11°. 11843 "Dinsdag 4 October. A°. 189 b <§eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. F* o li ti e. Feuilleton. mooie mm. DAG\B PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maandoD. f MO. Franco per post1.40. Aftonderljjke Nommere0.05. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.17f. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Tweede Blad. Officieel© Kennisgevingen, KENNISGEVING, f Loting voor de NATIONALE MILITIE. Burgemeester en Wethouders van Leidon brengen bg deze, voor do eerste maal, tor kennis van bolang- hebbenden, dat, iDgovolgo de beecbikliiDg van den Commissaris der Kouiugiü in dozo provincie, do loting der in dit jaar voor de liohting vaD 1809 binnen deze gemeente voor de Nationale Militie ingeschre venen, alzoo voor hen, dio geboren zijn in bet jaar 1879, zal geschieden in een der vertrekken van het 0 ItaadhuiB alhier, en wel: op Dinsdag 18 October 1898 p voor de ingesobrevenen, wier geslachtsnamen, naar alphabetische volgorde, beginnen met do lettors A, B, O, D, E, F, G, H, I, J. K on L; en op Woensdag 19 October 1898, - voor de ingeschrevenen, wier" geslachtsnamen, naar gemelde volgorde, beginnen met do letters M, N, O, P, Q, B, 8, T, U, V, W, X, Y en Z; op beide dagen aanvaDgeDde des morgens te balftien. Wijders wordt onder ban aandacht gebracht, dat, ingevolge art. 83 dor wet, voor den ingcschroveco, die n:ot is opgokomon, het nommer getrokken kan wordon door zijn vader, moeder of voogd, terwijl, is ook deze niet opgekomeD, alsdan bet trekken ge- i echiedt door don Burgemeester of bet lid van den 1 Baad dor gemeento, waar de lotoling is iogesehrovon on voorts, dat, gelijk bij art. Si is bepaald, de opge- komen ingeschrevene dadeljjk da het trekken van izjja nommer de redenen van vrijstelling opgeeft, die bij meent te hebben, zullende eobter het opgeven van deze redenen door zgo vader, moeder of voogd kunnen geschieden, zoo deze tegonwoordig en de ingeechrcvene niet opgekomen is. Eindelijk worden belanghebbenden onderricht, dat tot bet doen o,.maken van de getuigschriften tor bekoming van v ijstelling wegens broederdieDBt of op grond van ie zijn eenige wettigo zoon (welke getuigschriften wordon afgegeven op de getuigenis van twee bij den Burgemeester bekende en te goeder 'naam en faam staande ingezetenen, die zich ieder voor de waorbeid van hot daarbij verklaarde, door mede-ondertoekecing, verantwoordelijk stellen), de gelegenheid bestaat ter Secretarie dezer gemeente (Afdeoling Nationale Militie en Schutterij, kamer No. in de week van Maandag 21 November s. tot en met Zaterdag 20 November d. a. v., van des 'Voomiddaga balftien tot des namiddags drie ureD. Burgemeester en Wethouders voornoemd. Leiden, F. WAS, Burgemeester. 1 -October 1898. VAN EEY3T, Seoretarie. Gemengd Nieuws. f Van de wielerwedstrijden, die gisteren op het sportterrein te 's-Gravenhage werden gehouden tot sluiting van het seizoen, is de uitslag als volgt: 1. Twee kilometer van meet, professionals. Eén: Louvet, van Parijs, 4 min. 36*/s„ twee: Schilling, van Amsterdam, drie: Boulay, van Parijs. Schilling werd coor een val duchtig ge handicapt, maar toch passeerde bij by na gelijk tijdig met de beide Franschen de eindstreep. 2. Vijf en twintig kilometer met gangmaking. Match tusschen amateurs. Deelnemers Vonk, van 's-Gravenhage, en Pieter, van Brussel. Voni had twee tripiets en één quad tot zijn beschikking. Pieter werd voortdurend gepaced door een motor. De Belg won gemakkelijk met S'/j zonder voorsprong in 33 min. 47l/5. 