JONGENS-
I PAKJES
Doukersteeg 3.
EN JEKKERS
I. C. KORT,
Doukersteeg 3.
Afbraak te koop,
AFBRAAK,
Afbraakveiling.
Wasch- en Werkhuizen
voor den leeftijd van
312 jaren,
in alle genres.
Eet nn Rijst
1500,000 Steenen,
5000 Roode en Blauwe
Vloertegels,
Deuren, Ramen, Kozijnen,
Planken, Balken en Binten,
Openbare Verkooping.
goed onderhonden Inboedel,
M "T -1
De pest te Weenen. De chef
▼an het laboratorium van het Pastenrsche
instituut te Parys, dr. Marmoreck, een geboren
We ener, yide onmiddellijk na de ontvangst
van het telegrapbisch verzoek uit Weenen
om pestserum naar Garches, waar de paarden
stonden, uit wier bloed pestserum naar
IJersius' methode gewonnen werd. Hy tapte
den paarden twee liter entstof af en reisde
daarmede persoonlijk in een Orient-exprestrein
naar Weenen tot professor Paltauf. Beiden
begaven zich daarop naar bet Ziekenhospitaal,
waar onmiddellijk dienzelfden nacht de pest
zieke verpleegster Pecha met 50 gram inge
spoten word. Zy viel daarna in een diepen
slaap en bevond zich den volgenden dag merk
ba3r beter. [Dr. Muller was by hun aankomst
reeds overleden.] Ook dr. Pöch en de beide ver
plegende nonnen werden geïmmuniseerd en
waren allen gezond, op de verpleegster Still-
fried na, die ietwat ongesteld is. Men koestert
allo hoop, dat de ziekte geïsoleerd geworden
is, ingeval z[j niet door enkele ratten uit de
kanalen van het algemeene Ziekenhuis verder
vor reid is, zooals enkele bladen beweren.
Batten zijn buitengewoon vatbaar voor pest
en zijn steeds de overbrengers der ziekte.
Do kanalen zijn thans ontsmet.
Dr. Pöch heeft dus onder aanwending van
alle mogelijko voorzichtigheidsmaatregelen zijn
dienst in het pestbospitaal ter hand genomen.
Zoowel hij als de wachterossen verschijnen
Sooit anders dan in zekerheidsmaskers in de
ziekenkamer. Deze bestaan uit gaas en watten,
welke door ircpragneering met desinfecteerende
substanties bacteriênvry zijn gemaakt, en heb
ben slechts twee openingen voor de oogen.
Zy omhullen ook het grootste deel van hot
hoofd en worden na het verlaten van do
ziekenzaal oogenblikkeiyk verbrand. Terwijl
dr. Muller eon symptomatische behandeliog
volgde, wil dr. Pöch een spocifieke thorapie
met pestserum aanwenden. Hy hee't by zich-
zeiven een inenting met pestserum aangewend
en vroeg dr Müller, of by tot een serumiDjectie
xyn toestemming wil ie geven. Dr. Müller
weos dit af.
Het gevaarlijkste besmettingsmiddel is, vol
gens den arts Kowalski, te Weenen, onge-
twyfeli het pestgift, dat met kuchen uit de
longen wordt gestooten. De behandelende arts
en de verpleegster zyn daardoor voortdurend
aan het gevaar blootgesteld, do uitgestooten
kiemen in hun mond te krijgeu. De doode
pestzieke biedt geen gevaar meer voor aan
steking; hy wordt in een met sublimaat ge-
drenkten doek gewikkeld en alle kiomen
blyven daarin vastgehouden.
Ook dr. Müllor3 ïyk werd zonder aanraking
van het lichaam in lijnwaad gewikkeld, met
sublimaat gevuld en gedrenkt, eu zoo in een
houten kist gelegd, die met in carbol gedrenkte
spaanders van hout bygevuld werd. De kist
werd vervolgons dicht genageld, in een met
lublimaat gedrenkten zak gestopt on ia een
motalen kist gezet, die daarna luchtdicht ge-
joldeerd werd. Zoo werd hot ïyk 's morgens
Troeg naar het centrale kerkhof gevoerd.
By het sterven van dr. Müller waren dr.
Pöch en een verpleegster tegenwoordig.
