BALZIJDE 40 Cts. 6. HElEBERfi's Zijdenfabrieken, Het heelt, zegt het „H. Dagblad", de aandacht getTokken, dat onder deze Regeering, In afwijking van de gevolgde handelwijze door de twee aan haar voorafgegane kabinetten, by de jongste bevorderingen twee officieren bij den grooten staf, dienstdoende adjudanten van de Koningin, tot hoogere rangen zjjn be vorderd, nl. de overste baron Sirtema van Grovestins tot kolonel en jhr. v. d. Bosch tot majoor. Op 28 Februari rns. zullen de miliciens der infanterie van de lichting 1898, die zich thans voor het grootste gedeelte met winter- verlof bevinden, weder tij hun respectieve corps:n moeten terugkeeren. Door den minister van oorlog is aan de chefs van corpsenj gevraagd hun gevo-len kenbaar te maken, of het hun wenschtiyk voorkomt voortaan geen toestemming meer te verleenen aan vrouwen van gehuwds militairen, om handel te drijven ofeennericg t3 coen; terwijl het door den minister bepaald verboden is, dat militairen als tueschenpersoon voor de nering, door hun vrouwen ge-reven, optreden. Tevens i3 verboden, dat militairen of hun vrouwen handel drfiven in goederen, cie uitsluitend coor militairen worden be trokken. Bij de door den intendant der 8de divisie infanterie gehouden aanbesteding voor de levering van rundtren, kalveren en reuzel, voor b-C garnizoen te Breda over hrt tijdvak van 1 Januari tot en met 30 Juni 1-899, werd o. a. ingeschreven: Voor Breda: J. Van Eooydorrk, Breda, run deren 0.56, kalveren ƒ0.90; G. W, Zand poort, Leiden, rundtren 0.549; Iff. S. Bos man &ZoonJ Rotterdam, runderen 0.554;- dezelfden, kalveren 0.845; M. "Van Geveld, Rotterdam, runderen 0 593; ff.Van Leeuwen, Grave, runderen 0.557; Gr. J. Egberts, Utrecht, reuzel 0.64; P. J. Van Lier, Ereda, ƒ0.57. Te Zwolle is na een-korte ongesteldheid van slechts drie dagen overleden de heer Jan Loot, lid van den Raad dier gemeente. De beer Blussé, lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, cis onlangs op straat een ral dead, is thans hersteld, zoodat JÜ weder is uitgegaan. Aan den minister van financiën en in Ifdruk aan de leden der tweede Kamer is *en adres gezonden door het college van zetters voor 's Rfiks cirecte belastingen te Arnhem, houdende verzoek om, in afwijking van ce voor- gestolde regeling der belooningen, met het oog «P de zich steeds uitgebreid hebbende werk- taamheden, de vergoeding alsnog in even redigheid te brengen met cie, welke voor het coliego te Amsterdam wordt voorgesteld. De lu tenant ter zee der 1ste klasse H. T. Hoven wordt met 1 December a. s. gedetacheerd bjj de Sterrenwacht te Utrecht. De luitenants ter zee der 2de klasse J. Soutendam en H. C. Steffelaar en de officier van gezondheid der 2de klasse by de zee macht H. O. C. Bloemink, uit Oost Inciö in Nederland teruggekeerd, zyn op non-activiteit gesteld. De adelborst der 1ste klasse by de Koninklijke Nederlandsche Marine-reserve W. K. J. Uhlenbroek, cienende aan boord van Hr. Ms. instructieschip „Gier", wordt met 25 dezer van zijn plaatsing aan boord van ge- melden tolem ontheven. Uit de „Brieven uit Jeruzalem" in het „N. v. d. D." t l|jkt, dat het bericht, als zou ióe Gusfraaf-AdoIf-vereeniging 50,000 Mark heb ben gegeven voor den bouw eener tweede JProt. kerk te Jeruzalem en de Keizer de verdere kosten voor zijn rekening nemen,, ierwyl de Sultan Zijne Majesteit machtiging •,ou hebben verleend om een geschikte plaats voor dien bouw uit te zoeken, ODjuist is. ïür is slechts sprake van do stichting eener pastorie. Yoor cit doel schonk de Gustaaf- Adolf-vereeniging de gemelde som, terwijl de Keizer het ontbrekende zal bijdragen. Maandagavond met den laatsten trein arriveerJe te