11°. 11843
"Dinsdag 4 October.
A°. 189 b
<§eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
F* o li ti e.
Feuilleton.
mooie mm.
DAG\B
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maandoD. f MO.
Franco per post1.40.
Aftonderljjke Nommere0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.17f. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Tweede Blad.
Officieel© Kennisgevingen,
KENNISGEVING,
f Loting
voor de NATIONALE MILITIE.
Burgemeester en Wethouders van Leidon brengen
bg deze, voor do eerste maal, tor kennis van bolang-
hebbenden, dat, iDgovolgo de beecbikliiDg van den
Commissaris der Kouiugiü in dozo provincie, do loting
der in dit jaar voor de liohting vaD 1809 binnen
deze gemeente voor de Nationale Militie ingeschre
venen, alzoo voor hen, dio geboren zijn in bet jaar
1879, zal geschieden in een der vertrekken van het
0 ItaadhuiB alhier, en wel:
op Dinsdag 18 October 1898
p voor de ingesobrevenen, wier geslachtsnamen, naar
alphabetische volgorde, beginnen met do lettors A,
B, O, D, E, F, G, H, I, J. K on L;
en op Woensdag 19 October 1898,
- voor de ingeschrevenen, wier" geslachtsnamen, naar
gemelde volgorde, beginnen met do letters M, N,
O, P, Q, B, 8, T, U, V, W, X, Y en Z; op beide
dagen aanvaDgeDde des morgens te balftien.
Wijders wordt onder ban aandacht gebracht, dat,
ingevolge art. 83 dor wet, voor den ingcschroveco,
die n:ot is opgokomon, het nommer getrokken kan
wordon door zijn vader, moeder of voogd, terwijl, is
ook deze niet opgekomeD, alsdan bet trekken ge-
i echiedt door don Burgemeester of bet lid van den
1 Baad dor gemeento, waar de lotoling is iogesehrovon
on voorts, dat, gelijk bij art. Si is bepaald, de opge-
komen ingeschrevene dadeljjk da het trekken van
izjja nommer de redenen van vrijstelling opgeeft, die
bij meent te hebben, zullende eobter het opgeven
van deze redenen door zgo vader, moeder of voogd
kunnen geschieden, zoo deze tegonwoordig en de
ingeechrcvene niet opgekomen is.
Eindelijk worden belanghebbenden onderricht, dat
tot bet doen o,.maken van de getuigschriften tor
bekoming van v ijstelling wegens broederdieDBt of
op grond van ie zijn eenige wettigo zoon (welke
getuigschriften wordon afgegeven op de getuigenis
van twee bij den Burgemeester bekende en te goeder
'naam en faam staande ingezetenen, die zich ieder
voor de waorbeid van hot daarbij verklaarde, door
mede-ondertoekecing, verantwoordelijk stellen), de
gelegenheid bestaat ter Secretarie dezer gemeente
(Afdeoling Nationale Militie en Schutterij, kamer No.
in de week van Maandag 21 November s. tot
en met Zaterdag 20 November d. a. v., van des
'Voomiddaga balftien tot des namiddags drie ureD.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
1 -October 1898. VAN EEY3T, Seoretarie.
Gemengd Nieuws.
f Van de wielerwedstrijden, die
gisteren op het sportterrein te 's-Gravenhage
werden gehouden tot sluiting van het seizoen,
is de uitslag als volgt:
1. Twee kilometer van meet, professionals.
Eén: Louvet, van Parijs, 4 min. 36*/s„ twee:
Schilling, van Amsterdam, drie: Boulay, van
Parijs. Schilling werd coor een val duchtig ge
handicapt, maar toch passeerde bij by na gelijk
tijdig met de beide Franschen de eindstreep.
2. Vijf en twintig kilometer met gangmaking.
Match tusschen amateurs. Deelnemers Vonk,
van 's-Gravenhage, en Pieter, van Brussel.
Voni had twee tripiets en één quad tot zijn
beschikking. Pieter werd voortdurend gepaced
door een motor. De Belg won gemakkelijk
met S'/j zonder voorsprong in 33 min. 47l/5.
3. Een Engelsche mijl, handicap voor ama
teurs. Pieter en Vonk namen ook aan dit
nummer deel. Eén: Pieter in 2 min. 343/5;
twee: Lindonk, van Dordrecht; drie: Van den
Ende, van 's-Gravenhage.
