m8 §11 m ■Sm -M/m R1 Wt Ij Hf BI 0 lil 'H lust mp LBJI Financiëele Kroniek. Hoewel bot tot-stand-komen van hot Fransch- Italiaansch handelsverdrag in do vorigo week en de overeenstemming tusschen Spanjo on Amerika omtrent do vredesvoorwaarden ongetwijteld een gnnstigen invloed op do Hours hadden, zoo was het verloop der markt deze week toch niot onver deeld gunstig. Nu moet troawens de waarde van beide bovengenoemde gebeurtenissen niot over schat worden, want al is het ontegenzeglijk voor beide landen, Italië en Frankrijk, beter en voor- dcoligor om aJc huren ea zustei natiën op goeden voet en onder gunstige commerciëele overeen komsten tc leven, zoo ia dit toch niet het eene noodigo, om aan het vorarmd Italië voorspoed en zijn financiëele huishouding in orde te bieugen. Doch do meer intieme betrekking tusschen beide landen zal een stenn zijn voor ItaJiö, voornamelijk in zijn financiëele onder nemingen, terwijl ook de handel, door het openen der Frnnsche markt, weder in omvang zal toe nemen. Ook Frankrijk zal er beter van worden, doch de Spaausche uitvoer naar Frankrijk zal er waarschijnlijk onder lijden. En, wat nu de over- eonsteminiug tussohen Spanje en Amerika betreft, ach, wat zal men er van zeggen! Spanje is, en het inag er nog zeer dankbaar voor zijn, meteen fooitje naar huis gestuurd. De honderd millioen franken, welke Spanje als schadeloosstelling voor den afstand der Philippijneu krijgt, is een druppeltje in dc zee van Spaausche schulden en n&nwelyks voldoende, om de achterstallige soldijen aan de ongelukkige, uitgehongerde eu vermagerde soldaten, die nu iederen dag in hot moederland terugkecren, uit te betalen. Toch is het goudagio in Madrid gedaald. Dat men or in slagen zal de geautbori- zeerde 4-pcts.-binnenlandsche leening ad duizend inillioen pesetas te plaatsen, is wel niet aan te uewen. In het buitenland zal wel niemand er aan deuken, dit papier to koopen, en toch zal er iots op gevonden moeten worden, andcis staat onver mijdelijk het Staatsbankroet voor de deur. Onze Staatsfondsen moesten deze week weder een fractie van hun koers prijsgeven. De lage stand onzer Staatspapieren is opmerkelijk on in vergelijking met de koersen van diezelfde soort fondsen in Frankrijk, Engeland en zelfs België vlakweg bespottelijk. Het zou moeilijk zijn, oin hiervoor een gegroüde en deugdelijke reden aan t© brengen. Men mag dan ook zonder twijfel verwachten, dat eerlang deze prijzen voor veel hoogere zullen plaats maken, tenzij men geloove, dat het gedaan zou zyn met den lagen rentestand: doch dit is, de opeenhooping van groote kapitalen in aanmerking nemende, niet zoo gauw te ver wachten. Het is echter voor onzen natiooalen trots niet aangenaam, dat de schuldbrieven van het rijke Holland zulk een pover vertoon maken, in vergelijking van andere, in elk geval niet meer golide landen. Do Oostenryksche en Hongaarsche Staatsfondsen bleven vrijwel op hun vorig niveau, doch de handel was hierin, evenals in do meesto Europoesche fondsen, vrij stil. Portugeezen, vooral 3 pets., waren zeer flauw en brokkelden af. Slechts 4l/;-Pcts-~'l'abaks- •bligatiön konden zich een fractie vet beteren. Russen waren vrijwel onveranderd, Turken tamelijk vast, wat voornamelijk zijn oorzaak vond in het beëindigen der Creta-affaire, on de waar schijnlijk op handen zijodo finauciëeie operaties; want dat men hiermedo in Turkije wel spoedig voor den dag zal komen, valt niet te betwijfelen, daar men toch de millioonen, uitgegeven