In zfin vergaderingen van 18, 21, 25 on 28 Oct. jl. heeft het „Comité tot opleiding tot ziekenverpleging te 's Gravenhage", na vol; doend afgelegd examen, het diploma van zie- kenverple?gster uitgereikt aan mejuffrouwen D. H. Van Batenburg, M. M. Bodenhausen- C. Boogaart, J. Cardinaal, H. Gotfried, N. Groen, A. Knol, W. De Koster, C. A. v. Leeuwen, C. A. Mees, B. De Mosch, J. E. Nonhebei, J. Oldenboom, C. Pisuisse, L. Phnteydt, J. J. Reuhl, C. Scheuerman, A. De Vries, M. H. "Wilson, L. H. Van Wfjk, en dat van ziekenverpleger aan den heer J. Ter Keurst, Het hoofdbestuur van de Nederlandsche MaatschapptJ ter bevordering der Geneeskunst deelt in het tijdschrift der Maatschappij mede, dat het een adres van hulde aan H. M. de KoniDgiD-Moeder verzonien heeft, wegens het besluit om het Haar aangeboden nationaal huldeblijk dienstbaar te maken aan de oprich ting van een volks sanatorium voor longlijders, Aan de Tweede Kamer is door het dage- li)k8ch bestuur van het „Nederlandsch Land- bouwcomité" een adres gezondeD, waarin ge vraagd wordt: a. de indieniüg van 69n ontwerp-boterwet, in den zin als in hun a-ïres van 20 Februari 1897 werd gevraagd, bij de Regeering te willen bevoricMQ met de ,Uw« Vergadering ten dienste staande middelen"; b. na indiening van het ontwerp de be handeling er van zooveel mogelijk te willen bes; oedigen. Diretteurea van ToyLrs Stichtingen en de leden van Teylers Godgeleerd Genootschap höbben in hun vergadering van 19 October uitspraak gedaan over twee verhandelingen, ingezonden ter behandeling van de prijsvraag: „Wat bluft er b\j den tegenwoordigen stand der Nieuw testamentische critiek historisch zeker aangaande den psrsoon en het leven van Jezus?" Daar geen van bei Je een be kroning werd waardig gekeurd, is besloten de vraag opnieuw, doch eenigszins gewijzigd, voor te stellen ter beantwoording vóór 1 Januari 1900: „Tot welke uitkomsten lei it een streng methodisch historisch onderzoek ten opzichte van het leven en de leer van JtZUS?" De minister van oorlog, overwegende, dat het organiek getal vrijwilligers van het Reservekader bij het regiment grenadiers en jagers aanwezig is, brengt ter algemeene kennis, dat bij vermeld corps voorloopig geen vrijwilligers voor het Reservekader kunnen worden aangenomen. (Sts.Ct.) De kapt. F. Yan Hasselt, toegevoegd aan con commandant der bereden artillerie, wor.t binnenkort bevorderd tot majoor en toegevoegd aan den inspecteur der artillerie. Het stoomschip „Arojoeno", van Java naar Rotterdam, passeerde 29 Oct. Sagrès; do „Essen", van Australië naar Amsterdam en Hamburg, arriveerde 28 Oct. to Batavia; do „Agamemnon" arriveerde 28 Oct. van Amster dam en Liverpool te Batavia; de „Telamon" vertrok 27 Oct. van Batavia naar Amsterdam de „Burgemeester Den Tex," van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 30 Oct. Southampton; de „Java," van Batavia naar Amsterdam, ver trok 30 O.t van Marseille; de „Kanzlor" arri veerde 29 Oct. van Hamburg en Amsterdam te Tanga; de „König", van Oost-Afrika naar Rotterdam en Hamburg, vertrok 29 Oct. van Napels; de „Maasdam" vertrok 29 Oct. van Nieuw-York naar Rotterdam; de „Polyphe mus", van Amsterdam en Liverpool naar Ba tavia, arriveerde 29 Oct. te Port Said. Benthuizen. De collecte ten behoove van de vereeniging: „Trouw aan Koning en Vaderlans", gehouden aaa de huizen der inge zetenon, heeft, na aftrek der onvermydeiykste kost9n, opgebracht 3.61. Bodegraven. In plaats van den hoer A. A. De Haan, van Doorn, zal met ingang, van 1 December aan het post- en telegraafkantoor alhier geplaatst worden de heer C. De Graaf, te EDScheJee. Leiderdorp. MorgeD, 1 November, zal het vyf en twintig jaren geloden zijn, dat de Christelijke bewaarschool