Heerlen (L) de minister van waterstaat, de heer Lely, vergezeld van den heer De Marcz Oyens, chef der handels- afdeeling aan genoemd departement. Den volgenden dag werd bezoek gebracht aan de mijnen te Kerkrade on Heerlen. De gemeenteraad te Utrecht benoemde gisteren tot gemeentelijk ingenieur, op een salaris van 3000, den heer J. N. Van Ruyven, adjunct-directeur dor gemeentewerken te Arnhem. Aan mej. J. A. Mullekes, die de gemeente 34 jaar als bewaarscboolbouderes diende, werd een pensioen vtrleend van 207. De gemeenteraad van Alkmaar heeft het jaariyksch subsidie aan de Huishoud- en Industrieschool aldaar van 500 tot 1000 verhoogd. Naar men mededeelt, z(jn vanwege de Scheveningscbe reederjj reeds by den minister van waterstaat stappen gedaan om spoedig een wet betreffende den havenaanleg bij de Staten-Generaal aanhangig te maken. H. M. de Koningin schonk 75 als blijk Harer buitengewone belangstelling, ten be hoeve der avondschool der afd. Amsterdam van het Algemeen Nederlandsch "Werklieden verbond. De vertegenwoordigers der vreemde natiën ter wereldtentoonstelling te Parijs in 1900 hebben zich vereenigd ter bevordering hunner gemeenschappelijke belangen, en een bureau uit hun midden benoemd, waarvan de ver tegenwoordiger van Rusland voorzitter en die van Groot Britannië thesaurier is, terwijl tot secretaris is gekozen baron Van Asbeck, de gedelegeerde van den commissaris-generaal voor Nedorland. Het stoomschip „Herzog", van O.-Afrika naar Rotterdam en Hamburg, arriveerde 17 Nov. to Suez; de „Maasdam" vertrok 17 Nov. van Rotterdam naar Nieuw-York; de „Oranje- Nassau", van Amsterdam naar Suriname, is 17 Nov. Ouessanfc gepasseerd; de „Soembing", van Rotterdam naar Batavia, vertrok 17 Nov. van Marseille; de „General", van Oost-Afrika naar Vlissingen en Hamburg, arriveer.e 17 Nov. te Marseille; de „Kanzier" arriveerde 16 Nov. van Hamburg en Amsterdam te Durban; de „Koningin Wïlhelmina", van Am sterdam naar Batavia, arriveerde 18 Nov. te Padang; de „Reichstag" arriveerde 16 Nov. van Hamburg en Antwerpen te Dar-es-Salaam. Benthuizen. Do ijsclub „De Ken dracht" hield gisteravond baar gewone jaarvergade ring on er voorzitterschap van den heer A. Van den Berg. Nadat de secretaris, de heer A. Paul, de notulen had voorgelezen, deed de p nningmeester, de heer W. Van Driel, reke ning en verantwoording. Hieruit bleek, dat de afgdoopen winter van voorieeligen invloed op de financiën geweest was. Het batig slot toch bedroeg de som van 186.73. Na afloop van verdere besprekingen ging men over tot het verkiezen van een bestuur, en werden do beeren A. Van den Bergr A. Paul en W. Van Driel respectievelijk als voorzitter, secretaris en penningmeester her kozen. üillegom. Aan de politie van deze en omliggende gemeenten werd gisteravond mede- deeling gedaan, dat een vrouwelijke verpleegde, zekere Van der W.T uit Sassenheim, uit het ge sticht „Endegeest" was ontvlucht. Hedenmorgen te circa 4 uren werd door keien P. WeiJers, alhier woonwachtig, tydens een twist een groote ruit stukgeslagen by den bakker N. Boon aan de Hoofdstraat alhier. Aan den survtiJleerenden gemeente-veldwach ter Pardoen, die eenige minuten later daar passeerde, werd van het gebeurde aangifte gedaan. Roelof-Arcndsveon. Tot onderwijzer aan de openbare school alhier (vacature de heer J. v. Noord) is met ingang lo. December a. s. benoemd de heer A. Rookhuyzeir, te Ter Aar, thans plaatsvervangend hoofd te L nge Ruige- weioe. Met den benoemde stonden op do voordracht de hoerenM. J. Segaar, te Haar lem, Jac. Geldof, te Westkapelle, W. D. Van Wijk, te Zalt-Bommel, A. K. J. v. d. Ende, te Valkenswaard, en Nic. Muf, te Brenkelen. Stompwyk. Tot