N°. 11896 Maandag 5 December. A*. 1898 <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van <§on- en feestdagen, uitgegeven. Derde Blad. Leiden, 3 December. Feuilleton. TWEE BROEDERS. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJ8 DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. 0 f 1.10, Franco per post 4 1 Afzonderlijke Nommers0 05. PRU8 DEE ADVEBTEKTDKN: Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.171. Grootera letters naar plaatsruimte Voor het mcasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend- Officieel© Kennïsgoyinjyent Directe Belastingen. Do Burgemeeeter van Leiden brengt ter algemeene kennis, dat aan don Ontvanger der Directe Belaetiogen ia ter bai.d gesteld het kohier der Belasting op be- drgl's- en andero inkomsten No. 13 van den dienst 1898/9, executoir verklaard den laten Doe. jl., on herinnert voorts do belanghebbenden aan hnnno verplichtiig om den aanelag op den bg do Wet be paaldon voot te voldoen. L'.ldon, De Bnrgemeeater voornoemd, 2 Dcc. 1898. F. WA8. Naar de „Std." verneemt, is dr. Kuyper voornemens in de eerste hellt van December, van Nieuw-York uit, te terugreis te onder nemen. Zaterdag 12 November sprak dr. Kuyper te Chicago in de Congregrational College, voor hoogleeraren, studenten en genoodigden over het veldwinnend ritualisme, als lijnrecht tegen het beginsel van het Calvinisme gekant. Des Zondags was hy de gast van den voor- Zitter van de Holland Society. DinsJag sprak hij te Cloveland, Ohio, daartoe door de recto ren van alle colleges in Ohio uitgenoodigd, over de politieke beginselen van het Calvi nisme, na in een korte voorafspraak deleten der vier Holiandsche kerken aldaar te hebben toegesproken. Donderdag bezocht by ce Nia- garafalls, en Vryoag sprak hy te Rochester (NY.) voor de Colleges Womemlub, met de hoogleeraren uit Rochester )als gasten, over het onrecht door Motley in zyn Barnevelt, aan het karakter van Prins Maurits, en in geheel zjjn beschouwing van onzen opstand aan het Calvinisme aangedaan. Zaterdag be zichtigde by, te Rochester, de nieuwe stern- machine, by do jongste verkiezing aldaar voor het eerst gebezigd, een machine die uitmuntend voldaan heeft, en zoowel het geheim der stemming waart.orgt, als onver- wyld na afloop, den uitslag der stemming aangeeft. Daarna keerde hy naar Nieuw-York terug. Van verschillende zyden vernomen heb bende, dat er geruchten in omloop zyn om trent minder nette hanJelwyze tegenover do artisten der Opera Italiana door den im presario, den heer M. Do Hondt, hebben de artisten van dit gezelschap een mededeeling aan do bladen gezonden, uitcrukkeiyk ver klarende, „dat do wyze van handelen van den heer M. De Hondt ten opzichte van al zyn arti6ten steeds correct en gentlemanlike was. Wanneer hy tegenover enkele artisten krachtig is opgetreden, was by hiertoe vol komen gerechtigd." Bodegraven. De uitslag der verkiezing voor urie notabelen der Ned. Horv. Kerk alhier is als volgt: herkozen de heeren J. Versteeg en H. Van de Graafgekozen de heer C. Van Donk voor de vacature-Stigter. Aan het postkantoor alhier werd gedu rende de maand November ingelegd f 2261.676; terugbetaald f 2259.78. Het laatst uitgegeven spaarbankboekje draagt het nummer 637. De heer R. A. Don Ouden, onderwyzer aan de Christelyke school alhier, ontving heden een benoeming als onderwyzer in de Transvaal. De heer A. V., alhier, had gisteren het ongeluk, terwyi hy een flesch schoonmaakte, deze te breken en zoodanig