N*. 11831 Maandag ld September, A0. 1898 <§eze iQourant wordt dagelijks, met uitzondering van fon- en feestdagen, uitgegeven. Derde Blad. Feuilleton. GESMART. PRIJS DEZKB COÜRAITT: Voor Velden per 8 amandeo. 1.10. Ftaneo per poste 1.40. Aiaonderiykö Hommers 0.06. PBJJ3 DER ADVKRTEMT3LÊN "VaD 1-6 regels f 1.06. Iedere rogei meer f 0.17J. - Grootera letters naar plaatsruimte. - Voor het Incaaseeren bulten de stad wordt f 0.06 berekend KOLONIËN. BATAVIA, 10 16 Augustus. Aan een tan den gouverneur van Atjeh en Onderhoorighoden ontvangen telegram wordt in de ,Jav. Ct." bet volgende ontleend: Den. 4den Aug. ia door een bataljon het beu- velterreln bezuiden Troereb doorzocht, waarby verscheidene vyandeiyke schuilplaatsen ver brand werden; de vyand bood weinig tegen stand en liet vyf doo ien achter. Een op 11 Aug. van Lambaroe uitgezonden patrouillo ontmoette aan don bovenloop der Loethoe een kleine r.ende, welke verdreven werd met achterlating van eon doode, oen Beaumont- geweer, een revolver en munitio; onserzyds werden geen verliezen geleden. Op den 6den fourageerdo een bataljon van de colonne Tjot Moeroeng te Glé Gapoej en werden de troepen op den terugmarsch door den vtfand beschoten. In een, door de achter hoede gelegde hinderlaag vitlen zes vijanden, die gedood wenen, terwijl twee vijanden in handen vielen van een afdeeling marechaussees ®p .de flank dor colonne. ander bataljon met genie on cavalerie doorzocht den Biang Kedah en verbrandde verscheidene schuilplaatsen en voorraden des vijand8, terwijl tevens het bergpad van daar naar Tamseh verkend werd. In den nacht van 6 op 7 dezer werd do geudé Maloa omsingeld; eenige vijanden wisten te ontkomen, twee werden er neergeschoten, terwijl een zestal geweren en blanke wapens werden buitgemaakt. Den 7den doorzocht het 3de bataljon ver schillende kampongs in de moekims Tjoemto; twee gewapende vijanden werden daarbij neer gelegd. Een verrassing van Toeko9 Oemar en zijn bendo werd, evenwel zonder resultaat, van uit Sogli in den nacht van 7 op 8 beproefd in Meusendjit Keumangan en Koeta Reumbajan. In den nacht van 8 op 9 werd wederom, thans van uit Glé Siblab, getracht Toekoe Oemar to overvallen, zoomede Bin Peukan Meurendo en wel te Geudé- en Koeta Reum bajan. Do troepen kwamen daarbij met de bende van laatstgenoemde ia gevecht en ver joegen haar met achterlating van 24 dooden, 3 achtorlaad- en 15 voorlaadgeweren. Onzerzijds sneuvelde een Amboineesch marechaussee en werden niet levensgevaarlijk gewond de Europoesche sergeant Deetman en oen Amboineesch marechauesee. Den llden en 13den onderwierpen zich respectievelijk Tenkoo Bentara Sama Indra en Tenkoe Bentara Tjoembo, wien daarop vergund werd om met hun volk naar de kampongs terug te keeren. In bet bivak Glo Siblah werd oio vergunning verleend aan de hoofden van Osdjcng Rimba, die zich daar hadden aangemeld. De weg naar Padang Tidji is gereed tot voorbij Grong Grong, terwijl van Kota Mantroö on Tjot Moeroeng een weg gemaakt worct naar den Glé Gapoej. Do vijand verontrustte de laatste werk zaamheden Diet, doch do dekking t-ö eerat- genoemden weg werd 13 dezer door een drietal vijanden uit Seuleungo beschoten; twee