alhier geopend werd. Mej. Van Houte staat reeds bijna elf jaren aan bet hoofd dezer inrichting. Noordwyk. Bleven wij in langen tijd be vrijd van besmettelijke ziekten, thans komen in dezo gemeente, buiten enkele gevallen van roodvonk, in zeervo9l gezinnen mazelen voor. De ziekte is gelukkig van goedigen aard. Oudslioorn. De timmerman Kablman, alhier, die by een verbouwing te Alfen met een ladder viel en zware kneuzingen bekwam, is Zaterdagavond aan do gevolgen overleden. Do overledene laat oen vrouw en 2 kinderen na. Naar men beweert, is hy tegen ongeluk ken verzekerd, zoodat de weduwe een gel o- lijke uitkeering van ƒ1000 zal ontvangen Uit de „Staatscourant.* Kon. besluiten. Benoemd tot gouverneor der residentie, de generaal-niajoor C. P. Van Pommoreu, vao den grooten staf, inspecteur van het militair onderwijs, thans aangewezen plaatsvervangend gouverneur der residentie; en aangewezen tot plaatsvervflDgond gouverneur der residentie, iiarer Majesteits adjudant in buitengewonen dienst, de geueraal-majoor jhr. ii. Laman Trip, commandant der 1ste divisie infanterie. Benoemd tot Ieeraar in de natuurwetenschappen aan de hoogere krijgsschool, de Ieeraar aan het gym nasium der gemeente Dellt, dr. W. Stortenbeker. De verzending van brieven en andere stukkon naar Curasao zal, gedurende de maand November e. k., plaats vinden als volgt: a. langs den weg van Genua, met de Italiaansche pokelbooten, 2 November, met don trein van 4.50 in. van .Amsterdam nnar Emmerik: b. langs den weg van Southampton, met de Duitsche paketbooten, 8 en 22 November, met de stoomboot van 11.30 av. van VlissiDgen naar Queenboroagh; c. langs den weg van Liverpool, met do Britsche paketbooten, 29 November, mot den trein van 7.27 m. van Rotterdam naar Vlissingen. Politietoezicht op de Zeevisschcrij, De „Ste.-Ct." bevat het reisrapport van Hr. Ms. schoener Argus", die van 10 September tot en met 8 October 1S98 belast is geweest met het Sditietoezicht op de visscherij in de Noordzee, aarin wordt o. a. het volgende opgemerkt. BBij de geneeskundige behandeling van do verwondin gen van de Hollandscbe visschers bleek het, dat zonder uitzondering zoowel n3n boord van do bom men als vun de loggers deze verwondingen óf zeer verwaarloosd óf op onoordeelkundige wijze behan deld waren, terwgl daarentegen een geval van een Duïtschen logger B. V. 3 (een gebroken vinger) duidclyk blijken gaf, dat zich niet alleen daar aan boord iemand bevond, die op uitstekende wijze een eerste verbaDd kan leggen, doch tevens, dat deze logger behoorlijk met verbandmiddelen uit gerust was." Automatische brandblussching;. Zaterdag-middag bevonden zich in de fabriek van de Leidsche Katoenmaatschappy aan de Heerengracht behalve eenlge officiëele genoodigdeu, waaroncer de Burgemeester en verscheidene assuradeuren, alle bezoekers van de Ny verhei js-vergadering, op Vrydag- avond la het Nut gehouden, om getuigen te zyn van proeven, die aldaar zouden genomen worden met de In de fabriek aangebrachte automatische inrichting tot het blusschen van brand. In een ruim lokaal ter hoogte van 7 Meter ongeveer was op den vloer een flinke massa krullen, lappen, enz. neergelegd, die, aan gestoken, een feilen brand zouda veroor zaken, welke zonder tusschenkomsfc van menschelflke hulp zou moeten gebluscht worden, en wel in zulk een betrekkeiyk korten tyd, dat een party katoenen doek, die in hetzelfde lokaal uitgespreid was opgehangen, niet in de gelegenheid zou komen om vlam to vatten. Toen even na twee uren de brandbare massa werd aangestoken, was iedtreen in ge spannen verwachtin/; hoog en knetterend verhieven zich de vlammeD; aller oogen waren op htfc plafond gevestigd, van waar de redding zou komen. De