lid van den Raad dezer gemeente is, ter vervanging van wylen A. De Jong Srbenoemd de heer H. Van Santen Jaczn. Warmond. Door Burgemeester en Weths. van Warmond is aan de ingezetenen ter open bare kennis gebracht, dat de begrooting van inkomsten en uitgaven dezer Gemeente voor het dienstjaar 1899. den Raad is aangeboden en gedurende 14 dagen van 16 November tot en met 1 December a. 8. ter gemeente-secr-.tarie voor een ieder ter lezing ligt, en tegen be taling der kosten verkrijgbaar is gesteld. Uit de „Staatscourant,™ Koninklijke besluiten Aan mr. C. D. Asser Jr., op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als rechter-plaatsvervanger in de arrondissements rechtbank te Amsterdam, onder dankbetuiging voor do in die betrekking bewezen diensten; aan mr. A. Luden. op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als lid van het college van regenten over de gevangenissen te Arnhem, onder dank betuiging voor de in die betrekking bewezen diensten, en benoemd tot lid van genoemd college van regenten jhr. L. J. Van Toylingen, gep. goneraal-majoor der genie. Benoemd tot concierge boekbindersklerk bij 's riijks archief in Zeeland, te Middelburg, C. De Waard, thans adjudant-onderofficier. Aan E. Phillips, geb. te Bilston, in Engeland, vergunning verleend tot bet geven van üooger onderwijs aan een bijzondere school van hooger onderwijs te Roosendaal. Aan den officier van adm. 2de kl. J. Van Rijn van Alkeinade, op zijn verzoek, met ingang van 1 Jan. 1899, eervol ontslag verleend uit den zee dienst; met ingang van 16 Nov., aan den adjunct- commies bij liet hoofdbestuur der posterijen en telegraphic E R. Borchors, op zijn verzoek, eorvol ontslag uit 'slands dienst verleend; met ingang van 1 Dec., aan den commies der telegraphie 2de kl. J. Hekkema, op zijn verzoek, eervol ontslag uit 's Rijks dienst verleend. De rang van generaal-majoor verleend aan den gep. kolonel der art. O. H. Kuyck. in hun rang overgeplaatst bij bet reg. grena diers en jagers, do kapitein jhr. J. T. VanSpeng- ler, van hot 4de, alsmede de eerste luitenants J. Van der Scheer, van het 1ste, H. Z. A. Van do Roemer, adjudant bij het 2de, en T. B. Van Lely- veld, van bet 4de rog. infanterie. De tweede luitenant H. H. Den Ouden, van hot 3de reg. infantorie, met ingang van 1 December 1898, op zijn verzoek, voor don tijd van ëén jaar op non-activiteitgesteld, zonder bezwaar der schatkist. Benoomd tot Rijksontvangers te 's-Ilortogenbosch A. T. M. Van Thiol, thans te Schiedam; te Har- melen J. H. Van Barneveld, thans te Breukelen. Óp verzoek eervol ontslagen met aanspraak op pensioen de Rijks ontvanger D. Engelen, te Does- burg. Kerkelijlio Bei-icli ton. Hoogmade: Ned.-Herv. Gem. Zondag namiddag te twee uren, ds. J. Nierstrasz, predikant te Leiderdorp. Valkenburg: Ned.-Herv. Gem. Zondag morgen te tien uren, ds. C. Plug, predikant te Katwyk-aan-Zee. Woubrugge: Gereformeerden. Zondag- voorm. te tien en nam. te twee uren, ds. Kramer, pred. te Waarder. Ned. Prot.-Bond. 's Avonds te zeven uren, dr. H. G. Hageö, em.-pred. te Leiden. Geveild© perceel© n. Gehouden verkooping in het Notarishuis aan Den Burg, alhier, op Vrydag 18 Nov., ten overstaan van J. A. Van Hamel, notaris te Leiden: Do Bouwmanswoning „De Boomgaard", met diverse perceelen wei- en hooiland, ondor Leiderdorp, samen groot 33 70 76 hectaren, te zamen in tod op ƒ53,802, kooper de heer P. Van 't Riet qq.„ te Leiderdorp, voor 59,302. RECLAMES, a 25 Cents per regel. tot 14.65 p. Meter, zoowel zwarte, witte als gekleurde Hennobtrg Zyde van af 35 Cts. tot 14.65 p. Meter, glad. gestreept, go- karteld, gestipt, Damast, enz., fcfc 240 verscbill. qualiteiten, 2000 vorschill. kleuren, tjekenin- geD, enz) Portvry en vrfi van invoerrechten thuis. Monsters omgaand. Dubbel briefporto naar Zwitserland. 