N°. 11880
Woensdag 16 November.
A#. 1898
feze gonrant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
Eerste Blad.
Leiden, 15 November.
Feuilleton.
's Kapiteins uitrusting.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PEIJ8 DEZER COURANT:
Voor Loiden per 3 maanden.f l.io.
Franco per postt 1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DEB ADVERTENTLËN
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Orootera
letters naar plaateruimte. Voor het incasseeren buiten de etad
wordt 0.05 berekend.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
De Fransche voorstelling van „Rembrandt"
zal hedenavond in den schouwburg alhier,
volgens te geringe deelneming, niet doorgaan.
- Naar wy vernemen, wordt de kapitein
J. G. A. Frommann, van het 4de regiment
infanterie, alhier in garnizoen, overgeplaatst
naar Hoorn, by een der bataljons van het
7ce regiment van dat wapen. LC.)
- De beeren Jos. M. Orelio, M. Wolters en
Gottfr. Mann zullen a. 8. Vrijdag-avond in den
Foyer der Stadszaal alhier een concert komen
geven. Ze maakten reeds een beele rc-is coor
ons land en overal, waar zy optraden, be
baalden deze artisten den groolsten bijval.
De „Nieuwe Amsterdammer" schrijft:
lk kan zonder eenige terughoudenheid ver
klaren dat ik een genotvollen avond heb door
gebracht. Èn door het zingen van Orelio èn
door de wijze, waarop Mann accompagneerde.
De beide kunstenaars verstaan elkaar tot
in de kleinste byzonderheden. Er was niet
één storend oog' nblikje in bet samenklinken
der menschelyke stem en der piano. Dat is
beste hulde, die den heer Mann kan go-
tracht worden.
De „Limburger Koorier" zegt:
Het glanspunt van den avond was de heer
Wolters. Zyn spel was meeslepend, zyn voor
dracht prachtig en het publiek was dan ook
uitbunjig in zijn lof. Wij hopen den heer
Wolters nog dikwyls bier te hooren.
Uit de „Provinc. Drentsche en Asser Courant":
Onvermoeid zong de heer Orelio het
tijke, uit 24 nummers bestaande programma,
waarbJJ hy op onovertroffen wyze werd
geaccompagneerd door den heer Mann, zoodat
wy ons de vraag deden, wat wel het meest
te bewonderen: de beeriyke, machtige Btem
van eerstgenoemde, of het onvergeteiyke,
schoone spel van laatstgemelde.
In „De Telegraaf" achryft Job. Brugman:
flet grootste succes behaalde de heer Wolters,
die door zyn in-muzikaal vioolspel de aan
wezigen in verrukking tracht.
- Het provinciaal kerkbestuur van Gelder
land heeft tot de evangeliebediening toegelaten
den heer M. Lindebom, te Oud-Beierland, cand.
aan de universiteit te Leiden.
- Op morgen en overmorgen (dus 16 en
17 November) zullen, onder leiding van den
commandant der 1ste divisie infant, generaal-
majoor jhr. H. Laman Trip, tactische oefe
ningen plaats hebben, welke gehouden worden
in de bibliotheek van het 4de reg. infanterie
(gebouw „'s Gravenstein").
Aan deze oefeningen nemen deel alle hoofd
officieren van het 4de reg. infanterie, waartoe
de commandanten van de gedetacheerde batal
jons te Haarlem, Delft en Gouda tydig, vóór
tien uren 's morgens, alhier zullen aankomen.
- Het Utrechtsch Historisch Genootschap
zond dezer dagen het twaalfde deel van de
derde serie zyner werken: het dagbo k van
den Leidschen hoogleeraar Everard Bronchorst
over de jaren 1691—1G27, uitgegeven door
den heer J. C. Van Slee. Het handschrift
daarvan berust op de bibliotheek te Deventer.
Van jaar tot jaar, van maand tot maand, soms
schier van dag tot dag teekenre de schryvor
daarin aao wat hem belangryk genoog voor
kwam om in herinnering te houden: dat
waren voornamelyk de staatkundige en kerke-
lyke gebeurtenissen van den dag, aangelegen
heden der Loidsche Hoogeschool on inzonder
heid de faculteit der rechtsgeleerdheid
betreffende en byzonderheden uit zyn eigen
particulier en huiseiyk leven. Vooral voorde
oudste geschiedenis der Leidsche academie,
de inrichting van het onderwijs, en de zeden
en gewoonten, de rechten en vryheden der
academieburgers is het dagboek zeer belangryk.
