N°. 11880 Woensdag 16 November. A#. 1898 feze gonrant wordt dagelijks, met uitzondering van <§on- en feestdagen, uitgegeven. Eerste Blad. Leiden, 15 November. Feuilleton. 's Kapiteins uitrusting. LEIDSCH DAGBLAD. PEIJ8 DEZER COURANT: Voor Loiden per 3 maanden.f l.io. Franco per postt 1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DEB ADVERTENTLËN Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Orootera letters naar plaateruimte. Voor het incasseeren buiten de etad wordt 0.05 berekend. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. De Fransche voorstelling van „Rembrandt" zal hedenavond in den schouwburg alhier, volgens te geringe deelneming, niet doorgaan. - Naar wy vernemen, wordt de kapitein J. G. A. Frommann, van het 4de regiment infanterie, alhier in garnizoen, overgeplaatst naar Hoorn, by een der bataljons van het 7ce regiment van dat wapen. LC.) - De beeren Jos. M. Orelio, M. Wolters en Gottfr. Mann zullen a. 8. Vrijdag-avond in den Foyer der Stadszaal alhier een concert komen geven. Ze maakten reeds een beele rc-is coor ons land en overal, waar zy optraden, be baalden deze artisten den groolsten bijval. De „Nieuwe Amsterdammer" schrijft: lk kan zonder eenige terughoudenheid ver klaren dat ik een genotvollen avond heb door gebracht. Èn door het zingen van Orelio èn door de wijze, waarop Mann accompagneerde. De beide kunstenaars verstaan elkaar tot in de kleinste byzonderheden. Er was niet één storend oog' nblikje in bet samenklinken der menschelyke stem en der piano. Dat is beste hulde, die den heer Mann kan go- tracht worden. De „Limburger Koorier" zegt: Het glanspunt van den avond was de heer Wolters. Zyn spel was meeslepend, zyn voor dracht prachtig en het publiek was dan ook uitbunjig in zijn lof. Wij hopen den heer Wolters nog dikwyls bier te hooren. Uit de „Provinc. Drentsche en Asser Courant": Onvermoeid zong de heer Orelio het tijke, uit 24 nummers bestaande programma, waarbJJ hy op onovertroffen wyze werd geaccompagneerd door den heer Mann, zoodat wy ons de vraag deden, wat wel het meest te bewonderen: de beeriyke, machtige Btem van eerstgenoemde, of het onvergeteiyke, schoone spel van laatstgemelde. In „De Telegraaf" achryft Job. Brugman: flet grootste succes behaalde de heer Wolters, die door zyn in-muzikaal vioolspel de aan wezigen in verrukking tracht. - Het provinciaal kerkbestuur van Gelder land heeft tot de evangeliebediening toegelaten den heer M. Lindebom, te Oud-Beierland, cand. aan de universiteit te Leiden. - Op morgen en overmorgen (dus 16 en 17 November) zullen, onder leiding van den commandant der 1ste divisie infant, generaal- majoor jhr. H. Laman Trip, tactische oefe ningen plaats hebben, welke gehouden worden in de bibliotheek van het 4de reg. infanterie (gebouw „'s Gravenstein"). Aan deze oefeningen nemen deel alle hoofd officieren van het 4de reg. infanterie, waartoe de commandanten van de gedetacheerde batal jons te Haarlem, Delft en Gouda tydig, vóór tien uren 's morgens, alhier zullen aankomen. - Het Utrechtsch Historisch Genootschap zond dezer dagen het twaalfde deel van de derde serie zyner werken: het dagbo k van den Leidschen hoogleeraar Everard Bronchorst over de jaren 1691—1G27, uitgegeven door den heer J. C. Van Slee. Het handschrift daarvan berust op de bibliotheek te Deventer. Van jaar tot jaar, van maand tot maand, soms schier van dag tot dag teekenre de schryvor daarin aao wat hem belangryk genoog voor kwam om in herinnering te houden: dat waren voornamelyk de staatkundige en kerke- lyke gebeurtenissen van den