minuten, neen. de seconden werden geteld. Een klein? knal wordt gehoord en we zien de hoog opgaande vlammen allengs kleiner worden, zich veel rook ontwikkelen en ten slotte het hevige vuur zich dooven. Buiten gekomen, booren we het onophoude lijk kloppen van een alarmklok, die, met de automatische blusch-inrichting verbonden, niet alleen waarschuwt, dat er brand is uitgebroken, maar dat hy alreeds bestreden wordt. Dez9 verrassende werking werd verkregen door den Grinell automatischen brandblusscher en het alarm-signcal wier inrichtingen werking in de biervoren bedoelde Ny verheidsvergadering op onderhoudende en duiielyke wyze door den heer C. Barger, ingenieur te 's-Graven hage, voor de vry talryk opgekomenen werd besproken en verklaard. Na een historische uiteenzetting van de brandbluschmiddelen van vro?ger en hun ontwikkeling in den loop der tyden, komt spreker tot de automatische blueechers, ver toont die in natura en bespreekt met prijzens waardige onpartydigheid haar voordeeleD, zonder de n3deelen, daaraan bevonden, te verzwygen. By alle zien we, dat bet principe, waarop zy berusten, bestaat in het aanbrengen van een by betrekkelijk lage temperatuur smelt?nd soldocr-alliage, waardoor een in den blusscher geslotin opening vry komt om het tluschwater aan te brengen op de be dreigde plaats. Komende tot het syste3m, dat hy voor staat, toont spreker de Grinell sprinkler, verklaart, toegelicht door vergroote teeke- ningen, haar nooit feilende werking, dank zy de vernuftige vinaing, waarby de aan andere systemen verbonden nadeelen zyn vermeden. De sprinkler bestaat uit een van koper gegoton instrument, eenigszins den vorm hebbende van een omgekeorden stygbeugel, doch waarvan het voetvlak niet ovaal, maar rond is; aan de onderzyde van den beugel is een schermpje aangebracht, ter gedaante van een parapluie met, aan h6t einde, Daar boven omgebogen punten; spuit hierop een water straal uit de leiding, dan wordt hy in een fijnen regen verdeeld, die een oppervlak van 16 voet kan nat houden; in het voetvlak bevindt zich 6en opening, eindigende in een schroef, waardoor de sprinkler aan de pyp- leiöing wordt bevestigd. Da openiQg wor.it gesloten door een glazen balletjo, hetwelk tegen de opening wordt aangedrukt door een metalen plaatje, dat weder gesteund wordt door een hefboom of juk, bestaande uit S doelen, welke door een licht smeltbaar soldeer worden vereenigd. Dit soldeer, esn mengsel van bismuth, lood en tin, smelt reeds by een temperatuur van 155u Fahrenheit. Het metalen plaatje van Beriyosch zilver, diaphragma genaamd, is zeer veerkrachtig; het ondervindt de drukking van het water in de pypleiding (rikwyis gelijkstaande met oen meterdruk van 200 Eng. pomi), waardoor de klep, wanneer het soldeer smelt, met geweld openspringt. Door het gebouw, waar de leiding is aange bracht, worden op regelmatig, door de praktyk voorgeschreven afstanden, die naarmate van het gevaarvolle van het bedryf van 2.40 M. tot 3 M. zijn, de sprinklers in de leiding geschroefd. De leiding zelve wordt gevoed door een boogreservoir, doch behoort tevens in verhouding te staan met de plaatselyke waterleiding. Het boogreservoir is niet bepaald noodzakeiyk, doch waar een waterleiding op oen plaats is, zou het onverantwoordeiyk zyn by deze niet aan te sluiten. De alarmklep, die aan de buizenleiding ver bonden is, opent zich, wanneer de waterkolom in de pijpen in beweging komt; zy staat tevens ln verbinding met een kleinen water motor met een draaienden klepel, in beide gevallen, brand of lekken, waarschuwt de alarmklok. Daar, waar geen voorzorgen tegen bevriezen genomen kunnen worden, wordt tegen het vriezend seizoen het water uit de leiding getapt en door een