zyn pols aan de glasscherven te verwonden, dat dadeiyk ge neeskundige hulp moest ingeroepen worden. Weinig scheelde het maar, of de verwonding was doodelyk geweest. Op niet minder dan vyr plaatsen moest de geneesheer met draad aanhechten. Leiderdorp. Gisteravond werd, ten huize van den heer G. W. Hulst, de algemeene vergadering gehouden van de ysclub Leider dorp - Zoeterwoude. Na lezing der notulen, die werden goedge keurd, werd de rekening en verantwoording van den penningmeester over 1897 in handen gestold van een commissie van onderzoek, bestaande uit de heeren C. Van Santen en W. G. Sillevis. Zy werd op advies van die commissie met algemeene stemmen en onder dankzegging aan den penningmeester, vast gesteld in ontvang op f 307.875, in uitgaaf op f 62.74, en alzoo met een batig saldo van f 245 135. Alsnu was aan de orde de benoeming van 4 leden van 't bestuur, in de plaats van de heeren W. A. Van Ryn, A. Parmentier, F. Filippo en P. H. Hoos (alleen de heer Par mentier was herkiesbaar). Van de 18 stemmen verkregen de heeren A. Parmentier 14, J. Th. Bornwater 13, A Van Leeuwen en P. F. Verkloy ieder 7, J. Boot en D. Van Gruting ieder 6 stemmen, terwyi de overige stemmen verdeeld waren over verschillende personen. De heeren A. Parmentier en J. Th. Born water wartn derhalve verkoz.n. By de gevolgde herstemming verkregen de heeren A. Van Leeuwen en D. Van Gruting ieder 10 stemmen, de heer P. F. Verkley 9 en de heer J. Boot 7 stemmen; eerstge- noemden werden derhalve verkoz-n. Tot baancommissarissen werden herbenoemd of benoemd de heeren W. G. Sillevis, H. C. Van Woerkom, A. Vromesteyn, J. Van Ulden, P. H. Hoos en F. Fiiippo. De voorzitter, de heer G. P. Vsn Outercn, bracht daarna een woord van dank aan de aftredende bestuursleden, verzocht den leden pogingen te willen aanwenden tot uitbreiding van het ledental en sloot daarna, wyi niemand meer het woord verlangde, de byeenkomst. Lisse. In de maand November zyn aan het RykstrlephoonkaDtoor albier behandeld 192 telegrammen; ontvangen 100 en verzonden 92. In November van het vorige jaar werden ontvangen 119 en verzonden 123, te zamen behandeld 242 telegrammen. Leimuiden. By de Ned.-Heiv. Gemeente is tot kerkvoogd herkozen de heer A. Jansen en tot notabel de heer W. Roest Cz. Rynsburg. De gewone winter-collecte voor de armen van de Ned. Herv. Gemeente alhier heeft opgebracht de som van ruim 180 gulden. In de vorige maand zyn op het Ryks- telephoonkantoor alhier behandeld 141 tele grammen, waarvan er 96 werden ontvangen en 45 verzonden. Oegstgecst. De zitting van den militieraad voor deze gemeente zal plaats hebben te Leiden in het Invalidenhuis op Maandag 12 December a. s., 's voormiddags kwartier over elven. Ter secret irie der gemeente is ter visie gelegd een verzoek van L. Dolle, alhier, tot oprichting eoner slachtplaats in de Leidsche Buurt alhier. Den 9den December a. s. zal er gelegenheid bestaan bezwaren tegen dat verzoek in te brengen. RÜpwetering. Den scheidenden heer Waarle, gedurende een reeks van jaren albier boofd der school, is by zyn vertrek naar Leiden als blyvend aandenken door leerlingen, oud- leerlingen en belangstellende vrienden een prachtig cadeau aangeboden. Rynzaterwoude. Albier is een ysclub op gericht met ongeveer 70 leden. Roelof-Arondsyeen. Gedurende de maand November werden door het telegraafkantoor alhier behandeld 382 telegrammen. Hieronder zyn begrepen 240 telegrammen, afkomstig van of bestemd voor Oude