Het is te gewichtiger, omdat het afkomstig
is van een man, die in de wetenschappelyke
wereld zyner dagen een voornamo plaats
Innam, een sieraad der Leidsche hoogeschool,
de vader der rechtsgeleerde faculteit, bevriend
met de besten en invloedryksten uit zyn
omgeving, geëerd ook in het buitenland om
zyn groote bekwaamheden en by de studenten
in boog aanzien om zyn degeiyk onderwys,
zyn vriendtlyken omgaDg en zijn altyd bereid
willige hulpvaardigheid. In 1654 te Deventer
geboren, volgde hy in 1569 zyn oudc-rs in
hun ballingschap naar Keulen. Daar, en ver
volgens te Marburg, Erfurt en Wittenberg,
studeerdo hy in de rechtsgeleerdheid; in 1579
werd hy te Bazel tot doctor in de beide
rechten bevorderd.
Vervolgens werd hy hoogleeraar te Witten
berg en te Erfurt, maar de overgang van
Deventer naar de Staatsche zyde noopte hem
in 1582 naar zyn ge* oortestad terug te keeron.
Hy werd er lid der Vroecschap, huwde er,
maar verliet de stad in 15.87 weer, nadat de
Spanjaarden haar door verraad weer hadden
bezet. Hy nam de wyk naar Leiden; daar
wtrd hy nog in hetzelfde jaar tot gewoon
hoogleeraar in de rechtswetenschap benoemd
op een salaris van f 400. Dat ambt heeft hy
met eere vervuld; hy was een van die hoog
leeraren, die jonge universiteiten zoo noodig
hebben, willen zy van den aanvang af hun
goeden naam vestigen. Niettegenstaande hy
byna voortdurend ziekelyk was, is by vry
oud geworden. In 1627 is hy gestorven.
Voor de akte teekenen L. O. is te Rot
terdam geslaagd de heer C. Tromp, van Lisse.
De heer J. Spiering, onderwyzor met
hoofdakte aan de Cbr. School te IJlst, is be
noemd tot secondant aan het Cbr. Instituut
te Noordwyk.
Voor het examen voor apothekersbediende
is to Zwolle geslaagd mej. H. Vi6ker, geb. te
Groningen.
De gemeenteraad van Delft heeft een
eervol ontslag verleend aan dr. W. Storten
beker als leeraar aan het gymnasium aldaar.
Door twee of drie vrouweiyke tand
meesters is aangevraagd om lid te worden van
het Tandheelkundig Genootschap te Utrecht.
Het bestuur van het Ndd. T^ndheelk. Genoot
schap stelde echter een motie in, cie met
byna algemeeno stemmen werd aangenomen
en als volgt luidt: „Het Nederlandsch Tand
heelkundig Genootschap spreekt als zyn
meening uit, dat in het belang van den tand
heelkundigen 6tand moet geacht worden, d&t
vrouwen voorloopig geen deel uitmaken van
het Genootschap."
Vergoelykend wordt er bygevoegd, dat het
niet ala persooniyk buitensluiten moet wor
den opgevat, maar als principe, biyk van den
geest, dien het Genootschap bezit wat betreft
de toelating van dames.
„Belang en Recht" acht hier voor de zoo-
veelste maal bewezen hoe de meeningen over
het recht der vrouw op arbeid binnen belang
hebbende kringen voornamelyk beheerscht
worden door de broodquaestio. „Toch kunnen
geen honderd moties van zoo eerbiedwaardige
vereenigingen ala het Tandheelkundig Genoot
schap de maatschappelyke evolutie tegen
houden. Over de onheuschheid barer manne-
lyke collega's zullen onze vrouweiyke tand
artsen zich weten te troosten enflink
baar positie verder zelfstanqig handhaven."
Naar thans wordt medegedeeld, berust
het bericht omtrent het dragen van sabel of
bajonet door militairen op een misverstand.
De zaak is, dat er in den bestaanden toestand
geen verandering is gekomen. „De korporaals
verschynen altyd, doch de manschappen alleen
op Zon- en feestdagen met het zy "geweer
(dus met bajonet of sabel) gewapend in het
openbaar"; zoo luidt het voorschrift.