De familiebetrekkingen van don overledene
en tal van geneesheeren, onder welke profes
sor Nothnagel, woonden op een afstand de
begrafenisplechtigheid by. Eon priester zegendo
het lijk, uit de verte, in. Er werden een paar
toespraken gehouden, waarop het graf spoedig
werd gesloten. In dit graf zullen gean andere
lijken worden bygezet.
Dr. Müller schreef Donderdag nog aan prof.
Nothnagel, dat hy hoopte, dat door zyn vrij
willige isoleeriog de aanvallen tegen de kliniek
een einde zouden vinden.
Zaterdag-avond verlangden dr. Müller en
de verpleegster Alwino Pecha, dat hun de
heilige sacramenten der stervenden zouden
worden toegediend.
VolgODs do instellingen der Katholieke Kerk
mag dit verlangen nooit geweigerd worden.
Dadelijk werden aan den pastoor van het
Franz-Josifs-Hospilaal de wenschen der
zieken overgebracht. Kort daarop verscheen
de priester in toepasseiyk gewaad, door een
ministrant vergezeld. Gevolgd door do be
ambten van het ziekenhuis, begaf zich do
geestelijke, het allerheiligste in de handen
houdend en biddend, naar het geïsoleerds
ge'couw.
Dit mocht de priester echter niet betreden,
daar hy zich anders zelf zou hebben mooten
Isoleeren. De geestelijke ging voor het venster
Tan de ziekenkamer van dr. Müller staan,
dat echter gesloten moest blyven. De znko
ging reebtop in bed zitten. Daar de laatste
biecht door üiemand dan door de geestelijk©
mag worden gehoord, moeBt men den dool
zieke, daar de geestelijke zich niet zoo oiebt
in zijn nabyheid kon begeven, het optellen
van do overtredingen tegen de tien ge'coRn,
waaraan hy zich tydons zyn leven had schuldig
gemaakt, kwytschelden.
Dr. Müller riep, zoodat men bet buiten
kon hooren: ,Ik beo berouw over al myn
zonden." Do nonnen, die zich met zyn vor-
pleging belast hebbèD, knielden naast het
bed cn baden voor den ten doode gedoemde.
Do priester verleende daarop den sterveode
absolutie en toonde hem het allerheiligste.
Dit geschiedde in plaats van de communie.
Biddend hief dr. Müller de gevouwen handen
voor het allerheiligste en zonk daarop doodelyk
vermoeid in do kussens terug. Dichte wolken
wierook stegen voor het venster op. De
ontroerde getuigen van den aaugrypenden
dienst stonden in een halven kring voor het
venster, baden en weenden.
Daarna begaf zich de priester naar het
venster van de ziekekamer van mej. Poeha
en bediende het ongelukkige meisje op
dezelfde wyze.
Het door do Academie van Wetenschappen
uitgegeven bericht van Midler en zjjn mede
gezellen over de pest-expeditie, is een pracht
werk mot licbtdrukplaten van de ziekte in
verschillende vormen, en zal bestaan uit drie
deelen, waarvan er twee zich nog in correctie
bevinden. De vier jonge artsen namen in
Bombay 43 lykopnemingen van aan de pest
gestorven personen waar, waarby dr. Albrecbt
een lichte ongesteldheid opdeel, een Indische
assistent daarentegen stierf.
De gezondheidscommissie heeft bev.Qlen, dat
in alle bacteriologische inrichtingen der hooge-
schooi en der ziekenhuizen do voorhanden
proefdieren gedood en vorbrand moeten wor
den. Voorloopig zyn bacteriologische proeven
op dieren verboden. Een voorstel, om alle
bacteriën-culturen en preparaten te vernieti
gen, word verworpen.
Volgens de laatste berichten is de toestand
der ziekenverpleegster Albertine Pecha weder
verergerd.
Alle andere geïsoleerdon zyn in goeden
staat. Echter is er nu weder een verpleeg
ster (de dc-rde dus), Göschl genaamd, voor
zichtigheidshalve in het afzonderingsgetouw
opgenomen.
Verschillende medische autoriteiten laten
zich uit over bet voorkomen van deze labora
toriums pestgevallen te Weenen en over het
gevaar, dat deze gevallen opleveren voor O03
tenryk en voor Europa, o. a. prof. Virchow
te Berlyn, prof. Nothnagel te Weenen, enz.