om den Duitschen keizer te verheerlijken, vruchtbaar dient te maken. In Italiaansche Staatsrente ging weinig of niets om. De Italiaansche minister der schatkist schijnt volgens de Commercio van plan te zijn, om het aantal van die buitenlandsche plaatsen, waar rente en coupons met affidavit kunnen worden ingelost, te vermeerderen, om daar door aan do wonschen van de bezitters van Itali- /jianscbe fondsen in het buitenland te gemoet te ifrorneo. Wanneer men de toelichting op de be grooting voor 1899, door den minister van financiën Vacchelli gegeven, leest, ziet men, helaas, dat het ®r nog altijd niet erg rooskleurig uitziet. De goede verwachtingen, welke door den heer Luzatti, ver leden jaar minister van financiën, gekoesterd werden, «yn niet bowaarheid geworden en het boekjaar iluit met een tekort van Lrs. 1,100,000. Het voor- ieelig saldo ad Lrs. 37,000,000, waarmede Luzatti den dienst van 1898/99 meende te kunuen sluiten, zal niet te bekomen zijn, daar de raming der in komsten is verminderd en die der uitgaven is vermeerderd. Erytbrea zal 3 millioen lire meer kosten dan geraamd werd, en de uitgaven voor Marine moeten met4l/;mil]ioen lire verhoogd worden. De posten voor pensioenen, openbare gebouwen en spoorwegpersoneel zullen eveneens hooger zyn, zoodat er een totaal deficit zal wezen van 14 millioen Jiro. Wat de begrooting voor het volgende boekjaar 1898,99 betreft, ook daar wijst de post voor Marine een verhooging met 4 millioen lire aan, bonevens nog Lrs. 900,000 voor bestrijding der smokkelarij en Lrs. 1,000,000 voor binnenlandsche kolonisatie, maar, toch sluit dozo begrooting met een saldo van Lrs. 4,000,000. Enkele bronnen van inkomsten zullen ophouden te vloeien. Het verlies hiervan, benevens de uitgaven voor de spoorwegen, zouden een deficit veroorzaken van 46 millioen Lire, doch de minister hoopt dit te dekken, door don terug koop van aflosbare Staatsschuld en door verkoop van oen deel der rechten van den Staat op de eind-liquidatie der kerkelijke goederen van do opgeheven kerkelijke instellingen. De vlottende schuld bedraagt 560 millioen Lire. De minister wil deze schuld successievelijk converteeren in 4'/:*pcts. geconsolideerde obligation, daar het nood zakelijk is, dezen vorm van schuld te veranderen en de misbruiken tegen te gaan, waartoe de voor rechten, aan sommige Bankinstellingen verleend, aanleiding geven. Do Petroleummarkt was verdeeld en koerseu waren tamelijk onvast. Koninklijke, aaumerkelyk lager dan de vorige week. bewogen zich tusschen 300313 pets. Een gerucht liep, dat ook op het nieuwe terrein een bron was aan geboord. Moeara-Enim vast op 123 pets.; aandeelen Scbibayeff klommen tot 150 pets Tabak- cu Cultuu r-aandeelen waren vast op meestal hooger prijzon. D e Z u i d-A merikaansche fondsen waren vrij stil, V enozuola was tamelijk vast op onge veer dezelfde koersen, zoo ook de 5-pcts.-M o x i c o Binnenland. Brazilianon daarentegen moesten wedor iets van hun koers laten vallen. De Noord-A merikaansche Spoorwograarkt verkeerde in den beginne in een doffe stemming, doch weldra veranderde dit en kwam er in onkele soorten een levendige handel tegen verhoogde koersen. Do meeste prijsverhooging viel aan doCen- tralshares ten deel. De reden hiervan is, naar men zegt, dat van de aandeelhouders geen storting zal worden gevraagd en integendeel 2 pets. dividend op hua aandeelen zal worden gegarandeerd. Hoewel de schuldregeling dezer Maatschappij haar beslag