Met de uit
voering der werken tot verbetering van het
kanaal GentTerneuzen is nog geen aanvang
gemaakt, omdat de ontwerpen nog niet door
de Belgische regeering zyn goedgekeurd.
Een verandering van de spoorwegbrug te
Vlake, die thans slechts één opening voor de
scheepvaart biedt, is in overwegiDg.
Een ontwerp van wet is voorbereid, hou
dende bepalingen ter verzekering van de veilig
heid van het verkeer op openbare wegen en
zulks in verband met bet toenemend verkeer
met automobielen, enz.
Opheffing van het Heemraadschap van den
Amstel en Nieuwer-Amatel kan niet geschie
den zonder dat een regeling is getroffen
omtrent het verder onderhoud der daartoe
behooreude werken.
Voor de kanalisatie van Westerwolde worden
nog enkele iulichtiugen ingewacht.
De hoogere bezoldiging van de Rykabouw-
meesters en opzichters wordt door den Minis
ter nader uiteengezet en verdedigd, evenzoo
de verbetering van enkele landsgebouwen te
's-Gravenhage en de aankoop van een huis in
den Practizynshoek te 's-Gravenhage.
Uitvoerige, met staatjes toegelichte mede-
deelingen worden gedaan omtrent de aanslui
tingen der spoorwegen en het vee-vervoer.
Omtrent het vervoer van het Dollardelib
wordt nader overleg gepleegd.
Een nieuwe regeling is ontworpen van de
dienst- en rusttyden van het spoorweg
personeel.
Getracht zal worden in den a. s. zomerdienst
eenige verbetering te brengen in den spoor
wegdienst Leeuwarden Groningen in verband
met school- en marktbezoek.
Vertraging in het spoorwegverkeer na de
revue tp Renkum was te wyten aan een
samenloop van omstandigheden, waarvoor de
Exploitatio-Maatschappy niet in alle doelen
aansprakelijk kan gesteld worden, al kan niet
ontkend worden, dat betere maatregelen het
gebeurde hadden kunnen voorkomen.
De verbetering van verschillende Spoorweg
stations wordt overwogen, o. a. die te Deventer,
Meppol en Haarlem.
Op het openen en sluiten der spoorweg
bruggen wordt nauwkeurig toegezien.
De vernieuwing van het Westeiyk viaduct
te Amsterdam is opnieuw in studie genomen.
Het is niet te verwachten, dat in het volgend
jaar een zoodanig bedrag zal kunnen worden
verwerkt als daarvoor in de ontwerp begrooting
is uitgetrokken.
Het nut van een meteorologisch instituut
wordt door den Minister nader in het licht
gesteld.
De proefneming met het poten van jonge
zalmen zal nog eenige jaren dienen te worden
voortgezet, alvorens een resultaat is te be-
oordeelen.
De indiening van een wetsontwerp tor voor
ziening in enkele leemten der Mynwet van
1810 kan spoedig worden te gemoet gezien.
Het beschikbaar gestelde subsidie van
300,000 zal, zoo betoogt de Minister, slechts
kunnen strekken om daaruit de algemeens
kosten van de deelneming van Nederland aan
de tentoonstelling van 1900 te bestrydon.
Gespecificeerd geeft de Min. op waarvoor
afzonderlyke kredieten worden aangevraagd,
als voor onderwy'8 ƒ1900; voor het sociaal-
economische gedeelte 5000; voor de zooge
naamde lanabouwteelt ƒ25,000; voor de be
vordering van paarden- en vee inzendingen
ƒ20,000; voor de visschery ƒ8000; voor een
inzending van den Ryk6waterstaat 6000; en
voor die van de topographische inrichting van
het dep. van oorlog ƒ1400. De Minister zal
gaarne overwegen in hoeverre het bezoeken
der tentoonstelling door werklieden o. a. door
het uitlokken van lage vrachten kan worden
bevorderd.
Nader zet de Minister zyn bedoeling uiteen
met de aanstelling van adjunct-inspectrices
van don arbeid, wier positie nfet geheel gelyk
zal staan met die van adjunct-inspecteurs,
terwyi haar werkkring niet tot één inspectie
zal zyn beperkt.
Naar aanleiding van de vraag omtrent de
Kamers van Arbeid deelt de Minister mede,
dat hy niet zal bevorderen, dat verzoeken tot
oprichting van Kamers van Arbeid zonder
overwegende reden worden afgewezen.
Wat do Posteryen betreft, ligt het in 's Minis
ters bedoeling om het stelsel van perioiieke
traktementsverhooging ook voor de commiezen
by den post en telegraafdienst in te voeren.
