BALZIJDE 40 Cts.
6. HElEBERfi's Zijdenfabrieken,
Het heelt, zegt het „H. Dagblad", de
aandacht getTokken, dat onder deze Regeering,
In afwijking van de gevolgde handelwijze door
de twee aan haar voorafgegane kabinetten,
by de jongste bevorderingen twee officieren
bij den grooten staf, dienstdoende adjudanten
van de Koningin, tot hoogere rangen zjjn be
vorderd, nl. de overste baron Sirtema van
Grovestins tot kolonel en jhr. v. d. Bosch
tot majoor.
Op 28 Februari rns. zullen de miliciens
der infanterie van de lichting 1898, die zich
thans voor het grootste gedeelte met winter-
verlof bevinden, weder tij hun respectieve
corps:n moeten terugkeeren.
Door den minister van oorlog is aan de
chefs van corpsenj gevraagd hun gevo-len
kenbaar te maken, of het hun wenschtiyk
voorkomt voortaan geen toestemming meer
te verleenen aan vrouwen van gehuwds
militairen, om handel te drijven ofeennericg
t3 coen; terwijl het door den minister bepaald
verboden is, dat militairen als tueschenpersoon
voor de nering, door hun vrouwen ge-reven,
optreden. Tevens i3 verboden, dat militairen
of hun vrouwen handel drfiven in goederen,
cie uitsluitend coor militairen worden be
trokken.
Bij de door den intendant der 8de divisie
infanterie gehouden aanbesteding voor de
levering van rundtren, kalveren en reuzel,
voor b-C garnizoen te Breda over hrt tijdvak
van 1 Januari tot en met 30 Juni 1-899, werd
o. a. ingeschreven:
Voor Breda: J. Van Eooydorrk, Breda, run
deren 0.56, kalveren ƒ0.90; G. W, Zand
poort, Leiden, rundtren 0.549; Iff. S. Bos
man &ZoonJ Rotterdam, runderen 0.554;-
dezelfden, kalveren 0.845; M. "Van Geveld,
Rotterdam, runderen 0 593; ff.Van Leeuwen,
Grave, runderen 0.557; Gr. J. Egberts, Utrecht,
reuzel 0.64; P. J. Van Lier, Ereda, ƒ0.57.
Te Zwolle is na een-korte ongesteldheid
van slechts drie dagen overleden de heer
Jan Loot, lid van den Raad dier gemeente.
De beer Blussé, lid van Gedeputeerde
Staten van Zuid-Holland, cis onlangs op
straat een ral dead, is thans hersteld, zoodat
JÜ weder is uitgegaan.
Aan den minister van financiën en in
Ifdruk aan de leden der tweede Kamer is
*en adres gezonden door het college van zetters
voor 's Rfiks cirecte belastingen te Arnhem,
houdende verzoek om, in afwijking van ce voor-
gestolde regeling der belooningen, met het oog
«P de zich steeds uitgebreid hebbende werk-
taamheden, de vergoeding alsnog in even
redigheid te brengen met cie, welke voor het
coliego te Amsterdam wordt voorgesteld.
De lu tenant ter zee der 1ste klasse
H. T. Hoven wordt met 1 December a. s.
gedetacheerd bjj de Sterrenwacht te Utrecht.
De luitenants ter zee der 2de klasse J.
Soutendam en H. C. Steffelaar en de officier
van gezondheid der 2de klasse by de zee
macht H. O. C. Bloemink, uit Oost Inciö in
Nederland teruggekeerd, zyn op non-activiteit
gesteld.
De adelborst der 1ste klasse by de
Koninklijke Nederlandsche Marine-reserve W.
K. J. Uhlenbroek, cienende aan boord van
Hr. Ms. instructieschip „Gier", wordt met 25
dezer van zijn plaatsing aan boord van ge-
melden tolem ontheven.
