FOULARD-ZIJDE 60 Cts. G. BENNEBERG'S ZlÉWi ZÜMCH. ,De Raad der gemeente Boskoop, in vergadering vereonigd, brengt Uwer Majesteit zjjn eerbiedige buide. God spare U en zegeno Uwe Regeering". Met algemecne stemmen wordt daartoe besloten. De Voorzitter wcnscht deze vergadering te-slni- ten met een woord van dank aan de burgerij voor de kalme en waardige wjjze, waarop de feesten zijn gevierd. Do zaak Dreyfus c. 8. Het beriebt over de Woensdag gehouden vergadering van den Franschen ministerraad maakt geen gewag vot eenigo beraadslaging, die over de Dreyfus-zaak gehouden is. Toch heeft die zaak don ministerraad in het groot ste gedeelte van zijn zitting bezig gehouden; do nieuwe minister van oorlog is op de hoogte gebracht van de vroeger over dit onderwerp gehouden beraadslagingen. Een definitief be sluit schynt in deze zitting niet genomen te zyn. De volgende bijeenkomst van den minister raad zal Maandag 12 September gehouden worden onder voorzitterschap van president Faure. Wanneer de omstandigheden dit noodig maken, dao zullen de ministers vóór dien tjjd bijeenkomen onder voorzitterschap van den heer Bris3on. Naür de .Figaro" doet opmerken, is er van den ministerraad geen besluit omtrent de revisie van het door den krijgsraad van 1894 gewezen vonnis te verwachten. De ministerraad heeft niet anders te doen dan te besluiten of er reden bestaat om een aanvrage tot revisie aanhangig *9 maken. Dat is, volgens de inlichtingen van jd .Figaro" in beginsel uitgemaakt, en nu is het aan den minister van justitie, om te zorgen, dat by de rechterlijke macht de zaak aan bangig wordt gemaakt. By moet daarbij de voorlichting inwinnen van de bevoegde com missie, samengesteld krachtens art. 444 van het Wetboek van Strafrechts vordering en be staande uit crie hoofdambtenaren van het departement van justitie en drie leden van het Hof van Cassatie, Ijj voorbaat daarvoor aangewezen en genomen buiten de kamor van strafzaken. De gang van zaken is deze: eerst moet de minister van justitie het dossier 7an het Dreyfus proces ontvangen; dat is opgevraagd. Dan wint hfi het advies in van de bovengenoemde commissie. Dat advies kan h\j volgen of ter zfide leggen, maar feit°iyk wordt het altyd gevolgd. Is bet gunstig voor de revisie, dan draagt de minister aan den procureur generaal op by het Hof van Cassatie de aanvrage tot herziening aanhangig te maken. Het hoogste rechtscollege heeft dan uit te maken of er termen zyn om tot de revisie over te gaan. Men denkt, dat er een week of drie moe zullen heengaan, voordat het Hof zyn arrest heeft gewezen. Wanneer daarby de revisie wordt bevolen, dan zal men Dreyfus mosten laten terugkomen en hem stellen voor een nieuwen krygsraad, die de zaak van meet af aan weder moet opvatten. Mathieu Dreyfus, de bekende broeder van den veroordeelde op. hst Duivelseiland, dezelfde, die bet eerst Esterhazy openiyk aanklaagde als den schryver van het borderel, maar zich sedert volkomen stilhield, heeft thans aan een redacteur der .Petite République" het volgende verklaard: „In de militaire kringen en die van den Generalen Staf spreekt men veel van een ^rziening van het proces myns broeders by gesloten deuren. Daarmee zou men voortgaan de zaak te smoren. Wy echter verlangen slechts één ding: dat zy geschiede in het volle licht. Wy zyn zóó zeker van myns broeders onschuld, wy zijn zóó sterk in ons recht, dat, wel verre van het te duchten, wy bet volle licht, de ivolkomen blootlegging van de waarheid ver langen. „Ik weet wel, dat men met het geheime dossier zal aankomen. Ook dit is een komedie, welke men vertoont, want