In zfin vergaderingen van 18, 21, 25 on
28 Oct. jl. heeft het „Comité tot opleiding tot
ziekenverpleging te 's Gravenhage", na vol;
doend afgelegd examen, het diploma van zie-
kenverple?gster uitgereikt aan mejuffrouwen
D. H. Van Batenburg, M. M. Bodenhausen-
C. Boogaart, J. Cardinaal, H. Gotfried, N. Groen,
A. Knol, W. De Koster, C. A. v. Leeuwen,
C. A. Mees, B. De Mosch, J. E. Nonhebei,
J. Oldenboom, C. Pisuisse, L. Phnteydt,
J. J. Reuhl, C. Scheuerman, A. De Vries,
M. H. "Wilson, L. H. Van Wfjk, en dat van
ziekenverpleger aan den heer J. Ter Keurst,
Het hoofdbestuur van de Nederlandsche
MaatschapptJ ter bevordering der Geneeskunst
deelt in het tijdschrift der Maatschappij mede,
dat het een adres van hulde aan H. M. de
KoniDgiD-Moeder verzonien heeft, wegens het
besluit om het Haar aangeboden nationaal
huldeblijk dienstbaar te maken aan de oprich
ting van een volks sanatorium voor longlijders,
Aan de Tweede Kamer is door het dage-
li)k8ch bestuur van het „Nederlandsch Land-
bouwcomité" een adres gezondeD, waarin ge
vraagd wordt:
a. de indieniüg van 69n ontwerp-boterwet,
in den zin als in hun a-ïres van 20 Februari
1897 werd gevraagd, bij de Regeering te willen
bevoricMQ met de ,Uw« Vergadering ten
dienste staande middelen";
b. na indiening van het ontwerp de be
handeling er van zooveel mogelijk te willen
bes; oedigen.
Diretteurea van ToyLrs Stichtingen en
de leden van Teylers Godgeleerd Genootschap
höbben in hun vergadering van 19 October
uitspraak gedaan over twee verhandelingen,
ingezonden ter behandeling van de prijsvraag:
„Wat bluft er b\j den tegenwoordigen stand
der Nieuw testamentische critiek historisch
zeker aangaande den psrsoon en het leven
van Jezus?" Daar geen van bei Je een be
kroning werd waardig gekeurd, is besloten
de vraag opnieuw, doch eenigszins gewijzigd,
voor te stellen ter beantwoording vóór 1
Januari 1900: „Tot welke uitkomsten lei it
een streng methodisch historisch onderzoek
ten opzichte van het leven en de leer van
JtZUS?"
De minister van oorlog, overwegende,
dat het organiek getal vrijwilligers van het
Reservekader bij het regiment grenadiers en
jagers aanwezig is, brengt ter algemeene
kennis, dat bij vermeld corps voorloopig geen
vrijwilligers voor het Reservekader kunnen
worden aangenomen. (Sts.Ct.)
De kapt. F. Yan Hasselt, toegevoegd
aan con commandant der bereden artillerie,
wor.t binnenkort bevorderd tot majoor en
toegevoegd aan den inspecteur der artillerie.
Het stoomschip „Arojoeno", van Java
naar Rotterdam, passeerde 29 Oct. Sagrès; do
„Essen", van Australië naar Amsterdam en
Hamburg, arriveerde 28 Oct. to Batavia; do
„Agamemnon" arriveerde 28 Oct. van Amster
dam en Liverpool te Batavia; de „Telamon"
vertrok 27 Oct. van Batavia naar Amsterdam
de „Burgemeester Den Tex," van Amsterdam
naar Batavia, arriveerde 30 Oct. Southampton;
de „Java," van Batavia naar Amsterdam, ver
trok 30 O.t van Marseille; de „Kanzlor" arri
veerde 29 Oct. van Hamburg en Amsterdam
te Tanga; de „König", van Oost-Afrika naar
Rotterdam en Hamburg, vertrok 29 Oct. van
Napels; de „Maasdam" vertrok 29 Oct. van
Nieuw-York naar Rotterdam; de „Polyphe
mus", van Amsterdam en Liverpool naar Ba
tavia, arriveerde 29 Oct. te Port Said.