Uit de „Brieven uit Jeruzalem" in het
„N. v. d. D." t l|jkt, dat het bericht, als zou
ióe Gusfraaf-AdoIf-vereeniging 50,000 Mark heb
ben gegeven voor den bouw eener tweede
JProt. kerk te Jeruzalem en de Keizer de
verdere kosten voor zijn rekening nemen,,
ierwyl de Sultan Zijne Majesteit machtiging
•,ou hebben verleend om een geschikte plaats
voor dien bouw uit te zoeken, ODjuist is.
ïür is slechts sprake van do stichting eener
pastorie. Yoor cit doel schonk de Gustaaf-
Adolf-vereeniging de gemelde som, terwijl de
Keizer het ontbrekende zal bijdragen.
Maandagavond met den laatsten trein
arriveerJe te Heerlen (L) de minister van
waterstaat, de heer Lely, vergezeld van
den heer De Marcz Oyens, chef der handels-
afdeeling aan genoemd departement. Den
volgenden dag werd bezoek gebracht aan de
mijnen te Kerkrade on Heerlen.
De gemeenteraad te Utrecht benoemde
gisteren tot gemeentelijk ingenieur, op een
salaris van 3000, den heer J. N. Van Ruyven,
adjunct-directeur dor gemeentewerken te
Arnhem.
Aan mej. J. A. Mullekes, die de gemeente
34 jaar als bewaarscboolbouderes diende, werd
een pensioen vtrleend van 207.
De gemeenteraad van Alkmaar heeft het
jaariyksch subsidie aan de Huishoud- en
Industrieschool aldaar van 500 tot 1000
verhoogd.
Naar men mededeelt, z(jn vanwege de
Scheveningscbe reederjj reeds by den minister
van waterstaat stappen gedaan om spoedig
een wet betreffende den havenaanleg bij de
Staten-Generaal aanhangig te maken.
H. M. de Koningin schonk 75 als blijk
Harer buitengewone belangstelling, ten be
hoeve der avondschool der afd. Amsterdam
van het Algemeen Nederlandsch "Werklieden
verbond.
De vertegenwoordigers der vreemde natiën
ter wereldtentoonstelling te Parijs in 1900
hebben zich vereenigd ter bevordering hunner
gemeenschappelijke belangen, en een bureau
uit hun midden benoemd, waarvan de ver
tegenwoordiger van Rusland voorzitter en die
van Groot Britannië thesaurier is, terwijl tot
secretaris is gekozen baron Van Asbeck, de
gedelegeerde van den commissaris-generaal
voor Nedorland.
Het stoomschip „Herzog", van O.-Afrika
naar Rotterdam en Hamburg, arriveerde 17
Nov. to Suez; de „Maasdam" vertrok 17 Nov.
van Rotterdam naar Nieuw-York; de „Oranje-
Nassau", van Amsterdam naar Suriname, is
17 Nov. Ouessanfc gepasseerd; de „Soembing",
van Rotterdam naar Batavia, vertrok 17 Nov.
van Marseille; de „General", van Oost-Afrika
naar Vlissingen en Hamburg, arriveer.e 17
Nov. te Marseille; de „Kanzier" arriveerde
16 Nov. van Hamburg en Amsterdam te
Durban; de „Koningin Wïlhelmina", van Am
sterdam naar Batavia, arriveerde 18 Nov. te
Padang; de „Reichstag" arriveerde 16 Nov.
van Hamburg en Antwerpen te Dar-es-Salaam.
Benthuizen. Do ijsclub „De Ken dracht"
hield gisteravond baar gewone jaarvergade
ring on er voorzitterschap van den heer A.
Van den Berg. Nadat de secretaris, de heer
A. Paul, de notulen had voorgelezen, deed de
p nningmeester, de heer W. Van Driel, reke
ning en verantwoording. Hieruit bleek, dat de
afgdoopen winter van voorieeligen invloed
op de financiën geweest was. Het batig slot
toch bedroeg de som van 186.73.
Na afloop van verdere besprekingen ging
men over tot het verkiezen van een bestuur,
en werden do beeren A. Van den Bergr A.
