N°. 11900
Vrijdag 9 II>eceriil>er*.
A0. 1898
feze (Qoarant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton..
TWEE BROEDERS.
LEIDSCH
DA&BLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandeü. 1.10-
ÏYanco per post 9 1.40.
Afzonderlyke Nommers 0.05.
PBIJS DEE ADYEBTENTIËN
Van t-8 fogela f l.OB. Iedere regel moer f 0.17J. - Grootera
lettere naar plaatsruimte. - Voor het incaaseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Ofiicïcole Kennisgeyingeu.
Abonnement Havengeld 1899.
De Havenmeester te Leiden brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat zyn kantoor,
Aalmarkt 5, van af Maandag 12 December
a. s. op werkdagen zal geopend zyn van des
voormiddags 1112 en van des namiddags
1—2 en 5'/26 uren, tot het nemen van
abonnementen op het havengeld voor 1899.
Men zy er op bedacht geldige meetbrieven
(nitt ouder dan 5 jaar) mede te brengen,
ten einde hoogere schatting van inhouds-
grootte te voorkomen.
Leiden, De Havenmeester,
8 Dec. 1898. J. ROMANESKO.
Leiden, 8 December:
De Commissie voor het Wykgebouw
„Geloof, Hoop, Liefde", aan de Oranjegracht
alhier, die met half November met wijkver
pleging begon en dat werk tot groote vol
doening van veel kranken volbrengt, had zoo
graag het pakhuis achter het tegenwoordige
Wykgebouw geheel voor wijkverpleging willen
inrichten. De daarvoor ingekomen giften in
eens, daarvoor bestemd, waren in de vc-iete
verte niet toereikend. Nu heeft een koning
onder de gevers met een vorstelijke gift de
Commissie in staat gesteli, om dat plan ten
uitvoer te brengen, zoodat de wijkverpleging,
van bet Wykgobouw uitgaande, zich eerlang
in een aan alle eischen beantwoordende
inrichting daarvoor zal mogen verheugen.
De officier van gezonihdi der 1ste kl.
C. Pino, dienende aan boord van Hr. Ms.
pantserschip „Piet Hein," wordt met 16 Dec.
a.s. on Ier intrekking zijner op-non-activittit-
stelling, gedetacheerd te Leiden tot het volgen
van lessen aan 's Ryks-Universit.it alhier.
Bedankt is voor het beroep naar de
Ned. Herv. Gem. te Slochteren door den heer
E. B. Couvóe, cand. te Leiden.
In de „Sint-Jozefs-Gbzéllen-Veroeniging"
albLr is e»n fanfarecorps opgericht, bestaande
uit tien leden, die onder de leiding van den
heer B. J. De Goey zich verder zullen be
kwamen. Dit is de eerste vereeniging hier
ter stode, welke een eigen corps bezit.
De mail van West-Indië, aange.racht te
.Havre per „Prins Maurits", kan morgen-
voormidcag alhier worden verwacht.
Gistorvoormiddag werd op de algemeen e
begraafplaats te 's-Gravenhage het stoffelijk
overschot van J. J. baron Taeta van Ame
rongen, kamerheer in buitengewonen dienst
van Q. M. de Koningin en oud-kamerhe6r en
stalmeester van wijlen Z. K. H. Prins Fre
derik, in den grafkelder nedergelaten.
In den deftigen stoet bevonden zich twee
galahofrijtuigen, waarin gezeten waren de
'vertegenwoordiger van H. M. de Koningin,
kamerheer baron H. V. J. E. Taets van Ame-
rongen, en de représentant van H. M. de
^Koningin-Moeder, jhr. De Ranitz, intendant
van Haar Huis.
Op den doodenakker werden vele leden der
koninklijke hofhouding, kamerheeren en adju
danten i. b. d. van H. M. opgemerkt, terwijl
een zeer groot aantal vrienden en tydgenooten
van den ontslapene daar waren bijeengekomen.
Ook eDkele leden van de hofhouding van wijlen
Prins Frederik, benevens sommige bejaarde
dienaren van het huis van den prins, waren
tegenwoordig. Voorts waren vertegenwoordigd
de administratie der Domeimen en Thesaurie
van wijlen de Groothertogin van Saksen, de
administratie der bezittingen in Nederland van
de prinses Van "Wied en de administratie der
nalatenschap van wjjlen prinses Marianne en
van de eigendommen in Nederland van prins
Albrecht van Pruissen.
