m8 §11
m
■Sm -M/m
R1 Wt
Ij
Hf BI
0 lil 'H
lust mp
LBJI
Financiëele Kroniek.
Hoewel bot tot-stand-komen van hot Fransch-
Italiaansch handelsverdrag in do vorigo week en
de overeenstemming tusschen Spanjo on Amerika
omtrent do vredesvoorwaarden ongetwijteld een
gnnstigen invloed op do Hours hadden, zoo was
het verloop der markt deze week toch niot onver
deeld gunstig. Nu moet troawens de waarde van
beide bovengenoemde gebeurtenissen niot over
schat worden, want al is het ontegenzeglijk voor
beide landen, Italië en Frankrijk, beter en voor-
dcoligor om aJc huren ea zustei natiën op goeden
voet en onder gunstige commerciëele overeen
komsten tc leven, zoo ia dit toch niet het eene
noodigo, om aan het vorarmd Italië voorspoed
en zijn financiëele huishouding in orde
te bieugen. Doch do meer intieme betrekking
tusschen beide landen zal een stenn zijn voor
ItaJiö, voornamelijk in zijn financiëele onder
nemingen, terwijl ook de handel, door het openen
der Frnnsche markt, weder in omvang zal toe
nemen. Ook Frankrijk zal er beter van worden,
doch de Spaausche uitvoer naar Frankrijk zal er
waarschijnlijk onder lijden. En, wat nu de over-
eonsteminiug tussohen Spanje en Amerika betreft,
ach, wat zal men er van zeggen! Spanje is, en
het inag er nog zeer dankbaar voor zijn, meteen
fooitje naar huis gestuurd. De honderd millioen
franken, welke Spanje als schadeloosstelling voor
den afstand der Philippijneu krijgt, is een druppeltje
in dc zee van Spaausche schulden en n&nwelyks
voldoende, om de achterstallige soldijen aan de
ongelukkige, uitgehongerde eu vermagerde soldaten,
die nu iederen dag in hot moederland terugkecren,
uit te betalen. Toch is het goudagio in Madrid
gedaald. Dat men or in slagen zal de geautbori-
zeerde 4-pcts.-binnenlandsche leening ad duizend
inillioen pesetas te plaatsen, is wel niet aan te
uewen. In het buitenland zal wel niemand er aan
deuken, dit papier to koopen, en toch zal er iots
op gevonden moeten worden, andcis staat onver
mijdelijk het Staatsbankroet voor de deur.
Onze Staatsfondsen moesten deze week
weder een fractie van hun koers prijsgeven.
De lage stand onzer Staatspapieren is opmerkelijk
on in vergelijking met de koersen van diezelfde
soort fondsen in Frankrijk, Engeland en zelfs
België vlakweg bespottelijk. Het zou moeilijk zijn,
oin hiervoor een gegroüde en deugdelijke reden
aan t© brengen. Men mag dan ook zonder twijfel
verwachten, dat eerlang deze prijzen voor veel
hoogere zullen plaats maken, tenzij men geloove,
dat het gedaan zou zyn met den lagen rentestand:
doch dit is, de opeenhooping van groote kapitalen
in aanmerking nemende, niet zoo gauw te ver
wachten. Het is echter voor onzen natiooalen trots
niet aangenaam, dat de schuldbrieven van het
rijke Holland zulk een pover vertoon maken, in
vergelijking van andere, in elk geval niet meer
golide landen.
Do Oostenryksche en Hongaarsche
Staatsfondsen bleven vrijwel op hun vorig
niveau, doch de handel was hierin, evenals in do
meesto Europoesche fondsen, vrij stil.
Portugeezen, vooral 3 pets., waren zeer
flauw en brokkelden af. Slechts 4l/;-Pcts-~'l'abaks-
•bligatiön konden zich een fractie vet beteren.
Russen waren vrijwel onveranderd, Turken
tamelijk vast, wat voornamelijk zijn oorzaak vond
in het beëindigen der Creta-affaire, on de waar
schijnlijk op handen zijodo finauciëeie operaties;
want dat men hiermedo in Turkije wel spoedig
voor den dag zal komen, valt niet te betwijfelen,
daar men toch de millioonen, uitgegeven om den
Duitschen keizer te verheerlijken, vruchtbaar dient
te maken.
