N°. 11862 Woensdag S€> October. A0. 1898 <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van §pn- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 25 October. Feuilleton. De Zouaaf Yidal. IDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10. Franco per post Afzonderlijke Nommere0.05. PRIJS DER ADVERTENTIKN: Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17£ Grootera lettere naar plaatsruimte* Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend Officieel© Konuisgoviugen* Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gozien do miseivo van den Minister van Binnen- landsche ZakeD, dd. 19 October jl., No. 2582 afd. K. W., waarbij worden too^ezcuden de etukkon, be doeld bü art. 5 dor Hinderwet, voor de plaateing on ïn-workiDg-atelIing van een gasmotor van 40 paardokracht, in bet Natuurkundig Laboratorium, '.aau de LaDgebrug alhier; Gekt op art. 6 van bovengenoomde Wet; I GevOQ bij dozo kenuia aan bet publiek, dat bodoeldo tl&kktu op do Secretarie dezer gemeente ter visie zyn Dedergelegd. Burgemeestor en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeestor. "4 Oct. 1893. YAN HEY3T, Secretarie. - In de Stadszaal, van welker gevel de [-driekleur met den pauselijken wimpel woei, werd gisteravond door de afdeeling Leiden Omstreken van den Ned. Roomsch Kath. j "Volkstond haar vierde jaarfeest gevierd. De opkomst was zeer groot. Benedenzaal en balkon waren geheel bezet. Ter weerszijden van het toonesl waren sierlijke planten- en bloemengroepen aangebracht, te midden waar- van de busten onzer Koningin en van Z. H. den Paus; boven het tooneel blonk in gouden letteren de leuze: „Voor God en Kerk, Vorstin en Land." Het portret van den zeerterw. adviseur was mede in de zaal aanwezig. Te halfacbt deden, onJer de opwekkende tonen der muziek en verwelkomd door kleine strooister8, hun intrede in de feestzaal de geestelijke adviseur, pater Van Kessel, de burgemeester, mr. F. Was, alsmede de besturen dor afdeeling en der verschillende onderaAe:- lingen met de schoone banUren, welke nu ook elk een plaats in de zaal kregen. Do voorzitter, de heer G. J. Bik, nam daarna onder diepe stilte het woord, om allen—den zeereerwaarJen geestelijken adviseur, den odel- achtbaren burgemeester, edelachtbare loden van don gemeenteraad, donateurs, bonds- troedors en verderen belangstellenden een hartelijk welkom toe te roepen. Hoewel hoog moed nu wel juist niet passend is, opende hy deze jaarfeestviering toch met hoogmoed, omdat de feestvierende afdeeling in het afge- loopen vereenigingsjaar met reuzenschreden was vooruitgegaan. De schoone bani-ren, in de zaal aanwezig, achtte hij een reuzenschrede vooruit. H(j hoopte, dat ook de onderscheidene ooderafdeelingen in bloei mogon toenemen en dat de feestvreugde nu mocht stijgen, echter onder het oog brengende, dat als steeds ook nu op gepaste wijze moest worden feestge vierd, zooaU het den leden eener afdeeling van den Ned. R.-K. Volksbond betaamt. Vervolgens hield de zeereerw. pater Van Ke6sel een korte toespraak, welke bij begon met er zijn groot genoegen over uit te spreken, dat de belangstelling zoo groot en zoo'n talrijk publiek opgekomen was. Zeer op prijs stelde bjj de aanwezigheid van onzen burgemeester te dezer plaatse en hy deelde tevtns mede, dat ook Monseigneur Bots de feestelijke samen komst met zyn tegenwoordigheid zou vereeren (Mgr. Bots verscheen te negen uren; in den loop van den avond kwamen nog tal van geestelyken). Al achtte pater Van Kessel het niet den tijd en de plaats voor een lofrede op deze afdeeling van den Bond, toch