N*. 11831
Maandag ld September,
A0. 1898
<§eze iQourant wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
Derde Blad.
Feuilleton.
GESMART.
PRIJS DEZKB COÜRAITT:
Voor Velden per 8 amandeo. 1.10.
Ftaneo per poste 1.40.
Aiaonderiykö Hommers 0.06.
PBJJ3 DER ADVKRTEMT3LÊN
"VaD 1-6 regels f 1.06. Iedere rogei meer f 0.17J. - Grootera
letters naar plaatsruimte. - Voor het Incaaseeren bulten de stad
wordt f 0.06 berekend
KOLONIËN.
BATAVIA, 10 16 Augustus.
Aan een tan den gouverneur van Atjeh en
Onderhoorighoden ontvangen telegram wordt
in de ,Jav. Ct." bet volgende ontleend:
Den. 4den Aug. ia door een bataljon het beu-
velterreln bezuiden Troereb doorzocht, waarby
verscheidene vyandeiyke schuilplaatsen ver
brand werden; de vyand bood weinig tegen
stand en liet vyf doo ien achter.
Een op 11 Aug. van Lambaroe uitgezonden
patrouillo ontmoette aan don bovenloop der
Loethoe een kleine r.ende, welke verdreven werd
met achterlating van eon doode, oen Beaumont-
geweer, een revolver en munitio; onserzyds
werden geen verliezen geleden.
Op den 6den fourageerdo een bataljon van
de colonne Tjot Moeroeng te Glé Gapoej en
werden de troepen op den terugmarsch door
den vtfand beschoten. In een, door de achter
hoede gelegde hinderlaag vitlen zes vijanden,
die gedood wenen, terwijl twee vijanden in
handen vielen van een afdeeling marechaussees
®p .de flank dor colonne.
ander bataljon met genie on cavalerie
doorzocht den Biang Kedah en verbrandde
verscheidene schuilplaatsen en voorraden des
vijand8, terwijl tevens het bergpad van daar
naar Tamseh verkend werd.
In den nacht van 6 op 7 dezer werd do geudé
Maloa omsingeld; eenige vijanden wisten te
ontkomen, twee werden er neergeschoten,
terwijl een zestal geweren en blanke wapens
werden buitgemaakt.
Den 7den doorzocht het 3de bataljon ver
schillende kampongs in de moekims Tjoemto;
twee gewapende vijanden werden daarbij neer
gelegd.
Een verrassing van Toeko9 Oemar en zijn
bendo werd, evenwel zonder resultaat, van uit
Sogli in den nacht van 7 op 8 beproefd in
Meusendjit Keumangan en Koeta Reumbajan.
In den nacht van 8 op 9 werd wederom,
thans van uit Glé Siblab, getracht Toekoe
Oemar to overvallen, zoomede Bin Peukan
Meurendo en wel te Geudé- en Koeta Reum
bajan. Do troepen kwamen daarbij met de
bende van laatstgenoemde ia gevecht en ver
joegen haar met achterlating van 24 dooden,
3 achtorlaad- en 15 voorlaadgeweren.
Onzerzijds sneuvelde een Amboineesch
marechaussee en werden niet levensgevaarlijk
gewond de Europoesche sergeant Deetman
en oen Amboineesch marechauesee.
Den llden en 13den onderwierpen zich
respectievelijk Tenkoo Bentara Sama Indra
en Tenkoe Bentara Tjoembo, wien daarop
vergund werd om met hun volk naar de
kampongs terug te keeren. In bet bivak Glo
Siblah werd oio vergunning verleend aan de
hoofden van Osdjcng Rimba, die zich daar
hadden aangemeld.
De weg naar Padang Tidji is gereed tot
voorbij Grong Grong, terwijl van Kota Mantroö
on Tjot Moeroeng een weg gemaakt worct
naar den Glé Gapoej.
Do vijand verontrustte de laatste werk
zaamheden Diet, doch do dekking t-ö eerat-
genoemden weg werd 13 dezer door een drietal
vijanden uit Seuleungo beschoten; twee hunner
werden neergelegd.
