If A*. 1898 <§eze (Courant wordt dagelijks, met üitzondering van <§on- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. MOOIE NAM. N». 11840 "Vrijdag 30 September. DAGrBLA PEIJS DEZER COURANT: Voor Leidon per 8 maanden. f 1.10. Franco per post 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DEE AD VERTENT LEN Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Groctero letters naar plaatsruimte. Voor het incaaseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. 1 Dit nommcr bestaat nit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 29 September. Naar w(j vernemen, is dr. K. Martin, hoog leeraar aan de Ryks-universiteit alhier, benoemd tot lid der „Kaissrliche Leopoldinisch Carolini- sche-Deutscbe Akadomie der Naturforschvr". Door den minister van binnenlandsche zaken is met iogang van 1 October 1898, op hun verzoek, eervol ontslag verleend aan dr. G. J. Schoute en A. A. Ladage, als assistent in het ziekenhuis aan de Rijks universiteit te Leiden, en zijn voor het tijdvak ▼an 1 October tot en met 81 December 1898 in hun plaats benoemd Tuyl en N. Rutgers ▼an der Loeff. Door mr. D. Everwijn, in leven minister resident in disponibiliteit, gewoond hebbende te 's-Gravenhage, zijn ten behoove van het Penningkabinet te Leiden gelegateerd: een der beide groote gouden medailles aan zijn grootvader S. J. Van de Wjjnpersse, en de groote zilveren medaille aan diens broeder Thiens Van de Wijnpersse, ter zake van de beantwoording van prijsvragen toegekend. Op de vijfde lijst van de 20ste jaarcollecte voor de Scholen met den Bijbel komt o. a. voor: Zoetermeer met Zegwaard, Den Hoorn ea de Keulscho buurt met f 143.40. De liedertafel .Haarlems Zanggenot" heeft veel succes op haar plan om den 19den en 20sten November een nationalen zangwed strijd te houden. Reeds hebben 31 vereeni- gingen zich tot deelneming aangemeld, te weten 13 voor de derde, 12 voor de tweede en 6 voor de eerste afdeeling. Uit Leiden doet „Arion" mee. De heer Yves Guyot vertoeft met zijn familie in „Hötel des Indes", te 's-Gravenbage. Het bezoek van den heer Yves Guyot aan de residentie heeft, evenals zijn komst te Amsterdam, slechts ten doel het bezichtigen van eenige merkwaardigheden. Hedenmiddag omstreeks balfvier zou by naar Rotterdam vertrekken, om van daar de terugreis naar Parys aan te nemon. De bezoeken van eenige rechterlijke ambte naren en rechtsgeleerden, waarvoor tegen gisteravond aan den politieken directeur van de „Siècle" vergunning was gevraagd, had hy uitgesteld tot hedenochtend. Op zyn tocht van Amsterdam naar Den Haag bezocht de heer Yves Guyot, hoofd redacteur van de „Siècle" en ex minister van justitie in Frankryk, gisteren met zyn echt- genoote en twee dochters de gemeente Haarlem. Na in hotel „Funckler" te hebben gedejeuneerd, werd in gezelschap van den heer Joost De Graaff een bezoek gebracht aan „Teyler" en vervolgens aan de Groote Kerk. - Da beer Guyot ontving hedenochtend in het „Hotel des Indes" eenige bezoeken, o. a. van mr. A. P. Th. Eyssell, raadsheer in den Hoogen Raad. Later bracht hy een bezoek aan het Depar tement van Justitie, aan mr. F. W. J. G. Snyder van Wissenkerke, raad-adviseur, chef der tweede afdeeling aan dat Departement, welke afdeeling o. a. omvat de verzoeken om gratio en rehabilitatie, voorwaardeiyke invry- heidstelling, onz. De Haagsche briefschry V6r van „De Tyd" deelt, uitgaande van de mededeeling, dat H. M. de Koningin aan haar omgeving baar b(J- zondere ingenomenheid heeft betuigd met de vlootrevue en de legerschouwing, welke Zy by woonde, de volgende byzonderheden mede: „By deze