indien de openbaar making van het geheime dossier verwikke lingen met andere mogendheden ten gevolge kan hebben, wat beteekenen dan de woorden des heeren Cavaignac in de Kamer: Wy zyn vry om in Frankrijk onze zaken te regelen zooals wy verkiezen? „Wat do fameuze brieven van keizer Wilhelm betreft, laat men ze toonenl Wy vreezen ze niet." Do redacteur toonde den heer Mathieu Dreyfus de volgende beschryving, door een zeeofficier omtrent den toestand van zyn broeder Alfred gegeven. „Do eerste maal, dat ik Dreyfus zag, maakte hy een allerpyniyksten indruk op my. Hy is afgrysiyk mager, een levend geraamte. Zyn door de brandende zon daarginds gebruind gezicht is ontvleesd. In dat scbrikkelyk geteisterd gelaat is nog slechts leven in de oogen vol onbeschryfiyk lyden, die u aanzien tot in het diepst van het gemoed, u in wanhoop ondervragen, want hy weet, dat men niet antwoorden zou. Het is verboden met hem te spreken. Dreyfus' gezondheid is geschokt zoowel door 't klimaat als door het voedsel. Op dat van de zon geblakerd eilandje is niets dan aarde en geschroeide rots. Sedert ruim 3 jaar wordt hy enkel met ingemaakt voedsel onderhouden. „Zyn geestkracht is intusschen niet ge broken. Hy is rustig en baart zyn bewakers geen zorg. Hy is onderworpen, tuchtig. Hy klaagt niet, protesteert niet: hy wacht. Uron kan hy \our zyn kooi biy ven staan, de armen gekruist, den blik verdiept in het oneindig verschiet der zee. Hy wacht, hy hoopt altyd." Mevr. Droyfus heeft harerzyds dtn jongsten brief haars echtgenoots in bovengenoemd blad openbaar gemaakt. Hy verschilt niet van de vroegere, doch wellicht zal men het volgende daaruit niet zonder aandoening lezen: „Zooals lk gezegd Teb, onschuldig aan die verfoeilyke misdaad, heb ik myn roepstem tot het vaderland opgehoven om myn eer terug te vragen, herziening van myn proces. „Wy hebben beiden zedeiyk te veel geleden, ons lyden heeft te lang geduurd, de uren vallen te lang, dan dat ik over myzelven spreken kan. Al wat ik u zeggen kan is, dat nacht en dag, elk uur, elke minuut, myn hart, myn gedachten, alles wat er in my leeft voor u, voor onze kinderen is. „Myn leven, voorzeker, is voor myn land, heden als gisteren, maar myn eer komt het niet toe, die is het erfdeel onzer kinderen, hst eigendom van twee familiën. „Onschuldig aan die verfoeilyke misdaad, heb ik dan ook nogmaals myn rospstem op geheven tot het vaderland om uit myn geheelo hart als Franscbman en soldaat, uit mynge- heele hart als man en vader die eer terug te vorderen, eindeiyk herziening te vragen van myn proces aan den President der Republiek. „Ik omhels u gelyk ik u liefheb, met al de kracht myner genegenheid, evenals onze lieve, aangebeden kinderen. Uw getrouwe Alfred." De commissaris Martin, die door bet parket belast was mot een onderzoek naar de klacht door Christiaan Esterhazy ingediend tegen zyn neef Walsin-Esterhazy, had laatstgenoemde tegen Woensdag ontboden. De ex-majoor hoeft Martin schrifteiyk kennis gegeven, dat by zou komen als hy het dossier, hem betreffende, ter inzage gekregen had, vooral de stukken, door den rechter van instructie Bertulus byeengebracht. Martin heeft dezen brief naar den procureur den republiek Feuilloley gebracht. Yan Feuilloley vertelt men, dat by juist met verlof zou gaan, toen Henry in hechtenis werd genomen. Hy stelde toen zyn vertrek uit, maar ging den volgenden dag toch op reis. Nu is by teruggeroepen. Do „Aurore" heeft aan de gezworenen uit Zola's proces de vraag gesteld, hoe zy ge oordeeld zouden bobben, indien de vervalscbing, door Henry gepleegd, hun bekend was