N°. 11883 Vrijdag 25 November. A0. 1898 feze (goarant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Feuilletoia. TWEE BROEDERS. LEIDSCH DAftBLAD. PRIJS DEZER COURANTS Voor Leidon por 3 maanden. f j.io. Franco per post40 Afzonderlijke Nommers0 05 PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grooterö lettere naar plaatsruimte. Voor het Incasseeren buiten de stad wordt 0 05 berekend. jjit nonimer bestaat uit TWEE liladen. Eerste Blad. De vleeschkeuring te Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden is bet volg'Dde adres gericht: Geeft mot verscbuldigden eerbied te kennen: Johannes Heemskerk, oud-landbouwer te Hazerswoude; dat hy, in 't belang van landbouwers en veehouders, ernstige bedenkingen heeft tegen, en zich bezwaard gevoelt over de wyze, waarop te Leiden in 't algemeen de vleesch- kouring wordt toegepast; dat by overtuigd is, dat keuring van vleesch, spek, vet en andere levensmiddelen, in groote centra's, mits oordeelkundig en rechtvaardig toegepast, een noodzakelijke behoefte is en zeer zeker vooi de volksgezonoheid bevor derlik zal zyn; dat evenwel keuring van levensmiddelen een politiemaatregel is, welke de belangen der gemeenschap ten goede komt; van oordeel, dat maatregelen, in 't belang der gemeenschap genomen, ook door ae gemeen schap, met alle 6chade en risico, behoort gedragen en bekostigd te worden; dat mitsdien de schade, vertondon aan de vernietiging van levensmiddelen, en dus ook van geslacht vee, door de gemeenschap be hoort te worden gedragen; van oordeel, dat meermalen blykt, dat ten koste van den boerde gemeenschap en de slager, die feiteiyk uitsluitend partyen zyn inzake de vleeschkeuring, zich aan de verant- woordeiykheid tot het dragen der schade, ver bonden aan de keuring en vernietiging van geslacht vee, onttrekken; overwegende, dat door deze handelwyze de veehouder in zyn rechten wordt gekrenkt en dus deze handelwyze alsonchristelijk en onrechtvaardig moet worden geoordeeld; overwegende, dat de Raad eenerzyds de belangen der gemeenschap op de besto wyze moet trachten te bevorderen, maar anderzyds ook daarby recht en gerechtigheid moet hand haven; weshalve suppliant zich met vertrouwen tot UEdelachtbaren wendt met het biliyke verzo k, dat het U behagen moge al die maatr-gelon te nemen, dat voortaan voor komen worde, dat de onschuldige toer de dupe wordt en de schade en kosten moet dragen, van een maatregel, waarvan de ge meenschap in casu de Leidsche burgery do voordeelen wegdraagt. Hetwelk doende, met don meeston eerbied, J. Heemskerk. Hazerswoude, Oct. 1898. Ten aanzien van bovenstaand verzoekschrift deelen B. en Ws. den gemeenteraad mede, dat naar hun oordeel afwyzend op het ver- zo.k behoort te worden beschikt. Het komt hun toch voor, dat door adres sant ten eenenmale uit het oog wordt ver loren, dat niet de afkeuring van vleesch, dat gebleken is een ondeugdeiyk voedingsmiddel te zyn, aan dat vleesch zyn waarde beneemt, maar dat door die afkeuring eenvoudig wordt geconstateerd, dat het vleesch, als ondeugdeiyk voedingsmiddel, byna waardeloos is. En nu ligt toch inderdaad de vraag voor de hand, wio anders de schade, welke het gevolg is dier afkeuring, zou moeten dragen dan de eigenaar van het reeds waardelooze voorwerp. Kan ook ai niet worden ontkend, dat door toepassing der vee- en vleeschkeuring, welke door adressant zeiven een noo Jzakeiyke be hoefte wordt genoemd, byzondtre personen in hun belangen