dag, aangelegen heden der Loidsche Hoogeschool on inzonder heid de faculteit der rechtsgeleerdheid betreffende en byzonderheden uit zyn eigen particulier en huiseiyk leven. Vooral voorde oudste geschiedenis der Leidsche academie, de inrichting van het onderwijs, en de zeden en gewoonten, de rechten en vryheden der academieburgers is het dagboek zeer belangryk. Het is te gewichtiger, omdat het afkomstig is van een man, die in de wetenschappelyke wereld zyner dagen een voornamo plaats Innam, een sieraad der Leidsche hoogeschool, de vader der rechtsgeleerde faculteit, bevriend met de besten en invloedryksten uit zyn omgeving, geëerd ook in het buitenland om zyn groote bekwaamheden en by de studenten in boog aanzien om zyn degeiyk onderwys, zyn vriendtlyken omgaDg en zijn altyd bereid willige hulpvaardigheid. In 1654 te Deventer geboren, volgde hy in 1569 zyn oudc-rs in hun ballingschap naar Keulen. Daar, en ver volgens te Marburg, Erfurt en Wittenberg, studeerdo hy in de rechtsgeleerdheid; in 1579 werd hy te Bazel tot doctor in de beide rechten bevorderd. Vervolgens werd hy hoogleeraar te Witten berg en te Erfurt, maar de overgang van Deventer naar de Staatsche zyde noopte hem in 1582 naar zyn ge* oortestad terug te keeron. Hy werd er lid der Vroecschap, huwde er, maar verliet de stad in 15.87 weer, nadat de Spanjaarden haar door verraad weer hadden bezet. Hy nam de wyk naar Leiden; daar wtrd hy nog in hetzelfde jaar tot gewoon hoogleeraar in de rechtswetenschap benoemd op een salaris van f 400. Dat ambt heeft hy met eere vervuld; hy was een van die hoog leeraren, die jonge universiteiten zoo noodig hebben, willen zy van den aanvang af hun goeden naam vestigen. Niettegenstaande hy byna voortdurend ziekelyk was, is by vry oud geworden. In 1627 is hy gestorven. Voor de akte teekenen L. O. is te Rot terdam geslaagd de heer C. Tromp, van Lisse. De heer J. Spiering, onderwyzor met hoofdakte aan de Cbr. School te IJlst, is be noemd tot secondant aan het Cbr. Instituut te Noordwyk. Voor het examen voor apothekersbediende is to Zwolle geslaagd mej. H. Vi6ker, geb. te Groningen. De gemeenteraad van Delft heeft een eervol ontslag verleend aan dr. W. Storten beker als leeraar aan het gymnasium aldaar. Door twee of drie vrouweiyke tand meesters is aangevraagd om lid te worden van het Tandheelkundig Genootschap te Utrecht. Het bestuur van het Ndd. T^ndheelk. Genoot schap stelde echter een motie in, cie met byna algemeeno stemmen werd aangenomen en als volgt luidt: „Het Nederlandsch Tand heelkundig Genootschap spreekt als zyn meening uit, dat in het belang van den tand heelkundigen 6tand moet geacht worden, d&t vrouwen voorloopig geen deel uitmaken van het Genootschap." Vergoelykend wordt er bygevoegd, dat het niet ala persooniyk buitensluiten moet wor den opgevat, maar als principe, biyk van den geest, dien het Genootschap bezit wat betreft de toelating van dames. „Belang en Recht" acht hier voor de zoo- veelste maal bewezen hoe de meeningen over het recht der vrouw op arbeid binnen belang hebbende kringen voornamelyk beheerscht worden door de broodquaestio. „Toch kunnen geen honderd moties van zoo eerbiedwaardige vereenigingen ala het Tandheelkundig Genoot schap de maatschappelyke evolutie tegen houden. Over de onheuschheid barer manne- lyke collega's zullen onze vrouweiyke tand artsen zich weten te troosten enflink baar positie verder zelfstanqig handhaven." Naar thans wordt medegedeeld, berust het bericht omtrent het dragen van sabel of bajonet door militairen op een misverstand. De zaak