N°. 11877 Zaterdag US November, A0. 1898 gourant wordt dagelijks, met uitzondering van §pn- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 11 November; LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Lelden per 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommers o f 1.10. 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Orootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseoren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Di Nutslezing n werden gisteravond op waardige wyze geopend door dr. P. Van Geer, voorzitter van het departement, die sprak over „Kunstbeschouwing". Hy voerde ons allereerst naar Weenen, de stad der kunst by uitnemend heid, zoowel wat haar gebouwen betreft, als waar zy beschermster is van de kunst ook op ander gebied, een schoone stad. Daar bezocht hy onderscheidene begraaf plaatsen, om or te zien de gedenkteekenen van Weenen's groote mannen op het gebied der toonkunst, Mozart, Beethoven, Haydn en anderen. Helaas l van hen geldt, dat ze niet wer.'en geëerd, soms wel niet dan lang na hun dood, omdat zy niet werden begrepen. Mozart is van de armen begraven; men kent en vin:'t zyn graf nergens meer. Alleen een gedenk- teeken, te midden van de graven en monu menten zyner kunstbroeders, bewaart voor het nageslacht zyn herinnering op deze zichtbare wijze; hy leeft vooit voor de zynen in zyn werken. Maar spreker was voornemens vooral over Beethoven te spreken. Hy vertelde een en ander van zyn jeugd; wonder, dat meermalen aanschouwd is, dat groote mannen vaak op staan uit den kring der kleinen; hy herinnerde, hoe Beethoven een man was van onberisp-lyk zedeiyk karakter, naar 't uiterlijke en inner- ïyke, zooals ook zyn lofpryzenaar Richard Wagner hem roemt; hoe hij iDgctogen was, Dist huwde, en hoe daaruit te meer by hem all 8 voorkwam uit de ói-psto diepten van het gemoed, een kunstenaar in den rechten zin van het woord. By vestigde zich en leefde in Weenen, de atad der echte kunst, nii-t zooals Beriyn de stad van het militairlsmo, waar de kunst geïmporteerd is. Daar, to Weenen, bloeide by. Spr. herinnerde aan sommige werken van Beethoven en stelde er de hooge waarde van in het licht. Zyn „Symphonie héroïque", zyn „Pastorale", zyn concertstukken, zyn muziek voor de huiskamer, zyn opera „Fideüo" en na de pauze, toen spr. herinnerde aan Rem brandt, een man op zyn gebied als Beethoven Op h-:t zyno is geweest, aan do „9de Symphonie." 't Zou ons te ver voeren, Indien we trachtten om weer te geven, wat spreker, bezield en daarom bezielend, byzelf kunstenaar, over deze kunststukken en de beteekenis daarvan en daarin over de grootheid van Beethoven zei. Beethoven gaf bet volle menschenleven weer, en waar voor hem kunst wa9 „mehr Ausdruck der Erfindung als Malerie", daar werd hy niet begrepen in zyn tyd en konden mannen als Liszt en Berlioz meerderen trekken. Maar de tyd beeft dezen grooton toon kunstenaar gerechtvaardigd. Mannen als Joachim en v. Bülow hebben hem mee tot eere gebracht. Wie het niet te doen is om 2ichzelven hy bederft Beethoven, maar wie het te doen is om weer te geven, wat de kunstenaar heeft moeten voelen, die geeft niet alleen aan Beethoven de eere, die hem toe komt, maar vereert daarin zlcbzelven mee. Spreker deed uitkomen, hoe Beethoven nooit zichzelven zocht. Tosn eens zyn „9de Symphonie" werd uitgevoerd en by, deof sedert veel jareD, toch den dirigeerstok in handen had, toen, hy na het 41e gedeelte, waarin hy na de melancholische stemming van het 3de deel, niet op toon wist te zetten het hooge, dat er leefde in zyn haft, en de vertolking daarvan