hunner werden neergelegd. Als waarnemend redacteur van het Bat. Nbl.", welks redacteur, de heer P. A. Dauro, te Laag Sorren is overleden, i3 opgetreden mr. Ph. 8. De Laat de Kanter. De beeren Tellings en Van Waardenburg, die kort goleden slaagden in het groot ambtenaarsexamen, zijn werkzaam gesteld by het departement van binnenlandsch bestuur. Aan het schriftelijk gedeelte van het groot notarisexamen hebben van de zeven candldaten vier voldaan, te weten deheeren: L. C. Hee9, J. C. F. Mandon, Th. A. Eman en J. H. A. Van Barnevtld, die mitsdien toegelaten zijn als candidaat-notarissen. Het vooretel is gedaan om da afdeeling B van het gymnasium Willem III onder een afzonderlijken directeur te stellen. (J. B.) Segll* Uit Kotta-Radjc. is den 29sten Juli aan de „Sum. Ct." geseind: „Zendelingen en bevriende hoofden zorgen voor de verspreiding eener in beslisten vorm gestelde proclamatie aan de bevolkingen der beide federaties. Men zegt, dat de 6isch is: dadelijke inlevering van wapens en munitie on uitlevering dor hoofden van het verzet. Er worot een uiterst gestreng optreJen te gemoet gezien. Van ontbinding der expeoitionnaire strijdmacht is nog niets bekend". Den lsteo dezer werd uit Segli aan dat blad gotelegrapheerd „De toestand egint, zelfs op kleinen afstand van het bivak Segli, vooral in de richting van Bambi, eenigszins zorgwekkbnd te worden. Veelvuldige beschietingen hebben daar plaats en de bevolking onttrekt zich zooveel mogelijk aan bet verkeer met onze nederzettingen". Timor. De resident van Timor seinde den 30sten Juli aan de regeering: „De verwikkelingen tusschen de strand- en bergbevolking in Larantoeka zijn oog niet gecindigd. Aan de grens van Portugeeach Timor bleof het rustig. De gezondheidstoestand is minder gunstig, veel koortsen kwamen voor. Op Timor brak onder de paarden een ziekte, V6rmcedeiyk influenza, uit". Men bericht aan de „Java-Bodo", dat de agent van de wees- en boedelkamer van Makassar te Timor Koepang plotseling is overleden en dat in diens kas oen aanzienlek tekort zou zyn geconstatoerd. Volgens den regetringsalmanak is dit de hoer A. D. Le Bruyn. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende beschikkingen genomen: CIVIEL DEPARTEMENT. Verleend: Wegens ziekte een tweejarig verlof naar Europa aan den onderwijzer der 3do klaöse bij het opeubaar lager onderwijs voor Europeanen F. W. Krilss. Ontslagen: Eervol uit 'slands dienst de verificateur der 5do kl. bij de in- on uitvoerrechten en accijnzen E. J. De Bode en do gewezen klork op het residentiekantoor te Batavia R. Goaijn, eerstgenoemde met ingang yan 7 Augustus 1898* Ontslagen: Eervol uit 'slands dienst, do assistent-resident der Zuiderdistricten van het fouvernement Celebes en Onderhoorigheden I. J. Snellebrand en de assistent-resident van Koetoardjo [Hagelen] II. II. E. Th. Bosch; eerstgenoemde wegens volbrachten diensttijd, en laat&tgenoomde op verzoek. Benoemd: 'lot assisteut-resident: van Koeto ardjo [Bagelen] de controleur der Iste kl. bij het Binnen). Bestuur op Java en Madoera M. Herz: van Ledok (Bagelen) do sooret. der res. Keaoe, H. J. Wyers; van Banjoewangi (Besoeki.), de ambtenaar op non-activiteit A. Vud der Ven, laatst sss.