luebtperspomp de ptypen met lucht onder constanten druk gehouden en tevens door dien druk en het gesloten houden van een klep het water verhinderd in de buizen op te stygen. Ontstaat er nu in het gebouw trand, dan gedraagt de sprinkler zich op de gewone wyze: het soldeer smelt, do lucht ontsnapt, het water komt ia de leiding en het heilzame gevolg, al duurt het ook iets langer, doet zich niet wachten. De kosten van een automatische inrichting tot blusscbing zyn vry belangryk, doch kunnen voor een groot deel teruggewonnen worden door besparing aan verzekerings premie. De reductie, die de directie der Leidsche Katoen maatschappy door baar nieuwe installatie geniet, is een bewys, dat assuradeuren zeer veel vertrouwen stellen in de toepassing van het Grinell-systeem. Ztf, die Zaterdagmorgen nog mochten getwyfeld hebben aan de juiste werking der sprinklers, zullen 's middags na de proefneming wei tot betere gedachten ge komen zyn. De dank der genooiigden komt intusscheo toe aan de hoeren Driessen voor de vriendelyke wyze, waarop zy hen hebben in staat gesteld met het nieuwste systeem van automatische braDdblusscliing kennis te maken, alsmede voor de in-werking-stelling van de overige bluschmiddelen. De stoompomp met de drie enorme waterstralen, die tot zelfs boven het 18 meter hooge waterreservoir opstegen, geven een niet geringen dunk van de capaciteit oier pomp. Het aaneenvoegen der brandslangen, hoogst eenvoudig, verdient algemeen toepas sing; wanneer men ziet, dat by brand de daarmede oelaste personen door overhaasting dikwyis zoo onhandig tobben, is de nieuwe wyze van aansluiting stellig een verbetering, die overal dient aangebracht te worden. De zaak-Dreyfus voor 't Hof ran Cassatie. Derde zitting. Ëet is volkomen kalm en de toeloop was minder groot dan de vorige dagen. Dezelfde maatregelen van orde zyn genomen in den omtrek van het Paleis van Justitie. De galery is bezet door een dubbele ry gardes munici- paux. De controle op de entreekaarten is zeer streng by bet binnenkomen. De advocaat van mevr. Dreyfus, de heer Mornhard, gaat voort met het betoog, den vorigen dag door den procureur-generaal Manau gehouden voor het onderzoek van het borderel. Hy houdt vol, dafc het borderel niet van Dreyfus is, en dat de man, die het schrift van Esterhazy natrok, evenmin Dreyfus is. Hy voegt er by, dat de goschiedenis van oit natrekken niet anders dan een uitvinding van Esterhazy Is. Mornhard zegt verder, dat de oer van het leger bieröy in het geheel niet ter sprake komt. De krygsraden kunnen zich evengoed vergissen als de burger-rechter, zonder dat hun eer er by betrokken is. Mornhard critiseert het onderzoek, tegen Esterhazy ingesteld op grond van de aan klacht van Matthias Dreyfus en wyst er op, dat generaal Pellieux, die dit onderzoek leidde, verzuimde zich het borderel te laten toonen, waarop Dreyfus veroordeeld werd, en waar van de vervaardiging formeri aan een ander werd toegeschreven. Hy voegt er by, dat de Raad, waarvoor Esterhazy terechtstond, aan handen en voeten gebonden was door het requisitoir van den regeeriogs-commissaris, waarin gezegd wordt, dat Dreyfus rechtmatig veroordeeld was. Hy leest den brief voor van generaal Zurlinden aan den minister van justitie, waaruit blykt, dat luitenant-kolonel Du Paty de Clam, van zyn zyJe, ernstige fouten heeft begaan, maar dat er ten zynen gunste ver zachtende omstandigheden zyn aan te voeren, wegens de redenen, die hem aldus deden handelen. Die redenen waren bet redden van Esterhazy. „Waarom moest deze gered worden", vraagt Mornard, „indien hy niet schuldig was?" Hy wüst nog op de vrees, die Esterhazy koesterde, vooral voor den Raad van Onder zoek, waarom hy, na het verlaten van de eerste