opdroeg aan de vox humana, het publiek losbarstte in daverende toejuiching, toen hoorde hy niet, de arme öoove, met den rug gekoerd naar het publiek, het oorver doovend applaus, dat hem .werd getracht; men deed hem zich omkeeren en hy zag de achittende overwinning, door hem behaald. Beethoven, in onze dagen hos langer zoo meer bekend en erkend, is een groot man geweest, die, zonder naar menscben om te zien, schiep wat zyn reiDe ziel gevoelde en daardoor, in zyn tyd onbegrepen, nu na een eeuw in al zyn grootheid cn verhevenheid steeds meer wordt begrepen. We laten onze mededeelingen hierby, om de eenvoudige reden, dat het ons meer te doen is om enkele gedachten te herinneren en in het openbaar ook den spreker getui genis te geven van onze dankbaarheid voor het gehoorde. Er was een niet groot, maar een g09d publiek, een gehoor, dat belang stelde. Waarom niet meer? Hier geldt in volle waarheid: les absents ont eu tort. Voorzien van 151 handteekeningen, i3 bet volgende adros aan den Gemeenteraad *an Leiden ingediend; Geven met verschuldigden eerbied te kennen, ondergeteekenden, H. Van Es, president, N. Duk, secretaris, A. G. C. Van Bruggen, pen ningmeester, Joh. C. Heemeyer, 2de voor zitter, G. Pel, 2do secretaris, J. A. Van Keeken en Pb. Verstraaten, commissarissen, vormende te zamen het bestuur der vereeniging „Ver gunning", te Leiden, afdeeling der vereeniging „Vergunning" gevestigd te Amsterdam, goed gekeurd by koninklijk besluit d.d. 20 Maart 1892 (Staatsblad No. 82) en verdere tappers en slyters, wonende alhier, dat de Politie-verordening dezer gemeente in art. 138, 2a, bepaalt, dat, zonder vergun ning van den burgemeester, cafés, tapperyen en dergelyke inrichtingen niet later dan elf uren 's avonds mogen openbiyven; dat aan enkole begunstigden door den burgemeester wordt toegestaan tot twaalf uren of langer hun zaken open te houden; dat het verleenen van die gunst op geen enkelen grond schynt te berusten; dat althans adressanten, hoe zy ook informeerden, èn by de begunstigden zolven èn by de autori teiten, nooit eenigen grondslag voor die ver gunning te weten zyn gekomen, ondanks wy, adressanten, ten volle overtuigd zyn, dezelfde krachten tot uitvoering van ons bedryf, wat betreft de netheil, w<.lke behoort te worden in acht genomen, bezitten als onze concurreerende begunstigden, dat die gunst den één ongevraagd schynt verleend te worden, den ander direct op zyn verzoek, weer anderen eenigen tyd daarna, terwyi de meesttn die vergunning om later open te mogen blyven nooit kunnen krygen; dat ook do aard der verschillende zaken, de plaats, waar zy gelegen zyn, of do persoon, die ze dryft, voor die vergunning van geen invloel schynt te zyn, daar de één de bedoelde vergunning in eon zaak krygt, waar zy een ander, die wat zyn persoon betreft, er oven goed voor in aanmerking zou komen, in dezelfde zaak geweigerd wor.t; dat het verleantn van die vergunning veel gelykt op het uitdeeRn van een gunst aan enkele uitverkorenen, en adressanten op gron den van biliykheid gaarne aan dien toest ni een einde zagen gemaakt, daar immers, by gelyko plichten tot betaling der hooge belas ting, het stygen van het gedistilleerd, de aan hangigo accynsverhooging, gelyks rechten billyk mogen worden geacht by de pogingen om te verdienen wat daartoe noodig is; dat het groote financiëele voordeel, dat den beguustigde verschaft wordt, voor een groot deel gebaat zou worden, als het algemeene sluiling8uur bepaald wordt op twaalf uren; tevens doen adressanten opmerken, dat het geenszins hun bedoeling is, de groote zaken, aan de Breestraat, enz. gelegen, in