4. Een halve Engelsche mijl, handicap voor
professionals: Eén: Louvet, van Parijs, 1 min.
2J/S, twee: Van der Knoop, van Vlaardingen;
drie: Van Wanning, van Antwerpen.
Er ia e r n s t i g s pr a k e v an o m d e
stoomkracht op de tram van het Holl. Spoor
station naar Scheveningen in het volgend
jaar te vervangen door electrische beweeg
kracht, welke ook zal worden gebezigd voor
de verlengingslijn van h6t station Zeerust
langs den strandweg naar hot Kurhaus, die
men het volgend jaar in exploitatie hoopt te
brengen.
Zaterdagmiddag, bij aankomst
van trein 27 der H. S.-M. te Esschen,kwam
een heer tot de ontdekking, dat bem zijn
portefeuille gerold was. Het vermoeden viel
op drie personen, die naast hem gezeten had
den en die zich naar Antwerpen begaven. Der
politie in Antwerpen per draad gewaarschuwd,
mocht htt niet gelukken hen te snappen, daar
zy aan de verkeerde zijde den trein verlieten.
Te Barneveld ontstond door
onbekende oorzaak brand in een hooiberg,
staande bij de hofstede „De Hoek", in Zeume-
ren. De hofstede werd met een korenberg en
den hooiberg een prooi der vlammen. Een
varken kwam in de vlammen om. Van den
inboedel werd weinig gered. De hofstede was
eigendom van en werd bewoond door E.
Schoonhoven.
Van dit perceel sloegen de vlammen over
op het naasttijstaand boerderijtje, bewoond
door A. Schoonhoven. Ook dit huis is met de
schuur geheel verbrand. De inboedel kon
echter grootendeels gored worden. De huizen
waren verzekerd, doch de inboedels niet. De
beide bakhuizen, bjj de woningen staande,
bleven voor het vuur gespaard.
Gisterochtend te ongeveer elf
uren is te Vleuten oen hevige brand uit
gebroken, die binnen korten tijd zes huizen,
in do asch legde.
De brand ontstond ten huize van den kaste
lein G. M. Van Dyk, een boerenhofstede, die
met een tweetal hooibergen al heel spoedig
in lichterlaaie stond. Van daar sloegen do
vlammen over op den schilderswinkel van Van
Lent; ook deze werd in de asch gelegd. Ver-
volgeus werd de bakkerij van de wed. Van
Dijk aangetast, benevens nog een drietal aan
grenzende woningen, waarvan één tijdelijk
onbewoond, en evenals de reeds verbrande
perceelen, alle met riet of stroo gedekt,
waaraan dan ook de snelle uitbreiding van den
brand is toe te schrijven.
Alle handen werden ter blussching aan het
werk gezet, doch niet dan nadat de Utrecht-
sche stoombrand8puit ter hulp was komen
opdagen, gelukte het, het vuur meester te
worden.
Behalve de Vleutonsche, werkte ook de
Meemsche brandweer en die van Oudenrijn.
De oorzaak van den brand is Diet met
zekerheid bekend; waarschijnlijk is de ramp
aan onvoorzichtigheid van kinderen te wijten.
Zaterdag-middag brak te Zwart
sluis een zeer hevige brand uit en wel in
een hooiberg, staande met vijf andere naast
elkaar in het zoogenaamde Bosch, circa 10
minuten buiten de kom, met het gevolg, dat
spoedig, met genoemde bergeü, de woniDgen
van J. v. d. Berg Wz., die van P. Ester, die
van A. v. d. Werf en twee schuren één
vuurzee waren en aan blusschen niet viel te
denken; zelfs de houten beschoeiingen langs
den waterkant, alles brandde.
Ongeveer 5- a 600,000 halve K.G. hooi,
5 hooibergen, 3 woningen, die hooi in de
schuur hadden, en 2 schuren met landbouw
gereedschappen of wagens zijn verbrand,
terwijl alléén het huis van v. d. Werf ver
zekerd was.
Op Donderdag 6 Oct. vangt in
„Musis Sacrum" to Arnhem oen provinciale
kegelwedstrijd aan, waarvoor uitgeloofd zijn,
8 prijzen, ter waarde van 1000 samen;
de boofdprjjs heeft een waarde van ƒ500.
