K'. 11892
Woensdag SO November.
A°. 1898
<§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Uit nommcr bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 29 November.
Feuilleton,
TWEE BROEDERS.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PEIJ8 DEZER COURANTS
Voor Leidén per 3 maandeno f 1,10.
Franco per postI
Afzonderlijke Nommers n ne
PEUS DER ADYERTENTIEN
Van 1—6 regel3 1.05. Iedere regel meer 0.17|. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Den gemeenteraad leggen B. en Ws. over
een adres van den heer A. L. Van Hasselt,
hoogleeraar te Delft, houdende verzoek om
teruggave van betaald schoolgeld voor zjjn
zoon Willem Eliza, eertijds leerling van de
openbare jongensschool lste klasse.
Uit een ingesteld onderzoek is B. en Ws.
gebleken, dat genoemde heer Van Hasselt op
1 November jl. de gemeente metterwoon heeft
verlaten en dat zfln zoon sedert 31 October
jl. de jongensschool lste klasse niet meer
beeft bezocht, zoodat er billijkheidshalve wel
reden bestaat, om het betaald schoolgeld over
de maanden November en December te
re6titueeren.
Zü geven derhalve In overwegiog tot de
teruggave van het schoolgeld over die maanden
tot een bedrag van 10 te besluiten.
De commissie van financiën heeft geen
bezwaar tegen het voorstel van Burgemeester
en Wethouders van den 12den November jl.
in zake de bestrating van Vreewijk in verband
met de overneming van straten en trottoirs
met kolkloozingen, waartoe by Raadsbesluit
van 13 Mei 1897 werd besloten.
Zy stelt derhalve voor dienovereenkomstig
te besluiten en tot vaststelling van den over-
gelegden suppletoiren staat van begrooting
ad 3420.77 over te gaan.
Den gemeenteraad leggen B. en Ws. over
do derde lyst van bezwaarschriften tegen het
primitief kohier der plaatselyke directe be
lasting, dienst 1898, en stellen voor, overeen
komstig hun in die lijst opgenomen advies,
te handhaven de aanslagen van
B. J. Beynen, J. BreVóe, L. Brugman, P.
De Bruin, W. Collet, H. J. J. M. Damen, F.
C. Van Deinse, J. L. A. Van Drunick, J. W.
H. Van Duuren, A. J. Duymaer van Twist,
J. H. L. Dykman, J. K. Emeis. J. Van Gelein
Vitringa, G. Gouda Quint, W. P. J. Gouda
Quint, J. P. Groenendyk, E. H. Haarlem, J.
J. Hagemans, J. C. Heemeyer, J. A. Heus,
F. W. Himpe, W. v. d. Hoogt, J. Houwlnk,
H. Van Iwaarden, J. Jonker, A. W. Kist, Th.
A. W. Kramc-r, B. F. Krützmann, B. A. La
Lau, H. J. Lyclama k Nyeholt, J. F. A. Mens,
D. W. Molhuyzen, J. Nkuwenburg, A. J.
Nieuwenhuis, J. H. Le Noble, C. Noest, J. A.
Pommee, J. Pynaker, C. D. v. Rossem, L. V.
Scherpenzeel, J. F. Schnaar, R. Scholten, D.
Schuuring, J. Schorer, H. W. F. v. d. SteeD,
A. F. H. v. d. Stok, P. J. G. P. Timmerman,
J. J. Veurman, J. Vreugdenburg, H. P. L.
Vorst, Wed. G. C. Vrind, L. D. Vugt,
W. Zwart;
t©7 verminderen den aanslag van: L.
AaP-ersberg met-ƒ 3.75, C. T. F. Abbing met
10.50, C. W. 'Betcke met 3, H. J. Van
Blaaderen met 37.50, J. H. Du Chattel met
3, J. Dirkse met 4.50, F. J. Faes met
2 25, H. L. A. Gadet met f9, P. M. Van
Gelderen met 18, G. Van Herwynen met 24,
A. H. Jacobs met ƒ6, H. L. De Koning met
ƒ7.50, P. Kooreman met ƒ18, J. Kruyk met
12, E. J. M. v. d. Laarschot met 3, Wed. C.
Van Leeuwen m6t 1.50, A. Paauw met 2.40,
A. J. Peters met ƒ3, H. Du Pon met 2.25,
Wed. W. v. d. Putt9 met 3.75, L. T". C.