die bepa ling op te nemen, daar voor hun zaken niet van terugwerkende kracht zyn, redenen waarom adressanten eerbiedig uw Raad verzoeken, de Politie-verordening voor deze gemeente in dien geest te wyzigen, dat voor allo gewone cafés, tapperyen en slyteryen, een vast sluitingsuur worde bepaald cn wel op '8 avonds twaalf uren. Voorts herinneren wy uw geacht College, dat wy op verschillende adressen en wel de laatste den 21sten Augustus 1896, waarby wy verzochten het openings- en sluitingsuur te bepalen voor het geheele jaar van af 's morgens zes tot en met 's avonds twaalf uren UE1. antwoord ontvingen, dat ons ver zoek zou behandeld worden by de wyziging dor Algemeene Politie-Vcror Jeningen. 't Welk doende (volgen do handteekeningen) By het afdeelinga-on Jerzoek der Tweede Kamer over het hoofdstuk Binnenlandscbe Zaken der Staatsbegrooting voor 1899 werd in één afdeeling er opnieuw de aandacht op gevestigd, dat ten koste van aanzienlyke offers voor de schatkist door een groot getal be kwame leeraren aan een klein getal Univer siteiten onderwys gegeven wordt aan een beperkt getal jongelieden. De vraag werd gedaan of niet een regeling te treffen ware, waardoor een grooter getal ingezetenen van dit onderwys zoude kunnen genieten en de hoogleeraren in ruimer kring werkzaam zou den kunnen zyn. Hetzelfde denkbeeld heeft elders reeds toepassing gevonden, onder andere in Engeland, waar de bekende „university- extension" zeer groot nut sticht. Zy, die dit punt ter sprake brachten, drongen er op aan, het kostbare hooger onderwys op de voor gestelde wyze binnen het bereik te brengen van alle klassen der bevolking. In de me:-ste afdeelingen werd met kracht aangedrongen op reorganisatie van het hooger onderwys. By verscheidene leden stond daarby het denkbeeld van bezuiniging op den voor grond. Als middel tot verlaging der uitgaven ver dient, volgens eenigen, vermindering van het aantal hoogleeraren ernstig overweging, waar toch het getal lesuren van eiken hoogleeraar veel te gering is en bovendien sommige col leges, blykens do verslagen, zeer slecht worden bezjeht. Door meerderen werd opnieuw het denk beeld ter 6prake gebracht één of zoo noodig tweo der Universiteiten op te heffen. Een ernstige poging, om daartoe te geraken, zoo betoogden zy, is nog niet gedaan. Opnieuw werd aangedrongen op betere regeling der eind-examens der openbare gym nasia en op gelykstelling van de byzondere gymnasia met de openbare op dit punt. Beperking van bet leerplan der gymnasia kwam aan sommige leden wenscheiyk voor. Zy wenschten de drie nieuwe talen te doen vervallen. Herhaald werd de klacht over ge brek aan uniformiteit in de leerplannen der gymnasia. Eveneens werd herhaald de aan drang, dat de leeraren aan onverplichte gym nasia zouden worden opgenomen en toege laten tot het pensioenfonds voor weduwen en weezen. In overweging werd gegeven het volgend jaar te Leiden geen nieuwen hoogleer aar in de theologie te benoemen, daar te Utrecht en Groningen de theologische facul teit ook slechts vier professoren telt. Gevraagd werd waarom de leerstoel in de Maleische taal aan do hoogoschool te Leiden onbez t blyft. Ook werd gevraagd hoe het nu staat met de plannen omtrent het Ethnographisch Museum. Wederom werd de biliykheid betoogd aan de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, 's-Gra venhage en Kampen, evenals aan andere gemeenten, subsi.iën toe te kennen voor hare gymnasia. De heer H. Damsté Pzn., pred. by de Ned.