Benthuizen. De collecte ten behoove van
de vereeniging: „Trouw aan Koning en
Vaderlans", gehouden aaa de huizen der inge
zetenon, heeft, na aftrek der onvermydeiykste
kost9n, opgebracht 3.61.
Bodegraven. In plaats van den hoer A.
A. De Haan, van Doorn, zal met ingang, van
1 December aan het post- en telegraafkantoor
alhier geplaatst worden de heer C. De Graaf,
te EDScheJee.
Leiderdorp. MorgeD, 1 November, zal het
vyf en twintig jaren geloden zijn, dat de
Christelijke bewaarschool alhier geopend werd.
Mej. Van Houte staat reeds bijna elf jaren
aan bet hoofd dezer inrichting.
Noordwyk. Bleven wij in langen tijd be
vrijd van besmettelijke ziekten, thans komen
in dezo gemeente, buiten enkele gevallen van
roodvonk, in zeervo9l gezinnen mazelen voor.
De ziekte is gelukkig van goedigen aard.
Oudslioorn. De timmerman Kablman,
alhier, die by een verbouwing te Alfen met
een ladder viel en zware kneuzingen bekwam,
is Zaterdagavond aan do gevolgen overleden.
Do overledene laat oen vrouw en 2 kinderen
na. Naar men beweert, is hy tegen ongeluk
ken verzekerd, zoodat de weduwe een gel o-
lijke uitkeering van ƒ1000 zal ontvangen
Uit de „Staatscourant.*
Kon. besluiten. Benoemd tot gouverneor der
residentie, de generaal-niajoor C. P. Van Pommoreu,
vao den grooten staf, inspecteur van het militair
onderwijs, thans aangewezen plaatsvervangend
gouverneur der residentie; en aangewezen tot
plaatsvervflDgond gouverneur der residentie, iiarer
Majesteits adjudant in buitengewonen dienst, de
geueraal-majoor jhr. ii. Laman Trip, commandant
der 1ste divisie infanterie.
Benoemd tot Ieeraar in de natuurwetenschappen
aan de hoogere krijgsschool, de Ieeraar aan het gym
nasium der gemeente Dellt, dr. W. Stortenbeker.
De verzending van brieven en andere stukkon
naar Curasao zal, gedurende de maand November
e. k., plaats vinden als volgt:
a. langs den weg van Genua, met de Italiaansche
pokelbooten, 2 November, met don trein van 4.50
in. van .Amsterdam nnar Emmerik:
b. langs den weg van Southampton, met de
Duitsche paketbooten, 8 en 22 November, met de
stoomboot van 11.30 av. van VlissiDgen naar
Queenboroagh;
c. langs den weg van Liverpool, met do Britsche
paketbooten, 29 November, mot den trein van
7.27 m. van Rotterdam naar Vlissingen.
Politietoezicht op de Zeevisschcrij,
De „Ste.-Ct." bevat het reisrapport van Hr. Ms.
schoener Argus", die van 10 September tot en
met 8 October 1S98 belast is geweest met het
Sditietoezicht op de visscherij in de Noordzee,
aarin wordt o. a. het volgende opgemerkt. BBij
de geneeskundige behandeling van do verwondin
gen van de Hollandscbe visschers bleek het, dat
zonder uitzondering zoowel n3n boord van do bom
men als vun de loggers deze verwondingen óf zeer
verwaarloosd óf op onoordeelkundige wijze behan
deld waren, terwgl daarentegen een geval van een
Duïtschen logger B. V. 3 (een gebroken vinger)
duidclyk blijken gaf, dat zich niet alleen daar aan
boord iemand bevond, die op uitstekende wijze
een eerste verbaDd kan leggen, doch tevens, dat
deze logger behoorlijk met verbandmiddelen uit
gerust was."
