N°. 11849
Dinsdag 11 October.
A0. 1898
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van r?on- en feestdagen, uitgegeven.
Eerste Blad.
Feuilleton.
MOOIE NAN.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PB1JS DEZER noTTRArrr»
FI Voor Lolden per 8 cnaandeo. I.1CX
f I^Vanco per post 1.40.
Afzonderlijke Nommers A 0.06.
P~RT.tr DXH AD V ERTEN TIÜN
Van 1 6 regols f 1.06. tedere regej meer 0.17 J. - Grootern
letters naar plaatsruimte Voor het Incasseer en bulten de stad
wordt f 0.05 berekend
|>it iiommer toestaat uit TWEE
Bladen.
Het toezicht by de uitbreiding Tan
„Eudegeest".
Aan den gemeenteraad alhier Is heden hot
rolgende adres gericht:
In de Raadszitting van 15 Sept. jl. werden
B. en Ws. gemachtigd: het opmaken en uit
werken van de plannen en het bestek (voor
de uitbreiding van Endegeest"), het toezicht
op den bouw en de uitvoering, op te dragen
aan een anderen deskundige dan aan den
iirecteur der gemeentewerken.
Oodergeteekende acht zich verplicht een
igiog te wagen, om den Baad op dit besluit
to doen terugkomen, aangezion het, zijns
iziens, niet is in hot belang der gemeente
en zeer zeker niet 6trekt om bet prestige
het bureau van openbare werken te
'erhoogen.
Incien het nog noodig is deze poging, zoo
ipoedig na een beslissing van den Raad, te
'erontschuldigen, dan wil oodergeteekende
>p het navolgende wijzen:
lo. Zyn de gedrukte voorstellen al te kort,
1. enkele dagen voor de behandeling in den
',aad, aan de leden toegezonden; zoodat onder-
eteekende een vroeger beraamd reisplan niet
meer kon verzettea en daarom in de zitting
▼an 16 Sept. jl. niet tegenwoordig was;
2o. hebben verschillende deskundigen over
het genomen besluit hun groote verbazing te
kennengegeven, en nadrukkelijk verklaard,
dat voor zulk een eenvoudig bouwwerk het
aanstellen van- een vreemden architect vol
strekt onnoofig is;
3o. is Iret nu nog de tijd om het besluit
:e wijzigen èn aldus 4e overbodige uitgaaf
van eenige duizenden, guldens te. voorkomen.
Toen in de zitting van 15 September de
hoeren Ai J» Van Hoeken en dr.Den Houter bun
bezwaren tegen het voorstel van B. en Wa.
te berde brachten, eu door eerstgenoemde ge
vraagd werd waarom een hoofdopzichter, onder
toezicht van den Directeur der gemeentewer
ken, niet met de uitvoering kon worden
belast, werd door den Voorzitter hierop in
hoofdzaak geantwoord
lo. dat Z.E.A. betwijfelde of het werk op
die wijze evengoed zou worden uitgevoerd als
onder eon vreemden architect; 2o. dat de
I Directeur der gemeentewerken door vele
andere gewichtige werkzaamheden met arbeid
was overladen.
Oodergeteekende veroorlooft zich, hiertegen
laan te voeren, dat, naar het oordeel van be
oegde stadgeDOoten, dit bouwwerk al zeer
eenvoudig is, aangezien, behoudens kleine
ijzigingen, bier gebouwen zullen gemaakt
orden zooals er reeds verschillende op
„Endegeest" staan.
Een practisch hoofdopzichter met teekenen
en rekenen vertrouwd en onder toezicht van
den Directeur der gemeentewerken, is daarom
j volkomen voldoende.
In de tweede plaats merkt ondergeteekende
op, dat van „de vele andere gewichtige werk
zaamheden" van den Directeur der gemeente
werken alleen het maken van een plan voor
rioleering met name is genoemd.
Ondergtteekende begrijpt niet, hoe de voor-
loopige werkzaamheden, verbonden aan een
plan, dat nog zeer in de toekomst ligt, thans
een verhindering zouden zijn voor het toe
zicht op een eenvoudig werk, dat wbldra
begonnen wordt. a.
