If
A*. 1898
<§eze (Courant wordt dagelijks, met üitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
MOOIE NAM.
N». 11840
"Vrijdag 30 September.
DAGrBLA
PEIJS DEZER COURANT:
Voor Leidon per 8 maanden. f 1.10.
Franco per post 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DEE AD VERTENT LEN
Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Groctero
letters naar plaatsruimte. Voor het incaaseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
1 Dit nommcr bestaat nit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 29 September.
Naar w(j vernemen, is dr. K. Martin, hoog
leeraar aan de Ryks-universiteit alhier, benoemd
tot lid der „Kaissrliche Leopoldinisch Carolini-
sche-Deutscbe Akadomie der Naturforschvr".
Door den minister van binnenlandsche
zaken is met iogang van 1 October 1898, op
hun verzoek, eervol ontslag verleend aan
dr. G. J. Schoute en A. A. Ladage, als
assistent in het ziekenhuis aan de Rijks
universiteit te Leiden, en zijn voor het tijdvak
▼an 1 October tot en met 81 December 1898
in hun plaats benoemd Tuyl en N. Rutgers
▼an der Loeff.
Door mr. D. Everwijn, in leven minister
resident in disponibiliteit, gewoond hebbende
te 's-Gravenhage, zijn ten behoove van het
Penningkabinet te Leiden gelegateerd: een
der beide groote gouden medailles aan zijn
grootvader S. J. Van de Wjjnpersse, en de
groote zilveren medaille aan diens broeder
Thiens Van de Wijnpersse, ter zake van de
beantwoording van prijsvragen toegekend.
Op de vijfde lijst van de 20ste jaarcollecte
voor de Scholen met den Bijbel komt o. a. voor:
Zoetermeer met Zegwaard, Den Hoorn ea de
Keulscho buurt met f 143.40.
De liedertafel .Haarlems Zanggenot"
heeft veel succes op haar plan om den 19den
en 20sten November een nationalen zangwed
strijd te houden. Reeds hebben 31 vereeni-
gingen zich tot deelneming aangemeld, te weten
13 voor de derde, 12 voor de tweede en 6
voor de eerste afdeeling. Uit Leiden doet „Arion"
mee.
De heer Yves Guyot vertoeft met zijn
familie in „Hötel des Indes", te 's-Gravenbage.
Het bezoek van den heer Yves Guyot aan
de residentie heeft, evenals zijn komst te
Amsterdam, slechts ten doel het bezichtigen
van eenige merkwaardigheden. Hedenmiddag
omstreeks balfvier zou by naar Rotterdam
vertrekken, om van daar de terugreis naar
Parys aan te nemon.
De bezoeken van eenige rechterlijke ambte
naren en rechtsgeleerden, waarvoor tegen
gisteravond aan den politieken directeur van
de „Siècle" vergunning was gevraagd, had
hy uitgesteld tot hedenochtend.
Op zyn tocht van Amsterdam naar Den
Haag bezocht de heer Yves Guyot, hoofd
redacteur van de „Siècle" en ex minister van
justitie in Frankryk, gisteren met zyn echt-
genoote en twee dochters de gemeente Haarlem.
Na in hotel „Funckler" te hebben gedejeuneerd,
werd in gezelschap van den heer Joost De
Graaff een bezoek gebracht aan „Teyler" en
vervolgens aan de Groote Kerk.
- Da beer Guyot ontving hedenochtend in het
„Hotel des Indes" eenige bezoeken, o. a. van
mr. A. P. Th. Eyssell, raadsheer in den Hoogen
Raad.
Later bracht hy een bezoek aan het Depar
tement van Justitie, aan mr. F. W. J. G.
Snyder van Wissenkerke, raad-adviseur, chef
der tweede afdeeling aan dat Departement,
welke afdeeling o. a. omvat de verzoeken om
gratio en rehabilitatie, voorwaardeiyke invry-
heidstelling, onz.
De Haagsche briefschry V6r van „De Tyd"
deelt, uitgaande van de mededeeling, dat H.