Een 60-jarige man uit V e 1 p
stond Zaterdag voor de rechtbank te Arnhem
terecht, beschuldigd van door een geweerschot
getracht te hebben zijn vrouw te vermoorden.
Dc beklaagde, die zich vaak schuldig maakt
aan misbruik van sterken drank, ontkent op
den noodlottigen dag dronken te zijn geweest
en loochent alle opzet. Zijn geweer was, toen
hy er toevallig mee buitenshuis kwam, afge
gaan, zonder dat hy weet, hoe dat kwam.
Na het verhoor der getuigen, waaronder
dr. Fabius, die ve:klaarde, dat de wonden,
door de vrouw opgeloopen, niet veroorzaakt,
waren door een val tegen een muur, zooals
beweerd werd, maar door hagelkorrels, en de
geweermakers Hes van Zweden enYanErke-
lens, die de mogelijkheid van verwonding
uiteenzetten, eischte do officier van juBtitio een
gevangenisstraf van 2 jaar.
In zyn pleidooi bestreed de verdediger, mr.
Van Balveren, de gronden van den officier
en concludeerde tot vryspraak. Uitspraak 11
October.
Omtrent het stranden van het
stoomjacht „Daphne" nabjj Enkhuizen wordt
gemeld, dat volgens den gezagvoerder en de
visschers, die hulp verleenden, bet vaar
tuig, dat op het „Hop" aan den grond was
geraakt, niet door de veerboot „HollanJ" is
afgebracht, daar deze, na daaitoe tweamaal
een poging te hebben aangewend, waarby
telkens de tros brak, van het verleeneu van-
verderen bystand afzag en naar Enkhuizen
stoomde. Volgens hen is het den opvarenden
met hulp der visschers gelukt, do „Daphne"
weder vlot te krygen. By het binnenloopeh
der haven stiet het stoomjacht tegen het
Zuiderhavenhoofd, waarvan de voorsteven
belangryke avery beliep.
Op den Zuiderzeedjjk, onder
Edam, hebben dri9 mannen een landbouwer
uit „de Purmer" aangevallen, geslagen en
beroofd van zyn gouden horloge en eenige
guldens.
De daders zjjn door den burgemeester aan
gehouden, die ze gevankeiyk naar Haarlem
liet overbrengen.
Do inboedel van Zola. De schrift
kundigen, Couard, Varinard en Belhomme,
begeerig naar de schadevergoeding dia bun
ten koste van Zola is toegekend, hebben
in hun ongeduld, en vergetend, dat het laatste
woord in hun zaak nog niet is gesproken,
beslag laten leggen ©p de bezittingen van
den schryver. Mevrouw Zola was 24 uren
vooraf gewaarschuwd. De heer Mirbeau bood
aan het bedrag der boete, 30,712 franken, te
betalen, doch dit werd geweigerd.
Zoo hebben zich dus Vrydag-middag aan
de woning van Zola aangemeld een deurwaar
der met drie schry vers en een meubelkoopman
als zaakkundige, die werden teruggezonden met
de boodschap, dat er voor hen niets te doen
was. Doch eenige oogenblikken later kwamen
zy terug met een commissaris van politie en
toen deed mevrouw Zola de deur maar open.
Er werden groote lysten volgeschreven met
de schattingen van meubelen, kunstvoorwer
pen, schilderyen; schattingen, die bespotteiyk
laag waren, zoodat er heelwat opgeschreven
moest worden om het bedrag ts krygen. Tot
in de slaapkamers en de werkkamer van den
grooten schryver drongen de Vandalen door,
om alle voorwerpen te schatten en te regis-
treeren. Protesten hielpen niets; tot zelfs een
penhouder werd beboorlyk genoteerd.
De veiling is tegen 11 October aangekon
digd. Zy zal wel niet lang duren, want het
eerste voorwerp, als het ten minste zoo ver
komt dat ingezet wordt, zal natuuriyk
opgekocht worden tegen een prys, die de boete
en de kosten ruimschoots dekt. De deur
waarder zal er het best by varen: Couard,
Varinard en Belhomme, de roemruchte onder
zoekers van het borderel, zullen de gelden
wel weer moeten afstaan, die zy al te haastig
in beslag nemen. AE.)
Verloren voorwerpen:
Een gouden manchetknoop. Een parapluie.