Gelooft men in ernst, dat een flink particu
lier arci itect weigeren zou op de uitbreiding
van „Endegeest" toezicht *te houden, omdat
hij met allerlei becflferingenvoor een onmerp
in het verschiet bezig is; en zou er een
particulier deskundige gevonden worden, die,
evenals de Directeur van publieke werken,
zulk een staf van hoogstbekwame ambtenaren
onder zich heeft, om het vele minder ge
wichtige werk van hem over te nemen?
Juist met het oog op grootere bouwwerken
heeft de gemeenteraad een ingenieur aange
steld en hom een ruim salaris toegedacht;
ondergeteekende durft daD ook niet zoo ge
ring van den ijver en de werkkracht van
dezen Directeur van publieïe werken~"dën-
ken, dat by hem in een geval als dft zou
willen grieven door hem te passeeren.
Ten slotto moet nog op iets anders ge
wezen worden. Indien men een vreemden
architect met het toezicht op den bou w belast,
dan is deze na oplevering van het werk
verder van allen band aan de gemeente ont
slagen; terwijl het waarlijk niet noodig is
met vele woorden te betoogen, hoe nood-
zakeiyk het mag heeten, dftr toezicht op den
Ipouw en toezicht op laterè^berstelliqgen en
onderhoud ouder dón deskundige biyven.
Om al deze redenen veroorlooft onder
geteekende zich de volgende motie voor te
steilëör:-"
De gemeenteraad, van meening, dat opper
toezicht op den bouw ts „Endegeest" door oen
vreemden architect
lo. uit technisch oogpun&**nnoodig,
2o. financieel schadelijk voer de gemeente,
3o. met het oog op latere herstellingen en-
onderhoud niet gewensebt,
4o. nadeelig voor den goeden naam van het
bureau van publieke werken is;
verzoekt B. en "Ws. oeft^hiervoor vanzelf
aangewezen deskundigen gemeente-ambtenaar
met de opperleiding te belasten.
(was get.) W. Pera.
Leiden, 10 October.
Zooals uit een aan den gemeenteraad
overgelegd adres van de Leidsche Duinwater-
Maatschappij blijkt, wensebt die Maatschappy
tot de uitvoering van verschillende werken in
de Eatwykscbe duinen over te gaan, welke
haar tot een ruimere exploitatie van de door
de Regeering beschikbaar gestelde domein
gronden in staat zullen stellen. By uitdieping
van het zoogenaamde kanaal I zal het haar
mogelijk zyn het zich in de verder liggende
duinen bevindende water naar bet groote
reservoir af te leiden, en zal het gevaar, dat
ten gevolge van de uitbpeidiog der gemeente
en het toenemend waterverbruik te eeniger
tyd gebrek aan oen voldoende hoeyeplheid
duinwater zou kunnen ontstaan, voor langen
tyd zyn afgewend. Een ander voordeel, aan
de voorgenomen werken verbonden, bestaat
hieria, dat by vervanging van het open toe
voerkanaal door een geperforeerde buis, het
io het reservoir vloeiende water koeler en
schooner zal zyn dan tot nu toe het geval was.
Het komt B. en Ws. dan ook voor, dat de
uitvoering der voorgenomen werken alleszins
aanbeveling verdient, terwijl ook de commis
saris der gemeente by de Duinwater-Maat-
schappy verklaard heeft zich ten volle met
de ingediende plannen te kunnen vereenigen.
B. en Ws. geven mitsdien in overweging
krachtens het bepaalde bjj art. 5 van de dd.
2 Augustus 1894 tusschen de Leidsche Duin-
water-Maatschappy en hun College gesloten
overeenkomst, tot de goedkeuring der door
de Maatschappy aan te leggen werken te
besluiten.
Door de Commissie van Beheer van het
krankzinnigengesticht „Endeguost" werd de
aandacht van B. en Ws. gevestigd op een in
bet gesticht bestaande behoefte, waarin zoo
spoedig mogeiyk bohoort te worden voorzien.
Zooals bekend is, wordt de waschinxicbting
van het gesticht bediend door een in het
wascbhuis geplaatsten stoomketel, welke
tevens strekt tot verwarming van het keuken-
gebonw en bediening van bet stoomfornuis.