nog niet heeft gekregen en er dus met zekerheid nog niets valt to zeggen, heeft dit gerucht echter wel grond van waarschijnlijkheid, daar de koers- verheffing van Nieuw-York uitgaat Ook Oregon S h o r 11 i n e-waarden verbeterden weder aanmerke lijk. De U n i o n-P a c i f i c-S p o o r w e g-M ij., welke de meerderheid der Oregon-Shortline-aan- dcolen bezit, stelt voor, de aandeelen dezer Maatschappij te verwisselen tegen aandeelen van den U n i o n-P a c i f i c-S p o o r w o g. De Incomebonds B der Oregon-Shortline mon teerden tot 67 pet., een verheffing, welke zekerlijk ia verband staat met het bijleggen der geschillen in zake de Oregon Railway Naviga tion Co en de waarschijnlyko controle, welke do Union-Pacific ook over deze bonds uitoefent. Op zichzelf genomen is echter de koers van 67 pet voor deze bonds niets buitengewoons, want reeds menigwerf hebben wij de aandacht gevestigd op do goede bedrijfsresultaten der Shortline on de groote waarde, welke deze Mnatscbappij voor de andere trans-continentale lijnen bezit en Diet het minst voor de Union-Pacific. De ontvangsten van de meeste Spoorwegsystemen wijzen nog steeds verbetering aan en het zou niet te verwonderen zijn, indien bij verdere ontwikkeling der oecono- mische toestanden de hausse-beweging aanhield, maar toch zou het ook niet te verwonderen zyn, indien er, al ware het slechts tijdelijk, eens een reactie inzette. Rijnlandsche Bank INGEZONDEN. In het „Leidsch Dagblad" van Zaterdag 3 December 11 las ik een ingezonden stuk over het bedanken van 13- leden van het muziekcorps der Leidsche schutterij Evenzoo kreeg ik inzage van hetgeen door <ieo vro geren majoor commandant der schutterij gemeld worJtin de „Leidsche Courant" van genoemden datum Deze berichten zijn met elkander niet in overeenstemming te brengen. Het publiek heeft zeker recht hieromtrent opheldering te vragen, en deze dient ook gegeven te worden, daar allicht verkeerde opinie zou kunnen ontataaD. Het beheer der vroegere commissie is boven alle verdenking verbeven, gelijk ook de vroegere commandant, diens opvolger tn de tegenwoordige dit zijn. Hoe zit dus deze quaestie in elkaar? Het is te hopen en met recht te verwachten, dat men zich ditmaal niet „met een kluitje in het riet" zal laten sturen. 3 December 1898. B. Bedoeld stnk luidt aldas: Met verwondering lees ik in bet „Leidsch Dag blad" van heden: .Met 1 Januari a. s zullen 13 leden van het muziekcorps der dd. schutterij alhier op ordor van den commandant hun ontslag krijgen, omdat er over het loopende jaar een tekort is van ruim ƒ1000. Het muziekcorps be staat thans uit 37 personen. Er blijven er dus 24 over." Toen ik het commando aan mijn in rang op- volgendon officier heb overgedragen, is door de toenmalige commissie voor de muziek, bestaande uit de heeren A. Parmentior en J. Wilhelmy Damstd, de rekening over het afgeloopen jaar overgelegd, sluitende alstoen met een voordeelig saldo van pi. m. ƒ400, terwijl bij de overgave nog een voordeelig saldo was, waarvan ik het juiste bedrag niet kan opgeven, aangezien de gegevens mij daartoe ontbreken. Het tekort schijnt dus onder den tegenwoordigen toestand te zijn ontstaau. Ik heb vermeend hieraan openbaarheid te moeten geven, aangezien men helaas zoo spoedig genegen zoo zijn een blaam te weipen op de commissie tijdons mijn commando. De oud-majoor-comm. der dd. schutterij, Vak Kaathovek. Leiden, 2 December 1898. BUITENLAND. Belgrië. In de Belgische Kamer is door