mocht hij z. i. wel met nadruk er op wijzen, dat veel werd gedaan ten gunste der vereeniging. Er werd met kracht gepoogd een eigen Tehuis te ver krijgen on al zijn die pogingen nog niet ten volle geslaagd, men is toch een heel eind op den goeden weg. Ook wat betreft het ver strekken van gezonde Christeiyke lectuur was heel wat gedaan; don heer Van Egmond kwam daarvoor alle lof toe. Ook heeft thans elke onderafdeeling haar eigen banier, welke banie ren zulk een sohoon figuur maakten ia den optocht ter gelegenheid van de InhuldigiDgs- feesten alhier. Zonder den steun der meer- gegoeden ware men tot een en ander niet in staat geweest en daarom dankte spr. voor dien steun en bleef hy daarop hopen. Mogen wy eenmaal, wyzende op ons eigen gebouw, aldus zeidespr. kunnen zeggon: „Ziedaar het werk, tot stand gebracht door onderlinge samenwerking van patroon en werkman." Ten slotte beval spr. aan, een weinig spoed achter de werkzaamheden te zetten, want... te twaalf uren moest er geëindigd worden. Door de medewerking der zangafdeeling „St.-Caecilia," de rederykerskamer „Vondel" en do schermclub „Jeanne d'Arc," alsmede door de goede zorgen der heeren C. A. Bonten, directeur van „St.-Caecilia," en A. Venderbos, die do muziek leidde, bad men een flink, verscheidenheid aanbiedend programmakunnen samenstellen. Na een paar goed uitgevoerde muzieknum mers en toen de waarschuwing om niet te rooken niet mec-r in al haar zwartheid te zien was door sigarondamp, weerklonken het „Bondslied" (koor en 6olo) en „31 Augustus 1898" (koor), bei-e een goede plaats innemende onder de vele composities van C. A. Bonten, die voor het tweede lied ook den tekst leverde. Daarop volgden een party korte stok en twee uitmuntend voorgedragen solo's door den heer Gybels, om de eerste afdoeling te besluiten met „Hermenigild," treurspel in twee bedrijven door H. J. Allard. In aan merking genomen de moeilyke rollen, konden do aanwezigen tevreden zyn over het spel. Na de pauze werd de tweede afdeeling geopend met een tableau met een „Love Paus Leo XIII" en „Leve de Koningin"; daarna brachten „De twee Gardisten" veel vroolykheid teweeg, werd R. Hoi's „Hollands Glorie" met gloed gezongen, kreeg men „FeostherinneriDgen" te aanschouwen, waarby alle standen één van zin vertegenwoordigd waren, om te eindigen met een tableau: Hulde aan Koningin Wilhelmina der Neder landen. De geestdrift was allengs ten top gestegen en aan byvalsbetuigingen en volksliederen- gezang ontbrak het niet. Inderdaad, men vierde vrooiyk en gepast feest en had gelegen heid nog eens biyk te geven van liefde voor ons Oranjehuis, voor onze Koningin. Een collecte voor „Hulp in Nood", in een der voordrachten aangekondigd, bracht 42 595 op. Te twaalf uren was het programma inder daad afgaworkt en goed ookNiet alleen heeft deze feestvierende afdeeling getoond goed feest te kunnen vieren, maar ook bewezen, dat een degeiyk feest, dat heelwat to zien, te hooren, te genieten geeft, niet tot in den morgen van een volgenden dag behoeft te worden gerekt. Haar voorbeeld vinde navolgingl Het bestuur van het studenten muziek gezelschap „Sempre Crescendo" is voor 1898/99 samengesteld uit de heeren: A. W.Kist,praoses; A. G.Vreede, ab actis; H. A. Hartogh, quaestor; F. G. W. J. Backor, bibliothecaris; J. W. M. VoD der Kun, commissaris. Generaal Booth komt Donderdag 27 dezer met den trein van 11.56 in Leiden aan. Hy zal hier twee bijeenkomsten leiden n.l. te 3.30 '8 nam. en te 8 uren 's avonds in de Gehoorzaal, bygestaan door de leiders van het Leger des Heils in Nederland, en den