Een ring met vier sleutels. Een gouden horloge
sleutel. Een broche (drie zilveren Zeeuwsche
knoopen). Ean nikkelen horlogeketting. Een
portemonnoie, waariu bankbiljet van 25,
pl. m. 2 gulden aan zilvergeld, twee sleutelijes
en gouden oud-Indische ring. Een dames-
naaldparapluie. Een huissleutel. Een zakmes.
Een kleine zilveren dienstmedaille. Een ring,
waaraan 5 of 6 sleutels. Een armband, be
staande uit verzilverde munten.
Gevonden voorwerpen:
Een gouden medaillon. Een nikkelen remon
toir-horloge. Een ring, waaraan 6 sleutels.
Een blauw kindermanteltje, waaraan paarle
moeren knoopen. Een vergulde medaillon,
waaraan klein kettinkje. Een nikkelen honden
halsband. Een wit kastoren handschoen. Een
lorgnet. Een groote sleutel.
Inlichtingen omtrent eerstgenoemde voor
werpen worden verzocht en omtrent laatstge
noemde gegeven aan het Commissariaat van
politie dagelyks tusschen 12 en 1 uur.
ACADES1IENIEUWS.
Leiden: Geslaagd zyn voor het cand.-
examen in de godgeleerdheid (2de gedde
hoeren J. W. Poort en H. A. J. Van Wyhe;
voor het candidaats-examen in de godgeleerd
heid (1ste ged.) de heer H. De Groot.
Utrecht: Mr. M. L. Van Goudoever, die
tot privaat-docent in bet notariaat en fiscaal
recht is toegelaten aan de universiteit te
Utrecht, heeft zyn colleges geopend mtt een
voordracht over de wyze, waarop de wetgever
het notariaat ten onzent heeft geregeld, de
bezwaren, aan die regeling verbonden, en de
middelen, die men heeft voorgesteld om die
bezwaren uit den weg te ruimen.
In de wet van 1842 wordt de notaris
voorgesteld ala een aktenschrüver, een persoon,
die slechts opschryft wat partyen hem
dicteeren. Dit schynt een caricatuur, want in
de praktyk is de notaris de „raadsman van
partyen", wat een groot verschil is. De z. g.
malversatiën hebben telkens herziening van
de notariswetten geëisebt, maar geen der
ontwerpen was afdoende; en dat was, met
het oog op die ontwerpen, niet ongelukkig.
Toch, al was geen van deze afdoende, daarmede
is niet gezegd, dat onze wet geen aanleiding
geeft tot het plaats hebben van malversatiën.
Hierop gaat spr. uitvoerig na de gevaren,
hieraan verbonden, en de oorzaken er van, en
hot middel, dat prof. Treub heeft voorgesteld
om daaraan te gemoet te komen.
De Staat zorge, dat hot publiek notarissen
aantreft, die het vertrouwen kan en dus niet
uit gebrek aan levensonderhoud in de ver
leiding kuönen komen, dat vertrouwen te
misbruiken. Het vóór en tegen in dit voorstel
wordt besproken.
Zeer nauw hiermede hangt samen de vraag
van het examen voor do opleiding van den
candidaat notaris;de moeiiykheden en de
wonBcbelykheden worden uiteengezet, waarby
o. a. do wenschelykheid wordt uitgesproken,
dat academische opleidiDg voor den notaris
verplichtend zou worden gesteld.
Een bezwaar, aan de notarisbetrekking
verbonden, is ook dit, dat hy nimmer vacantie
heeft; de notaris, die het in dien tyd voor
hem zou waarnemen, heeft alle gelegenheid
zich een deol van zyn praktijk toe te eigenen;
zoo ook bjj overiyden van een notaris, in
dieüs vacature.
Ten slotte behandelde spr. bet toeziebt op
de notarissen, dat ten onzent nog zeer
onvoldoende is. Vroeger was het toezicht
opgodragen aan kamers van toezicht, saam-
gesteld uit notariseen. In 1842 is dit afgeschaft
en zijn de notarissen gesteld onder toezicht
van den officier van justitie. Dit is, ty de
vele werkzaamheden van een officier, niet
voldoende. Spr. zou speciale inspecteurs
woDschen. Met het uitspreken van den wensch,
dat oen nieuwe notaris-wet spoedig moge tot
stand komen, eindigde spreker zyn belang
wekkende voordracht.