ge weest. De hoofdman van de jury, Dutrieux, antwoordt, dat dan alles anders geloopen zou zyn; een van de anderen acht de revisie van het Dreyfus proces noodzakelijk. Allen ver zekeren, dat de gezworeneD geen briefje aan i Pellieux gezonden hebben, om een bewys voor Dreyfus' schuld, misschien is hier weer een vervalscbing in het spel. De afgevaardigde Castelra, bekend door zyn interpellatie over de Dreyfus zaak, beeft den minister-president een brief geschreven om hem de gevaren der revisie onder het oog te brengen. Men weet, dat Octave Mirbeau, wegens een stukje in de „Aurore," door Millevoye uit gedaagd is. Hy heeft als volgt geantwoord: „Mynheer Ik ben u geenerlei voldoening schuldig. Ik heb u niet beleooigd. Ik heb ge constateerd, dat gy valschbeden begaan hebt in de zaak Norton, in den generalen staf, ïd uw politieke loopbaan. Ik maak de geschiedenis niet. Ik heb de eer, u te groeten." Do te Brussel verscbynende „Soir" ont vangt een telegram uit Londen, meldende, dat Esterhazy daar Maandagavond is aange komen, om er den loop der gebeurtenissen af te wachten. Indien tot de revisie besloten wordt, zal by niet weder naar Frankryk terogkeeren. De vereenigingen, wéBft tot heden verzuimd hebben de namen fin de deelnemers op U geven, of ook zy, die nog niet baar inschrij vingen toezonden, mogen dit wel omgaand doen. Zooale men weet, zal H. M. de Koningin dit feest met Haar tegenwoordigheid vereeren. Het feest wordt geopend met bet groote défilé, waaraan door alle inschryvera zal worden deelgenomen. RECLAMES, 26 Cents per regel. tot ƒ3.35 per Meter. Japansche, Chineescbe, enz., in de nieuwste dessins en kleuren, even als zwarte, witte en gekleurde MESTWE- BERG-ZIJDE van 35 Cte. tot /*14.65 p. Meter. Glad, gestreept, geruit, gebloemd, damast, enz., (circa 240 versch, qual. en 2000 versch. kleuren, dessins, enz.). Franco en vry van Invoerrechten In hals. Stalen per ommegaande. Dubbel briefport naar Zwitser land. 7130 18 (K. en K. HOFL.) I£erLtel5jl£0 Berichten. Benthuizen: Ned.-Herv. Gem. Zondag voormiddag te halftien ds. Y. Bootsma, van Zoetermeer. De Zondagsschool zal gehouden worden des voormiddsgs te halftwaalf. Hoogmade: Ned.-Herv. Gem. Zondag voormiddag te tien uren ds. J. Nierstrasz, predikant te Leiderdorp. DoopsbedieDing. Oegstgeest: Ned.-Herv. Gom. Zondag voormiddag te tien uren, ds. K. W. Vethake, van Leiden. Valkenburg: Ned.-Herv. Gem. Zondag morgen te halftien da. A. J. Ruys, predikant te Oegstgeest. Inhuldiging:. Sportbelooging Clingendaal op 22 Sept. a.s. Door de meesto takken van Sport is voor het défilé ingeschreven. Deze betooging belooft inderdaad eenig in haar soort te worden. Dageiyks ontvangt de secretaris van het défilé- comité, de heer F. J. Backer, Dennenweg 134, Den Haag, inscbryviogen met tal van namen. Het plan bestaat de namen van alle deelnemers af te drukken in het officiëele programma, dat op don dag van do uitvoering zal verschynen. De Inhnldigingsfee8ten in Den Haag. De versierde stad. De residentie is gereed om Haar, die zy immers het grootste gedeelte van bet jaar in haar midden telt, by Haren terugkeer uit de hoofdstad met de Vorstin-Moeder waardig feesteiyk te ontvangen! Zy zijn thans aangebracht, de duizenden by duizenden meters sparregroenslingers, de bloemen in ryke en liefiyko kleurenverschei- denheid. Zy staan er thans, de hooge, hun vergulde toppen triomfantelijk in het lucht ruim verheffende siermasteu, van alle welke versieringsmiddelen eenigo weken geleden reeds een uitvoerige beschryving In alle onder- deelen en byzonderheden werd gegeven. Het is geworden, gelyk