niet eerbiedigt of de socialistische leer predikt,
dan moet men een aanklacht tot de autori
teiten richten; en wanneer hy de kinderen
met neo-malthusianisme bezig houdt, dan moet
men hem in een krankzinnigengesticht plaat
sen. Maar er is geen reden om daarvoor
bijzondere Joodache scholen op te richten.
De heer Sassen verklaart ten slotte, dat,
wanneer hem het deugdelijk bewijs geleverd
mocht worden, dat de Openbare School onver
mijdelijk tot ongodsdienstigheid leidt, hij zich
terstond zal scharen onder haar hardnekkige
bestrijders, maar dat hij tot dien tijd met
hart en ziel zal blijven behooren tot haar
warme vrienden.
De heer G. Roos betoogt in hot Handels-
blad, dat geen 2 pet. der Nederlandsche Joden
aan dr. Dünner's zijde staat.
Intus8cheu heeft de heer A. "Van Loen,
opperrabbijn te GroningeD, als zijn meening
kenbaar gemaakt, dat hij, onder waardeering
van het schoone beginsel, dat de Openbare
School verkondigt, wegens het weinige gods
dienstonderwijs, dat de Israël, kinderen ont
vangen, bijzondere IsraOlietische scholen nuttig
pn noodig acht.
In het Handelsblad wordt door den heer
Jacob Zeehandelaar en door een „Israëhetisch
Nederlander" dr. Dunner aangezegd, dat hij
niet te rekenen heeft op steun en medewer
king van het kapitaal, dat huisvest bij de „ont
wikkelde en welgestelde Israëlieten". Laatstge
noemde concludeert, dat de opperrabbijn niet
zal slagen.
De Middelburg sche Courant maakt een zin
speling op den naam van den opperrabbijn en
vindt wat hij omtrent de Openbar© School
zegt tamelijk „dun".
De Zeeuw teekent hierbij aan, dat deze
opmerking doet vermoeden, dat sommige libe
rale redacteuren zich over de circulaire dik
gemaakt hebben. Eq het is een bekend
feit wie zich dik maakt, vindt dun wat
van anderen komt.
Het eerste nummer is verschenen van
Weekblad voor Kunst en Letterenwaarvan
verantwoordelijk redactrice is mevrouw Anna
E. Schuurman, te Amsterdam, waar het blad
ook verschijnt.
Biykens het voorwoord zullen in het blad
muziek, literatuur, tooneel, schilder- en teeken
kunst, architectuur en kunstnijverheid behan
deld worden.
Di geest zal In de eerste plaats vooruit
strevend wezeü, „vooruitstrevend op elk gebied,
zonder daarom het goede in oudere richtin
gen en scheppingen, waaruit het nieuwe, het
ionge, toch vaak en grootendoels ontstaan is,
ook slechts eenigszins te willen verkleinen,
en nog minder te willen wegcijferen. Verliest
een Remorandt zijn waarde, omdat er een
Toorop naast staat? "Wordt de stralenkrans
Beethoven ontnomen, waar een Caesar Franck,
een Richard Strauss ons van hun kunst
scheppingen doen genieten?
Eén enkele kleur bekent ons blad niet.
Haast zouden wij willen zeggen, (indien wij
niet bevreesd waren, dat men aan die woorden
een verkeerde uitlegging zou kunnen geven)
dat wij hopen een harmonisch schoonen regen-
hoog samen te stellen.
Ons blad staat open voor al wat werkelijk
echoon, en goed, en waar is."
Het eerste nummer bevat verder artikelen
van Jacques Hartog (Ten geleide), over kunst
ti Den Haag, over Plastiek in Nederland, van
het algemeen Nederlandsch verbond, een Boek-
beoordeeling (Vincent Haman), Apborismen
en voorts verzen van G. C. Van 't Hoog,
Marie Boddaert en Doxa.
Atzonderlijke vermelding verdient nog de
moderne omslag, in zachte kleuren uitgevoerd.
Kijkjes in en om Leiden.
VII.