-res. van Modiokerto (Soerabaia); tot opzichter tweede kl. bij den Waterstaat en Viands Burgerlijke Openbare Werken, de opz. dorde kl. L. Korthals; tot 3den comm. bij not departement van Binnenl.'-Bestuur, de klerk bij dat département J. F. Goose. Bij het Binnenl. Bestuur op Java en Madoera. T oegevoegd: Aan don hoofdinspecteur der cultures, de controleur 2dé kl. P. D. Mens Fiers Smeding, wordende hij in verband hiermede van zijn kader gevoerd a la suito. Verleend: Wegens langduriger, dienst eeu iaar verlof naar Europa aan den verificateur" 4do kl. bij de in- en uitvoerrechten en accijnzen H. Klusman. Benoorad: Tot leeraar in do Javaaoscho taal, bij do afdeeling Taal-, Land- en Volkonkunde van Neder].-Indië van het Gymnasium Willem lil te Batavia Dr. G. A. J. Bazeu, daartoe gesteld ter beschikking van den Gouverneur Generaal. Verlcond: Wogcns langduriger» dienst, één jaar verlof naar Europa, aan deu commies op het residentiekantoor te Madioon, D. Th. Van Ooit. Ingetrokkon: De benoeming van don voor zitter van don landraad to Djember (Besoeki) mr. J. G. J. Oetgens van Waveren Pancraa Clifford tot voorzitter van de laudradeu te Sitoobondo en Bnnjoewangi (Besoeki). Benoemd: Tot voorzitter van de laudraden te Sitoebondo en Banjoewangi (Besoeki), de be noemde voorzitter van den landraad te Djember (Besoeki) mr. J. C. Heijniug. Ontslagen: Eervol uit 'slands diensit, de klerk bij het departement van Financiën C Pasma en de gewezen klerk op het residentiekantoor te Magelang (Kedoe) D. A. Lammors; oerstgenoemde op verzoek en met bepaling, dat dit ontslag wordt gerekend te zijn ingegaan op 27 Juli 1893; uit zijn betrekking, de geschorsto opzichter dor 2de klasso bij den Waterstaat en 's lands Burger lijke Openbare Werken L, O. Kramer, met bepaling, dat nader zal worden beslist, of dit ontslag al dan niet als eervol moet worden beschouwd. Toegelaten: Tot niiuefemng der artsenpbo- reidkunst als apotheker in NoUerJandsch-Jndië, J. A. B. S ma tors en G. C. W. Laugenborgb. DEPARTEMENT VAN OORLOG. Geplaatst- Bij aankomst op het bureau yaD den gewentel ijken intendant to Batavia, de kapitein-kwartiermeester van verlof uit Nederland teiugverwacht wordende S. Spree; als beheerder van het gewestelijk kleeding- magazijn te Padang, de magazijnmeester lsto kl. (kapitein) der militare adm. M. N. Beets. Hersteld: In activiteit en geplaatst als gewest, int. op non activiteit L. 0. Van Berg. Ontslagen: Mot ingang van 3 Octsborl898 op verzoek wegens volbrachten diensttijd, eervol en met bohoud van recht op pensioen uit lir. Ms. militairen dienst, de luit.-kol. der inf. J. W. J. Hofman. B\j het wapen der infanterie. Bevordord: Tot luit.-kol, do majoors A. E. N. B. Otken, met verlof in Nederland, J. A. P. Grevers, mot verlof in Nederland, en C. A. Van Loenen; tot majoor, de kapiteins W. J. C. Crentz Lech- leitner eu F. C. Van Baar van Slangenburgh tot kapitein, de 1ste luit. L. K. J. Baron Van Utenhovo, L. G. Van der Haas (.met vorlof iu Nederland), E. Den Dooren de Jong (gedetacheerd in Nederland) en S. L. Blok; tot lslen luit. de 2de luits. P. F. HabrakeD, D. H. J. Van Bremen, F. J. C. Mulder en E. A. Ebbink. Overgeplaatst: Als wd. gewostelrjken int, le Bataria, de kapt.