is, dat er in den bestaanden toestand geen verandering is gekomen. „De korporaals verschynen altyd, doch de manschappen alleen op Zon- en feestdagen met het zy "geweer (dus met bajonet of sabel) gewapend in het openbaar"; zoo luidt het voorschrift. Waar8chyniyk heeft do rectificatie in het reglement op den inwendigen dienst, waarin by herdruk de betreffende alinea abusievelyk was uitgevallen, aanleiding gegeven tot bet be richt. De vireeniging „Schoveningens Belarg" te Scheveningen heeft zich aangesloten by het request der permanente commissie uit de reedery te Scheveningen on mitsdien den Staten van Zuid-Holland verzocht op U< t door de gemeente 's Gravenhage ingediend request, overeenkomstig het praeaJvies van Ged. Staten, gunstig te willen beschikken, d. i. een sub sidie van 3 ton voor de haven te verleonen. Naar wy vernemen heeft men dezer dagen aan het Departement van Koloniën van de berichten omtrent den hevigen storm op het eiland Curasao eerst kennis gekregen door middel van Westindische dagbladen. Onmiddellyk hierop is den gouverneur der kolonie telegraphisch om inlichtingen verzocht, waarop een telegram is ontvangen, dat aan leiding heeft gegeven tot opneming van het beken ie bericht omtrent den storm in de „Staatscourant." (Ebl.) Te Amsterdam is in den ouderdom van 68 jaren overleden de heer B. Hesta, vroeger administrateur van de „Amsterdamsche Cou rant." De heer Hesta vervulde jaren lang zyn post van vertrouwen tot groote tevredenheid van den toenmaligen dire:teur J. A. De Bul). Zoowel De Buil als Jacob Van Lennep droegen den he r Hesta een warm hart toe en hy hun wederkeerig een groote nreering. Hy was een groot vereerder van het tooneei en kon daarover, eenmaal begonnen, niet uit gepraat raken. Met De Buil verliet hy de „Arast. Crt." en leefde sedert ambteloos. (.4msf. Ct) Ter benoeming van eeD ingenieur der gemeentewerken te Utrecht wor en door B. en Ws. aanbevolen de heeren J. N. v. Ruyven en W. F. C. Schaap Jr., b.iden van Arnhem. Mr. J. C. Van d<r Lek de Clercq, advo caat en notaris te Zieriksee, is gisteren voor het gerechtshof te 's-Gravenhage beëoóigd als rechter-plaatsvervanger in de Zierikseesche rechtbank. Gisteren begaf de minister van buiten- landsche zaken zich ter auiiëntia by H. M. de Koningin. De minister van oorlog was gisteren door een lichte ongesteldheid genoodzaakt zyn kamer te houden. Voor het examen M. O. boekhouden K xn is te 's-Gravenhage geslaagd de heer P. Fontein, uit Hoorn. De by het 3de reg. inf. benoemde kapt. A. A. Heisterkamp wordt ingedeeld by hot 2de bat. te Middelburg; de kapt. J. W. P. Van Hoogstraten, van het 1ste reg. veld. art. te Utrecht, wordt overgeplaatst by het corps rydende artillerie te Arnhem; de kapt. D. J. Middelbeek, van het 4de reg. vest. te Helder, wordt overgeplaatst by het 1ste reg. ve6t. art. te Utrecht; de 2ae luit.adj. H. A. Seyffar-t, van het 3 e reg. vest. art. te Gorkum, wont overgeplaatst by de art -schi tschool te Zwoll?. Onder de militaire gepensionneerden van het leger in Ned. Indiëzyn 16 gepensionneerde generaals (5 luitenant-generaals en II generaal majoors), wier pensioen te zamen f 112,750 bedraagt; nameiyk 4 luitenant-generaals met f 9000 en 1 met f 11,250, het laatste verhoogd met 25 pCt. wegens verminking, en voorts 10 generaal majoors met een pensioen van f 6000 on 1 van f 5500. De minister van oorlog, ovorwegecde, dat het organiek getal vry willigers van het reservekader by het 5de regiment infanterie aanwezig is, brengt ter algemeens kennis, dat by vermeld corps voorloopig geen vry willigers