N°. 11877
Zaterdag US November,
A0. 1898
gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van §pn- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 11 November;
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Lelden per 3 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
o f 1.10.
1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Orootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseoren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Di Nutslezing n werden gisteravond op
waardige wyze geopend door dr. P. Van Geer,
voorzitter van het departement, die sprak over
„Kunstbeschouwing". Hy voerde ons allereerst
naar Weenen, de stad der kunst by uitnemend
heid, zoowel wat haar gebouwen betreft, als
waar zy beschermster is van de kunst ook
op ander gebied, een schoone stad.
Daar bezocht hy onderscheidene begraaf
plaatsen, om or te zien de gedenkteekenen
van Weenen's groote mannen op het gebied
der toonkunst, Mozart, Beethoven, Haydn en
anderen.
Helaas l van hen geldt, dat ze niet wer.'en
geëerd, soms wel niet dan lang na hun dood,
omdat zy niet werden begrepen. Mozart is
van de armen begraven; men kent en vin:'t
zyn graf nergens meer. Alleen een gedenk-
teeken, te midden van de graven en monu
menten zyner kunstbroeders, bewaart voor het
nageslacht zyn herinnering op deze zichtbare
wijze; hy leeft vooit voor de zynen in zyn
werken.
Maar spreker was voornemens vooral over
Beethoven te spreken. Hy vertelde een en
ander van zyn jeugd; wonder, dat meermalen
aanschouwd is, dat groote mannen vaak op
staan uit den kring der kleinen; hy herinnerde,
hoe Beethoven een man was van onberisp-lyk
zedeiyk karakter, naar 't uiterlijke en inner-
ïyke, zooals ook zyn lofpryzenaar Richard
Wagner hem roemt; hoe hij iDgctogen was,
Dist huwde, en hoe daaruit te meer by hem
all 8 voorkwam uit de ói-psto diepten van
het gemoed, een kunstenaar in den rechten
zin van het woord.
By vestigde zich en leefde in Weenen, de
atad der echte kunst, nii-t zooals Beriyn de
stad van het militairlsmo, waar de kunst
geïmporteerd is.
Daar, to Weenen, bloeide by.
Spr. herinnerde aan sommige werken van
Beethoven en stelde er de hooge waarde van
in het licht. Zyn „Symphonie héroïque", zyn
„Pastorale", zyn concertstukken, zyn muziek
voor de huiskamer, zyn opera „Fideüo" en
na de pauze, toen spr. herinnerde aan Rem
brandt, een man op zyn gebied als Beethoven
Op h-:t zyno is geweest, aan do „9de Symphonie."
't Zou ons te ver voeren, Indien we trachtten
om weer te geven, wat spreker, bezield en
daarom bezielend, byzelf kunstenaar, over deze
kunststukken en de beteekenis daarvan en
daarin over de grootheid van Beethoven zei.
Beethoven gaf bet volle menschenleven
weer, en waar voor hem kunst wa9 „mehr
Ausdruck der Erfindung als Malerie", daar
werd hy niet begrepen in zyn tyd en konden
mannen als Liszt en Berlioz meerderen trekken.
Maar de tyd beeft dezen grooton toon
kunstenaar gerechtvaardigd. Mannen als
Joachim en v. Bülow hebben hem mee tot
eere gebracht. Wie het niet te doen is om
2ichzelven hy bederft Beethoven, maar
wie het te doen is om weer te geven, wat
de kunstenaar heeft moeten voelen, die geeft
niet alleen aan Beethoven de eere, die hem toe
komt, maar vereert daarin zlcbzelven mee.
Spreker deed uitkomen, hoe Beethoven
nooit zichzelven zocht. Tosn eens zyn „9de
Symphonie" werd uitgevoerd en by, deof
sedert veel jareD, toch den dirigeerstok in
handen had, toen, hy na het 41e gedeelte,
waarin hy na de melancholische stemming
van het 3de deel, niet op toon wist te zetten
het hooge, dat er leefde in zyn haft, en de
vertolking daarvan opdroeg aan de vox humana,
het publiek losbarstte in daverende toejuiching,
toen hoorde hy niet, de arme öoove, met den
rug gekoerd naar het publiek, het oorver
doovend applaus, dat hem .werd getracht;
men deed hem zich omkeeren en hy zag de
achittende overwinning, door hem behaald.
