K'. 11892 Woensdag SO November. A°. 1898 <§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Uit nommcr bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 29 November. Feuilleton, TWEE BROEDERS. LEIDSCH DAGBLAD. PEIJ8 DEZER COURANTS Voor Leidén per 3 maandeno f 1,10. Franco per postI Afzonderlijke Nommers n ne PEUS DER ADYERTENTIEN Van 1—6 regel3 1.05. Iedere regel meer 0.17|. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Den gemeenteraad leggen B. en Ws. over een adres van den heer A. L. Van Hasselt, hoogleeraar te Delft, houdende verzoek om teruggave van betaald schoolgeld voor zjjn zoon Willem Eliza, eertijds leerling van de openbare jongensschool lste klasse. Uit een ingesteld onderzoek is B. en Ws. gebleken, dat genoemde heer Van Hasselt op 1 November jl. de gemeente metterwoon heeft verlaten en dat zfln zoon sedert 31 October jl. de jongensschool lste klasse niet meer beeft bezocht, zoodat er billijkheidshalve wel reden bestaat, om het betaald schoolgeld over de maanden November en December te re6titueeren. Zü geven derhalve In overwegiog tot de teruggave van het schoolgeld over die maanden tot een bedrag van 10 te besluiten. De commissie van financiën heeft geen bezwaar tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van den 12den November jl. in zake de bestrating van Vreewijk in verband met de overneming van straten en trottoirs met kolkloozingen, waartoe by Raadsbesluit van 13 Mei 1897 werd besloten. Zy stelt derhalve voor dienovereenkomstig te besluiten en tot vaststelling van den over- gelegden suppletoiren staat van begrooting ad 3420.77 over te gaan. Den gemeenteraad leggen B. en Ws. over do derde lyst van bezwaarschriften tegen het primitief kohier der plaatselyke directe be lasting, dienst 1898, en stellen voor, overeen komstig hun in die lijst opgenomen advies, te handhaven de aanslagen van B. J. Beynen, J. BreVóe, L. Brugman, P. De Bruin, W. Collet, H. J. J. M. Damen, F. C. Van Deinse, J. L. A. Van Drunick, J. W. H. Van Duuren, A. J. Duymaer van Twist, J. H. L. Dykman, J. K. Emeis. J. Van Gelein Vitringa, G. Gouda Quint, W. P. J. Gouda Quint, J. P. Groenendyk, E. H. Haarlem, J. J. Hagemans, J. C. Heemeyer, J. A. Heus, F. W. Himpe, W. v. d. Hoogt, J. Houwlnk, H. Van Iwaarden, J. Jonker, A. W. Kist, Th. A. W. Kramc-r, B. F. Krützmann, B. A. La Lau, H. J. Lyclama k Nyeholt, J. F. A. Mens, D. W. Molhuyzen, J. Nkuwenburg, A. J. Nieuwenhuis, J. H. Le Noble, C. Noest, J. A. Pommee, J. Pynaker, C. D. v. Rossem, L. V. Scherpenzeel, J. F. Schnaar, R. Scholten, D. Schuuring, J. Schorer, H. W. F. v. d. SteeD, A. F. H. v. d. Stok, P. J. G. P. Timmerman, J. J. Veurman, J. Vreugdenburg, H. P. L. Vorst, Wed. G. C. Vrind, L. D. Vugt, W. Zwart; t©7 verminderen den aanslag van: L. AaP-ersberg met-ƒ 3.75, C. T. F. Abbing met 10.50, C. W. 'Betcke met 3, H. J. Van Blaaderen met 37.50, J. H. Du Chattel met 3, J. Dirkse met 4.50, F. J. Faes met 2 25, H. L. A. Gadet met f9, P. M. Van Gelderen met 18, G. Van Herwynen met 24, A. H. Jacobs met ƒ6, H. L. De Koning met ƒ7.50, P. Kooreman met ƒ18, J. Kruyk met 12, E. J. M. v. d. Laarschot met 3, Wed. C. Van Leeuwen m6t 1.50, A. Paauw met 2.40, A. J. Peters met ƒ3, H. Du Pon met 2.25, Wed. W. v. d. Putt9 met 3.75, L. T". C. Schey met 10.50, H. Schuuring met 0.60, J. C. P. Steenhauer met 3, J. Van Tongeren met ƒ6, J. M. J. VerhaaÊf met 4.50, Wed. J. J. Verhoef met ƒ6, Wed. W. G. F. Van Voorthuy:ea met ƒ67.50; te r o i e e r e n de aanslagen vanP. v. Lis, D. Plovy en J. Treur. En de reclamanten: G. Borrani, A. Hazel- horst, J. Kimmel, C. J. De Nie, Ha. Rooze- boom, A. D. D. Schretlen, J. H. Stenzier, F. H. Swaak, J. J. Vreeburg niet ontvanke lijk te verklaren in hun reclamatie, aan gezien hun bezwaarschriften Di.t zyn inge diend binnen den by de Wet bepaalden termyn. In de Synagoge der Nederl.