V Poiikersteeg 3. JONGENS- PAKJESI Donkcrsteeg 3. Fabriek WILBELI1M, Zoetermeer by Delft. SMs-Mijnsckiol te Pretoria. Docent in Mineralogie, Geologie en Mineraal-Analyse, Thee Th E.Br^ndsm^ EN JEKKERS I. C. KORT, 116 WEENERINNEN. NIEUWSTE MODE „N A N O N" OPROEPING. (Nieuwste en beste witte Metaalpoetsmiddel), KOORNBRUGSTEEG 3. aan de Staats-Mijnschool te Pretoria. Verkrijgbaar in alle buurten der stad. Souchon a f 1.30 per 'I» K.G. Vervolg der Advertentiën. Schonoiig der Pferde Sicheres Fahren u. Reilen Leonhardt Co., Schóneberg-Berlln. voor den leeftijd van 312 jaren, in alle genres. Leldsclie Sdiouwburg- Heden, 14 December: Vraagt M ONS TE Ft S GHA.T1S. Hoofd-Agent voor Nederland: A. J. TEN HOPE, Rotterdam; voor Leiden en Omstreken verkrijgbaar bij L. G. T. NELISSEN, Apothekersdijk, Leiden 9176 30 Beste Adres voor Opruimingen AMSTERDAM. In bet bijzonder wordt de aandacht gevestigd op :§j- Theeverbruik - V ereeniging, =S J. H. DIJKHUIS, HOOGSTRAAT 5. Feuilleton. TWEE BROEDERS. Stilversport voor Ned.-Indië. De „Sts. Ot." van heden bevat een konink lijk besluit van 6 Dacembor, houdende nadere regolin* ven de porten der brieven en verdere •tukken, die rechtstreeks over see tusschen h*t Rijk en zjjn koloniën en bezittingen in Oost- on Wcst-InJië worden gewisseld. Het- ingang van 1 Januari X899 gelden de volgende bepalingen: Art. 1. De brieven en andere hieronder te vermelden stukkoo, welke rechtstreeks over zee (dat is met de zoogenaamde „zeepost") tusschen het Ryk en zijn koloniën in Oost- en "West-Indië worden gewisseld, zyn onderworpen aan het navolgende tarief van frankoering: 1. ty verzending uit Nederland naar de koloniën «n bezittingen in Oost- en West-Indië: a. brieven 5 cents per 15 gram of gedeelte van 15 gram; b. briefkaarten 2*/a cent per enkele kaart on 5 cents voor een dubbele kaart, dat is met vooruitbetaaldantwoord c. papieren en bescheiden, gedrukte stukken en monsters of stalen van koopwaren 2 cents per 50 gram of gedeelte van 50 gram, met toepassing evenwel van. een minimum, wat de papieren en bescheiden betreft, van 10 cents, en, wat de monsters of stalen van koopwaren aangaat, van 5 ceDts voor elke verzending onder een afzonderlijk adres; 2. by verzending uit de koloniën en bezit tingen in Oost en West-Indië naar Nederland a. brieven 10 cents per 15 gram of gedeelten van 15 gram. b. briefkaarten 0 cents per enkele kaart en 10 cents voor een dubbele kaart, dat is met vooruitbetaald antwoord; c. papieren en bescheiden, gedrukte stukken en monsters of stalen van koopwaren 2 cents per 50 gram of gedeelte van 50 gram, met toepassing evenwel van een minimum, wat de papieren en bescheiden betreft, van 10 cents, en, wat de monsters of stalen van koopwaren aangaat, van 5 cents voor elke verzending onder een afzonderiyk adres. Bijeenvoeging van de sub c bedoelde soorten van stukken onder één adres is geoorloofd. Het minimum-port van 10 cents of dat van 5 cents is dan toepasselyk, naar gelang papieren en bescheiden in de zending begrepen zyn of dat zy alleen uit gedrukte stukken en monsters of stalen van koopwaren bestaat. Art. 2. 1. Voor ongefrankeerde brieven en brief kaarten, per „zeepost" verzonden, is bet dubbele van het port, dat volgens het by artikel 1, sub 2a en bbedoelde tarief, in geval van frar.koering verschuldigd is, van de geadresseerden te heffen. 