Beethoven, in onze dagen hos langer zoo
meer bekend en erkend, is een groot man
geweest, die, zonder naar menscben om te
zien, schiep wat zyn reiDe ziel gevoelde en
daardoor, in zyn tyd onbegrepen, nu na een
eeuw in al zyn grootheid cn verhevenheid
steeds meer wordt begrepen.
We laten onze mededeelingen hierby, om
de eenvoudige reden, dat het ons meer te
doen is om enkele gedachten te herinneren
en in het openbaar ook den spreker getui
genis te geven van onze dankbaarheid voor
het gehoorde.
Er was een niet groot, maar een g09d
publiek, een gehoor, dat belang stelde.
Waarom niet meer?
Hier geldt in volle waarheid: les absents
ont eu tort.
Voorzien van 151 handteekeningen, i3
bet volgende adros aan den Gemeenteraad
*an Leiden ingediend;
Geven met verschuldigden eerbied te kennen,
ondergeteekenden, H. Van Es, president, N.
Duk, secretaris, A. G. C. Van Bruggen, pen
ningmeester, Joh. C. Heemeyer, 2de voor
zitter, G. Pel, 2do secretaris, J. A. Van Keeken
en Pb. Verstraaten, commissarissen, vormende
te zamen het bestuur der vereeniging „Ver
gunning", te Leiden, afdeeling der vereeniging
„Vergunning" gevestigd te Amsterdam, goed
gekeurd by koninklijk besluit d.d. 20 Maart
1892 (Staatsblad No. 82) en verdere tappers
en slyters, wonende alhier,
dat de Politie-verordening dezer gemeente
in art. 138, 2a, bepaalt, dat, zonder vergun
ning van den burgemeester, cafés, tapperyen
en dergelyke inrichtingen niet later dan elf
uren 's avonds mogen openbiyven;
dat aan enkole begunstigden door den
burgemeester wordt toegestaan tot twaalf
uren of langer hun zaken open te houden;
dat het verleenen van die gunst op geen
enkelen grond schynt te berusten; dat althans
adressanten, hoe zy ook informeerden, èn
by de begunstigden zolven èn by de autori
teiten, nooit eenigen grondslag voor die ver
gunning te weten zyn gekomen,
ondanks wy, adressanten, ten volle overtuigd
zyn, dezelfde krachten tot uitvoering van ons
bedryf, wat betreft de netheil, w<.lke behoort
te worden in acht genomen, bezitten als
onze concurreerende begunstigden,
dat die gunst den één ongevraagd schynt
verleend te worden, den ander direct op zyn
verzoek, weer anderen eenigen tyd daarna,
terwyi de meesttn die vergunning om later
open te mogen blyven nooit kunnen krygen;
dat ook do aard der verschillende zaken,
de plaats, waar zy gelegen zyn, of do persoon,
die ze dryft, voor die vergunning van geen
invloel schynt te zyn, daar de één de bedoelde
vergunning in eon zaak krygt, waar zy een
ander, die wat zyn persoon betreft, er oven
goed voor in aanmerking zou komen, in dezelfde
zaak geweigerd wor.t;
dat het verleantn van die vergunning veel
gelykt op het uitdeeRn van een gunst aan
enkele uitverkorenen, en adressanten op gron
den van biliykheid gaarne aan dien toest ni
een einde zagen gemaakt, daar immers, by
gelyko plichten tot betaling der hooge belas
ting, het stygen van het gedistilleerd, de aan
hangigo accynsverhooging, gelyks rechten
billyk mogen worden geacht by de pogingen
om te verdienen wat daartoe noodig is;
dat het groote financiëele voordeel, dat den
beguustigde verschaft wordt, voor een groot
deel gebaat zou worden, als het algemeene
sluiling8uur bepaald wordt op twaalf uren;
tevens doen adressanten opmerken, dat het
geenszins hun bedoeling is, de groote zaken,
aan de Breestraat, enz. gelegen, in die bepa
ling op te nemen, daar voor hun zaken niet
van terugwerkende kracht zyn,
redenen waarom adressanten eerbiedig uw
Raad verzoeken, de Politie-verordening voor
deze gemeente in dien geest te wyzigen, dat
voor allo gewone cafés, tapperyen en slyteryen,
een vast sluitingsuur worde bepaald cn wel
op '8 avonds twaalf uren.
