MENGELWERK. Burgerlijke Stand. i 9 Inzenders van Advertentiën Gemeenteraad vaa Bodegraven. Vergadering van Vrijdag. Voorzitter de Burgemeester. Afwezig met <ienni8geving de heeren Okkerse en Van der Gieson. Opening der vergadering. Lezing en goed keuring der notulen van de vorige ver gadering. De Voorzitter deelt mede dat op 6 Sept. jl. namens den Raad aan H. M. de Koningin eon telegrapbiscbe gelukwensch is gezonden, waarop ten antwoord was ontvangen: Burgemeester. Bodegraven. Hare Majesteit draagt my op U Hoogstderzelver dank over te brengen. Adjudant van dienst Van den Bosch. Ingekomen stukken lo. Proces-verbaal van opneming dor boeken On kas van den ontvanger, gehouden 23 Sept. jl., waaruit blijkt dat da ontvangsten tot nu bedragen 14,197.64 en de uitg. f 12,573 06, zoodat in kas biyft f 1624.58. 2o. Missive van Gedep. Staten dezer pro vincie, begeleidende het besluit tot vaststelling van de gemeenterekening over 1897, zonder oenige aanmerking op het bedrag zooala dat door dor. Raad voorloopig is vastgesteld. 3o. Missive van Gedep. Staten, houdende terugzonding van het goedgekeurde Raads besluit model Q, tot verhooging van do be grooting dienst 1898. 4o. Missive van den Heer Commissaris der Koningin, houdende kennisgeving van de borbenooming tot lid van het College van Zettors van de heeren D. Turkenburg en P. Boer. Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. 5o. Adro3 van hst bestuur van de afd. Alfon aan den Rijn van het Nederlandsch Onderwijzersgenootschap, verzoekende regeling van de j .arwedden der onderwijzers, zoodanig, dat een vast minioium-salaris benevens een zeker aastal veihoogingen na een zéker aantal dienstjaren worde bepaald. Uit de memorie van toelichting, welke wordt voorgelezen, even als de adhaesie-betuiging van de afd. Alfon en Omstreken van den Bond van Nederland- sche On>lorwijzers, blijkt o. a., dat adressanten een minimum jaarwedde van f 550 zouden wenschen met zoodanige verhoogingen, dat na bijv. 12 jaron een maximum van 1100 be reikt worde (of dit maximum slaat op onder wijzers met dan wel zonder hoofdakte, blijkt niot). De Voorzitter deelt mode, dat de jaar wedden thans aldus zijn geregeld: een hoofd ƒ1400 plus f 150 vergoeding huishuur, een hoofd ƒ1100 en vrije woning, een hoofd ƒ950 en vrije woning, twee onderwijzers met hoofd akte 700, 2 onderwijzers en 1 onderwijzeres f 600 en een onderwijzeres 575, verhooging van jaarwedde komt hier wsl voor als 't billijk blijkt te zijn ook is wol eens verhooging geweigerd; tot eeno verhooging tot ƒ1100 zooals adressanten bedoelen, zal de Raad wel nooit kunnen overgaan, daar dit de draag kracht van do gemeente te boven zoude gaan trouwens, te Oudshoorn, waar dan een door adressanten gewonschte regeling bestaat, is het maximum mot hoofdakte op slechts 750 bepaald. Nadat de heer Rollman betoogd heeft, dat, wil men de salarissen verhoogeD, eerst de schoolgelden verhoogd moeten worden, daar de tegenwoordige regeling onbillijk i3 voor hen, die hunne kinderen op do bijzondere school laten gaan, besluit de Raad aan adressanten te kennen te geven, dat de Raad vooralsnog niot genegon is om zich tot oen vaste rogeling to verbir.deD, doch dat, wanneer zich omstan digheden voordoeD, die tusschentijdsche ver hooging van salaris gewenscht of noodzakelijk maken, de Raad geen bezwaar zal maken