Zoodra dus die ketel defect mocht gerakeo
en dientengevolge voor korter of langer tyd
buiten gebruik zoo moeten gesteld voorden,
zou zoowel de stoomwaachmachine tydeiyk
stil moettn staan alsook het keukenfornuis
niet Voor de bereiding der sptyzen gebruikt
kannen worden. Dat daarujt by een gestichts-
bevolking van ruim 400 personen groote
moeilijkheden zouden woortvoeien, behoeft
geen betoog.
Tot dusverre deed dit Ongerief zich. niet
gövoelon, daar de ketel nog betrekkelyk
nieuw is. Toch gelooven B. en Wa., met de
Commissie van Beheer van hot gesticht, dat
het niet raadzaam is dezen toestand langer
te laten voortduren, en datsoo spoedig
mogeiyk tot de plaatsing van een tweeden
ketel zal mo?ten worden overgegaan.
De kosten van aanbouw van een ketelhuis,
aankoop van een ketel en verdere inrichting
worden door de Commissie geraamd op
6800 en zullen uit den loopenden dienst van
het gesticht kunnen worden bestreden.
B, en Ws. geven den gemeenteraad mitsdien
in overweging de Commissie van Beheer van
het gesticht tot de uitvoering van het hier-
bedoelde werk te machtigen.
Ter vervulling der vacature, ontstaan in
do Commissie van Toezicht op de Bank van-
Leening, ten gevolge der periodieke aftreoing
van den heer G. H. Kokxboom, bi9den B. en
Ws. den gemeenteraad de volgende alphabetisch
gestelde voordracht voor de benoeming van
een Commissaris der Bank aan, met verzoek
tot een benoemiDg te willen overgaan: de
heeren 1°. P. Essers; 2°. A. J. Den Hollander;
3°. G. H. Kokxhoorn.
Daar tbans ook de andere werkman,
die by het lossen van heipalen ten behoeve
van het werk aan de Heerenpoortsbrug ernstig
gekwetst werd, dientengevolge is overledeD,
bieden B. en Ws. den gemeenteraad, ingevolge
de bepalingen der verordening van den 6den
April 1893, een staat van af- od overschry ving
ter vaststelling aan, strekkende ter voldoening
uit den post voor Onvoorziene Uitgaven van
een bedrag van 939, ten behoeve van zyn
weduwe M. Van Dam, geb. Gyzeny.
Van ;de krachtens art. la der verordening
aan de weduwe toekomende vergoeding van
ƒ1000 zyn nameiyk in mindering gebracht
ƒ61, welke alreeds krachtens het bepaalde
by art. Ie gedurende zyn ziekte aan M. Van
Dam werden uitgekeerd.
Op den post voor Onvoorziene Uitgaven
zyn thans nog 19,633.50 beschikbaar.
Als een gevolg van het Raadsbesluit van
8 September j.l., waarby een bedrag van 450
word beschikbaar gesteld voor de feestviering
door de kinderen van de openbare en byzondere
bewaarscholen, by gelegenheid van de Inhul-
dlgingsfeesten, bieden B. en Ws. den gemeen
teraad een staat van af- en overschry ving ter
vaststelling aan, ten einde tot het doen der
uitgave te kunnen overgaan.
De Commissie van Fiaanciön deelt den
gemeenteraad mede, dat er by haar geen
bezwaar bestaat tegen bet voorstel van Burg.
en Weths., tot beschikbaarstelling van geldon
voor do splitsing van de 4do klasse der
Kweekschool voor onderwyzera en onder-
wyzeressen en evenmin tegen dat tot het
toekennen van belooningen aan den leeraar
aan het Gymnasium dr. P. H. Damsté, die
gedurende de ziekte van den rector, van
8 Januari tot aan het einde van den afgeloopen
cursus, diens betrekking heeft waargenomen,
en aan den tydoiyken leeraar dr. J. J. Vürtbeim,
die gedurende dien tyd wekelijks 5 -uren
meer onderwas heeft gegeven dan zijn aan
stelling medebracht.
Zy stelt derhalve voor den overgelegden
staat tot verhooging van de begrootiug, dienst
1898, en de staten van af- en ovèrschryving
meie op de begrooting voor den dienst 1898
vast te stellen.