In Italiaansche Staatsrente ging weinig
of niets om. De Italiaansche minister der
schatkist schijnt volgens de Commercio van
plan te zijn, om het aantal van die buitenlandsche
plaatsen, waar rente en coupons met affidavit
kunnen worden ingelost, te vermeerderen, om daar
door aan do wonschen van de bezitters van Itali-
/jianscbe fondsen in het buitenland te gemoet te
ifrorneo. Wanneer men de toelichting op de be
grooting voor 1899, door den minister van financiën
Vacchelli gegeven, leest, ziet men, helaas, dat het
®r nog altijd niet erg rooskleurig uitziet. De goede
verwachtingen, welke door den heer Luzatti, ver
leden jaar minister van financiën, gekoesterd werden,
«yn niet bowaarheid geworden en het boekjaar
iluit met een tekort van Lrs. 1,100,000. Het voor-
ieelig saldo ad Lrs. 37,000,000, waarmede Luzatti
den dienst van 1898/99 meende te kunuen sluiten,
zal niet te bekomen zijn, daar de raming der in
komsten is verminderd en die der uitgaven is
vermeerderd. Erytbrea zal 3 millioen lire meer
kosten dan geraamd werd, en de uitgaven voor
Marine moeten met4l/;mil]ioen lire verhoogd worden.
De posten voor pensioenen, openbare gebouwen
en spoorwegpersoneel zullen eveneens hooger zyn,
zoodat er een totaal deficit zal wezen van 14 millioen
Jiro. Wat de begrooting voor het volgende boekjaar
1898,99 betreft, ook daar wijst de post voor Marine
een verhooging met 4 millioen lire aan, bonevens
nog Lrs. 900,000 voor bestrijding der smokkelarij
en Lrs. 1,000,000 voor binnenlandsche kolonisatie,
maar, toch sluit dozo begrooting met een saldo
van Lrs. 4,000,000. Enkele bronnen van inkomsten
zullen ophouden te vloeien. Het verlies hiervan,
benevens de uitgaven voor de spoorwegen, zouden
een deficit veroorzaken van 46 millioen Lire, doch
de minister hoopt dit te dekken, door don terug
koop van aflosbare Staatsschuld en door verkoop
van oen deel der rechten van den Staat op de
eind-liquidatie der kerkelijke goederen van do
opgeheven kerkelijke instellingen. De vlottende
schuld bedraagt 560 millioen Lire. De minister
wil deze schuld successievelijk converteeren in
4'/:*pcts. geconsolideerde obligation, daar het nood
zakelijk is, dezen vorm van schuld te veranderen
en de misbruiken tegen te gaan, waartoe de voor
rechten, aan sommige Bankinstellingen verleend,
aanleiding geven.
Do Petroleummarkt was verdeeld en
koerseu waren tamelijk onvast. Koninklijke,
aaumerkelyk lager dan de vorige week. bewogen
zich tusschen 300313 pets. Een gerucht liep,
dat ook op het nieuwe terrein een bron was aan
geboord. Moeara-Enim vast op 123 pets.;
aandeelen Scbibayeff klommen tot 150 pets
Tabak- cu Cultuu r-aandeelen waren vast op
meestal hooger prijzon.
D e Z u i d-A merikaansche fondsen waren
vrij stil, V enozuola was tamelijk vast op onge
veer dezelfde koersen, zoo ook de 5-pcts.-M o x i c o
Binnenland. Brazilianon daarentegen
moesten wedor iets van hun koers laten vallen.
De Noord-A merikaansche Spoorwograarkt
verkeerde in den beginne in een doffe stemming,
doch weldra veranderde dit en kwam er in onkele
soorten een levendige handel tegen verhoogde
koersen. Do meeste prijsverhooging viel aan doCen-
tralshares ten deel. De reden hiervan is, naar
men zegt, dat van de aandeelhouders geen storting
zal worden gevraagd en integendeel 2 pets. dividend
op hua aandeelen zal worden gegarandeerd. Hoewel
de schuldregeling dezer Maatschappij haar beslag
nog niet heeft gekregen en er dus met zekerheid
nog niets valt to zeggen, heeft dit gerucht echter
wel grond van waarschijnlijkheid, daar de koers-
verheffing van Nieuw-York uitgaat Ook Oregon
S h o r 11 i n e-waarden verbeterden weder aanmerke
lijk. De U n i o n-P a c i f i c-S p o o r w e g-M ij.,
welke de meerderheid der Oregon-Shortline-aan-
dcolen bezit, stelt voor, de aandeelen dezer
Maatschappij te verwisselen tegen aandeelen van
den U n i o n-P a c i f i c-S p o o r w o g.