Automatische brandblussching;.
Zaterdag-middag bevonden zich in de fabriek
van de Leidsche Katoenmaatschappy aan
de Heerengracht behalve eenlge officiëele
genoodigdeu, waaroncer de Burgemeester
en verscheidene assuradeuren, alle bezoekers
van de Ny verhei js-vergadering, op Vrydag-
avond la het Nut gehouden, om getuigen te
zyn van proeven, die aldaar zouden genomen
worden met de In de fabriek aangebrachte
automatische inrichting tot het blusschen
van brand.
In een ruim lokaal ter hoogte van 7 Meter
ongeveer was op den vloer een flinke massa
krullen, lappen, enz. neergelegd, die, aan
gestoken, een feilen brand zouda veroor
zaken, welke zonder tusschenkomsfc van
menschelflke hulp zou moeten gebluscht
worden, en wel in zulk een betrekkeiyk
korten tyd, dat een party katoenen doek, die
in hetzelfde lokaal uitgespreid was opgehangen,
niet in de gelegenheid zou komen om vlam
to vatten.
Toen even na twee uren de brandbare
massa werd aangestoken, was iedtreen in ge
spannen verwachtin/; hoog en knetterend
verhieven zich de vlammeD; aller oogen waren
op htfc plafond gevestigd, van waar de redding
zou komen. De minuten, neen. de seconden
werden geteld. Een klein? knal wordt gehoord
en we zien de hoog opgaande vlammen allengs
kleiner worden, zich veel rook ontwikkelen
en ten slotte het hevige vuur zich dooven.
Buiten gekomen, booren we het onophoude
lijk kloppen van een alarmklok, die, met de
automatische blusch-inrichting verbonden, niet
alleen waarschuwt, dat er brand is uitgebroken,
maar dat hy alreeds bestreden wordt.
Dez9 verrassende werking werd verkregen
door den Grinell automatischen brandblusscher
en het alarm-signcal wier inrichtingen werking
in de biervoren bedoelde Ny verheidsvergadering
op onderhoudende en duiielyke wyze door
den heer C. Barger, ingenieur te 's-Graven
hage, voor de vry talryk opgekomenen werd
besproken en verklaard.
Na een historische uiteenzetting van de
brandbluschmiddelen van vro?ger en hun
ontwikkeling in den loop der tyden, komt
spreker tot de automatische blueechers, ver
toont die in natura en bespreekt met prijzens
waardige onpartydigheid haar voordeeleD,
zonder de n3deelen, daaraan bevonden, te
verzwygen. By alle zien we, dat bet principe,
waarop zy berusten, bestaat in het aanbrengen
van een by betrekkelijk lage temperatuur
smelt?nd soldocr-alliage, waardoor een in den
blusscher geslotin opening vry komt om
het tluschwater aan te brengen op de be
dreigde plaats.
Komende tot het syste3m, dat hy voor
staat, toont spreker de Grinell sprinkler,
verklaart, toegelicht door vergroote teeke-
ningen, haar nooit feilende werking, dank zy
de vernuftige vinaing, waarby de aan andere
systemen verbonden nadeelen zyn vermeden.
De sprinkler bestaat uit een van koper
gegoton instrument, eenigszins den vorm
hebbende van een omgekeorden stygbeugel,
doch waarvan het voetvlak niet ovaal, maar
rond is; aan de onderzyde van den beugel is
een schermpje aangebracht, ter gedaante van
een parapluie met, aan h6t einde, Daar boven
omgebogen punten; spuit hierop een water
straal uit de leiding, dan wordt hy in een
fijnen regen verdeeld, die een oppervlak van
16 voet kan nat houden; in het voetvlak
bevindt zich 6en opening, eindigende in een
schroef, waardoor de sprinkler aan de pyp-
leiöing wordt bevestigd. Da openiQg wor.it
gesloten door een glazen balletjo, hetwelk
tegen de opening wordt aangedrukt door een
metalen plaatje, dat weder gesteund wordt
door een hefboom of juk, bestaande uit S
doelen, welke door een licht smeltbaar soldeer
worden vereenigd. Dit soldeer, esn mengsel
van bismuth, lood en tin, smelt reeds by een
temperatuur van 155u Fahrenheit.