Wetering. YToubrugge. Gisteren, Vrydagavond, ge raakte de stoomboot „Carsj^ns", Amsterdam- Boskoop, op het Brasomermeer vast op een z g. „ven", t-.n gevolge van storm, golfslag en duisternis Dos avonds om 9 uren zat het vaartuig daar nog. Pcssagiers van hier zochten een goed heenkomen en werden laat in den avoDd nut een schuit aan wal gehaald, om hun haardsteden nu te vott weder te kunnen bereiken. De zitting van den Militieraad zal voor belanghebbende lottlingen van co lichting 1899 dezer gemeente worden g houden te Lenen in htt Invalidenhuis, op Woensdag 14 Decem ber a. s., '8 voorm. te halftlfi Gemengd Nieuws. Naar aanleiding van een kort bericht, dat in Februari jl. in do dagbladen de ronde, heeft gedaan, dat het nl. in West Indiö gelukt zou zyn een wyze te vindon om de Surinaamsche koffie op de Liberia-koffie te oculeerenzóó, dat geen oculatio meer mis lukt, heeft de oirecteur van het Koloniaal Museum te Haarlem zich gewend tot den gouverneur van Suriname, met het verzoek, door zyn tusschenkomst meer uitvoerige en betrouwbare berichten to mogen ontvangen over dezo zaak, die voor de koffiecultuur, ook in Oost-Indiö, van veel belang is. Uit oen dezer dagen uit Paramaribo door tusschenkomst van het Gouvernement van Suriname ontvangen rapport blykt, dat slechts beperkte waarde moet gehecht worden aan het hierboven bedoelde courantenbericht, en wordt over deze zaak het volgende opgemerkt: „In het laatst van 1895 en sedert in vol gende jaren zyn enkele proeven genomen op de plantage „Jagtlust", niet met o, ui-.eren, maar met enten van Arabische op Liberia koffie. De oudste stammetjes Libera, waarop geënt werd, waren ongeveer een jaar oud, de jongste ongeveer zes maanden. Op die stammetjes werd een plantsoen Arabische koffie geënt door de zoogenaamde plakmethode, het plant soentje hoogstens een half jaar oud. Er zyn thans ongeveer zes van dergelyke geënte plantjes op „Jagtlust" aanwezig; verschillende zyn ty de bewerking mislukt. Het grootste van deze zes plantjes is thans ongeveer 6 voet en heeft reeds enkele vruchten gegeven. De plant heeft geheel het uiteriyk aanzien van Arabische koffie (Surinaamsche variëteit), alleen staat ze wat minder krachtig en fleurig dan ODkele Sur. Arabische koffieplanten van denzelfden leeftyd in het algemeen zich voordoen. Het blad van de geënte koffie ia iets grooter en dikker dan van de gewone niet-geënte Sur. Arab, koffie en ook de bes is iets grooter. Wellicht zal door deze bewerking bereikt worden, dat men goede plantbessen van Sur. Arab, koffie Vcrkrygt. Een ander resultaat van voormelde bewerking kan voorloopig niet verwacht worden. Oudheidkundige vondst. De arbeider W. A., te Ide, in Drente, die in 't Oost-rscbe veld, in de nabyheid van de ont ginning van den Oranjebond van Orde, een weg ophoogt en daartoe den grond neemt van hoog gelegen heideveld, vond daarin ongeveer een meter beneden den beganen grond een viertal steen^n potten, welke zeker veel honderden jaren oud zyn. In de potten of urnen waren nog asch en overbiyf- selen van menschenbeenaeren aanwezig. Drie konden niet gaaf meer aan de oppervlakte worden gebracht; de vierde, welke nog onge schonden te voorsohyn kwam, is door bal dadigen in scherven geschopt. Daar zyn werk nog niet is afgeloopen, is het ni .t onmogelyk, dat nog meerdere potten zullen worden ge vonden. Bet gebeurt meermalen, dat slee- perJis ien uit Harlingen met hun vaartuig de zee opgaan, om te zien of zich iets wil