9199 15 (K. en K. HofT.) 2ÜRICH. De zaak-Dreyfos. De algemeene indruk iir ds couloirs van het Hof van Cassatie is, dat weldra een be schikking door het Hof zal gegeven worden om Dreyfus te laten overkomen. Het zou onmogelyk zyn telègraphische gemeenschap met hem te onderhouden, wegens de hooge kosten, daaraan verbonden. Boven dien zouden de antwoorden, door Dreyfus langs telegraphischen weg gegeveD, niet den noodigen waarcorg opleveren van geheel en al onvervalscht te zyn. De „Kölnische Ztg." zegt naar aanleiding van de beslissing van het Hof van Cassatie: „Uit een moreel oogpunt is dit besluit een ernstige critiek op do houding van het minis- terie-Dupuy, dat, de bewyzen in handen hebbende, dat een man stierf van vertwyfeling, geweigerd had hem op de hoogte te stellen van hetgeen gebeurd was, onder voorwendsel, dat het Hof van Cassatie ten aanzien van deze zaak niets had besloten. Het Hof, dat zich niet medeplichtig wilde maken aan een dergelyke wreede handel wyze, heeft toen het bekende besluit genomen. Het Hof van Cassatie wenschte niet de meening t9 laten opkomen, dat het door te gelasten, dat de straf nog niet behoefde te worden geschorst, daarmee biyk gaf van een vooringenomenheid en partystelling van het opperste gerechtshof ten laste aan den ver oordeelde. De publieke opinie in Frankryk, voor zoover zy nog niet geheel en al is aan getast door een verraders-maDie en Jodenhaat, heeft zich dan ,ook tegen de houding der regeering verklaard. De „Temps" schreef o. a.: „Tot het laatste oogenblik laten wy de hoop op genade zelfs nog aan hem, voor wien het schavot reeds klaar staat, ooidat onze moderne wetten niet nutteloos de kwellingen van hem, dien zü hebben getroffen, willen vergrooten. Waarom zou men dan niet onder alle om standigheden en aan alle veroordeelden, die toch altyd menschen tl\jven, dezelfde groot moedigheid on gereebtigoeid bewyzen?" De geest van de moderne wetgeving en van de moderne opvatting der beschaving is door de Fransche regeering niet nagekomen en het hoogste gerechtshof heeft haar daarom tot de orde geroepen. Voor de tweede maal binnen enkel9 weken heeft het Hof van Cassatie bewezen, dat het niet alleen de bewaker is van het nationale geweten, maar dat het ook de hoogste macht is, die de regeering, die haar plicht verzaakt, den weg kan wyzen. Door zffn besluit heeft het Hof waarschyriiyk een mensch het leven gered, en meer dan dat, het heeft, zonder zich te storen aan den haat, dien men het Hof toedraagt zoowel in hoogere als in lagere kringen, den goeden naam van Frankrijk go red, die door de regeeriog van den heer Dupuy, lichtvaardig of uit lafheid, op het spel was gezet. De beteekenis van de nieuwe beschikking van het Hof van Cassatie wordt door Albert Bataille, den rechtskundigen medewerker van de „Figaro", aldus uiteengezet: „Tot een laat uur in den namiddag waren groepen advocaten in het paleis van justitie bezig er over van gedachten te wisselen. Allen waren eenstemmig, om de beslissing van het hoogste gerechtshof op te vatten als de opening van de actieve phase der her ziening. „De getuigenverklaringen van de oud ministers van oorlog, die het hoogste rechts college met zooveel zorg beeft aangehoord en opgeteekend dagen achtereen, hebben niet de uitwerking gehad om het te overtuigen van de schuld van Dreyfus. Wanneer bet Hof van Cassatie die overtuiging had gehad, dan zou het zyn onderzoek hebben gestaakt; het zou niet luchthartig een toastand van onrust be stendigd hebben; bet zou met het motief het