Het metalen plaatje van Beriyosch zilver,
diaphragma genaamd, is zeer veerkrachtig;
het ondervindt de drukking van het water
in de pypleiding (rikwyis gelijkstaande met
oen meterdruk van 200 Eng. pomi), waardoor
de klep, wanneer het soldeer smelt, met
geweld openspringt.
Door het gebouw, waar de leiding is aange
bracht, worden op regelmatig, door de praktyk
voorgeschreven afstanden, die naarmate van
het gevaarvolle van het bedryf van 2.40 M.
tot 3 M. zijn, de sprinklers in de leiding
geschroefd. De leiding zelve wordt gevoed
door een boogreservoir, doch behoort tevens
in verhouding te staan met de plaatselyke
waterleiding. Het boogreservoir is niet bepaald
noodzakeiyk, doch waar een waterleiding op
oen plaats is, zou het onverantwoordeiyk zyn
by deze niet aan te sluiten.
De alarmklep, die aan de buizenleiding ver
bonden is, opent zich, wanneer de waterkolom
in de pijpen in beweging komt; zy staat
tevens ln verbinding met een kleinen water
motor met een draaienden klepel, in beide
gevallen, brand of lekken, waarschuwt de
alarmklok.
Daar, waar geen voorzorgen tegen bevriezen
genomen kunnen worden, wordt tegen het
vriezend seizoen het water uit de leiding
getapt en door een luebtperspomp de ptypen
met lucht onder constanten druk gehouden
en tevens door dien druk en het gesloten
houden van een klep het water verhinderd
in de buizen op te stygen. Ontstaat er nu in
het gebouw trand, dan gedraagt de sprinkler
zich op de gewone wyze: het soldeer smelt,
do lucht ontsnapt, het water komt ia de
leiding en het heilzame gevolg, al duurt het
ook iets langer, doet zich niet wachten.
De kosten van een automatische inrichting
tot blusscbing zyn vry belangryk, doch kunnen
voor een groot deel teruggewonnen worden
door besparing aan verzekerings premie. De
reductie, die de directie der Leidsche Katoen
maatschappy door baar nieuwe installatie
geniet, is een bewys, dat assuradeuren zeer
veel vertrouwen stellen in de toepassing van
het Grinell-systeem. Ztf, die Zaterdagmorgen
nog mochten getwyfeld hebben aan de juiste
werking der sprinklers, zullen 's middags na
de proefneming wei tot betere gedachten ge
komen zyn.
De dank der genooiigden komt intusscheo
toe aan de hoeren Driessen voor de vriendelyke
wyze, waarop zy hen hebben in staat gesteld
met het nieuwste systeem van automatische
braDdblusscliing kennis te maken, alsmede
voor de in-werking-stelling van de overige
bluschmiddelen. De stoompomp met de drie
enorme waterstralen, die tot zelfs boven het
18 meter hooge waterreservoir opstegen,
geven een niet geringen dunk van de capaciteit
oier pomp. Het aaneenvoegen der brandslangen,
hoogst eenvoudig, verdient algemeen toepas
sing; wanneer men ziet, dat by brand de
daarmede oelaste personen door overhaasting
dikwyis zoo onhandig tobben, is de nieuwe
wyze van aansluiting stellig een verbetering,
die overal dient aangebracht te worden.
De zaak-Dreyfus voor 't Hof ran Cassatie.
Derde zitting.