Als waarnemend redacteur van het Bat.
Nbl.", welks redacteur, de heer P. A. Dauro,
te Laag Sorren is overleden, i3 opgetreden
mr. Ph. 8. De Laat de Kanter.
De beeren Tellings en Van Waardenburg,
die kort goleden slaagden in het groot
ambtenaarsexamen, zijn werkzaam gesteld by
het departement van binnenlandsch bestuur.
Aan het schriftelijk gedeelte van het
groot notarisexamen hebben van de zeven
candldaten vier voldaan, te weten deheeren:
L. C. Hee9, J. C. F. Mandon, Th. A. Eman
en J. H. A. Van Barnevtld, die mitsdien
toegelaten zijn als candidaat-notarissen.
Het vooretel is gedaan om da afdeeling
B van het gymnasium Willem III onder een
afzonderlijken directeur te stellen. (J. B.)
Segll*
Uit Kotta-Radjc. is den 29sten Juli aan de
„Sum. Ct." geseind:
„Zendelingen en bevriende hoofden zorgen
voor de verspreiding eener in beslisten vorm
gestelde proclamatie aan de bevolkingen der
beide federaties. Men zegt, dat de 6isch is:
dadelijke inlevering van wapens en munitie
on uitlevering dor hoofden van het verzet. Er
worot een uiterst gestreng optreJen te gemoet
gezien. Van ontbinding der expeoitionnaire
strijdmacht is nog niets bekend".
Den lsteo dezer werd uit Segli aan dat
blad gotelegrapheerd
„De toestand egint, zelfs op kleinen afstand
van het bivak Segli, vooral in de richting
van Bambi, eenigszins zorgwekkbnd te worden.
Veelvuldige beschietingen hebben daar plaats
en de bevolking onttrekt zich zooveel mogelijk
aan bet verkeer met onze nederzettingen".
Timor.
De resident van Timor seinde den 30sten
Juli aan de regeering:
„De verwikkelingen tusschen de strand- en
bergbevolking in Larantoeka zijn oog niet
gecindigd. Aan de grens van Portugeeach
Timor bleof het rustig. De gezondheidstoestand
is minder gunstig, veel koortsen kwamen voor.
Op Timor brak onder de paarden een ziekte,
V6rmcedeiyk influenza, uit".
Men bericht aan de „Java-Bodo", dat de
agent van de wees- en boedelkamer van
Makassar te Timor Koepang plotseling is
overleden en dat in diens kas oen aanzienlek
tekort zou zyn geconstatoerd. Volgens den
regetringsalmanak is dit de hoer A. D. Le
Bruyn.
Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië
zijn de volgende beschikkingen genomen:
CIVIEL DEPARTEMENT. Verleend: Wegens
ziekte een tweejarig verlof naar Europa aan den
onderwijzer der 3do klaöse bij het opeubaar lager
onderwijs voor Europeanen F. W. Krilss.
Ontslagen: Eervol uit 'slands dienst de
verificateur der 5do kl. bij de in- on uitvoerrechten
en accijnzen E. J. De Bode en do gewezen klork
op het residentiekantoor te Batavia R. Goaijn,
eerstgenoemde met ingang yan 7 Augustus 1898*
Ontslagen: Eervol uit 'slands dienst, do
assistent-resident der Zuiderdistricten van het
fouvernement Celebes en Onderhoorigheden I. J.
Snellebrand en de assistent-resident van
Koetoardjo [Hagelen] II. II. E. Th. Bosch;
eerstgenoemde wegens volbrachten diensttijd, en
laat&tgenoomde op verzoek.
Benoemd: 'lot assisteut-resident: van Koeto
ardjo [Bagelen] de controleur der Iste kl. bij het
Binnen). Bestuur op Java en Madoera M. Herz:
van Ledok (Bagelen) do sooret. der res. Keaoe,
H. J. Wyers; van Banjoewangi (Besoeki.), de
ambtenaar op non-activiteit A. Vud der Ven,
laatst sss.-res. van Modiokerto (Soerabaia);
tot opzichter tweede kl. bij den Waterstaat en
Viands Burgerlijke Openbare Werken, de opz.
dorde kl. L. Korthals; tot 3den comm. bij not
departement van Binnenl.'-Bestuur, de klerk bij
dat département J. F. Goose.