Paul en W. Van Driel respectievelijk als
voorzitter, secretaris en penningmeester her
kozen.
üillegom. Aan de politie van deze en
omliggende gemeenten werd gisteravond mede-
deeling gedaan, dat een vrouwelijke verpleegde,
zekere Van der W.T uit Sassenheim, uit het ge
sticht „Endegeest" was ontvlucht.
Hedenmorgen te circa 4 uren werd door
keien P. WeiJers, alhier woonwachtig, tydens
een twist een groote ruit stukgeslagen by den
bakker N. Boon aan de Hoofdstraat alhier.
Aan den survtiJleerenden gemeente-veldwach
ter Pardoen, die eenige minuten later daar
passeerde, werd van het gebeurde aangifte
gedaan.
Roelof-Arcndsveon. Tot onderwijzer aan
de openbare school alhier (vacature de heer
J. v. Noord) is met ingang lo. December a. s.
benoemd de heer A. Rookhuyzeir, te Ter Aar,
thans plaatsvervangend hoofd te L nge Ruige-
weioe. Met den benoemde stonden op do
voordracht de hoerenM. J. Segaar, te Haar
lem, Jac. Geldof, te Westkapelle, W. D. Van
Wijk, te Zalt-Bommel, A. K. J. v. d. Ende,
te Valkenswaard, en Nic. Muf, te Brenkelen.
Stompwyk. Tot lid van den Raad dezer
gemeente is, ter vervanging van wylen A. De
Jong Srbenoemd de heer H. Van Santen Jaczn.
Warmond. Door Burgemeester en Weths.
van Warmond is aan de ingezetenen ter open
bare kennis gebracht, dat de begrooting van
inkomsten en uitgaven dezer Gemeente voor
het dienstjaar 1899. den Raad is aangeboden
en gedurende 14 dagen van 16 November tot
en met 1 December a. 8. ter gemeente-secr-.tarie
voor een ieder ter lezing ligt, en tegen be
taling der kosten verkrijgbaar is gesteld.
Uit de „Staatscourant,™
Koninklijke besluiten Aan mr. C. D.
Asser Jr., op zijn verzoek, eervol ontslag verleend
als rechter-plaatsvervanger in de arrondissements
rechtbank te Amsterdam, onder dankbetuiging
voor do in die betrekking bewezen diensten; aan
mr. A. Luden. op zijn verzoek, eervol ontslag
verleend als lid van het college van regenten
over de gevangenissen te Arnhem, onder dank
betuiging voor de in die betrekking bewezen
diensten, en benoemd tot lid van genoemd college
van regenten jhr. L. J. Van Toylingen, gep.
goneraal-majoor der genie.
Benoemd tot concierge boekbindersklerk bij
's riijks archief in Zeeland, te Middelburg, C. De
Waard, thans adjudant-onderofficier.
Aan E. Phillips, geb. te Bilston, in Engeland,
vergunning verleend tot bet geven van üooger
onderwijs aan een bijzondere school van hooger
onderwijs te Roosendaal.
Aan den officier van adm. 2de kl. J. Van Rijn
van Alkeinade, op zijn verzoek, met ingang van
1 Jan. 1899, eervol ontslag verleend uit den zee
dienst; met ingang van 16 Nov., aan den adjunct-
commies bij liet hoofdbestuur der posterijen en
telegraphic E R. Borchors, op zijn verzoek, eorvol
ontslag uit 'slands dienst verleend; met ingang
van 1 Dec., aan den commies der telegraphie 2de
kl. J. Hekkema, op zijn verzoek, eervol ontslag
uit 's Rijks dienst verleend.
De rang van generaal-majoor verleend aan den
gep. kolonel der art. O. H. Kuyck.
in hun rang overgeplaatst bij bet reg. grena
diers en jagers, do kapitein jhr. J. T. VanSpeng-
ler, van hot 4de, alsmede de eerste luitenants J.