worden benadeeld, vergeten mag ni t worden, dat dit verschynsel zich voordoet by üo toepassing van eiken politie maatregel, welke steeds diegenen, welke zy treft, verplicht zich opofferingen te getroosten in het belang der gemeenschap. Bovendien bestaat er, indien B. en "Ws. wèl zyn ing licht, voor de eigenaren gelegenheid om zich ooor middel van verzekering tegen mogeiyke schade ten gevolge van afkeuring te vrywareo. Voorts merkten B. en Ws. op, dat het on geschikt maken van afgekeurd vleesch voor menscheiyk gebruik geschiedt door het vleesch te behandelen met een oplossing van carbol- zuur. Na de behandeling kaD de eigenaar het vleesch terugbekomen. Indien afgekeurd vleesch nog waarde heeft voor technische coaleinden, dan wordt deze door die beh..n leling ni=t ver minderd. En de gemeente is wel genoodzaakt het vleesch aan een dergeiyke behandeling te onderwerpen, ten einde te voorkomen, dat het ondanks de afkeuring toch in consumptie ge bracht wordt. Eindelyk vestigen B. en Ws. nog 's Raads aandacht op het hoogst gevaarlijke van een maatregel, als door adressant wordt voorge steld. Besluit toch de gemeente om don eigenaars van afgekeurd vleesch de hun dien tengevolge toegebrachte schade te vergoeden, dan zou dit zeer waarschyniyk ten gevolge hebben, dat ondougdelyk vleesch in grooto massa's naar dezo gemeente werd gevo.rd, hetgeen niet alleen financiëel bezwarend, maar ook uit hygiënisch oogpunt zeker niet wensche- lyk zou zyn. Op al deze gronden geven B. en Ws. in overweging afwyzend op het verzoek van den heer J. Heemskerk te beschikken. Leiden, 24 November. By Raadsbesluit van 13 M-i 1897, goed gekeurd by besluit van Ged. Stalen van Zuid- Holland, dd. 25/31 Mei 1897, werd besloten van de eigenaren van het terrein „Vreewyk" voor de gemeente Leiden in eigencom en voortdurend onderhoud over te nemen de straten en trottoirs met kolkloozingen, aldaar gelegen, tegen betaling door de eigenaren van „Vreewyk" aan de gemeente van een bedrag van ƒ1.25 per cA.f ter tegemoetkoming in de op hen rustende kosten van bestrating en rioleering, welke de gemeente in hun plaats zal uitvoeren, en onder bepaling, dat deze vergoeding in 5 jaarlyksche termyntn, ver vallende op den lsten Juli van de jaren 1897, 1898, 1899, 1900 en 1901, zou worden be taald. Ter uitvoering van dit Raadsbesluit werd den 7den October jl. de acte van overdracht verleden, nadat tal van raoeilykheden waren overwonnen, welke het tot stand-komen der acte zeer belangryk hebben vertraagd. Tege- lykertyd werden dan ook de beide eerste termynen van de aan de gemeente verschul digde tegemoetkoming ln de kosten der be strating en rioleering ten bedrage van 3420.77 in <Je gemeentekas gestort. Het komt B. on Ws. wenschelyk voor, deze gelden thans aanstonds voor het doel, waarvoor z\j bestemd zyn, aan te wenden, en hiermede niet te wachten totdat alle termynen zyn binnengekomen Daarvoor be staat te metr reden, daar verschillende straten voorloopig slechts een zeer partiëele verbete ring behoeven, waarmede niet tot later behoeft te worden gtwa<ht. Zoo zullen, blykens het door de Coma-dssie van Fabricage ingesteld onderzoek, in verschillende straten de kuilen moeten worden opgehaald; andere straten behoeven slechts hier en daar verstrating, sommige trottoirs moeten worden hersteld, terwyl andere zullen behooren te worden doorgetrokken. Alleen ten aanzien der Laatste Straat zou do Commissie van Fabricage