het zou wordon. Hier en daar nog een laatste handje gelegd, nog een coquet plooitje hier, een aandikking van het groen ginds, maar het versierings werk is achter den rug. Nog even een vluchtige wandeling van het station van aankomst af tot aan het koninkiyk paleis. En dan wekt allereerst een feeststem ming op de Rijnstraat. De keurig tot zyn recht gekomen versiering daar, daarin be grepen die van de buitenzyde van het Staats spoorstation en nog aangevuld in de laatste dagen met den aardig getooiden, door 't volk „Lange Hein" gedoopten reusachtigen tele- pboonpaal met, halverwege, een W en het naamcyfer der telephoon maatschappy uit isolators samengesteld, dat alios doet het oog prettig aan. Dan slaan we don weg in, dien de stoet aanstonds volgen zal. Rechts om het Bezuiden- hout: tot ver voorby de 3de Yan-den Bosch straat langs de hoizenry strekt zich een reeks van zeer decoratieve, met groote vergulde ballen, wapentropeeën en gevulde corbeilles prykende masten uit. Zy worden afgewisseld door de vyf eerepoorten aan de ingangen van op het Bezuidenbout uitkomende straten, waarvan twee een „Hulde aan de Koningin" vertoonen in een sierlijke omgeving van aan Insulinde ontleende versieringsmotieven. Dan een blik in het Eo3cb, waar de grootsche natuur de groenlevèranciersfcer is, maar waar toch zeer aardig doet de pavoiseering over de breedte van de beide door den stoet te volgen wegen. Waar zyn de bóschtentjes gebleven? Hun gevels zyn verdwenen onder voorbetimme ringen ten dienste van het kykgrage publiek. De vlaggentooi in het Bosch lost zich op in do welgevormde eerepoort van het hoofd- comitó op de Koningsbrug. In het Korte Voorhout heeft het particuliere initiatief, met den prins Van Wied aan bet hoofd, de hand met niet gering succes aan den ploeg geslagen. De beide paleizen pryken met een tot ver op de Prinsesse- gracht reikende frontversiering, achter welke op tribunes de genoodigden van de vorstelijke familie, ook de weezen van verschillende gezindten, den blyden intocht van de Koningin zullen kunnen zien. Zeer trekken fn die straat voorts de aan dacht de welgeslaagde decoraties aan de woningen van den Commissaris der Koningin (een weeldo van bloemen en planten), van den Franschen en Turkschen gezant en bovenal van den vertegenwoordiger van den Czaar. Het portiek van dit gezantschapshotel hoeft een baldakyn7ormige versiering van rood met goud afgezet velours en een entrée van levende bloemen. Daarboven de kleuren van Rusland en Nederland en aan den gevel nog een decoratie van oranje dundoek. De reusachtige eerepoort op hot Tornooi veld, vier losse, toogvormige stukken, eigeniyk ieder een eere-doorgang op zichzelf vormende, nadert de voltooiing en zal ongetwyfeld een niet minder grootsche hulde van het hoofd comité zyn dan die op de Koningsbrug. Het Lange Yoorhout is sober gehouden met zyn versierde palen langs de huizen. Maar eigeniyk heeft ook hier weder moeder natuur op te schoone wyze het hare bijge dragen, dan dat al te kunstmatige aanvulling noodig was. Toch doen de tropeeën aan de boomen ter weerszyden van het verhoogde middenpad, door 'den stoet te volgen, niet kwaad. De Parkstraat heeft door de zorgen van gemeente en bewoners een hoogst levendigen aanblik, waartoe niet weinig de prachtige gevelversieringen aan het gebouw der poste ryen en telegrapbie en aan dat van het dag blad „Het Vaderland" bydragen. Tot de deco ratie van dit laatste gebouw behoort een over de straat gespannen oranjefries met do aloude belofte: „Het Vaderlanót ghotrouwe, blyf ick tot in den doot." De Oranjestraat, waar