Dezelfde Commissie bericht tevens, dat zy
geen bedenkingen heeft tegen de in haar
handen gestelde begrootingen voor 1899 van
den Schuttersraad der dd. Schuttery, de Stede-
ïyke Werkinrichting, de Kamer van Koop
handel en Fabrieken, de Stads-Bank-van-
Leening en de Plaatseiyke Schoolcommissie.
Zy 6telt mitsdien voor die begrootlngen goed
to keuren, en de Gemeentebogrootlng voor 1899
op volgn. 113 „Kosten der Schuttery" te ver-
hoogen met ƒ73.50 en te brengen op ƒ9673.50
in overeenstemming met de door den Schut
tersraad uitgetrokken bydrago uit de Ge
meentekas.
Evenmin heeft zy bedenkingen tegen den
in haar banden gestelden suppletoiron staat
van begrooting van het Gereformeerd Minne
Of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis,
dienst 1898.
He Jen werd alhier een Geref. predikanten-
conferentie gehouden. Ds. C. Van Proosdy, van
Leiden, hield een referaat over: „Eenige be
schouwingen over de beteekenis van Caivyn.
Da. G. Wielenga, van Katwyk aan den Rya,
leverde een „Preikschets."
De nieuw benoemde kapt. der iuf. W. L.
Pompe is bestemd voor de bataljons van het
4de reg. inf. te Leiden, ter vervanging vaa
den kapt. F. R. Froger, die by het reg. gren.
en jag&rs is overgeplaatst.
De by de Kweekschool voor Zeevaart
alhier gedetacheerde marinier der lste klasse
D. De Vries, die thans verpleegd wordt in het
marine-hospitaal te Willemeoord, keert heden
administratief terug naar het corps; dienten
gevolge wordt zyn detacheering by genoemde
Kweekschool met geiyken datum ingetrokken.
Er schynen plannen te bestaan om het
Diakonessenge8ticht, dat tbans in bot Plantsoen
is gevestigd, uit te breiden en te verplaatsen
naar het terrein van de vroegere buitenplaats
„Groenhoven", aan den Witten Singel, waar
een gedeelte grond, dat eerst voor een ry wiel-
fabriek met rywielschool bestemd was, ls
aangekocht.
Dinsdag en Woensdag a. 8. zal onder
leiding van den majoor Vaillant oen kader-
manoouvre plaats hebben, waaraan wordt
deelgenomen door de officieren van het 2de
bataljon 4de reg. infanterie, alhier in garnizoen.
Het algemeen college van toezicht in
de Herv. Kerk hield to 's-Gravenhage zyn
gewone jaariyksche vergadering.
Na behandeling der aan de orde zynde
zaken kwam gelijk te verwachten was
het dit jaar door de algemeene Synode aan
genomen beheersreglement ter tafel. Uit de
gevoerde gedachtenwisseling bleek, naar der
„N. R. Ct." wordt medegedeeld, dat de reeds
htrhaaldelyk door het college geuite meening,
als zoude de Synode geheel onbevoegd zyn
om tot zoodanige regeling over te gaan, nog
steeds dezelfde is; erktnd werd overigens, dat
in. het t-n vorigen jare voorloopig aange
nomen reglement eenige verbeteringen waren
aangebracht, maar betreurd tevens, dat door
de $ynode geen gevolg was gegeven, speciaal
aan dèn wensch om aan dit reglement meer
dere stabiliteit te verzekeren en om door
partiöele invoering te voorkomen, dat de be
staande beheersorganisatie onder htt algemeen
college van toezicht in gevaar zoude worden
gebracht, voordat de Hooge Raad omtrent do
bevoegdheid der Synode een beslissing zoude
hebben genomen.
Eenstemmig was dan ook het oordeel, dat
dit reglement als onaannemeiyk ia te be
schouwen. Ein verdere bespreking van do
maatregelen, die het gevolg van de invoering
van dit reglement zouden moeten zyn, werd,
als geheid prematuur, niet gehouden.