Schey met 10.50, H. Schuuring met 0.60,
J. C. P. Steenhauer met 3, J. Van Tongeren
met ƒ6, J. M. J. VerhaaÊf met 4.50, Wed.
J. J. Verhoef met ƒ6, Wed. W. G. F. Van
Voorthuy:ea met ƒ67.50;
te r o i e e r e n de aanslagen vanP. v. Lis,
D. Plovy en J. Treur.
En de reclamanten: G. Borrani, A. Hazel-
horst, J. Kimmel, C. J. De Nie, Ha. Rooze-
boom, A. D. D. Schretlen, J. H. Stenzier, F.
H. Swaak, J. J. Vreeburg niet ontvanke
lijk te verklaren in hun reclamatie, aan
gezien hun bezwaarschriften Di.t zyn inge
diend binnen den by de Wet bepaalden termyn.
In de Synagoge der Nederl.-Israël.
Geraoente alhier werd Zondag-middag een
plechtige treurdienst gehouden ter eère van de
nagedachtenis van den weleerw. zeergel. heer
T. Tal, in leven opperrabbyn van het ressort
Zuid Holland. De Synagoge was als op Israëls
nationalen rouwdag van allen uiterlyken tooi
ontdaan. Na don gewonen dienst door den
oppervoorzanger den heer Cohen, beklom de
leeraar der Gemeente, de eerw. heer M. J. Van
Wesel, den kansel en herdacht in treffende
bewoordingen de werken en de uitnemende
eigenschappen, vooral op 't gebied van kansel
welsprekendheid, van den overledene met e:-n
aangrijpende rede naar aanleiding van Jeremia's
Klaagliederen, hoofdst. 5 vs. 17: De kroon is
ons hoofd ontvallen.
Spreker vond daarby gelegenheid in 't
byzonder in herinnering te brengen den onver-
moeiden yver en de toewijding van een diep
betreurden opperrabbijn voor het Israël, wees
huis hier t-.r stede, hetgeen hem zoo veel te
danken had. Een krachtig woord tot opwek
king aan de Gemeente tot navolging van hot
scboone voorbeeld, hun door den ontslapene
gegeven, besloot deze alleszins in .'rukwekkende
rede, die door een talryke schare, waaronder
ook veel andersdenkenden, aandachtig was
gevolgd.
Met de plechtige voordracht van een
Hebreeuwsch treurdicht door den oppervoor-
zanger werd deze treurdienst gesloten.
In zyn Memorie van Antwoord op het
Algemeen Verslag der Tweede Kamer over
het hoofdstuk Binnenlandsche Zaken zegt de
minister, dat hy geen voornemen heeft om
weer een leerstoel in psychiatrie te Utrecht
in het leven te roepen, wanneer te Leiden
in het onderwys is voorzien.
De mogelykheid, dat eerlang de leerstoel
voor de Maleische taal te Leiden weder zal
worden bezet, is niet uitgesloten.
Do plannen omtrent het Ethnographisch
Museum te Leiden zyn nog in overweging,
evenals de bestemmiog te geven aan het
onlangs aangekochte perceel op het Rapenburg,
waarop een beslissing eerst genomen kan
wordeü, nadat de gdden zullen zyn toege
staan; daarby zal gaarne de wenk over
wogen worden om daarheen tydeiyk de
fcthnographische verzamelingen, thans in een
genuurd huis op de Heerengracht over te
brengen.
Voor het toelatings examen voor het
Reservekader is o. a. geslaagd de heer J. E.
A. 01tman8, te Leiden.
Op de twintigste lyst van de twintigste
jaarcollecte voor de Scholen met den Bybel
in „De Standaard" komt a. voor: Zoeter-
woude met NoorJbuurt, Miening, Westeind,
"Weipoort en Gelders wöude met ƒ9.
De coramissio voor de tentoonstelling van
nationale kleederdrachten heeft de belangryke
en kostbare verzameling, door haar bfieen-
gebracht bij gelegenheid der inhuldiging van
Hare Majesteit Koningin "Wilhelmina, aan
den Staat der Nederlanden ten geschenke
aangeboden.
Voor dit fraai geschenk is aan genoemde
commissie de byzondere dank der Regeering
betuigd. (Sts.-Ct.)