zitting, aan zyn advocaat, mr. TCzónas, seinde, om hem te komen verdedigen, ten einde zijn ondergang te voorkomen. In dit telegram, dat mr. Mornhard voorleest, zegt Esterhazy: „Uw wegbiyven is myn ondergang, uw tegenwoordigheid is de redding. „De Raad wil u myn verzekeringen booren bevestigen ovor het u bekende rapport en u myn verklaringen booren staven over de be paalde overeenkomst om samen te winnen of te verliezen. „Myn redoing is in uw handen, men zegt, dat gy my laat slippen. Gy bereidt myn ondergang door uw afwezigheid. „Ik heb beloofd te zullen voorlezen het stuk, dat aan Boissandre is toevertrouwd, of het bewys, dat het bestaat Waar is dit stuk? „Als gy komt, zal ik overwinnen. Wy zouden reeds gewonnen spel hebben, als gy er geweest waart." Mr. Mornhard spreekt verdor over het ontslag van Esterhazy. Hy doet feiteiyk Diet anders dan de schuld van Esterbazy en de onschuld van Dreyfus bepleiten. De beweerde bekentenissen noemt by legenden. Na er op gewezen te hebben, dat het Hof uit een nader onderzoek zal biyken, hoe luitenant-kolonel Henry, generaal Gonso on Esterhazy voortdurend met elkaar in gemeen schap hebben gestaan, eindigde mr. Mornhard aldus; „Ik heb geëindigd, myne heeren. Ik geloof te hebben aangetoond, dat de b38is der be schuldiging onherroepeiyk vernietigd is; dat de tegenwerpingen van den minister van oorlog tegen de revisie wankelende argumenten zyn; maar met het oog op zyn tegenstand is het noodig, dat een aanvullend onderzoek wordt ingesteld. Thans is het my misschien veroorloofd een beroep te doen op uw hart en u te vra gen, of gy werkelyk gelooft aan een huichel achtige comedie in de herhaalde protesten van Dreyfus; of gy een lage en gemeone natuur vindt in dezen ongelukkige, die daar ginds slechts denkt aan zyn vrouw en zyn kinderen; of gy werkelyk een verrader vindt in dezen man, wien alles toelachte, fortuin, familie, positie, die alles heeft verloren en die alleen zyn e^r beweent. In naam der familie uit ik hier aan deze balie geen enkelen kreet van bittere wraak. Er is een gerecbteiyke dwaling begaan! Er zullen helaas gerechtelyke dwalingen biyven bestaan, zoo lang menschen menschen zyn. Wy vragen niets anders dan dat licht op die dwaling worde geworpenmaar dat licht, myno heeren, willen wy volledig, dat willen wy in volle schittering, dat willen wy ver blindend, en dat zult gy geven, niet alleen met onze medewerking, maar met de mede werking van degenen zeiven, die zich onze tegen standers noemen en die erkennen, onze hard nekkigste vyanden te zyn. Wy verdenken niet den ernst der persoon- lyke overtuigingen, maar ernstige overtui gingen vreezen de discussie niet. Deze over tuigingen, deze zal men u overleggen, met de bewyzen tot steun; wy zullen er over beraadslagen, gy zult ze weten te waardeeren en het licht zal schitteren. Myne heereo! Aan u thans het laatste woord in dit proces! Dank zy uw hooge autoriteit, welke zoo nobel is uitgeoefend; dank zy het denkbeeld van hooge rechtvaardigheid, welke u is ingegeven, zullen allengs de kalmte en de vrede terugkeeren in alle hoofden. Nooit is waarschynlyk uw hooge roeping hooger en heiliger geschenen dan thans. Vol vertrouwen, myne heereD, leg ik myn zaak in uwe handen." Deze woorden maakten op het publiek een diepen indruk. De zitting werd daarop om halft wee geschorst en het Hof trok zich in raadkamer terug. Tydens de schorsing werd het publiek zenuwachtig en onrustig; er hadden echter in het minst geen betoogingen plaats. De zitting werd om vyf minuten over vyven hervat. Het toen uitgebrachte vonnis luidt aldus: „Het Hof, na over de zaak Droyfus te hebben beraadslaagd in raadkamer, „Gezien den brief van den minister van justitie, gedagteokend 