-Herv. Gemeente te Elten (N. Br.), heeft 7 Nov. 11. onder veel blyken van belangstel ling zyn 40-jarige evangelie bediening her dacht. Den heer Damstó is door het provinciaal kerkbestuur van Noord-Brabant en Limburg tegen 15 Nov. a. s. een eervol emeritaat ver leend, zoodat zyneerw. a. s. Zondag afscheid van zyn gemeente zal nemen. Door wyien mevr. do wed. A. P. G. De Waal, geb. Jacobson, overleden te Rotterdam, ie gelegateerd aan het Herv. Burgor-woes- huis f 22,000; aan de diaconie der Ned.-Herv. Gemeente f 11,000 en aan de Ned.-Herv. kerk f 1000, allen te Delftshaven, haar vroegere woonplaats. De legaten zyn belast met vrucht gebruik ten bate der cienstbode van de over ledene. Volgens het „H. Dagblad" is het voor zitterschap van do commissie, door den minister van justitie benoemd tot 't doen van voor stellen tot betere regeling van de bevoegdheid der verschillende autoriteiten in zake politie en tot meerdere verzekering van openbare orde en veiligheid, enz., opgedragen aan het lid, mr. Kist, procureur generaal, en het secretariaat aan mr. J. Th. F. Telting, adjunct commies by het departement van justitie. De algemeene vergadering van de Ned. Vereeniging tot bevordering van Zondagsrust wordt Dinsdag den 29sten November a. s., des voorm. te halftwaalf, in de kleine zaal van „Tivoli" te Utrecht gehouden. O. m. zal dan worden behandeld een voor stel van het hoofdbestuur, dat de Vereeniging zich, met verwyzing naar de vroeger aan do Regeering ingediende requesten, wende tot de Tweede Kamer dor Staten-Generaal om be vordering van wettelyke regeling der Zon dagsrust. By de begrooting voor het Burgerlyk Pensioenfonds, dienst 1899, wordt voorgesteld den chef van het bureau statistiek den meer aan zyn workkring passenden titel van wis kundig adviseur te verleenen. De heer Von Weckherlin, gezant by de Vereenigde Staten van Noord Amerika, zal binnenkort van verlof, in Den Haag door gebracht, naar z(jn post terugkeeren. Benoemd is tot notaris te Nuenen de heer A. Th. J. Mertens, candidaat te Oofterhout. Naar men verneemt, heeft jhr. mr. A. W. Van Holthe tot Echten, notaris te Assen, wegens hoogen leeftijd eervol ontslag als zoo danig aangevraagd met ingang van 1 Februari a. s. De heer Van Holthe tot Echten is een der oudste notarissen in ons land; hy werd in 1854 tot notaris benoemd ter standplaats Assen en heeft die betrekking dus gedurende een tydperk van ruim 44 jaren waargenomen, De officier van gezondheid lste klasse C. Pino, dienende aan boord van het pantser schip „Piet Hein", wordt mot 1G Dec. a. s op non activiteit gesteld on vervangen door den officier van gezondheid lste klasse G. A. J. Van der Sande. De gewone audiëntie van den minister van waterstaat, handel en nyverheid op Dinsdag 15 dezer zal niet plaats hebben. Do minister van oorlog heeft bepaald, dat de korporaals en soldaten der infanterie, niet in dienst zynde, voortaan in het openbaar gekleed zullen zyn zonder te zyn gewapend met bajonet of sabd. Ter benoeming te Amsterdam zyn voor gedragen; voor tweeden onderwyzer aan de o. 1. 8. lste kl. No. 53, de heeren A. J. Ketelaar te Leeuwarden, D. Groenendyk te Bodegraven en P. B. Benjert te Amsterdam; voor tweeden onderwyzer aan de o. 1. s. lste kl. No. 54, de heeren C. Kooien te Alkmaar, A. J. Ketelaar te Leeuwarden en D. Groenendyk te Bodegraven. Het stoomschip „Burgemeester Den Tex", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 10 Nov. van Genua; de „Kaiser," van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, vertrok 10 Nov. van Napels; de „Telaraon," van Batavia naar Amsterdam, vertrok 5 Nov. van Colombo; de „Bromo," van Rotterdam naar Batavia, is 10 Nov. Suez gepasseerd; de „Spaarndam", van