Een vergadering van Burgemeesters en
andere belanghebbenden uit Noord-Holland is
gehouden op het Raadhuis to Haarlem, in
zake de Velzerbrug.
Deze byeenkomst was uitgegaan van den
burgemeester van Haarlem, en werd ook door
dezen geleid. Verschillende aanwezigen deden
hun opinie over de zaak kennen.
Ten slotte besloot men, dat de vergadering
zich wenden zou tot de Staten-Generaal met
een adres, tot behoud van de brug zy het
dan ook verbeterd. Een commissie van redactie
daarvoor werd benoemd, bestaande uit de
heeren dr. J. W. Schuyt, 0. G. A. Weerts,
burgemeester van Velzen, en mr. J. P. Kraak
man, vertegenwoordigende den burgemeester
van Alkmaar.
Scholen zonder hoofd. Het Nederlandsch
Onderwyzersgenootschap beeft in de laatste
jaren voort iurend betrekkingen onderhouden
met buitenlandsche vereeniglngen van onder
wijzers. Daardoor werden over en weer bezoe
ken afgelegd, met het gevolg, dat de toestan
den op onderwysgebieJ in den vreemde btt6r
bekend werden. In de jongste algemeeno ver
gadering te Wageningen is het hoofdbestuur
een krediet toegestaan tot het uitzenden van
een commissie, die belast zal worden met
het onderzoek naar de inrichtiDg, werking en
resultaten der scholen z,onder hoofd in Zwit
serland. Daar ter plaatse zou mede een grondig
onderzoek worden ingesteld naar die zaken,
welke invloed oefenen op het aldaar bestaan
van de zoogenaamde republikeinsche school.
In die commissie zyn thans benoemd do
heeren G. Meyer, P. De Geus en C. F. A.
Zemike, allen leden van het hoofdbestuur.
Volgens de „N. R. Ct." zal de Bond van
Nederlandsche Onderwyzers eveneens een com
missie voor dit doel naar Zwitserland uit
zenden.
De heer C. J. C. Eenhorst, te Arnhem,
is benoemd tot leeraar in do oude talen aan
het gymnasium to Breda.
Hr. Ms. gezant by de Vereeüigde Staten
van Noord Amerika, thans nog met verlof te
's-Gravenhage aanwezig, zal den 7den December
naar zyn post scheep gaan.
De minister-president te Lissabon, die in
Gelderland zyn verloftijd doorbracht, keert in
het begin van December daarheen terug.
H. M. de Koningin-Moeder heeft, gelyk
men weet, de vorige week den voet verstuikt.
Wel gaat het langzaam vooruit, doch er zal
nog eenigo dagen volkomen rust moeten
worden gehouden. Hare Majesteit zal op 8
December met de Koningin in de residentie
terugkeeren.
De heer P. J. Van Voorst Vader, civiel-
ingenieur, is möt ingang van 1 December
a. s. benoemd tot ingenieur in tydelyken dienst
bij de gemeentewerken te 's Gravenhage.
In de avondzitting der Tweede Kamer van
24 November j l. is door den minister van
koloniën mededeeling gedaan van het aanbod
van een drietal heeren, om 100,000 te schen
ken voor de oprichting van een eerste vroed
vrouwenschool in Indië, en dat die heeren,
toen het bleek, dat in Indië aan uitbreiding
van do dokter, djawa school de voorkeur werd
gegeven, hun aanbod tot 170,000 verhoog
den om voor laatstgenoemd doel te dienen.
De namen van die drie heeren (die door
een drukfout op blz. 231 der Handelingen
niet juist werden vermeld) zyn: P. W. Jans
sen, J. Nienhuys (niet Van de Poi) en H. C.
Van den Honert.
De directie der artillerie inrichtingen zal
met 1 Nov. 1899 naar Amsterdam (de Hein-
brug) worden overgebracht. (V. R. C.)
De kapt. H. J. W. Verkouteren, van het
lste reg. inf. te Helder, is op zyn verzoek
overgeplaatst by het 4de reg. inf. te Haarlem.