tot verhooging over te gaan. Aan de orde is do behandeling van do be grooting van het 5de bataljon rustende schut terij voor 1899. Deze luidt in ontvangst en uitgaaf op 273.50. Aan don hoer Brunt, die vraagt t'ot welk bedrag deze gemeonte hierin moét bijdragen, antwoordt de Voorzitter, dat dit 23 bedraagt. Zonder discussie wordt de begrooting voorloopig vastgesteld. Wordt vastgesteld oen besluit model C. tot toevoeging aan de begrooting in ontvangst on uitgaaf van een bedrag ad 2500, in ver- baad mot de aflossing van de leening van den heer De Liefde. Wordt overgegaan tot vaststelling van het suppletoir kohier van den hoofdelijken omslag met een bedrag van ƒ29.16, verdeeld over 8 contribuabelen. Eveneens wordt vast gesteld het suppletoir kohier van de honden belasting met 3.50. Alsnu komt aan de orde de gemeentebe- grooting dienst 1899. De commissie tot nazien, bestaande uit de boeren Van Dam, Okkerse en Turkenburg, brengt rapport uit en ver klaart geen bedenkingen tegen de begrooting te hebben. Echter vraagt z(j: lo. Is het niet mogelijk de prijzen der geneesmiddelen aan de armen der gemeente volgens een ander tarief te berekenen? 2o. Is de subsidie ad f 100, uitgetrokken voor de afdeeling der Holl. My. van Landbouw, thans nog wel noodig? 3o. Is de toelage ad 100 aan den alhier gevestigden veearts blijvend? Deze vragen worden nader toegelicht door den heer Turkenburg. Nadat het blijkt, dat men geen algemeone beschouwingen wenscht te houden, worden de verschillende posten van uitgaaf en ontvang voorgelezen. Bg de bovengenoemde vragen stilstaande gaat de Voorzitter na hoe de rege ling van de leverantie der geneesmiddelen vroeger was en nu is, deelt mede dat het aantal recepten van 1 Januari tot 26 October 225 minder bedraagt dan in 1897 over het zelfde tijdvak, zegt dat het zoogenaamde armen- tarief van v. Ledden Hulsebos het goedkoopste is voor zoover hem bekend, doch verklaart zich bereid deze zaak wederom bij B. en Ws. ter tafel te brengen. Wat betreft de subsidie aan de landbouwafdeeling, deze is op 't oogen- blik niet beslist noodig, maar zeer gewenscht mot het oog op latere groote uitgaven; ook gaat de meening als zoude de afdeeling, nu de stierenkeuring vs overgegaan op de provincie, minder uitgaven hebben, niet geheel op, daar juist deze keuring meer uitgaven van anderen aard dan vroeger aan de afdeeling oplegt. Naar aanleiding van do 3de vraag zegt de Voorzitter, dat de veearts bij zyn vestiging in 1890 een toelage van 300 heeft gevraagd, doch dat 100 per jaar was toegestaan tot wederop zegging toe; dat het nu eonigszins stuitend zoude z\jn om plotseling deze toelage op te heffen, doch dat B. en Ws. bij een volgende begrooting kunnen letton op hetgeen nu be sproken is. Nadat alle punten zijn behandeld en goed gekeurd, verklaart de heer Rollmann iet voor de begrooting te kunnen stemmen, daar veel te weinig schoolgeld op de openbare lagere scholen geheven wordt en do uitgaven voor het onderwijs veel te hoog zijn naar verhou ding. Da Voorzittar doet den heer Rollman opmerken, dat de post schoolgelden geraamd is naar aanleiding van de bestaande verorde ning op hot heffen van schoolgeld; dat al hadden B. en Ws. dezen post hooger ge raamd, er toch niet meer ontvangen zoude worden; dat, wil de heer Rollman wijziging, hij deze dan moet vinden in de verordening, doch