De moeningen zyn over het geheel gerust
stellend en men waarschuwt tegen overdreven
angst en stelt vooral in het licht, dat men
de laboratoriums proeven Dist mag afkeuren,
omdat er ongelukkon door onvoorzichtigheid by
kunnen voorkomen, hetgeen met veel andere
hoogst nuttige zaken eveneens bet geval is.
Indische begrooting voor 1899.
Het afdeeJiogsverslag der Tweede Kamer
is verschenen. Opnieuw werd geklaagd over
de late indiening van het koloniaal verslag.
Sommige leden, oie verwacht hadden, dat
het optreden van den tegenwoordigen Minister
spoedig tot het tot-stand-komen van menige
nuttige hervorming zou leiden, waren eenigs-
zins teleurgesteld. Op afdoening van verschei
dene, reeds lang in overweging zynde belang
rijke aangelegenheden, bepaaldoiyk de her
ziening van het Regeeringsreglement, de
decentralisatio van het bestuur en de reorga
nisatie of opheffing van den Baad van Indió,
schynt voorshands nog geen uitzichtte bestaan.
Men had verwacht, dat een pnrtiëele herzie
ning van bet Regeeringsreglement zou zyn
voorgesteld en vroeg of het thans spoedig
kon worden te gemoet gezion. Wyziging werd
o. a. aanbevolen in verband met de zeer noo-
dig geachte verbetering van den rechtstoestand
der inlandsche Christenen, die men zoo spoedig
mogelyk aan de heerschappij van het Moha-
modaansche recht onttrokken wenschto te zien.
Men vroeg of de aankondiging in de jongste
Troonrede van voorstellen tot verbetering der
bestuursiarichtiüg in Nod.-Indië, betrekking
heeft op voorstellen tot decentralisatie, dan
wel alleen op de voorstallen tot reorganisatie
van het binneDlandsch bestuur, die by deze
begrooiing worden gedaan. Op spoedige in
diening van decentralisatie-voorstellen werd
aangedrongen, ma:r anderen bestreden dien
aandrang uit vrees van nieuwe vermeerdering
van uitgaven.
Door veel leden werd aangedrongen op op-
he!fing van den Raad van Indië en vervanging
van dien Raad door een Raad van directeuren
van de departementen van bestuur.
Algemeen werd, by de beschouwingen over
de Indische financiën, het zorgwekkende van
den toestand betoogd; het gaat niet aan
leeningen op leeningen to stapelen en daar
door do uitgaven voor aflossing en rente te
doen stygen, waar goen zekerheid bestaat, dat
deze uitgaven uit de gewone middelen gedekt
zullen kunnen worden. Het scheen dringend
noociig de begrootingen zoo in to richten dat,
de noodzakelijkheid om opnieuw te leenen
wordt voorkomen.
Anderzijds werd opgemerkt, dat by een
beschouwing van de schuld van Indië niet
uit het oog mocht worden verloren, dat daar
tegenover staan zoer belangrijke uitgaven
voor spoorwegen en bevloeiingswerken.
Ve l leden stemden in met 's Ministers
verklaring, dat opnieuw gebleken is hoe ge
vaarlijk hst kan zyn te bouwen op do bate
uit do koffiecultuur. Men wenschte, dat de
uitkomst der begrooting gaandeweg onaf
hankelijk zou worden gemaakt van de op
brengst der cultuur. Sommige leden wenschten,
dat de verplichte cultuur, die h. i. noch uit
oen politiek noch uit een oeconomisch oog
punt was le verdedigen, zoo spoedig mogelyk
werd opgeheven. Anderen meenden, dat deze
baten kwaiyk konden worden gemist. Som
migen wezen op de wenschelykheid, om by
de regeling der Indische financiën ook te letten
op den precairen toestand, waarin de suiker
industrie verkeert. Enkelen wenschten de
suikercultuur, waar noodig, krachtdadig door
de Regeering gesteund te zien. Zy wenschten
tevens, ter ondersteuning der nyverheid, de
uitvoerrechten op koffie en indigo te doen
vervallen.
Gevraagd werd of niet nevens het door den
Minister voorgestelde betreffende het verkrygen
van nieuwe inkomsten, vermeerdering van
de belastingen op wyn, gedistilleerd en luxe
artikelen raadzaam ware.