2. Alle andere in artikel 1 vermelde stukken moeten ten minste gedeelteiyk ge frankeerd zijn. Indien zy ongefrankeerd ter post worden bezorgd, biyft de verzending achterwege. 3. By ontoereikende frankoering is, zoowel voor de brieven als voor de andere stukken, in artikel 1 bedoeld, van de geadresseerden te heffen een port ten bedrage van tweemaal de oritorekende som, met aanvulling van de breuken van 2'/, cent tot het volle bedrag van 2'/, cent. Art. 3. Met afwyking van het bepaalde sub 2a van artikel 1, kunnen bri9veD, gericht aan militairen beneden den rang van officier, by Je land- of zeemacht in Nederland dienende, by verzending met de „zeepost" gefrankeerd cordon met 5 cents, mits zy het gewicht van 15 gram niet te boven gaan en geen voor andere personen bestemd© brieven be vatten. Art 4. 1. Op de verzending met de „zeepost" zyn overigens van toepassing de bepalingen, geldende voor de brieven en verdere stukken, die op andere wyze dan langs den recht- streekschen zeeweg, tusschen het Ryk en zyn kolonlön on bezittingen in Oost en Wcst- Indiö worden gewisseld. 2. Met afwijking in zooverre van de voormelde bepalingen, kunnen echter de g-drukte stukken, by verzending per „zee post", tot een gewicht van ten hoogste 5 kilogram worden toegelaten. Dit besluit is genomen op de gemeen- schappeiyke voordracht van de ministers van waterstaat, handel en nyverheid en van kolo niën, van 7 Sept. en van 13 Sept. 1898. auf glatten Wegen (Eis, Sclinec. Asphalt, Holz etc.) kann nur crrcicht werden durch Bcnutzung der Hiifeisen-H StollenfPa.NjHr btets scharf! Kronentritt unmöglich! «cjioir- Um vor wcrthlosen Nachahraungen zu I li 8enutzcn.!stjeflereinzclne.unsererH-Stollen 1",^. V nnt nebenatehender Schntzinarke verselien, I C" P I woraiif man beun Einkauf achten wolle. Uwk. Preislisten und Zeugnisse gratis und franco. Patent-lnhaber und allelnige Fabrikanten 8540 15 9851 12 Dames, die zich volgens de klaaden, moeten niet verzuimen stelen ven ooze Voorjears Nouveautés aan te vragen. Specialiteit: Nieuwste Zijden ItolTre, Zijden I'oulard, Schotsch en Cierult voor Japonnen en Blouses, van af 60 Cts. per Meter. Wfj zenden de verlangde Ztjden Stoffen franco en vrij van invoerrechten in huis tot iedere gewenschte hoeveelheid. SCHWEIZËR Co, LUZERN (Zwitserland). UITVOER TAN ZIJDEN STOFFEN. 867 24 <s> van oud Ijzer en andere Metalen, Lompen, Papier, etc., etc., is op het Levendaal GO, Janvossensteeg 33. 8961 12 Kachelpijpen, Kolenbakken, Scheppers, Poken, Tangen, Draadnagels, Gewichten, Zagen, etcetc., worden verkocht voor alle prijzen. GEBBS. PALM. Mits dezen geschiedt oproeping van applicanten voor de betrekking van Alleen applicanten van beslist Christelijke beginselen kunnen voor deze betrekking in aanmerking komen. Bij de applicatie moeten daarvan bewijzen overgelegd worden met: A.—bewijs van Lidmaatschap eener Protestantsche Christelijke Kerk B.—bewijs van behoorlijk voltooide academische studie (zoo mo gelijk), C.—bewijs van goed zedelijk gedrag, D.—bewijs van voldoende kennis der officie el e landstaal (Hol landsch). E—verklaring van bereidheid om desvereischt den eed van ge trouwheid aan de Regeering der Zuid-Afrikaansche Republiek af te leggen. Vast Salaris £800.— per jaar. 9950 91 Reiskosten worden b i 11 ij k vergoed. Application met de vereischte stukken moeten gericht zijn tot den SUPERINTENDENT VAN ONDERWIJS te PRETORIA en vóór den 4den Januari 1899 bezorgd worden op het CONSULAAT-GENERAAU DER ZUID-AFRIKAANSCHE REPUBLIEK te AMSTERDAM, NICOLAAS-WIT- SENKADE No. 9.