Van der Scheer, van het 1ste, H. Z. A. Van do
Roemer, adjudant bij het 2de, en T. B. Van Lely-
veld, van bet 4de rog. infanterie.
De tweede luitenant H. H. Den Ouden, van hot
3de reg. infantorie, met ingang van 1 December
1898, op zijn verzoek, voor don tijd van ëén jaar op
non-activiteitgesteld, zonder bezwaar der schatkist.
Benoomd tot Rijksontvangers te 's-Ilortogenbosch
A. T. M. Van Thiol, thans te Schiedam; te Har-
melen J. H. Van Barneveld, thans te Breukelen.
Óp verzoek eervol ontslagen met aanspraak op
pensioen de Rijks ontvanger D. Engelen, te Does-
burg.
Kerkelijlio Bei-icli ton.
Hoogmade: Ned.-Herv. Gem. Zondag
namiddag te twee uren, ds. J. Nierstrasz,
predikant te Leiderdorp.
Valkenburg: Ned.-Herv. Gem. Zondag
morgen te tien uren, ds. C. Plug, predikant
te Katwyk-aan-Zee.
Woubrugge: Gereformeerden. Zondag-
voorm. te tien en nam. te twee uren, ds.
Kramer, pred. te Waarder.
Ned. Prot.-Bond. 's Avonds te zeven uren,
dr. H. G. Hageö, em.-pred. te Leiden.
Geveild© perceel© n.
Gehouden verkooping in het Notarishuis
aan Den Burg, alhier, op Vrydag 18 Nov.,
ten overstaan van J. A. Van Hamel, notaris
te Leiden:
Do Bouwmanswoning „De Boomgaard", met
diverse perceelen wei- en hooiland, ondor
Leiderdorp, samen groot 33 70 76 hectaren,
te zamen in tod op ƒ53,802, kooper de heer
P. Van 't Riet qq.„ te Leiderdorp, voor 59,302.
RECLAMES,
a 25 Cents per regel.
tot 14.65 p. Meter, zoowel zwarte, witte als
gekleurde Hennobtrg Zyde van af 35 Cts.
tot 14.65 p. Meter, glad. gestreept, go-
karteld, gestipt, Damast, enz., fcfc 240 verscbill.
qualiteiten, 2000 vorschill. kleuren, tjekenin-
geD, enz) Portvry en vrfi van invoerrechten
thuis. Monsters omgaand. Dubbel briefporto
naar Zwitserland. 9199 15
(K. en K. HofT.)
2ÜRICH.
De zaak-Dreyfos.
De algemeene indruk iir ds couloirs van
het Hof van Cassatie is, dat weldra een be
schikking door het Hof zal gegeven worden
om Dreyfus te laten overkomen.
Het zou onmogelyk zyn telègraphische
gemeenschap met hem te onderhouden, wegens
de hooge kosten, daaraan verbonden. Boven
dien zouden de antwoorden, door Dreyfus
langs telegraphischen weg gegeveD, niet den
noodigen waarcorg opleveren van geheel en
al onvervalscht te zyn.
De „Kölnische Ztg." zegt naar aanleiding
van de beslissing van het Hof van Cassatie:
„Uit een moreel oogpunt is dit besluit een
ernstige critiek op do houding van het minis-
terie-Dupuy, dat, de bewyzen in handen
hebbende, dat een man stierf van vertwyfeling,
geweigerd had hem op de hoogte te stellen
van hetgeen gebeurd was, onder voorwendsel,
dat het Hof van Cassatie ten aanzien van
deze zaak niets had besloten.
Het Hof, dat zich niet medeplichtig wilde
maken aan een dergelyke wreede handel wyze,
heeft toen het bekende besluit genomen.