De Incomebonds B der Oregon-Shortline mon
teerden tot 67 pet., een verheffing, welke
zekerlijk ia verband staat met het bijleggen der
geschillen in zake de Oregon Railway Naviga
tion Co en de waarschijnlyko controle, welke do
Union-Pacific ook over deze bonds uitoefent. Op
zichzelf genomen is echter de koers van 67 pet
voor deze bonds niets buitengewoons, want reeds
menigwerf hebben wij de aandacht gevestigd op
do goede bedrijfsresultaten der Shortline on de
groote waarde, welke deze Mnatscbappij voor de
andere trans-continentale lijnen bezit en Diet het
minst voor de Union-Pacific. De ontvangsten van
de meeste Spoorwegsystemen wijzen nog steeds
verbetering aan en het zou niet te verwonderen
zijn, indien bij verdere ontwikkeling der oecono-
mische toestanden de hausse-beweging aanhield,
maar toch zou het ook niet te verwonderen zyn,
indien er, al ware het slechts tijdelijk, eens een
reactie inzette. Rijnlandsche Bank
INGEZONDEN.
In het „Leidsch Dagblad" van Zaterdag
3 December 11 las ik een ingezonden stuk
over het bedanken van 13- leden van het
muziekcorps der Leidsche schutterij Evenzoo
kreeg ik inzage van hetgeen door <ieo vro geren
majoor commandant der schutterij gemeld
worJtin de „Leidsche Courant" van genoemden
datum
Deze berichten zijn met elkander niet in
overeenstemming te brengen. Het publiek
heeft zeker recht hieromtrent opheldering te
vragen, en deze dient ook gegeven te worden,
daar allicht verkeerde opinie zou kunnen
ontataaD. Het beheer der vroegere commissie
is boven alle verdenking verbeven, gelijk ook
de vroegere commandant, diens opvolger tn
de tegenwoordige dit zijn. Hoe zit dus deze
quaestie in elkaar? Het is te hopen en met
recht te verwachten, dat men zich ditmaal
niet „met een kluitje in het riet" zal laten
sturen.
3 December 1898. B.
Bedoeld stnk luidt aldas:
Met verwondering lees ik in bet „Leidsch Dag
blad" van heden: .Met 1 Januari a. s zullen 13
leden van het muziekcorps der dd. schutterij
alhier op ordor van den commandant hun ontslag
krijgen, omdat er over het loopende jaar een
tekort is van ruim ƒ1000. Het muziekcorps be
staat thans uit 37 personen. Er blijven er dus
24 over."
Toen ik het commando aan mijn in rang op-
volgendon officier heb overgedragen, is door de
toenmalige commissie voor de muziek, bestaande
uit de heeren A. Parmentior en J. Wilhelmy
Damstd, de rekening over het afgeloopen jaar
overgelegd, sluitende alstoen met een voordeelig
saldo van pi. m. ƒ400, terwijl bij de overgave nog
een voordeelig saldo was, waarvan ik het juiste
bedrag niet kan opgeven, aangezien de gegevens
mij daartoe ontbreken.
Het tekort schijnt dus onder den tegenwoordigen
toestand te zijn ontstaau.
Ik heb vermeend hieraan openbaarheid te moeten
geven, aangezien men helaas zoo spoedig genegen
zoo zijn een blaam te weipen op de commissie
tijdons mijn commando.
De oud-majoor-comm. der dd. schutterij,
Vak Kaathovek.
Leiden, 2 December 1898.
BUITENLAND.
Belgrië.
In de Belgische Kamer is door deRe^ee-
ring eon ontwerp iogedienl, bepalende, dat
voortaan iDgeval geschil ontstaat over de
aangifte van de waarde van een artikel voor
den invoer, de oneenighcid zal worden be
slecht door een commissie van douane-ambte
naren.