gelegenheid mag wel eens met nadruk worden verklaard, dat H. M. van haar jeugd af de levendigste belangstelling toonde in alles wat zee- en landmacht betreft. Reeds als klein kind had Zy aityd grooten schik in de wacht, die vóór het Paleis 6taat. Zy knikte by bet uit- en ingaan van het Paleis de schild wachten immer met in 't oog loopende vrien- dadeiyk toe. Haar koninklijken Vader verraste Zy eens, op een kouden winterdag, met de vraagwaarom de wachten geen pelzen droe gen? een uiting van gevoeligheid, welke koning Willem III niet weinig behaagde, hoewel hy persooniyk veel hechtte aan het harden van den soldaat in en voor den dienst. Hy ant woordde z'yn lieveling: „Die soort van kleeding zouden aio mannen niet gaarne aan willen hebben; zy zouden zich dan niet kunnen roeren." Het koninklyk kind zweeg, biykbaar niet overtuigd. Odzo Koningin is een „militariste," maar in den goeden zin. Zy zal het militaire element niet voor het civiele trekken, doch aan beiden recht doen wedervaren. Dit neemt niet weg, dat Zy zich krachtig voelt aangetrokken door militair vertoon, een eigenschap, welke Zy èn van baar Vader èn van haar Moeder geërfd heeft. Het is merkwaardig zoo wordt door haar omgeving getuigd hoe spoedig de Koningin zich in haar nieuwe taak heeft geschikt. Zy vervult in den morgen haar koninklyken arbeid, alsof Zy daaraan reeds jaren gewoon was. Haar bandteekeniDg is byzonder duidelijk. Zy schryft, voor een vrouw, al een byzonder vaste en krachtige hand. Een vroegere mededeeling van my, volgens welke de Koningin Moeder voorloopig in het Palei3 zal blijven wonen, schijnt in de feiten haar bevestiging te vinden." De candidaat leden van het Delftsch Stu dentencorps der Polytecbnische School zullen Vrydagavond 30 dezer in het openbaar in Stads- Doelen worden geïnaugureerd. Onder den traditioneelon fakkeloptocht zullen serenades gebracht worden aan de professoron Kraus on Scbroeder van der Kolk. De nieuw ingeschrevenen by de Indische Instelling te Delft, zes in getal, zyn Woensdag avond aan een gemeenschappelyk dinerplechtig g-ïnaugurerrd als lid van het Indologisch Studentencorps. Tot lid der Provinciale Staten van Fries land is in het district Franeker gekozen de heer H. Kamstra (anti-rev.) met 2348 stemmen. De hetr H. De Koe (lib.) verkreeg 2181 stemmen. De gemeenteraad van Amsterdam heeft gistermiddag goedgekeurd een voordracht van B. en Ws. om het geneeskundig onderzoek van gemeente-ambtenaren en beambten of naar gemeente-ambten dingenden op te dragen aan twee mannelyke artsen tegen een hono rarium van f 2000 'sjaars ieder en zoo moge- ïyk aan een vrouwelyke arts op een hono rarium van f 1500. Het ongunstig praeadvtes van B. en Ws. op het verzoek der Yereeniging voor spraak- gebrekkige en achteriyke kinderen om een jaarlyksche subsidie van 5000 tot oprichting eener afzonderlyke school of om die van gemeentewege op te richten, werd bestreden door den heer Sauvage Nolting, schoolopziener, en do heeren doctoren Schippers en Voute Er zyn in Amsterdam achteriyke kinderen, die inderdaad het onderwijs op lagere scholen belemmeren. De wethouder, dr. Blookor, wees op de groote financiöele gevolgen van inwilli ging van het verzoek; al zeer spoedig zou blyken dat de enorme uitgaven van het •nderwys door de stichting der verlangde school weder met f 30,000 zouden moeten verhoogd worden. Na verder debat werd het praeadviea verworpen met 28 tegen 8 en aangenomen een motie-Voute met 25 tegen 11 stemmen om een subsidie toe te staan onder door B. en Ws. vast te stellen voor waarden. De ledige vakkon in de groote portretten