Bij het Binnenl. Bestuur op Java en Madoera.
T oegevoegd: Aan don hoofdinspecteur der
cultures, de controleur 2dé kl. P. D. Mens Fiers
Smeding, wordende hij in verband hiermede van
zijn kader gevoerd a la suito.
Verleend: Wegens langduriger, dienst eeu
iaar verlof naar Europa aan den verificateur" 4do
kl. bij de in- en uitvoerrechten en accijnzen H.
Klusman.
Benoorad: Tot leeraar in do Javaaoscho taal,
bij do afdeeling Taal-, Land- en Volkonkunde van
Neder].-Indië van het Gymnasium Willem lil te
Batavia Dr. G. A. J. Bazeu, daartoe gesteld ter
beschikking van den Gouverneur Generaal.
Verlcond: Wogcns langduriger» dienst, één
jaar verlof naar Europa, aan deu commies op het
residentiekantoor te Madioon, D. Th. Van Ooit.
Ingetrokkon: De benoeming van don voor
zitter van don landraad to Djember (Besoeki) mr.
J. G. J. Oetgens van Waveren Pancraa Clifford
tot voorzitter van de laudradeu te Sitoobondo en
Bnnjoewangi (Besoeki).
Benoemd: Tot voorzitter van de laudraden
te Sitoebondo en Banjoewangi (Besoeki), de be
noemde voorzitter van den landraad te Djember
(Besoeki) mr. J. C. Heijniug.
Ontslagen: Eervol uit 'slands diensit, de
klerk bij het departement van Financiën C Pasma
en de gewezen klerk op het residentiekantoor te
Magelang (Kedoe) D. A. Lammors; oerstgenoemde
op verzoek en met bepaling, dat dit ontslag wordt
gerekend te zijn ingegaan op 27 Juli 1893;
uit zijn betrekking, de geschorsto opzichter dor
2de klasso bij den Waterstaat en 's lands Burger
lijke Openbare Werken L, O. Kramer, met bepaling,
dat nader zal worden beslist, of dit ontslag al
dan niet als eervol moet worden beschouwd.
Toegelaten: Tot niiuefemng der artsenpbo-
reidkunst als apotheker in NoUerJandsch-Jndië,
J. A. B. S ma tors en G. C. W. Laugenborgb.
DEPARTEMENT VAN OORLOG. Geplaatst-
Bij aankomst op het bureau yaD den gewentel ijken
intendant to Batavia, de kapitein-kwartiermeester
van verlof uit Nederland teiugverwacht wordende
S. Spree;
als beheerder van het gewestelijk kleeding-
magazijn te Padang, de magazijnmeester lsto kl.
(kapitein) der militare adm. M. N. Beets.
Hersteld: In activiteit en geplaatst als gewest,
int. op non activiteit L. 0. Van Berg.
Ontslagen: Mot ingang van 3 Octsborl898
op verzoek wegens volbrachten diensttijd, eervol
en met bohoud van recht op pensioen uit lir. Ms.
militairen dienst, de luit.-kol. der inf. J. W. J.
Hofman.
B\j het wapen der infanterie.
Bevordord: Tot luit.-kol, do majoors A. E.
N. B. Otken, met verlof in Nederland, J. A. P.
Grevers, mot verlof in Nederland, en C. A. Van
Loenen;
tot majoor, de kapiteins W. J. C. Crentz Lech-
leitner eu F. C. Van Baar van Slangenburgh
tot kapitein, de 1ste luit. L. K. J. Baron Van
Utenhovo, L. G. Van der Haas (.met vorlof iu
Nederland), E. Den Dooren de Jong (gedetacheerd
in Nederland) en S. L. Blok;
tot lslen luit. de 2de luits. P. F. HabrakeD, D.
H. J. Van Bremen, F. J. C. Mulder en E. A.
Ebbink.