Het Hof van Cassatie wenschte niet de
meening t9 laten opkomen, dat het door te
gelasten, dat de straf nog niet behoefde te
worden geschorst, daarmee biyk gaf van een
vooringenomenheid en partystelling van het
opperste gerechtshof ten laste aan den ver
oordeelde. De publieke opinie in Frankryk,
voor zoover zy nog niet geheel en al is aan
getast door een verraders-maDie en Jodenhaat,
heeft zich dan ,ook tegen de houding der
regeering verklaard. De „Temps" schreef o. a.:
„Tot het laatste oogenblik laten wy de hoop
op genade zelfs nog aan hem, voor wien het
schavot reeds klaar staat, ooidat onze moderne
wetten niet nutteloos de kwellingen van hem,
dien zü hebben getroffen, willen vergrooten.
Waarom zou men dan niet onder alle om
standigheden en aan alle veroordeelden, die
toch altyd menschen tl\jven, dezelfde groot
moedigheid on gereebtigoeid bewyzen?" De
geest van de moderne wetgeving en van de
moderne opvatting der beschaving is door de
Fransche regeering niet nagekomen en het
hoogste gerechtshof heeft haar daarom tot de
orde geroepen.
Voor de tweede maal binnen enkel9 weken
heeft het Hof van Cassatie bewezen, dat het
niet alleen de bewaker is van het nationale
geweten, maar dat het ook de hoogste macht
is, die de regeering, die haar plicht verzaakt,
den weg kan wyzen. Door zffn besluit heeft
het Hof waarschyriiyk een mensch het leven
gered, en meer dan dat, het heeft, zonder
zich te storen aan den haat, dien men het
Hof toedraagt zoowel in hoogere als in lagere
kringen, den goeden naam van Frankrijk go
red, die door de regeeriog van den heer Dupuy,
lichtvaardig of uit lafheid, op het spel was
gezet.
De beteekenis van de nieuwe beschikking
van het Hof van Cassatie wordt door Albert
Bataille, den rechtskundigen medewerker van
de „Figaro", aldus uiteengezet:
„Tot een laat uur in den namiddag waren
groepen advocaten in het paleis van justitie
bezig er over van gedachten te wisselen.
Allen waren eenstemmig, om de beslissing
van het hoogste gerechtshof op te vatten als
de opening van de actieve phase der her
ziening.
„De getuigenverklaringen van de oud
ministers van oorlog, die het hoogste rechts
college met zooveel zorg beeft aangehoord en
opgeteekend dagen achtereen, hebben niet de
uitwerking gehad om het te overtuigen van
de schuld van Dreyfus. Wanneer bet Hof van
Cassatie die overtuiging had gehad, dan zou
het zyn onderzoek hebben gestaakt; het zou
niet luchthartig een toastand van onrust be
stendigd hebben; bet zou met het motief
het verzoek om herziening verworpen hebben.
„Juist het tegendeel doet zich voor. Met
de mededeeling van bet arrest van ontvanke
lijkheid aan don veroordeelde van bet Duivels
eiland, met de uitnoodiging die tot hem is
gericht, de sommatie als men wil, om met
zyn middelen van verdediging aan te komen,
treden wy ten volle in het contradictoir
debat, met volle zeilen in het onderzoek. De
gewichtige beslissing, die thans genomen is
door het hoogste rechtscollege, toont op
uitdrukkelijke w\jze aan, dat alle voorafgaande
vragen ter zijde zyn gesteld, dat het Hof
van Cassatie niet gelooft aan de bepaalde
onmogeiykheid van de onschuld van Dreyfus
en dat men het te dien aanzien geen enkel
afdoend argument heeft bijgebracht.
„Dat werd in de salie des pas perdus van
het Hof van Justitie gezegd, waar het valt
niet te ontkennen de voorstanders der re
visie eiken dag nieuwe aanhangers winnen,
vooral sedert de inbeslagneming van het ver
maarde fijne papier, gelijk aan hot papier van
het borderel, dat by een deurwaarder is ge
vonden met het schrift van majoor Eeterhazy."
„Thans is het woord aan Dreyfus", zogt de
„Aurore". Dit is dus het resultaat van de ver~
klaringen van vyf ministers van oorlog voor
het Hof van Cassatie.