-int., gewestelijk intendant te Makassar, H. A. Engeringh; als gewestelijk int. le Makassar, de kapitein int. van den gewestelijkeu intendant te Batavia A. E. G. C. G. Van Eelders; bij don gewestelrjken on plaatselgken geneesk. dienst ter Bum. Oostkust te Bengkalis, de officier van go oudheid 2do k). te Magelang L. J Crooy; bij do direotie van den topographiscben dienst en gevoerd a la suile van zijn wapen, do lste luit. der inf. bij hot subs.-kader te Batavia E. J. F. Verster. Onthevon: Van zijn detacheering bij het hoofdbureau van den Gonoralen Staf cn goplaatet bij de lste comp. art. (lste veld batterij) te Batavia, de lste luit. der art bij hel subs.-kader to Batavia H. R. Mac Gillavry. Bij het wapen der artillerie: Bevorderd: Tot laten luit. de 2de luit. C. Fiihri. Hersteld: Boven de formatie,lin activiteit, de luit.-kol. op non-act G. J. Van Kooten. DEPARTEMENT VAN MARINE. Ontslagen: Op verzoek eervol uit 's lands dienst, de2de staar- man bij de Gouvernements-Marine L. Bartelings. Overgeplaatst: Van ile „Gedeh" op de „De Ruytcr," de luitenant tor zee der lste klasse J. H. Van Leent; van de „Do Ruyter" op de „Gedeh,'" de luit. ter zee der 2do kl. Jhr. C; "Hooft Graafland; van de „Sumatra' op de „Gedeh," op folio vau luit. ter zee 2do klde adelborst der lste kl. E. A. W. Van Riemsdijk en de luit. ter nee der 2de kl. J. S. A. Kroon; van de „Matavam" op de „Prins Hendrik," de luit. ter zee der 2de kl. J. J. M Baart; vau do „Prioa Hendrik" op de „Matai am," op folio van luit ter zeo 2do kl., de adelborst dor lste kl. L. L. F. Do Greve; van de „Prins Henkrik" op de „Sumbawa," op folio van luit ter zee derfde kl. de adelborst lste kl J. H. G. Kremer; van de „Sumbawa" op do „Gedoh," de luit. ter zee der 2de kl. C J. P. Zaalberg; van de „Gedoh" op do „Bromo," de officior van gez. lste kl. dr. C. T. Hu mme; van do „Prins Hendrik" op de „Atjeh," de off. van gez. lste kl. H. G. J. Van Doeaburgh; van d* „Atjeh" op de „Mataram" do offi. van gez. lste kl. P. W. K. Petri; van de „Mataram" op do „Gedeh", de offi. van gez. lste kl. J. Vorstman. Geplaatst: Iu de rolle van de „Prins Hen drik", de offi. van gez. lste kl. Dr. J. C. H. -H. Mackay en do offi. van gez. 2de kl. A. Spanjaard. Vergund: Om te repatriëorenaan denlsten luit. ter zoe 2de kl. H. W. Verkerk van de „Bromo" wegens langdurig verblijf in deze ge westenaan don offi. van gez. lste kl. J. Vorst man van de „Gedeh" wegens overcompleet in zijn tang. Gemengd Nieuws. Zakkenroller gesnapt. Een onzer bekende componisten werd don 31sten Augustus het slachtoffer van een zakkenroller, die hem z[jn gouden horloge met ketting ont futselde. Dezer dagon te Schevemngen zijnde, Btond hy op de tram naar Schevenlngen en zag een klein heeitje op de tram staan, dat een gouden ketting droeg, precies op den gestolenen gelykende. Hy deelde zyn argwaan aan een paar Haag- scho schilders mede, die ook op de tram ston den. Een van hen beduidde hem, zich stil te houden, en vroeg aan het mannetje of hy ook kon zeggen boe laat het was. De man volieed dar-raan hooi beleefd. Maar toen hy op den koop crukte en hit deksel opensprong, zag