Alvorens de kietf in sarcophaagvorm, aan
elke zijde waarvan een palmtak was bevestigd,
in de groeve wegzonk, wijdde jhr. Roosmal»
Nepveu, te Doorn, voormalig adjudant van
wyien Prins Frederik, enkele woorden aan
den man, die veler sympathie genoot door
zijn hartelyken, trouwon en rechtschapen
omgang en die zich mocht verheugen in een
groote mate van waardeering van wijlen
den Prins.
Een neef van den afgestorvene vertolkte
den dank der betrekkingen en verzocht in
de eerste plaats aan de vertegenwoordigers
der Koningin om dien aan H. M. te willen
overbrengen.
Voor de vrije en orde oefeningen is te
Haarlem geslaagd de heer J. H. Van Waveren,
van Hillegom.
Naar men verneemt, bestaat bij den
minister van oorlog het plan, om het volgend
jaar twee lichtingen voor herhalingsoefeningen
onder de wapenen te laten komen: de eene
van 2 of 3 Juli tot en met 5 of 6 Augustus
en de andere van 7 of 8 Augustus tot en
met 11 of 12 September.
Aan den w^nsch, in het Tweede-Kamer
verslag te kennen gegeven, dat het aantal
6poorwegr'ytuigen, waaronder ook die der
derde klasse, voorzien van privaten, zal worden
vermeerderd, is reeds gevolg gegeven. Door
de belle groote spoorwegmaatschappijen zijn
voorstellen gedaan, om rijtuigen, speciaal ook
voor het vervoer van reizigers der derde klasse,
voorzien van privaten, aan to bouwen.
Deze voorstellen zijn goedgekeurd en eer
lang kan de indienststelling daarvan in meerdere
treinen, waarmede in den regel groote af
standen worden afgelegd, worden te gemoet
gezien.
Thans loopen reeds rijtuigen derde klasse
met retirades in onderscheidene treinen tus-
scben Amsterdam en Enscbeiee respectievelijk
Arnhem, tusschen Amsterdam, respectievelijk
Rotterdam en Salzbergen, en tusschen Amster
dam en Esschen.
De heer D. Doedes Breunlng, Maandag
op den leeftijd van 84 jaren te Wolvega over
leden, was een der veteranen van de liberale
party in Friesland. Jarenlang was by lil van
de Provinciale Staten, by afwisseling twee
malen lid van de Gedeputeerde Staten. Later
werd by door de Staten gekozen tot lid van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal, uit welke
betrekking hy, wegens z'yn boogen lteftyd,
eenigo jaren geleden zyn ontslag nam.
By Koninklijk besluit van 6 December
1898 is bepaald, dat op 31 October 1899 de
navolgende garnizoensveranderingen zullen
plaats hebben:
van het 3de regiment huzarenhet 1ste
eskadron van Amsterdam naar 's-Gravenhage;
het 5de eskadron van 's-Gravenhage naar
Amsterdam;
van het 4de regiment vesting-artillerie, do
lste compagnie van Hellevoetsluis naar
's Gravenhage; de 2de compagnie van's-Gra
venhage naar Willemstad; de 3de compagnie
van Willemstad naar 's-Gravenhage; de 5de
compagnie van 'a Gravenhage naar Hellevoet-
sluis.
By de firma D. Diddens, te Aalsmeer,
zal binnenkort van de hand van den heer
A. P. Staalman, lid van de Tweede Kamer,
een brochure verscbynen, tot titel voerende:
„Zyn de broeders Hogerhuis werkeiyk onschul
dig veroordeeld?"
De heer Staalman zal in een vergadering
te Schagerbrug ce zaak der gebroeders Hoger
huis bespreken.