dat ten dezen nog onlangs gebleken was, dat de Raad niet genegen was tot verhooging van schoolgelddat ten slotte do heer Rollman zeer goed vóór de begrooting kon stemmen. Ds heer Rollman blijft echter bij zijn gevoelen van niet voor deze begrooting te kunnen stem men. Aldus wordt de begrooting aangenomen met 1 stem tegen. Door den Voorzitter wordt een krediet aan gevraagd, om daaruit te kunnen voldoen de ko3ten van omlijsting der door do Regeering geschonken portretten van H. M. de Koningin, hetwelk wordt toegestaan. Op een vraag van den heer Rollman, dat als punt van behandeling in de vorige ver gadering met op het convocatiebiljet zoude hebben gestaan de aanwijzing van de plaats, waar het hek en de kroningsboom zouden komen, zegt de Voorzitter, dat dit voorstel waarschijnlijk onder de ingekomen stukken thuis behoorde, en vindt hierin aanleiding om de Raadsleden aan te sporen veolvuldiger inzage te komen nemen van ingekomen stukken dan tot nu toe het geval is. Ten slotte vraagt do heer Van Dam op welken termijn de oplevering van do straat dp 't land van Costerus moet plaats hebben, waarop de Voorzitter antwoordt, dat deze ter- mijQ op 1 November bepaald is en dat de straat geheel gereed, doch nog niet voor over name vatbaar is, daar de richting vóór de stoep van het nieuwgebouwde huis van v. d. Breggen niet voldoet aan de gestelds eischen. Niemand moer het woord wenschendo, wordt de vergadoring gesloten. Yijf en twintig jaar getrouwd. Hst onaanzienlijke huisje in do voorstad was verwisseld tegen een prachtige woning aan de breede, vroolijko Esplanade. De be scheiden meubeltjes waren in de nieuwe woning, met haar mooie spiegelruiten, ook nog wel te vinden, maar ze stonden boven, op de kamer van ds jongens of op do logeer kamer. Beneden in het salon was alles nieu- werwetsch en élégant, blinkend noten- en donker eikenhout, en een mollig tapijt op den vloer en groote spiegels aan do wanden. Het zag er alles recht keurig en gezellig uit. En dit was in een kwart-eeuw gebeurd. En nu was het zilveren bruiloft. Do knappe kassier, die zoo onberispelijk de dwarsfluit blies, was directeur geworden, dik en vet, en zeer beslist minder knap. Ook blies by nooit meer do dwarsfluit. En het kleino modistetje, dartel en slank als een sylphide, mot haar blauwe, droomerige oogen, haar lieve rozen op fluweelen wangen en haar goudblonde lokjes over een lelieblank voor hoofd het kleino modistetje was directeurs- vrouw geworden en had thans een onderkin. En haar wangen waren niet meer zoo fluwee- lig en misschien wel wat al te rooden haar voorhoofd was Diet meer zoo lelieblank; en in de gouden lokken had zich een weinig zilver gemengd; en wie thans ia dit huis nog een sylphide wilde zieD, die moest de trap op sluipen naar de kamer van de meisjes en dan door een kiertje van de deur een blik werpen op Ida, JenDy en Catharina. Dan had by drie sylphiden voor éénel En dit alles was in vyf en twintig jaar gebeurd. En heden was het zilveren bruiloft. Niet altoos was het zonneschyn en heldere hemel geweest. Het salaris van den kassier was klein, en Ida en Jenny en Catharina waren verbazend snel na elkaar komen opda- geD, slechts afgewisseld door het verscbynen van Carl, Adolf en Franz. Er waren wel dagen geweest, dat Schraalhans voor keukenmeester speelde in 's kassiers woning en dat