Voorts herinneren wy uw geacht College,
dat wy op verschillende adressen en wel de
laatste den 21sten Augustus 1896, waarby
wy verzochten het openings- en sluitingsuur
te bepalen voor het geheele jaar van af
's morgens zes tot en met 's avonds twaalf
uren UE1. antwoord ontvingen, dat ons ver
zoek zou behandeld worden by de wyziging
dor Algemeene Politie-Vcror Jeningen.
't Welk doende (volgen do handteekeningen)
By het afdeelinga-on Jerzoek der Tweede
Kamer over het hoofdstuk Binnenlandscbe
Zaken der Staatsbegrooting voor 1899 werd in
één afdeeling er opnieuw de aandacht op
gevestigd, dat ten koste van aanzienlyke offers
voor de schatkist door een groot getal be
kwame leeraren aan een klein getal Univer
siteiten onderwys gegeven wordt aan een
beperkt getal jongelieden. De vraag werd
gedaan of niet een regeling te treffen ware,
waardoor een grooter getal ingezetenen van
dit onderwys zoude kunnen genieten en de
hoogleeraren in ruimer kring werkzaam zou
den kunnen zyn. Hetzelfde denkbeeld heeft
elders reeds toepassing gevonden, onder andere
in Engeland, waar de bekende „university-
extension" zeer groot nut sticht. Zy, die dit
punt ter sprake brachten, drongen er op aan,
het kostbare hooger onderwys op de voor
gestelde wyze binnen het bereik te brengen
van alle klassen der bevolking.
In de me:-ste afdeelingen werd met kracht
aangedrongen op reorganisatie van het hooger
onderwys. By verscheidene leden stond daarby
het denkbeeld van bezuiniging op den voor
grond.
Als middel tot verlaging der uitgaven ver
dient, volgens eenigen, vermindering van het
aantal hoogleeraren ernstig overweging, waar
toch het getal lesuren van eiken hoogleeraar
veel te gering is en bovendien sommige col
leges, blykens do verslagen, zeer slecht worden
bezjeht.
Door meerderen werd opnieuw het denk
beeld ter 6prake gebracht één of zoo noodig
tweo der Universiteiten op te heffen. Een
ernstige poging, om daartoe te geraken, zoo
betoogden zy, is nog niet gedaan.
Opnieuw werd aangedrongen op betere
regeling der eind-examens der openbare gym
nasia en op gelykstelling van de byzondere
gymnasia met de openbare op dit punt.
Beperking van bet leerplan der gymnasia
kwam aan sommige leden wenscheiyk voor.
Zy wenschten de drie nieuwe talen te doen
vervallen. Herhaald werd de klacht over ge
brek aan uniformiteit in de leerplannen der
gymnasia. Eveneens werd herhaald de aan
drang, dat de leeraren aan onverplichte gym
nasia zouden worden opgenomen en toege
laten tot het pensioenfonds voor weduwen
en weezen.
In overweging werd gegeven het volgend
jaar te Leiden geen nieuwen hoogleer aar
in de theologie te benoemen, daar te
Utrecht en Groningen de theologische facul
teit ook slechts vier professoren telt.
Gevraagd werd waarom de leerstoel in de
Maleische taal aan do hoogoschool te
Leiden onbez t blyft.
Ook werd gevraagd hoe het nu staat met
de plannen omtrent het Ethnographisch
Museum.
Wederom werd de biliykheid betoogd aan
de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, 's-Gra
venhage en Kampen, evenals aan andere
gemeenten, subsi.iën toe te kennen voor hare
gymnasia.
De heer H. Damsté Pzn., pred. by de
Ned.-Herv. Gemeente te Elten (N. Br.), heeft
7 Nov. 11. onder veel blyken van belangstel
ling zyn 40-jarige evangelie bediening her
dacht.
Den heer Damstó is door het provinciaal
kerkbestuur van Noord-Brabant en Limburg
tegen 15 Nov. a. s. een eervol emeritaat ver
leend, zoodat zyneerw. a. s. Zondag afscheid
van zyn gemeente zal nemen.