De Opper-Ceromoniemcester maakt be
kend, dat het Hof, ingevolge de bevelen van
H. M. de Koningin, wegens het overlyden
van Hare Koninklyke Hoogheid Mevrouw de
Prinses Douairière Catharina van Wurtemberg,
den lichten rouw zal aannemen voor den
tyd van zeven dagen, ingaande Donderdag
8 December 1898. StsCt.)
Het bestuur van de gemeente Zype hoeft
met 7 togen 3 stemmen besloten aahaesie
te betuigen aan het adres van de Friesche
Maatsch. van Landbouw, waarin op represaille
maatregelen t-genover België wordt aango-
drongen. De gemeenteraad van Oude-Nie-orp
besloot genoemd adres ter zyde te leggen,
daar hy meende, dat de behandeling er van
niet op den weg van gemeentebesturen ligt.
De „H. C." verneemt, dat het gerucht
als zou dr. Van Deventer zyn ontslag ge
vraagd hebben als directeur van het gesticht
„Meerenberg", te Bioemondaal, onwaar Is.
De „Arnh. Ctverneemt uit Don Haag,
dat het ontwerp tot het verbreeten van het
middenperron en het maken van een tweeden
tunntl voor het station Arnhem door de
Regeering is goedgekeurd.
De Commissaris der Koningin in Overysel
heeft zich gisteren naar Berlyn begeven als
gevolmachtigde der Nedtrlandsche R geering,
ten einde bet sluiten van een tractaat met
de Pruisische regeering voor te bereiien be
treffende co aansluiting van den spoorweg
EoschedeeAhaus.
De Nederlan ische beeldhouwer Johan
Kelk-r, le r .ar aan de Kunstacademie to
Glasgow, is bekroon i voor hut ontwerp van een
der 8 m.^rn eren botl :en, welke vóór do nieuwe
kunstgalerij al :aar zullen geplaatst wordeD.
Voor elk beeld was by den prfiskimp een
6om van f 4C0J uitgeloofd. Nv. d. D.)
Omtrent de betoog n» op 17 Dec. by het
graf van M mix van St. Aliegonde te West-
Souburg vernemen wy nader, dat uit Ant
werpen ongeveer een dertig personen komen,
terwyi, met de raadsleden, den secretaris van
Souburg en de leltn van het comité van ont
vangst, in 'fc geheel een 70 heeren aan de be-
tooging zullen deelnemen.
Het Antwerpsch comité zal aan het monu
ment, dat in de laatste dagen zeer veel Is op
geknapt, een bronzen lauwertak hechten, welke
door den beeldhouwer^Frans Joris vervaardigd
wordt.
Aan het gemeentebestuur van Oost- on
West Souburg zal voor het archief een adres
aangeboden worden. MiddCt.)
Maandag werd te 's-Heerenhoek feeste-
ïyk herdacht hoe honderd jaar geleden do
R.-K. parochie aldaar werd gesticht. Het
feest begon met bedeeling aan do algemeene
armen en tractatie der schoolkinderen. Daarna
werd in de kerk door den pastoor de mis
opgedragen, waarna vervolgens de weleerw.
heer A. Clarys, kapelaan te Delft en geboor
tig van 'a-Heerenho:k, een feestrede uitsprak.
Des namiddags had een optocht met muziek
plaats en des avonds was er vuurwerk.
De luitenant ter zee 2de klasse jhr. F.
M. L Van Geen, uit Oost-Indiö in Nederland
teruggekeerd, is op non activiteit gesteld.
Tot architect te Monnikendam is in de
plaats van wylen den heer J. A. Van
Leeuwen Az. benoemd de heerN. BlaDkevoort,
directeur dtr gasfabriek.
Naar „Het Oosten" verneemt, zyn de
liatste bc-richten omtr nt den gezondhei :stoe-
stand vnn ds. Jo. Mouiyn, uit Nymegen, die
te Utrecht e- n zeer gevaarlyke operatie heeft
ondergaan, zeer geruststellend.
Het stoomschip „Ardjoeno", van Rotter
dam naar Java, passeerde 7 Dec. Port-Said;
de „Burgemoest r Den Tex" arriveerde 7 Dec.
van Amstc-r ara naar Batavia; de „Java", van
Amsterdam naar Batavia, passeerde 7 Dec.
Kaap Roca; de „Smeroe", van Rotterdam naar
Java, passeerde 7 Dec. Ouessant; de „Morapi"
vnrok 7 Dsc. van Batavia naar Rotterdam.