3. Een Engelsche mijl, handicap voor ama teurs. Pieter en Vonk namen ook aan dit nummer deel. Eén: Pieter in 2 min. 343/5; twee: Lindonk, van Dordrecht; drie: Van den Ende, van 's-Gravenhage. 4. Een halve Engelsche mijl, handicap voor professionals: Eén: Louvet, van Parijs, 1 min. 2J/S, twee: Van der Knoop, van Vlaardingen; drie: Van Wanning, van Antwerpen. Er ia e r n s t i g s pr a k e v an o m d e stoomkracht op de tram van het Holl. Spoor station naar Scheveningen in het volgend jaar te vervangen door electrische beweeg kracht, welke ook zal worden gebezigd voor de verlengingslijn van h6t station Zeerust langs den strandweg naar hot Kurhaus, die men het volgend jaar in exploitatie hoopt te brengen. Zaterdagmiddag, bij aankomst van trein 27 der H. S.-M. te Esschen,kwam een heer tot de ontdekking, dat bem zijn portefeuille gerold was. Het vermoeden viel op drie personen, die naast hem gezeten had den en die zich naar Antwerpen begaven. Der politie in Antwerpen per draad gewaarschuwd, mocht htt niet gelukken hen te snappen, daar zy aan de verkeerde zijde den trein verlieten. Te Barneveld ontstond door onbekende oorzaak brand in een hooiberg, staande bij de hofstede „De Hoek", in Zeume- ren. De hofstede werd met een korenberg en den hooiberg een prooi der vlammen. Een varken kwam in de vlammen om. Van den inboedel werd weinig gered. De hofstede was eigendom van en werd bewoond door E. Schoonhoven. Van dit perceel sloegen de vlammen over op het naasttijstaand boerderijtje, bewoond door A. Schoonhoven. Ook dit huis is met de schuur geheel verbrand. De inboedel kon echter grootendeels gored worden. De huizen waren verzekerd, doch de inboedels niet. De beide bakhuizen, bjj de woningen staande, bleven voor het vuur gespaard. Gisterochtend te ongeveer elf uren is te Vleuten oen hevige brand uit gebroken, die binnen korten tijd zes huizen, in do asch legde. De brand ontstond ten huize van den kaste lein G. M. Van Dyk, een boerenhofstede, die met een tweetal hooibergen al heel spoedig in lichterlaaie stond. Van daar sloegen do vlammen over op den schilderswinkel van Van Lent; ook deze werd in de asch gelegd. Ver- volgeus werd de bakkerij van de wed. Van Dijk aangetast, benevens nog een drietal aan grenzende woningen, waarvan één tijdelijk onbewoond, en evenals de reeds verbrande perceelen, alle met riet of stroo gedekt, waaraan dan ook de snelle uitbreiding van den brand is toe te schrijven. Alle handen werden ter blussching aan het werk gezet, doch niet dan nadat de Utrecht- sche stoombrand8puit ter hulp was komen opdagen, gelukte het, het vuur meester te worden. Behalve de Vleutonsche, werkte ook de Meemsche brandweer en die van Oudenrijn. De oorzaak van den brand is Diet met zekerheid bekend; waarschijnlijk is de ramp aan onvoorzichtigheid van kinderen te wijten. Zaterdag-middag brak te Zwart sluis een zeer hevige brand uit en wel in een hooiberg, staande met vijf andere naast elkaar in het zoogenaamde Bosch, circa 10 minuten buiten de kom, met het gevolg, dat spoedig, met genoemde bergeü, de woniDgen van J. v. d. Berg Wz., die van P. Ester, die van A. v. d. Werf en twee schuren één vuurzee waren en aan blusschen niet viel te denken; zelfs de houten beschoeiingen langs den waterkant, alles brandde. Ongeveer 5- a 600,000 halve K.G. hooi, 5 hooibergen, 3 woningen, die hooi in de schuur hadden, en 2 schuren met landbouw gereedschappen of wagens zijn verbrand, terwijl alléén het huis van v. d. Werf ver zekerd was. Op Donderdag 