een lelie blank voorhoofd in zorglijke rimpels getrokken werd, terwyi een poezele hand een optelsom uitwerkte op een bladzyde van het huishoud boek. En hoezeer men elkander ook liefhad, toch was het vrouwtje niet zoo geheel en al de engel, voor wie men baar zou hebben willen verslyten; en evenmin was de kassier zoo geheel en al de philosoof, voor wien men hem raoost aanzieD, wanneer hy daar zoo ernstig en hoog verheven op zyn kantoorkruk zat. Bijgevolg kwam het ook wel eens tot een onweersbuitje, zoolang de gemoederen nog niet den tyd hadden gehad om zich geheel met elkander te versmelten; en het moeteen feit zUd, dat de kassier zyn overjas zóó driftig van den kapstok rukte, dat het lusje er van scheurde en dat zyn vrouwtje met zilte tranen zekere kleine kleedingstukken besproeide, die zy zat te naaien. Maar hy was een flinke vent, die kassier, een knappe man van zaken. Elk nieuw stemmetje in de kinderkamer, elk nieuw rozenmondje, dat papa toelachte, scheen hem nieuwe voortreffeiyke denkbeelden en invallen toe te fluisteren, en zoo kwamen allengskens de goede dagen. En in dozelfde mate, waarin mamaatjes schoon aftakelde, groeiden aan haar schouders die onzichtbare vleugelen, waarmede zy vrede en vreugde in het huis deed nederdalen, en zy werd innorlyk al meer en meer de engel, die zy in haar jeugd uiteriyk had geschenen. En hoe barscher en strenger papa werd op zyn kantoor, des te zachter en goediger werd hy thuis onder de hartenmassage van kleine, zoete handjes. En toen, nadat men een geheele maand te zamen gebeefd had voor kleine Jenny's leven en te zamen geweend had over kleinen Adolfs wit doodkistje, toen eerst werd men in werke lijkheid datgene, wat het huweiyksformulier ietwat voorbarig op den trouwdag reeds be weerd had, namelijk één hart en ééne ziel, een snarenspel, welks tonen steeds samen- stemden in reine harmonie. En dit alles by elkaar was in vyf en twintig jaar gebeurd. Eq heden, op dezen blyden, mooien, zonDigen dag, heden was het zilveren bruiloft. Catharina werd het eerst wakker. Met een snelle handbeweging schoof zy een golf van bruin, glinsterend haar zich van het voor hoofd, sprong op, monsterde do manden met bloemen, die het meisje heel vroeg in den morgen had binnengebracht, glimlachte en riep: „Jenny!" En toen ging het er op los. De prachtigste ruikers en guirlandes werden daar boven in de meiejeskamer gevlochten en gebonden. En daarby werd in vrooiyke opgewondenheid heel wat afgebabbeld en over en weer gevraagd Wat vader er wel van zou zeggen; of moeder een en ander goed gekozen zou vindenof papa vandaag ook wat vriendelykor zou zyn tegen den ingenieur, en of Ida al vroeg met de kinderen zou komeD. Want, om een zilveren bruid met eere te zyn, is het bepaald noodig ook grootmoeder te wezen. Do jonge, warme, levenslustige lente moet met de herfstbloemen spelen op de wangen der zilveren bruid. Mamaatje was anders altoos het eerst in de ontbytkamer, maar heden bad zy goed gevonden zich maar eens te verslapen. Do meisjes zouden immers by hetgeen zy nog te doen hadden niet gaarne gestoord worden. Papa had lang wakker gelegeD, maar natuur- ïyk wilde ook hy niet in den weg loopen. Eindeiyk verrezen dan toch de twee witte, ronde gestalten opeens allebei te geltfk daar in de breede alkoof. „Linal" riep de eene. „Andries!" antwoordde de