Km 4e üted. Werkt a
DATUM.
DAGEN.
Vol*,
pera.
Bla
deren.
Totaal.
25 Sopt.
Zondag
46
9
55
26
Maandag.
71
13
81
27
Dinsdag.
81
19
100
28
Woensdag.
83
18
101
29 o
Donderdag
81
2)
101
30
Vrgdag
78
18
96
1 Oct.
Zaterdag.
78
15
93
C
8)
fly voltooide den volzin niet, maar beiden,
Nan en Alan, begrepen hem goed genoeg. En
nu was het nachteiyk rumoer in de gelag-
kamer begonnen. Het leven drong door den
muur. Malcolm wierp zich in zyn onrustigen
slaap heen en weder, en Alan, die naast hem
zat, en tevergeefs trachtte hem rustig te hou-
den, voelde zyn pas herleefde hoop weder
zinken.
Als Nan gedurfd had, zou zy de gelagkamer
gesloten hebbeD, maar zy kende het karakter
vande meeste mannen, die daar 's avonds
kwamen, te goed, om zoo iets te probeeren.
Zy zouden er niets in gevonden hebben de
deur in te trappen, als zy die gesloten hadden
gevonden; maar zy deed, wat zy kon, om
een betrekkeiyke stilte te verkrijgen. Zy zond
een boodschap door Donald naar de gelag
kamer, om te zeggen in wolken toestand
Malcolm verkeerde, en zy liet hun smeeken
zoo min mogeiyk leven te maken.
Donald had de boodschap op zyn gewone^
onverschillige manier overgebracht, en een
paar van de beter gezinde mannen hadden
goedhartig geantwoord: „Best, hoor, we zullen
•r aan denken", maar anderen, en dezen
"Waren, helaas, in de meerderheid hadden
«gelachen en verklaard, dat het hun niet kon
schelen of de jongen al of niet dood giog,
en dat zy evenveel leven zouden maken als
zy wilden.
Donald, die een phlegmatische oude Schot
was, gaf er ook niet veel om. Hy had de
boodschap zyner jonge meesteres overgebracht,
en het was zyn schuld niet, als zy er niet
naar luisterden, en, zoolang zyn klanten de
meubelen en de glazen niet braken, mochten
ze schreeuwen en vechten en zooveel leven
maken als zy wilden, en Donald zou kalm
toezien en er niets tegen- doen.
Gedurende het eer3to gedeelte van den avond
was Nan in den winkel bezig, maar zoodra
zy vry was, ging zy naar de ziekenkamer
terug en zy was zeer teleurgesteld Alan, dien
zy een paar uur geleden in zulk een hoop
volle stemming verlaten had, weder der wan
hoop naby te vinden, en Malcolm in plaats
van kalm slapend, onrustig heen en weder
woelend. Zy ging de kamer zacht door en
begaf zich naar den zieke.
„Slaapt hy nog? Hy schynt vreeseiyk on
rustig", zeide zy.
Alan zag haar boos aan.
„Onrustig? Wat kan hy anders zyn? Hoe
kan hy rustig slapen, terwyi die woestelingen
zulk een heidensch rumoer maken?" zeide
hy woedend.
„Hot spyt my. Ik zond een boodschap naar
hen, om to vragen of ze stil wilden zyD,
maar dat schynt niets te geven", zeide Nan.
Zy sprak op zulk een treurigen toon, dat
Alan haar verbaasd aanzag.
Hy raakte haar hand zacht aan.
„Het is uw schuld niet, gy hebt u niets
te verwytonl Gy hebt alles gedaan, wat ge
kunt", zeide hy vriendelyk.
„Niet alles." Er scheen haar plotseliDg een
gedachte in te vallen. Zy aarzelde een oogen-
blik en zag hem aan met een vreemde uit
drukking in haar groote oogen. „Niet alles",
herbaalde zy. „Er is Dog één middel, dat ik
beproeven zal."
„Wat is dat?" vrosg Alan.
Zy lachte op zonderlinge wyze.
„Wacht en zie", zeide zy en liep haastig
de kamer uit.
Alan hoorde haar door de kamer loopen,
en haastig laden en kasten openeD, en weldra
werd de deur geopend en kwam Nan binnen.