In vyf minuten konden zy de schuld van
Dreyfus vaststellen. Zy hebben uren lang
gesproken en zoodra zy geëindigd hadden, be
sloot het Hof, dat Dreyfus zelf ondervraagd
moest worden.
Indiea de verklaringen van de vyf mi
nisters het Hof halden overtuigd van de
schuld van Dreyfus, had het de enquête
kunnen en moeten sluiten en het verzoek om
revisie afwyzen.
Of wel het had eerst Picquart en andere
getuigen décharge moeten hooren en daarna
zou het kunnen beslissen of Dreyfus zelf ge
hoord zou moeten worden. Maar neen, reeds
nu, onmiddellijk na de verkaringen, die Drey
fus en het syndicaat hadden moeten verplet
teren, noodigt het Hof den veroordeelde uit,
om mode te deelen, wat by tot zyn verdedi.
ging heeft aan te voeren.
Den 30sten October besliste het Hof:
„Alvorens de revisie te gelasten, zal er een
aanvullingsonderzoek worden gehouden. En
het weigerde de straf te schorsen. Den loden
November, toen de beschuldigers goboord
waren, achtte het Hof het oogenblik gekomen,
om Dreyfus uit te noodigen zyn verdediging
voor te bereiden, d. w. z. te antwoorden op
het vonnis van 1894 en aan het vyfvoudige
eerewoord der ministers.
Het enkele feit, dat bet Hof den veroor
deelde ondervraagt, bewyst, dat de gewysda
zaak geen gezag meer heeft.
De afgeloopcn veertien dagen zyn dus niét
zoo noodlottig voor de revisie geweest als de
vrienden van den generalen staf het wel
wenschten.
De verklaringen van Merrier, Billot, Cavaig-
nac, Zurlinden en Chanoine hebben, zooals
„Le Petit Journal" het uitdrukte, de leden van
het Hof ten hoogste verbaasd. Men heeft toe
vallig eenigo woorden gehoord V3n oen ge
sprek tusschen twee raadsheeren. Zy spraken
over de verklaringen der ministers en een
van hen zeide:
„Het is allertreurigst. Zy zyn van leugens
overgegaan tot onbezonnenheden."
En daarom is thans het woord aan Dreyfus.
Kolonel Picquart,
Mr. Labori heeft machtiging gekregen om
met kolonel Picquart te spreken.
De geheime afzondering van den kolonel
is dus opgeheven.
Den 22sten September werd de kolonel
van de gevangenis der Santé overgebracht
naar de Cherche-Midi, waar de militaire over
heid hem in bewaring nam, en sedert dezen
dag is van de buitenwereld niemand by hem
toegelaten behalve in de laatste dagen zyn
bloedverwant de heer Gast. Maar deze mocht
met den kolonel volstrekt niet sprekon over
do Dreyfus-zaak. Zyn advocaat, mr. Labori,
mocht hem niet zien.
"Wat de beweegredenen zyn geweest tot
deze strenge afzondering van 56 dagen, laten
wy daar, zegt het „Hbl." Maar als de haters
van den kolonel hebben gemeend zyn geest
kracht to kunnen breken door de eenzaamheid,
hebben zij zich misrekend. Een man als
Picquart, die zichzelf geheel geeft voor een
zaak, die by goed acht, die daaraan een
geëerde positie, een onverdachten naam, een
onbezorgd loven zonder eenigen ophef opoffert,
maakt men niet klein door dwang. Dezen man,
wiens hart vry wa6 van onrust, omdat zfin
geweten zuiver is en onbesmet, had mon nog
wel eens zoo lang in afzondering kunnen
houden en hy zou met even goeden uitslag
ook deze beproeving hebben doorstaan.