Ëet is volkomen kalm en de toeloop was
minder groot dan de vorige dagen. Dezelfde
maatregelen van orde zyn genomen in den
omtrek van het Paleis van Justitie. De galery
is bezet door een dubbele ry gardes munici-
paux. De controle op de entreekaarten is zeer
streng by bet binnenkomen.
De advocaat van mevr. Dreyfus, de heer
Mornhard, gaat voort met het betoog, den
vorigen dag door den procureur-generaal Manau
gehouden voor het onderzoek van het borderel.
Hy houdt vol, dafc het borderel niet van
Dreyfus is, en dat de man, die het schrift
van Esterhazy natrok, evenmin Dreyfus is.
Hy voegt er by, dat de goschiedenis van oit
natrekken niet anders dan een uitvinding
van Esterhazy Is.
Mornhard zegt verder, dat de oer van het
leger bieröy in het geheel niet ter sprake
komt. De krygsraden kunnen zich evengoed
vergissen als de burger-rechter, zonder dat
hun eer er by betrokken is.
Mornhard critiseert het onderzoek, tegen
Esterhazy ingesteld op grond van de aan
klacht van Matthias Dreyfus en wyst er op,
dat generaal Pellieux, die dit onderzoek leidde,
verzuimde zich het borderel te laten toonen,
waarop Dreyfus veroordeeld werd, en waar
van de vervaardiging formeri aan een ander
werd toegeschreven.
Hy voegt er by, dat de Raad, waarvoor
Esterhazy terechtstond, aan handen en voeten
gebonden was door het requisitoir van den
regeeriogs-commissaris, waarin gezegd wordt,
dat Dreyfus rechtmatig veroordeeld was.
Hy leest den brief voor van generaal
Zurlinden aan den minister van justitie,
waaruit blykt, dat luitenant-kolonel Du Paty
de Clam, van zyn zyJe, ernstige fouten heeft
begaan, maar dat er ten zynen gunste ver
zachtende omstandigheden zyn aan te voeren,
wegens de redenen, die hem aldus deden
handelen.
Die redenen waren bet redden van Esterhazy.
„Waarom moest deze gered worden", vraagt
Mornard, „indien hy niet schuldig was?"
Hy wüst nog op de vrees, die Esterhazy
koesterde, vooral voor den Raad van Onder
zoek, waarom hy, na het verlaten van de
eerste zitting, aan zyn advocaat, mr. TCzónas,
seinde, om hem te komen verdedigen, ten
einde zijn ondergang te voorkomen.
In dit telegram, dat mr. Mornhard voorleest,
zegt Esterhazy:
„Uw wegbiyven is myn ondergang, uw
tegenwoordigheid is de redding.
„De Raad wil u myn verzekeringen booren
bevestigen ovor het u bekende rapport en u
myn verklaringen booren staven over de be
paalde overeenkomst om samen te winnen of
te verliezen.
„Myn redoing is in uw handen, men zegt,
dat gy my laat slippen. Gy bereidt myn
ondergang door uw afwezigheid.
„Ik heb beloofd te zullen voorlezen het
stuk, dat aan Boissandre is toevertrouwd, of
het bewys, dat het bestaat Waar is dit stuk?
„Als gy komt, zal ik overwinnen. Wy
zouden reeds gewonnen spel hebben, als gy
er geweest waart."
Mr. Mornhard spreekt verdor over het
ontslag van Esterhazy. Hy doet feiteiyk
Diet anders dan de schuld van Esterbazy
en de onschuld van Dreyfus bepleiten. De
beweerde bekentenissen noemt by legenden.
Na er op gewezen te hebben, dat het Hof
uit een nader onderzoek zal biyken, hoe
luitenant-kolonel Henry, generaal Gonso on
Esterhazy voortdurend met elkaar in gemeen
schap hebben gestaan, eindigde mr. Mornhard
aldus;
„Ik heb geëindigd, myne heeren. Ik geloof
te hebben aangetoond, dat de b38is der be
schuldiging onherroepeiyk vernietigd is; dat de
tegenwerpingen van den minister van oorlog
tegen de revisie wankelende argumenten
zyn; maar met het oog op zyn tegenstand
is het noodig, dat een aanvullend onderzoek
wordt ingesteld.