deRe^ee- ring eon ontwerp iogedienl, bepalende, dat voortaan iDgeval geschil ontstaat over de aangifte van de waarde van een artikel voor den invoer, de oneenighcid zal worden be slecht door een commissie van douane-ambte naren. In het „Grand-Tbéatre" te Leuven heeft de Nederlandsche Opera van Antwerpen met veel succes „Tsnnh&user" opgevoerd. Over deze voorstelling zegt „Le Libéral," een Leuvensch blad, o. a. het volgende: „Na het meesterstuk van Wagner in de „Monnaie" te hebben zien spelen, geven wy niet alleen aan de Vlaamsche vertaling de voorkeur boven de Fransche, die bet Duitsche libretto nader by komt, dus ook de muziek van den Bayreuther meester, maar wy moesten ook tot onze verbazing bespeuren, dat ver scheidene partijen, vooral Venus (mejuffrouw Callemien) en Herman (de heer Joh. Schmier) veel beter werden vertolkt dan door de kunste naars van den eersten Brusselschen schouw burg, terwijl de heer Wijnbergen Wolfram met niet minder distinctie speelt dan de on feilbare Seguin, en dat wil wat zeggen. Onze gelukwenschen tevens aan mevr. Levering (Elisabeth) en aan den heer De Busscher (Tannh&user), aio hun zware partijen ver vulden met een moed en een gevoel, die ge tuigen van den rijkdom hunner stemmiddelen en hun dramatische begaafdheid. Italia. In de Italiaansche lucifersnijverheid is een werkstaking uitgebroken. Ditmaal hebben echter niet de werklui, maar de fabrikanten den arbeid gestaakt, om daardoor de regeering te dwingen de voorgestelde verhooging van de lucifersbelasting op te geven. Deze wijziging is een belaDgr\jk deel van het program van den minister van financiën. De heer Carcano wil de tegenwoordige belastiog, die een centesimo per dertig waslucifers en zestig gewone lucifers bedraagt, verhoogen tot een centesimo per 25 waslucifers en 50 gewone lucifers. Volgens een officieuze voorstelling is deze verhooging zeer gering, met het oog op de groote winst der fabrikanten, en zou het niet deze maatregel zjjn, die bun ontevredenheid bad gewtkt, maar wel de weigering om een bestaande combinatie van fabrikanten het monopolie van de vervaardiging van lucifers te verleenen. De fabrikanten boden der Regeering een pr\js van twaalf millioen Ure voor het voorrecht, maar hoewel dit bod met twee millioen een bod, aan het vorige ministerie gedaan, overtreft, meende ook het kabinet- Pelloux geen monopolie te mogen geven. Uit ontevrelenheid hierover, zegt de officieuze pers, namen do fabrikanten ce voorgestelde belastingverhoogiog als voorwendsel om hun fabrieken te sluiten. Do fabrikanten spreken deze lezing tegen en verklaren, dat de nieuwe belasting hen zou nopen tot kostb«re verbeteringen van hun machines en den afzet zou verminderen. Intasschen zjjn de werklui van de groote lucifersfabrieken te Milaan, Turijn en Mon- caliere, eenige duizenden ia getal, troodeloos en vreest men voor nieuwe oproertj-s. Te Milaan heeft zich een commissie gevormd, om de noodlijdende arbeiders te steunen. Oostonrjjb-Hong.