Alfen. Het hoofd der openbare school te
Aarlanderveen, Lage Zyde, de heer Hage,
ontving op 6 December een postwissi-J van
Sint-Ni olias, met htt verzoek daarvoor zyn
leerlingen te trakteren, een surprise, die den
ouders evengoed als den kinderen den genoeg-
lyken dag bezorgt.
Noordwyk. Het contingent voq,r de door
deze gemeente te leveren manschappen voor
de nationale militie is bepaald op twaalf.
Valkenburg. De verkiezingen by de Ned.-
H. rv. Gemeente alhier hebben tot uitslag, dat is
herbenoemd tot ouderling en tevens tot kerk-
voogj de heer Joh. Binnendijk Dz., tot diaken
de heer C. Varkevisser en tot notabel de heer
H. Binnendyk Jz.
De landbouwer H. Binnendyk Dz kwam
gisteren tot de minder aangename ontdekking,
dat hem vyf ganzen waren ontvreemd.
Uit de „Slaatsconraut.*
Kon. besluiten. Voor het tijdvak van 1
Januari tot en met 31 Augustus 1899, benoemd
tot leeraar aan de Rijkshoogere-burgerschool t«
Roermond, J. P. Heyligors, aldaar.
Voor het tijdvak van 3 November 1898 tot en
met 31 Augustus 1899, ter ondersteuning in zijn
studiën, van Rijkswege een beurs van ƒ800 ver
leend aan G. Van Genderen Stort, student in do
faculteit der geneeskunde bij de Rijks-universiteit
te Leiden.
TWEEDE RADER.
De Minister van Justitie zeide in de Kamer
zitting van gisteren, dat hy zich met de her
ziening yan het onteigoningsrecht dit jaar niet
zal kunnen bezighouden.
Omtrent het inkomen van een ODtwerp tot
herziening van het Wetboek van Strafvord.
kan hy geen tyd bepalen. Tot zoolang te
wachten met de behandeling van het revisie-
ontwerp, ontraadt hy.
Hy kan niet beloven, zoolang de tegen
woordige Notari-:-wet nog bestaat, notarissen
binnen éénzelfde kanton of arrondissement
niet te verplaatsen.
Er op wyzende, dat strafmaxima slechts in
bijzondere gevallen worden toegepast, consta
teert de Minister, dat in de meeste gevallen
licht wordt gestraft.
De Minister protesteerde tegen de bewering
van den heer Troelstra, dat uit wraakzucht
over het onontdekt blyven van zware mis-
cryven, de rechters te zware straffen opleggen.
Het is den Minister ook een zorg, dat vele
zware misdryven niet ontdekt zyn, maar by
beeft reeds een commissie benoemd om advies
uit te brengen boe de politie in dit opzicht
te versterken. Doch de Minister moet er togen
opkomen, dat de heer Troelstra alwe-r be
weerde, dat de rechter uit wraakzucht zware
straffen oplegt. Het debat wor.it hoogst
moeiiyk, als voortdurend de justitie bier telkens
wordt beleedigd. En het zou hem verbizen
of dergelyke wyze van oorlogvoeren goede
vrachten kan dragen. Het strafstelsel mott
voldoen aan zyn doel.
Op sommigen werkt celstraf zetr depri-
meerend, op anderen niet. De invloed der
straf op verschillende personen is zeer ver-
8cbillond. Ook by de straftoepassing moet
rekening gehouden worden met verschillende
individuen. De celstraf is gevoelig en moet
het z\jn. Dat is haar doel. De celstraf is op
het oogenblik de beste straf, die wy kennen,
en men verwart de vrybeidsberooving mot
de celstraf.
Artt. 15 worden goedgekeurd.
Wijziging der tarieven van in-, uit- en door
voer in Ned.-Indië.
By het afdeelingsonderzoek van het wtts-
ontwerp tot nadero wyziging van artikel 6
der wet van 17 Nov. 1872, boudonde vast
stelling der tarieven van in uit- en doorvoer
in Ned.-Indiö, en tot aanvulling van het Ildo
hoofdstuk der In J. B^grootiog voor 1899 leek
algemeene instemming te bestaan met het
voorstel der inlyving van Gorontalo met de
TomiDi oebt en B.inggaai by het tolgebied.
Eenïge leden drongen aan tot spoedige in
lyving van de gebeelo residentie Ternate by
hot tolgebied.