een uitzondering willen maken en deze in haar geheel willen herstraten, daar de in deze straat gelegen huizen al bun loozingen aan de achtorzyde hebben en dus ook by uitvornng van het ontworpen groote riool plan deze straat geheel Intact zal kunnen worden gelaten. De koston van verstrating van deze straat worden door haar geraamd op 1050; terwyl alle thans voorgenomen werken te zamen, dus met inbegrip van de Laatste Straat, door haar worden geraamd op ƒ2795. B. en Ws. geven alsnn ip overweging.hun college tot-de uitvoering eer bovenvermelde werken, waarvan de kosten zullen bedragen 2795, te machtigen en tot de vaststel ling van den ovcrg- legden auppletoiren staat van begrooting, dienst 1898, ten bedrage van 3420.77, over te gaan. Naar aanleiding van een desbetreffend verzoekschrift van den heer H. N. Kersbergen, om terugbetaling van schoolgela, deelen B. en Ws. den gemeenteraad mede, dat blykens in gewonnen informatiön do adressant mtt zyn gezin op het laatst v, n de maand October deze gemeente metterwoon heeft verlaten, zoodat er alleszins termen zyn om het school geld voor zyn zoon slechts over die maand in roker.ing te brengen, waarom zy voorstellen om bet betaalde schoolgeld over de maanden November en December, tot een bedrag van ƒ2.66, te rostitueeren. Naar aanleiding van een verzoekschrift van prof. dr. Tb. H. Mac Gillavry, om vrystelling van de betaling van schoolgeld voor EJuard Eugène Louis Mac Gillavry, deelen B. en Ws. mede, dat uit een ingesteld onderzoek is ge bleken, dat deze den 28sten September jl. voor het laatst de lessen aan het Gymnasium heeft hygewoond en daarna metterwoon is vertrokken naar Amsterdam. Zy geven daarom in overweging aan adressant vrystelling te verleenen Vc,n de betaling van schoolgeld voor genoemden leerling over de drie laatste kwar talen van den cursus 1898/99. De kolonel R. Sturms, commandant in het 2de genie-commandement, standplaats te Amsterdam, zal morgen bier ter stede aan komen, tea einde een inspectie te houden over do militaire gebouwen, welke zich in dit garnizoen bevinden. Aan den minister van binnenlandsche zaken is door 75 studenten in de medicijnen aan de universiteit te Leiden een adres ge zonden, waarin zy, hun leedwezen te kennen gevende, dat op de begrooting voor 1899 geen post is uitgetrokken tot aanschaffing van een Röntgenstralen apparaat, ten dienste van het academisch on :erwys in het ziekenhuis, waarvan de onontbeeriykheid herhaaldeiyk gebleken is, dringend verzoeken alsnog het aanbrengen van dien post in overweging te nemen. Voordracht te Amsterdam ter benoeming van een tweeden ODderwyzc-r aan de school der 1ste klasse No. 91: E. D. Abspoel, te Leiden; H. H. Bal, te Ambt-Almeloo; J. H. Hölscher, te Amsterdam. Gisternamiddag had in de Synagoge der Nederl.-Portugeesche Israëlietisrbe Ge meente te 's Gravenhage een rouw-ienst plaats ter nagedachtenis van den heer T. Tal. De Synagoge was mtt rouwdraperieün bekleed en in het midden bevond zich een katafalk. Dit alles maakte, by gedempt licht, een diepen indruk. De waarnemende opperrabbyn, de heer J. V. I. Pelache, hield een treffende ïykrede. In zfin rede schotste de heer Palache ia de eerste plaats dea indruk, dien het onver wacht verscheiden van den he r Tal had gemaakt op-ganscE Israël in Nederland. In kernachtige taal deed hy daarna uitkomen de verdiensten van den opperrabbyn als rede naar ea schryver, wiens bezielend woord en vaardige pen