men op het laatste oogenblik nog een decoratief eerepoortje plaatste, doet daardoor en door enkele welge slaagde gevel- en balkonversioringen beter dan men zich aanvankelyk voorstelde. In de Paleisstraat zyn bet voornamelijk de verschillende versierde tribunes, die het fees telijk aanzien teweegbrengen. En eindelyk het Koninkiyk Paleis, dat natuuriyk het glanspunt der versiering be stemd was uit te maken en waarvan de tooi om het ruiterstandbeeld vroeger reeds uitvoerig werd vermeld, terwijl de eigen- lyke gevel-decoratie, als een verrassing voor de KoniDgin bedoeld, afzonderiyk is beschreven. En de overige versierde grachten en straten Met een: „Komt, ziet en overtuigt ul" moet het hierby gelaten worden, na el wat daar omtrent reeds werd vermeld en dat het ondoen- lük maakt ze nogmaals de revue te laten passeeren. Men heeft alle krachten ingespannen, dat ty als totaal indruk gezegd om, vooral ook in het centrum, de hofstad een recht feesteiyk aanzien te schenken door kwistig aangebracht levend groen, kinderen uit Flora's ryk, dundoek, kortom alles, wat geschikt is voor versiering. De bewoners hebben bovendien door niet alleen in de meest bezochte stads gedeelten, maar ook in afgelegener wyken, op ruime schaal de nationale driekleur 'te ont plooien, den fee8teiyken aanblik verhoogd. Tot de mooiste gevelversieringen behoort voorzeker die, aangebracht aan het gebouw van de Nederlandsche Bank in het Noordeinde, hoek Paleisstraat. Deze versiering bestaat uit 5 wapens, boven de vensterbogen van de eerste verdieping, te midden van vlaggentropeeën en elk geplaatst in een omiystiug van lauwer kransen met afhangende oranjestrikken. Het middelste schild bevattende een W wordt geflankeerd door schilden, dragende de wapens van H. terwyi op de buitenste borden de wapens van Zuid-Holland on van 's Gravenhage pryken. Tot dekking van deze wapenborden zyn gebogen stokken met booglampen voor electrisch licht aangebracht. Als afhangende versiering zyn tusachenguir landes van groen en oranjebloamen, ryk ver sierde, met levende bloemen gevulde, hoorns van overvloed geplaatst. Te midden van deze bloemen schitteren honderden gloeilampjes, waarvan het licbtoffect zal worden verhoogd door achter de lampjes gemaakte kristallen. Ook boven de ingangen zyn cartouches mot do jaarcyfers 1880 en 1898 gehecht, alles kwistig met gro^n versierd. Het geheel is ontworpen en uitgevoerd onder leiding van den architect K. Stoffels, de bloe menversiering is van den heer A. P. G. De Groot, fcerwyi de firma YogelsDolhain zich met de verlichting belastte. De openbare meening kan zich, enkele nooit te vermyden uitzonderingen daargelaten, niet anders dan in gunstigen zin uitlaten voor de Hagenaars, dia naar beste weten en naar draagkracht do achttienjarige Vorstin hebben willen hufcigen. De intocht. Het is vroeg in den ochtend en toch wemelen het Bezuidenhout en omliggende straten reeds van menschen, een in Zondag- sche plunje gestoken menigte, op wier klee-iing het oranjelint in allorlei phantaisie en vorm vertegenwoordigd. Vele artikelen van op schik voor het toilet zyn ia aio thans alge meen gedragen kleur; de das van den dandy, de strik of rozet, die d8 schoone sekse in het haar of op den hoed draagt, het lint van de canotier-hoeden en tutti quanti, alles draagt in één woord de modekleur tijdens de inhuldigingsfeesten. 