Den zorgwekkenden toestand der Indische
financiën weet men voornameiyk aan de uit-
gavea voor den Atjeh-oorlog.
Met nadruk werd dan ook van verschillende
zyden op maatregelen tot pacificatie van Atjeh
aangedrongen. Anderen 6preken de meening
uit, dat voorshands op een groote vermin
dering der uitgaven voor den oorlog van Atjeh
weinig kans bestaat. In verband hiermede
werd betoogd, dat dan de biliykheid eischt,
dat tot die uitgaven door het moederland worde
bygedragen. Daarvan zou ook het gevolg zyn,
dat uit bet moederland een scherper toezicht
zou worden gehouden op de handelingen van
hen, die in Indië invloed op de in Atjeh te
volgen politiek kunnen oefenen. Deze ziens-
wyze werd door anderen bestreden.
Voorts werd met nadruk gewezen op de
wenschelykheid van "heperking der uitgaven
en van bezuiniging in den Indischen dienst.
Ook word gewezen op de wenschelykheid,
om, nu de spoorwegaanlog op Java bykans
voltooid is, vermindering t9 brengen in het
aanlegpdrsoneel.
Veel leden achtten het wenscbelyk in de
bestaande omstandigheden den bouw van een
krankzinnigengesticht te Lawang uit te stellen.
Alle bo7enstaando moeningen werden be
streden.
Verlaging van traktementen en pensioenen
van de hoogere ambtc-naren en officieren in
Indië werd wenscbelyk geacht, bepaaldelyk
verlaging van de wedden van den Gouverneur-
Generaal en van de leden van den Raad van
Indië. Andere leden achtten verlaging van
traktementen echter een ongeschikt middel
tot bezuiniging. Meer algemeen was de wensch
tot verlaging van de pensioenen. Voorts werd
gevraagd of ni.t belangryko bezuiniging ware
te verkrygen in het beheer van verschillende
gouvernementsinrichtingen in Indië. Men
wenschto hieromtront een enquête door buiten
dat beheer staande personen.
Naast bezuiniging kon meenda men
het verkrygen van inkomsten uit do ontginning
van mynon tot verbetering van den financiëeleu
toestand bybrengen, bepaaldelyk die van
petroleum en van goudmynen.
Tot die verbetering kan voorts bydragen
zorgvuldige inning der belastingen, uitbreiding
van het tolgebiod, verhooging der landrente
door middel van verbeteringen der statistieke
opnemingen.
Terwyl enkele leden tegen de voortzetting
van den stryd in Atjeh opkwamen als
ongerechtvaardigd en wegens de zware gelde-
lyke opofferingen, was men vry algemeen
van meening, dat de stryd met hanohaving
van het thans gevolgde stelsel behoort te
worden voortgezet totdat de pacificatie van
Atjeh zal zfln verkregen. Sommigen prezen
de voortvarendheid, waarmede in den laatsten
tyd de vyand vervolgd wordt, terwyl met
instemming gezien werd, dat met het maken
van tramwegen in Atjeh veel spoed wordt
gemaakt. Algemeen werd aangedrongen op een
verklaring van de verzekering in de Troonrede,
dat uitkomsten verkregen zyn, die het ver
trouwen op duurzame verbetering van den
staat van zaken wettigen.
By het Afdoelingsverslag der Kamer zyn
twee nota's govo?gd. Éóo van den heer Bastort,
die betoogt, dat ten onrechte in deze begroo
ting wordt geanticipeerd op een nog niet in
behandeling genomen wetsontwerp betreffende
„regeling der bestemming van do voordeelige
sloten en voorziening in Uo dekking van de
naaeelige sloten der Indische rekening over
vorige dienstjaren".
De tweede nota i3 van den heer Van Kol,
over den Atjeh oorlog.
Na een beschouwing over dezen oorlog con
cludeert by, dat wy wel in staat zyn tot een
kort en krachtig optreden, doch niet tut een
langdurige krachtsinspanning. De gevolgen
onzer daden moeten vooraf nagegaan worden
en de Regeering moet, zooals het Kamerlid
Cremer van den vorigen minister van kolo
niën eiBchte, alle geheimhouding opgeven en
„klaren wyn" schenken. De heer Van Kol
vraagt wat men ten slotte wil en of men
kan bereiken wat men wil, wat daarvan de
lasten zyn, wie cie dragen moet en aan wie
de lusten en de voordeelen komen?