onze componist zyn naam en de inscriptie in het deksel staan. In zyn zenuwachtigheid greep hy horloge on ketting beet, en htt mannetje liet zich van de tram zakken en verdween in de boscbjes, zich verontschuldigend dat hy het horloge te Amster dam „voor een prikkie" gekocht bad. UD.) Bjj den landbouwer J. Van de Griend, te Hedikhuizen, brak een schoorsteen brand uit, waarvan de vonken op het urog( dak vlogen, dat zoodoende in een oog werf in lichterlaaie stond. Het vuur deeide ziel mede aan do woning van J. Van Bommel'ei; vervolgens aan de woDingen van J. De Laa» en M. Van Veghel. Daar al het manneiy' P'rsoneel op het veld was on vrouwen 6'. kinderen niets tot redding konden aanbrengen' lag in korten tyd alles ia de ascb. De eerstf twee woningea waren verzekerd, maar d» twee laatste niet. Twee geiten en een varke zyn in de vlammen omgekomen. Mon meldt uit S t.-P e t e r s b u r g Een verscbrikkeiyke misdaad hoeft hi r o- 20 werst afstand van hot kerkhof Tulun plaat gehad. De boer Lythin werd daar met z\j geheele familie vermoord en verbrand; me vond de half verkoolde overbiyfsol -n 7an z(j» vrouw en zyn twee kinderen op ongeveer ee werst van de plaats der misdaad verwijdert liggen. Hot half verbrande ïyk van Lythir vertoonde vier kogel wonden in do torst een afgryselyke schedelwonde. Twee van d' gruweiyke daad verdachte Tartaren zyn g vangengenomen. Te Woodstock in Engelandheef^ een boer terechtgestaan wegens mishandeling van zyn vrouw. HU sloeg haar dikwyls. 0^ een avond dronken thuiskomend, had hy ba^ eerst eeni^e slagen in het gezicht gegeven, toen z[jn zakmes geopend, en gezegd, dat hy haar om hals ging brengen. De ongelukkige vrouw smeekte hem, om der wille van hun kinderen, haar te sparen. Dan zou hy toch beur haar afsnyden. En in weerwil van haar gillen en smeeken amuseerde hy zich, een uur lang, met zyn bot zakmes het ha*r vau zyn vrouw geheel af te snyaen. De schurk werd tot zes maanden dwang arbeid veroordeeld; het speet don rechters, dat do wet hun niet in staat stelde, hem zwaardrt te straften. Naar men uit Bern meldt, is eoQ schilder, de heer Norman Neru:a, ty 't be-: klimmen van do „Fünffingerspitz9", TyroliT Alpen, omgekomen. Een neervallende steen trof hem zoo deeriyk aan 't boofj, dat by Diet verder kon. Zyn eebtgenoote en een dr. Dietrich, die hem vergezel jen, lieven dat> ganschen nacht by hem en e-.rst den velgen- don ochtend werd hun hulpgeroep gehoord. De gekwetste gaf den geest in de armoL dor gidsen, die hem te hulp kwamen. Een te Brussel ontvangen tole» gram deelt mede, dat van de wetonscliappo- ïyke expeditie, die onder luitenant Lemaire het Tavganjika-meer doorvorscht, twee leden, do 22-jarige Belgische geoloog Dowinde cn een Engelsche goudzoeker, door het kantelen der toot io het meer zyn verdronk-.n Een geweldige brand vernielde, in de op 16 K M. van Cbartres (Depart. Euro et Loir) verwyderd liggenao gemeente Bain- ville-au-Chemin, 3 groote co renhofstïden eu 21 kleine woonhuizen. Het vuur was ontstaan door het zelf ontbranden van gras en struik gewas door den heeten zonnegloed, en plantte zich met zulk een snelheid voort, dat de be dreigde inwoners zich en hun vee slechts