-Israël. Geraoente alhier werd Zondag-middag een plechtige treurdienst gehouden ter eère van de nagedachtenis van den weleerw. zeergel. heer T. Tal, in leven opperrabbyn van het ressort Zuid Holland. De Synagoge was als op Israëls nationalen rouwdag van allen uiterlyken tooi ontdaan. Na don gewonen dienst door den oppervoorzanger den heer Cohen, beklom de leeraar der Gemeente, de eerw. heer M. J. Van Wesel, den kansel en herdacht in treffende bewoordingen de werken en de uitnemende eigenschappen, vooral op 't gebied van kansel welsprekendheid, van den overledene met e:-n aangrijpende rede naar aanleiding van Jeremia's Klaagliederen, hoofdst. 5 vs. 17: De kroon is ons hoofd ontvallen. Spreker vond daarby gelegenheid in 't byzonder in herinnering te brengen den onver- moeiden yver en de toewijding van een diep betreurden opperrabbijn voor het Israël, wees huis hier t-.r stede, hetgeen hem zoo veel te danken had. Een krachtig woord tot opwek king aan de Gemeente tot navolging van hot scboone voorbeeld, hun door den ontslapene gegeven, besloot deze alleszins in .'rukwekkende rede, die door een talryke schare, waaronder ook veel andersdenkenden, aandachtig was gevolgd. Met de plechtige voordracht van een Hebreeuwsch treurdicht door den oppervoor- zanger werd deze treurdienst gesloten. In zyn Memorie van Antwoord op het Algemeen Verslag der Tweede Kamer over het hoofdstuk Binnenlandsche Zaken zegt de minister, dat hy geen voornemen heeft om weer een leerstoel in psychiatrie te Utrecht in het leven te roepen, wanneer te Leiden in het onderwys is voorzien. De mogelykheid, dat eerlang de leerstoel voor de Maleische taal te Leiden weder zal worden bezet, is niet uitgesloten. Do plannen omtrent het Ethnographisch Museum te Leiden zyn nog in overweging, evenals de bestemmiog te geven aan het onlangs aangekochte perceel op het Rapenburg, waarop een beslissing eerst genomen kan wordeü, nadat de gdden zullen zyn toege staan; daarby zal gaarne de wenk over wogen worden om daarheen tydeiyk de fcthnographische verzamelingen, thans in een genuurd huis op de Heerengracht over te brengen. Voor het toelatings examen voor het Reservekader is o. a. geslaagd de heer J. E. A. 01tman8, te Leiden. Op de twintigste lyst van de twintigste jaarcollecte voor de Scholen met den Bybel in „De Standaard" komt a. voor: Zoeter- woude met NoorJbuurt, Miening, Westeind, "Weipoort en Gelders wöude met ƒ9. De coramissio voor de tentoonstelling van nationale kleederdrachten heeft de belangryke en kostbare verzameling, door haar bfieen- gebracht bij gelegenheid der inhuldiging van Hare Majesteit Koningin "Wilhelmina, aan den Staat der Nederlanden ten geschenke aangeboden. Voor dit fraai geschenk is aan genoemde commissie de byzondere dank der Regeering betuigd. (Sts.