zaal van 's Ryks Museum to Amsterdam, ont staan door de verhuizing van de „Staalmeesters" naar de Rembrandt- en van de Oranjeportretten naar de Oranje-Nassau-tentoonstelling, zyn thans ty lelijk behangen met vyf kolossale doeken van Ferdinand Bol, die vroeger als wandbehangsels de groote zaal in het woODhuis der familie Royaards op de Nieuwe Gracht te Utrecht versi rJen en in 1892 door de heeren Royaards aan het Ryks-Museum ten geschenke werden aangeboden. De stukken, naar het „Hbl." meldt, door den heer Hesterman op verdienstelyke wyze verdo kt, stellen voor: Het vinden van Mozes; Achilles ontvangt Thetis; Koning Amazia en do man Gods; de Engelen bezoeken Abraham, en Benjamin's valsche beschuldiging. De uitgaven ter gelegenheid van het verbiyf in Nederland van den Perzischen ambassadeur Nasserul Mulk hebben bedragen f 2424.62; oie ter gelegeoheid van het bezoek van den koning van Siam f 6018.97. By hot Internationaal comité voor Meteorologie, welks laatste conferentie in 1896 te Parys plaats had, is in overweging in het volgend jaar te Utrecht samen te komen. In dat geval zal de Regeering hier te lande voor een ontvangst zorgen. In den ouderdom van 90 jaren is over leden te Benschop de heer G. Lekkerkerker Cz., tot voor korten tyd wethouder en amb tenaar van den burgerleken stand dier ge meente, en penningmeester van het waterschap en hoogheemraad van den Lekdijk-Beneden- dams. De heeren Attema, te Leeuwarden; P. M. Heringa, te Groenloo; M. J. Kosters Gzn., te Leiden; F. F. Milatz, te Zwolle; E. Pekema, te Bolsward; D. Po'Jinga, te Bolsward; J. Scherpenhuysen, te Haarlem; S. Scholten, te Eükhuizen; J. Swart, te Haarlem en H. Westra, te Rotterdam, zyn als studenten van het seminarium der „Algemeeno Doopsgezinde Sociëteit" aangenomen. Het plan moet nu reeds by H. M. de Koningin vaststaan H. M. gaf het zelf aan eenige autoriteiten in de laatste dagen te kennen om in het volgend jaar weer een reis door het land te maken en alle provincies opnieuw te bezoeken. (Arnh. Gt.) Het stoomschip „Ardjoeno" vertrok 28 Sept. van Batavia naar Rotterdam; de „Oenga- ran," van Rotterdam naar Java, arriveerde 28 Sept. te Port-Said; de „Salak," van Rotterdam naar Java, passeerde 28 Sept. Ouessant; de „Spaarndam," van Nieu w-York naar Rotterdam, met 41 kajuitspassagiers, passeerde 28 Sept. Wight; de „Burgemeester Den Tex," van Bata via naar Amsterdam, vertrok 28 Sept. van Port Said. Noordwyk. Dinsdagavond werd in het lokaal van den heer K. Ham een vergadering ge houden van de afdeeling Noordwyk der Ver- eenigiog tot bevordering van fabrieks- en hand- werksnyverheid in Nederland, onder voor zitterschap van den heer E. De Groot. Besloten werd de aan de afdeeling verbonden ambaebts- en rekenschool te heropenen op Donderdag 6 October, waarvoor men zich iy den secretaris, den beer C. G. J. Alkemade heeft aan te meidon. Een voorstel van den heer C. Alkemade Sr., om ook het schriftelyk werk der rekenlessen by gelegenheid der prysuitdeeling ter visie te leggen, alsmede om te eischen, dat nieuwe leerlingen vóór hun toelating een schriftelyk bewijs hunner hoofden van scholen overh ggeD, dat zy voldoende bekend zyn met de vlakte maten, werd aangenomen. De aftredende hoeren C. G. J. Alkemado en A. Dorsman, resp. secretaris der afdeeling en commissaris van toezicht op de scholen, werden met algemeene stemmen herkozen. Ten slotte zal nog aan do drie onderwyzers verzocht worden een plan op te maken, naar hetwelk de pryzen aan de leerlingen der teeken- on rekenscholen zullen worden toegekend. Stompwyk. Tot Heemraad van het bestuur van den Drooggeinaakten Grooten Polder te Stompwyk is met 181 van de 340 uitge brachte stemmen gekozen de heer W. Van Vliet, te Stompwyk. De overige 159 stemmen waren uitgebracht op don heer J. Hoogendoorn, mede aldaar woonachtig. Uit de „Staatscourant.1* Kon. besluiten. Benoemd in de orde van Oranje-Nassau, tot commandeur, de generaal-majoor W. Kooseboom, commandant der stelÜDg van Am sterdam, toven9 bevelhebber in de 1ste militaire afdeeling; tot officier, do luit.