M. de Koningin aan haar omgeving baar b(J-
zondere ingenomenheid heeft betuigd met de
vlootrevue en de legerschouwing, welke Zy
by woonde, de volgende byzonderheden mede:
„By deze gelegenheid mag wel eens met
nadruk worden verklaard, dat H. M. van haar
jeugd af de levendigste belangstelling toonde
in alles wat zee- en landmacht betreft. Reeds
als klein kind had Zy aityd grooten schik in
de wacht, die vóór het Paleis 6taat. Zy knikte
by bet uit- en ingaan van het Paleis de schild
wachten immer met in 't oog loopende vrien-
dadeiyk toe. Haar koninklijken Vader verraste
Zy eens, op een kouden winterdag, met de
vraagwaarom de wachten geen pelzen droe
gen? een uiting van gevoeligheid, welke koning
Willem III niet weinig behaagde, hoewel hy
persooniyk veel hechtte aan het harden van
den soldaat in en voor den dienst. Hy ant
woordde z'yn lieveling: „Die soort van kleeding
zouden aio mannen niet gaarne aan willen
hebben; zy zouden zich dan niet kunnen
roeren." Het koninklyk kind zweeg, biykbaar
niet overtuigd.
Odzo Koningin is een „militariste," maar in
den goeden zin. Zy zal het militaire element
niet voor het civiele trekken, doch aan beiden
recht doen wedervaren. Dit neemt niet weg,
dat Zy zich krachtig voelt aangetrokken door
militair vertoon, een eigenschap, welke Zy èn
van baar Vader èn van haar Moeder geërfd
heeft.
Het is merkwaardig zoo wordt door haar
omgeving getuigd hoe spoedig de Koningin
zich in haar nieuwe taak heeft geschikt. Zy
vervult in den morgen haar koninklyken arbeid,
alsof Zy daaraan reeds jaren gewoon was. Haar
bandteekeniDg is byzonder duidelijk. Zy schryft,
voor een vrouw, al een byzonder vaste en
krachtige hand.
Een vroegere mededeeling van my, volgens
welke de Koningin Moeder voorloopig in het
Palei3 zal blijven wonen, schijnt in de feiten
haar bevestiging te vinden."
De candidaat leden van het Delftsch Stu
dentencorps der Polytecbnische School zullen
Vrydagavond 30 dezer in het openbaar in Stads-
Doelen worden geïnaugureerd.
Onder den traditioneelon fakkeloptocht zullen
serenades gebracht worden aan de professoron
Kraus on Scbroeder van der Kolk.
De nieuw ingeschrevenen by de Indische
Instelling te Delft, zes in getal, zyn Woensdag
avond aan een gemeenschappelyk dinerplechtig
g-ïnaugurerrd als lid van het Indologisch
Studentencorps.
Tot lid der Provinciale Staten van Fries
land is in het district Franeker gekozen de
heer H. Kamstra (anti-rev.) met 2348 stemmen.
De hetr H. De Koe (lib.) verkreeg 2181
stemmen.
De gemeenteraad van Amsterdam heeft
gistermiddag goedgekeurd een voordracht van
B. en Ws. om het geneeskundig onderzoek
van gemeente-ambtenaren en beambten of
naar gemeente-ambten dingenden op te dragen
aan twee mannelyke artsen tegen een hono
rarium van f 2000 'sjaars ieder en zoo moge-
ïyk aan een vrouwelyke arts op een hono
rarium van f 1500.
Het ongunstig praeadvtes van B. en Ws.
op het verzoek der Yereeniging voor spraak-
gebrekkige en achteriyke kinderen om een
jaarlyksche subsidie van 5000 tot oprichting
eener afzonderlyke school of om die van
gemeentewege op te richten, werd bestreden
door den heer Sauvage Nolting, schoolopziener,
en do heeren doctoren Schippers en Voute
Er zyn in Amsterdam achteriyke kinderen,
die inderdaad het onderwijs op lagere scholen
belemmeren. De wethouder, dr. Blookor, wees
op de groote financiöele gevolgen van inwilli
ging van het verzoek; al zeer spoedig zou
blyken dat de enorme uitgaven van het
•nderwys door de stichting der verlangde
school weder met f 30,000 zouden moeten
verhoogd worden. Na verder debat werd het
praeadviea verworpen met 28 tegen 8 en
aangenomen een motie-Voute met 25 tegen
11 stemmen om een subsidie toe te staan
onder door B. en Ws. vast te stellen voor
waarden.
De ledige vakkon in de groote portretten
zaal van 's Ryks Museum to Amsterdam, ont
staan door de verhuizing van de „Staalmeesters"
naar de Rembrandt- en van de Oranjeportretten
naar de Oranje-Nassau-tentoonstelling, zyn
thans ty lelijk behangen met vyf kolossale
doeken van Ferdinand Bol, die vroeger als
wandbehangsels de groote zaal in het woODhuis
der familie Royaards op de Nieuwe Gracht
te Utrecht versi rJen en in 1892 door de heeren
Royaards aan het Ryks-Museum ten geschenke
werden aangeboden.