voor het reservekader kunnen worden aangenomen. {Sis. Ct.) Het stoomschip „Kaiser," van Hamburg en Amst rdam naar Oost Afrika, arriveerde 14 Nov. te Port Said; de „Gedé", van Batavia naar Rotterdam, vertrok 14 Nov. van Port- Said; de „Titan" arriveerde 14 Nov. van Gibraltar te Savona. Voorschoten. A. s. Woensdag-avond om haifacht zal do Raad dezer gemeente een openbare vergadering houden, waarin de volgende punten zullen worden behandeld: a. Ingekomen stukken en mededeelingen. b. Wyziging instructie on tarief van den gemeente- besteller. c. Eervol ontslag aan en benoeming van den gemeente-besteller, d. Verbooging van de jaarwedde van een onderwyzeres. e. Vaststelling suppl. kohieren hoofd, omslag en hondenbelasting. Uit de „Staatscourant.* Bij Koninklijk besluit Ï9 mr. André Reigersman, te Breda, met al zijn wettige zoo mannelijke ah vrouwelijke afstammelingen, in den Nederlandscben adel vorheven, met de praedicaten van jonkheer en jonkvrouw. Benoemd tot ontvangers der registratie en do meinen: te Meerssen de beer C. Schut, thans te Oldeberkoop; te Oss de heer J. C. Doedens, thans te Grave; te Grave de heer W. Nanninga, thans te Uolwerd; te Uolwerd de heer C. F. Trip, thans surncmerair. Op verzoek eervol ontslagen met aanspraak op pensioen de heer P. H. Verbeek, ontvanger der belastingen te Delft (buitengemeenten). Benoemd is tot griffier bij het kantongerecht to Winschoten jhr. mr. M. A. De Savornin Lohman, adjunct-commies aan het departement van koloniën. Met ingang van 1 April 1899, aan den inspec teur der telegrapbie le Arnhem Z. Van der Vegte, op zijn verzoek, als zoodanig eervol onfslag ver leend, met dankbetuiging voor de vele en goedo diensten, door hem aan den lande bewezen. Pensioen verleend aan H. C. Folkers. wed. H. Edens, commies 2de klasse bij's Rijks belastingen, ƒ416; A. De Bruin, wed. P. Van Heerns, bewaar der in het buis van bewaring te Arnhem, ƒ183; D. E. Rittman, wed. H. J Wolvers, commies lste klasse bij 's Rijks bela9tiugen, ƒ394; J. A. Corne- lisso, wed. L, J. 't Bart, commies te water lsto klasse bij '9 Rijks bekistingen, ƒ213; J. F. Lede- boer, wed. W. C. Koomans, leernar aan de Koninklijke Militaire Academie, ƒ600; L. M. Ver- hev, wed. W. Borst, commies 3de klasse bij 's Rijks belastingen, ƒ174; F. R. G. H., Ii., A. L. en J. G. F. Van Spengler, kinderen uit het huwelijk van wijlen den gewezen ontvanger der ditecto belastingen en accijuzen jhr. A. L. Van Spengler, met wijlen A. E. Th. Koselje, 525; C Ürayer, wed. A. J. A. W, Van Ey meren, commies lste klasso bij 's Rijks belastingen, 231; C. Levert, wed. J. C. A Boxman, commies der posterijen 3de klasse, 525. De audiëntie van den minister van marine zal Vrijdag a. s. met plaats hebben. Do minister van financiën maaktbekend.dat bet saldo van 's Rijks schatkist op 12 dezer be droeg: bij de Nedoilandsche Bank 19,745,481.7474 en bij de betaalmeesters f2,120,594.29, te zamou f21,866,026.03' l3 Nederlandscho Bank. Op 1 November 1898 was, overeenkomstig bet bepaalde bij art. 11 bis der wet \an 22 December 1863 (Sfsbl. No 148), zooals die is gewijzigd by de wet van 7 Augustus 1S83 (Slsbl. No. 122), aan do Nederlandscho Bank wegens te vei 9lrekken voorschotten iu onderpand gegeven een bedrag van ƒ6,000,600 in schatkist biljetten, en op dien datum was in omloojj een bedrag vau ƒ26,600,000 in schatkistpromossea. Staa^begrooting 18110. Algcmeene beschouwingen. De Regeering weer^pretkt iri haar antwoord op het afdeeliDgsverslag der Kamer omtrent Hoofdstuk I, dat de in dat verslag gegeven rekening betreffende