-kolonol J. Van Wijk, van het 7de regiment infanterie; J. B. Vorstman, Averkzaam aan de secretarie van Rare Majesteit do Koningin-Moeder; tot ridder J. J. L. Heldring, Eenningmeester van het comité voor bet hulde- lijk aan Hare Majesteit de Koningin-Moeder; de gepensionneerde kapitein der inf. J. Hnygens;H. M. ordonnans-offi. do eerste luit. jhr. 0. L. Van Sucbtelen van de Haare, van den grooten staf. Met ingang van 16 Oct. a. s.: de offf. van gez. der Iste kl. bij de zeemacht H. Van der Voo, op pensioen gesteld en hem toegekend een pensioen ten bedrage van f 1425 'sjaars; bij de zeemacht be vorderd tot officier van gez. der lste kl., de offi. van gez. der '2de kl. C. Pino. Pensioen verleend: aan den eervol ontslagen com mies bij de directie der marine te Willemsoord J. C. J. Graat, ten bedrage van f 1179 's jaars; aan H. J. Van Kleef, weduwe van den brievengaarder J. Freriks, f 100. Aan A. C. Moënuoz, geboren te Pully, in Zwit serland, vergunning verleend tot bet geven van hooger onderwys aan eene inrichting van hooger onderwijs te Voorschoten. Benoemd lot notaris te Oldeberkoop (gemeente OoststolliDgwerf), H. D. J. Ouwersloot, candidaat- notaris te Utrecht. Min. beschikkingen. Benoemd tot assistenten aan 's Rijks Veeartsenijschool te Utrecht, voor bet tijdvak van 1 October 1898 tot en met 30 Sept. 1899, de veeartsen H. Markus, te Utrecht; J. Van Zijverden, te Utrecht, en D. B. Wagenaar, ie Do Schrans, gemeente Leeuwardoradeel. Door den minister van koloniën zijn mejuffrou wen W. F. Vos, verpleegster van het Roode Kruis te 's-Gravenbage, M. A. Nus3e, verpleegster bij de Vrouwen-cliniek te Amsterdam, M. E. Eekhof, ver pleegster te Amsterdam, en B. J. Meyerink, ver pleegster in het Rijksgesticht voor krankzinnigen te Medemblik, gesteld ter beschikking van den gouverneur-generaal van Nederlandsch-lndië, om te worden benoemd tot verpleegster bij het krank zinnigengesticht te Buitenzorg op Java. TWEEDE HlllEK. De afdeelingen der Tweede Kamer hebben benoemd tot rapporteurs over de volgende wetsontwerpen Aanleg spoorweg van Kalisat naar BaDjoe- wangi; overeenkomst met de Nederlandsche Handelmaatschappynadere regeling uitvoer recht tol in Nederland8ch-Inoië en wijziging van art. 109 regeerings reglement Nederlandsch- lndië, de heeren Mackay, Van Kol, Van Alphen, Roessingh en Pynacker Bordyk. Overeenkomst met Duitschland betreffende toölating van veeartsen tot de uitoefening der geneeskunst in grensgemeenten van de Neder- landsche kusten; wyziging van bet Wttcoek van Koophandel voor de gemengde rechtspraak in Egypte, enz.; naturalisation van J. Kuerten e. a., de heeren F. Van Bylanat, Kool, Fokker, Van de Velde en Rethaan Macaró. Onteigening voor doortrekking der Van- Wou straat te Amsterdam, de heeren Hartogh, Goekoop, Truyen, Drucker en Bastert. Suppletoire begrooting Oorlog 1898. Uit een nota van antwoord van den minister van oorlog, naar aai.leiding van het afdetlings- verslag der Tweede Kamer over het wets ontwerp tot aanvulling en verhooging van verschillende posten van het VlIIstu Hoofd stuk der Staat8begrooting, dienst 1898, blykt o. a., dat een aanvrage