De stukken, naar het „Hbl." meldt, door
den heer Hesterman op verdienstelyke wyze
verdo kt, stellen voor: Het vinden van Mozes;
Achilles ontvangt Thetis; Koning Amazia en
do man Gods; de Engelen bezoeken Abraham,
en Benjamin's valsche beschuldiging.
De uitgaven ter gelegenheid van het
verbiyf in Nederland van den Perzischen
ambassadeur Nasserul Mulk hebben bedragen
f 2424.62; oie ter gelegeoheid van het bezoek
van den koning van Siam f 6018.97.
By hot Internationaal comité voor
Meteorologie, welks laatste conferentie in 1896
te Parys plaats had, is in overweging in het
volgend jaar te Utrecht samen te komen. In
dat geval zal de Regeering hier te lande voor
een ontvangst zorgen.
In den ouderdom van 90 jaren is over
leden te Benschop de heer G. Lekkerkerker
Cz., tot voor korten tyd wethouder en amb
tenaar van den burgerleken stand dier ge
meente, en penningmeester van het waterschap
en hoogheemraad van den Lekdijk-Beneden-
dams.
De heeren Attema, te Leeuwarden; P.
M. Heringa, te Groenloo; M. J. Kosters Gzn.,
te Leiden; F. F. Milatz, te Zwolle; E. Pekema,
te Bolsward; D. Po'Jinga, te Bolsward; J.
Scherpenhuysen, te Haarlem; S. Scholten, te
Eükhuizen; J. Swart, te Haarlem en H. Westra,
te Rotterdam, zyn als studenten van het
seminarium der „Algemeeno Doopsgezinde
Sociëteit" aangenomen.
Het plan moet nu reeds by H. M. de
Koningin vaststaan H. M. gaf het zelf aan
eenige autoriteiten in de laatste dagen te
kennen om in het volgend jaar weer een
reis door het land te maken en alle provincies
opnieuw te bezoeken. (Arnh. Gt.)
Het stoomschip „Ardjoeno" vertrok 28
Sept. van Batavia naar Rotterdam; de „Oenga-
ran," van Rotterdam naar Java, arriveerde 28
Sept. te Port-Said; de „Salak," van Rotterdam
naar Java, passeerde 28 Sept. Ouessant; de
„Spaarndam," van Nieu w-York naar Rotterdam,
met 41 kajuitspassagiers, passeerde 28 Sept.
Wight; de „Burgemeester Den Tex," van Bata
via naar Amsterdam, vertrok 28 Sept. van
Port Said.
Noordwyk. Dinsdagavond werd in het lokaal
van den heer K. Ham een vergadering ge
houden van de afdeeling Noordwyk der Ver-
eenigiog tot bevordering van fabrieks- en hand-
werksnyverheid in Nederland, onder voor
zitterschap van den heer E. De Groot. Besloten
werd de aan de afdeeling verbonden ambaebts-
en rekenschool te heropenen op Donderdag
6 October, waarvoor men zich iy den secretaris,
den beer C. G. J. Alkemade heeft aan te meidon.
Een voorstel van den heer C. Alkemade Sr.,
om ook het schriftelyk werk der rekenlessen
by gelegenheid der prysuitdeeling ter visie
te leggen, alsmede om te eischen, dat nieuwe
leerlingen vóór hun toelating een schriftelyk
bewijs hunner hoofden van scholen overh ggeD,
dat zy voldoende bekend zyn met de vlakte
maten, werd aangenomen. De aftredende
hoeren C. G. J. Alkemado en A. Dorsman,
resp. secretaris der afdeeling en commissaris
van toezicht op de scholen, werden met
algemeene stemmen herkozen. Ten slotte zal
nog aan do drie onderwyzers verzocht worden
een plan op te maken, naar hetwelk de pryzen
aan de leerlingen der teeken- on rekenscholen
zullen worden toegekend.
Stompwyk. Tot Heemraad van het bestuur
van den Drooggeinaakten Grooten Polder te
Stompwyk is met 181 van de 340 uitge
brachte stemmen gekozen de heer W. Van
Vliet, te Stompwyk. De overige 159 stemmen
waren uitgebracht op don heer J. Hoogendoorn,
mede aldaar woonachtig.