mtt moeite konden redden. i) Op zekeren morgen k.wam de gendarme Fately, een van m()n onderg06ehikteD, met vuurrood gelaat, bUgeod van het snelle loopen en van opgewondenheid, bt) mi) binnenstormen. .Ik heb een gewichtige mededeeling te doen I" riop bi), en nadat wij elkander eerat goeden morgen gezegd badden, vervolgde hij „Ge herinnert u toch wel die twee schavuiten Wally en Tardon, die bi) verstek vervolgd worden wegens een diefstal van diamanten .Zeker," antwoordde ik. .Wat weet je van ïen, Pately?" „Als ik m(J niet vergis, zit ds een in do herborg .Hengelaarsrust" lo Weatley. Ik zou gr bijna een eed op durven doen." ,Ik vrees, dat ge u vergist, Pately," ant woordde ik. „Het is toch niet zeer waar schijnlijk, dat zij zich zouden verschuilen in het dorpje Westley, waar iedere vreemdeling dadelijk wordt opgemerkt. Bovendien vermoed ik, dat zü bij elkander blijven. Hoe noemt zich je man on wat doet hij?" „HU bsweert Symonda te heeten," ant woordde Pately, die zich niet weinig over mijn kalmte ergerde. „HU logeert in „Hsnge laarsrust". HU sit den heeten dag te visscben. Reeds 6inds Yrüdag is bU in Westley, maar it heb hem gisteren, toen ik uit de kerk Jtwam, voor het eerst gezien, en toen ook nog slechts vluchtig. Maar van morgen heb ik hom gadegeslagen, terwUl bU over de leuning van de brug hing. HU ziet er precies zoo uit als dis Wally, alleen ia zUn gezicht glad ge schoren nu, het spreekt vanzelf, dat hU zich onkenbaar beeft willen maken, maar hu gelukt toch als twee droppels water op het portret oogen grUs, dicht bU elkaar staand; lang, ovaal gezicht; blonde baard precies. Lengte 1.60 meter. Ik heb aan den waard gevraagd wat voor soort man hU ie, en bU heeft mU geant woord, dat hU stilletjes zUn gang gaat en niet veel drinkt. Ge moet bem van middag komen zien. Is hU het, dan kunnen we in ons vuistje lachen." „Goed, Pately," antwoordde ik. „Ik kom." Toen ik des middags In Westley aankwam, trof ik Pately aan het station. HU had al met ongeduld op mU gewacht. „HU zit juist te visschen," zeide hU. „Yan de brug af kunnen wo hem ongestoord gade slaan. Op het oogenblik zit er ook nog een andero meneer, uit Birmingham, meende ik dat de waard zeide, to visschen." Ik sloeg den verdachte eenige minuten gade, trad toen op hem toe en vroeg; „Neem mU niet kwa'.Uk, meneer, hebt u verlof hier te visschen?" HU haalde onmiddellUk zUn kaart te voor- schUn. „'t Spgt me, dat ik u gestoord heb," her nam ik, maar het is mUn plicht daarnaar te vragen." „Natuurlük," antwoordde h(j. „U behoeft u volstrekt niet te verontschuldigen.'; Ik praatte nog eenige oogenblikken met hem over sport en keek hem voortdurend aan. „Pately," zeide ik tot den gendarme, toen we alleen waren, '„je hebt een pluim verdiend. HU is het, ik twUfel er niet asn." „Dat wist ik wel," antwoordde Pately triomfantelUk. „Zal ik hem de handboeien aanleggen „Neen," zeide ik, „eerst moeten we met Porei spreken, en als hU mUn vermoeden versterkt, zullen we hem morgen pakken." Op dit oogenblik giDg hem de andere vis- echer voorbU. HU knikto tegen ons en sprak: „Mooi weer vandaag I De lucht is wat scherp om te visschen." „Hebt u een goede vangst gohad?" vroeg ik. HU