verzoek om herziening verworpen hebben. „Juist het tegendeel doet zich voor. Met de mededeeling van bet arrest van ontvanke lijkheid aan don veroordeelde van bet Duivels eiland, met de uitnoodiging die tot hem is gericht, de sommatie als men wil, om met zyn middelen van verdediging aan te komen, treden wy ten volle in het contradictoir debat, met volle zeilen in het onderzoek. De gewichtige beslissing, die thans genomen is door het hoogste rechtscollege, toont op uitdrukkelijke w\jze aan, dat alle voorafgaande vragen ter zijde zyn gesteld, dat het Hof van Cassatie niet gelooft aan de bepaalde onmogeiykheid van de onschuld van Dreyfus en dat men het te dien aanzien geen enkel afdoend argument heeft bijgebracht. „Dat werd in de salie des pas perdus van het Hof van Justitie gezegd, waar het valt niet te ontkennen de voorstanders der re visie eiken dag nieuwe aanhangers winnen, vooral sedert de inbeslagneming van het ver maarde fijne papier, gelijk aan hot papier van het borderel, dat by een deurwaarder is ge vonden met het schrift van majoor Eeterhazy." „Thans is het woord aan Dreyfus", zogt de „Aurore". Dit is dus het resultaat van de ver~ klaringen van vyf ministers van oorlog voor het Hof van Cassatie. In vyf minuten konden zy de schuld van Dreyfus vaststellen. Zy hebben uren lang gesproken en zoodra zy geëindigd hadden, be sloot het Hof, dat Dreyfus zelf ondervraagd moest worden. Indiea de verklaringen van de vyf mi nisters het Hof halden overtuigd van de schuld van Dreyfus, had het de enquête kunnen en moeten sluiten en het verzoek om revisie afwyzen. Of wel het had eerst Picquart en andere getuigen décharge moeten hooren en daarna zou het kunnen beslissen of Dreyfus zelf ge hoord zou moeten worden. Maar neen, reeds nu, onmiddellijk na de verkaringen, die Drey fus en het syndicaat hadden moeten verplet teren, noodigt het Hof den veroordeelde uit, om mode te deelen, wat by tot zyn verdedi. ging heeft aan te voeren. Den 30sten October besliste het Hof: „Alvorens de revisie te gelasten, zal er een aanvullingsonderzoek worden gehouden. En het weigerde de straf te schorsen. Den loden November, toen de beschuldigers goboord waren, achtte het Hof het oogenblik gekomen, om Dreyfus uit te noodigen zyn verdediging voor te bereiden, d. w. z. te antwoorden op het vonnis van 1894 en aan het vyfvoudige eerewoord der ministers. Het enkele feit, dat bet Hof den veroor deelde ondervraagt, bewyst, dat de gewysda zaak geen gezag meer heeft. De afgeloopcn veertien dagen zyn dus niét zoo noodlottig voor de revisie geweest als de vrienden van den generalen staf het wel wenschten. De verklaringen van Merrier, Billot, Cavaig- nac, Zurlinden en Chanoine hebben, zooals „Le Petit Journal" het uitdrukte, de leden van het Hof ten hoogste verbaasd. Men heeft toe vallig eenigo woorden gehoord V3n oen ge sprek tusschen twee raadsheeren. Zy spraken over de verklaringen der ministers en een van hen zeide: „Het is allertreurigst. Zy zyn van leugens overgegaan tot onbezonnenheden." En daarom is thans het woord aan Dreyfus. Kolonel Picquart, Mr. Labori heeft machtiging gekregen om met kolonel Picquart te spreken. De geheime afzondering van den kolonel is dus opgeheven. Den 22sten September werd de kolonel van de gevangenis der Santé overgebracht naar de Cherche-Midi, waar de militaire over heid hem in bewaring nam, en sedert dezen dag is van de buitenwereld niemand by hem toegelaten behalve in de laatste dagen zyn bloedverwant de heer Gast. Maar deze mocht met den kolonel volstrekt niet sprekon over do Dreyfus-zaak. Zyn advocaat, mr. Labori, mocht hem niet zien. "Wat de beweegredenen zyn geweest tot deze strenge