Overgeplaatst: Als wd. gewostelrjken int,
le Bataria, de kapt.-int., gewestelijk intendant te
Makassar, H. A. Engeringh;
als gewestelijk int. le Makassar, de kapitein
int. van den gewestelijkeu intendant te Batavia
A. E. G. C. G. Van Eelders;
bij don gewestelrjken on plaatselgken geneesk.
dienst ter Bum. Oostkust te Bengkalis, de officier
van go oudheid 2do k). te Magelang L. J Crooy;
bij do direotie van den topographiscben dienst
en gevoerd a la suile van zijn wapen, do lste luit.
der inf. bij hot subs.-kader te Batavia E. J. F.
Verster.
Onthevon: Van zijn detacheering bij het
hoofdbureau van den Gonoralen Staf cn goplaatet
bij de lste comp. art. (lste veld batterij) te Batavia,
de lste luit. der art bij hel subs.-kader to Batavia
H. R. Mac Gillavry.
Bij het wapen der artillerie:
Bevorderd: Tot laten luit. de 2de luit. C.
Fiihri.
Hersteld: Boven de formatie,lin activiteit,
de luit.-kol. op non-act G. J. Van Kooten.
DEPARTEMENT VAN MARINE. Ontslagen:
Op verzoek eervol uit 's lands dienst, de2de staar-
man bij de Gouvernements-Marine L. Bartelings.
Overgeplaatst: Van ile „Gedeh" op de
„De Ruytcr," de luitenant tor zee der lste klasse
J. H. Van Leent;
van de „Do Ruyter" op de „Gedeh,'" de luit.
ter zee der 2do kl. Jhr. C; "Hooft Graafland;
van de „Sumatra' op de „Gedeh," op folio vau
luit. ter zee 2do klde adelborst der lste kl. E.
A. W. Van Riemsdijk en de luit. ter nee der 2de
kl. J. S. A. Kroon;
van de „Matavam" op de „Prins Hendrik," de
luit. ter zee der 2de kl. J. J. M Baart;
vau do „Prioa Hendrik" op de „Matai am," op
folio van luit ter zeo 2do kl., de adelborst dor
lste kl. L. L. F. Do Greve;
van de „Prins Henkrik" op de „Sumbawa," op
folio van luit ter zee derfde kl. de adelborst
lste kl J. H. G. Kremer;
van de „Sumbawa" op do „Gedoh," de luit. ter
zee der 2de kl. C J. P. Zaalberg;
van de „Gedoh" op do „Bromo," de officior van
gez. lste kl. dr. C. T. Hu mme;
van do „Prins Hendrik" op de „Atjeh," de off.
van gez. lste kl. H. G. J. Van Doeaburgh;
van d* „Atjeh" op de „Mataram" do offi. van
gez. lste kl. P. W. K. Petri;
van de „Mataram" op do „Gedeh", de offi. van
gez. lste kl. J. Vorstman.
Geplaatst: Iu de rolle van de „Prins Hen
drik", de offi. van gez. lste kl. Dr. J. C. H. -H.
Mackay en do offi. van gez. 2de kl. A. Spanjaard.
Vergund: Om te repatriëorenaan denlsten
luit. ter zoe 2de kl. H. W. Verkerk van de
„Bromo" wegens langdurig verblijf in deze ge
westenaan don offi. van gez. lste kl. J. Vorst
man van de „Gedeh" wegens overcompleet in zijn
tang.
Gemengd Nieuws.
Zakkenroller gesnapt. Een
onzer bekende componisten werd don 31sten
Augustus het slachtoffer van een zakkenroller,
die hem z[jn gouden horloge met ketting ont
futselde. Dezer dagon te Schevemngen zijnde,
Btond hy op de tram naar Schevenlngen en
zag een klein heeitje op de tram staan, dat
een gouden ketting droeg, precies op den
gestolenen gelykende.
Hy deelde zyn argwaan aan een paar Haag-
scho schilders mede, die ook op de tram ston
den. Een van hen beduidde hem, zich stil te
houden, en vroeg aan het mannetje of hy ook
kon zeggen boe laat het was.