een machtigen iavloed hadden. De schoonste hulde aan zyn nagedachtenis noemde de spreker c'e opvolging, r.oor Israël van Tal'8 woord, terwyl hy opwekte om diens losse geschriften te verzamelen in óén werk en dat op ruime schaal onder de geloofs- genooten te verspreiden. Door den voorbzer, den heer I. Mendes Coutenbo, werden, onder begeleiding van het kerktiyk koor, toepasselyke psalmen aan geheven, alsmede eenige der klaagliederen, die op den verjaarJag der Verwoesting van den Ttmpel een detl van den kerkdienst uitmaken. De heer Ed. Blaauw, praeparator te Lisse, is benoemd tot laxidermist aan het Staats Museum te Pretoria (Zuid-Afrik Republiek.) De heer Blaauw is een bekend ornitholoog 9n zeer gezocht praeparator. Burgemeester en wethouders van Loos duinen hebben de navolgende aanbeveling op gemaakt voor de vervulling van de betrekking van gemeente-ontvanger aldaar: 1. R. Wycker- held Bis om, ambtenaar ter secretarie, te Heemstede; 2. T. G. Versfeit, ryksontvenger, te Loosduinen. Uit het jaarverslag van do vereeniging „Armenzorg" te Deift blykt, dat in het afgo loopeD boekjaar de ontvangsten hebben be dragen /5419.59,/1. Hiervan werd uitgegeven ƒ705.421/, aan brandstoffen, ƒ120.16 voor dekking en ligging; ƒ204.46 voor kleeding, f 471.05 aan contanten en 3899.85 voor levensmiddelen. In kas bleef een batig sal 'o van 180 59'/,. By de Utrechtscho sub commissie voor volkssanatoriais tot hedeningekomen ƒ9223 75, terwyl voorwaardelyk is toegezegd 500. Onder dit bedrag is 2621 aan jaarlyks he bijdragen De commissie blyft onvermoeid iedereen opwekken het schitt-ren J voorbeeld van H. M. de Koningin-Moeder te volgen. De vereeniging ter beoefening van de krijgswetenschap hield gisteravond in het Ge bouw voor Kunsten en "Wetenschappen in D n Haag oen vergadering, waarin coor den hetr K- J. Van Ravenswaay, kapitein dor artillerie, een voordracht werd gehouden ov-.r „het gebruik van snelvuurgeschut te velde." Spreker schetste de voor en nadeelen van het snelvuurgeschut, waarby by o. a wees op de zwakheid van de artillerie bier te lande in verhouding tot de infanterie. Na de ver schillende meeningen van mritaire speciali teiten over dit onderwerp te hebben medege deeld, concludeerde spr., dat bot wensch lyk is, dat snelvuurgeschut vrorde ingevo-rd. De „Sts. Ct." van heden bevat twee koniDklyke besluiten van 21 Novemb r II., waarby voor do gemeente GouJa vorden opgericht twee Kamers van Aroeid, o eene genaamd „Kamer van Aroeid voor de bouw- bedryven", waarin vertegenwoordigd zullen zyn: bet bewtrken van hout, steen en metalen; het schilders-, behangers-, stukadoors-, manden makers netwerkersaardewerkers- en straat- makersbedryf; het ontwerpen van en het houden van toezicht by het uitvoeren van bouw plannen; de boek- en courantenorukk ryen; de aardewerk- en de pypenfabricagede andere genaamd „Kamer van ArbeiJ voor de confectiebedryven", waarin vertegenwoordigd zullen zyn: h'.t vervaardigen van kleooeren, hoeden of echoenen; de wasch- en stryk- inrlchtiogende vervaardiging van touwkoortf en kaarsenpitten; de garenspinneryende kaarsenfabricage. De zetel dezer Kamers zal gevestigd zya te Gouda en in elke Kamer zullen 10 leden zittiDg hebben. Volgens een ingezonden stuk in „De Ned." van ds. J. R. Slotemaker de Bruine, te Bellen, heeft de kerkeraad der Herv. Gemeente aldaar voor weinige weken oen aanklacht moeten indienen by het Prov. College van Toezicht in Drente wegens