Aan de ambtenaren is aanbevolen te waken
tegen ruwe behandeling van stukken, die ter
post worden verzonden.
Aan den wensch, om op Zondag geen post
pakketten te doen bestellen, kan niet worden
voldaan.
Het ligt in de bedoeling, om de traktemen
ten van brievengaarders en postboden voortaan
naar vasten maatstaf te regeLn.
Het aangevraagde bedrag voor uitbreiding
van h-t intercommunale telephoonnet wordt
by Nota van Wyziging verhoog l met 162,000.
koloniën.
BATAVIA, 8—14 Nov.
Onder de jongste In:l3che berichten werd
medegedeeld, dat een vervolging was inge
steld wegens het smokkelon van opium, tegen
een Europee6che dame, die echter naar Singa
pore was uitgeweken. Aan een particulier
schryven uit Batavia ontleent de „N. R. Ct,"
over cit geval het volgende:
„De topic of the day is hier tegenwoordig
een opium-geschiedenis. De Hollandsche vrouw
van een officier van gezondheid had op
Singapore een groote hoeveelheid opium ge
kocht en die hindig weten binnen te smok
kel Haar bediende was belast, het by kleine
hoeveelheden te verkoopen. Maar het toeval
wil, dat hy het opium trachtte te verkoopen
aan personen, die niets minder waren dan
de geheime spionnen van den..,, opium
pachter l De dame liep dus juist in de val.
Toen de officier van justitie en de assistent
resident van politie by haar binnenkwamen,
was zy juist bezig een partytje van de hand
te doea aan een der spionnen (een Chinees).
De straf op de overtreding is drie maanden
tot drie jaren gevangenisstraf. Daar er echter
een bepaling is, dat Europeanen niet in
preventieve hechtenis worden gezet, is het
de smokkelaarster natuuriyk gelukt te ont
snappen en wel naar Singapore, waar zy
veilig is.
Door den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indil
zijn de volgende beschikkingen genomen:
CIVIEL DEPARTEMENT. Ontslagen Op
verzoek, met ingang van 5 December 1898, wegens
volbrachten diensttijd, eervol uit 's lands dienst,
de onderopzichter 1ste kl. bij de exploitatie van
de WeaterJijnen der Staatsspoorwegen op Java,
P. J. Biraak.
Benoemd: Tot notaris, tevens vendumeester,
te Poorworedjo (Bagelen), de candidaat-notaris J.
W. White.
Tijdelijk belast: Met do waarneming der
betrekking van opzichter lste kl. bij de exploitatie
van Staatsspoorwegen op Java, W. G. VanMerko-
steyn, particulier, laatst chef der lste afdeeling
bij de Bataviasche Oosterspoorweg-Maatschappij.
By den post- en telegraafdienst.
Ontheven: Eervol van het beheer van het
kantoor te Tjiamia en overgeplaatst naar het
hoofdbureau de comm. 2de kl. J. H Reuter.
Bevorderd: Tot adjunct-comm. op f 80
's maands F. W. K. Schrieder en H. J. Ph. Drège,
thans adj.-commiezen op /'5G 's maands.
Benoemd: Tot chef van het kantoor te
Tjiamis de comm. 2de kl. H. H. Le Congé te
Weltevreden
tot comm. 8de kl. en geplaatst te Cheribon de
ambt op non-activiteit W. H. Obertop, laatst die
betrokking bekleed hebbende;
tot commies 3de kl. de wd. adjunct-commies
D. B. G. Claus te Weltevreden;
tot adjunct-commies op ƒ50 's maands C. A.
Willemsz Geeroms en P. J. Van Krieken, die
geplaatst worden respectievelijk te Semarang on
te Weltevreden.
Ontslagen: Eervol uit 'sLands dienst de
gewezen commies lste kl. bij den post- en tele
graafdienst, L. Dom.
DEPARTEMENT VAN OORLOG. Met ingang
van 18 November 1898, op non-activiteit gesteld,
de kapitein der infanterie van verlof uit Nederland
teruggekeerd, 0. Exol.
Op verzoek eervol ontheven uit zyn adjudants-
betrekking, de lste luitenant-adjudant by het 13do
bat. P. 11. Mathijsen.
Benoemd: Tot adjudant bij het 13de bat,,
do late luitenant bij het subsiatentenkader te
Soerabaia jhr. J.t J. Boreel.
Overgeplaatst: Van het bureau van don
gewestelijken inteudant te SemaraDg naar het
hospitaal aldaar als administrateur, de kapitein-
kwartiermeoster P. L. Van de Kasteele;
van het rechterhalf 4de bat. te Tjiraahi naar
Atjeh ter beschikking van den gewostelijken
intendant, de 2de luitenant kwartiermeester A. J.