Wijziging en verhooging van de begrooting
van Suriname voor 1897.
Blykens de memorie van toelichting dezer
ontwerpen heeft het nadeelig slot der be
grooting voor Suriname voor 1897 f 35,262.84
moor bedragen dan geraamd was, weshalve
de by het Xde hoofdstuk der Staatsbegrooting
voor dat jaar uitgetrokken tydrage aaa de
38)
Slechts zyn speciale vrienden Van Markwold
en Mattenveld legden een opvallende verande
ring tegenover hem aan den dagzy begroetten
hem koud, met een styve buiging, als waren
zy met elkaar slechts zeer oppervlakkig be
kend geweest; het scheen, als wilden zy
iedere toenadering voorkomen.
Otto had moeite zyn toorn niet lucht te
.geven. Had Van Markwold niet de meeste
^schuld van alles, wat hem overkomen was,
was hy niet do verleider geweest, die hem
op den verkeerden weg had gebracht? Wat
vader hom eens had toegesproken, toen by
voor de eerste maal het ouderlyke hui^had
verlateD, kwam hem in de gedachte:
f „Van schulden maken komt stelen."
i Helaas, ja, het was een waar woord ge
weest, dat hy maar al te lichtzinnig in den
wind had geslagen I Van Markwold, die hem
{tot de eerste wisselleening had verleid, was
de eigenlyke oorzaak van zyn misdaad.
Constance was de eenige, die den na lange
j afwezigheid verschenen gast gelijk vroeger
ontving; het fijngevoolige jonge meisje wilde
door een overdreven vriendelijkheid hem niet
aan de onaangename zaak herinneren. Zy
babbelde zoo onbeschroomd met hem, als ware
er niets gebeurd, en als had hy geregeld hen
bezocht. Zonder dat zil er zich goed van be
wust waren, wisselden zy blikken, waaruit
de genoegdoening elkaar weder te zien en de
wederzydsche genegenheid duideiyk spraken.
Aan Constances beleidvol optreden was het
te danken, dat Otto de pynlyke beschroomd
heid, welke hem in den beginne omklemd
hield, eindelyk van zich af wierp en een paar
gezellige uren doorleefde, zooals hy ze in
langen tyd niet had gekend.
Van nu af aan werd Otto Koster weder een
regelmatige gast by den rechter. In denaby-
heid van Constanco week alles, wat zyn ziel
drukte en kwelde, van hem; het was hem,
als ware hy geiyk een vermoeide wandelaar,
die van verre zyn rustplaats ziet; vergeten
was alle leed; de lust en vreugde in het leven
kwamen weder by hem op. Het was hem,
alsof "v goede fee hem uit een booze betoo-
vering bevrydde. Hy leefde in een zoeten
droom, zyn hart jubelde en in zyn geest
spiegelde zich reeds de toekomst af, wanneer
hy met een beminde vrouw in harmonie en
eendracht zou leven.
Ook buitenshuis trof Otto Constance dikwyis
aan op de verschillende bals, en vooral op de
yabaan, waar zy ver van al dat gewoel van een
door elkander zwetsende en babbelende menigte
konden spreken met elkaar en deD gevoelens,
welke hun hart bestormden, lucht geven.
En hier was het ook, dat de jonge man
Constance de gevoelens van zyn liefde en
hoogachting mededeelde.
Constance en Otto waren verloofd en de
volgende dagen vervlogen in ongestoord geluk.
"Wel rypte in Otto's binnenste, wanneer hy
alleen was, een gevoel van bangheid, en een
inwendige stem riep hem toe:
„Durft gy dit onschuldige, reine wezen aan
uw met schuld beladen leven binden?"
Maar de eigenliefde en het verlangen zyns
harten naar geluk en vreugde deden hem
die vraag verontschuldigen.
"Was het niet waar, dat iedero schuld reeds
op aarde wordt uitgeboet.en had hij al
niet genoeg boete gedaan door zyn ambt neder
te leggen, dat hem zulk een schitterende toe
komst voorspelde? Was hy al niet lang ge
noeg door inwendigen tweestryd gekweld?