Staf. Als de Stichter van dit Leger, dat nu 41,000 officieren en plaatselyko officieren aan het werk hoeft in 40 landen, dat 334 maat schappelijke instellingen telt en welks 46 weekbladen en maandschriften tot oen getal van 53,000,000 jaarlyks verspreid worden in 17 talen, heeft de generaal een ondervinding van alle zaken, die betrekking hebben op de zedeiyke en stoffelyke verbetering en hor vorming van de groote menigte, welke, waar- schyniyk, door weinig in deze eeuw wordt geëvenaard. De generaal zal spoedig zeventig jaar oud zyn en is dus op gevorderden leeftyi, en terwyl zyn bezoeken nu met verlangen te gemoet gezien worden in alle deelen dezer werdd, kan het wel gebeureo, dat hy niet dikwyis meer in staat zal zyn Leidon te bezoeken, zoodat zy, die er belang in stellen dezen merkwaardigen man te hooren, wél zullen do6n van deze gelegenheid gebruik te maken. De R.-K. Houtbewerkersbond zal zyn derde algemeene vergadering houden op Zondag 6 November a. s., des voormiddags te elf uren, in hot gebouw van den Ned. R. K. Volksbond te Delft, Verwersdyk No. 1. Deze vergadering is toegankelyk voor alle houtbewerkers, leden van den Ned. R.-K. Volksbond, op vertoon van hun bewys van lidmaatschap. Op die vergadering zullen o. a. do volgende voorstellen besproken worden: lo. Afschaffing van stuk- of aangenomen werk. St.-Joseph, te Leiden. Toelichting: Wanneer men een overzicht neemt van den toestand, waarin ons ambacht is vervallen, en men zoekt naar de oorzaken, dan is wel een van de grootste oorzaken het stelsel van stuk- of aangenomen werk der gezellen van de patroons. Door het egoïsme gedreven, doen de gezellen elkander een doodende concurrentie aan, waardoor de arbeidskrachten der gezellen tot het minimum by de patroons bekend worden, die daardoor op bun beurt beter kunnen concurreeren. 2o. Het stichten van oen Centrale Arbeids beurs. 3o. Komt de loonstryd, die nu door de werkliedon gevoerd wordt, voort uit zucht tot kunstmatige loonsverhooging, of is het een vraag, die voortkomt uit behoefte des tyds? 4o. Welke middelen zullen wy aanwenden tot een krachtiger organisatie van den R.-K. Houtbewerkersbond 5o. Het stichten van een Federatief Verbond van R.-K. houtbewerkers in Nederland. fio. Het stichten van een vak'oiad en een practisch jaarboekje. 7o. Een Nationale Weerstandskas van den R.-K. Houtbewerkersbond met het oog op het Feder.tief Verbond. 8o. Bespreking om tot middelen te komen, die verbetering kunnen brengen in den toe stand der meubelmakers. 9o. Het nut der Weerstandskassen. lOo. Kan de concurrentie der Rykswerk- inrichtingon niet verminderd of hun werkkring beperkt worden? In de jongste te Alfen aan den Ryn gehouden algemeene vergadering van de Provinciale VereeDiging van Gemeente-ambte naren in Zuid-Holland, werden de periodiek aftredende bestuursleden, de hoeren P. M. Van Nierop, gemeente secretaris van 's-Gravenzande, en A. P. Tolk, gemeente-secretaris van Aar- landerveen, herkozen. Als plaats voor de io Februari a.s. te houden algemeene vergadering werd 's-Gravenhage aangewezen. Ten slotto werd door de leden onderling van gedachten gewisseld over verschillende administratieve onderwerpen. Een algemeen bekend Hagenaar, de heer P. F. W. Mouton, architect en aannemer, is overleden. Piet Mouton was tot voor eenige jaren een populaire figuur in Den Haag. In den bloeitijd van het Haagsche scherpschutters- corps was hy een der yverigste officieren. Maar vooral ook op industriëel gebied be hoorde hy lang tot de leidende krachten der residentie. Gedurende veel jaren was hy secre