onregelmatigheden, door kerkvoogden dier gemeente begaan by het opmaken van de stemiyst voor oe verkiezing van notabelen. Op deze stemiyst worden nl. alleen diegenen gebracht, die in den kerkelyken hoofJelyken omslag zyn aangeslagen. Hierdoor hebben de kerkvoogJen do gelegenheid, coor iemand al of niet aan te slaan, hem al of niet stem gerechtigd te maken, van welke gelegenheid ook gebruik is gemaakt. In dit voorjaar toch heelt een 40-tal orthodoxe lidmaten verzocht, aangeslagen to worden, wat aan een 30 tal is 7) „Ergert gy u, Otto, omdat uw vrienden nu woggegaan zijn?'' vroeg zij. Hg maakte een ontkennende beweging. „Wanneer het dat alleen was!" „Wat dan nög, Otje?" vroeg zg verder, en een duister voorgevoel, dat zg hom met haar onverwacht bezoek verstoord kon hebben, stoeg in haar op. Als eon dolksteek ging het haar door het bart. ,Gy 1gy..." stamelde zy. Maar neen, het kwam haar niet over de lippen;, het was niet mogeiyk, dat hy zich over zyn moedor voor zyn vrienden schaamde. „Nu ja", vervolgde Otto, op en neder loopen- de, „die Mattenveld is zulk een boosaardig menschhy zal hedenavond de geheele scène op zjjn ironisch hatelpke wUze schilderenboe gg plotseling oos kaartspel verstoord hebt, en hoo gy Hy hield op en bleef voor zyn moeder staan, haar met verdrietige blikken monsterende. „Weet gy, moid er", vervolgde by, „noem het my niet kwalyk, maar een weinig nieuw modischs: hoed hadt gy wel kunnen opzetten, en zoo'n bonten omslagdoek ziet men heden ten dage in de geheele stad niet meer; hoog stens nog by u, daar buiten." De knieën van de eenvoudige vrouw kDikten »y moest gaan zitten. Naast haar stond oen kostbare peluchen zetel, maar zy ging tot aan den muur terug en viel op een eenvoudigen rottingstoel neder. Onbewust liepen de tranen haar over de wangen. Otto verschrikte; goediger sprak hy haar aan: „Komaan, moeder, gy moet niet weenen! Als myn hospita binnenkomt, wat zal zy dan wel denken? Het was zoo niet gemeendI Waoneer gy wist, boe vreeselyk spottend die Mattenveld kan zyn; ik zou met hem nooit omgaan, maar zyn vader is een hoog ambte naar, en men kan nooit weten, hoe men dien eenmaal noodig kan hebben." Zy weende nog altyd. Hy trad op haar toe en streek haar over het hoofd. Zy drukte haar gelaat tegen zyn borst; zyn liefkoozing ontroerde haar en haar tranen stroomden nog rykelyker. „Maar luister dan eens, moeder 1" zeido hy, een weinig ongeduldig, „men zal gelooven, dat ik u kwaad heb gedaan l Ik ben nu een weinig ontstemd, omdat, hoe zal ik het zeggen, zy nu zullen bewezen, dat ik onder voogdy sta, en gy my in myn handelingen nagaat." Vrouw Koster keek verbaasd op. „Dat zullen ze toch niet denkeD, Otto?Dat doet my werkeiyk leed! Neem het my niet kwalyk, dat ik gekomen ben, en wanneer gy het niet gaarne ziet, kom ik zeker niet meer terugI Het was slechts, omdat ik zoo onrustig om uwentwil was." Hy lachte. vMaar ik ben t*ch geen kleine jongen meer, moeder, die onder wagens kan geraken l Men kan toch wel eens opgehouden worden." „Zeker, Otto, maar wanneer je me dan maar oen briefje geschreven hadt." Zy rees op. Maar ik wil je niet langer ophouden en Zy greep in haar tasch en lachte flauwtjes, terwyl zy haar beursje te voorscbyn haalde en daaruit een gouden tieDtje opvichte. „Ik heb een kleinigheid meegebracht, Otto. Weinig, maar uit oen goed hart." Een vurig rood overtrok zyn gelaat en hy maakte onwillekeurig een terugtrekkende be weging. Maar