In het „Grand-Tbéatre" te Leuven heeft
de Nederlandsche Opera van Antwerpen met
veel succes „Tsnnh&user" opgevoerd. Over
deze voorstelling zegt „Le Libéral," een
Leuvensch blad, o. a. het volgende:
„Na het meesterstuk van Wagner in de
„Monnaie" te hebben zien spelen, geven wy
niet alleen aan de Vlaamsche vertaling de
voorkeur boven de Fransche, die bet Duitsche
libretto nader by komt, dus ook de muziek
van den Bayreuther meester, maar wy moesten
ook tot onze verbazing bespeuren, dat ver
scheidene partijen, vooral Venus (mejuffrouw
Callemien) en Herman (de heer Joh. Schmier)
veel beter werden vertolkt dan door de kunste
naars van den eersten Brusselschen schouw
burg, terwijl de heer Wijnbergen Wolfram
met niet minder distinctie speelt dan de on
feilbare Seguin, en dat wil wat zeggen. Onze
gelukwenschen tevens aan mevr. Levering
(Elisabeth) en aan den heer De Busscher
(Tannh&user), aio hun zware partijen ver
vulden met een moed en een gevoel, die ge
tuigen van den rijkdom hunner stemmiddelen
en hun dramatische begaafdheid.
Italia.
In de Italiaansche lucifersnijverheid is een
werkstaking uitgebroken. Ditmaal hebben
echter niet de werklui, maar de fabrikanten
den arbeid gestaakt, om daardoor de regeering
te dwingen de voorgestelde verhooging van
de lucifersbelasting op te geven. Deze wijziging
is een belaDgr\jk deel van het program van
den minister van financiën. De heer Carcano
wil de tegenwoordige belastiog, die een
centesimo per dertig waslucifers en zestig
gewone lucifers bedraagt, verhoogen tot een
centesimo per 25 waslucifers en 50 gewone
lucifers.
Volgens een officieuze voorstelling is deze
verhooging zeer gering, met het oog op de
groote winst der fabrikanten, en zou het niet
deze maatregel zjjn, die bun ontevredenheid
bad gewtkt, maar wel de weigering om een
bestaande combinatie van fabrikanten het
monopolie van de vervaardiging van lucifers
te verleenen. De fabrikanten boden der
Regeering een pr\js van twaalf millioen Ure
voor het voorrecht, maar hoewel dit bod met
twee millioen een bod, aan het vorige ministerie
gedaan, overtreft, meende ook het kabinet-
Pelloux geen monopolie te mogen geven. Uit
ontevrelenheid hierover, zegt de officieuze
pers, namen do fabrikanten ce voorgestelde
belastingverhoogiog als voorwendsel om hun
fabrieken te sluiten.
Do fabrikanten spreken deze lezing tegen
en verklaren, dat de nieuwe belasting hen
zou nopen tot kostb«re verbeteringen van
hun machines en den afzet zou verminderen.
Intasschen zjjn de werklui van de groote
lucifersfabrieken te Milaan, Turijn en Mon-
caliere, eenige duizenden ia getal, troodeloos
en vreest men voor nieuwe oproertj-s. Te
Milaan heeft zich een commissie gevormd,
om de noodlijdende arbeiders te steunen.
Oostonrjjb-Hong.-Monarch ïo.
D9 minister presi Jent graaf Thun heeft in
het OosLnryksche Huis van Afgevaardigden
een interpellatie der heeren Engel en Jaworski
beantwoord betreffende de uitzetting van
Oostenrijk' rs van Slaviachen stam uit Pruisen.
In zijn antwoord deed de minister aller
eerst uitkomen, dat hy het recht van eiken
Staat erkende om zulken vreemden elementen,
wier verclijf op zyn gebied In het open naar
belang nibt gewenscht is, de toelatiag op
zyn grondgebied te verbieden en hun, als zy
er zich reeds hebben gevestigd, het verder
verbiyf te ontzeggen.
Toch behoorde dat recht niet op een wyze
te worden uitgeoefend, dat geheele categorieën
en klassen van een tot een vreemden Staat
behoorende bevolking werden uitgewezen.