Uit de „Staatscourant.1*
Kon. besluiten. Benoemd in de orde van
Oranje-Nassau, tot commandeur, de generaal-majoor
W. Kooseboom, commandant der stelÜDg van Am
sterdam, toven9 bevelhebber in de 1ste militaire
afdeeling; tot officier, do luit.-kolonol J. Van Wijk,
van het 7de regiment infanterie; J. B. Vorstman,
Averkzaam aan de secretarie van Rare Majesteit
do Koningin-Moeder; tot ridder J. J. L. Heldring,
Eenningmeester van het comité voor bet hulde-
lijk aan Hare Majesteit de Koningin-Moeder; de
gepensionneerde kapitein der inf. J. Hnygens;H.
M. ordonnans-offi. do eerste luit. jhr. 0. L. Van
Sucbtelen van de Haare, van den grooten staf.
Met ingang van 16 Oct. a. s.: de offf. van gez.
der Iste kl. bij de zeemacht H. Van der Voo, op
pensioen gesteld en hem toegekend een pensioen
ten bedrage van f 1425 'sjaars; bij de zeemacht be
vorderd tot officier van gez. der lste kl., de offi.
van gez. der '2de kl. C. Pino.
Pensioen verleend: aan den eervol ontslagen com
mies bij de directie der marine te Willemsoord J.
C. J. Graat, ten bedrage van f 1179 's jaars; aan
H. J. Van Kleef, weduwe van den brievengaarder
J. Freriks, f 100.
Aan A. C. Moënuoz, geboren te Pully, in Zwit
serland, vergunning verleend tot bet geven van
hooger onderwys aan eene inrichting van hooger
onderwijs te Voorschoten.
Benoemd lot notaris te Oldeberkoop (gemeente
OoststolliDgwerf), H. D. J. Ouwersloot, candidaat-
notaris te Utrecht.
Min. beschikkingen. Benoemd tot assistenten
aan 's Rijks Veeartsenijschool te Utrecht, voor bet
tijdvak van 1 October 1898 tot en met 30 Sept.
1899, de veeartsen H. Markus, te Utrecht; J. Van
Zijverden, te Utrecht, en D. B. Wagenaar, ie Do
Schrans, gemeente Leeuwardoradeel.
Door den minister van koloniën zijn mejuffrou
wen W. F. Vos, verpleegster van het Roode Kruis
te 's-Gravenbage, M. A. Nus3e, verpleegster bij de
Vrouwen-cliniek te Amsterdam, M. E. Eekhof, ver
pleegster te Amsterdam, en B. J. Meyerink, ver
pleegster in het Rijksgesticht voor krankzinnigen
te Medemblik, gesteld ter beschikking van den
gouverneur-generaal van Nederlandsch-lndië, om
te worden benoemd tot verpleegster bij het krank
zinnigengesticht te Buitenzorg op Java.
TWEEDE HlllEK.
De afdeelingen der Tweede Kamer hebben
benoemd tot rapporteurs over de volgende
wetsontwerpen
Aanleg spoorweg van Kalisat naar BaDjoe-
wangi; overeenkomst met de Nederlandsche
Handelmaatschappynadere regeling uitvoer
recht tol in Nederland8ch-Inoië en wijziging van
art. 109 regeerings reglement Nederlandsch-
lndië, de heeren Mackay, Van Kol, Van Alphen,
Roessingh en Pynacker Bordyk.
Overeenkomst met Duitschland betreffende
toölating van veeartsen tot de uitoefening der
geneeskunst in grensgemeenten van de Neder-
landsche kusten; wyziging van bet Wttcoek
van Koophandel voor de gemengde rechtspraak
in Egypte, enz.; naturalisation van J. Kuerten
e. a., de heeren F. Van Bylanat, Kool, Fokker,
Van de Velde en Rethaan Macaró.
Onteigening voor doortrekking der Van-
Wou straat te Amsterdam, de heeren Hartogh,
Goekoop, Truyen, Drucker en Bastert.
Suppletoire begrooting Oorlog 1898.
Uit een nota van antwoord van den minister
van oorlog, naar aai.leiding van het afdetlings-
verslag der Tweede Kamer over het wets
ontwerp tot aanvulling en verhooging van
verschillende posten van het VlIIstu Hoofd
stuk der Staat8begrooting, dienst 1898, blykt
o. a., dat een aanvrage tot vermeerdering van
het arbeidsloon by de artillerie-inrichtingen
over 1898 reeds ia 1897, als mogelyk, in
uitzicht werd gestold.