andere. „Vandaag is het, Linal" „Ja, ja, vandaag is hot, Andries 1" En nu boog zich de eene welgevulde ge stalte over den rand van het bed heen tot do andore, en sprak: „Dank, Lina, dank voor alles!" En de andere kleine witte gestalte ant woordde: „God zegene je, Andries!" Middelerwijl begon het er beneden in het salon en in do huiskamer al prachtig uit te zien. Bloemen en groen, waarheen men ook keek, tot zelfs aan vaders en mo3ders koffie koppon. En de geschenken! Een meerschuimen pyp voor papa van den candidaat Franz; na- tuurlyk voor een dag als deze met zilveren beslag. E9n vruchtenmandje van Jenny en Catharina voor mama; natuurlyk ook van zilver, maar ongelukkig slechts van nieuw- zilver, want méér had het speldengeld niet vermocht. Eq toen kwam Ida met man en kinderen en een groote doos, welke terstond geopend en welker inhoud met een algemeen „O, hoe prachtig 1" begroet werd. Het was een haargarnituur van zilveren korenaren voor mama. Het liet zich wel is waar niet loochenen, dat de kleur van rype korenaren eigenlyk meer met goud overeenkwam, maar aan den anderen kant harmoDiéerde zoowel de feestelykheid van dezen dag, alsook de kas van mynheer den schoonzoon, zeer beslist beter met de kleur van zilver. De klok slaat tien. Met een plechtigheid, als ware zy al haar leven opper-ceremonie- meester geweest, opent de oude Johanna de beide vleugels van de deuren naar binnen rollen, door ontroering min of meer onvast op de voeteD, twee ronde, welgedane gestal ten nu niet in het wit, maar in het zwart rechtstreeks in de armen van kinderen en kleinkinderen. De vrouweiyke leden der familie wisselen met elkaar ontelbare kussen en storten tranen; de mannelyke drukken elkander met stille bartoiykheid de hand; en te midden van al deze drukte gaat Ida's kleine jongen op zyn teenen staan en kraait zoo luid als hy maar kan on dat wil nogal iets zeggen zyn bebooriyk van buiten geleerd: „God zegene Opa en Omal" De beide menschen stralen van vreugde. Hoeveel gelukkiger zyn zy heden dan vóór vyf en twintig jaren I Welk een onuitspreke- ïyko dankbaarheid moet hun harten vervullen by den aanblik van die zoo welbezette tafelt En toch spreidt er zich eensklaps een schaduw over hun biyde gezichten en om hun lippen speelt een trekje van zorg. Wat missen zy? Wat ontbreekt hun nog?Daar sluipt Catharina achter de stoelen der ouders, slaat hun de armen om den bals, houdt hun een brief met een Braziliaanschon postzegel voor en fluistert„Carls bruiloftsgeschenk aan papa en mama." En de schaduw verdwynt, de oogen stralen opnieuw van blyde verrassing. Met trillende 8tem leest papa den brief hardop voor: woorden van liefde en berouw, yan, hoop en deelneming, van beterschap en dank baarheid. Carl, moet men weten, was het verloren zoontje van den huize geweest. Alle liefde en zorg geleken aan hem verspild, en ten slotte moest hy weg, ver weg, om een nieuw leven te gaan beginnen. En het was zyn ledige plaats geweest in den kring der geliefden, die wolken over de zilveren bruiloftsvreugde had gejaagd. Doch nu had by ook zyn groet gezondeD, om, ver van over de wereldzee, den ouder harten toe te roepeD, dat hun groote en trouwe liefde toch ook aan hem niet zonder zegen gebleven was, Tegen den middag komen er gasten, zwart gerokt, met sterren, sleepen en juweelen. Tegen den middag komt de ingenieur en