tot vermeerdering van het arbeidsloon by de artillerie-inrichtingen over 1898 reeds ia 1897, als mogelyk, in uitzicht werd gestold. Een regeling van de loonen van het personeel der artillerie-inrichtingen kan niet in uitzicht worden gesteld. De vertraging in de levering van de karabijnen van 6.5 mM. met daarby behoorende verwisselstukken is te wyten aan de 07er- strooming, welke op 29 Juli 1897 te Steyr heeft plaats gehad. Voor vertraagde levering was by het contract loet9 bedongen, maar aangezien de bovenvermelde omstandigheden geheel onafhankelyk van den wil van de aanneemster waren, werd bewilligd in een uitstel van 68 dagen. 2) Tot dusver had zy slechts met verdeelde aandacht naar Wills woorden geluisterd, maar nu, getroffen door de ongeveinsde bewondering, die uit zUn oogen straalde, zag zij hem Vriendelijk aan. „Wat geeft het, hoe ik er uitzie," zeidezi) eindelijk. „Praat nu eene over iets verstan digs, Will, als ge absoluut praten moet. Wat 'mij betreft, ik heb er geen lust in." V" „Dat is gemakkelijk te bemerken! Scheelt jBr iets aan, Nan? ZiJt gij" Will aarzelde een oogenblik. „ongerust over uw vader? -Ik hoorde u gisteren zoggen, dat ge niet be- greept, waar hij zoo lang bleef en wat hij uitvoerde." Nan haalde haar schouders op en zij fronste haar wenkbrauwen. „O, heden, neen!" zeide zij op drogen toon. „Vader maakt het best, daar ben ik niet bang voor; die zal binnenkort wel weer boven water komen. En hoe langer hij wegblijft, hoe liever het my is," voegde zy er achteloos aan toe. „Maar wat hebt ge dan? Ik weet zeker, dat go ergens over tobt", hield Will vol. Nan lachte en zeide spotachtig: „In ieder geval is het geen kindorl(jke bezorgdheid of liefde, maar iets veel practischer en belangryker. Als ge het dan weten wilt, ik verwachtte den wagen met winkelgoederen van Newcastle al twee dagen geleden, en hy is er nog niet. Ik heb geen ons tabak en geen enkele sigaar in den winkel, en wat ik van avond moet dooD, als de joogens komen koopen, is my een raadsel!" Nan zag Will byna wanhopig aan. Het was bem een pak van het hart, dat het niets anders was, en hy lachte. „Is dat alles? Welnu, dan moeten zy het zonder doeD, tot de wagen komt", voegde by er achteloos aan toe. „O, zoo!" Nan trok haar schouders op en zag hem met hooghartige minachting aan. „Dat toont hoeveel gy van de zaak afweet", zeide zy sarcastisch. „Ge zjjt niet heel laDg in de Gouden Vallei geweest, Will, maar toch lang geBoeg, om te weten, dat de jon gens niet buiten tabak kunnen, en dat het best mogelyk is, dat er een standje komt, als zy hooren, dat ik niets meer heb". „Ik zal by u blyven toe, mag ik, NanI als ge daar bang voor zyt", zeide Will dringend. „Bang?" Nan staarde hem aan on lachte toen. „Waarvoor? Ze zullen my misschien een paar ruwe woorden laten hooren, en daar geef ik niet om. Ik kan best voor myzelf zorgeD, Will". „Zyt ge nooit bang hier zoo alleen zon der een andere vrouw in huis, bedoel ik—sn uw vader zoo dikwyis weg? Kunt ge dien brommigen, ouden Schot vertrouwen?" „O ja, best", antwoordde Nan. Zy zweeg een oogenblik; toen hief zy haar hand op, overschaduwde er haar oogen mede en keek vol aandacht don weg af. Will sloeg haar nieuwsgierig gade. „Waar kykt ge zoo naar, Nan?" „Ik verbeeld my, dat ik den wagen zie aankomen, kijk gy eens, Will". En toen Will gehoorzaamde: „Ziet ge iets?" Will schudde zyn hoofd. „Neen, ik zie niets." „Niet?" Nan keek weder en toen klaarde haar gelaat op. „Het is de wagen, ik weot het zeker; boe gelukkig 1" zeide zy opgeruimd. „Nu, Will, ik moet u verlaten; ik moet dadeiyk de toonbank