6 Oct. vangt in „Musis Sacrum" to Arnhem oen provinciale kegelwedstrijd aan, waarvoor uitgeloofd zijn, 8 prijzen, ter waarde van 1000 samen; de boofdprjjs heeft een waarde van ƒ500. Een 60-jarige man uit V e 1 p stond Zaterdag voor de rechtbank te Arnhem terecht, beschuldigd van door een geweerschot getracht te hebben zijn vrouw te vermoorden. Dc beklaagde, die zich vaak schuldig maakt aan misbruik van sterken drank, ontkent op den noodlottigen dag dronken te zijn geweest en loochent alle opzet. Zijn geweer was, toen hy er toevallig mee buitenshuis kwam, afge gaan, zonder dat hy weet, hoe dat kwam. Na het verhoor der getuigen, waaronder dr. Fabius, die ve:klaarde, dat de wonden, door de vrouw opgeloopen, niet veroorzaakt, waren door een val tegen een muur, zooals beweerd werd, maar door hagelkorrels, en de geweermakers Hes van Zweden enYanErke- lens, die de mogelijkheid van verwonding uiteenzetten, eischte do officier van juBtitio een gevangenisstraf van 2 jaar. In zyn pleidooi bestreed de verdediger, mr. Van Balveren, de gronden van den officier en concludeerde tot vryspraak. Uitspraak 11 October. Omtrent het stranden van het stoomjacht „Daphne" nabjj Enkhuizen wordt gemeld, dat volgens den gezagvoerder en de visschers, die hulp verleenden, bet vaar tuig, dat op het „Hop" aan den grond was geraakt, niet door de veerboot „HollanJ" is afgebracht, daar deze, na daaitoe tweamaal een poging te hebben aangewend, waarby telkens de tros brak, van het verleeneu van- verderen bystand afzag en naar Enkhuizen stoomde. Volgens hen is het den opvarenden met hulp der visschers gelukt, do „Daphne" weder vlot te krygen. By het binnenloopeh der haven stiet het stoomjacht tegen het Zuiderhavenhoofd, waarvan de voorsteven belangryke avery beliep. Op den Zuiderzeedjjk, onder Edam, hebben dri9 mannen een landbouwer uit „de Purmer" aangevallen, geslagen en beroofd van zyn gouden horloge en eenige guldens. De daders zjjn door den burgemeester aan gehouden, die ze gevankeiyk naar Haarlem liet overbrengen. Do inboedel van Zola. De schrift kundigen, Couard, Varinard en Belhomme, begeerig naar de schadevergoeding dia bun ten koste van Zola is toegekend, hebben in hun ongeduld, en vergetend, dat het laatste woord in hun zaak nog niet is gesproken, beslag laten leggen ©p de bezittingen van den schryver. Mevrouw Zola was 24 uren vooraf gewaarschuwd. De heer Mirbeau bood aan het bedrag der boete, 30,712 franken, te betalen, doch dit werd geweigerd. Zoo hebben zich dus Vrydag-middag aan de woning van Zola aangemeld een deurwaar der met drie schry vers en een meubelkoopman als zaakkundige, die werden teruggezonden met de boodschap, dat er voor hen niets te doen was. Doch eenige oogenblikken later kwamen zy terug met een commissaris van politie en toen deed mevrouw Zola de deur maar open. Er werden groote lysten volgeschreven met de schattingen van meubelen, kunstvoorwer pen, schilderyen; schattingen, die bespotteiyk laag waren, zoodat er heelwat opgeschreven moest worden om het bedrag ts krygen. Tot in de slaapkamers en de werkkamer van den grooten schryver drongen de Vandalen door, om alle voorwerpen te schatten en te regis- treeren. Protesten hielpen niets; tot zelfs een penhouder werd beboorlyk genoteerd. De veiling is tegen 11 October aangekon digd. Zy zal wel niet lang duren, want het eerste voorwerp, als het ten minste zoo ver komt dat ingezet wordt, zal natuuriyk opgekocht worden tegen een prys, die de boete en de kosten ruimschoots dekt. De deur waarder zal