- Amstekdait, 14 December 1898. 3183 46 HOLLANDSCHE AMSTERDAM. PBIJSNOTEEKIN«r China Congo Stofthee I 45 en so Cts. S ii 50 50 I? Lekkere 60 22 SOUChon a B TG Geurige 00 Congo 100 a Lekkere ontbijttiieeJ Q 66 g- NA91IDDAC1THEEj j I J 76 ALLEEN VERKRIJGBAAR BIJ: 8695 36 47) Maar wat is dat? Kareis stem klonk in zyn oor, zacht, de toon van deelneming. Verrast opende by do oogen. De oude, goedmoedige uitdrukking van Kareis oogen straalde hem te gemoet. „Het doet my van harte leed," zeide Karei, „dat Helena, zich te veel door baar drift latende medesleepen, gebabbeld heeft; ik ver zeker u, dat het geheel en al tegen myn wil is geschied. Ik hoop, dat Heiena's overijldheid geen verdere gevolgen voor u heeft. Waar is uw vrouw?" Otto kromp ineen. Alzoo had Helena hem toch verraden I En Constance.wist van alles! Hy sloeg do handen voor het gezicht en steunde. Met één stap is Karei aan zyn zyde. Otto voelde, dat zyo broeder den arm om zyn schouder sloeg. „Houd moed," zeide Karei harteiyk, vol medelyden, „maak je niet ongerust. Constance is nu opgewonden, zy zal u alles vergeven; zy is toch uw vrouw en heeft u toch lief. Och, ik ben ook opgewonden geweest, en, geloof my, nu heb ik niets meer tegen je! Gisteren i9 het laatste overschot van myn toorn tegen u verdwenen. Men ziet het u aaD, dat gy genoeg gestraft zyt; men zou wel een hart van steen moeten hebben, om u geen vergiffenis te schenken. Helena heeft er nu ook spyt vaD, en zy zou het zoo gaarne weder goed maken. Eenmaal moot toch alles in de wereld een einde hebben. Zullen wy dan onverzoeniyk tegenover elkander biyven? Laat ons de oude veete begraven en er niet meer aan denken. Kom, laat on3 weder de ouden van vroeger zyn!" Otto was zóó aangedaaD, dat hy in luid snikken uitbarstte. Kareis woorden klonken hem als een vredegezang, als engelenmuziek in de ooren. Vergeten was op dit oogenblik alles, wat hem benanwde, al het onaangename en pöniyke. De milde, verzoenende woorden klonken hem in de ooren. Hy, dien by zoo vernederd had, wien hy zulk een bitter onrecht had aangedaaD, hy komt nu uit zich- zeiven de verzoening aanbieden, zyn volledige vergiffenis; alles is vergeteD. Daaraan herkende hy weder dat goede, offervaardige hart. Hy was zóó aangegrepen, dat hy zich Diet meer staande kon houden, en hy maakte een onwillekeurige beweging om op zyn knieën te vallen. Maar Karei hield hem in zyn sterke annen en zette hem zachtkens op een stoel. „Waar is ConBtance?" waagde hy te vragen. „By haar vader!" steunde Otto. „Hè... by wien? Gy denkt, dat zy hem alles zal verhalen?" Otto knikte. Karei liep onrustig de kamer op en neder. Vrees en angst en bezorgdheid spiegelden zich op zyn gelaat. „Weet gy wat, Otto?" zeide hy, weder naar zyn broeder gaande, „ik zal met hem sprekeD, hem dan verklaren hoe alles gekomen is; ik zal hem smeeken u om die treurige geschiedenis niet lastig te vallen!" Otto richtte zich op en wilde zyn broeder tegenhouden, maar deze was reeds aan de deur. Hy was weder de oude, vol vurigen y ver om de zorgen en moeiten van zyn broeder af te nemen. Toen Karei eenige oogenblikken later tegen over den heer Goring stond, schitterden diens oogen van bewondering. „Gy zyt een edel mensch, Koster", zeide hp, toen Karei opgehouden had te spreken, „wy