Waar8chyniyk heeft do rectificatie in het
reglement op den inwendigen dienst, waarin
by herdruk de betreffende alinea abusievelyk
was uitgevallen, aanleiding gegeven tot bet be
richt.
De vireeniging „Schoveningens Belarg"
te Scheveningen heeft zich aangesloten by het
request der permanente commissie uit de
reedery te Scheveningen on mitsdien den
Staten van Zuid-Holland verzocht op U< t door
de gemeente 's Gravenhage ingediend request,
overeenkomstig het praeaJvies van Ged. Staten,
gunstig te willen beschikken, d. i. een sub
sidie van 3 ton voor de haven te verleonen.
Naar wy vernemen heeft men dezer dagen
aan het Departement van Koloniën van de
berichten omtrent den hevigen storm op het
eiland Curasao eerst kennis gekregen door
middel van Westindische dagbladen.
Onmiddellyk hierop is den gouverneur der
kolonie telegraphisch om inlichtingen verzocht,
waarop een telegram is ontvangen, dat aan
leiding heeft gegeven tot opneming van het
beken ie bericht omtrent den storm in de
„Staatscourant." (Ebl.)
Te Amsterdam is in den ouderdom van
68 jaren overleden de heer B. Hesta, vroeger
administrateur van de „Amsterdamsche Cou
rant." De heer Hesta vervulde jaren lang zyn
post van vertrouwen tot groote tevredenheid
van den toenmaligen dire:teur J. A. De Bul).
Zoowel De Buil als Jacob Van Lennep droegen
den he r Hesta een warm hart toe en hy
hun wederkeerig een groote nreering.
Hy was een groot vereerder van het tooneei
en kon daarover, eenmaal begonnen, niet uit
gepraat raken.
Met De Buil verliet hy de „Arast. Crt."
en leefde sedert ambteloos. (.4msf. Ct)
Ter benoeming van eeD ingenieur der
gemeentewerken te Utrecht wor en door B.
en Ws. aanbevolen de heeren J. N. v. Ruyven
en W. F. C. Schaap Jr., b.iden van Arnhem.
Mr. J. C. Van d<r Lek de Clercq, advo
caat en notaris te Zieriksee, is gisteren voor
het gerechtshof te 's-Gravenhage beëoóigd als
rechter-plaatsvervanger in de Zierikseesche
rechtbank.
Gisteren begaf de minister van buiten-
landsche zaken zich ter auiiëntia by H. M.
de Koningin.
De minister van oorlog was gisteren
door een lichte ongesteldheid genoodzaakt zyn
kamer te houden.
Voor het examen M. O. boekhouden
K xn is te 's-Gravenhage geslaagd de heer
P. Fontein, uit Hoorn.
De by het 3de reg. inf. benoemde kapt.
A. A. Heisterkamp wordt ingedeeld by hot
2de bat. te Middelburg; de kapt. J. W. P.
Van Hoogstraten, van het 1ste reg. veld. art.
te Utrecht, wordt overgeplaatst by het corps
rydende artillerie te Arnhem; de kapt. D. J.
Middelbeek, van het 4de reg. vest. te Helder,
wordt overgeplaatst by het 1ste reg. ve6t. art.
te Utrecht; de 2ae luit.adj. H. A. Seyffar-t,
van het 3 e reg. vest. art. te Gorkum, wont
overgeplaatst by de art -schi tschool te Zwoll?.
Onder de militaire gepensionneerden van
het leger in Ned. Indiëzyn 16 gepensionneerde
generaals (5 luitenant-generaals en II generaal
majoors), wier pensioen te zamen f 112,750
bedraagt; nameiyk 4 luitenant-generaals met
f 9000 en 1 met f 11,250, het laatste verhoogd
met 25 pCt. wegens verminking, en voorts
10 generaal majoors met een pensioen van
f 6000 on 1 van f 5500.
De minister van oorlog, ovorwegecde,
dat het organiek getal vry willigers van het
reservekader by het 5de regiment infanterie
aanwezig is, brengt ter algemeens kennis,
dat by vermeld corps voorloopig geen vry
willigers voor het reservekader kunnen worden
aangenomen. {Sis. Ct.)
Het stoomschip „Kaiser," van Hamburg
en Amst rdam naar Oost Afrika, arriveerde
14 Nov. te Port Said; de „Gedé", van Batavia
naar Rotterdam, vertrok 14 Nov. van Port-
Said; de „Titan" arriveerde 14 Nov. van
Gibraltar te Savona.