Rotterdam naar Nieuw-York, vertrok 11 Nov. van Boulogne-sur Merde „Edam" vertrok 10 Nov. van Nieuw-York naar Amsterdam. llillegom. Ter gememte-secretarie alhier kunnen zich vóór of op den laatsten Nov. de ingezetenen aangeven, die als vry willig r ly de militie wenschen op te treden, t rwyi alsdan aan hen op 1 December a. 8. h.t getuigschrift model No. 2 zal worden uitgereikt. Oudshoorn. ï)en ingezetenen is by publi catie bekend gemaakt, dat hun, die zich als vrywilligers wenschen aan te melden, daar voor op Donderdag 24 November a. s. gelegen heid gegeven wordt tusscben 10 en 12 uren, terwyl tevens zyn omschreven de stukken, cie by een vrywillige v rbintenis gevorderd worden. Een koppel koeien naby de Houltrug, schrikte van een voorbygaanden wagen. Eenige viervoeters begaven zich in de net aangelegde tuintjes der aangrenzende bewoners en takel den den boel ter dege toe, terwyl eenige andere zich te water begaven, die niet dan met groote moete op het droge werden gehaald. "Waddings veen. Het fanfarecorps „De Kleine Trompetter", van Zevenhuizen, heeft alhier een concert gegeven, dat zeer in den smaak der aanwezigen viel. De uitvoering der verschillende stukken was inderdaad to pryzen, vooral als men den korten tyd in aanmerking neemt, gedurende welken het corps bestaat. "Wy brengen daarom van harte een woord van lof aan den volyverigen directeur den heer De Haan, aan wien de zorg van het corp3 uitstekend is toovertrouwd. Daar het gewone lokaal voor de leden der sociëteit „De Unie" niet meer disponibel kan worden gesteld, zal in de volgende week een algemeene vergadering worden geboudeD, om over de verdere belangen van het gezel schap te beraadslagen. De sociëteit „Vredebest" heeft opgehouden te bestaan. In de Geref. Kerk zyn benoemd de hoeren Faascn tot ouderling en I. v. d. Water tot diaken. TWEEBE KASlEfl. Pensioenfonds voor Weduwen cn Weezen van Burgerlijke Ambtenaren. De begrooting van dit fonds voor 1S99 is vastgesteld op een bedrag van ƒ1,829,450. Het saldo over 1898 zal vermoedelyk een som bodragen van f 5000. Het kapitaal van het fonds bestond op 1 Juli 1898 uit de volgende inschry vingen 2'/, pets. f 32,001,900 en 3 pets. 15,376,500. De renten daarvan, alsmede van de ïn- schryvingen, welke nog uit de middelen van 1898 en in den loop van het volgende dienst jaar kunnen worJen aangekocht, worden ge raamd op 1,300,000. Voor het jaar 1899 kan op een ontvangst aan bydragen en contributiën van ongoveer f 520,000 gerekend worden Hoofdstuk V Binnenlandsche Zaken.) Het afdeelingsondtrzoek van Hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1899 heeft aanleiding gegeven tot de volgende opmerkingen beschouwingen. Naar het oordeel van zeer veel leden is by de samenstelling dezer begrooting niet ae noodige zuinigheid betracht. Onderscheidene leden hadden niet zoozeer bedenking tegon hoogere bedragen voor onder wijs en landbouw, docb kwamen inzonderheid op tegen voortdurende verhooging van trak tementen. Het voornemen om de zaken, rakende de jacht en visschery, over te brengen by da af deeling „Landbouw" aan het Dep. van Binnenl. Zaken, werd toegejuicht, doch men had gaarne gezien, dat de Minister verder ware gegaan en bedacht ware geweest op volledige con centratie van alle met den landbouw nauw samenhangende belangen. Wat het kiesrecht betreft, wees men er op, dat de uitoefening van dat recht zooveel mogelijk moet worden vergemakkelijkt; de aandacht werd er op gevestigd, dat het tegen deel geschiedt. Enkele leden wenschten, dat de Minister de vermeerdering van het getal stemdistricten in de grooteie gemeenten zou