allen zyn u veel verschuldigd; gy hebt als een held geleden en te zwaarder dus is de schuld van myn schoonzoon." Maar Karei verontschuldigde zyn broeder. „Mynheer, hy heeft geboet; hy heeft genoeg geledeD, men kan het hem aanzieDl Hy was in groote ongelegenheidhy kon niet andera, maak hem er geen verwyt vanl" De edele trekken van den ouden rechtsge leerde namen een strenge uitdrukking aan en hy antwoordde: O „Eerst gebieden hét gezag en de rechtvaar digheid, dat hy gestraft worde; dan zal ik zieD, of ik hem nog kan vergeven." Karei tuimelde verschrokken terug. „Om '8 Hemelswil, mynheer, daarmede wilt gy toch niet zeggen, dat gy uw eigen schoonzoon zult aangeven? Denk aan bet schandaal, de gevolgen daarvan voor uw dochter 1" De rechter Goring staarde ernstig voor zich uit. Zonder zich een seconde te bedenken, verklaarde hy: „Ten opzichte van myn familie laat ik my niet tegenhouden te doen, wat myn plicht is l En myn plicht als rechter gebiedt my den dief aan de straffen der gerechtigheid over te leveren. Door zwijgen zou ik medeplichtige zyn. Ik wil geen deelgenoot wezen aan het ten hemel schreiende onrecht, dat u is aangedaan." Karei verhief afwijzend de hand. „Maar, mynheer 1" riep hy vol yver uit, „dat is lang geschied; heden is die oude ge schiedenis vergeten niemand denkt daaraan." Maar Goring schudde ontkennend met hot hoofd. „Het voorval van gisteren heeft my de oogen verder geopend. Ik mag niet dulden, dat gy uw leven lang voor den dief gehouden wordt voor wat een ander heeft misdreven; vooral nu ik den werkeiyken dader ken. Gy hebt genoeg geleden; Diemand heeft het recht de herstelling van uw eer aan en de uwen langer te onthoudenl" In spannende verwachting zat Otto aan zyn schrijftafel. "Wat zou de volgende seconde hem brengen Wat zou Constance, wat haar vader doen? Zouden zy hem vergeveD, zouden zy zwijgen? Hij stelde zich zyn schoonvader, den eerbied- waardigen, indrukwekkenden en milden, maar zuiver rechtzinnigeu en gestreng rechtvaar digen man voor, en angst, schaamte en ontzetting overvielen hem. Moedoloos en ver- twyfeld zat hij neder. Hoe zou hy hem onder de oogen komen met het vernietigend© bewustzyD, zich zoo scbandeiyk tegenover hem en zyn dochter gedragen te hebben; va# hun ga8tvryheid, hun vertrouwen zoo schan delijk misbruik te hebben gemaakt? Otto trachtte zichzelven in zyn angst ©f te beuren. Het was toch onmogoiyk, dat Constancy© vader hom aan de schande en den smaad zou overleveren; hy zou, by moest zwygen. En dan, wat zou de toekomst brengen? GeheeL zyn leven lang zou hy moeten sidderen in da nabyheid van zyn schoonvader, met neer geslagen oogen, vol onrust en schaamte. Ieder harteiyk woord, elk innig verkeer tusschen hen was voor altyd onmogeiyk geworden; het geheim, de ongeboete misslag zou altyd tusschen hen zyn. En hoe zou Constance jegens hem wezen? Zou zy hem verachten, ver afschuwen, verwenschen? Zou het bewustzyn van zyn schuld hem in haar nabyheid niet steeds drukken? Ontzet sprong by op. Neen, zulk een toekomst zou nog martelender zyn dan de ergste uren van het verleden waren. Hoe zou hy zich rust, vrede, vergiffenis ver. schaffen? De ongelukkig© kwelde zich onophoudeiyk met die vraag; vertwyfeld liep hy de kamer op en neder, zyn hersens pyDigende, handen wringende. Daar kreeg hy eensklaps een denkbeeld 1 (Stol volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 7