taris van de „VereeDigiDg tot bevorderiDg van fabrieks- en handwerksnyverheid in Neder land" en ook van de Haagsche afdeeling. In velerlei andere vereenigingen nam by een werkzaam aandeel in de pogingen tot ontwikkeling van handel, nyverheid en ambachtswezen. Ook om zyn karakter en maatscbappelyke deugden had hy zich zeer veel vrienden ver worven. Door zyn wankelende gezondheid was hy sedert eenigo jaren gedwongen zich uit veel zaken terug te trekken. Velen zullen zyu heengaan op 68 jarigen leeftyd betreuren en hem in vriendeiy k aandenken houden. Fad.) Dinsdag 1 Nov. a. s. hoopt wederom eon hooggeplaatst rechtorlyk ambtenaar den 70- jarigen leeftyd te bereiken, nameiyk de pre sident van het gerechtshof te 's-Gravenhage, mr. J. Spoor. Te Oss geboren, promoveerde d9 heer Spoor in Nov. 1851 te Utrecht. In 1855 werd hy benoemd tot substituut officier van justitie by de rechtbank te Breda. Daarna vervulde by de betrekkingen van officier van justitie te Middelburg en advocaat-generaal by h&t voor malig gerechtshof van Noord-Holland, en kwam hy ia 1875 als vice presi Jent by het gerechts hof te 's Gravenhage, in welk collego hy in 1891 als president optrad. De „Haarl. Ct." schryft over dr. B. J. Kouwer, nieuwbenoemd hoogleeraar aan de ryks universiteit te Utrecht: Dr. B. J. Kouwer i3 geboren 31 Augustus 1861 te Wormerveer. Op 23 jarigen leeftyd was hy arts en spoedig daarna promoveerde hy in de geneeskunde. Hy heeft in Leiden gestudeerd en was assistent van onzen be roemden prof. A. E. Simon Thomas. Had hy by dezen een uitstekende schooi voor de verloskunde, de omstandigheden brachten mode, dat hy ook daar op gynaecologisch gebied dikwyis zelfstandig zyn weg moest vinden. Prof. Thomas was bejaard en ïydend, en de groote veranderingen, die de Li8tersche wondbehandeling in de chirurgie teweeg gebracht had, gaven aan de toepassing der kunstbewerkingen, vooral in de gynae cologie, een ongekende uitbreiding. Dat Kouwer ook toen reeds toonde, wat van hem verwacht kon worden, daarvan weten zyn tydgenooten te spreken. Na zyn vertrek uit Leiden deed hy als scheepsdokter een reis naar Indië, en was sedert Maart '86 te Haarlem gevestigd. Spoedig volgde zyn be noeming als chirurg aan het Gasthuis en sedert is het met zyn naam en praktyk sempre crescendo geweest. Den 20sten October j.l. overleed te 's-Gra venhage, op bykans 80 jarigen lweftyd, de heer G. A. Six, geboren te Hillegom. Geheel auto didact op htt gebied der botanie en entomo logie, leverde hy gedurende de jaren 1867 81 hoogst belangrijken bydrage in het sedert 1858 bestaande „Tydschrift voor Entomologie" en wist hy zeven onbekende soorten van „Diptera", eenige nieuwe soorten „Pteromali- nen", alsmede een nieuw geslacht der „Phori- den", op te sporen. Ook op het gebied der botanie ontdekte hy vele voor odzo Flora nieuwo „Fungi", waaronder de geheel onbe kende „Daedalea Oudemansi", aldus later naar zyn medeonderzoeker, professor Oudemans te Amsterdam, genoemd. Terwyl hy in het „Album der Natuur" opstellen schreef over plantkunde, o. a. een overzicht gaf van de beoefening dier kunde in Nederland, werd in een overzicht der diensteD, door het Ryks- museum van Natuuriyke Historie te Leiden aan de dierkunde bewezen, door hem ten sterkste betreurd, dat dit Museum nog steeds geen uitbreiding onderging, waardoor vele zeer belangrijke voorwerpen niet of bezwaar lijk zichtbaar zyn. Tevens toonde de heer Six door zyn mededeelingen in „De Navor-t scher" en zyn „Beschrijving van het slot Wiardastate" zyn vertrouwdheid met geschie denis en geslachtkunde. Voor