het volgende oogenblik greep hy haastig naar het goudstuk en stak het in zyn vestzak. „Dank u, moeder," zeide hy, boog zich voorover en kuste haar in een plotselinge aandoening op de wangen. Dan vatte hy haar by de hand en geleidde haar naar oen grooten peluchen stoel. „Gy moet nog niet gaan, mooderi" Hy drukte haar, hoewel zy oen weinig tegenstreefde, op den stoel neder. Zyn manier van doen was ineens anders geworden; hy knikte haar vroolyk toe. „Uw bezoek moeten we toch vieren, moeder Hy wees naar de kruik, welke de heeron hadden laten staan. „Echt Löwenbrau, moeder! Zoo iets drinken ze by u buiten niet." Hy goot de beide resten, welke zyn vrien den hadden overgelaten, in een glas en spoelde het leeg geworden glas in zyn waschkom schoon. Dan keerde by naar de tafel terug, vulde het schoongemaakte glas en bood het zyn moeder aan, zette zich op do leuning van haar fauteuil, omstrengelde haar met zijn linkerarm en klonk met haar: „Op uw welzyn, moeder 1 Prosit 1" Zy wilde slechts proeven, maar hy dwong haar het glas te ledigen. Zy slokte en slokte, inwendig gelukkig over zyn liefde; vergeven waren zyn onvriendeiyke woorden, zyn liefdeloosheid van zoooven. In den grond was by toch een hartelyke, goede jongenI meende juffrouw Koster. Droeve dagen waren voor de kloine familie in de Rugenerstraat aangebroken. Vrouw Kos ter had zich by haar reis naar de Bergorstraat een hevige verkoudheid op den hals gehaald; een groote zwakte was het gevolg, waartoe het aanhoudend naaien op de machine, dat haar krachten had uitgeput, niet weinig bad medegewerkt. De dokter gebood voorloopig rust in bed te houden en volstrekte onthouding van allen huiseiyken arbeid. Het eerste gevolg was, dat de kassiers knecht een vrouwelyke hulp in huis nam, die de zieke verpleegde en voor het huis houden zorgde, want hy en Karei durfden niet thuiabiy ven, uit vrees hun betrekking te verliezen. Hy zocht en vond een jong meisje, dat zich in het Dagblad aangeboden had. H11 had haar ook genomen, omdat zy niet ver af woonde, naar huis kon gaan om te slapen, en omdat haar bescheiden trekken en haar nette, hel dere verschyning hem bevielen. Zy was eea woes, die eerst kort geleden in do stad gekomon was en by bloedverwanten inwoonde, totdat zy een passende betrekking had gekregen. Dat Kosters keuze eea goede goweest was, bewees zy reeds den eerston dag. Hat eten was op tyd klaar en Helena ploeterde in het vreemde huishouden alsof zy bij de familie grootgebracht was. Do beide mannen hadden over niets te klagen, en dat het de zieke evenzoo ging, zag men aan haar tevreden trekken en aan het gunstige verloop, dat de ongesteldheid nam. Helena bad iets in haar persooD, dat onwillekeurig achting afdwong. Er lag iets lieftalligs in baar wezen, ofschoon zy van baar toilet geen buitengewoon werk maakte en zeer stil en in zichzelvo gekoerd was. Vader en zoon behandelden van den aan vang af de juffrouw met oen zekeren eerbied, dien men bij die ruwe mannen in Jut geheel niet verwacht zou hebben. Karei deed in het byzonder zyn best, waar by slechts kon, de juffrouw een genoegen te bereiden; by duldde volstrekt niet, dat zy het zware wrrk,zoonla het kleinbakken van brandhout en het schop pen van steenkolen uit den kelder, verrichtte. „D.t moet gy aan my overlaten, juffrouw," zeide by met een goedig lachje. „Dat is altyd myn huisarbeid geweest,'' {Wordt vei volgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1