afzondering van 56 dagen, laten wy daar, zegt het „Hbl." Maar als de haters van den kolonel hebben gemeend zyn geest kracht to kunnen breken door de eenzaamheid, hebben zij zich misrekend. Een man als Picquart, die zichzelf geheel geeft voor een zaak, die by goed acht, die daaraan een geëerde positie, een onverdachten naam, een onbezorgd loven zonder eenigen ophef opoffert, maakt men niet klein door dwang. Dezen man, wiens hart vry wa6 van onrust, omdat zfin geweten zuiver is en onbesmet, had mon nog wel eens zoo lang in afzondering kunnen houden en hy zou met even goeden uitslag ook deze beproeving hebben doorstaan. Hy wist wel is waar niets van de belangryke stappen voorwaarts, die de zaak der herziening sedert 22 September heeft gedaan, hem was onbekend, dat het Hof van Cassatie in ruime trekken het Dreyfus schandaal heeft onthuld, en evenmin, dat het thans zelf een onderzoek instelt hy wist alleen, dat de zaak, waar voor hy streed, recht was, en dus moest zy zegevieren vroeg of laat. Welke aanleiding er bestond om het ge vraagde verlof, dat twee dagen geleden aan mr. Labori nog was geweigerd op grond, „dat er nog geen aanleiding bestond om goedgun stig te beschikken", thans toe te staan, moet nog biyken. Een kleine aanwijzing kan wol- licht een bericht van de „Sfóple" geven, mel dende, dat de ministerraad heeft erkend, dat de instructie tegen kolonel Picquart veel ernstige onregelmatigheden aanwijst, die enkel vorklaard kunnen worden uit den wensch om kolonel Picquart zoolang mogelyk achter slot en grendel te houden. De minister van oorlog hoeft zich toen genoodzaakt gezien tusschen- beide te komen en te eischen, dat het onder zoek werd bespoedigd. Is dat onderzoek thans voorgoed afgeloopen en acht men het nu niet meer noodig den kolonel als een gevaarlijk sujet afgescheiden te houden van de buitenwereld, of heeft misschien ook hier het Hof van Cassatie een woordje medegesproken door een dagvaarding van den kolonel, die het onmogelijk maakte den advocaat langer den toegang tot zyn cliënt te weigeren? De uitvoeriger mededeeling, die omtrent do verleende vergunning ia de „Ind. beige" voorkomt, geeft daaromtrent wel eenige aan duiding. Zy zegt: „Mr. Labori is gistermiddag door den gene ralen staf van den militairen gouverneur^ Parys ontvangen. Generaal Zurlinden h den bekwamen advocaat do9n weten, mits de regeeringscoramissaris by den raad zich daartegen niet verzette, hom I machtigen zich Zaterdag met den ko'.cJB Picquart in vc-rbinoiog to stellen om te spr,., over de getuigenverklaring, die dezo ciQ v J gende we-k voor het Hof van Cassatie <1 moeten afleggen. „Hot dossier van het „petit Hen" zal advocaat ter inzage worden gegeven, qI hy zal daarover inet den kolonel eerst rno^H spreken, nadat generaal Zurlinden oen bedS sing zal hebben genomen over het rapp.>9 van kapitein Tavornier." Aldus de „Ind. bolge." Uit dit berichtbiytH dat de kolonel inderdaad voor het Hof fl gedagvaard tegen de volgende week en qB mr. Labori hoofdzakeiyk het verlof is geg-vj omdat de kolonel is gedagvaard. Do „Courrier du Soir" deelt mede, dat mrl Labori gemachtigd fcv hoden. mtt PlcquJ zich in verbinding te stellen. Verschillende geruchten zyn inomloop ovi het tydstip waarop mr. Labori by PicquartB zal worden toegelaten. Trouwens het onder-I werp van gesprek zou nog enkel biyven b-»|i afleggen van getuigenis voor het Ho' rM het Hof van Cassatie, waartoe dë oversto J volgende week is opgeroepen. Tegenover hen die meenen dat het bj.1 moeiiyken van de raadspleging van den ver.l deüiger zyn grond zou vinden in de over-l tuiging van den gouverneur van Parys, d«|l de instructie toch tot niets zal: leiden, zegtl de „Courrier du Soir" te geiooven dat vei- wyzing naar den krygsraad het einde zA wezen; en daar het onmogelyk ia de deur:Q te sluiten, vreest het blad hartstochtelijks debatten, welke deze nieuwe zaak nog ernstige; zouden maken dan de Dreyfus-geschiedenu reeds is. Do „Martin" meldt dat, ihdïen luitenan' kolonel Picquart naar den tweeden kry»sraal verwezen wordt, de regeeringscomnvissaris geen behandeling met gesloten deuren zal eischen. Dj „Rappel" had, zooals men weet, een inschrijving willen openen om Picquart een eeresabel aan te bieden, en de Vereeniging voor de Rechten van den Mensch steunde dat plan. Maar het zal niet ten uitvoer gelegd worden: op raad van Edmond Gast heeft kolonel Picquart beslist geweigerd, zulk een huldeblijk aan te nemen. De rogeering zal, naar meu zegt, op de interpellatie, die da antisemiet Lasies in d) Kamer wil indienen, antwoorden, dat de plicht van elke gevestigde regeering is, den oar.bied voor en da uitvoering van da beslissingen der rechteriyke macfit te verzekeren. Zy moest dus aan de opdracht van do criminaele Kamer van het Hof van Cassatie, om Dreyfus de beslissing van het Hof tan aanzien der revisie mede te deelen, gevolg geven. Overigens had de regeering do rechten van het Hof willen, eerbiedigen,, en het Hof dus den eersten stap laten doen voor da. mededeeling w Dreyfus. Lisies heeft aan de parlementaire „groep van da nationale verdediging" da taak over gelaten, da motie op te stelieuj dia na de interpellatie ingediend zal worden. De groop is onrter voorzitterschap van Georges Berry byeengekomen, en heeft in beginsel besloten, in haar motie de regeering uit te noodigeo „de belangen van de nationala verdediging: to bevorderen." Dj tekst van do motie zal echter eerst in den loop van de Kamer vergadering opgesteld wordan,. Gisteren werd melding gemaakt van de briefwisseling tusschen kolonel Monteil en mevrouw Dreyfua. Monteil heeft nu het vol» gende geantwoord: „Mevrouw, de brief, di?n gy my de eer gedaan hobt my te schryven, heeft, ten doel er tegen te protesteeren, dat gy ooit zoudt getwijfeld hebben aan do onschuld van uw echtgenoot. Mijn brief van 15 November, g(j staat my toe u dit eerbiediglyk te doen op merken, heeft geen betrekking- op uw per soonlijke gevoelens, daar ik my niet ia uw tegenweordigheid bevonden heb. „Het precieso feit, dat ik verteld heb, ri niet en kan niet worden geloochend. Dat precieso feit slaat, zooals mon zicb herinnert, op uitlaiingen van kapitein Lebrun- Renault over de „bekentenis" van Dreyfus, ten huize van de familie Monteil; Het wordt echter, zoo niet geloochend, d3n toch anders voorgesteld in den gisteren reeds vermelden brief van Gabri 1 Monod, lid van het Instituut, in de „Droits do l'Ho.nme." De heer Franci3 De Pressensé, cie wogens zyn optraden in de Dreyfus zaak (zooals be kend is, is de het-r De Prrsssnsé een dei krachtigste verJedïgers der revisi?); door den raad van de orde- van h t L°gioen van Eer uit die orde is geschrapt, heeft in ue „Aurore" een artikel geschreven onder den t tel „Eet en Legioen van Eer". In ait artikel bespreekt hy bovengenoemd besluit. Niet alleen het Legioen van Eer is hem ontnomen, doch tevens is het hem, gelyk gemeld, verboden eenige andere Fransche of buiteulandsche ridderorde of medaille te dragen. Aan bet slot van dit artikel zegt hy: „Wat my betreft, ik beschouw bet als een bijzondere eer, waardig te zyn geoordeeld, in dezo zaak, waarin een groot slachtoffer, Dreyfus, en een held, Picquart, zyn betrokken, en waarvan het hoogste rechtscollege van het land, met bewonderenswaardige onafhankelijk-;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 2