Waar de heer Van Kol een vorig jaar
aarzelde om uitdrukking te geven aan de vry
algemeen heerschende opinie, dat byzondere
belangen grooten invloed hebben op het voort
zetten van dezen rampvollen oorlog, verklaart
hy, dat die aarzeling door de feiten en de
mondeliDge en schiiftelyke verklaringen van
bevoegden thans verdwenen is. Hy betoogt,
dat het geen twyfel meer overlaat of er zijn
particulieren, die belang hebben, en groot be
lang, by de onderwerping van Atjeh. Nog
andere belangen zyn daaraan nauw vorbonden
en gaarne zou men van den minister ver
nemen, welke sommen na den afval van
Toekoe Oemar, ter oorzake van den Atjeh-
oorlog, werden uitbetaald aan do Paketvaart-
Maatschappy en aan verschillende Atjeh-
loveranciers en wie concessies in Tamiang
aanvroegen.
De heer Van Kol betoogt ten slotte, dat
Nederland zyn eigen oorlogen betalen moet.
Zoodra Nederland betalen moet is de oorlog
zyn einde naby. "Wil mèn echter met zyn
leger oorlogen uit eigen zak betalen, dan acht
by geen anderen uitweg mogelyk, dan onmid
dellijk terugtrekken en alleen voor de be
scherming onzer grenzen, voor de bestryding
van den vroeger vreeseiyk overdreven, even-
tueelen zeeroof zorg te dragen. Dan moeten
wy den moed hebben onzen annexatielust te
bedwingen, onze nationale ydelheid het xwy-
gen op te leggen en den zedelyken moed
toonen om een onrechtvaardigen oorlog tegen
een „dappor en vryheidlievend volk" (Van
Heutsz) niet langer voort te zetten.
Gemeenteraad van Alfen.
Voorzitter: de Burgemeester. Afwezig do heer
A. Strong.
Na opening der vergadering en voorlezing der
ingekomen stukkeD, dio voor kennisgeving woiden
aangenomen, wordt modedeeling gedaan van een
adres van do afdeoling Alfen nan den Ryn van
het Nederlandsch Onderwijzersgenootschap, waarin
de wonschelijkhoid en de noodzakelijkheid worden
betoogd van een betoro regeling der onderwijzors-
traktementen door bepaling van een minimum-
salaris met verhooging na een zeker aantal dienst
jaren. Mede is ingekomen een adres van adbaesie-
betuiging aan vorenstaand adres van deat'deeling
Alfen van den Nederlandschen Bond van Onder
wijzers. Bij deze stukken is tevens gevoegd
een memorie van toelichting.
De Voorzitter stelt namens B. en Ws. voor deze
adressen voor kennisgeving aan te nemen en ver
zoekt den secretaris voorlezing van de notulen
van B. en Ws., hierop betrekking hebbende Dit
het advies van B. en Ws. blijkt, dat dat college
meent, dat waar de bedoeling van hot adres is do
vaststelling van een minimum-bedrag der jaarwedde,
het Genootschap zich moet wenden tot de Regeering
om wijziging der onderwijswet, waarin het mini
mum reeds is aangegoven, terwijl hot college te
kennen geeft, dat uit do begrooting dienst 1S99
den Raad zal blijken, dat bet eon open oog heeft
voor do verbetering der jaarwedden. Het bedrag
der jaarwedde van den onderwijzer Ceton is daarin
50 hooger geraamd, omdat deze onderwijzer de
hoofdakte bobaalde.
Het advies van B. cn Ws. wordt met S tegen
2 stemmen, dio van do heeren Van Absboven en
Bos, aangenomen.
Een adres van do beeren J. B. Samson, K. F.
Zwierzina en G. Huisman om betere verlichting
van een dam naby bun woning, wordt gerenvoyeerd
naar B. en Ws., ten fine van afdoening.