Een regeling van de loonen van het personeel
der artillerie-inrichtingen kan niet in uitzicht
worden gesteld.
De vertraging in de levering van de
karabijnen van 6.5 mM. met daarby behoorende
verwisselstukken is te wyten aan de 07er-
strooming, welke op 29 Juli 1897 te Steyr
heeft plaats gehad. Voor vertraagde levering
was by het contract loet9 bedongen, maar
aangezien de bovenvermelde omstandigheden
geheel onafhankelyk van den wil van de
aanneemster waren, werd bewilligd in een
uitstel van 68 dagen.
2)
Tot dusver had zy slechts met verdeelde
aandacht naar Wills woorden geluisterd,
maar nu, getroffen door de ongeveinsde
bewondering, die uit zUn oogen straalde, zag
zij hem Vriendelijk aan.
„Wat geeft het, hoe ik er uitzie," zeidezi)
eindelijk. „Praat nu eene over iets verstan
digs, Will, als ge absoluut praten moet. Wat
'mij betreft, ik heb er geen lust in."
V" „Dat is gemakkelijk te bemerken! Scheelt
jBr iets aan, Nan? ZiJt gij" Will aarzelde
een oogenblik. „ongerust over uw vader?
-Ik hoorde u gisteren zoggen, dat ge niet be-
greept, waar hij zoo lang bleef en wat hij
uitvoerde."
Nan haalde haar schouders op en zij fronste
haar wenkbrauwen.
„O, heden, neen!" zeide zij op drogen toon.
„Vader maakt het best, daar ben ik niet bang
voor; die zal binnenkort wel weer boven water
komen. En hoe langer hij wegblijft, hoe
liever het my is," voegde zy er achteloos
aan toe.
„Maar wat hebt ge dan? Ik weet zeker,
dat go ergens over tobt", hield Will vol. Nan
lachte en zeide spotachtig: „In ieder geval
is het geen kindorl(jke bezorgdheid of liefde,
maar iets veel practischer en belangryker.
Als ge het dan weten wilt, ik verwachtte
den wagen met winkelgoederen van Newcastle
al twee dagen geleden, en hy is er nog niet.
Ik heb geen ons tabak en geen enkele sigaar
in den winkel, en wat ik van avond moet
dooD, als de joogens komen koopen, is my
een raadsel!"
Nan zag Will byna wanhopig aan. Het
was bem een pak van het hart, dat het niets
anders was, en hy lachte.
„Is dat alles? Welnu, dan moeten zy het
zonder doeD, tot de wagen komt", voegde by
er achteloos aan toe.
„O, zoo!"
Nan trok haar schouders op en zag hem
met hooghartige minachting aan.
„Dat toont hoeveel gy van de zaak afweet",
zeide zy sarcastisch. „Ge zjjt niet heel laDg
in de Gouden Vallei geweest, Will, maar
toch lang geBoeg, om te weten, dat de jon
gens niet buiten tabak kunnen, en dat het
best mogelyk is, dat er een standje komt, als
zy hooren, dat ik niets meer heb".
„Ik zal by u blyven toe, mag ik, NanI
als ge daar bang voor zyt", zeide Will
dringend.
„Bang?" Nan staarde hem aan on lachte
toen. „Waarvoor? Ze zullen my misschien
een paar ruwe woorden laten hooren, en daar
geef ik niet om. Ik kan best voor myzelf
zorgeD, Will".
„Zyt ge nooit bang hier zoo alleen zon
der een andere vrouw in huis, bedoel ik—sn
uw vader zoo dikwyis weg? Kunt ge dien
brommigen, ouden Schot vertrouwen?"
„O ja, best", antwoordde Nan.
Zy zweeg een oogenblik; toen hief zy haar
hand op, overschaduwde er haar oogen
mede en keek vol aandacht don weg af. Will
sloeg haar nieuwsgierig gade.
„Waar kykt ge zoo naar, Nan?"
„Ik verbeeld my, dat ik den wagen zie
aankomen, kijk gy eens, Will". En toen Will
gehoorzaamde: „Ziet ge iets?"
Will schudde zyn hoofd.
„Neen, ik zie niets."
„Niet?" Nan keek weder en toen klaarde
haar gelaat op. „Het is de wagen, ik weot
het zeker; boe gelukkig 1" zeide zy opgeruimd.
„Nu, Will, ik moet u verlaten; ik moet
dadeiyk de toonbank loegmaken."