Thans is het my misschien veroorloofd
een beroep te doen op uw hart en u te vra
gen, of gy werkelyk gelooft aan een huichel
achtige comedie in de herhaalde protesten
van Dreyfus; of gy een lage en gemeone
natuur vindt in dezen ongelukkige, die daar
ginds slechts denkt aan zyn vrouw en zyn
kinderen; of gy werkelyk een verrader vindt
in dezen man, wien alles toelachte, fortuin,
familie, positie, die alles heeft verloren en
die alleen zyn e^r beweent.
In naam der familie uit ik hier aan deze
balie geen enkelen kreet van bittere wraak.
Er is een gerecbteiyke dwaling begaan! Er
zullen helaas gerechtelyke dwalingen biyven
bestaan, zoo lang menschen menschen zyn.
Wy vragen niets anders dan dat licht op
die dwaling worde geworpenmaar dat licht,
myno heeren, willen wy volledig, dat willen
wy in volle schittering, dat willen wy ver
blindend, en dat zult gy geven, niet alleen
met onze medewerking, maar met de mede
werking van degenen zeiven, die zich onze tegen
standers noemen en die erkennen, onze hard
nekkigste vyanden te zyn.
Wy verdenken niet den ernst der persoon-
lyke overtuigingen, maar ernstige overtui
gingen vreezen de discussie niet. Deze over
tuigingen, deze zal men u overleggen, met
de bewyzen tot steun; wy zullen er over
beraadslagen, gy zult ze weten te waardeeren
en het licht zal schitteren.
Myne heereo! Aan u thans het laatste woord
in dit proces! Dank zy uw hooge autoriteit,
welke zoo nobel is uitgeoefend; dank zy het
denkbeeld van hooge rechtvaardigheid, welke
u is ingegeven, zullen allengs de kalmte en
de vrede terugkeeren in alle hoofden. Nooit
is waarschynlyk uw hooge roeping hooger en
heiliger geschenen dan thans.
Vol vertrouwen, myne heereD, leg ik myn
zaak in uwe handen."
Deze woorden maakten op het publiek een
diepen indruk.
De zitting werd daarop om halft wee geschorst
en het Hof trok zich in raadkamer terug.
Tydens de schorsing werd het publiek
zenuwachtig en onrustig; er hadden echter
in het minst geen betoogingen plaats.
De zitting werd om vyf minuten over vyven
hervat.
Het toen uitgebrachte vonnis luidt aldus:
„Het Hof, na over de zaak Droyfus te
hebben beraadslaagd in raadkamer,
„Gezien den brief van den minister van
justitie, gedagteokend 27 September 1898;
„Gezien het requisitoir van den procureur-
generaal by het Hof van Cassatie, waarby
deze voor het Hof aanhangig maakt do vtr-
oordeeling, den 22sten December 1894 uitge
sproken door den eersten krygsraad van bet
militair gouvernement van Parys tegen Alfred
Dreyfus, destyos kapitein der artillerie, ver
bonden aan den generalen st3f van het leger;
„Gezien de stukken van het proces;
„Gezien ook de artikelen 443 tot 445 van
het Wetboek van Strafvordering, gowyzigd
by de wet van 8 Juni 1895;
„Voor zoover betreft de ontvankeiykheld
in den vorm van bet verzoek tot revisie:
„Overwegende, dat het onderzoek by het
Hof aanhangig is gemaakt door zyn procu
reur generaal, krachtens een uitdrukkelyk
bevel van den minister van justitie, hande
lende na de meening te hebben gevrafgd van
de commissie, ingesteld krachtens artikel 144;
dat het verzoek valt onder de laatste para
graaf van art. -èfS; dat het is ingediond
binnen de termynen, vastgesteld in de arti
kelen 144 en 147; dat eindelyk bet vonnis,
waarvan de herziening wordt gevraagd, een
onderwerp uitmaakt van behandeling;
„Wat betreft den staat van de procedure:
„Overwegende, dat de overgelegde stukken
bet Hof niet in staat stellen om in den grond
over de zaak te oordeelen en dal er aanlei
ding bestaat om een aanvullend onderzoek in
te stellen.