Voorlezing wordt gedaan van liet rapport der
Raadscommissie voor de pensionneering van de
gemeente-ambtenaren, waaruit blijkt, dat om aan
doze ambtenaren een pensioen te verzekeren
variëerendo van ƒ500 tot /200, daartoe van go-
meontewege een jaarlijkscbe bijdrage uit de ge
meentekas zou worden gevorderd van ƒ35.80 voor
den secretaris, ƒ39.68 voor den ontvanger, ƒ79.86
en 116.40 voor do twee politic-agenten, en 26.45
en 15.92 voor de twee goraeentovwerklieden, totaal
ƒ314.11. Deze Raadscommissie, bestaan hebbende
uit do heeren F. P. Bos, C. Van Absboven en G.
Van Dobben, licht nog nader bij monde van don
heer Bos het rapport toe.
Op voorstel van den beer Van Abshoven wordt
met algemeene stemmen bet rapport ten fine van
preadvies gesteld in banden van B. en Ws.
Aan de orde komt de behandeling dor gemeente-
begrooting dienst 1899 in ontvangst en in uitgaaf
tot een gelijk bedrag van ƒ24,728.21, met liet
rapport dor financiëelo commissie, strekkende tot
onveranderde vaststelling der begrooting.
Niemand der leden vraagt bet woord over de
algemeene strekking der begrooting, terwijl alleen
de beer Van Dobben eonigo inlichtingen vraagt
over twee onderwijsposten, die hem wat hoog
voorkomen.
Alvorens tot de stemming over de begrooting
in baar geheel over to gaan, stelt deVoorz. voor
eerst te behandelen de concept-besluiten, die uit
deze bogrooting voortvloeien. Allereerst is dan
aan de orde do behandeling van de ontwerp-ver-
ordening inkomsten-belasting.
Uit de voorlezing blijkt dat inkomens beneden
ƒ450 zijn vrijgesteld en van inkomens boven ƒ450
een bedrag van ƒ450 als onbelastbaar wordt afge
trokken, alsmede dat de verordening in werking
zal treden met 1 Januari 1899. De financiëele
commissie kan zich met den inhoud van de ver
ordening vereenigen.
De beer Bos acht bet thans den gescbikten tijd
nu in de begrooting de hoofdelijke omslag met de
helft verhoogd is voorgedragen.
Do heer Overes begrijpt niet dat or zooveel
haast is bij de invoering der inkomstenbelasting;
hij beweert dat juist de middenklassen schade
zullen leiden bij do invoering der nieuwe belasting.
De groote kapitnliston zullen minder gaan betalen
dan heden. Spreker wenscht de invoering uit te
stellen tot 1901.
De heer Bos zegt dat de heer Overes zichzelf
weerspreekt. Toen bij vorige regelingen van den
hoofdelijken omslag spreker de hoogstaangeslage
nen wilde vorhoogen, was het juist de heer Overes
die zich daartegen verzotte.
De beer Do Jong vraagt waarop de heer Overes
denkt dat het percontage zal worden bepaald. De
beer Overes meent op 2'/« pet. Dan ia de heer
De Jong tegen de invoering dor belasting en hot
eens met den wethouder Overes.
Men zal den middenstand treffen en de boeren
stand kan niet naar bebooren worden aangeslagen.
De Voorzitter zogt dat juist thans hot geschikte
punt van invoering is gekomen nu de hoofdelijke
omslag mot 50 pet. verhoogd is voorgedragen. Hoe
zal meu de f 1500, dio nu meer opgebracht moeten
worden, vinden? Zooals het nu is geregeld, grijpt
men in den blinde. De bezwaren, die nn zijn tegen
een inkomstenbelasting zullen er over 2 jaar ook zijn.
Do beer Van Dobben verklaart zich voor de
belasting en voor de spoedige invoering. Hij zou
de belasting progressief willen hebben, doch de
Voorzitter zegt dat de Gemeentewet ditvorbiedt.
Na nog eenige discussiën wordt hot debat ge
sloten en de ontwerp verordening zonder wijziging
vastgesteld met 7 tegen 3 stemmen, die van de
heeren De Bree, De Jong en Overes.
Hierna wordt met algemeene stemmen het
besluit vastgesteld, waarbij de jaarwedde van den
onderwijzer Ceton met ƒ50 wordt verhoogd. Ook
wordt, doch eerst na eenige discussie, vastgesteld
de verordening tot heffing eener hondenbelasting,
alsmede de verordening op de invordering daarvan.