den financiêelen toestand juist is. De Regeering stelde zich ten plicht, do lichtpunten, die er zijnduidelyk aan te wijzen en to voorkomen, dat ten aanzien der finan- ciëele gesteldheid verkeerde indrukken ont staan. Wanneer kort te voren een groote leening is gesloten, die eerst ternauwernood in vaste handen overging, moet men zich wachten voor het verbreidon van sterk over dreven voorstellingen omtrent toekomstige geldbehoeften van den Staat. De rekening in het voorloopig verslag ver zuimt te onderscheiden tusscben boek- en kastekorten. In het algemeen gesproken kan men zeggen, dat de schatkist vroeger wordt gevuld dan oigeniyk noodig zou zyn. Onder normale omstandigheden zal dus een vry be langryk toektekort bestendigd kunnen biy ven en dat is by de berekening over het hoofd gezien. De Regeering meent voorts, dat men haar Diet met grond kan verwyten geeu geopend oog te hebben voor het bedenkoiyke karakter van een tekort van een dcr.lo soort, 2) BKyk eens, wat voor mooie zaakjes hy heeft meegebracht," hernam de maD, den bundel uit elkaar halende. Do kapitein opende den mond om iets te zoggen, maar zyn tong kleefde aan zyn ge hemelte. Alles draaide om hem heen. „Zeg dan ten minste „dank je", als je geen andere woorden vinden kunt," zeide zyn kwelgeest plagend. ';Ik kon niets anders bemachtigen," zeide Tommie nog hygend. „Alles was achter slot. Ik hob geprobeerd ze in te ruilen, maar het seheelde niet veel of ze hadden om de politie gezonden. Trek nu maar gauw de kleeren aan, want het wordt hoog tyd." De kapitein bevochtigde zyn lippen. „Do stuurman wacht niet op u," vervolgde Tommie. „Kleed u gauw aan. Het regent op het oogenblik. Niemand zal op u letten en zoodra ge aan boord zyt, kunt g(J een pak van een der anderen leenen." „De jongen heeft geiyk, kapitein," zeide de man. „Ik laat me villen, als ze niet allen verliefd op je worden." „Gauw, gauwt" drong Tommie aan. „Er ia heuach geen tyd te verliezen." Ds kapitein liet zich, half verwilderd, door Tommie en den steeds grinnikenden man aankleeden. „Wo krygen het jak niet dicht," beweerde de laatste. „Waarom heb je ge3n korset mee gebracht?" „Dat was er niet by," antwoordde Tommie. „Kapitein, trek uw buik in, zoo, nu nog één knoop, dan zyn we er. Wacht, nog tantes hoed," vervolgde Tommie, zich op zyn teenen ophef fende, om zyn oom den bood op te zetten. „Deze zyden das binden we om uw hals, dan ziet niemand iets van uw baard. Gelukkig, dat u geen knevel hebt." De man trad een paar schreden achteruit om hun werk te kunnen bewonderen. „Je ziet er uit om te zoeneD," zeide hy. „Geef je neefje netjes een arm, dan houden ze je voor zyn liefje. Als de menschen naar hem kyken, jongen, dan noem je hem maar eens hardop: „Lieve Rosalientje." Oom en neef verlieten nu haastig het huis. Gelukkig regende het bard, zoodat niemand veel acht op het zonderlinge paar sloeg. Zonder verdere avonturen bereikten zy de reede, waar de „Sarah Jane" voor anker lag. Zy zagen reeds, uit de verte, dat do beman ning bezig was zich gereed te maken om te vertrekken. Toen nam de kapitein zyn rokken in de hoogte, zette het op een draf en riep: „Wachten l" De stuurman keek verbaasd naar de vreemdsoortige gestalte en wendde zich toen af om zyn werk te hervatten. Maar oom en neef waren intusschen dicht genoeg genaderd, dat ze met een flinken sprong aan boord konden komen. „Waarom hebt ge niet gewacht, toen ik je riop? vroog de kapitein, wiens bloed kookte. „Ik kon toch niet weten, dat u het was," antwoordde de stuurman met een gryns. „Ik dacht, dat het de Keizerin