De man volieed dar-raan hooi beleefd. Maar
toen hy op den koop crukte en hit deksel
opensprong, zag onze componist zyn naam
en de inscriptie in het deksel staan.
In zyn zenuwachtigheid greep hy horloge
on ketting beet, en htt mannetje liet zich van de
tram zakken en verdween in de boscbjes, zich
verontschuldigend dat hy het horloge te Amster
dam „voor een prikkie" gekocht bad. UD.)
Bjj den landbouwer J. Van de
Griend, te Hedikhuizen, brak een schoorsteen
brand uit, waarvan de vonken op het urog(
dak vlogen, dat zoodoende in een oog werf
in lichterlaaie stond. Het vuur deeide ziel
mede aan do woning van J. Van Bommel'ei;
vervolgens aan de woDingen van J. De Laa»
en M. Van Veghel. Daar al het manneiy'
P'rsoneel op het veld was on vrouwen 6'.
kinderen niets tot redding konden aanbrengen'
lag in korten tyd alles ia de ascb. De eerstf
twee woningea waren verzekerd, maar d»
twee laatste niet. Twee geiten en een varke
zyn in de vlammen omgekomen.
Mon meldt uit S t.-P e t e r s b u r g
Een verscbrikkeiyke misdaad hoeft hi r o-
20 werst afstand van hot kerkhof Tulun plaat
gehad. De boer Lythin werd daar met z\j
geheele familie vermoord en verbrand; me
vond de half verkoolde overbiyfsol -n 7an z(j»
vrouw en zyn twee kinderen op ongeveer ee
werst van de plaats der misdaad verwijdert
liggen. Hot half verbrande ïyk van Lythir
vertoonde vier kogel wonden in do torst
een afgryselyke schedelwonde. Twee van d'
gruweiyke daad verdachte Tartaren zyn g
vangengenomen.
Te Woodstock in Engelandheef^
een boer terechtgestaan wegens mishandeling
van zyn vrouw. HU sloeg haar dikwyls. 0^
een avond dronken thuiskomend, had hy ba^
eerst eeni^e slagen in het gezicht gegeven,
toen z[jn zakmes geopend, en gezegd, dat hy
haar om hals ging brengen. De ongelukkige
vrouw smeekte hem, om der wille van hun
kinderen, haar te sparen. Dan zou hy toch
beur haar afsnyden. En in weerwil van haar
gillen en smeeken amuseerde hy zich, een
uur lang, met zyn bot zakmes het ha*r vau
zyn vrouw geheel af te snyaen.
De schurk werd tot zes maanden dwang
arbeid veroordeeld; het speet don rechters, dat
do wet hun niet in staat stelde, hem zwaardrt
te straften.
Naar men uit Bern meldt, is eoQ
schilder, de heer Norman Neru:a, ty 't be-:
klimmen van do „Fünffingerspitz9", TyroliT
Alpen, omgekomen. Een neervallende steen
trof hem zoo deeriyk aan 't boofj, dat by
Diet verder kon. Zyn eebtgenoote en een dr.
Dietrich, die hem vergezel jen, lieven dat>
ganschen nacht by hem en e-.rst den velgen-
don ochtend werd hun hulpgeroep gehoord.
De gekwetste gaf den geest in de armoL
dor gidsen, die hem te hulp kwamen.
Een te Brussel ontvangen tole»
gram deelt mede, dat van de wetonscliappo-
ïyke expeditie, die onder luitenant Lemaire
het Tavganjika-meer doorvorscht, twee leden,
do 22-jarige Belgische geoloog Dowinde cn
een Engelsche goudzoeker, door het kantelen
der toot io het meer zyn verdronk-.n
Een geweldige brand vernielde,
in de op 16 K M. van Cbartres (Depart. Euro
et Loir) verwyderd liggenao gemeente Bain-
ville-au-Chemin, 3 groote co renhofstïden eu
21 kleine woonhuizen. Het vuur was ontstaan
door het zelf ontbranden van gras en struik
gewas door den heeten zonnegloed, en plantte
zich met zulk een snelheid voort, dat de be
dreigde inwoners zich en hun vee slechts
mtt moeite konden redden.
i)
Op zekeren morgen k.wam de gendarme
Fately, een van m()n onderg06ehikteD, met
vuurrood gelaat, bUgeod van het snelle loopen
en van opgewondenheid, bt) mi) binnenstormen.