-Monarch ïo. D9 minister presi Jent graaf Thun heeft in het OosLnryksche Huis van Afgevaardigden een interpellatie der heeren Engel en Jaworski beantwoord betreffende de uitzetting van Oostenrijk' rs van Slaviachen stam uit Pruisen. In zijn antwoord deed de minister aller eerst uitkomen, dat hy het recht van eiken Staat erkende om zulken vreemden elementen, wier verclijf op zyn gebied In het open naar belang nibt gewenscht is, de toelatiag op zyn grondgebied te verbieden en hun, als zy er zich reeds hebben gevestigd, het verder verbiyf te ontzeggen. Toch behoorde dat recht niet op een wyze te worden uitgeoefend, dat geheele categorieën en klassen van een tot een vreemden Staat behoorende bevolking werden uitgewezen. Zoo Lts zou in strijd wezen met de volken rechtelijke opvattingen omtrent de vrijheid van het verkeer, en de Pruisische uitwyzingen droegeu dat karakter nog met. Toch moest toe gegeven worden, dat de Pruisische regeerings- organen In den laatsten tyd van hun bevoegd heid tot uitzetting van personen van vreemden landaard, die hun aanstoot gevtn, feitelyk een veel ruimer gebruik maken, dan in vroeger tyden ooit het geval is geweest. Na nog eenige voorbeelden te hebben ge geven van uitzettingen van veldarbeiders, die, by het einde van den zomer zonder werk zijnde, armlastig waren geworden, en cie dus, zeer zeker voor uitzettiog in aanmerking kwamen, ein igde de minister als volgt: De bereidwillige verzekeringen, welke door het Oostenryksche ministerie van Buiten landsche Zaken in den laatsten tyd van het Kabinet te Berlyn zyn ontvangen, geven grond tot de hoop, dat de handelingen der Pruisische overheden, voor zoov rre het de uitzetting van Oostenryksche onderdanen be- trelt, in overeenstemming zal wor.en gebracht met de eerbiediging hunner rechten, wat Oostenrijk het recht heeft voor zijn onder danen te vragen. Indien echter deze verwachting ook voor het vervolg niet werd vervuld, indien door de uitwijzing der Oostenryksche onderdanen dezen werdtn gekrenkt in de rechten, diezü ontleenen aan het volkenrecht of aan de tractaten, of wel indien de uitwyzingen niet meer het karakter droegen van politiemaat regelen, genomen tegen individune, voor deze gevalleD, meende de minister te kunnen vol staan met de eenvoudige verzekering, dat by, en wel in cit opzicht onder volkomen instem ming van het geheele ministerie, niet zal aarzelen, om de rechten der Oostenryksche onderdanen met volle kracht te handhaven en, zoo noodig, die maatregelen van tegenweer te nemen, die naar de regelen der reciprociteit aangewend behooren te worden. Ein later telegram voegt bierby, dat het antwoord van den minister werd uitgesproken iu een buitengemeen scherpen toon, en dat dit voornamelijk uitkwam in de slotwoorden. Dit wordt in Duifschland des te meer opge merkt, daar er in Bohemen alleen reeds onge veer 30,000 onderdanen van het Duitsche Ryk zyn gevestigd, waarvan de uitzetting uit het gebied der Habsburgsche monarchie aan het Duitscho volk zeer onaangenaam zou wezen. De „Voss. Ztg." protesteert tegen de be dreiging en zegt, dat Duitschland het recht beeft in eigen boezem datgene te doen, wat het noodig acht, en desnoods het zonder Oostenrijk Hongarije in den driebond kan stellen, daar het tegenwoordig ia staat is geheel andere verconden te vormen. De door de Oostenryksch-Hongaarsche regeering verleende suikeruitvoerpremiën heb ben in het afgeloopen jaar 10.17 millioen fiorjjn bedragen, zoodat de suikerfabrieken 1.17 millioen moeten terugbetalen. Keizer Frans Jozef schonk als aan denken aan zyn jubileum den sedert 1848 zyn naam voerenden dragonder-, huzaren- en uhlanen-regimentsn, groote verguld-zilveren trompetten met gouden kwasten, en wapen- doeken met de gouden jubileums-medaille. Zulke trompetten zyn by de Oostenryksche cavalerie sedert bet midden der vorige eeuw niet meer in gebruik. De infanterie, jagers en de overige troepen te voet, 's Keizers naam voerenoe, ontvingen roode