Voorschoten. A. s. Woensdag-avond om
haifacht zal do Raad dezer gemeente een
openbare vergadering houden, waarin de
volgende punten zullen worden behandeld:
a. Ingekomen stukken en mededeelingen. b.
Wyziging instructie on tarief van den gemeente-
besteller. c. Eervol ontslag aan en benoeming
van den gemeente-besteller, d. Verbooging
van de jaarwedde van een onderwyzeres.
e. Vaststelling suppl. kohieren hoofd, omslag
en hondenbelasting.
Uit de „Staatscourant.*
Bij Koninklijk besluit Ï9 mr. André Reigersman,
te Breda, met al zijn wettige zoo mannelijke ah
vrouwelijke afstammelingen, in den Nederlandscben
adel vorheven, met de praedicaten van jonkheer
en jonkvrouw.
Benoemd tot ontvangers der registratie en do
meinen: te Meerssen de beer C. Schut, thans te
Oldeberkoop; te Oss de heer J. C. Doedens, thans
te Grave; te Grave de heer W. Nanninga, thans
te Uolwerd; te Uolwerd de heer C. F. Trip, thans
surncmerair.
Op verzoek eervol ontslagen met aanspraak op
pensioen de heer P. H. Verbeek, ontvanger der
belastingen te Delft (buitengemeenten).
Benoemd is tot griffier bij het kantongerecht
to Winschoten jhr. mr. M. A. De Savornin Lohman,
adjunct-commies aan het departement van koloniën.
Met ingang van 1 April 1899, aan den inspec
teur der telegrapbie le Arnhem Z. Van der Vegte,
op zijn verzoek, als zoodanig eervol onfslag ver
leend, met dankbetuiging voor de vele en goedo
diensten, door hem aan den lande bewezen.
Pensioen verleend aan H. C. Folkers. wed. H.
Edens, commies 2de klasse bij's Rijks belastingen,
ƒ416; A. De Bruin, wed. P. Van Heerns, bewaar
der in het buis van bewaring te Arnhem, ƒ183;
D. E. Rittman, wed. H. J Wolvers, commies lste
klasse bij 's Rijks bela9tiugen, ƒ394; J. A. Corne-
lisso, wed. L, J. 't Bart, commies te water lsto
klasse bij '9 Rijks bekistingen, ƒ213; J. F. Lede-
boer, wed. W. C. Koomans, leernar aan de
Koninklijke Militaire Academie, ƒ600; L. M. Ver-
hev, wed. W. Borst, commies 3de klasse bij 's Rijks
belastingen, ƒ174; F. R. G. H., Ii., A. L. en J.
G. F. Van Spengler, kinderen uit het huwelijk
van wijlen den gewezen ontvanger der ditecto
belastingen en accijuzen jhr. A. L. Van Spengler,
met wijlen A. E. Th. Koselje, 525; C Ürayer,
wed. A. J. A. W, Van Ey meren, commies lste
klasso bij 's Rijks belastingen, 231; C. Levert,
wed. J. C. A Boxman, commies der posterijen
3de klasse, 525.
De audiëntie van den minister van marine
zal Vrijdag a. s. met plaats hebben.
Do minister van financiën maaktbekend.dat
bet saldo van 's Rijks schatkist op 12 dezer be
droeg: bij de Nedoilandsche Bank 19,745,481.7474
en bij de betaalmeesters f2,120,594.29, te zamou
f21,866,026.03' l3
Nederlandscho Bank. Op 1 November 1898
was, overeenkomstig bet bepaalde bij art. 11 bis
der wet \an 22 December 1863 (Sfsbl. No 148),
zooals die is gewijzigd by de wet van 7 Augustus
1S83 (Slsbl. No. 122), aan do Nederlandscho Bank
wegens te vei 9lrekken voorschotten iu onderpand
gegeven een bedrag van ƒ6,000,600 in schatkist
biljetten, en op dien datum was in omloojj een
bedrag vau ƒ26,600,000 in schatkistpromossea.
Staa^begrooting 18110.
Algcmeene beschouwingen.
De Regeering weer^pretkt iri haar antwoord
op het afdeeliDgsverslag der Kamer omtrent
Hoofdstuk I, dat de in dat verslag gegeven
rekening betreffende den financiêelen toestand
juist is.