Van den koster vornemen wi), dat in den
h(j onze vorige wandeling door Warmond ge
noemden grafkelder van het geslacht Van
Limburg Stirum zijn bijgezet do lijken van:
1. Fred. Baron Van Leyden.
2. Angrista Leopolda Catharina Baronesse
Van PalUndt, echtgenoote van F. Van Leyden.
Zij was een edele vrouw, die veel goeds aan
Warmond heeft gedaan.
3. Adolphina Wilhelmina Aüna Van der
Wijck, eerste vrouw van den tegenwoordigon
bezitter van de Heerlijkheid, Leopold Graaf
Van Limburg Stirum. Zij erfde in 1844 bij
testament het kasteel van hare tante, boven
genoemde Baronesse Van Pallandt.
4. Albert Govert Van Limburg Stirum,
slechts drie dagen het levenslicht aanschouwd
hebbende, werd bijgezet in de kist van zijn
vroeg gestorven moeder. Onwillekeurig schieten
ons, dit hoorende, de aandoenlijke woorden
van onzen Elias Annes Borger in de gedachten:
„En lei het in de groote kist
En aan de borst, die 't wicht moest laven,
Dat nimmer laafnis noodig had.
Ik dacht: één huis behoort aan beiden;
Wat God vereent, zal ik niet scheiden;
En sloot in de urn den dubblen schat."
5. Wigboldt Albert Willem Graaf Van Lim
burg Stirum, oudste zoon van den Graaf.
6. Julienne Maria Barre, tweede vrouw van
den tegenwoordigen Heer.
Hot gedenkteeken van Baron van Leyden
stond vroeger op de „plaats" en wel op het
zoogenaamde „eiland"; in 1892 werd het naar
bet kerkhof overgebracht.
Behalve dezen grafkelder der familie Van
Limburg Stirum, treffen wij er nog meer aan.
Allereerst als wy ons plaatsen dé£r, waar
in oude tijden het hoogaltaar stond, vinden
wij de graftomben der vroegere Heeren van
houwde wapens der familiön: Matbenesse
Bronchorst, Onima, Poelgeest, Lochorst,
Schoonhoven, Driebergen en Nassou.
Terwijl in den kelder der familie Van
Limburg Stirum de trap in het graf is, zijn
De buitenplaats Ooslergeest'*
Warmond. Op de eerste lezen wij: „hierleyt
begraven Jacob van Woude ende sterf int
jaer 1398." Behalve zijn familiewapen vinden
we op deze prachtig gebeeldhouwde zerk
de wapens der geslachten Duivenvoorde,
Mathenes, Egmondt, Foreeat, Valckenaer, van
hier bö deze laatsten de trappen buiten de
kelders, met een muurtje van de ruimte ge
scheiden en gevuld met aarde. Bij het bij
zetten werd dus de aarde verwijderd en het
muurtje doorgebroken.
In 1895 is naa6t de hierbeschreven graven
X „t— - - -
De nieuwe Hervormde Kerk.
der Mi), Boetbergen en van der Hevy. Het
maakt echter den indruk of deze steen niet
van 1398 dateert, maar van lateren tijd is en
gelijk gemaakt ongeveer met dien op den
tweeden kelder, alwaar wg lezen: „hier leyt
begraven Ioncheer Nicolaes van Mathenesse,
ook een indrukwekkend grafmonument ge
plaatst op den grafkelder, waarin eenige
Priesters van de Oud-Katholieken (ten onrechte
wel eens Jansenisten genoemd) begraveD
liggen. Het gedenkteeken is, zooals wi) op
de achterzijde er van lezen, opgericht door
Het Logement BDe Stad Bome'\
heer van Haserswoude ende Lochorst, am
bachtsheer van Slydrecht etz. ende starf op
den XHIen Juny anno 1617, ende vrouw
Geertruit van Lochorst syn huysvrou starf
den XlIIen December int jaar ons Heeren
1630," Ook hier vinden wij weder geheeld-
,Gor unum et aDima una" (Één hart en één
ziel). Op de tegenovergestelde zijde staat
gebeiteld: „Hunne lichamen zijn in vrede
begraven, maar hun naam leeft, van geslachte
tot geslachte." Eccli XLIV14. Hieronder
alsmede op de zerken voor het monument
de namen van bon, die hier rusten, nL:
Van der Graft Codde
Qüesnel Steenhoven
De Witte Barchman
Codde was de laatste apostolische vicaris
der Oud-Katholieken.