Door den minister van ooi log is aan de
chefs van corpsen gevraagd hun gevoelen
kenbaar te willen maken of het groot incom
pleet aan vrywilligers niet is toe te schrijven
aan de vele en vermoeiende diensten, welke
van die categorie van militairen jaar in
jaar uit gevorderd worden, en of het met het
oog daarop niet wenschelyk zou zyn voor die
vrijwilligers, wanneer zy eenmaal geoefeDd
zyn, een aDdere dienstregeling te bepalen dan
voor miliciens, die zooveel korter in dienst
zyn, is vastgesteld. Wellicht, zegt de Minister,
ware dit to bereiken door do vrywilligers vry
te stellen van namiddagdiensten en misschien
zou het belangryk incompleet aan vry willigere
door deze en dergelijke maatregelen dan
binnen korten tyd zyn hoogste punt hebben
bereikt.
Heden viert mr. C. Fock, Commissaris
der Koningin ia Zuid-Holland, zyn 70sten
verjaardag.
Uit een Amsterdamsche familie gesproten,
ontving mr. Fock zyn opleiding aan het Athe
naeum Illustre te Amsterdam en aan de hooge-
school te Utrecht, waar hy in 1852 promo
veerde. In het volgende jaar werd by benoemd
tot burgemeester en secretaris van Vreeland
en Nichtevecht, was daarna hoofd der gemeente
Wyk-by Duurstede, om in 1859 het burge
meesterschap van Haarlem te aanvaarden.
In 1866 werd mr. Fock benoemd tot bur
gemeesttr van Amsterdam, in welk ambt hy
slechts 2 jaar werkzaam bleef, om zich daarna
te belasten met de portefeuille van binnen
landsche zaken, om in 1871 af te treden,
toen het kabinet viel door de verwerpin.' der
Indische bogrooting. Nog in hetzelfde jaar
kozen Amsterdam en Haarlem bom als afge
vaardigde der Tweede Kamer. Hy nam zit
ting voor Amsterdam, doch werd aan het
einde des jaars 1871 reeds btnoemd tot
Commissaris der Koningin in Zuil-Holland,
welk amtt door mr. Fock nog met jeugdigen
ijver wordt vervuld.
Het stoomschip „Ardjoeno," van Rotter
dam naar Batavia, passeerde 27 Nov. Gi .raltar;
de „Herzog," van Oost Afrika naar Roller am
en Hamburg, passeerde 28 Nov. Gi r.dtar; de
„Maasdam" arriveerde 28 Nov. van Rotterdam
te Nienw-York; de „OengaraD," van Java naar
Rotterdam, vertrok 28 Nov. van Suez; de
„Prins van OraDje," van Amsterdam naar Bata
via, arriveerde 28 Nov. to Port-Said; de „Staten
dam," van Nieuw-York naar Rotterdam; pas
seerde 28 Nov. Scilly.
Haarlemmermeer. Yoor de betrekking van
hoofd van school No. 7, alhier, hebben zich
53 sollicitanten aangemeld.
Voorschoten. Donderdag 1 Dec. a. s. zal
in het Ambachtshuis een lezing worden ge
houden door mr. H. Smeenge, lij der Tweed©
Kamer, over pensionneering van w rklioden.
Belangstellende ingezetenen kunnen worcen
gein tro luce er waartoe kaarten verkrijgbaar
zyn by den secretaris van htt „Nut", den
heer J. C. Paap.
Hit de „Staatscourant,*
Kon. besluiten: Benoemd met ingang van 16
Januari 1899, tot directeur van het post- en tele
graafkantoor te Kaatsheuvol, II. Van derMoyden,
thans commies der posterijen 3de kl.; tot id. to
Klundert, (J. G. A. Janssen, thans commies der
posterijen 2de klasse.
Aan G. J. Piccardt, op zijn verzoek, eervol ontslag
verleend nit. zijn betrekking van surnumerair der
registratie en domeinen.
De gewone audiëntiën van do ministers van
justitie, marine, financiën en oorlog zullen deze
week niet plaats hebben.
De minister van financiën maaktbekend.dat
het saldo van 's Rijks schat kist op 26 dezer bedroeg
bij" de Nederlandscho Bank f 22,966,988.79 en
bij de betaalmeesters 3,408,477.58, to zamen
126,275.436.37.
Dczelfdo minister maakt bekend, dat hij uit
'a-Gravenhage onder letters A. B.ontvangen lioett
ƒ40, wegens te min betaalde successie- en over
gangsrechten.
TWEEDE KAM EB.
Staatsbegrootlng voor 1899.
Hoofdstuk Binnenlandsche Zaken.