voordoen, waaruit voordeel is te halen. Zoo was ook vóór eenigen tyd C. P. uitgegaan, en daar de soort avonturiers, waartoe hy behoort, gewoon zyn flink te proviandeeren tegen alle eventualiteiten, verwondert men zich er niet over, wanneer zy dagen afwezig blyven. Maar ditmaal bleef P. wel wat lang uit; hy was al vier weken afwezig, en daarom besloot de familie eens naar hem uit te kyken, en allereerst zette men kotrs naar de ballastplaat Grint, en daar vond men werkelyk aen zwerveling. Zyn schuit was in het wier geraakt en kon heen noch weer; ook was de proviand op, zooiat hij zich met gevangen viscbjes moest voeden. Gelukkig werd hy nu uit zyn benarde positie gtroi. Men meldt uit Vlieland, dd. 2 Dec.: Htt in de Vliesloot geankerd liggende cuiker- schip is hedenaebt door stormweer op drift geraakt, zeewaarts gedreven en later op den Noorooosthook gestrand. De sleepboot „Do Hoop tracht het af te slepen. Men schrift uit Needo aan de „Zutpb. Ct. 'tls algemeen bekend, dat de lust om te stroopen by velen ten platten lande groot is, ofschoon reeds menigeen dit genot met een geldboete of erger heeft moeten bezuren. Een macht van wild wordt gewooniyk in het najaar, niettegenstaande het toezicht der politie, door de stroopers buit gemaakt en aan den man gebracht. Niet altyd gaat het vervoeren van wild naar bet dorp zoo gemakkelyk en moet daarby de grootste voorzichtigheid in aebt genomen worden. Een geval, dat Zondagmorgen hier plaats had, willen we even laten volgen. Een boer en een bo3rin komen samen by den winkelier N. N., waarna het volgende gesprek, enz. plaats heeft. Boer. Goê morgen. Boerin. Ook goé mergen. "Winkelier. Wat was er van uw dienst? Boer. Joa, zee, wy hebben wat bie ods..„ Wacht, 'k mot effen toeten kieken, (na een oogeoblik tot zyn vrouw): Janeuke, ik zie niks. Winkelier. Ik begryp er niet veel van; wat hebt ge dan by u en waarom gaat ge zoo schroomvallig naar buiten? Boer. Joa, zee, wie hebben wat bie ons, (vertrouwelyk): 'tls ook veur de eerste keer aakt 't edaon heb, moi wetten. Winkelier. Nu zeg dan toch wat ge by u hebt. Boer. As 't d^n wèzon mot, nouw allo dan (tot zyn vrouw): Janeuke, h.t mot dan maor wèzen, ist ne t? Boerin. Zou ie neet efkes wacht n, ia kost 't neet wetten. Kiek nog ens boeten de deure wak 03 bidden mag. Boor. 'k Geleuve daw neet bange behoeven te wèzan want do groota karke is al an de gang; striek de rökke nouw maor af. De bo9r helpt haar een hanoja en worpt fluks een flinken haas over de toonbank voor de voeten V3n den winkelier, die intuss hen het beestje betast en schat en de waarde in geld aan den boer uitbetaalt. 'tZy nog c-ven vermeil, dat langoor reeds vooraf met moeder co vronw de vroegkerk had tygewcond! Volgens een telegram uil Havanna zyn daar twaalf menschen overleden aan do kwetsuren, die zy opgedaan haddon by do ontploffing van Maandag. Men meldt uit Buda-Pestb, d d. 30 Nov.: Hedon had hier do gerechteiyko 8cheioing plaats tusscbon den Zigeuner Jozef Rigo en de Russische gravin Maria Jamanda, sedert 1887 getrouwd. Jozef Rigo heeft sedert geniimen tyd zyn gade verlaten. Een bewonderaar van admiraal Dewey, in Nieuw-Brunswyk, Nieuw-Jersey, zond dien officier, groot postzegelverzamelaar, een collectie zegels, door hem in den vorm van een wapenbord met de Amcrikaanscho kleuren geschikt, hem in ruil verzoekende om de la.rzen, die hy op den dag van het gevecht ty Cavita gedragen had. De admiraal antwoordde, dat hy nooit twee dagen achter een dezelfde laarzen droeg, en niet wetende welk paar by juist dien dag aanhad, a«nzyn verlangen niet vermocht te volcoeD. In plaats daarvan zond hy zyn bewonderaar iets, dat hemzelven steeds geluk had aangebracht, schreef hyden poot van een konyn. 