Hoe komen die Priesters juist hier be
graven? Misschien kan en wil een van de
lezers van deze kijkjes wel eenige inlichtingen
geven.
Iets vóór dit gedenkteeken vinden wij een
graf van de familie de Rayneval, een naam
wel bekend in onze vaderlandsche geschie-
donis van het laatst der vorige eeuw, toen
de Fransche gezant graaf de Rayneval bier
een belangrijke rol speelde. Op dit graf staat:
Hester Cornelia gravinne de Rayneval, obiit
den 27 September 1747Anna Elisabeth
Glimmer, Douairière gravinne de Raxjneval,
obiit den 23 October 1748; dit graf moet na
mijn overlijden ten Eeuioige Dagen gesloten
blijven en behoort aan Jean Grdbriel grave
de Rayneval.
Tor weerszijden van het schip van de kerk
vinden wij vier kapellen; een is leeg, een
ander is vervormd tot toegang tot het kerk
hof. Twee dienen tot begraafplaatsen van
Leidsche familiön. De eerste links van het
beschreven monument behoort aan de familie
Braakenburg. Een ruime trap geeft toegaug
tot de ijzeren deur, die den kelder van de
buitenwereld afsluit. Het geheel is omgeven
door hoogo dikke afgebrokkelde, met klimop
begroeide muren, terwijl op het dak van den
kelder zich de gebeeldhouwde familiewapens
bevinden.
De andere kelder, gedekt door een zwaren
steen met inscriptie, behoort aan de familie
Leemans, vroeger woonachtig op de buiten
plaats „Oostergeest" te Warmond en te Leiden.
Wy vinden nu nog verscheidene grafsteenen
tegen een der muren in de kerk geplaatst.
Op lezen wij:
C. D. Paauw.
K. D. Paauw.
I. D. Paauw.
Mag niet geopend worden voor 21 Septem
ber 1803.
Eindelijk vermelden wy nog een vrij hoog
opgetrokken kapel dicht bij den toren. Deze
wordt thans voor knekelhuis gebruikt; hierin
is een onderaardscbe gang die een eind het
land inloopt.
Wij hadden onze lezers niet zoo lang met
de beschrijving dezer begraafplaats bezig
gehouden, indien zij ons niet gaf een der
treffendste en te geiyk een der rustigste en
meest phantastische plekken uit onze om
geving.
Wie een prachtig vergezicht wil genieteD,
beklimme den boogen, alleen staanden toren
van de vroegere kerk. De moeite aan het
bestijgen van een steenen trap met 88, en
eenige ladders in het geheel 132 treden, wordt
wel beloond, door het prachtig panorama, dat
men voor zich ziet uitgebreid en dat men
door een goed woord aan den koster, die
tegenover het kerkhof woont, kosteloos kan
genieten.
En nu, op het punt den rustigen dooden-
akker te verlaten, gaan wij in gedachten nog
eens eenige eeuwen terug. Die half tot puin
vervallen muren, de duidelijkste kenteekenen
dragende van hun ouderdom en vroegere
bestemming, zijn de getuigen van de ver
gankelijkheid van alle aardsche grootheid.
Immers wat wy hier nog als ruïne zien, was
maar een gedeelte van hetgeen bier vroeger
stond; de ruimte binnen deze muren was
slechts het bedehuis van een groot vrouwen
klooster, aan de Heilige Ursula en haar
elfduizend maagden toegewyd.
Dit klooster van de derde orde van St.-
Franciscus werd in 1410 door Jan Van der
Woude, Heer van Warmond, gesticht voor
adellijke maagden, die tot armoede waren
vervallen. Het zou gestaan hebben op het
groote, laag gelegen weiland, waartoe een
laantje langs het kerkhof, by de Warmonders
als „Moordenaarslaantje" bekend, toegang geeft.