men zou dien jongen man haast voor een toovenaar kunnen verslyten, want hy plant by afwisse ling leliéri en rozen op Catharina's fluweel zachte wangen. Tegen den middag komt ook de geestelijke, die een redevoering houdt in preekstyl over zilver op de schedels en zilver in de zilverkast, over des levens herfst en de fri8eche bloemenkransen, die hem geurig tooien voor het lieve zilveren bruiloftspaar. En tegen den middag moot ook de candidaat Franz een toespraak afsteken in hoog-poötischen feest- styl en er valt niet aan te twyfelen of hem dit wel goed zal afgaaD, want te Upsala ge lukte het hem steeds voortreffelyk. Maar hier nu in deze gezellige oude eetkamer, met die twee dierbare gezichten tegenover hom, met al die warme herinneringen uit zyn vroege jeugd, die hem het gemoed zoo wonderlijk beroereD, hier vliegeD de mooie, ingestudeerde phrasen naar de maan het schemert hem voor de oogen de candidaat Franz houdt een slechte, een rechtaf slechte toespraak. Maar moeder schreit en vader is diep ge roerd. De gasten vertrekken, de kinderen zeggen goeden nacht. Kleine Andries heeft met zyn moeder het avondgebed gestameld en sluimert zacht op de oude sofa in de kamer der tantes. Papa en mama zitten nog, een kléin weinigje vermoeid, in het salon. Daar wellen de lieve herinneringen opeens met nieuwe kracht weder naar boven en de beide gelukkigen voelen een zoo warme, een zoo innige behoefte om met elkander nog eens recht harteiyk, recht vortrouwelyk en verstandig te praten Hy, de zilveren bruidegom, hoe gaarne zou by er eens over uitgeweid hebben, dat zy beiden nu metterhaast geheel alleen zouden staan, als twee ontbladerde oude hoornen. De meisjes immers zouden zy wel niet lang meer by zich houdeD. Wat had die ingenieur van daag aan Catharina het bof gemaakt! Net precies als voor vyf en twintig jaren een zekere kassier aan een kleine modiste! Ja, dan zouden zy weer alleen zyn, zooals heel in het begin. Maar toch, oneindig ryk en gelukkig zou hy zich niettemin gevoelen, zoo lang hy zyn trouwe Lina nog maar behouden mocht. Iets van dien aard wilde hy zoggen; dat voelde hy heel levendig, maar het was al zoo lang geleden sedert hy do laatste maal in dien trant gesproken had. Hyzelf wist niet hoe het kwam, maar hy kon do rechto woor den zoo niet vindeD, en in plaats van dat alles zeide hy slechts, zoo zacht als hem mogelijk was: „Je hebt toch het licht in do achterkamer wel uitgedraaid, Lina?" En haar, de zilveren bruid, hoe ziedde en kookte het in haar boist, onder haar staatsie kleed van zwart satynl Zoo gaarne had zy iets willen zeggen over allerlei uit hot ver- ledeD, dat haar zoo klaar en zoo lieflyk voor den geest zweefde, uit lang, lang vervlogen tyden. Iets over die beeriyke roeitochtjes in den maneschyn, met den kassier en zyn fluit, en heel den tooverglans van jonge liefde aan boord. Iets over die kleine, povere wooing, mot de stroomat in de slaapkamer en de goedkoope Weener stoelen in het slaapvertrek. Zy had hem ook zoo gaarne willen zeggen, dat zy oneindig meer, oneindig dieper haar ouden, dikken grootpapa liefhad, dan dien jongen, knappen, slanken kassier. Doch zy was wat moede, de ziel, en zy sprak slechts „Andries, beste, je hebt toch de Chartreuse wel weggeborgen?" Doch toen de beide ronde gestalten in één adem de lamp hadden uitgeblazen en ver volgens