27 September 1898; „Gezien het requisitoir van den procureur- generaal by het Hof van Cassatie, waarby deze voor het Hof aanhangig maakt do vtr- oordeeling, den 22sten December 1894 uitge sproken door den eersten krygsraad van bet militair gouvernement van Parys tegen Alfred Dreyfus, destyos kapitein der artillerie, ver bonden aan den generalen st3f van het leger; „Gezien de stukken van het proces; „Gezien ook de artikelen 443 tot 445 van het Wetboek van Strafvordering, gowyzigd by de wet van 8 Juni 1895; „Voor zoover betreft de ontvankeiykheld in den vorm van bet verzoek tot revisie: „Overwegende, dat het onderzoek by het Hof aanhangig is gemaakt door zyn procu reur generaal, krachtens een uitdrukkelyk bevel van den minister van justitie, hande lende na de meening te hebben gevrafgd van de commissie, ingesteld krachtens artikel 144; dat het verzoek valt onder de laatste para graaf van art. -èfS; dat het is ingediond binnen de termynen, vastgesteld in de arti kelen 144 en 147; dat eindelyk bet vonnis, waarvan de herziening wordt gevraagd, een onderwerp uitmaakt van behandeling; „Wat betreft den staat van de procedure: „Overwegende, dat de overgelegde stukken bet Hof niet in staat stellen om in den grond over de zaak te oordeelen en dal er aanlei ding bestaat om een aanvullend onderzoek in te stellen. „Om deze redenen, „Verklaart het verzoek ontvankelijk bet Hof in den vorm, „Beveelt, dat een aanvullend onderzoek zal worden ingesteld, „en beslist, dat er voor het oogenlik geen aanleiding bestaat om te voldoen aan het verzoek van den procureur-generaal voorzoo ver betreft de voorloopige schorsing van de ongelegde straf te gelasten." Het vonnis werd begroet met den kreet: „Leve het licht 1" De zaal was in korten tyd verlaten. Buiten om het paleis van justitie stond een groote menigte, die do uitspraak zwygend aanhoorde. De algemeene meening der Dreyfusards is, dat zy alles hebben gekregen wat zy konden wenschen. Zelfs de weigering van de onmid- deliyke schorsing der straf achten zy in het belang der finale overwinning. Dit vonnis is het gunstigste, merkt ook de „Petit Bleu" op, hetwelk in de zaak-Dreyfus kon worden uitgesproken, omdat Dreyfus nu voorloopig wordt gehouden uitsluitend ter beschikking van de burgerlijke justitie en het een breed onderzoek toelaat over alle aan. gelegenheden, deze zaak betreffende. En wan. neer het Hof voor het oogenblik niet de opschor. ting der straf van den gevangene van het Duivelseiland heeft bevolen, dan is zulk8 waarschynlyk geschied, omdat het met het oog op de aanhitsingen van de Rochefort's der Drumont's eü der Déroulóde's, het niet verstandig heeft geacht, nieuw voedsel te geven aan de hartstochten en af wil wachten tot vóór Dreyfus in Frankryk terugkeert, de eerste vruchten van zyn onderzoek zyn afgeloopen en de publieke opinie ten gunste van des veroordeelde is gewijzigd. Jaurès beweert in de „Petite Rópublique'^ dat de generaals aan het Hof van Cassatie niet langer kunnen volharden by hun weige. rlDg om do dossiers, die in de brandkast weggesloten zyn, over te leggen. „Voor de reeds bekonde waarheden, voor de nieuwe waarheden, welke aan het licht zullen komen, moeten zy het hoofd buigon; zy voelen, dat zy verloren zyn. Victor Meunier schryft in de „Rappèl": „Uit deze overwinning, behaald op do vereenigde réactie, die uit deze zaak Dreyfus een oorlogs- wapen had gemaakt togen onze vryheden, putten wy een nieuwe energie, een verjongde kracht voor de slagen, die wy nog televeren hebben, die wy wedor moeten winnen geiyk wy dezen hebben gewoanen, tot den dag waarop in Frankryk, land van de vrybeid en recht vaardigheid, de republiek van het volle licht, misdaden geljjk die welke do