Lieth.
Geplaatst: Te Magelang en zulks met in
trekking zijner plaatsing te Batavia, do militaire
apotheker 2de kl., bestemd voor den dienst hier
te lande H. B. C. Gieben.
Verlengd: Met een maand het verleend
verlof wegens ziekte:
naar Sindanglaia ca Garoet, aan den lsten luit.
der inf., geëvacueerd van Atjoh naar Batavia, J.
H. A. Vau den Vrijhoef;
naar Temanggoeög, aan den militairen apotheker
der lste klasse te Magelang, A. 11. Hisgen.
Benoemd: Tot kapitein-intendant op het bureau
van den gewestelyken intendant te Batavia, de
kapitein-kwartiermeester op het bureau van den
gewestelijken intendant te Batavia, M. D. Van
Vuuren.
Verleend: Een maand verlof wegens ziekte
naar Salatiga, aan den militairen apotheker lste
klasse E. Nunes.
Bevorderd: Tot majoor-intendant bij do mili
taire administratie, de kapitein-intendant B. C.
Schuylenburg, thans met verlof in Nederland.
DEPARTEMENT VAN MARINE. Ontslagen:
Wegens ziekte, eervol uit zijn betrekking, de lste
commies by het departement der marine, W.
Taunay.
Bij de Gouvernementa-marine:
Overgeplaatst: Van het stoomschip B Alba
tros" naar de .Flamingo", de leerling-machinist
C. E. Smith.
G e m e m gr cl IV i e li w s.
Byna levend verbrand.-In Noord-
Brabant gebruiken de wildstroopers een bak,
met blik beslagen, waarin zich een lamp
bevindt. Hiermede wordt 's nachts hanuig
gemanoeuvreerd, wanneer het opgejaagde
wild op het licht afkomt. Te Ossendrecht
heeft zulk een bak treurige gevolg n gehad.
Eon paar marechaussees betrapten een strooper.
De man wil op een gegeven oogen'olik ont
vluchten en den lichtbak van zich afwerpen;
by de poging daartoe biyft echter het koord
van den bak aan zyn kleederen haken en
stort zich de geheele inhoud over zyn lichaam
uit, zoodat hy in minder dan geen tyd geheel
ia vlammen stond. Aan een branden ;e toorts
gelyk, die by het duistere van den nacht
zich nog scherper afteekende, tracht de stroo
per kermend en razend van de pijn nog to
ontvluchten, doch wordt spoedig achterhaald,
tor aane gelegd en de vlammen worden met
groote moeite gedoofd. Zoo liefderijk mogelyk
wer i de met brandwonden overdekte man in een
naburige boerenwoning verzorgd en later naar
huis vervoerd. Een viertal konynsn en de
lichtbak met toebehooren werden in beslag
genomen.
In de kleiwerken te Arloff, in
de Rynprovincie, was men deze week bezig
met het opruimen van aarde, toen plotseling
de grond begon te verschuiven en zes arbeiders
daaronder geraakten. Zoo spoedig mogeiyk
word hulp aangebracht, doch toen men de
arbeiders weer te voorschyn haalde, bleken
alle ze8 reeds te zyn gestikt.
De ex-koningin Isabella van
Spanje kwam Donderdag namiddag van Epinay
(even buiten Parys) terug, waar baar gemaal
verbiyf houdt, toen op den weg van Genne*
villiers het rytuig ten gevolge van den slechten
staat van den weg tegen een kar aanschokte,
de paarden op hol eloegen en de koetsier
van den bok werd geworpen. Dank zy do
tegenwoordigheil van geest van een lakei,
werden de paarden, die reeds naar de Seine
afrenden, tot staau gebracht en kwam de
koningin er met den schrik af.
Het langste schip der wereld,
.Oceanic" geheeten, zal in het midden van
Januari 1899 aan de Eogelsche werf van
Harland Wolf van stapel loopen. Het zal
nog 25 meter langor zyn dan de beroemde
.Great Eastern," dus ruim 210 meter. De
uitrusting geschiedt in Belfast. Reeds het
volgend jaar zomor zal het reuzenvaartuig
zyn eerste vaart ondernemen.
Op 25 myien van Parenzo had
oen aanvaring plaats tusschen dd stoomschepen
.Capria," beladen met fruit, en de byna leege
,l8tria"; de laatste zonk onmiddellijk. De be
manning, uit 27 koppen bestaande, doolde den
geheelen nacht in de booten op zee rond,
doch landde den volgenden morgen.