Hy wist wel is waar niets van de belangryke
stappen voorwaarts, die de zaak der herziening
sedert 22 September heeft gedaan, hem was
onbekend, dat het Hof van Cassatie in ruime
trekken het Dreyfus schandaal heeft onthuld,
en evenmin, dat het thans zelf een onderzoek
instelt hy wist alleen, dat de zaak, waar
voor hy streed, recht was, en dus moest zy
zegevieren vroeg of laat.
Welke aanleiding er bestond om het ge
vraagde verlof, dat twee dagen geleden aan
mr. Labori nog was geweigerd op grond, „dat
er nog geen aanleiding bestond om goedgun
stig te beschikken", thans toe te staan, moet
nog biyken. Een kleine aanwijzing kan wol-
licht een bericht van de „Sfóple" geven, mel
dende, dat de ministerraad heeft erkend, dat
de instructie tegen kolonel Picquart veel
ernstige onregelmatigheden aanwijst, die enkel
vorklaard kunnen worden uit den wensch om
kolonel Picquart zoolang mogelyk achter slot
en grendel te houden. De minister van oorlog
hoeft zich toen genoodzaakt gezien tusschen-
beide te komen en te eischen, dat het onder
zoek werd bespoedigd.
Is dat onderzoek thans voorgoed afgeloopen
en acht men het nu niet meer noodig den
kolonel als een gevaarlijk sujet afgescheiden
te houden van de buitenwereld, of heeft
misschien ook hier het Hof van Cassatie een
woordje medegesproken door een dagvaarding
van den kolonel, die het onmogelijk maakte
den advocaat langer den toegang tot zyn
cliënt te weigeren?
De uitvoeriger mededeeling, die omtrent
do verleende vergunning ia de „Ind. beige"
voorkomt, geeft daaromtrent wel eenige aan
duiding. Zy zegt:
„Mr. Labori is gistermiddag door den gene
ralen staf van den militairen gouverneur^
Parys ontvangen. Generaal Zurlinden h
den bekwamen advocaat do9n weten,
mits de regeeringscoramissaris by den
raad zich daartegen niet verzette, hom I
machtigen zich Zaterdag met den ko'.cJB
Picquart in vc-rbinoiog to stellen om te spr,.,
over de getuigenverklaring, die dezo ciQ v J
gende we-k voor het Hof van Cassatie <1
moeten afleggen.
„Hot dossier van het „petit Hen" zal
advocaat ter inzage worden gegeven, qI
hy zal daarover inet den kolonel eerst rno^H
spreken, nadat generaal Zurlinden oen bedS
sing zal hebben genomen over het rapp.>9
van kapitein Tavornier."
Aldus de „Ind. bolge." Uit dit berichtbiytH
dat de kolonel inderdaad voor het Hof fl
gedagvaard tegen de volgende week en qB
mr. Labori hoofdzakeiyk het verlof is geg-vj
omdat de kolonel is gedagvaard.
Do „Courrier du Soir" deelt mede, dat mrl
Labori gemachtigd fcv hoden. mtt PlcquJ
zich in verbinding te stellen.
Verschillende geruchten zyn inomloop ovi
het tydstip waarop mr. Labori by PicquartB
zal worden toegelaten. Trouwens het onder-I
werp van gesprek zou nog enkel biyven b-»|i
afleggen van getuigenis voor het Ho' rM
het Hof van Cassatie, waartoe dë oversto J
volgende week is opgeroepen.
Tegenover hen die meenen dat het bj.1
moeiiyken van de raadspleging van den ver.l
deüiger zyn grond zou vinden in de over-l
tuiging van den gouverneur van Parys, d«|l
de instructie toch tot niets zal: leiden, zegtl
de „Courrier du Soir" te geiooven dat vei-
wyzing naar den krygsraad het einde zA
wezen; en daar het onmogelyk ia de deur:Q
te sluiten, vreest het blad hartstochtelijks
debatten, welke deze nieuwe zaak nog ernstige;
zouden maken dan de Dreyfus-geschiedenu
reeds is.