-Ct.) Een vergadering van Burgemeesters en andere belanghebbenden uit Noord-Holland is gehouden op het Raadhuis to Haarlem, in zake de Velzerbrug. Deze byeenkomst was uitgegaan van den burgemeester van Haarlem, en werd ook door dezen geleid. Verschillende aanwezigen deden hun opinie over de zaak kennen. Ten slotte besloot men, dat de vergadering zich wenden zou tot de Staten-Generaal met een adres, tot behoud van de brug zy het dan ook verbeterd. Een commissie van redactie daarvoor werd benoemd, bestaande uit de heeren dr. J. W. Schuyt, 0. G. A. Weerts, burgemeester van Velzen, en mr. J. P. Kraak man, vertegenwoordigende den burgemeester van Alkmaar. Scholen zonder hoofd. Het Nederlandsch Onderwyzersgenootschap beeft in de laatste jaren voort iurend betrekkingen onderhouden met buitenlandsche vereeniglngen van onder wijzers. Daardoor werden over en weer bezoe ken afgelegd, met het gevolg, dat de toestan den op onderwysgebieJ in den vreemde btt6r bekend werden. In de jongste algemeeno ver gadering te Wageningen is het hoofdbestuur een krediet toegestaan tot het uitzenden van een commissie, die belast zal worden met het onderzoek naar de inrichtiDg, werking en resultaten der scholen z,onder hoofd in Zwit serland. Daar ter plaatse zou mede een grondig onderzoek worden ingesteld naar die zaken, welke invloed oefenen op het aldaar bestaan van de zoogenaamde republikeinsche school. In die commissie zyn thans benoemd do heeren G. Meyer, P. De Geus en C. F. A. Zemike, allen leden van het hoofdbestuur. Volgens de „N. R. Ct." zal de Bond van Nederlandsche Onderwyzers eveneens een com missie voor dit doel naar Zwitserland uit zenden. De heer C. J. C. Eenhorst, te Arnhem, is benoemd tot leeraar in do oude talen aan het gymnasium to Breda. Hr. Ms. gezant by de Vereeüigde Staten van Noord Amerika, thans nog met verlof te 's-Gravenhage aanwezig, zal den 7den December naar zyn post scheep gaan. De minister-president te Lissabon, die in Gelderland zyn verloftijd doorbracht, keert in het begin van December daarheen terug. H. M. de Koningin-Moeder heeft, gelyk men weet, de vorige week den voet verstuikt. Wel gaat het langzaam vooruit, doch er zal nog eenigo dagen volkomen rust moeten worden gehouden. Hare Majesteit zal op 8 December met de Koningin in de residentie terugkeeren. De heer P. J. Van Voorst Vader, civiel- ingenieur, is möt ingang van 1 December a. s. benoemd tot ingenieur in tydelyken dienst bij de gemeentewerken te 's Gravenhage. In de avondzitting der Tweede Kamer van 24 November j l. is door den minister van koloniën mededeeling gedaan van het aanbod van een drietal heeren, om 100,000 te schen ken voor de oprichting van een eerste vroed vrouwenschool in Indië, en dat die heeren, toen het bleek, dat in Indië aan uitbreiding van do dokter, djawa school de voorkeur werd gegeven, hun aanbod tot 170,000 verhoog den om voor laatstgenoemd doel te dienen. De namen van die drie heeren (die door een drukfout op blz. 231 der Handelingen niet juist werden vermeld) zyn: P. W. Jans sen, J. Nienhuys (niet Van de Poi) en H. C. Van den Honert. De directie der artillerie inrichtingen zal met 1 Nov. 1899 naar Amsterdam (de Hein- brug) worden overgebracht. (V. R. C.) De kapt. H. J. W. Verkouteren, van het lste reg. inf. te Helder, is op zyn verzoek overgeplaatst by het 4de reg. inf. te Haarlem. Door den minister van ooi log is aan de chefs van corpsen gevraagd hun gevoelen kenbaar te willen maken of het groot incom pleet aan vrywilligers niet is toe te schrijven aan de vele en vermoeiende diensten, welke van die categorie van militairen jaar in jaar uit gevorderd worden, en of het met het oog daarop niet wenschelyk zou zyn voor die vrijwilligers, wanneer zy eenmaal geoefeDd zyn, een aDdere dienstregeling