vlaggenwimpels met do gouden jubileunimedaille. Spnnje. De Spaansche Regeering heeft aan den hoer Mantero RIos opdracht gegeven in de vrodes- commissie te eischen de onmiddeliyke vryia- ting der Spaansche gevangenen op de Pbilip- pynen, voordeeligo bepalingen voor Spanjo in het scheepvaartverkeer en den handel met de vroegere koloniën van het ryk en de rege lingen der Philippynsche en der Cubaansche schuld. Uit Spanje komen weder berichten van een agitatie onder de Carlisten. Portretten van Don Carlos en Don Jaime worden in omslagen verspreid. In de provincie Castellon heeft zich oen kleine Carlistische bende gevormd, die door de gendarmen wordt vervolgd. De Carlisten beweren, dat de pretendent over geld beschikt, hoewel hy er niet in geslaagd moet zyn een leeniDg te plaatsen. Men vertelt, dat de Regeering voorzorgs maatregelen heeft genomen en dat de kloosters worden bewaakt. H< t is echter zeer moeilyk jaiste berichten te krygen, want in de Spaan sche pers worden alle berichten, die maar ©enigszins op een Carlistische beweging be trekking hebben, onderdrukt. Grx*oot-Bxrita.niilö. Lord Kitchener, de wreker van Gordon, heeft tot het Britsche volk een oproeping gericht om geld voor het stichten van een „Gordon Memorial College" te Khartoem. Hy meent daartoe een fonds van 100,000 pond sterling noodig te hebben. Koningin Victoria verklaarde zich bereid als protectrice op te treden. De prins van Wales zou het vice pa tronaat der instelling aanvaarden en eenige aanzieolyke mannen hebben reeds hun mede werking toegezegd. Rusland. De „Matln" bevat het verslag van een ge sprek, oat een Eng lsch ciplomaat te Liwaaia met den Czaar gehad beeft. Keizer Nikolaas zou zyn ontevredenheid te kennen gegeven hebben over den Russenbaat van de Engelsche pers en de Engelsche staats lieden. Zyn plan tot het tegengaan van verdere krijgstoerustingen heeft de Czaar aldus uit eengezet. In de eerste plaats zouden de mogend heden voorloopig ge n nieuwe krygstoerus- tingen meer maken. Na verloop van vyf jaar zouden zy uitmaken of dat beginsel behouden of opgegeven mo t worden, en zoo noodig een nieuw tydvak voor de opschorting der wapeningen vaststellen. In do derde pl iata zouden zy hun houding bepalen in geval van een botsing. De Czaar zou wenschen, dat alle interna tionale moeilykheaen aan een schtldsrechter- lyke uitspraak onderworpen werden. Hy ver klaarde, iets beters en degeiykers te verlangen dan de enkele hoop op het voortbestaan van den vrede. Uit Petersburg wordt gemeld, dat de geloofsbrieven van den nieuwen Russisehen gezant te P king aan den Keizer en niet aan de Keizerin-Wed uwe gericht zyn, wa.iruit men zou opmaken, dut Rusland de rechten, die de Keizerin zich aangematigd beeft, niet erkent. Turkjje. De concessie voor de electrische verlichting van Smyrna, door Sultan Abdoel Hami ai.n zyn vriend sir Ellis Ashmead Bartletc verleend, zal misschien een Hoogen Heer nog in moei- ïykheden brengen. De „Frankf. Ztg." mei t namelyk, dat der Berlynsche firma Siemens en Halske by iradé van den Sultan reeds den 6den Mui 1889 de concessie werd verleend om de stad Smyrna van electrisch licht te voor zien. De Turksche over ioid heeft echter d ze firma steeds belet zich te installeeren. Nu aan een ander dezelfde conc ssie is vt-rleend, heeft de firma zicb tot den Duitsch&n gezant te KonsLntinopel gewend om haar oudere rechten te coen geilen. Rumeuië. De Rumeen8che Kamer heoft den canaidaat der regeeringsparty, oen afg&vaaraigla Giami, tot voorzitter herkozen met 90 st-menen. Do canaidaat der oppositie, oud-minister Fleva, vereenigde 36 stemmen op zich. De Senaat herkoos den heer Gaae als voor zitter. Zuid-Afrfkn. Op eenigen afstand van Ocmtalï, in Maa- honaland, is een spoorwegongeluk gebeurd. Een trein ontspoorde en kantelde om. Drie Engelschen en vier Inlanders werden ge:ood, en nog eenige En - lsch n en verscheiden inlanders gewond. SCHAAKBUBRIEK. Maandag 5 Dec. 1898. Redactie: L. S.