.Ik heb een gewichtige mededeeling te
doen I" riop bi), en nadat wij elkander eerat
goeden morgen gezegd badden, vervolgde hij
„Ge herinnert u toch wel die twee schavuiten
Wally en Tardon, die bi) verstek vervolgd
worden wegens een diefstal van diamanten
.Zeker," antwoordde ik. .Wat weet je van
ïen, Pately?"
„Als ik m(J niet vergis, zit ds een in do
herborg .Hengelaarsrust" lo Weatley. Ik zou
gr bijna een eed op durven doen."
,Ik vrees, dat ge u vergist, Pately," ant
woordde ik. „Het is toch niet zeer waar
schijnlijk, dat zij zich zouden verschuilen in
het dorpje Westley, waar iedere vreemdeling
dadelijk wordt opgemerkt. Bovendien vermoed
ik, dat zü bij elkander blijven. Hoe noemt zich
je man on wat doet hij?"
„HU bsweert Symonda te heeten," ant
woordde Pately, die zich niet weinig over
mijn kalmte ergerde. „HU logeert in „Hsnge
laarsrust". HU sit den heeten dag te visscben.
Reeds 6inds Yrüdag is bU in Westley, maar
it heb hem gisteren, toen ik uit de kerk
Jtwam, voor het eerst gezien, en toen ook nog
slechts vluchtig. Maar van morgen heb ik
hom gadegeslagen, terwUl bU over de leuning
van de brug hing. HU ziet er precies zoo uit
als dis Wally, alleen ia zUn gezicht glad ge
schoren nu, het spreekt vanzelf, dat hU zich
onkenbaar beeft willen maken, maar hu gelukt
toch als twee droppels water op het portret
oogen grUs, dicht bU elkaar staand; lang, ovaal
gezicht; blonde baard precies. Lengte 1.60
meter. Ik heb aan den waard gevraagd wat
voor soort man hU ie, en bU heeft mU geant
woord, dat hU stilletjes zUn gang gaat en
niet veel drinkt. Ge moet bem van middag
komen zien. Is hU het, dan kunnen we in
ons vuistje lachen."
„Goed, Pately," antwoordde ik. „Ik kom."
Toen ik des middags In Westley aankwam,
trof ik Pately aan het station. HU had al met
ongeduld op mU gewacht.
„HU zit juist te visschen," zeide hU. „Yan
de brug af kunnen wo hem ongestoord gade
slaan. Op het oogenblik zit er ook nog een
andero meneer, uit Birmingham, meende ik
dat de waard zeide, to visschen."
Ik sloeg den verdachte eenige minuten gade,
trad toen op hem toe en vroeg;
„Neem mU niet kwa'.Uk, meneer, hebt u
verlof hier te visschen?"
HU haalde onmiddellUk zUn kaart te voor-
schUn.
„'t Spgt me, dat ik u gestoord heb," her
nam ik, maar het is mUn plicht daarnaar te
vragen."
„Natuurlük," antwoordde h(j. „U behoeft u
volstrekt niet te verontschuldigen.';
Ik praatte nog eenige oogenblikken met
hem over sport en keek hem voortdurend aan.
„Pately," zeide ik tot den gendarme, toen
we alleen waren, '„je hebt een pluim verdiend.
HU is het, ik twUfel er niet asn."
„Dat wist ik wel," antwoordde Pately
triomfantelUk. „Zal ik hem de handboeien
aanleggen
„Neen," zeide ik, „eerst moeten we met
Porei spreken, en als hU mUn vermoeden
versterkt, zullen we hem morgen pakken."
Op dit oogenblik giDg hem de andere vis-
echer voorbU. HU knikto tegen ons en sprak:
„Mooi weer vandaag I De lucht is wat scherp
om te visschen."