In zyn Memorie, van Antwoord op het
voorloopig verslag verdedigt de Minister zich
tegenover de zeer vde lo.'en, die het eindcyfer
zyner begrooting te hoog vondeD. Van op-
dryven der jaarwedden was by deze teprooting
geen sprake. De meest roogeiyke zuinigheid,
aldus betoogt de Minister, mag niet weer
houden bytyd8 de noodige voorstellen te doen
en daarom heeft hy, by Nota van Wijziging,
nog enkele verhoogingen voor te dragen,
waarvan de noodzakeiykheid e-rst thans is
gebleken, of waaromtrent het onderzoek by de
inaie -ing der begrooting nog niot was afge-
loopen.
17»
Na eenigen tijd was Otto zoo bescheiden
gewordon, dat bjj het als een aangename
afwisseling begroette, wanneer hem zyn
broeder verzocht ergens in de buurt een
glaasje bier te gaan drinken. Gewoonlijk
speelden ze dan nog oen partijtje biljart.
Wanneer zij echter met elkander spraken,
dan zocht, vrjj merkwaardig, Karei dikwijls
bst gesprek op Helena te brengen.
„Zij is altijd erg lief," opperde Otto eens
bj^zulk een gelegenheid, „ik meen uiterlijk;
voor het overige echter is zij slechts een
dom ganBjo!"
„Een dom gansje?" riep Karei uit, moeilijk
z(jn innerlijke ontroering kuDnende bedwingen.
„Ja, toen ten minste, toen we naar den
circus Renz gegaan waren, gingen we naar
een restaurant. PlotseliDg springt het meisje
op, alsof de duivel haar op de hielen zat, on
weg was zij I Er was geen houden meer aan. Nu
kunt gij denken, hoe Van Harkwold en Matten-
feld mij uitgelachen hebben, dat ik niet eens
zoo beleefd was baar thuis te brengen."
Vergenoegd lachte Karei, „Zulk een dom
heid laat ik mij welgevallen; zi) is een braaf
meisje, dat zich in uw gezelschap niet op
haar plaats govoelt."
„Gij lijkt wel gok, dat gij zoo erg met die
kleine ingenomen z(jt," antwoordde Otto.
„Ik zie het gekko daarvan niet in," luidde
het antwoord. „Vermoedelijk zult ge het nog
gekker vinden, als ik u mededeel, dat ik
voornemens ben haar hand te vragen."
Otto stond een oogenblik als versteend.
„Gij wilt haar trouwen?" zeide hy eiudelijk
met een ongeloovig gebaar. „Maar zi) bezit
geen centt"
„Dat kan my toch niet verhinderen baar
te beminnen?"
„Haar te beminnen, ja; maar by trouwen
bohoort toch geldl Zulk een huweiyk is geld
verspillen; de vrouw most ook een beetje
van den Mammon medebrengen."
Karei schudde het hoofd en vervolgde
ernstig, terwyi een donkere gloed hem over
het gelaat trok:
„Ik heb in dezo andere inzichten; ik meen,
een vrouw moet den man vóór alles een
liefdevol hart en een zacht karakter aan
brengen. Dat de harten overeenstemmen, is
hoofdzaak, al het andere komt daarna. Ik
hoop da beste keus gedaan te hebben, die ik
treffen kon."
„Nu, dan wensch ik u geluk", zeide Otto
en reikte zyn broeder over de tafel de hand.
In Btilte echter schudde hy hot hoofd over
zyns broeders keuze.
Acht dagen later vierden Karei en Helena
hun verloving. By Helena's familie had dien
avond een kleine feestelykheid plaats. De
oom van het meisje, een gepensionneerd
ambtenaartje, hield een vurige spoech. Juffrouw
Koster was ontroerd, en zelfs vader Koster
wischte iets uit zyn oogen. Otto daarentegen
geeuwde achter de handen van verveling.
Kort na de verloving trad Karei uit
de fabriek en zette oen eigen zaakje op.
Bescheiden begonnen, moest hy er spoedig
toe komen de zaak uit te breideD, daar hy
een specialiteit in zyn vak was geworden.
Hy vervaardigde een byzondore soort hang
lampen, welke zoowel om haar bevallig
uiterlyk als door het heldere licht, dat zy
afwierpen, algemeene bewondering wokten by
vaklieden en handelaars. Het waren „Koster-
lampen."