er het best by varen: Couard, Varinard en Belhomme, de roemruchte onder zoekers van het borderel, zullen de gelden wel weer moeten afstaan, die zy al te haastig in beslag nemen. AE.) Verloren voorwerpen: Een gouden manchetknoop. Een parapluie. Een ring met vier sleutels. Een gouden horloge sleutel. Een broche (drie zilveren Zeeuwsche knoopen). Ean nikkelen horlogeketting. Een portemonnoie, waariu bankbiljet van 25, pl. m. 2 gulden aan zilvergeld, twee sleutelijes en gouden oud-Indische ring. Een dames- naaldparapluie. Een huissleutel. Een zakmes. Een kleine zilveren dienstmedaille. Een ring, waaraan 5 of 6 sleutels. Een armband, be staande uit verzilverde munten. Gevonden voorwerpen: Een gouden medaillon. Een nikkelen remon toir-horloge. Een ring, waaraan 6 sleutels. Een blauw kindermanteltje, waaraan paarle moeren knoopen. Een vergulde medaillon, waaraan klein kettinkje. Een nikkelen honden halsband. Een wit kastoren handschoen. Een lorgnet. Een groote sleutel. Inlichtingen omtrent eerstgenoemde voor werpen worden verzocht en omtrent laatstge noemde gegeven aan het Commissariaat van politie dagelyks tusschen 12 en 1 uur. ACADES1IENIEUWS. Leiden: Geslaagd zyn voor het cand.- examen in de godgeleerdheid (2de gedde hoeren J. W. Poort en H. A. J. Van Wyhe; voor het candidaats-examen in de godgeleerd heid (1ste ged.) de heer H. De Groot. Utrecht: Mr. M. L. Van Goudoever, die tot privaat-docent in bet notariaat en fiscaal recht is toegelaten aan de universiteit te Utrecht, heeft zyn colleges geopend mtt een voordracht over de wyze, waarop de wetgever het notariaat ten onzent heeft geregeld, de bezwaren, aan die regeling verbonden, en de middelen, die men heeft voorgesteld om die bezwaren uit den weg te ruimen. In de wet van 1842 wordt de notaris voorgesteld ala een aktenschrüver, een persoon, die slechts opschryft wat partyen hem dicteeren. Dit schynt een caricatuur, want in de praktyk is de notaris de „raadsman van partyen", wat een groot verschil is. De z. g. malversatiën hebben telkens herziening van de notariswetten geëisebt, maar geen der ontwerpen was afdoende; en dat was, met het oog op die ontwerpen, niet ongelukkig. Toch, al was geen van deze afdoende, daarmede is niet gezegd, dat onze wet geen aanleiding geeft tot het plaats hebben van malversatiën. Hierop gaat spr. uitvoerig na de gevaren, hieraan verbonden, en de oorzaken er van, en hot middel, dat prof. Treub heeft voorgesteld om daaraan te gemoet te komen. De Staat zorge, dat hot publiek notarissen aantreft, die het vertrouwen kan en dus niet uit gebrek aan levensonderhoud in de ver leiding kuönen komen, dat vertrouwen te misbruiken. Het vóór en tegen in dit voorstel wordt besproken. Zeer nauw hiermede hangt samen de vraag van het examen voor do opleiding van den candidaat notaris;de moeiiykheden en de wonBcbelykheden worden uiteengezet, waarby o. a. do wenschelykheid wordt uitgesproken, dat academische opleidiDg voor den notaris verplichtend zou worden gesteld. Een bezwaar, aan de notarisbetrekking verbonden, is ook dit, dat hy nimmer vacantie heeft; de notaris, die het in dien tyd voor hem zou waarnemen, heeft alle gelegenheid zich een deol van zyn praktijk toe te eigenen; zoo ook bjj overiyden van een notaris, in dieüs vacature. Ten slotte behandelde spr. bet toeziebt op de notarissen, dat ten onzent nog zeer onvoldoende is. Vroeger was het toezicht opgodragen aan kamers van toezicht, saam- gesteld uit notariseen. In 1842 is dit afgeschaft en zijn de notarissen gesteld onder toezicht van den officier van justitie. Dit is, ty de vele werkzaamheden van een officier, niet voldoende. Spr. zou speciale inspecteurs woDschen. Met het uitspreken van den wensch, dat oen nieuwe notaris-wet spoedig moge tot stand komen, eindigde spreker zyn belang wekkende voordracht. Km 4e üted. Werkt a DATUM. DAGEN. Vol*, pera. Bla deren. Totaal. 