Onder de verhevenheden io het weiland liggen
hoog8twaarschyniyk nog overbiyfselen van
het klooster. De kerk zou met het klooster
gemeenschap hebben gehad door middel van
bovenbedoelde onderaardsche gang, beginnende
in het nu zoogenaamde „beenderenhok";
men wil zelfs beweren, dat die gang doorliep
naar het klooster te Rynsburg of naar het
Klinkenbergsche Hof, een bezitting van de
abdisse van Rijnsburg.
Volgens sommigen zou hier dichtbij nog
een klooster gestaan hebben der Cisterciënser
monniken, Mariënhave genaamd, terwyi anderen
dit klooster, dat in 1413 ook door Jan Van
der Woude werd gesticht, beschryven omtrent
ter plaatse, waar het slot Oud-Teilingen was
gelegen.
Aan het kerkhof grenzende ligt de buiten
plaats „Oostergeest", thans toebehoorende aan
den heer W. F. Leemans, hoofdinspecteur
van den waterstaat. Door het hooge en dichte
geboomte ziet de plaats er wel wat somber uit.
Van do beroemde kostschool, die hier vroeger
op een gedeelte van de plaats stond, en waar
o. a. wijlen de Leidsche hoogleeraar d'Ablaing
zyn eerste opleiding genoot, is geen spoor
meer te vinden.
De fraaie laan van Oostergeest (ook wel de
„Nieuwe Kerkesteeg" genoemd), aan beide
zijden met eiken beplant, volgende, komen
wij weorop den Achterweg.
In plaats van dezen weg vorder te volgen,
slaan we rechtsom en bevinden ons dan al
dadelijk voor de nieuwe Herv. kerk met de
daarby behoorende pastorie. Beide maken een
prettigen indruk zoowel door netheid en een
voudigheid als door hare ligging. De pastorie
is reeds gebouwd in 1868, terwijl Tie eerste
steen van de kerk werd gelegd den 11
1873. Ds. N. Osti wijdde haar den 5 jU|j
1874 in met de woorden uit Ps. 84: „Hoe
liefelijk zyn Uwe woningen, o Heer der heir-
scharen" enz.
Van binnen ziet de kerk er ook zeer net
en goed onderhouden uit. Tegenover den
preekstoel bevindt zich een goedklinkend
orgel met twee klavieren en een aanhangend
pedaal. Het is vervaardigd door de firma
N. A. Lohman en Zonen en den 5de Mei 1842
(toen natuurlyk nog in de oude kerk) inge.
wijd. Voor het grootste gedeelte is het een
geschenk van mevrouw A. J. Van Gemen
wed. Adolf Wolters, die in 1839 aan de kerk
een som van 6000 ter vervaardiging van een
nieuw orgel, benevens de opbrengst van een
huis en tuin, tot onderhoud daarvan, ver
maakte; hierby voegde de heer Danker Ar\jg
Haringman, oud-vice-admiraal, in 1840 by
uitersten wil een certificaat 2'/, pCt. Werk.
Schuld groot f 1000.
Voor wy onze wandeling vervolgeü, willen
we er aan denken, dat ook de maag haar
rechten heeft en dus naar een gelegenheid
uitzien om even te rusten en den inwendigen
mensch te versterken. Dat treft al byzonder-
vlak voor ons zien we een bord metLogement
„De Stad Rome"; slechts weinige schreden
en we bevinden ons voor een tameiyk groot
koffiehuis met daarby behoorende stalhouderij.
Honderd tegen één, dat wij de eenige be
zoekers zyn, vooral in dezen tyd van het
jaar. We vernemen dan ook van den kastelein
dat er weinig meer omgaat; wel komen enkele
families er des zomers somtyds voor enkele
weken logeeren en komt er met de War-
monder kermis (de eerste volle week in Sep
tember) nog wel wat in, maar toch de boerderij
en de stalhoudery moeten het goedmaken.