korten tyd schonk h|j zyn natuurhistorische boekverzameling deels aan de Koninklyke Bibliotheek te 'a Gra venhage, deels aan de boekerij van hetZoölo- gisch-BotaDisch Laboratorium to Utrecht, in welke laatstgenoemde gemeente hy voorheen gewoond had. (N. v. d. D.) Onder zeer talryke biyken van vereerondo bolaügstelling vierde mr. A. A. De Pinto, raadsheer in den Hoogen Raad, gisteren zyn 70sten verjaardag. Uit alle oorden des lands mocht hy brieven en telegrammen van gelük- wensching ontvangen en ook veel blijken van sympathie in den vorm van bloemengaven, terwyl ook velen hem persooniyk met dit huiselijk feest kwamen felicitoeron. De president, de vice president, de procureur- generaal en de meeste raadsheeren van het hoogste rechtscollege gaven allen persooniyk blyk van hun belangstelling, en deze werd niet minder aan den dag gelegd uit andere rechtsgeleerde kringen. Het bestuur der afdeeling 's-Gravenhage van de Maatschappy tot Nut der Israëlieten, waarvan de hoer De Pinto voorzitter is, kwam hem en corps gelukwenschen, terwyl regenten van de Zurkann stichting (het Israël, oudo mannen- en vrouwenhuis) den voorzitter van bet college van regenten een kunstwerk ten geschenke aanboden. Mr. A. Van Delden, lid der Tweede Kamer, is ten gevolge eener ongesteldheid sedert eenige dagen bedlegerig. Zyn genees- heeren, die deze ziekte toeschryven aan over spanning, hebben volkomen rust bevolen. De toestand baart voorloopig geen zorg. De teraardebestelling van het stoffelyk overschot van den opperrabbyn Tal zal plaats hebben op Woensdag a. s., te halltwaalf, op de Israëlietische begraafplaats in Den Haag. De kerkeraad der Ned.-Isr. gemeente aldaar heeft den heer J. L. Sohlberg tot waarn. opperrabbyn benoemd tot 1 Februari 1899. Tot architecten-decorateurs, belast met de inrichting en versiering der verschillende Nederlandsche afdeelingen ter Wereldtentoon stelling te Pary8 in 1900, zyn aangewezen de heeren F. K. L. Sluyterman, leeraar aan Slot) Maar de Tierde compagnie, de onzo, be haalde eindelijk de overwinning. Ik drong tot ain de schans door en terwijl ik m(j met mijn geweerkolf baan brak, stak ik do ver- schanting over; doch terzelfder tyd bemerkte ik een blonden knevfl, een blauwe muts en den loop van een op m(j gericht geweer. Ik kreeg eensklaps een schok door myn linker schouder alsof myn arm wegvloog; bet ge weer ontviel my, ik viel naast het rad van een proviandwagen op den grond en verloor het bewustzyn. Toen ik weer by kennis kwam, hoorde ik nog slechts in de verte musketvuur. De zou- aven stonden in oen halven kring wanordoiyk door elkaar en riepen, terwyl zy met hun geweren zwaaiden: „Leve do Keizerl" Een oude generaal kwam met zyn etaf oangaloppeeren, nam zyn vergulde kepi af, zwaaide er vrooiyk mee en riep: Bravo, zouaven 1 Gy zyt de eerste soldaten der wereld 1" Ik zat naast den proviandwagen en greep kermend met myn rechterhand naar myn verminkten linkerarm. Plotseling schoot my weer de afschuwelyke misdaad van den zui per te binnen, die zyn officier in den rug op een open slagveld doodgeschoten had. En daar trad hy uit de gelederen en ging op den generaal toe. Ja hy, de zuiper, de moordenaar van den kapitein 1 Hy had zyn fez in den stryd verloren en op den kalen schedel was een sabelhouw zichtbaar, waaruit hot bloed over voorhoofd en waDgen vloeide. Met de eene band leunde by op zyn geweer en in de andere hield by eon met bloed be- epatte, in flarden gescheurde OosteDryksche vlag, welke hy veroverd had. De generaal zag hem vol bewondering aan. „Hó, Bricourt," wendde hy zich tot oen zyner ordonnans-officieren, dat noem ik nu eens soldaten I tVat?" Met zyn brutale stem riep de zuiper er tusschen„Dat is waar, generaalMaar u weetwy kunnen hoogstens nog een maal dienst doen." „Voor dat woord zou ik u kunnon omhelzen, kerel 1" riep de generaal. „Gy zult het kruis hebben.'