Het Dageiyksch Bestuur van het „Neder-
land8ch Landbouwcomitó" had, toen de minis
ter van buitenlandsehe zaken de belangrijke
mededeeling deed in de Tweede Kamer omtrent
de aanstaande openstolling van de Belgische
grenzen voor ons vee gereed liggen een
oproeping aan do landbouwers in Noderland
tot bet by wonen eoner meeting te Utrecht
op 12 October, om te beraadslagen over een
ernstigen aandrang, op de Regeering uit te
U)
Langzaam kropen de lange uren van dien
avond om. Nan bleef öf in den wiQkel óf in
haar eigen kamer, totdat Malcolm vermoeid
van het wachten uit was gegaan om te zien,
waar Alan was gebleven; toen ging zy naar
de zitkamer terug, sloot de kast open, nam
den gordel en het geld er uit, od, zichzelve
in haar kamer opsluitende, telde zy het zorg
vuldig Zy bezat precies vier en twintig
honderd gulden, dus er was zeshonderd gulden
min d&r dan het bedrag der gestolen som. Haar
gedachten gingen terug naar de nachtwaken,
die z(j in dezelfde kamer had gehouden, naar
de lange, angstige, toch niet ongelukkige
uren, waarin zij bad gewaakt met Alan naast
Malcolms bed en zijn angst en zorg gedeeld
en zich met hem bedroefd en verblijd bad.
Dat is nu alles voorbij I dacht Nan treurig
al de vreugde en angst, de blijdschap en
droefheid, die zü Barnen gedeeld hadden.
Morgen zouden Alan en Malcolm vertrokken
zijn en de verloopen maand zou slechts een
herinnering wezen! Nan zeide tot zichzelve,
dat zij er blij om was, dat z(j dubbel blij zou
zijn, als de scheiding voorby zou wezen, en
zij vrij wa3 hen te vergeten en tot haar oude
leven terug te keoren. Zjj was er vroeger
tevreden mede geweest; zij zou er weder
tevreden mede zjjn.
Maar, hoewel z(j zichzelve hiervan zocht te
overtuigen, wist zij, dat zij zichzelve voorloog,
dat het oude leven haar nooit meer zou
kunnen bevredigen neen, méér dan dat, zü
nooit de berinnering aan de verloopen maand
en vooral aan al het ljjdon der laatste uren
uit haar geheugen zou kunnen bannen.
Sedert Malcolms herstel was Nan naar
haar oude kamer teruggegaan, terwül Alan en
Malcolm de kleinere kamer naast den winkel
in gebruik hadden, waar haar vader sliep, als
hij thuis was.
Terwijl Nan roerloos bi) het venster zat,
kon zij hooren hoe iemand in de gelagkamer,
die een vrij goede stem had, een lied zong.
Zü luisterde er droomend naar. Het bracht
haar dien nacht te binnen, toen Malcolm zoo
ziek was, en zü in de gelagkamer was gegaan
en voor de mannen gezongen en gereciteerd
had. Zü herinnerde zich Alans verbazing, en
de uitdrukking van afkeer, gemengd met
dankbaarheid, dis op zün gelaat te lezen was
geweest, toen bü baar bedankt had. Het was
toen manescbün geweest; tbans was het weder
manescbün. De heuvels baadden zich in den
witten glans. Nan zat er peinzend naar te
staren.
Na verloop van eenigen tüd bemerkte zij
aan allerlei geluiden in de gelagkamer, dat
het sluitingsuur nabü was. Zü stond op en
voor het venster staande, zag zü de mannen
naar buiten komen in groepjes van twee en
drie, en de straat ingaan. Toen wierp zü een
kleine witte sjaal.over baar hoofd, en den
gordel en de beurs, die het geld bevatte, in
baar hand nemende, ging zü zacbt de zit
kamer door, en de deur openend, trad zü de
gelagkamer binnen.
Zü bleef een oogenblik in den ingang staan
en keek naar binnen. De lange kamer was
bjjna ledig, de kleine tafeltjes waren bedekt
met pakken kaarten en ledige glazen en fles-
schen, de damp van wün en tabak vervulde
bet vertrek, een half dozün mannen stond
aan het verste eiDde bü het buffet, waar
Donald bezig was op te ruimen. Hen half
uur geleden wae hü de kamer rondgegaan,
en bad hier en daar een man fluisterend ver
zocht te willen achterblüven, als de anderen
beengingen. Zü haddon allen hun zwügende
toestemming gegeven, maar zoedra de kamer
ledig was, waren zü naar Donald toegekomen,
om de reden te vragen. Maar de stugge Schot
wilde of kon die niet noemen.