Ean van de vertrekken van het logement
is nog altyd algemeen bekend als: de „recht-
kamer". Voordat het dorp een Raadhuis
ryk was, hield de vroedschap van Warmond
in deze kamer haar vergaderingen; tevens
moest zy dienst doen voor Secretarie. Boven
de ramen van dit vertrek zien we aan de
zyde van de dorpsstraat nog een soort ka-
polletje, waarin vroeger een bel hing, die
geluid werd, als den bewoners het een of ander
van regeering8wege moest worden bekend
gemaakt. Sedert 1866 echter bezit Warmond
een Gemeentehuis, ook wel „Raadhuis" en
„Gerecht" genoemd.
Zooals de teekening van de vorige week
liet zien, is het een flink gebouw met een
breede hardsteenen trap; het wapen van
Warmond: „een rechtopstaand zilveren kruis
op oen lazuren veld", prijkt in den gevel. Links
van de deur is een ruime raadkamer en rechts
een kleiner vertrek, waarin de burgemeester
Mr. A. Nedorburgh allo dagon ooiilgo ursn
zitting houdt en zyn werkzaamheden verricht.
Van het ondergedeelte van het gebouw
dient de eene helft tot „gijzeling" en „spuiten
huis" en de andere tot woning van den con
cierge.
Naast of liever een rechten hoek makende
met het Raadhuis staan de woning van den
onderwyzer en de Gemeenteschool, waarvaD,
zooals men op een steen in den muur kan
lc-zen, do eerste gelegd is den 12 April 1861
door W. A. W. Van Limburg Stirum.
Turkfie.
De ontvangst van den Duitschen Keizer
heeft der Turksche schatkist heelwat geld
gekost. De „Petit-Bleu" noemt een t edrag van
zestien millioen franken. Wat hadden daarvan
vele op geld wachtende ambtenaron tevreden
gesteld kunnen worden 1
De stad Beiroet heeft haar financiën geheel
in de war gestuurd by deze gelegenheid. Alle
belastingen van het toekomende jaar zijn ver
bruikt voor 's Keizers ontvangst en om de
loopende uitgaven te kunnen dekken, zullen
waarscbyniyk de belastingen voor het daarop
volgende jaar reeds nu geïnd moeten worden.
Vereenigde Staten.
Omtrent de plannen vaD den Amerikaan
schen minister van marine tot uitbreiuing van
de vloot deelt de „Daily Chronicle" het vol
gende mede:
De heer Long zal aan het congres voor
stellen drie slagschepen 1ste klasse, vgf ge
pantserde snelvaren e kruisers 1ste klasse en
vijf kruisers 2de klasse te doen bouwen. De
kosten worden op vyftig millioen dollars
geraamd. De schepen zullen binnen drie jcar
gereed moeten zyn. Daar het Congres nog
pas kort geleden heeft gelast 36 torpedo-
booten en torpedojagers te bouweD, zal de
minister niet voorstellen het aantal vaartuigen
van deze soort uit te breiden. De werkelijke
sterkte dor marine troepen zal van 12,00^
tot 17,000 man worden verhoogd.
China.
Nu heet het weer, dat de Keizer van China
veel beter is, en een bezo-k gebracht heeft
aan de Zaal van zyn Voorvaderen.
Lord Ch dries Beresford is uit Shanghai ver
trokken naar de havens aan de Jang tsó kiang.
Spanje en de Vereenigde Staten.
De „Temps" bericht, dat de vertegenwoor
digers van Spanje en de Vereenigde Staten
op de vredes-conferentie schriftelijk met hun
regeeringen van gedachten gewisseld hebben
over de vraag der in-bezit-oeming d6r Philip-
pynen door de Vereenigde Staten. Deze cor
respondentie is nog niet afgeloopen. Da op
gisteren bepaalde vergadering van de vredes
conferentie werd verdaagd en de volgende
zitting is nog niet bepaald; de „Temps" ver
zekert echter, dat deSpaansche commissarissen
vóór 28 November een afdoend antwoord
zullen geven op het memorandum van de
Amerikanen.