Was zyn grooto belangstelling voor Constance
Goring niet langzamerhand tot oen groote
genegenheid aangegroeid? Ja, hy gevoelde,
dat hy kracht genoeg bezat om Constance
gelukkig te maken, daar hjj inwendig een
ander mensch was geworden, en de dwalingen
zyner jeugd achter hem lagen als een ziekte,
waarvan men, wanneer men ze heeft over
wonnen, voor altyd is bevryd. Had Constance
hem niet gezegd, dat zy zich reeds langen
tyd tot hem aangetrokken had gevoeld, en
dat zy zich do toekomst zonder zyn liefde
niet kon denken? Wanneer hy zich had terug
getrokken, zou by haar dan niet evengoed
van het geluk beroofd hebben als zicbzelven?
Met deze praatjes wiegde hy zyn geweten
in slaap, dat zoo nu en dan zyn rust dreigde
te storen.
Op zekeren voormiddag reed Otto naar de
Rugenor8traat met zyn aanstaande, om haar
aan zyn ouders voor te stellen.
De oude Koster ontving zyn aanstaande
schoondochter vol eerbiedige bewondering en
vaderlyke welwillendheid, ofschoon hy zich
gedurende het bezoek toch niet erg op zyn
gemak gevoelde.
Juffrouw Koster geraakte ochter snel met
Constance in een levendig gesprek; zy hadden
één punt, waarin haar harten overeenkwamen:
de liefde voor Otto. Zyn jeugd was een onder
werp, dat beiden sterk belang inboezemde en
dat de eene dwong tot allerlei mededeelingen
en de andere tot een spannende opmerk
zaamheid.
Een uur verstreek spoedig, en toen men
scheidde, was juffrouw Koster overtuigd, dat
Constance Goring de liefde van haar zoon
niet onwaardig was.
De gevoelens, welke de jonge bruid na
het bezoek aan de ouders van den bruidegom
bestormden, uitten zich in den uitroep:
„Gy moet toch wat door uw moeder be
dorven zyn, Otto I"
„Zeg liever," merkte deze op, „dat zjj, die zoo
myn lof zingt, een juweel van een moeder is."
„Ja, dat is ze," stemde Constance met een
warm gevoel toe, „dat is ze, en daarom heb
ik haar van ganscher harte lief."
Nu begaven de verloofden zich naar de
Bergmanstraat, waar Karei woonde.
Hier liep het bezoek anders af. Het gesprek
ging slepende, woorden en gebaren van de
om de tafel zittenden verrieden gedwongen
vriendeiykheid. Juffrouw Helena was karig
in haar woorden en beschroomd. Karei had
zyn stoel naar het venster achteruit geschoven
en keek naar buiten, als behoorde hy niet
tot het gezelschap. Zjjn hart was met bitter
heid vervuld, by had heel goed bemerkt hoe
schuw Otto's bruid don blik op hem vestigde,
en hoe zy onwillekeurig aarzelde vóór zy
hem haar hand toestak.
Drie maanden later werd ten huize van den
officier van justitie Goring de bruiloft voor
bereid. Aan alle bloedverwanten en een groot
aantal vrienden en bekenden van do familie
der bruid werden uitnoodigingen gezonden.
Karei Koster kon een gevoel van genoeg
doening niet verbergen, toen hy de élégante,
goudgerande kaart ontving, waarop een for-
meele uitnoodiging van den heer Goring, om
deel te nomen aan de bruiloft zyner dochter,
stond. In zyn verbittering had hy het niet
onmogeiyk geacht, dat men hem eenvoudig
oversloeg. Niets verheugde en ontroerde hem
meer dan dit bewys van achting.
Toch nam hy zich voor onder een of ander
voorwendsel af te scbryven. Hy was in zyn
ongeluksdagen zoo menschenschuw geworden,
dat de gedachte, zich in zoo'n groot en voor
naam gezelschap to moeten bewegen, hem het
angstzweet op het voorhoofd joeg.
Den volgenden dag begon Karei de zaak
van een andere zyde te bekykeo. Wanneer hy
niet op de bruiloft van zyn broeder kwam,
zou dat niet aan zyn vrienden en bekenden
opvallen; zou men dat niet op een voor hem
krenkende wyze uitleggen? In den geest zag
hy reeds die hoonende gezichten en hoorde
hy reeds zinspelingen maken en fluisteren.
(Wordt vervolgd).