zag er uit als een winkelier, die een dag vrUaf heeft genomen. „Neen," antwoordde hy lachend. „Een pond kleins visch. Maar kunt u -mij misschien zeggen, wie die meneer aan den overkant is? Ik zou wel kennis met hem willen maken „HU heet Symonds," antwoordde Pately anel. „Een vreemdeling." „Is bU hier al lang?", „Sinds Vrijdag." „Nu, in ieder geval ga ik een praatje mot hem maken. Goeden morgen, hoerenIk heb mUn eten om drie uren besteld, en nu is het bUna vier." „Gooden morgen," antwoorddo ik, hem glimlachend nakükend. „Die zal morgen raar opkuken," dacht ik, „als hU hoort mot wien hy een praatje heeft gemaakt." Porei, de waard uit do herberg, was een oude bekende van my. HU vertelde my dadeiyk alles wat hy wist. Dat wa3 niet veel, maar gonoeg om argwaan te wekken. Symonds bad een koffer en een reistasch meegebracht. De koffer was gesloten. „Heeft hy al betaald?" vroeg ik. „Neen," antwoordde Porei, „maar by maakt een fatsoeniyken indruk en daarom heb ik niet op betaling aangedrongen. Eergisteren heb ik nog een bankbiljet voor hom gewisseld." Ik dacht een oogenblik na. Toen besloot ik, op eigen verantwoording den koffer te openen en dezen te doorzoeken. Indien ik my vergist had, zou ik my wel op een handige manier verontschuldigen. Den volgenden morgen begaf ik mU, met een volmacht, weer naar Westley, in gezel schap van een jongen gendarme, Toop. Pately wachtte ons op. „Do ander, die gisteren heeft zitten vis schen, is er ook weer," zeide hy. „Hy is juist over de brug gegaan." „Goed, Pately," antwoordde ik. „Biyf jü nu hier op de brug staan en pas goed op. Ik ga met Toop zyn kamer doorzoeken. Zoodra by verdachto bewegingen maakt, neem je hem in hechtonis en (lult je." WU begaven one naar de herberg. Ik toonde Porei mpn volmacht en hy bracht my naar de kamer van den verdachte. Toop, die zeer handig was in hot openbreken van sloten, kreeg den koffer spoedig open. Ik was zeer teleurgesteld, want we vonden niets. Eensklaps riep Toop: „Hoe dom, dat we daaraan niet vroegor gedacht hebben I" „Waarom?" „De koffer hooft eon dubbelen bodem I Van binnen is by 10 cM. minder diep dan var. buiten. Kyk eens," vervolgde by, den koffoi omdraaiend. „Daar zitten de schroeven l" In een oogwenk waren de schroeven el uit, we uitton beiden een kreet van vor- bazingwant een groot aantal juweelea vertoonde zich aan onzo blikkon. „Biyf zoolang hier, Toop," zeide ik, nada wy elkander geluk gewonsebt hadden „l ga naar de brug. Zoodra hy zyn voet hi? over den drempel heeft gezet, neem ik her in hechtenis." Ik deelde Pately onze ontdekking mede Hy was zoo opgewonden, dat by het liofs den visachor dadeiyk gevangengenomen zo hebben. Even over éónen kwam onze visecher naa> huis. Ik volgde hem en zeide: „Leo Wally, gU zOt myn gevangone, in naar der wet." En tegeiykortyd nam ik hem vast. Onmid- dcliyk snelde Pately toe. Wally wa3 echter te verbluft, om aan tegenstand te denken, e keek ons met sprakelooze verbazing aan Eindeiyk kwam hU tot zichzelvon en vroeg w wy bedoelden. Hy trachtte te lachen en zeid- dat we oc-n groote domheid begaan badder, welke ons duur zou te staan komen. (Slof volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 9