te bepalen dan voor miliciens, die zooveel korter in dienst zyn, is vastgesteld. Wellicht, zegt de Minister, ware dit to bereiken door do vrywilligers vry te stellen van namiddagdiensten en misschien zou het belangryk incompleet aan vry willigere door deze en dergelijke maatregelen dan binnen korten tyd zyn hoogste punt hebben bereikt. Heden viert mr. C. Fock, Commissaris der Koningin ia Zuid-Holland, zyn 70sten verjaardag. Uit een Amsterdamsche familie gesproten, ontving mr. Fock zyn opleiding aan het Athe naeum Illustre te Amsterdam en aan de hooge- school te Utrecht, waar hy in 1852 promo veerde. In het volgende jaar werd by benoemd tot burgemeester en secretaris van Vreeland en Nichtevecht, was daarna hoofd der gemeente Wyk-by Duurstede, om in 1859 het burge meesterschap van Haarlem te aanvaarden. In 1866 werd mr. Fock benoemd tot bur gemeesttr van Amsterdam, in welk ambt hy slechts 2 jaar werkzaam bleef, om zich daarna te belasten met de portefeuille van binnen landsche zaken, om in 1871 af te treden, toen het kabinet viel door de verwerpin.' der Indische bogrooting. Nog in hetzelfde jaar kozen Amsterdam en Haarlem bom als afge vaardigde der Tweede Kamer. Hy nam zit ting voor Amsterdam, doch werd aan het einde des jaars 1871 reeds btnoemd tot Commissaris der Koningin in Zuil-Holland, welk amtt door mr. Fock nog met jeugdigen ijver wordt vervuld. Het stoomschip „Ardjoeno," van Rotter dam naar Batavia, passeerde 27 Nov. Gi .raltar; de „Herzog," van Oost Afrika naar Roller am en Hamburg, passeerde 28 Nov. Gi r.dtar; de „Maasdam" arriveerde 28 Nov. van Rotterdam te Nienw-York; de „OengaraD," van Java naar Rotterdam, vertrok 28 Nov. van Suez; de „Prins van OraDje," van Amsterdam naar Bata via, arriveerde 28 Nov. to Port-Said; de „Staten dam," van Nieuw-York naar Rotterdam; pas seerde 28 Nov. Scilly. Haarlemmermeer. Yoor de betrekking van hoofd van school No. 7, alhier, hebben zich 53 sollicitanten aangemeld. Voorschoten. Donderdag 1 Dec. a. s. zal in het Ambachtshuis een lezing worden ge houden door mr. H. Smeenge, lij der Tweed© Kamer, over pensionneering van w rklioden. Belangstellende ingezetenen kunnen worcen gein tro luce er waartoe kaarten verkrijgbaar zyn by den secretaris van htt „Nut", den heer J. C. Paap. Hit de „Staatscourant,* Kon. besluiten: Benoemd met ingang van 16 Januari 1899, tot directeur van het post- en tele graafkantoor te Kaatsheuvol, II. Van derMoyden, thans commies der posterijen 3de kl.; tot id. to Klundert, (J. G. A. Janssen, thans commies der posterijen 2de klasse. Aan G. J. Piccardt, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend nit. zijn betrekking van surnumerair der registratie en domeinen. De gewone audiëntiën van do ministers van justitie, marine, financiën en oorlog zullen deze week niet plaats hebben. De minister van financiën maaktbekend.dat het saldo van 's Rijks schat kist op 26 dezer bedroeg bij" de Nederlandscho Bank f 22,966,988.79 en bij de betaalmeesters 3,408,477.58, to zamen 126,275.436.37. Dczelfdo minister maakt bekend, dat hij uit 'a-Gravenhage onder letters A. B.ontvangen lioett ƒ40, wegens te min betaalde successie- en over gangsrechten. TWEEDE KAM EB. Staatsbegrootlng voor 1899. Hoofdstuk Binnenlandsche Zaken. In zyn Memorie, van Antwoord op het voorloopig verslag verdedigt de Minister zich tegenover de zeer vde lo.'en, die het eindcyfer zyner begrooting te hoog vondeD. Van op- dryven der jaarwedden was by deze teprooting geen sprake. De meest roogeiyke zuinigheid, aldus betoogt de Minister, mag niet weer houden bytyd8 de noodige voorstellen te doen en daarom heeft hy, by Nota van Wijziging, nog enkele verhoogingen voor te dragen, waarvan de noodzakeiykheid e-rst thans is gebleken, of waaromtrent het onderzoek by de inaie -ing der begrooting nog niot was afge- loopen. 