^ In dit oogenblik deed myn arm my vreese- ïyk ppn; ik verloor opnieuw het bewustzyn en hoorde en zag niets meer. Het overige weet gy. Ik heb u immers reeds dikwyis verteld, hoe men myn arm afzette en hoe ik twee maanden met hevige koorts in oen veldhospitaal heb gelegen? In slapelooze nachten heb ik myzelf toen dikwyis afgevraagd, wat ik ten opzichte van den zuiper moest doon. Hem aangeven? Dat waa myn plicht geweest, nietwaar? Maar bowyzen had ik niet. Hy is wel een schurk, boredeneerde ik dan weer by myzelf, maar toch een dapper soldaat; by heeft kapitein Gentile Termoord, maar hy heeft een vlag van den vyand ver overd 1 En ik kon tot goen besluit komen. Toen ik eindeiyk weer herstellende was, hoorde ik, dat de zuiper een onderscheiding voor zyn schitterend wapenfeit had gekregen en by de zouaven van de garde was geplaatst. Dit doed my in het eerst minder met myn kruis ophebben, dat de overste my in het lazaret op myn hospitaaljas bad bevestigd. Doch alles wèl beschouwd kwam den zuiper er toch ook een toe, maar dat eeretoekon had alleen tot mikpunt behooren te dienen aan het executiepeloton, dat hem had moeten doodechietenlEnfin, dat alles is reeds lang geleden; ik heb den zuiper, die nog steeds in dienst is, nooit weer ontmoet. Doch daar juist, toen ik de uniform met dat gat in den rug weer zag de Hemel moge weten hoo die by dien uitdrager gekomen is, wiens winkel zich in de buurt van de kazerne be vindt, waarin de ongestrafte moordenaar ver toeft, waa het my, alsof de kapitein om gerechtigheid riep. Ik deed al het mogelyko, om vader Vidal, dis door zyn verhaal zeer zenuwachtig was gewordeD, te kalmeeron, door hem te ver zekeren, dat by zoo en niet anders bad kun nen handelen. Een paar dagen later, toon ik op het bureau kwam, trad Vidal met een courant op my toe, en terwyl hy by zichzelven mompelde: „Wat heb ik gezegd?" liet by my onder de rubriek „Allerlei" het volgende lezen: „Weer een offer der onmatigheid." „Gistermiddag kreeg op den boulevard Grenelle een onderofficier van de zouaven der keizerlyke garde, Mallet gehoeten, bygenaamd de zuiper, die mot twee andere kameraden zich in de naburige herbergen aan drank te buiten was gegaan, by het zien van oude uniformen, welke voor een uitdragerswinkel hingen, oen aanval van „delirium tremens.' Razend van woede stormde hy met uit getrokken sabelbajonet, waardoor hy de voorby- gangers een panischon schrik op het ïyf joeg, door de straten. Zyn belden motgezellen gelukte het slechts met de grootste moeite den razende te grypon, die voortdurend riep: „Ik ben geen moordenaarIk heb by Melegnano een Oostenryksche vlag veroverd 1" En werkelyk boorden wy, dat Mallet indortyd voor dit wapenfeit een onderscheiding kreeg en dat slechts zyn ingewortelde neiging tot drinken hem in den weg stond, om officier te wordon. Mallet is naar een militair hospitaal ge^ bracht, van waar hy zoo Bpoedig mogolyk naar een krankzinnigengesticht zal vervoerd worden, want het is zeor onwaarschyniyk, dat de ongelukkige ooit weer by zyn verstand zal komen." Toen ik vader Vidal het blad teruggaf, zeido hy, terwyl by my met een veel- beteekenenden blik aankeek: „De kapitein was een CorsicaanHy heeft zich go- wroken I"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1