„Ik weet er niets van", zeide hü bedaard;
„het was bet bevel van mün jonge meesteres,
en dat is alles, wat ik er van weet. Zeg hun,
dat zü blijven moeteD, Donald, ik heb ze
noodig I" zeide zü, en ik heb het jullie gezegd,
en dat i3 alles, wat ik weet."
„En zeide zü niet, wat zü hebben wilde?"
„Geen woord, maar er is één ding, dat ik
jelui zeggen kan, en dat altüd kwaad beduidt."
„Wat dan, Donald?"
„Dan Lester kwam van morgen terug. Hü
kwam met den postwagen en hü ging er
mede terug ook. De jonge meesteres heefter
sedert bleek en bedroefd uitgezien, en zü
wilde hem niet laten blyven; zy zond hem
weg met den postwagen,
Er is iets gebeurd, dat staat vast, maar
wat het is, dat weet ik evenmin als jelui!"
Toen zag hü op en zag Nan. „Maar daar is
de jonge meesteres zelf; na kan ze u zelf
vertellen, wat zü hebben wil."
Nan kwam snel de kamer door. De sjaal
was van haar hoofd op haar schouders ge
gleden, haar oogen schitterden en op iedere
wang brandde weder een roode vlok. Zü ging
met haar rug tegen de toonbank staan en
zag do mannen aan. Zü hadden zich om haar
verzameld en sloegen haar nieuwsgierig, doch
zwügend gade. Zü wachtte een oogenblik en
zag langzaam van bet eene gelaat naar het
andere; toen, alsof het haar bevredigde, wat
zü daar zag, bief zü haar hoofd op en begon.
„Jongens," zeide zü, en baar stem klonk
helder door de stilte, „ik zeide aan Donald,
dat hü u moest vragen van avond achter te
willen biyven, omdat ik in groote moeilükheid
ben, en nu kom ik u vragen mü te helpen."
Een gemompel van toestemming verzekerde
haar, dat zy niet tevergeefs op hun hulp had
gerekend. Er waa een oogenblik van stilte;
toon kwam Will Crosby naar voren. HU zag
snel den kring van aangezichten rond.
„Kameraads," zeide hy, „ik spreek zeker
uit uw aller naam, zoowel als uit den münen,
als ik aan mooie Nan zeg, dat wy bereid zün,
alles voor haar te doen, wat in ons vermogen
is. Is dat niet zoo?"
„Zeker, zeker, Willi Dat is zoo."
Nan zag in de rondte en dankte de man
nen voor hun bereidwilligheid met een harer
vriendoiykste glimlachjes.
„O, ik wist het wel, ik wist het wel, dat
ik met tevergeefs bü mün trouwo vrienden
zou aankloppen," zeide Nan opgewonden.
„Luistert dan dit ia het, wat ik vraag.
Een maand geleden werden, zooals gü weet,
de twee vreemdelingen, Alan en Malcolm
Courtenay, door Jim Aspreg hier gebracht.
Men had hen verraderlyk overvallen, bestolen
en gewond, en als Jim hen niet gevonden
had, zou een van hen, in ieder geval, daar
gestorven zpn van zwakte en bloedverlies.
Jim nam ze op en bracht ze naar den winkel,
en ik verleende hun huisvesting. Ik wil
er niets van zeggen, hoe ik den gewonde
vorpleogde en hoe ik veel nachten wakende
by zyn ziekbed doorbracht; voor meer dan
een uwer hier in het kamp heb ik betzelfde
gedaaD, en ik zou bet met liefde weder doen.
Maar ik had er mün redenen voor, om goed
voor die mannen te zün, zy hadden een recht
op mün hulp, waarvan niemand wist dan
ikzelf."
„Hoe kan dat, Nan? Welk recht hadden
zü vreemdelingen op hulp vaa u?" vroeg
Will Crosby gejaagd.
Nan glimlachte op vreemde wyze.
„Ik zal het u vertellen," zeido zy. „Alan
Courtenay werd van achteren aangevallen en
verloor zün bewustzün door een verraderlijken
slag, maar niet, ear hü had opgemerkt hoe
de man er uitzag, die op Malcolm schoot.
(Wordt vervolgij