Zoo Lts zou in strijd wezen met de volken
rechtelijke opvattingen omtrent de vrijheid
van het verkeer, en de Pruisische uitwyzingen
droegeu dat karakter nog met. Toch moest toe
gegeven worden, dat de Pruisische regeerings-
organen In den laatsten tyd van hun bevoegd
heid tot uitzetting van personen van vreemden
landaard, die hun aanstoot gevtn, feitelyk
een veel ruimer gebruik maken, dan in
vroeger tyden ooit het geval is geweest.
Na nog eenige voorbeelden te hebben ge
geven van uitzettingen van veldarbeiders, die,
by het einde van den zomer zonder werk
zijnde, armlastig waren geworden, en cie dus,
zeer zeker voor uitzettiog in aanmerking
kwamen, ein igde de minister als volgt:
De bereidwillige verzekeringen, welke door
het Oostenryksche ministerie van Buiten
landsche Zaken in den laatsten tyd van het
Kabinet te Berlyn zyn ontvangen, geven
grond tot de hoop, dat de handelingen der
Pruisische overheden, voor zoov rre het de
uitzetting van Oostenryksche onderdanen be-
trelt, in overeenstemming zal wor.en gebracht
met de eerbiediging hunner rechten, wat
Oostenrijk het recht heeft voor zijn onder
danen te vragen.
Indien echter deze verwachting ook voor
het vervolg niet werd vervuld, indien door
de uitwijzing der Oostenryksche onderdanen
dezen werdtn gekrenkt in de rechten, diezü
ontleenen aan het volkenrecht of aan de
tractaten, of wel indien de uitwyzingen niet
meer het karakter droegen van politiemaat
regelen, genomen tegen individune, voor deze
gevalleD, meende de minister te kunnen vol
staan met de eenvoudige verzekering, dat by,
en wel in cit opzicht onder volkomen instem
ming van het geheele ministerie, niet zal
aarzelen, om de rechten der Oostenryksche
onderdanen met volle kracht te handhaven
en, zoo noodig, die maatregelen van tegenweer
te nemen, die naar de regelen der reciprociteit
aangewend behooren te worden.
Ein later telegram voegt bierby, dat het
antwoord van den minister werd uitgesproken
iu een buitengemeen scherpen toon, en dat
dit voornamelijk uitkwam in de slotwoorden.
Dit wordt in Duifschland des te meer opge
merkt, daar er in Bohemen alleen reeds onge
veer 30,000 onderdanen van het Duitsche
Ryk zyn gevestigd, waarvan de uitzetting
uit het gebied der Habsburgsche monarchie
aan het Duitscho volk zeer onaangenaam zou
wezen.
De „Voss. Ztg." protesteert tegen de be
dreiging en zegt, dat Duitschland het recht
beeft in eigen boezem datgene te doen, wat
het noodig acht, en desnoods het zonder
Oostenrijk Hongarije in den driebond kan
stellen, daar het tegenwoordig ia staat is
geheel andere verconden te vormen.
De door de Oostenryksch-Hongaarsche
regeering verleende suikeruitvoerpremiën heb
ben in het afgeloopen jaar 10.17 millioen
fiorjjn bedragen, zoodat de suikerfabrieken
1.17 millioen moeten terugbetalen.
Keizer Frans Jozef schonk als aan
denken aan zyn jubileum den sedert 1848
zyn naam voerenden dragonder-, huzaren- en
uhlanen-regimentsn, groote verguld-zilveren
trompetten met gouden kwasten, en wapen-
doeken met de gouden jubileums-medaille.
Zulke trompetten zyn by de Oostenryksche
cavalerie sedert bet midden der vorige eeuw
niet meer in gebruik. De infanterie, jagers
en de overige troepen te voet, 's Keizers naam
voerenoe, ontvingen roode vlaggenwimpels
met do gouden jubileunimedaille.
Spnnje.
De Spaansche Regeering heeft aan den hoer
Mantero RIos opdracht gegeven in de vrodes-
commissie te eischen de onmiddeliyke vryia-
ting der Spaansche gevangenen op de Pbilip-
pynen, voordeeligo bepalingen voor Spanjo in
het scheepvaartverkeer en den handel met de
vroegere koloniën van het ryk en de rege
lingen der Philippynsche en der Cubaansche
schuld.