By de hengsten verkoopiüg te
Newmarket werd voor Hong.iarsche rekening
aangekocht de dekhengst „Windgull," een in
1890 geboren hengst van den in Duitschland
staanden „Galliarduit Windsor, waarvoor
de heer N. v. Lurzenbacher 7200 betaalde.
i)
Zoo vaak ik door eon bijzonder kinderrijke
straat onzer hoofdstad wandel, komt mij tel
kens Gallipoli in de gedachtein mijn gan-
sche leven heb ik nergens zooveel kleine kin
deren gezien als in deze aan de straat der
Dardanellen gelegen kleine en levendige
ptad, wier inwoners meerondeels tot hot
Grieksche volk bekooren. Onder de vrouwen
der Grieken vindt men onderscheidene
fraaie gestalten, en er zijn er velen, die men
niet zou willen gelooven, wanneer zij ons
vortellen, dat zij de moeders van een geheele
schaar kleine menschen zijn. Een der schoon
ste vrouwen, die ik daar leerde kennen,
stelde mij trotsch twaalf levende dochters
voor en voegde er droevig bij„Drie zijn
er, helaas! gestorven." En zijzelvo, die moe
der, geleek in haar voorkomen op een oud
ste zuster van haar dochters.
Aan deze 6choone vrouw herinnert mij
het bekoorlijke meisjeskopje, dat mij uit
het omkranste lijstje boven mijn schrijfta
fel toelacht; mijn gedachten verplaatsen
mij in die zonnige oogenblikken van toen,
en mij overvalt de onweerstaanbare aan
drang, mijn akten aan den kant te schui
ven, en van haar te vertellen. Wilt ge naar
mij luisteren, beste lezeres?
Destijds bevond ik mij in diplomatieken
'dienst; moeilijkheden, die tusschen onzen
consul in Gallipoli on den kaimakan
burgemeester aldaar waren opgerezen,
gaven mijn chef aanleiding, mij uit de
Turksche hoofdstad daarheen te verplaat
sen, om de aangelegenheid te onderzoeken
en te regelen. De omstandigheden, onder
welke dit geschiedde, deden het mij als het
meest doeltreffend voorkomen, ten huize
van den consul domicilie te nemen, en zoo
kwartierde ik mij in bij een Grieksche we
duwe, die met het kleuren van bonte hoofd
doeken haar bescheiden levensonderhoud
verdiende. Eenige jonge meisjes waren
overdag bij haar werkzaam, deels om het
eenvoudige handwerk te leeren, deels om
behulpzaam te zijn.
Zoo dikwijls ik vrijen tijd bad en goed
geluimd waa, voegde ik mij bij het vroolij-
ke volkje en vermaakte mij en haar met de
pogingen, van haar het Nieuw-Grieksch, of
zooals zij het noemden, het Romaansch te
leeren. Welk een hartelijk gelach, welke
aanhoudende vroolijkheid verwekten mijn
vaak met opzet ongeschikte pogingen, om
de mij voorgezegde woorden tot zinnen te
vormenHoe gelukkig fonkelden de oogen
over onschuldige vleierijen, die ik den on-
gekunstelden schepseltjes toevoegdehoe
uitbundig kondon zij om kleine grappen
lachen, en hoe flink en bevallig sprongen
zij bij haar arbeid heen en weer, dat de
zwarte vlechten haar om de schouders dans
ten
Op zekeren dag kwam een jong meisje
uit de buurt op bezoekeen bekoorlijk we
zen, met schuchtere blauwe oogen, kuiltjes
in kin en wangen, een mondje, rood als ko
ralen, en een huid, blank als parelmoer;
doorzichtig fijn, bleek en toch van geen
ziekelijke bleekheid. Natuurlijk was ik ter
stond tot over de ooren op haar verliefd.
Men zeide mij, dat zij Zacharula heette,
ea ik vroeg nieuwsgierig, wat die naam be
te eken de. Daar ik de ijverige, door ontel
bare bekoorlijke gebaren verduidelijkte
verklaringen van mijn vriendinnetjes, die
mij onder een veelbeteekenend knipoogen
en met lachenden mond gegeven werden,
eenvoudig niet begreep, huppelde een harer
eindelijk weg en haalde een stukje suiker
men maakte mij nu in uitgelaten vroolijk
heid duidelijk, dat Zacharula stukje suiker,
suikerklontje, beteek^ndede opgeruimde
meisjes legden daarbij de kleine handjes op
haar blijde kloppend hart, klapten met de
frissche lippen en gaven zich moeite, mij
plagend duidelijk te maken, hoe lekker het
juist genoemde ding toch. smaakte. Suiker
klontje
„Ha", riep ik in mijn moedertaal, „welk
een passende naam voor zoo'n zoet schep
seltje
De uitdrukking mijner woorden en de
blik, dien ik daarbij op de kleine wierp,
moesten den zin duidelijk gemaakt hebben,
want het allerliefste kleine ding werd zoo
rood als scharlaken. De anderen giegelden,
en de overmoedigste van hen, een zwart
bruin, vroolijk, bevallig meisje, begon fijn
plagend: „Wat ben je warm, Zacharula 1
Neem toch je hoofddoek af!"