naar de slaapkamer waren gegaan, toeD de deur zich achter ben gesloten had en de zware portières waren dichtgevallen; toen, kortom, de zilveren bruiloftsdag zyn einde had bereikt en alles stil was geworden, heel stil, net als voor vyf en twintig jareD, toen werd het den zilveren bruidegom toch opeens te benauwd om zyn goede hart. Onstuimig, innig sloot hy zyn Lina in zyn trouwe armeD, en de man snikte, weder jong geworden door der liefde eouwigo toovermacht: „God zegene je, moedortje 1 God zegene je, lieve, beBte vrouw l" LEIDERDORP. Bevallen: G. De Jong, »(i| Ouwerkerk, D. E. Van der Meer, gob. Rutten Jj Ondertrouwd: A. G. Wasaenburg en'g'B Heemskerk. A. Oostorom en J. De Haas. 'P Overleden: D. J. Kcijsor, 3 mnd. OEGSTGEEST. Getrouwd: L. P. Van de, «ft en L. A. Vcrstego. o boron: Arendje, D. van II. Van der Mei] cm A. Van der Meij. Elfriede Sofio, D. vnu Kj Scbrciber en C. S. Fontaine. Overleden: J. J. M. Le Brun 4 mndt9L '8-Gravenbage. Levenl. aangegeven kind A. p De Rooij en A. Van Schie. J. Overheul 78 to Dordrecht. SASSENUEIM. Geboren: Johanna, D. vanl A. v. Egmond (Amsterdam) en A. Bezuijen. f Ondertrouwd: E. T. Witte, jm. 33 j enl A. E. Kruyff, jd. 24 j. KATWIJK. Ondertrouwd: P. J. VanRhijnj jm. en A. A. Aanbave id. Gehuwd: C. v. d. %>on jm. en J. Do Best jd.l Ge hor en: Loendort, Z. v. G. Haasnoot cal R. Van der Luyt. Jacob, Z. v. C. De Vrougd I èn K. Ouwehand. Jan, Z. v. C. Beelen eal K Kuyt. Johanna, Z. v. H. Haasnoot en A. I L. v. d. Marei. Willemijntje Aaltje, D. v. H*| Van Tongeren en E. Bloot. Cornelia, Z. v. j'l Geyteman en A. v. d. Plas. Hubrecht, Z. ,'1 Chr. v. d. Bijl en C. Houwer. Gijsbert, Z. y.l J. Van Duyn en J. C. v. d. Marei. Willem,I Z. v. C. v. Beelen en N. Zwaan jPieter, Z. yl G. v. d. Oever en G. Jonker. Helena LydisJ D. v. P. v. d. Bent en M. Hazenoot. Huig, z'l v. H. v. d. Mey on W. v. d. Plas. Overleden: J. Mey vogel 5 mnd. Leveol.l geb. zoon van A. Van Duyvenbode en J. Jonker.l LISSE. Gehuwd: D. Klinkenborg en J. Weverij Geboren: Adriana, D. van J. Kruit en H.I Baartse. Pietor Johannes, Z. van G. Segers e<J J. Mijnders. NOORD WIJKERHOUT. Geboren: Johanncl Petrus, Z. van H. Van Schie en A. C. Zandvliet,! Overleden: C. Hoogeveen 1 mnd. M. J.l Van Eeden, echtg. C. Heemskerk, 39 j. RIJNSBURG. Geboren: Cornelia, Z. van C.l Hogewoning on G. Pauw. Overleden: Hermina Oudshoorn, 7 j.f D. vaal W. Oudshoorn en A. Boekeo. STOMP WIJK. Bevallen: A. Riem geb Zon neveld Z. M. A. Oosterlaan geb. Janssen D. I Overleden: S. Groon M. 74 j., echtg. van W. Van Santen. VEIJR. Bevallen: P. De Wilde geb. Van der Meer Z. Overleden: M. Goeman 85 j., wed. P. v. d. Togt. J. P. v. d. Drift. Z. 21 mnd. Marktberiohten. Naarmate de aanvoeren afoemeo, wordt de baodel I in kaaa williger; ook in do vorige week gingen dal meeste aoorten met vlaggen baLdol; enkele, metl rami Goudecbo en Edammer, g Dg on tegen nog alt jjl I stijgende prijzen van do hand. Do marktnoteeringea van Goui'.Bcbo liepen 0.50 hoogerEdammtr aa.kt> een llinken sprong: Hoorn noteerde voor kleino 3ü, Alkmaar voor commiaaio 27.50, voor middelbare» ƒ28.50, dat vraa ƒ2.60, ƒ1.50 6n 1 meer dan oea week te voren. In de overige kaatsoorton bleef bet vrijwel bij het oude; Derby, Delfieche en Frietcbe blovon utaan op de laatste note.ringen. De aan voeren zijn (le laatste veertien dagen a ork ver