Uit Spanje komen weder berichten van
een agitatie onder de Carlisten. Portretten van
Don Carlos en Don Jaime worden in omslagen
verspreid. In de provincie Castellon heeft
zich oen kleine Carlistische bende gevormd,
die door de gendarmen wordt vervolgd. De
Carlisten beweren, dat de pretendent over geld
beschikt, hoewel hy er niet in geslaagd moet
zyn een leeniDg te plaatsen.
Men vertelt, dat de Regeering voorzorgs
maatregelen heeft genomen en dat de kloosters
worden bewaakt. H< t is echter zeer moeilyk
jaiste berichten te krygen, want in de Spaan
sche pers worden alle berichten, die maar
©enigszins op een Carlistische beweging be
trekking hebben, onderdrukt.
Grx*oot-Bxrita.niilö.
Lord Kitchener, de wreker van Gordon,
heeft tot het Britsche volk een oproeping
gericht om geld voor het stichten van een
„Gordon Memorial College" te Khartoem. Hy
meent daartoe een fonds van 100,000 pond
sterling noodig te hebben. Koningin Victoria
verklaarde zich bereid als protectrice op te
treden. De prins van Wales zou het vice pa
tronaat der instelling aanvaarden en eenige
aanzieolyke mannen hebben reeds hun mede
werking toegezegd.
Rusland.
De „Matln" bevat het verslag van een ge
sprek, oat een Eng lsch ciplomaat te Liwaaia
met den Czaar gehad beeft.
Keizer Nikolaas zou zyn ontevredenheid te
kennen gegeven hebben over den Russenbaat
van de Engelsche pers en de Engelsche staats
lieden. Zyn plan tot het tegengaan van verdere
krijgstoerustingen heeft de Czaar aldus uit
eengezet. In de eerste plaats zouden de mogend
heden voorloopig ge n nieuwe krygstoerus-
tingen meer maken. Na verloop van vyf jaar
zouden zy uitmaken of dat beginsel behouden
of opgegeven mo t worden, en zoo noodig
een nieuw tydvak voor de opschorting der
wapeningen vaststellen. In do derde pl iata
zouden zy hun houding bepalen in geval van
een botsing.
De Czaar zou wenschen, dat alle interna
tionale moeilykheaen aan een schtldsrechter-
lyke uitspraak onderworpen werden. Hy ver
klaarde, iets beters en degeiykers te verlangen
dan de enkele hoop op het voortbestaan van
den vrede.
Uit Petersburg wordt gemeld, dat de
geloofsbrieven van den nieuwen Russisehen
gezant te P king aan den Keizer en niet
aan de Keizerin-Wed uwe gericht zyn, wa.iruit
men zou opmaken, dut Rusland de rechten,
die de Keizerin zich aangematigd beeft, niet
erkent.
Turkjje.
De concessie voor de electrische verlichting
van Smyrna, door Sultan Abdoel Hami ai.n
zyn vriend sir Ellis Ashmead Bartletc verleend,
zal misschien een Hoogen Heer nog in moei-
ïykheden brengen. De „Frankf. Ztg." mei t
namelyk, dat der Berlynsche firma Siemens
en Halske by iradé van den Sultan reeds den
6den Mui 1889 de concessie werd verleend om
de stad Smyrna van electrisch licht te voor
zien. De Turksche over ioid heeft echter d ze
firma steeds belet zich te installeeren. Nu
aan een ander dezelfde conc ssie is vt-rleend,
heeft de firma zicb tot den Duitsch&n gezant
te KonsLntinopel gewend om haar oudere
rechten te coen geilen.
Rumeuië.
De Rumeen8che Kamer heoft den canaidaat
der regeeringsparty, oen afg&vaaraigla Giami,
tot voorzitter herkozen met 90 st-menen. Do
canaidaat der oppositie, oud-minister Fleva,
vereenigde 36 stemmen op zich.
De Senaat herkoos den heer Gaae als voor
zitter.
Zuid-Afrfkn.
Op eenigen afstand van Ocmtalï, in Maa-
honaland, is een spoorwegongeluk gebeurd.
Een trein ontspoorde en kantelde om. Drie
Engelschen en vier Inlanders werden ge:ood,
en nog eenige En - lsch n en verscheiden
inlanders gewond.