van Rusland was." Sprakeloos van woede staarde de kapitein hem aaD. „En als ik u een goeden raad mag geven," hervatte de stuurman, „houd dan dat mooie pakje aan. Ge hebt er nog nooit zoo goed uitgezien als vandaag 1" „Ik moet een pak kleeren leenen, Bob," zeide de kapitein, zich tot kalmte dwingende, begrypende, dat hy anders niet uit zyn nete- ligen toestand zou worden geholpen. „Waar zyn de uwe?' vroeg Bob. „Dat weet ik niet," antwoordde de kapitieD. Ik heb gisteravond een toeval gehad en by die gelegenheid zijn ze my afgenomen. Ten minste, toen ik van morgen wakker werd, waren ze nergens te vinden." De stuurman wendde zich af om eenige bevelen te geven. „Bob, leen me een pak kleerenl" riep de kapitein, die zyn geduld weer begon te ver liezen. „Om u de waarheid te zeggen," antwoordde Bob, „heb ik geen lust daarin. Ge zoudt weer een toeval kunnen krygen." „Dus je wilt het my niöt leenen?" „Neen," antwoordde de stuurman, met luide, vaste stem, den blik op de bemanning gericht, die stond te luisteren. „Goed," zeide de kapitein. „Ted, kom hier. Waar is je Zondagsche pak?" „'t Spyt my allemachtig, kapiteio," ant woordde Ted, van het eono been op het andere dansende, uit verlegenheid. „Maar het is niet goed genoeg voor uw soort." „Dat is myn zaak, dunkt me," zeide de kapitein. „Haal zei" „Om u de waarheid te zoggen," hernam Ted, „gaat het my net als den stuurman: ik houd niet van leenen Ik ben maar een arm matroos, maar ik leen myn kleeren aao niemand, zelfs niet aan de Koningin van Engeland." „Voor den duivel, kerel, maak me niet woe dend," brulde de kapitein. „Haal je kleeren l" „Neen," antwoordde Ted. De kapitein dacht een oogenblik na en hernam „Goed. Ik zweer jullie, dat je berouw zult hebben. Bill, je bent de eenigste oerlyke kerel aan boord Breng me je pak." „Ik ben op de hand van den stuurman, kapitein." Nu verloor de kapitein zyn zelfbeheersching. Met een vloek wierp hy zich op den stuur man, maar toen hy hem oen geweldigen vuistslag wilde toebrengen, struikelde by over zyn rok en viel languit op het dek. De matrozen barstten in schaterlachen uit. Dat bracht den kapitein tot bezinning. Hy stond op en begaf zicb, zonder nog een woord to zeggen, naar zyn kajuit. Nadat de bomanning zich overtuigd bad, dat de kapitein niet weer te voorschyn kwam, verzamelden zy zich om den stuurman. tAls we hem in dit pak naar B^ttlesea kunnen brengeü," sprak deze, „loopt alles goed voor ons af. „Iiy bezit niets anders dan zyn Zuidwester en zyn pantoffels. Wo moeten zorgen, dat hy geen naald of draad in zyn vingers krygt, anders is hy in staat zich uit een zeildoek of zoo oen broek te fabricoeren. Komt by mynheer Pearson zoo onder de oogen, dan gaat hy stellig de laan uit." Terwijl dit gesprek op het dek gevoerd werd, overlegde de kapitein in zyn hut met zyn Deef Tommie, wat hem te doen stond. Allerlei plannen werden gemaakt, maar even snel als onuitvoerbaar verworpen. Eindelyk riep de kapitein, met de vuist op de tafel slaande: „Tommiel lk weet raadl Haal me jouw Zondagspak l" „Dat is niet grooter dan dit, oom," ant woordde Tom mie. „Haal het toch maar. En dan trek je de kleeren uit, die je aan hebt." Tommie begon te vreezen, dat zyn oomj ten gevolg9 van hetgeen by had uitgeataanj gek was geworden, doed daarom maar wat de kapitein verlangde en verscheen weldra, gehuld in een wollen deken, met zyn kleeren onder zyn arm. „Begryp je nu wat ik ga doen?" „Neen, oom." „Haal me een schaar. Ben je er nu achter?'' Tommie reikte hem de schaar. (Slot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1