17» Na eenigen tijd was Otto zoo bescheiden gewordon, dat bjj het als een aangename afwisseling begroette, wanneer hem zyn broeder verzocht ergens in de buurt een glaasje bier te gaan drinken. Gewoonlijk speelden ze dan nog oen partijtje biljart. Wanneer zij echter met elkander spraken, dan zocht, vrjj merkwaardig, Karei dikwijls bst gesprek op Helena te brengen. „Zij is altijd erg lief," opperde Otto eens bj^zulk een gelegenheid, „ik meen uiterlijk; voor het overige echter is zij slechts een dom ganBjo!" „Een dom gansje?" riep Karei uit, moeilijk z(jn innerlijke ontroering kuDnende bedwingen. „Ja, toen ten minste, toen we naar den circus Renz gegaan waren, gingen we naar een restaurant. PlotseliDg springt het meisje op, alsof de duivel haar op de hielen zat, on weg was zij I Er was geen houden meer aan. Nu kunt gij denken, hoe Van Harkwold en Matten- feld mij uitgelachen hebben, dat ik niet eens zoo beleefd was baar thuis te brengen." Vergenoegd lachte Karei, „Zulk een dom heid laat ik mij welgevallen; zi) is een braaf meisje, dat zich in uw gezelschap niet op haar plaats govoelt." „Gij lijkt wel gok, dat gij zoo erg met die kleine ingenomen z(jt," antwoordde Otto. „Ik zie het gekko daarvan niet in," luidde het antwoord. „Vermoedelijk zult ge het nog gekker vinden, als ik u mededeel, dat ik voornemens ben haar hand te vragen." Otto stond een oogenblik als versteend. „Gij wilt haar trouwen?" zeide hy eiudelijk met een ongeloovig gebaar. „Maar zi) bezit geen centt" „Dat kan my toch niet verhinderen baar te beminnen?" „Haar te beminnen, ja; maar by trouwen bohoort toch geldl Zulk een huweiyk is geld verspillen; de vrouw most ook een beetje van den Mammon medebrengen." Karei schudde het hoofd en vervolgde ernstig, terwyi een donkere gloed hem over het gelaat trok: „Ik heb in dezo andere inzichten; ik meen, een vrouw moet den man vóór alles een liefdevol hart en een zacht karakter aan brengen. Dat de harten overeenstemmen, is hoofdzaak, al het andere komt daarna. Ik hoop da beste keus gedaan te hebben, die ik treffen kon." „Nu, dan wensch ik u geluk", zeide Otto en reikte zyn broeder over de tafel de hand. In Btilte echter schudde hy hot hoofd over zyns broeders keuze. Acht dagen later vierden Karei en Helena hun verloving. By Helena's familie had dien avond een kleine feestelykheid plaats. De oom van het meisje, een gepensionneerd ambtenaartje, hield een vurige spoech. Juffrouw Koster was ontroerd, en zelfs vader Koster wischte iets uit zyn oogen. Otto daarentegen geeuwde achter de handen van verveling. Kort na de verloving trad Karei uit de fabriek en zette oen eigen zaakje op. Bescheiden begonnen, moest hy er spoedig toe komen de zaak uit te breideD, daar hy een specialiteit in zyn vak was geworden. Hy vervaardigde een byzondore soort hang lampen, welke zoowel om haar bevallig uiterlyk als door het heldere licht, dat zy afwierpen, algemeene bewondering wokten by vaklieden en handelaars. Het waren „Koster- lampen." Kort na de opening der zaak was er een gelukkig echtpaar meer in de stad. Meer dan een jaar was voorbygegaan. Kareis