Door wyien mevr. do wed. A. P. G. De
Waal, geb. Jacobson, overleden te Rotterdam,
ie gelegateerd aan het Herv. Burgor-woes-
huis f 22,000; aan de diaconie der Ned.-Herv.
Gemeente f 11,000 en aan de Ned.-Herv.
kerk f 1000, allen te Delftshaven, haar vroegere
woonplaats. De legaten zyn belast met vrucht
gebruik ten bate der cienstbode van de over
ledene.
Volgens het „H. Dagblad" is het voor
zitterschap van do commissie, door den minister
van justitie benoemd tot 't doen van voor
stellen tot betere regeling van de bevoegdheid
der verschillende autoriteiten in zake politie
en tot meerdere verzekering van openbare
orde en veiligheid, enz., opgedragen aan het
lid, mr. Kist, procureur generaal, en het
secretariaat aan mr. J. Th. F. Telting, adjunct
commies by het departement van justitie.
De algemeene vergadering van de Ned.
Vereeniging tot bevordering van Zondagsrust
wordt Dinsdag den 29sten November a. s., des
voorm. te halftwaalf, in de kleine zaal van
„Tivoli" te Utrecht gehouden.
O. m. zal dan worden behandeld een voor
stel van het hoofdbestuur, dat de Vereeniging
zich, met verwyzing naar de vroeger aan do
Regeering ingediende requesten, wende tot de
Tweede Kamer dor Staten-Generaal om be
vordering van wettelyke regeling der Zon
dagsrust.
By de begrooting voor het Burgerlyk
Pensioenfonds, dienst 1899, wordt voorgesteld
den chef van het bureau statistiek den meer
aan zyn workkring passenden titel van wis
kundig adviseur te verleenen.
De heer Von Weckherlin, gezant by de
Vereenigde Staten van Noord Amerika, zal
binnenkort van verlof, in Den Haag door
gebracht, naar z(jn post terugkeeren.
Benoemd is tot notaris te Nuenen de heer
A. Th. J. Mertens, candidaat te Oofterhout.
Naar men verneemt, heeft jhr. mr. A.
W. Van Holthe tot Echten, notaris te Assen,
wegens hoogen leeftijd eervol ontslag als zoo
danig aangevraagd met ingang van 1 Februari
a. s. De heer Van Holthe tot Echten is een
der oudste notarissen in ons land; hy werd
in 1854 tot notaris benoemd ter standplaats
Assen en heeft die betrekking dus gedurende
een tydperk van ruim 44 jaren waargenomen,
De officier van gezondheid lste klasse
C. Pino, dienende aan boord van het pantser
schip „Piet Hein", wordt mot 1G Dec. a. s
op non activiteit gesteld on vervangen door
den officier van gezondheid lste klasse G. A.
J. Van der Sande.
De gewone audiëntie van den minister
van waterstaat, handel en nyverheid op
Dinsdag 15 dezer zal niet plaats hebben.
Do minister van oorlog heeft bepaald,
dat de korporaals en soldaten der infanterie,
niet in dienst zynde, voortaan in het openbaar
gekleed zullen zyn zonder te zyn gewapend
met bajonet of sabd.
Ter benoeming te Amsterdam zyn voor
gedragen; voor tweeden onderwyzer aan de
o. 1. 8. lste kl. No. 53, de heeren A. J.
Ketelaar te Leeuwarden, D. Groenendyk te
Bodegraven en P. B. Benjert te Amsterdam;
voor tweeden onderwyzer aan de o. 1. s.
lste kl. No. 54, de heeren C. Kooien te
Alkmaar, A. J. Ketelaar te Leeuwarden en
D. Groenendyk te Bodegraven.
Het stoomschip „Burgemeester Den Tex",
van Amsterdam naar Batavia, vertrok 10 Nov.
van Genua; de „Kaiser," van Hamburg en
Amsterdam naar Oost-Afrika, vertrok 10 Nov.
van Napels; de „Telaraon," van Batavia naar
Amsterdam, vertrok 5 Nov. van Colombo; de
„Bromo," van Rotterdam naar Batavia, is 10
Nov. Suez gepasseerd; de „Spaarndam", van
Rotterdam naar Nieuw-York, vertrok 11 Nov.
van Boulogne-sur Merde „Edam" vertrok
10 Nov. van Nieuw-York naar Amsterdam.
llillegom. Ter gememte-secretarie alhier
kunnen zich vóór of op den laatsten Nov. de
ingezetenen aangeven, die als vry willig r ly de
militie wenschen op te treden, t rwyi alsdan
aan hen op 1 December a. 8. h.t getuigschrift
model No. 2 zal worden uitgereikt.