„Hebt u een goede vangst gohad?" vroeg ik.
HU zag er uit als een winkelier, die een
dag vrUaf heeft genomen.
„Neen," antwoordde hy lachend. „Een pond
kleins visch. Maar kunt u -mij misschien
zeggen, wie die meneer aan den overkant is?
Ik zou wel kennis met hem willen maken
„HU heet Symonds," antwoordde Pately
anel. „Een vreemdeling."
„Is bU hier al lang?",
„Sinds Vrijdag."
„Nu, in ieder geval ga ik een praatje mot
hem maken. Goeden morgen, hoerenIk heb
mUn eten om drie uren besteld, en nu is het
bUna vier."
„Gooden morgen," antwoorddo ik, hem
glimlachend nakükend. „Die zal morgen raar
opkuken," dacht ik, „als hU hoort mot wien
hy een praatje heeft gemaakt."
Porei, de waard uit do herberg, was een
oude bekende van my. HU vertelde my
dadeiyk alles wat hy wist. Dat wa3 niet
veel, maar gonoeg om argwaan te wekken.
Symonds bad een koffer en een reistasch
meegebracht. De koffer was gesloten.
„Heeft hy al betaald?" vroeg ik.
„Neen," antwoordde Porei, „maar by maakt
een fatsoeniyken indruk en daarom heb ik
niet op betaling aangedrongen. Eergisteren heb
ik nog een bankbiljet voor hom gewisseld."
Ik dacht een oogenblik na. Toen besloot ik,
op eigen verantwoording den koffer te openen
en dezen te doorzoeken. Indien ik my vergist
had, zou ik my wel op een handige manier
verontschuldigen.
Den volgenden morgen begaf ik mU, met
een volmacht, weer naar Westley, in gezel
schap van een jongen gendarme, Toop. Pately
wachtte ons op.
„Do ander, die gisteren heeft zitten vis
schen, is er ook weer," zeide hy. „Hy is
juist over de brug gegaan."
„Goed, Pately," antwoordde ik. „Biyf jü nu
hier op de brug staan en pas goed op. Ik
ga met Toop zyn kamer doorzoeken. Zoodra
by verdachto bewegingen maakt, neem je hem
in hechtonis en (lult je."
WU begaven one naar de herberg. Ik
toonde Porei mpn volmacht en hy bracht my
naar de kamer van den verdachte. Toop, die
zeer handig was in hot openbreken van
sloten, kreeg den koffer spoedig open. Ik was
zeer teleurgesteld, want we vonden niets.
Eensklaps riep Toop: „Hoe dom, dat we
daaraan niet vroegor gedacht hebben I"
„Waarom?"
„De koffer hooft eon dubbelen bodem I Van
binnen is by 10 cM. minder diep dan var.
buiten. Kyk eens," vervolgde by, den koffoi
omdraaiend. „Daar zitten de schroeven l"
In een oogwenk waren de schroeven el
uit, we uitton beiden een kreet van vor-
bazingwant een groot aantal juweelea
vertoonde zich aan onzo blikkon.
„Biyf zoolang hier, Toop," zeide ik, nada
wy elkander geluk gewonsebt hadden „l
ga naar de brug. Zoodra hy zyn voet hi?
over den drempel heeft gezet, neem ik her
in hechtenis."
Ik deelde Pately onze ontdekking mede
Hy was zoo opgewonden, dat by het liofs
den visachor dadeiyk gevangengenomen zo
hebben.
Even over éónen kwam onze visecher naa>
huis. Ik volgde hem en zeide:
„Leo Wally, gU zOt myn gevangone, in naar
der wet."
En tegeiykortyd nam ik hem vast. Onmid-
dcliyk snelde Pately toe. Wally wa3 echter
te verbluft, om aan tegenstand te denken, e
keek ons met sprakelooze verbazing aan
Eindeiyk kwam hU tot zichzelvon en vroeg w
wy bedoelden. Hy trachtte te lachen en zeid-
dat we oc-n groote domheid begaan badder,
welke ons duur zou te staan komen.
(Slof volgt.)