25 Sopt. Zondag 46 9 55 26 Maandag. 71 13 81 27 Dinsdag. 81 19 100 28 Woensdag. 83 18 101 29 o Donderdag 81 2) 101 30 Vrgdag 78 18 96 1 Oct. Zaterdag. 78 15 93 C 8) fly voltooide den volzin niet, maar beiden, Nan en Alan, begrepen hem goed genoeg. En nu was het nachteiyk rumoer in de gelag- kamer begonnen. Het leven drong door den muur. Malcolm wierp zich in zyn onrustigen slaap heen en weder, en Alan, die naast hem zat, en tevergeefs trachtte hem rustig te hou- den, voelde zyn pas herleefde hoop weder zinken. Als Nan gedurfd had, zou zy de gelagkamer gesloten hebbeD, maar zy kende het karakter vande meeste mannen, die daar 's avonds kwamen, te goed, om zoo iets te probeeren. Zy zouden er niets in gevonden hebben de deur in te trappen, als zy die gesloten hadden gevonden; maar zy deed, wat zy kon, om een betrekkeiyke stilte te verkrijgen. Zy zond een boodschap door Donald naar de gelag kamer, om te zeggen in wolken toestand Malcolm verkeerde, en zy liet hun smeeken zoo min mogeiyk leven te maken. Donald had de boodschap op zyn gewone^ onverschillige manier overgebracht, en een paar van de beter gezinde mannen hadden goedhartig geantwoord: „Best, hoor, we zullen •r aan denken", maar anderen, en dezen "Waren, helaas, in de meerderheid hadden «gelachen en verklaard, dat het hun niet kon schelen of de jongen al of niet dood giog, en dat zy evenveel leven zouden maken als zy wilden. Donald, die een phlegmatische oude Schot was, gaf er ook niet veel om. Hy had de boodschap zyner jonge meesteres overgebracht, en het was zyn schuld niet, als zy er niet naar luisterden, en, zoolang zyn klanten de meubelen en de glazen niet braken, mochten ze schreeuwen en vechten en zooveel leven maken als zy wilden, en Donald zou kalm toezien en er niets tegen- doen. Gedurende het eer3to gedeelte van den avond was Nan in den winkel bezig, maar zoodra zy vry was, ging zy naar de ziekenkamer terug en zy was zeer teleurgesteld Alan, dien zy een paar uur geleden in zulk een hoop volle stemming verlaten had, weder der wan hoop naby te vinden, en Malcolm in plaats van kalm slapend, onrustig heen en weder woelend. Zy ging de kamer zacht door en begaf zich naar den zieke. „Slaapt hy nog? Hy schynt vreeseiyk on rustig", zeide zy. Alan zag haar boos aan. „Onrustig? Wat kan hy anders zyn? Hoe kan hy rustig slapen, terwyi die woestelingen zulk een heidensch rumoer maken?" zeide hy woedend. „Hot spyt my. Ik zond een boodschap naar hen, om to vragen of ze stil wilden zyD, maar dat schynt niets te geven", zeide Nan. Zy sprak op zulk een treurigen toon, dat Alan haar verbaasd aanzag. Hy raakte haar hand zacht aan. „Het is uw schuld niet, gy hebt u niets te verwytonl Gy hebt alles gedaan, wat ge kunt", zeide hy vriendelyk. „Niet alles." Er scheen haar plotseliDg een gedachte in te vallen. Zy aarzelde een oogen- blik en zag hem aan met een vreemde uit drukking in haar groote oogen. „Niet alles", herbaalde zy. „Er is Dog één middel, dat ik beproeven zal." „Wat is dat?" vrosg Alan. Zy lachte op zonderlinge wyze. „Wacht en zie", zeide zy en liep haastig de kamer uit. Alan hoorde haar door de kamer loopen, en haastig laden