Oudshoorn. ï)en ingezetenen is by publi
catie bekend gemaakt, dat hun, die zich als
vrywilligers wenschen aan te melden, daar
voor op Donderdag 24 November a. s. gelegen
heid gegeven wordt tusscben 10 en 12 uren,
terwyl tevens zyn omschreven de stukken, cie
by een vrywillige v rbintenis gevorderd worden.
Een koppel koeien naby de Houltrug,
schrikte van een voorbygaanden wagen. Eenige
viervoeters begaven zich in de net aangelegde
tuintjes der aangrenzende bewoners en takel
den den boel ter dege toe, terwyl eenige andere
zich te water begaven, die niet dan met
groote moete op het droge werden gehaald.
"Waddings veen. Het fanfarecorps „De
Kleine Trompetter", van Zevenhuizen, heeft
alhier een concert gegeven, dat zeer in den
smaak der aanwezigen viel. De uitvoering
der verschillende stukken was inderdaad to
pryzen, vooral als men den korten tyd in
aanmerking neemt, gedurende welken het corps
bestaat. "Wy brengen daarom van harte een
woord van lof aan den volyverigen directeur
den heer De Haan, aan wien de zorg van het
corp3 uitstekend is toovertrouwd.
Daar het gewone lokaal voor de leden
der sociëteit „De Unie" niet meer disponibel
kan worden gesteld, zal in de volgende week
een algemeene vergadering worden geboudeD,
om over de verdere belangen van het gezel
schap te beraadslagen.
De sociëteit „Vredebest" heeft opgehouden
te bestaan.
In de Geref. Kerk zyn benoemd de hoeren
Faascn tot ouderling en I. v. d. Water tot
diaken.
TWEEBE KASlEfl.
Pensioenfonds voor Weduwen cn Weezen
van Burgerlijke Ambtenaren.
De begrooting van dit fonds voor 1S99 is
vastgesteld op een bedrag van ƒ1,829,450.
Het saldo over 1898 zal vermoedelyk een
som bodragen van f 5000. Het kapitaal van
het fonds bestond op 1 Juli 1898 uit de
volgende inschry vingen 2'/, pets. f 32,001,900
en 3 pets. 15,376,500.
De renten daarvan, alsmede van de ïn-
schryvingen, welke nog uit de middelen van
1898 en in den loop van het volgende dienst
jaar kunnen worJen aangekocht, worden ge
raamd op 1,300,000.
Voor het jaar 1899 kan op een ontvangst
aan bydragen en contributiën van ongoveer
f 520,000 gerekend worden
Hoofdstuk V Binnenlandsche Zaken.)
Het afdeelingsondtrzoek van Hoofdstuk
der Staatsbegrooting voor 1899 heeft aanleiding
gegeven tot de volgende opmerkingen
beschouwingen.
Naar het oordeel van zeer veel leden is by
de samenstelling dezer begrooting niet ae
noodige zuinigheid betracht.
Onderscheidene leden hadden niet zoozeer
bedenking tegon hoogere bedragen voor onder
wijs en landbouw, docb kwamen inzonderheid
op tegen voortdurende verhooging van trak
tementen.
Het voornemen om de zaken, rakende de
jacht en visschery, over te brengen by da af
deeling „Landbouw" aan het Dep. van Binnenl.
Zaken, werd toegejuicht, doch men had gaarne
gezien, dat de Minister verder ware gegaan
en bedacht ware geweest op volledige con
centratie van alle met den landbouw nauw
samenhangende belangen.