minderd; blijft het buiige, regenachtige weder aan houden, dan etaat in de l&go atroken de ataltyl voor de dear, 't I» daarom te verwachten, dat in den eersten t\jd, zoolang nl. nog fijne soorten te be komen zijn, de tegenwoordige noteenngon wel zullen blijven gehandhaafd. In de Alblaeaerwaard werd do vorige week van ƒ18 ƒ23 besteed; in de Lopiker- en Krimpener- waard liepen de pryzen van lete soort Goude:be van 21ƒ20, zwaro 27, vdo ooori ƒ18-ƒ23; Derby let© eoort ƒ21-ƒ24, 2do soort 18-/*; Edammer late soort ƒ26 en ƒ27.2de eoort ƒ21— ƒ24. UD.) Leeuwurdcn, 23 Oct. Boter. Aangevoerd 136/4» 4->/8 en 23/16 v. Eerst* aoort 44.—. Kaa Aange voerd 25,123 E.G., Nigel - a Voe. De aanvoer beotond mt 3702 Kandoren, 1565 Schapen, 763 VarkeDS, Paarden, waarvan do noteering is als volgt: Stieren, enter ƒ120 toil Twenter- ƒ125 tot ƒ150, Osson^éQ tot 175, volta Koeien ƒ130 tot ƒ215 mol e Koeien J 135 tot J53. Pinken 45 rot ƒ75, veita Kalveren 14 toll ƒ35, üraekalveren 35 tot 55, nuchtere dito 6 toil ƒ9, vette Sobapen ƒ18 tot 22 melke id. 14 tot' 16, Lammeren ƒ11 tot 13 vetta Varkens 50 toi 75, magtra dito ƒ30 tot ƒ45, vetto Biggen ƒ201 tot ƒ40, mager j dito ƒ7 tot ƒ9, Paarden toll f Vette Koa en late qua], 23 tot 23 c., 2 Jo qual.8 21 tot 23 c., 3 lo qa&l. 15 tot 20 c., stieren 18 totj 22 c., vette Kalveren 28 tot 32 c., vetto Schapen 231 tot 25 c., vette Varkena 17 tot 19 c., Varkeml Londenetbe markt 16 tot 17'/a c* al;ca por Vj kilo. In Rundvee waa de handel, in vergclgkiDg me! den groo'.en aanvoer, Btadig, doch de Belgiache vee handelaars kochten behoorlijk veel m Graskalvoren mede stadig, alleen in Varkona willig. Dcvcutcr, Oct. Boter. Ptr '/a vat 25.— a ƒ26.— afw. 22.— a 21.—, per '/I6 vat ƒ11.— a ƒ12.5 per K.G. ƒ1.a 1.10. Kipeierou ƒ6.50 a Eendeieren a f - per 100 s uke. Woerden, 23 October. Op do kaasmarkt waren heden 150 p&rtjjcn aangevoerd. Mon besteeddo voor üoudachu kaaa lste eoort ƒ22.— a f25.50, 2de eoort ƒ17.— a ƒ21.—, zwaardere a per 50 KG. Hajdei >rü vlug. UITLOTINGEN. WorddtentoonetolliDg te Parija in 1900. Premieloten 1896. Trekking op 26 Oot. 1898. Prc-m.ën: Serie 14 nr. 2 25 fr. 100,000, etne 17' nr. t33 f. 10,000, aer. 41 nr. 8568 en s r. 286 nr. 4467 fr. 5000, aor. 51 nr. 2633, eer. 80 er. 3032, aer. 90 nr. 2976,. aer. 269 nr. 2719 en aer. 810 nr. 8510 ieder fr. 1000. Betaalbaar 25 Januari 1899. UCHT8TERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek, WEEK van 13 tot en mot 19 Oct. Datum. Uur. A au tal. Gem. Eng. Staudk. 13 Oct. 6.45 8.30 7 15.6 14 6.45 8.45 8 lf.6 i*> 15 6.45 8.45 7 16.2 16 6.45 8.30 8 15.4 17 0.45 8.45 7 15.2 18 6.45 8.45 8 15.2 19 - G.4Ö 8.45 8 15.4 Dit boteekent WanneeTmen 5 cubic fcfct =141.6 litera per uur van zulk gaa verbrandt in een Sngg'» London-Argand-Standard burner No. 1, met 24 gaatjes, wordt een licht vsrkrrgen, dat in aterkto geljjk staat met 15.6, 15.6 enz. Standaard! aaraoD, waarvan elka kaara 20 grains 7.8 grammen Spermaceti per nor verbrandt. en van andere voor het Leidsch Dagblad be stemde stukken wordt beleefd verzocht de kopie daarvan slechts op ééne zydo van het papier te schryven, en niet ter weerszyden, niet tegen elkaar. Ook is het wenschelyk dat vooral de namen zeer duidelijk worden geschreven. Beide maatregelen zyn in het belang YtfV spoed ea juistheid.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 10