en kasten openeD, en weldra werd de deur geopend en kwam Nan binnen. Zy hield een kaars in haar hand, en lachte vroolyk, toen Alan van zyn stoel opsprong en haar verbaasd aanstaarde. Zy had de eenvoudige katoenen japon, die zy gewooniyk droeg, uitgetrokken, en was nu gekleed in een schitterend gewaad van room kleurige zyde en kant, om haar hals en armen droeg zy fonkelende steenen, die wel is waar niet echt waren, maar toch schitterden als diamanten. In haar ceintuur had zy eenige roode bloemen vastgemaakt, die Will Crosby haar dien middag had gebracht, ook in heur donker haar had zy een paar vuurroode bloe sems gestoken. Deze schitterende verschyning benam Alan bQna den adem. Hy kon van verbazing niet sprekeD, maar hy stond haar aan te staren met een vreemde mengeling van bewondering en afkoer. Wat beduidde deze ongewone, schitterende kleeding? Wat bezielde het meisje, om zich op deze wyze uit te dossen vroeg hy zich af. Een oogenblik zag zy hem zwijgend aan. Haar gelaat had zulk een opgewonden en triomfantelyke uitdrukking, dat Alan niet wist, wat hy van haar denkon moest. Hy wilde haar juist ondervragen, maar toen by zyn lippen opende om te spreken, verhief zich in hot aangrenzend vertrek een ontzet tend leven. Nan beet zich op de lippeD, het vreemde licht bloDk nog sterker in haar oogeD, terwyi zy haar hand ophief en naar den muur wees. „Hoor hoe zy aangaan l" zeidozy. „Verlangt gy, dat ik ze tot zwygen breng, mynheer Courtenay? O, ik kan het doen, heb daar geen vrees voorl" „Het doen? Hoe? Wat bedoelt gy bracht Alan uit. „Hoe? Met myn twee wapens," zeide zy langzaam; „myn twee goede wapens, die my nog nooit in den steek gelaten hebben myn schoonheid en myn stem. Zy zullen ook thans hun uitwerking niet missen l Zie ik heb myn wapenrusting aan" en zjj wees naar haar japon en haar schitterenden ketting en braceletten. „Onbeschaafd en ruw als deze mannen zyn, woestelingen noemdet u ze zooeven ik kan ze kalm on zacht maken als lammeren. Hoe vraagt gyt Door de macht myner schoonheid, door de too verkracht myner steml" „Onmogoiyk! Onmogeiyk! U kunt u zult daar niet alleen binnengaan 1" riep Alan uit. Hy kwam naar haar toe en greep haar by den arm. Zy zag hem uit de hoogte aan en lachte weder. „Waarom niet?" zeide zy. „Ik heb het moer gedaan, voor myn eigen genoegen om myn kracht te beproeven. Waarom zou ik het thans niet doen, nu ik er zyn leven medo redden kan? En gy, zyn vriend, zoudt my terug willen houden? O, schaam u, schaam u." Zy wilde haar arm losrukken, maar hy hield haar stevig vast, en zyn gelaat werd doodsbleek en stond zeer ernstig. „Ik kan hot niet toestaan, ik kan u niet laten gaanl" riep hy uit met bevende stem. „Zelfs niet voor hem om zyn leven te redden kan Ik toestaan, dat gy u bloot stelt aan de beleedigingen, die u daar nogelyk wachten 1 Hy, als hy spreken kon, zou het zelfde zeggen. Zyn leven is my dierbaar o, zoo dierbaar! maar ik wil u niet laten gaan 1" Zy zweeg een oogenblik. Zy zag hem even verwonderd aan, toen rukte zy zich met oen plotselinge beweging los. „Ik heb gezworon hem te zullen redden en ik zal het doen!" zeide zy. „Als gy bang voor my zyt, ga dan met my mede, en zie zelf hoe ongegrond die vrees isl Hy slaapt nu, Martha zal by hem waken. Ga meel" Haar oogen schitterden, terwyi zy hom aanzag en met een bevelend gebaar aan maande haar te volgen. „Kom en zie hoe ik de woestelingen teml" zeide zy, terwyi zy met opgeheven hoofd de kamer verliet, [Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 5