-Y. ,IoBfaï." Adres: K. Van Dan, Ha.rleninrr>lraal Leides, Schaaknicmrs. Onderstaand geven wtj, hoewel wat laat. een volledig overzicht van den mnasakamp tueschon bet Leidsche Schaakgenootschap en „Discendo Discimus" uit 'a-Gravenhage, gehouden den lOden November 1898. Leidsch Schaakgen. Dlsceoilo Dlflctiuas. Dr. A. Oppeoheim 0 J. W. Te Kolsté 1 B. Leussen V» C.C. W. Mann 7. Dr. A. Van Rbyu 0 Mr. S. Van Houten 1 J. F. S. Esser y* M. Elersboim 7» M. Steffelaar 7* G. C. A. Oskam 7. Tb. J. D. Enderlé i Mr. F. J. H. Pattjn 0 B. Vies V* Mr. A F. K. Hartogh V» R. Van Dam 0 Dr. Gumplowitz l B. J. M. Markx 0 F. G. L d'Aumeria i J. C. Kruyt O Jbr. Mr. Van Doom 1 Jhr. C. J. Strick v. Linschoten 'A Jbr. J. H Ram 7» W. Leembruggen 0 J. G. L. Elzen R. F. C. Wilhelmy Damsté 0 J. G. H. C. Zier 1 R. Van der Mey Va H. Boots 7» E. L. Eliaa 1 Rix 0 5~ 10 Maandag 28 November jl. hield het Leidsche Schaakgenootschap z{|n 4de jaarvergadering. De secretaris, de heer Eseer, bracht een uitvoerig jaarverslag uit, waaruit bleek dat de Club zeer in bloei was toegenomen; niet alleen wat bet ledenaantal betreft, hetwelk thans 35 bedraagt, maar ook wat betreft de schaakkracht der leden. De Beer. herdacht er in het succes van den president, Dr. A. Van Rhtfn, den steunpilaar der Vereoniging, die in den grooten wedstrijd van den Nedarl. Schaakbond onlange te 's-Gravenhago den eereten pröa in de eerste klasse verwierf. Tevens dat van den hoer Leussen, wien dezelfde eer in de tweode klasse te beurt viel. "Wanneer de bescheidenheid het niet anders voorschreef, h3d d» seer, nog melding kunnen maken van zijn eigen succes op het congres van den Duitschen Schaakbond te Keulen, waar hy in het „Nsben-Turnier" den tweeden en derden prijs deelde. Ook de heer A. Oppenheim, een nieuw lid onzer Vereenigiog, die te Keulen in een der „Hauptturniere" mededong, heeft getoond een zeer sterk speler, en due een goede aanwinst voor de club te zijn. De secr. bracht nog in herinnering, en dit tot zijn spijt, dat de drie clubmatches die wij tegen de Haagsche club gespeeld hebben, alle door ons verloren zijn. hetgeen bewees, dat Leiden, hoewel In de laatste jaren op schaakgebied aterk vooruitgegaan, nog niet onoverwinlijk is. "Van het aftredend bestuur werden de hoeren dr. A. Van Rhijn, jhr. C. J. Strick van Linschoten en J. F. S. Esser herkozen, terwijl voor de heeren De Qoeje en Verkerk gekozen werden de heeren Th. Enderlé en W. Leembruggen. (De heer Verkerk had bedankt; de heer De Goeje wenschte niet meer in aanmerking te komen Maandag 6 December zal geen vergadering gehouden worden. ede wit Mat in 2 zetten. Probleem No. 97 van H. Lehnor, Weonon. Adres voor oplossingenBureel „Leidsch Dagblad", motto „Schaak probleem". Opl. probl. No. 95. 1 D g 1. enz. Goede opl. No. 95 ontvangen vanr Leiden: J. Van Beveren, M. Ver hoeven, G. H. Key, K. Fraai, Pb. J. v. d. Linden, Lid van Falamedes, B, Panlidea. Noordwtjk: H. B. J. H.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 10