De Regeering stelde zich ten plicht, do
lichtpunten, die er zijnduidelyk aan te wijzen
en to voorkomen, dat ten aanzien der finan-
ciëele gesteldheid verkeerde indrukken ont
staan. Wanneer kort te voren een groote
leening is gesloten, die eerst ternauwernood
in vaste handen overging, moet men zich
wachten voor het verbreidon van sterk over
dreven voorstellingen omtrent toekomstige
geldbehoeften van den Staat.
De rekening in het voorloopig verslag ver
zuimt te onderscheiden tusscben boek- en
kastekorten. In het algemeen gesproken kan
men zeggen, dat de schatkist vroeger wordt
gevuld dan oigeniyk noodig zou zyn. Onder
normale omstandigheden zal dus een vry be
langryk toektekort bestendigd kunnen biy ven
en dat is by de berekening over het hoofd
gezien. De Regeering meent voorts, dat men
haar Diet met grond kan verwyten geeu
geopend oog te hebben voor het bedenkoiyke
karakter van een tekort van een dcr.lo soort,
2)
BKyk eens, wat voor mooie zaakjes hy heeft
meegebracht," hernam de maD, den bundel
uit elkaar halende.
Do kapitein opende den mond om iets te
zoggen, maar zyn tong kleefde aan zyn ge
hemelte. Alles draaide om hem heen.
„Zeg dan ten minste „dank je", als je geen
andere woorden vinden kunt," zeide zyn
kwelgeest plagend.
';Ik kon niets anders bemachtigen," zeide
Tommie nog hygend. „Alles was achter slot.
Ik hob geprobeerd ze in te ruilen, maar het
seheelde niet veel of ze hadden om de politie
gezonden. Trek nu maar gauw de kleeren
aan, want het wordt hoog tyd."
De kapitein bevochtigde zyn lippen.
„Do stuurman wacht niet op u," vervolgde
Tommie. „Kleed u gauw aan. Het regent op
het oogenblik. Niemand zal op u letten en
zoodra ge aan boord zyt, kunt g(J een pak
van een der anderen leenen."
„De jongen heeft geiyk, kapitein," zeide de
man. „Ik laat me villen, als ze niet allen
verliefd op je worden."
„Gauw, gauwt" drong Tommie aan. „Er
ia heuach geen tyd te verliezen."
Ds kapitein liet zich, half verwilderd, door
Tommie en den steeds grinnikenden man
aankleeden.
„Wo krygen het jak niet dicht," beweerde
de laatste. „Waarom heb je ge3n korset mee
gebracht?"
„Dat was er niet by," antwoordde Tommie.
„Kapitein, trek uw buik in, zoo, nu nog één
knoop, dan zyn we er. Wacht, nog tantes hoed,"
vervolgde Tommie, zich op zyn teenen ophef
fende, om zyn oom den bood op te zetten.
„Deze zyden das binden we om uw hals,
dan ziet niemand iets van uw baard. Gelukkig,
dat u geen knevel hebt."
De man trad een paar schreden achteruit
om hun werk te kunnen bewonderen.
„Je ziet er uit om te zoeneD," zeide hy.
„Geef je neefje netjes een arm, dan houden
ze je voor zyn liefje. Als de menschen naar
hem kyken, jongen, dan noem je hem maar
eens hardop: „Lieve Rosalientje."
Oom en neef verlieten nu haastig het huis.
Gelukkig regende het bard, zoodat niemand
veel acht op het zonderlinge paar sloeg.
Zonder verdere avonturen bereikten zy de
reede, waar de „Sarah Jane" voor anker lag.
Zy zagen reeds, uit de verte, dat do beman
ning bezig was zich gereed te maken om te
vertrekken.
Toen nam de kapitein zyn rokken in de
hoogte, zette het op een draf en riep:
„Wachten l"
De stuurman keek verbaasd naar de
vreemdsoortige gestalte en wendde zich toen
af om zyn werk te hervatten. Maar oom en
neef waren intusschen dicht genoeg genaderd,
dat ze met een flinken sprong aan boord
konden komen.
„Waarom hebt ge niet gewacht, toen ik je
riop? vroog de kapitein, wiens bloed kookte.
„Ik kon toch niet weten, dat u het was,"
antwoordde de stuurman met een gryns. „Ik
dacht, dat het de Keizerin van Rusland was."
Sprakeloos van woede staarde de kapitein
hem aaD.