Wat het kiesrecht betreft, wees men er op,
dat de uitoefening van dat recht zooveel
mogelijk moet worden vergemakkelijkt; de
aandacht werd er op gevestigd, dat het tegen
deel geschiedt. Enkele leden wenschten, dat
de Minister de vermeerdering van het getal
stemdistricten in de grooteie gemeenten zou
bevorderen. Ook werd gevraagd of de Minister
Diet een mechanische wyze van stemmen zou
willen bevorderen.
Wederom werd aangedrongen op benoeming
van burgemeesters uit de ingezetenen; aDderen
meenden, dat dit nimmer den doorslag mag
geven en meer gelet mo6t worden op ge
schiktheid.
In één afdeeling verlangden sommige leden
door aanvulling van art. 242 Gemeentewet
aan de gemeentebesturen de gelegenheid ge
opend te zien, inwonende grondeigenaren in
de gemeentelasten te doen bycragen.
Van verschillende zyden werd de vraag ge
daan hoever men a>n hot Dep. van Binnenl.
Zaken gevorderd is met de herziening der wet
tot regeling van het armbestuur.
Opnieuw werd aangedrongen op Wcttoiyke
regeling der banken van-leening.
Mede werd herhaald de aaDdrang tot instel
ling van een toezicht van Rykswege op levens*
verzekering-maatschappyen en l< grafenis-
fond8en.
De noodzakeiykheid werd tetcogd van een
herziening der wetgeving betreffende krank
zinnigen.
De herziening der Drankwet werd met be
langstelling te gemoet gezien.
Ia één afdeeling werd de aandacht geves
tigd op den treurigen oeconomischtn toestand
in de provincie Friesland en met cyfers werd
uiteengezet, dat de agrarische crisis zich in
Friesland zooveel erger doet gevoelen dan in
andere deelen des Ryks. Van andere zyde
werd dio voorstelling van zaken overdreven
genoemd, al erkende men, dat de toestmd v-n
Friesland te wenschen laat.
Opnieuw werd de noodzakeiykheid betoogd
van het nemen van maatregelen tegen ver
ontreiniging van openbare wateren. Ook hierby
kwam ter sprake de watervervcrsching in de
gemeente 's Gravenbage. De toestand aldaar
achtte men nog verre van volJoende.
Aangedrongen werd op verscherpiog van
controle op het geldelyk beheer der gemeenten.
Verschillende leden waren van oordeel, dat
in ons land te veel examens worden afgeno
men. Doze klacht was in de eerste plaats
gericht tegen de talryke examens by middel
baar en lager onderwys.
Inlichtingen werden gevraagd omtrent een
ondershandsche aanbesteding van een Ryks*
werk te Groningen.
In verband met het requireeren van troepen
door den burgemeester van 's-Gravonhage by
de inhuldigiDgsfeesten, vroeg men of ten deze
aan den burgemeester een onbeperkte be
voegdheid toekomt.
Verschillende inlichtingen werden gevraagd
omtrent de verhooging van kosten van het
Departement van Binnenlandsche Zaken.
Verschillende leden wezen op de nood
zakeiykheid intyds de grenzen der gemeenten
uit te zetten van stedelijke gemeenten, waar
bevolking en bebouwing zich sterk uitbreiden.
Zoo werd gewezen op 's-Gravenhage, waar
thans plannen worden beraamd om een wyk
te doen verryzen, waarvan de bewoners to
gelyk de voordeelen zullen kunnen genieten,
verbonden aan het wonen onder een platte
landsgemeente, en die, welke de onmiddellyke
nabyheid van een groote stad meelrongt.
Aangedrongen werd op verhooging der
bezoldigingen van ambtenaren ter provinciale
griffiëo.
Opgekomen werd voor vereenvoudiging der
vragen met betrekkiog der staten voor volks
tellingen.
Gevraagd werd een specifieke opgave van
instellingen, waaraan dit jaar subsidie is
gegeven.
Krachtige bestrijding vond de post tot
subsidie aan de Nederlandscbe Vereeniging
voor Gemeentebelangen in de kosten der door
haar gehouden wordende examens.
Gevraagd werd of de Regeering niet toreld
is de scbutterywet te herzien, althans op die
punten, die daaraan dringend behoefte hebben^
Gewezen werd op de jaarlyksche styging
der kosten voor het krankzinnigen wezen,
Aangedrongen werd op voorziening in
verpleging van idioten en onnoozelen.