„Om deze redenen,
„Verklaart het verzoek ontvankelijk bet
Hof in den vorm,
„Beveelt, dat een aanvullend onderzoek zal
worden ingesteld,
„en beslist, dat er voor het oogenlik geen
aanleiding bestaat om te voldoen aan het
verzoek van den procureur-generaal voorzoo
ver betreft de voorloopige schorsing van de
ongelegde straf te gelasten."
Het vonnis werd begroet met den kreet:
„Leve het licht 1"
De zaal was in korten tyd verlaten. Buiten
om het paleis van justitie stond een groote
menigte, die do uitspraak zwygend aanhoorde.
De algemeene meening der Dreyfusards is,
dat zy alles hebben gekregen wat zy konden
wenschen. Zelfs de weigering van de onmid-
deliyke schorsing der straf achten zy in het
belang der finale overwinning.
Dit vonnis is het gunstigste, merkt ook de
„Petit Bleu" op, hetwelk in de zaak-Dreyfus
kon worden uitgesproken, omdat Dreyfus nu
voorloopig wordt gehouden uitsluitend ter
beschikking van de burgerlijke justitie en
het een breed onderzoek toelaat over alle aan.
gelegenheden, deze zaak betreffende. En wan.
neer het Hof voor het oogenblik niet de opschor.
ting der straf van den gevangene van het
Duivelseiland heeft bevolen, dan is zulk8
waarschynlyk geschied, omdat het met het
oog op de aanhitsingen van de Rochefort's
der Drumont's eü der Déroulóde's, het niet
verstandig heeft geacht, nieuw voedsel te geven
aan de hartstochten en af wil wachten tot
vóór Dreyfus in Frankryk terugkeert, de eerste
vruchten van zyn onderzoek zyn afgeloopen
en de publieke opinie ten gunste van des
veroordeelde is gewijzigd.
Jaurès beweert in de „Petite Rópublique'^
dat de generaals aan het Hof van Cassatie
niet langer kunnen volharden by hun weige.
rlDg om do dossiers, die in de brandkast
weggesloten zyn, over te leggen. „Voor de
reeds bekonde waarheden, voor de nieuwe
waarheden, welke aan het licht zullen komen,
moeten zy het hoofd buigon; zy voelen, dat
zy verloren zyn.
Victor Meunier schryft in de „Rappèl": „Uit
deze overwinning, behaald op do vereenigde
réactie, die uit deze zaak Dreyfus een oorlogs-
wapen had gemaakt togen onze vryheden,
putten wy een nieuwe energie, een verjongde
kracht voor de slagen, die wy nog televeren
hebben, die wy wedor moeten winnen geiyk
wy dezen hebben gewoanen, tot den dag waarop
in Frankryk, land van de vrybeid en recht
vaardigheid, de republiek van het volle licht,
misdaden geljjk die welke do geschiedenis de
zaak-Dreyfus zal noemen, niet meer mogeiyk
zullen zyn".
Henri Rochefort in de „Intransigeant"„Da
hoogwaardigheidsbekleders in hst Hof van
Cassatie hebben zich gisteren laten naturali-
seeron ais onderdanen van den keizer van
Duitschland. Het werk, dat Dreyfus op htt
oogenblik niet in staat is te doen, zy zullen
zich daar thans me9 belasten".