't Is byna ongelooflyk, maar by het krieken van den dag hadden reeds kykers voor den intocht een standplaatsje op straat ingenomen. Het laat zich dus begrypen, dat togen acht uren byna geen plekje meer open was en het scheen alsof H. M. binnen weinige minuten het Bezuidenhout zou passeeren. Welk een feestciyke aanblik, die menigte in tal van ryen op de trottoirs van den broeden boulevard, do Rynstraat niet toe- gankeiyk dan alleen voor autoriteiten en hen, die by de aankomst tegenwoordig moeten zyn, met haar slanke welkomst-eerebogen; een feesteiyk gezicht op den Bezuidenhout- schen weg met zyn ryke mastenversiering, die halverwege manden dragen, gevuld met frissche bloemen, en welker toppen gekroond worden door vergulde bollen, die glinsteren in de zon. De Rynstraat blyft ontruimd, althans buiten, maar de kykers in de huizen, die de vensters van boven tot beneden bezetten en op de balkons plaats nemen, vormen een levendige omiysting. Tegen tien uren komt er meer beweging door de aankomst van de overheidspersonen en lichamen, die de Koningin zullen compli menteeren, en door het byeenkomen der vrouwen en meisjes, door het Hoofdcomitó voor de feesten uitgenoodigd om by de ontvangst van H. M. tegenwoordig te zyn en aan wie de Vorstin vergunning heeft verleend zich op te stellen op het perron, stadszyde, rechts van den ingang der Koninkiyke Ontvangst kamer. Het feestcomité, tot de vorming van deze vrouwengroep besluitende, ging daarby uit van de gedachte, dat de eerste Vrouw van Nederland onder degenen, die haar den Wel komstgroet mochten brengen, vertegenwoor digers van het zwakke geslacht niet mochten ontbreken. Mevrouw de douairière baronesse De Con stant Rebecque, die om zoo te zeggen door en in de feestcommissie met de leiding van de damescomité's belast was, wachtte de deelneemsters aan de huide begroeting op en, bygestaan door de dames der regelings-com- missie, mevr. de baronesse Van Hogendorp '8 Jacob, mevr. Ttrsteeg—Pronk, mevr. De Nerée van Babberlch—Thyssen en mevr. RobertsonHaan, regelde zy alles voor de opstelliDg van dit gezelschap, waaraan door de lichte feesttoiletten der ouderen en de bevallige kostuumpjes der jongere meisj°s élegantie en bekooriykheid word bygezet. V, Ui/-1 -i Wat vooral de waarde van deze betoog^ verhoogde was, dat zy, die zich daarby hadde' aangesloten, alle standon der bevolking vet. tegenwoordigden, zoowel de vrouw van adel" ïyken of deftigen huizo, de huisgenooten vaa den winkelier als de dochters uit de miideQ. klasse en de vrouw en kinderen van arbeider. Hier geen verschil van geboorte of maat- echappelyke positie, maar allen vereenlgd door denzelfden geest, een holde aan Neer- lands Vrouwe door de vrouw. Onder haar bevond zich ook het Schovening. stertje Adriana Cornelia Rog, bet eenlge meisje In de stad dat op denzelfden dag 31 Aug. 1880 als Koningin WUbelmina het levens licht zag. Voor haar is het voorrecht weggelegd straks H. M. een bouquet te mogen aanbieden. Middelerwijl is de trein aangekomen met de leden der Koninkiyke Familie, welke to Amsterdam de feesteiykheden by woonden, en kort daarop zyn overgebracht alle te Amster dam aanwezig geweest zynde leden van liet Civiele en Militaire Huis van H. M. de Koningin, een verscheidenheid van goud en zilver borduursel, dat aan aezon Koninklijken Staf het luisterrijke geeft, dat daarvan, vooral in gala-kleeding, uitgaat. De Indische Vorsten kwamen die pracht nog verhoogen in hun losse Oostersche ge waden, ryk aan edelgesteenten en Oosterschen' glans. En dat alles in de omiysting van de uit gedoste ontvangstkamer, die do firma H. P. Mutters en Zoon met den bloemist v. d. Laan herschiep in een feestzaal. De toegang tot dat ontvangstsalon, aan do binnenzyde van het station, is eenvoudig, maar keurig versierd. In de portieken waren twee