Zy hield een kaars in haar hand, en lachte
vroolyk, toen Alan van zyn stoel opsprong
en haar verbaasd aanstaarde.
Zy had de eenvoudige katoenen japon, die
zy gewooniyk droeg, uitgetrokken, en was nu
gekleed in een schitterend gewaad van room
kleurige zyde en kant, om haar hals en armen
droeg zy fonkelende steenen, die wel is waar
niet echt waren, maar toch schitterden als
diamanten. In haar ceintuur had zy eenige
roode bloemen vastgemaakt, die Will Crosby
haar dien middag had gebracht, ook in heur
donker haar had zy een paar vuurroode bloe
sems gestoken.
Deze schitterende verschyning benam Alan
bQna den adem. Hy kon van verbazing niet
sprekeD, maar hy stond haar aan te staren
met een vreemde mengeling van bewondering
en afkoer.
Wat beduidde deze ongewone, schitterende
kleeding? Wat bezielde het meisje, om zich
op deze wyze uit te dossen vroeg hy zich af.
Een oogenblik zag zy hem zwijgend aan.
Haar gelaat had zulk een opgewonden en
triomfantelyke uitdrukking, dat Alan niet
wist, wat hy van haar denkon moest. Hy
wilde haar juist ondervragen, maar toen by
zyn lippen opende om te spreken, verhief
zich in hot aangrenzend vertrek een ontzet
tend leven. Nan beet zich op de lippeD, het
vreemde licht bloDk nog sterker in haar
oogeD, terwyi zy haar hand ophief en naar
den muur wees.
„Hoor hoe zy aangaan l" zeidozy. „Verlangt
gy, dat ik ze tot zwygen breng, mynheer
Courtenay? O, ik kan het doen, heb daar geen
vrees voorl"
„Het doen? Hoe? Wat bedoelt gy bracht
Alan uit.
„Hoe? Met myn twee wapens," zeide zy
langzaam; „myn twee goede wapens, die my
nog nooit in den steek gelaten hebben
myn schoonheid en myn stem. Zy zullen ook
thans hun uitwerking niet missen l Zie ik
heb myn wapenrusting aan" en zjj wees
naar haar japon en haar schitterenden ketting
en braceletten. „Onbeschaafd en ruw als deze
mannen zyn, woestelingen noemdet u ze
zooeven ik kan ze kalm on zacht maken
als lammeren. Hoe vraagt gyt Door de
macht myner schoonheid, door de too verkracht
myner steml"
„Onmogoiyk! Onmogeiyk! U kunt u zult
daar niet alleen binnengaan 1" riep Alan uit.
Hy kwam naar haar toe en greep haar by
den arm. Zy zag hem uit de hoogte aan en
lachte weder.
„Waarom niet?" zeide zy. „Ik heb het
moer gedaan, voor myn eigen genoegen om
myn kracht te beproeven. Waarom zou ik
het thans niet doen, nu ik er zyn leven
medo redden kan? En gy, zyn vriend, zoudt
my terug willen houden? O, schaam u,
schaam u."
Zy wilde haar arm losrukken, maar hy
hield haar stevig vast, en zyn gelaat werd
doodsbleek en stond zeer ernstig.
„Ik kan hot niet toestaan, ik kan u niet
laten gaanl" riep hy uit met bevende stem.
„Zelfs niet voor hem om zyn leven te
redden kan Ik toestaan, dat gy u bloot
stelt aan de beleedigingen, die u daar nogelyk
wachten 1 Hy, als hy spreken kon, zou het
zelfde zeggen. Zyn leven is my dierbaar o,
zoo dierbaar! maar ik wil u niet laten gaan 1"
Zy zweeg een oogenblik. Zy zag hem even
verwonderd aan, toen rukte zy zich met oen
plotselinge beweging los.
„Ik heb gezworon hem te zullen redden
en ik zal het doen!" zeide zy. „Als gy bang
voor my zyt, ga dan met my mede, en zie
zelf hoe ongegrond die vrees isl Hy slaapt
nu, Martha zal by hem waken. Ga meel"
Haar oogen schitterden, terwyi zy hom
aanzag en met een bevelend gebaar aan
maande haar te volgen.
„Kom en zie hoe ik de woestelingen teml"
zeide zy, terwyi zy met opgeheven hoofd de
kamer verliet,
[Wordt vervolgd