De Voorzitter verzoekt den Raad, namens B. en
Ws., in te trekken het besluit tot regeling der
jaarwedde van den ambtenaar ter secretarie op
ƒ350 en die jaarwedde bij besluit thans te regelen
op ƒ500.
Het is, zegt de Voorzitter, B. en Ws. gebleken,
dat men voor ƒ350 geen ambtenaar kan krijgen,
die aan de daarvoor door hen gestelde eischen
voldoet
Aldus wordt besloten.
Hierna wordt mededceling gedaan van een rap
port van dr. Pareau, omtrent een bacteriologisch
onderzoek van het water uit een bron in Den Hoorn,
alsmede van de gevoerde correspondentie van
B. en Ws. met prof. dr. Wefers Bettink omtrent
de duurzaamheid der bron.
B. en Ws. vragen machtiging zich in verbinding
te stellen met gegadigden voor bet aanvragen
eener concessie voor duinwaterleiding.
Aldns wordt besloten.
Hierna volgt in geheime zitting vaststelling van
het suppletoir kohier van den boofdelijkon omslag,
dienst 1898, waarna de vergadering wordt gesloten.
Vervolg der Advertentiën,
Voor een knappe, zindelijke Werkvrou]!
worden 851»]
gevraagd, uitgezonderd des Vrydags. InllchJ
tingen geeft Mevr. DROS, Hooigracht 79,
middagmaal, want het onderzoek vanryst
en aardappelen heeft het volgend resul
taat gehad:
Water Eiwit Zetmeel Voedingsstoffen
Ryst 14 29 6.5 80 84.64
Aardap. 75 1.4 22.6 24
Men bekomt dan voor weinig geld een
veel grootere boeveelheid voedingsstoffen,
indien de ryst zóó wordt gereed gemaakt dat
het water by het koken tot op een minimum
verdampt en de korrels los blyven. Waarom
zal men dus aardappelen eten, welke byna
zesmaal zooveel water bevatten als ryst,
die by het middagmaal zeker de plaats
van aardappelen kan vervullen?
7nrol echter dat ®06de
AllLgl CtlllCl bekomt. Neemt eens
de proef met de uitstekende Java-Ryst,
merk „Czaar Peter" of „Pliénix", in
den handel gebracht door de firma C.
RAMPHIJIJS, Hofleverancier, te Zaan
dam, en verkrfigbaar in de meeste comes-1
tibles- en kruidenierswinkels, en ge wenscht
nimmer andere soorten. 6209 27
afkomstig van het Proveniershuis
Schiekade W.Z. te Botterdam, be
staande uit:
IS ALLE HATES.
Dagelijks te bevragen bij A. Dfl
LEON J. G. KLIJNSORGE, oh
het Werk.8406 20
De Deurwaarder J. F. T E U NI S zal
VERKOOPES op Vrijdag SS October
1898, des voormiddags te ÏO uren, aan de
Boommarkt te Lolden: 8443 17
eene aanzienlijke partij
WAARBIJ:
Vloer- en Zolderdelen, Planken, Bin
ten, Deuren, Ramen, Kozijnen, Kol';
ders, Bchotwerk, Latten, enz., enz.
Vóór den verkoop te zien.
w
(wegens sterfgeval).
De Notaris J. F. MEINERS, resideerewtfo
te Leiden, is voornemens op Raandag 31
October 1899, des voormiddags te ÏO uren,
aan het Rapenburg No. 31 publiek te
verkoopeny
alseenig Zilverwerk, waarbij Theeblad
c». 1750 gram, fraai antiek blauw Porce-
leinen Eetservies, Kristallen Desserlser.
vlea, Porselein en Glaswerk; voort»: Canapé'»,
Fauteuil», Stoelen, Tafels, Schrijfbureau,1
Boekenkast, Zilverkast, Linnenkasten, Antieke
Kast, Ledikanten met Beddengoed, Tafel- on
Bedlinnen, Spiegels, Pendules, Smyrna en
andere Vloertapijten, Gordijnen, Mangel,
Linnenpers en wat verder ten verkoop zal
worden aangebodon.
Vrijdag en Zaterdag 28 en 29 October var
10 tot 4 uren te zien. 8492 23