Do „Martin" meldt dat, ihdïen luitenan'
kolonel Picquart naar den tweeden kry»sraal
verwezen wordt, de regeeringscomnvissaris
geen behandeling met gesloten deuren zal
eischen.
Dj „Rappel" had, zooals men weet, een
inschrijving willen openen om Picquart een
eeresabel aan te bieden, en de Vereeniging
voor de Rechten van den Mensch steunde dat
plan. Maar het zal niet ten uitvoer gelegd
worden: op raad van Edmond Gast heeft
kolonel Picquart beslist geweigerd, zulk een
huldeblijk aan te nemen.
De rogeering zal, naar meu zegt, op de
interpellatie, die da antisemiet Lasies in d)
Kamer wil indienen, antwoorden, dat de plicht
van elke gevestigde regeering is, den oar.bied
voor en da uitvoering van da beslissingen
der rechteriyke macfit te verzekeren. Zy
moest dus aan de opdracht van do criminaele
Kamer van het Hof van Cassatie, om Dreyfus
de beslissing van het Hof tan aanzien der
revisie mede te deelen, gevolg geven. Overigens
had de regeering do rechten van het Hof
willen, eerbiedigen,, en het Hof dus den eersten
stap laten doen voor da. mededeeling w
Dreyfus.
Lisies heeft aan de parlementaire „groep
van da nationale verdediging" da taak over
gelaten, da motie op te stelieuj dia na de
interpellatie ingediend zal worden. De groop
is onrter voorzitterschap van Georges Berry
byeengekomen, en heeft in beginsel besloten,
in haar motie de regeering uit te noodigeo
„de belangen van de nationala verdediging:
to bevorderen." Dj tekst van do motie zal
echter eerst in den loop van de Kamer
vergadering opgesteld wordan,.
Gisteren werd melding gemaakt van de
briefwisseling tusschen kolonel Monteil en
mevrouw Dreyfua. Monteil heeft nu het vol»
gende geantwoord:
„Mevrouw, de brief, di?n gy my de eer
gedaan hobt my te schryven, heeft, ten doel
er tegen te protesteeren, dat gy ooit zoudt
getwijfeld hebben aan do onschuld van uw
echtgenoot. Mijn brief van 15 November, g(j
staat my toe u dit eerbiediglyk te doen op
merken, heeft geen betrekking- op uw per
soonlijke gevoelens, daar ik my niet ia uw
tegenweordigheid bevonden heb.
„Het precieso feit, dat ik verteld heb, ri
niet en kan niet worden geloochend.
Dat precieso feit slaat, zooals mon zicb
herinnert, op uitlaiingen van kapitein Lebrun-
Renault over de „bekentenis" van Dreyfus,
ten huize van de familie Monteil; Het wordt
echter, zoo niet geloochend, d3n toch anders
voorgesteld in den gisteren reeds vermelden
brief van Gabri 1 Monod, lid van het Instituut,
in de „Droits do l'Ho.nme."
De heer Franci3 De Pressensé, cie wogens
zyn optraden in de Dreyfus zaak (zooals be
kend is, is de het-r De Prrsssnsé een dei
krachtigste verJedïgers der revisi?); door den
raad van de orde- van h t L°gioen van Eer
uit die orde is geschrapt, heeft in ue „Aurore"
een artikel geschreven onder den t tel „Eet
en Legioen van Eer". In ait artikel bespreekt
hy bovengenoemd besluit. Niet alleen het
Legioen van Eer is hem ontnomen, doch tevens
is het hem, gelyk gemeld, verboden eenige
andere Fransche of buiteulandsche ridderorde
of medaille te dragen.
Aan bet slot van dit artikel zegt hy:
„Wat my betreft, ik beschouw bet als een
bijzondere eer, waardig te zyn geoordeeld, in
dezo zaak, waarin een groot slachtoffer,
Dreyfus, en een held, Picquart, zyn betrokken,
en waarvan het hoogste rechtscollege van het
land, met bewonderenswaardige onafhankelijk-;