Cornóly in de „Figaro" wenscht zich geluk
met de beslissing van het Hof. Hy oordeelt,
dat het, door tot een onderzoek te besluiten,
is gebleven op een verstandigen middeoweg.
„By het onderzoek kan iedereen komen
spreken. De minist-rs van oorlog, die de revisie
onmogelyk hebben verklaard, kunnen en moe
ten zelfs (de eer legt hun dezen plicht op) de
redenen ontvouwen, dio hen hebben geleid tot
deze meening. Als er geheime stukken zyn,
als dat dossier bestaat, zullen dossier en stuk
ken worden overgelegd aan de raadsheeren,
by wio men, geloof ik, waarborg zal vinden
dat zy helder zien en dat zy, zoo noodig, de
meest volkomen geheimhouding zullen in acht
nemen".
Drumont slaat in de „Libre Parole" een
anderen toon aan. Hy maakt den president
Loew, den rapporteur Bard en den procureur
Manau eenvoudig uit voor schelmen. Hy had
niet anders verwacht, maar hy vraagt aan
de generaals alles te zeggen.
„De openbare meening, die zoo getrouw Is
gebleven aan deze brave lieden., -dio zich tot
zekere hoogte met hen heeft vereenzelvigd,
die zich met hen vereenigd heeft in hun
zorg, zou hun zwygen niet begrypen op dit
oogenblik."
De „Éclair" zegt: „In den loop van het
onderzoek, dat zal beginnen, kunnen zich tal
van incidenten voordoen, die de dubbelzinnig
heden van de verdediging zullen oplossen en
licht zullen brengen op zekere punten der
zaak, welke opzetteiyk in het duister zyn
gelaten door het Dreyfus-trio, dat zich tot
dusver voor de rechters heeft kunnen laten
hooren."
De „Fronde" Rchrflft: „Het succes legt
evenals de nederlaag plichten op. Het is aan
ons, overwinnaars van gisteren, een voorbeeld
te geven van gamatigheid, van eerbiod en
van wettigheid."
Clómenceau vraagt in de „Aurore" volledig
licht.
„Lucht en licht overal, en laat de Fran jche
natie, bevryd van haar ydele schrikbeelden,
eindelyk haar loop hernemen naar den
gelukkigen vrede der rechtvaardigheid, waar<
van de voorspelling den geest van haat, dis
ons de bloedige geschiedenis van het verleden
bracht, schrik aanjaagt."
In de „Autorité" ziet Paul De Cassagnac
een lafheid, een dubbele lafheid in het arrest
van het Hof. Volgens hem had het Hof zich
slechts bezig te houden met den vorm, en
het heeft de zaak zelf behandeld, alsof het
daartoe geroepen was.
De Matin" schryft: Laat ons verheugd
zyn, dat men in Fr-nkryk spoedig vergeet
vooral hier verdryft de eene clou den anderen.'
Dreyfus heeft ons verlost van Panama. Een
andere zaak zal komen, die in het niet verdringt
de aangelegenheid thans. Laten wy het ten
minste hopen."
Judet, in het „Petit Journal", beschuldigt
het Hof, dat het de verantwoordeiykheid der
heerschende wanorde op zich neemt, juist op
een oogenblik nu de buitenlandeche politiek
zoozeer e3nsgezindheii eisebt, het leger zoo
sterk mogelyk moet zyn.
„De gerechtelyke coup d'état is gedaan,"
zegt de „Jour", maar dat de vreugde der'
Dreyfusards kort zal zyn, gelooft het zoker
„Zy zullen moiten boeton voor den aanslag
tegen het vaderland, tegen het groote Fransche
volk."
Voor het „Journal" is „bet vonnis van
gisteren het status quo, met dit uitdrukkeiykf
te vermelden verschil, maar een verschil, dat
ons niet geheel mishaagt, dat bet Hof vraagt
ingelicht te worden, omdat het licht het niot
volioande schynt opgegaan ta zyn om de
revisie aan te nemen of te verworpen."