loegmaken." Een half uur later kwam de wagen, waar- naar Nan zoo verlangend had uitgezien, den ruwen weg afgeredeD, getrokken door een paar ossen en gemend door een Kaffer, die met zyn zweep klapte en zyn vermoeide beesten met een reeks onverstaanbare woor den tot meerderen spoed aanmaande. Naast hem zat een lange jonge man, de eigenaar van den wagen, die zyn hoed afnam, toen by den winkel naderde, en Nan een vriendeiyk „Goeden dagt" toeriep. „Wei, juffrouw Lestor, hadt u my heelemaal opgegeven?" zeide hy, toen de wagen voor de deur stilhield, en hy sprong er vlug uit en stak Nan de hand toe. „U hebt my zeker gisteren al verwacht?" „Ik verwachtte u eergistereD, en ik was bijna wanhopig, want ik heb niets geen suiker meer en geen tabak, om van een massa andere dingen Diet te spreken. Ik hoop dus, dat u een flinke lading van alles by u hebt, mynheer Aspregl" „Ik heb u een lading meegebracht, die u niet verwacht, en die u, vrees ik, niet zeer welkom zal zyn." En Jim Aspreg liet zyn stem dalen en keek om naar den wagen. „Zoo? Wat dan?" „Twee mannen, die wy gisteron in het veld hebben gevonden. Zy waren aangevallen, bestolen en half vermoord door drie manneD, terwyi zy reden van Newcastle naar de Gouden Vallei. Zy waren beiden bewusteloos, toen wy hen vondoD, maar de een was slechts verdoofd door een Blag en was weldra in staat my te vertellen, wat hy van de zaak wist. Zy waren aangevallen, zyn paard was onder hem doodgeschoten en hy verdoofd door een slag op het hoofd. Zyn makker is ernstiger gewond, want hy kreeg een kogel door zijn schouder en heeft zóóveel bloed verloren, dat ik eerst dacht, dat hy dood was." „Hy leeft dus?" „Hy leeft, maar ook niet veel meer. Zyn vriend is doodeiyk ongerust over hem. Ik deed wat ik kon; ik nam ze op en bracht hen mee hier heen, en nu is de volgende vraag Wat moet er met hen gedaan worden?" Nan aarzelde en keek nadenkend; toen klaarde haar gelaat op. „Ik zal ze opnemen," zeide ze snel. „Vader is weg en ze kunnen myn kamer krygen, die i3 de grootste en do luchligste van de twee - dan zal ik do zyno nemon voor een paar dagen in ieder geval, en als hy thuiskomt, is er misschien iets anders te bedenken. Dat ia zeker," zy liet haar stem dalen en keek naar den wagen, waar een lange man lang zaam uitklom, „een van hen?" „Ja, dit is de oudste van de twee. De andere iB nog oen heel jonge man. Deze heet Cour- tenay—Alan Courtenay," antwoordde Aspreg. „De andere heet Malcolm, geloof ik; zy zyn neveD." Hy ging naar voren en vertelde den vreemdeling in weinige woorden wo k aanbod Nan gedaan had. De man luisterde met aan dacht en zyn somber gelaat helderde oen weinig op. Hy nam zyn hoed af on naar haar toekomende, bedankte hy in een paar beleefde woorden voor haar gast try aanbod. „Ik bshosf nauwelijks ts zeggen, dat ik hot dankbaar aanvaard," zeide hij. „Myn neef ia" en zyn gelaat nam een smartelyke uit drukking aan „zeer ziek, vrees ik. Hy heeft zeer veel bloed verloren en daar hy toch niet sterk is, ben ik vreeselyk ongerust over hem." „Het spyt my erg voor u." Nan sprak mot ongewone verlegenheid, zy kleurde eu sloeg haar oogen neder. Deze man bad iets anders over zich dan al de andere mannen, dio zy kende. Hy was niet zeer knap, by was stellig niet heel jong, want hy zag er uit als een veertiger, en er liepen reeds veel witte draden door zyn donker haar; maar toch was er iets in zyn houding en uiterlijk aDders dan Nan ooit gezion had en dat haar een vreemd, verlegen en terug getrokken gevoel gaf, dat zy moeite had te overwinnen. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1