„En als ik u een goeden raad mag geven,"
hervatte de stuurman, „houd dan dat mooie
pakje aan. Ge hebt er nog nooit zoo goed
uitgezien als vandaag 1"
„Ik moet een pak kleeren leenen, Bob,"
zeide de kapitein, zich tot kalmte dwingende,
begrypende, dat hy anders niet uit zyn nete-
ligen toestand zou worden geholpen.
„Waar zyn de uwe?' vroeg Bob.
„Dat weet ik niet," antwoordde de kapitieD.
Ik heb gisteravond een toeval gehad en by
die gelegenheid zijn ze my afgenomen. Ten
minste, toen ik van morgen wakker werd,
waren ze nergens te vinden."
De stuurman wendde zich af om eenige
bevelen te geven.
„Bob, leen me een pak kleerenl" riep de
kapitein, die zyn geduld weer begon te ver
liezen.
„Om u de waarheid te zeggen," antwoordde
Bob, „heb ik geen lust daarin. Ge zoudt weer
een toeval kunnen krygen."
„Dus je wilt het my niöt leenen?"
„Neen," antwoordde de stuurman, met luide,
vaste stem, den blik op de bemanning gericht,
die stond te luisteren.
„Goed," zeide de kapitein. „Ted, kom
hier. Waar is je Zondagsche pak?"
„'t Spyt my allemachtig, kapiteio," ant
woordde Ted, van het eono been op het
andere dansende, uit verlegenheid. „Maar het
is niet goed genoeg voor uw soort."
„Dat is myn zaak, dunkt me," zeide de
kapitein. „Haal zei"
„Om u de waarheid te zoggen," hernam
Ted, „gaat het my net als den stuurman: ik
houd niet van leenen Ik ben maar een arm
matroos, maar ik leen myn kleeren aao
niemand, zelfs niet aan de Koningin van
Engeland."
„Voor den duivel, kerel, maak me niet woe
dend," brulde de kapitein. „Haal je kleeren l"
„Neen," antwoordde Ted.
De kapitein dacht een oogenblik na en
hernam
„Goed. Ik zweer jullie, dat je berouw zult
hebben. Bill, je bent de eenigste oerlyke kerel
aan boord Breng me je pak."
„Ik ben op de hand van den stuurman,
kapitein."
Nu verloor de kapitein zyn zelfbeheersching.
Met een vloek wierp hy zich op den stuur
man, maar toen hy hem oen geweldigen
vuistslag wilde toebrengen, struikelde by over
zyn rok en viel languit op het dek. De
matrozen barstten in schaterlachen uit. Dat
bracht den kapitein tot bezinning. Hy stond
op en begaf zicb, zonder nog een woord to
zeggen, naar zyn kajuit.
Nadat de bomanning zich overtuigd bad,
dat de kapitein niet weer te voorschyn kwam,
verzamelden zy zich om den stuurman.
tAls we hem in dit pak naar B^ttlesea
kunnen brengeü," sprak deze, „loopt alles
goed voor ons af. „Iiy bezit niets anders dan
zyn Zuidwester en zyn pantoffels. Wo moeten
zorgen, dat hy geen naald of draad in zyn
vingers krygt, anders is hy in staat zich uit
een zeildoek of zoo oen broek te fabricoeren.
Komt by mynheer Pearson zoo onder de oogen,
dan gaat hy stellig de laan uit."
Terwijl dit gesprek op het dek gevoerd
werd, overlegde de kapitein in zyn hut met
zyn Deef Tommie, wat hem te doen stond.
Allerlei plannen werden gemaakt, maar even
snel als onuitvoerbaar verworpen. Eindelyk
riep de kapitein, met de vuist op de tafel
slaande:
„Tommiel lk weet raadl Haal me jouw
Zondagspak l"
„Dat is niet grooter dan dit, oom," ant
woordde Tom mie.
„Haal het toch maar. En dan trek je de
kleeren uit, die je aan hebt."
Tommie begon te vreezen, dat zyn oomj
ten gevolg9 van hetgeen by had uitgeataanj
gek was geworden, doed daarom maar wat
de kapitein verlangde en verscheen weldra,
gehuld in een wollen deken, met zyn kleeren
onder zyn arm.
„Begryp je nu wat ik ga doen?"
„Neen, oom."
„Haal me een schaar. Ben je er nu achter?''
Tommie reikte hem de schaar.
(Slot volgt.)