geschiedenis de zaak-Dreyfus zal noemen, niet meer mogeiyk zullen zyn". Henri Rochefort in de „Intransigeant"„Da hoogwaardigheidsbekleders in hst Hof van Cassatie hebben zich gisteren laten naturali- seeron ais onderdanen van den keizer van Duitschland. Het werk, dat Dreyfus op htt oogenblik niet in staat is te doen, zy zullen zich daar thans me9 belasten". Cornóly in de „Figaro" wenscht zich geluk met de beslissing van het Hof. Hy oordeelt, dat het, door tot een onderzoek te besluiten, is gebleven op een verstandigen middeoweg. „By het onderzoek kan iedereen komen spreken. De minist-rs van oorlog, die de revisie onmogelyk hebben verklaard, kunnen en moe ten zelfs (de eer legt hun dezen plicht op) de redenen ontvouwen, dio hen hebben geleid tot deze meening. Als er geheime stukken zyn, als dat dossier bestaat, zullen dossier en stuk ken worden overgelegd aan de raadsheeren, by wio men, geloof ik, waarborg zal vinden dat zy helder zien en dat zy, zoo noodig, de meest volkomen geheimhouding zullen in acht nemen". Drumont slaat in de „Libre Parole" een anderen toon aan. Hy maakt den president Loew, den rapporteur Bard en den procureur Manau eenvoudig uit voor schelmen. Hy had niet anders verwacht, maar hy vraagt aan de generaals alles te zeggen. „De openbare meening, die zoo getrouw Is gebleven aan deze brave lieden., -dio zich tot zekere hoogte met hen heeft vereenzelvigd, die zich met hen vereenigd heeft in hun zorg, zou hun zwygen niet begrypen op dit oogenblik." De „Éclair" zegt: „In den loop van het onderzoek, dat zal beginnen, kunnen zich tal van incidenten voordoen, die de dubbelzinnig heden van de verdediging zullen oplossen en licht zullen brengen op zekere punten der zaak, welke opzetteiyk in het duister zyn gelaten door het Dreyfus-trio, dat zich tot dusver voor de rechters heeft kunnen laten hooren." De „Fronde" Rchrflft: „Het succes legt evenals de nederlaag plichten op. Het is aan ons, overwinnaars van gisteren, een voorbeeld te geven van gamatigheid, van eerbiod en van wettigheid." Clómenceau vraagt in de „Aurore" volledig licht. „Lucht en licht overal, en laat de Fran jche natie, bevryd van haar ydele schrikbeelden, eindelyk haar loop hernemen naar den gelukkigen vrede der rechtvaardigheid, waar< van de voorspelling den geest van haat, dis ons de bloedige geschiedenis van het verleden bracht, schrik aanjaagt." In de „Autorité" ziet Paul De Cassagnac een lafheid, een dubbele lafheid in het arrest van het Hof. Volgens hem had het Hof zich slechts bezig te houden met den vorm, en het heeft de zaak zelf behandeld, alsof het daartoe geroepen was. De Matin" schryft: Laat ons verheugd zyn, dat men in Fr-nkryk spoedig vergeet vooral hier verdryft de eene clou den anderen.' Dreyfus heeft ons verlost van Panama. Een andere zaak zal komen, die in het niet verdringt de aangelegenheid thans. Laten wy het ten minste hopen." Judet, in het „Petit Journal", beschuldigt het Hof, dat het de verantwoordeiykheid der heerschende wanorde op zich neemt, juist op een oogenblik nu de buitenlandeche politiek zoozeer e3nsgezindheii eisebt, het leger zoo sterk mogelyk moet zyn. „De gerechtelyke coup d'état is gedaan," zegt de „Jour", maar dat de vreugde der' Dreyfusards kort zal zyn, gelooft het zoker „Zy zullen moiten boeton voor den aanslag tegen het vaderland, tegen het groote Fransche volk." Voor het „Journal" is „bet vonnis van gisteren het status quo, met dit uitdrukkeiykf te vermelden verschil, maar een verschil, dat ons niet geheel mishaagt, dat bet Hof vraagt ingelicht te worden, omdat het licht het niot volioande schynt opgegaan ta zyn om de revisie aan te nemen of te verworpen."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 2