bevorderen. Ook werd gevraagd of de Minister Diet een mechanische wyze van stemmen zou willen bevorderen. Wederom werd aangedrongen op benoeming van burgemeesters uit de ingezetenen; aDderen meenden, dat dit nimmer den doorslag mag geven en meer gelet mo6t worden op ge schiktheid. In één afdeeling verlangden sommige leden door aanvulling van art. 242 Gemeentewet aan de gemeentebesturen de gelegenheid ge opend te zien, inwonende grondeigenaren in de gemeentelasten te doen bycragen. Van verschillende zyden werd de vraag ge daan hoever men a>n hot Dep. van Binnenl. Zaken gevorderd is met de herziening der wet tot regeling van het armbestuur. Opnieuw werd aangedrongen op Wcttoiyke regeling der banken van-leening. Mede werd herhaald de aaDdrang tot instel ling van een toezicht van Rykswege op levens* verzekering-maatschappyen en l< grafenis- fond8en. De noodzakeiykheid werd tetcogd van een herziening der wetgeving betreffende krank zinnigen. De herziening der Drankwet werd met be langstelling te gemoet gezien. Ia één afdeeling werd de aandacht geves tigd op den treurigen oeconomischtn toestand in de provincie Friesland en met cyfers werd uiteengezet, dat de agrarische crisis zich in Friesland zooveel erger doet gevoelen dan in andere deelen des Ryks. Van andere zyde werd dio voorstelling van zaken overdreven genoemd, al erkende men, dat de toestmd v-n Friesland te wenschen laat. Opnieuw werd de noodzakeiykheid betoogd van het nemen van maatregelen tegen ver ontreiniging van openbare wateren. Ook hierby kwam ter sprake de watervervcrsching in de gemeente 's Gravenbage. De toestand aldaar achtte men nog verre van volJoende. Aangedrongen werd op verscherpiog van controle op het geldelyk beheer der gemeenten. Verschillende leden waren van oordeel, dat in ons land te veel examens worden afgeno men. Doze klacht was in de eerste plaats gericht tegen de talryke examens by middel baar en lager onderwys. Inlichtingen werden gevraagd omtrent een ondershandsche aanbesteding van een Ryks* werk te Groningen. In verband met het requireeren van troepen door den burgemeester van 's-Gravonhage by de inhuldigiDgsfeesten, vroeg men of ten deze aan den burgemeester een onbeperkte be voegdheid toekomt. Verschillende inlichtingen werden gevraagd omtrent de verhooging van kosten van het Departement van Binnenlandsche Zaken. Verschillende leden wezen op de nood zakeiykheid intyds de grenzen der gemeenten uit te zetten van stedelijke gemeenten, waar bevolking en bebouwing zich sterk uitbreiden. Zoo werd gewezen op 's-Gravenhage, waar thans plannen worden beraamd om een wyk te doen verryzen, waarvan de bewoners to gelyk de voordeelen zullen kunnen genieten, verbonden aan het wonen onder een platte landsgemeente, en die, welke de onmiddellyke nabyheid van een groote stad meelrongt. Aangedrongen werd op verhooging der bezoldigingen van ambtenaren ter provinciale griffiëo. Opgekomen werd voor vereenvoudiging der vragen met betrekkiog der staten voor volks tellingen. Gevraagd werd een specifieke opgave van instellingen, waaraan dit jaar subsidie is gegeven. Krachtige bestrijding vond de post tot subsidie aan de Nederlandscbe Vereeniging voor Gemeentebelangen in de kosten der door haar gehouden wordende examens. Gevraagd werd of de Regeering niet toreld is de scbutterywet te herzien, althans op die punten, die daaraan dringend behoefte hebben^ Gewezen werd op de jaarlyksche styging der kosten voor het krankzinnigen wezen, Aangedrongen werd op voorziening in verpleging van idioten en onnoozelen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1