SCHAAKBUBRIEK. Maandag 5 Dec. 1898.
Redactie: L. S.-Y. ,IoBfaï." Adres: K. Van Dan, Ha.rleninrr>lraal Leides,
Schaaknicmrs.
Onderstaand geven wtj, hoewel wat laat. een volledig overzicht van den mnasakamp
tueschon bet Leidsche Schaakgenootschap en „Discendo Discimus" uit 'a-Gravenhage, gehouden
den lOden November 1898.
Leidsch Schaakgen.
Dlsceoilo Dlflctiuas.
Dr. A. Oppeoheim
0
J. W. Te Kolsté
1
B. Leussen
V»
C.C. W. Mann
7.
Dr. A. Van Rbyu
0
Mr. S. Van Houten
1
J. F. S. Esser
y*
M. Elersboim
7»
M. Steffelaar
7*
G. C. A. Oskam
7.
Tb. J. D. Enderlé
i
Mr. F. J. H. Pattjn
0
B. Vies
V*
Mr. A F. K. Hartogh
V»
R. Van Dam
0
Dr. Gumplowitz
l
B. J. M. Markx
0
F. G. L d'Aumeria
i
J. C. Kruyt
O
Jbr. Mr. Van Doom
1
Jhr. C. J. Strick v. Linschoten
'A
Jbr. J. H Ram
7»
W. Leembruggen
0
J. G. L. Elzen
R. F. C. Wilhelmy Damsté
0
J. G. H. C. Zier
1
R. Van der Mey
Va
H. Boots
7»
E. L. Eliaa
1
Rix
0
5~
10
Maandag 28 November jl. hield het Leidsche Schaakgenootschap z{|n 4de jaarvergadering.
De secretaris, de heer Eseer, bracht een uitvoerig jaarverslag uit, waaruit bleek dat de Club
zeer in bloei was toegenomen; niet alleen wat bet ledenaantal betreft, hetwelk thans 35
bedraagt, maar ook wat betreft de schaakkracht der leden. De Beer. herdacht er in het
succes van den president, Dr. A. Van Rhtfn, den steunpilaar der Vereoniging, die in den
grooten wedstrijd van den Nedarl. Schaakbond onlange te 's-Gravenhago den eereten pröa
in de eerste klasse verwierf. Tevens dat van den hoer Leussen, wien dezelfde eer in de
tweode klasse te beurt viel. "Wanneer de bescheidenheid het niet anders voorschreef, h3d d»
seer, nog melding kunnen maken van zijn eigen succes op het congres van den Duitschen
Schaakbond te Keulen, waar hy in het „Nsben-Turnier" den tweeden en derden prijs deelde.
Ook de heer A. Oppenheim, een nieuw lid onzer Vereenigiog, die te Keulen in een der
„Hauptturniere" mededong, heeft getoond een zeer sterk speler, en due een goede aanwinst
voor de club te zijn. De secr. bracht nog in herinnering, en dit tot zijn spijt, dat de drie
clubmatches die wij tegen de Haagsche club gespeeld hebben, alle door ons verloren zijn.
hetgeen bewees, dat Leiden, hoewel In de laatste jaren op schaakgebied aterk vooruitgegaan,
nog niet onoverwinlijk is.
"Van het aftredend bestuur werden de hoeren dr. A. Van Rhijn, jhr. C. J. Strick van
Linschoten en J. F. S. Esser herkozen, terwijl voor de heeren De Qoeje en Verkerk gekozen
werden de heeren Th. Enderlé en W. Leembruggen. (De heer Verkerk had bedankt; de heer
De Goeje wenschte niet meer in aanmerking te komen
Maandag 6 December zal geen vergadering gehouden worden.
ede
wit
Mat in 2 zetten.
Probleem No. 97 van H. Lehnor,
Weonon.
Adres voor oplossingenBureel
„Leidsch Dagblad", motto „Schaak
probleem".
Opl. probl. No. 95.
1 D g 1. enz.
Goede opl. No. 95 ontvangen vanr
Leiden: J. Van Beveren, M. Ver
hoeven, G. H. Key, K. Fraai, Pb. J.
v. d. Linden, Lid van Falamedes, B,
Panlidea.
Noordwtjk: H. B. J. H.