Kort na de opening der zaak was er een
gelukkig echtpaar meer in de stad.
Meer dan een jaar was voorbygegaan. Kareis
en Heiena's geluk had het toppunt bereikt;
een knaap was hun geschonken, en de liefde
tot hun kind veredelde nog het gevoel, dat
zy voor elkander hadden.
Het oude echtpaar Koster was steeds een
welkome gast in hst jonge, gelukkige gezin.
De oude Koster was zeer grootsch op zyn
titel van grootvader en juffrouw Koster
wiegde den kleinen wereldburger met groot-
moederiyken trots in haar armen, ofschoon
bet om zoo te zeggen slechts haar stiefklein-
kind was.
Otto verscheen maar zelden in de be
scheiden woning van bet jonge paar. Wanneer
by zyn broeder opzocht, dan geschiedde dit
bet meest in de middaguren op zyn werk
plaats, en steeds bief by dan een klaaglied
aan over de gierigheid van „den oude", iets,
waarover hy zich in de tegenwoordigheid van
zyn schoonzuster zou geschaamd hebben.
Karei toonde zich in den regel nogal toe
gevend. Die arme Otto! zeide hy by zichzel-
ven. Hy wist, dat vader hem sedert de ge
schiedenis met de wissels zoor kort hield;
het was dus de plicht vae den ouderen
broeder, den noodlijdende nu en dan met een
paar ryksdaalders by te staan.
Tot zyn geluk bezat Otto een slecht geheu
gen. Eerst had by by hoog en laag gezworen,
Dooit weder een cent van zyn broeder aan te
nemon; dat scheen by vergeten te zyn. Met
een dankend hoofdknikje en een kort „Merci!"
liet hy iederen keer Kareis offer in den zak
glyden. Wanneer Karei hem dan verzocht des
avonds te komen, sloeg by het in den regel af.
Met het steeds levendiger wordende ver
keer met zyn vrienden kwamen ook de oude
neigingen van Otto weder te voorschijn. De
landziekigheid had hy overwonnen. Dom, dat
hy zich die scènes zoo aangetrokken had!
Af en toe nam Otto aan de genoegens van
de heeren doel. Onaangenaam was het, dat
hy steeds, wanneer zy allen in de vroolykste
stemming geraakten, moest opbreken om de
laatste tram niot te missen. Geen wonder,
dat hy weder gemeiyk begon te worden en
de Rugenorstraat hem een gruwel werd.
Van Markwold had op zekeren dag of liever
avond een schitterenden inval, zooals hy het
noemde.
„Weet gy wat, Koster," sprak hy, toen
Otto weder vroegtydig wilde opbreken: „ik
zal u een voorslag doen; gy gaat mot my
mee naar buis en kampeert in myn studeer
kamer op de canapé."
Otto krabde zich verlegen achter bet oor.
Du voorslag was pulk, maar by wist, dat zyn
moeder nooit sliep vóór by thuis was; zy zou
den gebeelen nacbt geen oog dicht doen uit
zorg over hem.
„Ik weet nietstotterde hy verlegen.
Ahaviel nu Mattenveld met een boos
aardig lachen hem in de rede. „Gy hebt papa
nog geen verlof gevraagd?"
„Onzin!" antwoordde Otto geërgerd; „ik
dacht slechtsik wil de collega's niet
lastig vallen."
„Van lastig vallen kan onder collega's geen
sprake zuo," antwoordde Van Markwold be
loofd; „alzoo uitgouiaakt: gy blyft, Koster,
en wy gaan samen naar myn huis."
Toen Otto den volgenden middag thuis
kwam, was de vader reeds lang naar zyn
kantoor.
Moeder zag er slecht uit; mon kon hot baar
aanzien, dat zy den afgeloopsn nacht geen oog
gesloten had; zy bad reeds voor het venster
naar Otto's komst uitgezien en ging hem op
de trap te gemoet.
„Wat ie er gebeurd, Otto? Waar zyt gy
goweest?" vroeg zij liefdevol, gelukkig, dat
hy weder ongedeord by haar was.
Hy verklaarde, dat hjj tot laat in den
nacht gewerkt had, en dat hij, te vermoeid
om den verren weg te loopen, de uitnoodiging
van "Van Markwold, om btf hem den nscht
door te brengen, in dank had aangenomen,
{Wordt vervolgd.)