28) De minister was uiterst vriendeiyk jegens den jongen maD, die blykbaar een goeden indruk op hem maakte, en gaf hem alle hoop. Vol verwachting ging mr. Otto Koster heen. Beneden aan de deur trof by Karei aan, die op hem wachtte. Hy stormde op hem af: „Ik was hier, om myn handelsmerk te doen inschryven", bracht hy levendig uit, en toen dacht ik... nu, hoe is het uitgevallen, goed natuuriyk?" „Zeer goed. Allerbest geslaagd I" „Werkelyk? Nu, dan wensch ik je van ganecher harte geluk." En innig drukten zy elkaar de hand. Karei trok zyn broeder naar de rytuigen- standplaats. „Heden kan het een rytuig lyden", voer hy lustig voort, „opdat gy des te spoediger thuis zyt. Daar zullen ze wèit bly zyn met uw succes 1 Ja, ja, onze ouders kunnen werke lyk van geluk spreken, twee zulke zoontjes to hebben. Dat gy eenmaal Excellentie wordt, is zoo goed als zeker, en ik hoop het nog eens tot lid van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te brengen." Den geheelen weg door babbelde en schertste Karei. Ook Otto was van harte verheugd; nu kwam hy stellig aan het ministerie; daar kon by zoo goed al3 zeker van zyn. Nu stond by eindelyk op de ladder, welke tot den hoogsten rang voerde. In de Rugenerstraat scheidden de broeders. Otto snelde do trappen op, terwyl Karei naar huis reed, maar niet zonder te hebben be loofd, later met Helena aan te komen. Hy hield trouw zyn woord; een uur later zathy mot zyn vrouw in de ouderlyke woning. Helena bracht een eendvogel mede, welken zy zelve gebraden had, en Karei gaf een paar fle8schen wyn, opdat zy, zooals hy het uit drukte, 0;to's commiesschap en zyn meteoor brander konden inwyden. Den geheelen avond heerschte er een verge noegde stemming. Zelfs de oude Koster ver gat voor een paar uren zyn verdriet en ver heugde zich over zyn jongste. Commies aan het ministerie, dat klonk ala een klok, en het mooiste was, dat Otto nu een aanstelling en een bezoldiging ontving en niet meer op vaders beurs behoefde te teren. Eerst toen Karei en Helena zich gereed maakten om te vertrekken, verduisterde de vrooiyke stemming. Karei haalde een papier uit zyn overjas en reikte dit vader over. „Een uitnoodiging om op het politiebureel te komen En dat terwyl ik de banden vol werk heb? Een geheeie voormiddag gaat daar licht mede heen. En wanneer ik maar iets van alles af wist, maar ik weet van de ge heeie geschiedenis zoo goed als niets." Het werd Otto bang te moede; het was hem, als werd by plotseling met ruwe hand uit een schoon Eden gerukt; hy verbleekte, beet zich op de lippen en moest zich groote moeite aandoen, om zyn kalmte tegenover de andoren te bewaren. Den ganschen avond had hy daaraan niet meer gedacht. Met de vroo- ïyken was hy vroolyk geweest en had zich reeds een schitterende, zorglooze toekomst gedroomd. En nu staarde de ruwe werkelijkheid hem weder in het gelaat, en de zoete rust, welke voor een paar uren zyn ellende had vervangen, verdween opnieuw. Tot zyn geluk vertrokken Karei en Heleoa spoedig en hy kon zich, onder voorwendsel oververmoeid te zyn, terugtrekken. Middenin zyn kamer stond hy met de handen tegen het voorhoofd gedrukt en steunde en zuchtte. Nimmer meer zou hy vroolyk, nimmer meer gelukkig worden I Dwaze