Daarbij maakte zij hulpvaardig den kun
stig gelegden knoop los, die den hour haar
bedekkenden doek vasthield, en onthulde
aldus zulke wonderlijk volle, dichte, in zwa/-
ro vlechten opgenomen haren, dat ik een uit
roep van veiTukking niet kon onderdruk
ken. Het fijne kopje der kleine Grieksche
scheen onder den last van dezen heerlijken
natuurtooi gebogen te gaan.
„Geen meisje in Gallipoli bezit zulk
haar!" stemde mijn hospita glimlachend
mee in, en nu gebeurde er iets, dat de aan-
valligo Europeesche, die deze regelen leest,
voor onmogelijk zal houden, omdao een zoj
onbaatzuchtige, hoogmoedige vreugde over
de lichamelijke voortreffelijkheden van een
andere, en de naieve onschuld der betroffen
persoon zelve haar eenvoudig ongelooflijk
zal voorkomen.
Om mij namelijk een volledig denkbeeld
van den riikdom dezer vrouwenharen te
geven, maakten eensklaps de vlijrigc vin
gers der jonge meisjes de donkere vlechten
van haar kameraadje met fabelachtige vlug
heid los, en als een glanzende, blauwzwarte
mantel viel het over de schouders der klei
ne Grieksche en omhulde plotseling haar
ganscho fijngebouwde gestalte.
Dit wonderbaar schoone vrouwenhaar
zou er wel iets bekoorlijkers to vinden zijn
Toch welde kleine eigenaresiets meer
betooverends dan het teedere, bleeke ge
zichtje onder deze verhullende pracht, zoo
als het beschaamd en toch in onverholen
vreugde over mijn bewonderende blikken
daar vóór mij te zien was heb ik nooit
in mijn leven weer aanschouwd.
Den halven nacht lag ik wakker en
droomde met open oogen van Zacharula en
heur haardos. Daarbij beproefde ik tever
geefs een eigenaardig gevoel te overmeeste
ren, dat telkens weder mijn verliefde droo-
men binnensloop en mij mijn bekoorlijke
nieuwe kennis als het veranderde even
beeld van een ander vrouwelijk wezen deed
voorkomen, hetwelk ik reeds elders in mijn
leven gezien had anders wel is waar, en
toch ook weer gelijkend. De gedachte liet
zich niet'verjagen en pijnigde mij ten laat
ste. Ik ontrolde in mijn geheugen de lijst
yan al mijn vrouwelijke kennissen, maar de
eene, die op mijn aangebedene geleek, vond
ik nietik dacht na en dacht na einde
lijk! Virginie!Waarom ik zoo laat
aan haar dacht? Alle lezeressen onder de
zestien jaren mogen het mi] vergeven ik
dacht niet aan haar als aan een joDge
dame. Zij was immers nog een half kind, de
kleine, half bakvischjc, half schoolmeisje
toen ik haar onder mijn kennisjes tel
de, maar zij had mij veel vermaak verschaft.
Even sterk als haar gansche aard van op
treden van dien der kleine Grieksche ver
schilde, even in het oog loopend was de ge
lijkenis in de gelaatstrekken. Zeifs in de
teedere huidskleur kwamen zij overeen, al
leen bij Virginie, mijn kleine vijandin, ont
aardde zij in een ziekelijke bleekheid. Nu
ik het gezochte evenbeeld gevonden had,
verschafte (het mij genoegen, de beide jonge
meisjes met elkaar te vergelijken.
Virginie was mij van Konstantinopel be
kend, waar haar moeder, de nog altijd
gchoone gravin De Ferréol, in mijn tijd als
echtgenoote van den eersten secretaris bij
het gezantschap eener groote mogendheid
de honneurs in het gezantschapshotel waar
nam, daar de ambassadeur zelf ongehuwd
was. Zij had mij steeds groote welwillend
heid bewezen, omdat, gelijk zij eens op haar
beminnelijken toon tot mijn chef zeide,
mijn oorspronkelijk, nog onbedorven karak
ter to midden van het Fransch-Levanbijn-
sche zedenbederf zoo aangenaam aandeed.
(Wordt vervolgde