poorten aangebracht van rood fluweel, met goud galon belegd, tcrwyi do penanten met de wapens van Ryk, Provincie on Gemeente prykten, omgeven door tropeeën van vlaggen in de bybehoorende kleuren. Deze versiering werd aangevuld door plantengroepen. Een 30 meter breed tapyt bedekte het plankier van don ingang van het ontvangstsalon af tot aau den uitersten rand van het plankier. Nevens het receptiesalon was een allée van 8iergroon aangelegd, bestemd voor do leden der Hofhouding, die hun plaatsen in den stoet moesten iQnemen. De ontvangstzaal zelf prykte met geen andere versiering dan gobruikelyk is by aan komst of vertrek van Hare Majesteiten, nl. met enkele groepen van hoogopgaande planten in de hoeken. Bovendien lag op een salontafel oen bloemruiker, boofdzakelyk uit orchideeën samengesteld, als attentiebewys van de directie der Staatsspoorwegmaatschappü aan H. M. De aangrenzende toiletkamer was getooii met afhangende bloemen en met bloamen, die in vazen op den schoorsteenmantel stonden. In de antichambre een plantentooi van vier groepen hoogopschietende palmen en in de vesti-ule vier groote palmen in de hoeken en eon vlak tegenover de entrée. Op het perron aan de stadszyde was het gedeelte, bestemd voor de tot ontvangst van H. M. uitgenoodigde Nederlandsche vrouwen, getooid met acht palmen groepen, terwyl de beglaasde overkapping was doorwerkt met klimranken. In deze receptiezaal ontmoette zich degenen, die, de geconstitueerde machten vertegen woordigende, rechterlijke colleges represen- toerende, zoomode de militaire en burgeriyke machten, in gala of groot tenue, zyn saam- gekomen om den eersten welkomstgroet te brengen van de verschillende machten in staat, provincie en gemeente. Daar by sloten zich aan denegen leden van he' Uitvoerend Comité voor de Inhuldigingsfeesten, zynde de heeren mr. C. graaf Van Bylanöt, president; J. T. "W. Conrad, baron Michiele van Verduynen, mr. H. J. A. Mulder, jhz, mr. W. Th. Gevers Deynoot, S. Vas Lïas, mr. H. Zile8en, C. Gebel en mr. D. Van Houten, in hun hoedanigheid kenbaar aan de vergulde medaille met heraldieke kroon aafc een driehoekig oranjelint, dat als draagteekei* op hun borst gehecht is. De voorzyde der feestmedaille stelt voor een bloeiendon en vruchten dragenden oranjetak met omschrift: L'Orango fleurera en W(ilheK mina) R(egina); op de keerzyde ziet men de aan den horizon opgaande Oranjezon, waar onder het jaartal 1898 en waaromheen het omschrift: Hoofdcomité voor de Inhuldigings feesten. Het geheel is omgeven door een lau-. werkrana en verbonden aan een koninkiyke kroon. Van dit feestinsigne was bereids een exem plaar in goud, in zilver en in brons dezer dagen ter herinnering aan H. M. de Koningin aangeboden. Buiten, op straat, aan de vensters, op de daken, tusschen de dakvensters, op de balkons, tot zelfs in de gootlysten, staat alles in orde om de geliefde Koningin een biyde inkomst te bereiden. Het eerste kanonschot, ton teeken, dat de Koninkiyke trein in het gezicht is, voert als het ware een electrische schok door do vertien- dubbelde gelederen. Een kreet van blydschap gaat uit die dichte drommen op en dringt tot in de wachtkamer binnen. Aan het einde van het eerste spoor ziet mee. de machine met de standaardvlaggen voorop, precies op tyd, statig naderen. De burgemeester en de Commissaris der Koningin begeven zich op het perron ter plaatse, waar HH. MM. den trein verlaten* Koningin "Wilhelmina is gekleed in een parol gry8 kostuum van onderscheiden scba- keeriugen. De Koningin treedt dadeiyk naa

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 2