gek, die bij geweest was, door een diefstal eeD gelukkige toe komst te vernietigen. "Welk een vroolyk mensch zou hy heden geweest zyn, wanneer by, in plaats van tot die onteerende daad zyn toe vlucht te nemen, zich tot vader gewend had. Dan had by die pryzende loftuitingen, welke heden zyn deel geweest waren, gemist, maar dan zou hy een schuldeloos, rein mensch geweest zyn. En nu, nu stond steeds zyn schuld tusschen hem en zijn levensvreugde, nu was hy zijn leven lang tot leugen en huichelary gedoemd, nu was ieder uur van zyn leven een marteling, een stille kwelling, nu was by een der ellen- digstenl Geheel ternedorgeslagen zonk hij op zyn knieën en verborg zyn gelaat diep in het beddekussen. Zyn vertwyfeling gaf zich eindelijk in een hevig weenen lucht; hij hoorde niet, dat zacht de kamerdeur geopend werdeerst toen hy zachtkens eon band op zyn schouder voelde, sprong hy verschrikt op. Zyn moeder stond voor hom en zag hem verwonderd, verschrikt aan. „Maar wat scheelt or aan, Otto?" riep zy aDgstig uit by het zien zyner tranen. „Wat is er, myn boste jongen? Heden te woenen? Gij hebt toch geen schulden?" Hy kon den drang niet wederstreven van haar, die steeds goed en mild was, de eeüige mensch ter wereld, die met hem meeleefde; hy wierp zich aan haar borst en barstte opnieuw in snikken uit. Zy streelde zyn lokken, zooala zy het vele jaren lang reeds gedaan had, en vleiend, angstig zeido zy tot hem: „Ween toch zoo niet, myn goede, beste jongen! Alles zullen we betalen, we zullen u raad geven, maar ween zoo nietl" De gedachte kwam by hem op, haar alles te zeggen, zyn zwaar gedrukte ziel lucht te geveD, de altyd tot vergiffenis bereide vrouw toe te vertrouwen wat hem benauwde Maar als Otto zich oprichtte on in zyn moeders angstig verwachtend gelaat staarde, dat in bange spanriing aan zyn lippen schoen te hangen, toen ontzonk hem do moed. Neen, noen, dat vreeselyke, ontzettende iets kon hy haar niet zeggen I Hy zou die niets vermoedende moeder verpletteren, dooden. En zoo onderdrukte by de bekentenis weder en huichelde onbeschroomd: „Niet?, moeder, het is slechts, doordat ik zoo over alles nadacht™ En toen kwam by mQ de gedachte op, of hot niet onrechtvaardig is geweest, dat u en vader om mynentwil zich zooveel zorgen getroost hebben, daar ik nooit weet, of ik het u eenmaal zal kunnen vergelden Wellicht ware het beter geweest, wanneer u my nooit had laten studeeren, wanneer ik een eenvoudig werkman geworden was, zooals Karei. Wellicht ware dat ook voor my beter geweest, en ik zou eon ge lukkig mensch geworden zyD, meer dan ik tot heden ben.en wy allen waren gelukkiger, moeder l" Het gelaat van juffrouw Koster verhelderde en zy lachte bly moedig. „Al had het my nog zooveel gekost, zou het mij toch geen verdriet gedaan hebben, geen soconde. Heb dus daarover maar geen zorgen. Hot hoogste geluk is het voor ouders, waDnoer zy hun kinderen tot iets nuttigs in de maatscbappy gevormd hebben. Ook vader berouwt het riot. Hy is zoo trotsch op u, myn jongen! Maar ga nu slapen, want do zennwon werken hevig by u. Gy hebt te veel gestudeerd. Ga nu maar naar bed." Zy bialp hem jas en vest uitdoen 60 vertrok. Een kwartiertje later hoorde Otto moeder zacbt zyn kamer binnensluipende lamp was uitgedoofd en hy lag reeds te bed. En als zyn moeaor zich bezorgd over hem heen boog en zachtkens hem een kus op het klamme voorhoofd drukte, hield hy zich slapende. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 9