Een half uur later kwam de wagen, waar-
naar Nan zoo verlangend had uitgezien, den
ruwen weg afgeredeD, getrokken door een
paar ossen en gemend door een Kaffer, die
met zyn zweep klapte en zyn vermoeide
beesten met een reeks onverstaanbare woor
den tot meerderen spoed aanmaande. Naast
hem zat een lange jonge man, de eigenaar
van den wagen, die zyn hoed afnam, toen by
den winkel naderde, en Nan een vriendeiyk
„Goeden dagt" toeriep.
„Wei, juffrouw Lestor, hadt u my heelemaal
opgegeven?" zeide hy, toen de wagen voor
de deur stilhield, en hy sprong er vlug uit
en stak Nan de hand toe. „U hebt my zeker
gisteren al verwacht?"
„Ik verwachtte u eergistereD, en ik was
bijna wanhopig, want ik heb niets geen
suiker meer en geen tabak, om van een massa
andere dingen Diet te spreken. Ik hoop dus,
dat u een flinke lading van alles by u hebt,
mynheer Aspregl"
„Ik heb u een lading meegebracht, die u
niet verwacht, en die u, vrees ik, niet zeer
welkom zal zyn." En Jim Aspreg liet zyn
stem dalen en keek om naar den wagen.
„Zoo? Wat dan?"
„Twee mannen, die wy gisteron in het veld
hebben gevonden. Zy waren aangevallen,
bestolen en half vermoord door drie manneD,
terwyi zy reden van Newcastle naar de
Gouden Vallei. Zy waren beiden bewusteloos,
toen wy hen vondoD, maar de een was slechts
verdoofd door een Blag en was weldra in
staat my te vertellen, wat hy van de zaak wist.
Zy waren aangevallen, zyn paard was onder
hem doodgeschoten en hy verdoofd door een
slag op het hoofd. Zyn makker is ernstiger
gewond, want hy kreeg een kogel door zijn
schouder en heeft zóóveel bloed verloren, dat
ik eerst dacht, dat hy dood was."
„Hy leeft dus?"
„Hy leeft, maar ook niet veel meer. Zyn
vriend is doodeiyk ongerust over hem. Ik
deed wat ik kon; ik nam ze op en bracht
hen mee hier heen, en nu is de volgende vraag
Wat moet er met hen gedaan worden?"
Nan aarzelde en keek nadenkend; toen
klaarde haar gelaat op.
„Ik zal ze opnemen," zeide ze snel. „Vader
is weg en ze kunnen myn kamer krygen, die
i3 de grootste en do luchligste van de twee -
dan zal ik do zyno nemon voor een paar
dagen in ieder geval, en als hy thuiskomt,
is er misschien iets anders te bedenken. Dat
ia zeker," zy liet haar stem dalen en keek
naar den wagen, waar een lange man lang
zaam uitklom, „een van hen?"
„Ja, dit is de oudste van de twee. De andere
iB nog oen heel jonge man. Deze heet Cour-
tenay—Alan Courtenay," antwoordde Aspreg.
„De andere heet Malcolm, geloof ik; zy zyn
neveD." Hy ging naar voren en vertelde den
vreemdeling in weinige woorden wo k aanbod
Nan gedaan had. De man luisterde met aan
dacht en zyn somber gelaat helderde oen
weinig op. Hy nam zyn hoed af on naar haar
toekomende, bedankte hy in een paar beleefde
woorden voor haar gast try aanbod.
„Ik bshosf nauwelijks ts zeggen, dat ik
hot dankbaar aanvaard," zeide hij. „Myn neef
ia" en zyn gelaat nam een smartelyke uit
drukking aan „zeer ziek, vrees ik. Hy
heeft zeer veel bloed verloren en daar hy
toch niet sterk is, ben ik vreeselyk ongerust
over hem."
„Het spyt my erg voor u."
Nan sprak mot ongewone verlegenheid,
zy kleurde eu sloeg haar oogen neder. Deze
man bad iets anders over zich dan al de
andere mannen, dio zy kende. Hy was niet
zeer knap, by was stellig niet heel jong, want
hy zag er uit als een veertiger, en er liepen
reeds veel witte draden door zyn donker
haar; maar toch was er iets in zyn houding
en uiterlijk aDders dan Nan ooit gezion had
en dat haar een vreemd, verlegen en terug
getrokken gevoel gaf, dat zy moeite had te
overwinnen.
Wordt vervolgd.)