en Heiena's geluk had het toppunt bereikt; een knaap was hun geschonken, en de liefde tot hun kind veredelde nog het gevoel, dat zy voor elkander hadden. Het oude echtpaar Koster was steeds een welkome gast in hst jonge, gelukkige gezin. De oude Koster was zeer grootsch op zyn titel van grootvader en juffrouw Koster wiegde den kleinen wereldburger met groot- moederiyken trots in haar armen, ofschoon bet om zoo te zeggen slechts haar stiefklein- kind was. Otto verscheen maar zelden in de be scheiden woning van bet jonge paar. Wanneer by zyn broeder opzocht, dan geschiedde dit bet meest in de middaguren op zyn werk plaats, en steeds bief by dan een klaaglied aan over de gierigheid van „den oude", iets, waarover hy zich in de tegenwoordigheid van zyn schoonzuster zou geschaamd hebben. Karei toonde zich in den regel nogal toe gevend. Die arme Otto! zeide hy by zichzel- ven. Hy wist, dat vader hem sedert de ge schiedenis met de wissels zoor kort hield; het was dus de plicht vae den ouderen broeder, den noodlijdende nu en dan met een paar ryksdaalders by te staan. Tot zyn geluk bezat Otto een slecht geheu gen. Eerst had by by hoog en laag gezworen, Dooit weder een cent van zyn broeder aan te nemon; dat scheen by vergeten te zyn. Met een dankend hoofdknikje en een kort „Merci!" liet hy iederen keer Kareis offer in den zak glyden. Wanneer Karei hem dan verzocht des avonds te komen, sloeg by het in den regel af. Met het steeds levendiger wordende ver keer met zyn vrienden kwamen ook de oude neigingen van Otto weder te voorschijn. De landziekigheid had hy overwonnen. Dom, dat hy zich die scènes zoo aangetrokken had! Af en toe nam Otto aan de genoegens van de heeren doel. Onaangenaam was het, dat hy steeds, wanneer zy allen in de vroolykste stemming geraakten, moest opbreken om de laatste tram niot te missen. Geen wonder, dat hy weder gemeiyk begon te worden en de Rugenorstraat hem een gruwel werd. Van Markwold had op zekeren dag of liever avond een schitterenden inval, zooals hy het noemde. „Weet gy wat, Koster," sprak hy, toen Otto weder vroegtydig wilde opbreken: „ik zal u een voorslag doen; gy gaat mot my mee naar buis en kampeert in myn studeer kamer op de canapé." Otto krabde zich verlegen achter bet oor. Du voorslag was pulk, maar by wist, dat zyn moeder nooit sliep vóór by thuis was; zy zou den gebeelen nacbt geen oog dicht doen uit zorg over hem. „Ik weet nietstotterde hy verlegen. Ahaviel nu Mattenveld met een boos aardig lachen hem in de rede. „Gy hebt papa nog geen verlof gevraagd?" „Onzin!" antwoordde Otto geërgerd; „ik dacht slechtsik wil de collega's niet lastig vallen." „Van lastig vallen kan onder collega's geen sprake zuo," antwoordde Van Markwold be loofd; „alzoo uitgouiaakt: gy blyft, Koster, en wy gaan samen naar myn huis." Toen Otto den volgenden middag thuis kwam, was de vader reeds lang naar zyn kantoor. Moeder zag er slecht uit; mon kon hot baar aanzien, dat zy den afgeloopsn nacht geen oog gesloten had; zy bad reeds voor het venster naar Otto's komst uitgezien en ging hem op de trap te gemoet. „Wat ie er gebeurd, Otto? Waar zyt gy goweest?" vroeg zij liefdevol, gelukkig, dat hy weder ongedeord by haar was. Hy verklaarde, dat hjj tot laat in den nacht gewerkt had, en dat hij, te vermoeid om den verren weg te loopen, de uitnoodiging van "Van Markwold, om btf hem den nscht door te brengen, in dank had aangenomen, {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1