k\ 1898
N'. 11791
Woensdag 3 Augustus.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§ozi~ en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 2 Augustus.
Be Bruidsmarsch.
PRIJS DEZER COURANT»
Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10.
Franco per poet1.40.
Alzonderiyke Nommers 0.05.
PRUS DER Api/K»TUM'1'I flWi
Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.]7j. - Groctera
letters naar plaatsruimte. - Voor het incasseereD buiten de stad
wordt f 0.05 berekend
Olllciëolo Keimis^ovlngon.
Burgemeester en Wethouders dor gemooDto Leidon
broDgcn tor algemeeno tennis, d&t hot IJkkantoor
da 29 Angnetas e. k. (oinde horijkre t) eiken
7 rij dag on Zaterdag zal geopend zijo van tbs
voormiddags nogon tot des namiddags óón uor,
met uitzondoriDg van de Yi y lagen on ZaterdagOD,
vallende tneschon 4 on 25 September a.s.
Burgemeester on Wethouders voornoemd,
Loiden, F. WAS, Burgemeester.
I Aug. 1*98. VAN HEY3T, Secretaris.
Op 2 Augnstns 1898.
Nu heden de Koningin-Regentes haar veer
tigsten verjaardag viert en deze de laatste
verjaardag zal zjjn, dien z\J met het Neder-
landscbe volk als Regentes van het Koninkrijk
viert, wordt in onderscheidene lladen, evenals
ook wjj deden, der vorstelijke vrouwe een woord
van hul ie gebracht.
Zoo zegt bet „Ned. Dagblad":
„Als Nederland met de regeering van
Koningin Wilhelmina gelukkig zal zijn, zal
een groot gedeelte van zijn dank aan de
vrome, wijze Mo9der zijn gewijd.
Dit voelen wij allen op den dag van 2 Augustus.
Aan Koningin Emma zal het moeilijk vallen
Haar taak, die Zy met zooveel innige liefde
vervuld heeft, neer te leggen. Echter, Zy zal
de voldoening smaken een Koningin aan
Nederland gegev n te hebben, die Hare voet
stappen wil drukken en "Wier voorgeslacht
zoo nauw aan Nederland verbonden is.
Zij zal ook de voldoening smaken, de
oprechte dankbaarheid te ontvangen van heel
het Noderlandsche volk voor do trouw en
liefde, aan haar Dochter bewezen, voor al
haar werken en streven ia het belang van
het dierbare Vaderland.
De Koningin-Regentos biyft verbonden aan
ouzo vaderlandsche geschiedenis l"
Hot „Nieuws van den Dag" schryft o. m:
„Er is etn invloed, geoefend door htt goede
voorbeeld; een macht, uitgaande van getrouwe
plichtsbetrachting; een zegen, uitstralend van
reine toewijding. Die invloed, die macht, die
zegen reiken to verder, naarmate de persoon,
van wie zy uitgaan, hooger is geplaatst. Dat
Koningin Emma zich met alle inspanning
in do taal, de toestanden, do historie, het
karakter, de behoeften van een haar vreemde
natie heeft ingedacht men denke zichzelf
eens in een geheel vreemde omgeving l
het onberispelijk voorbeeld van haar gemaal
ten opzichte van de eerbiediging der constitutie
mot oven onberispelijke trouw heeft nagevolgd
zelf der wereld het voorbeeld heeft gegeven
van de verhevenste opvatting van de taak
der vrouw en der moeder, dat heeft voor de
Nederlandsche natie vruchten afgeworpen, die
alleen dm oppi rvlakkigen waarnemer ontgaan.
Naar menschelyke berekening is het de
laatste maal, dat Koningin Emma al8 Regentes
haar geboortedag herdenkt. Htt volgend jaar
viert op den tweeden Augustus de Koninginne-
Moeder baar feest. Maar, Regentes of
Kouinginne-Moedcr Nederland zal dien
tweeden Augustus biyven vieren als den ge
boortedag der vrouw, die in elke van oio twee
hoedanigheden zich een eervolle plaats ver
wierf in de vaderlandsche geschiedenis en in
de vaderlandsche harten."
Het slot van een artikel van h6t „Nieuws
blad voor Nederland" luidt:
„Wy gevoelen het by deze gelegenheid zoo
duiJeiyk, dat het niet hetzelfde is hoo de men-
schen zyn, die in hoogheid zi!t6n, en als
straks op den troon gezeten is een vrouw,
die door hooge zedeiyke levensbeginselen en
innige godsvrucht geleid wordt, dan zal geheel
het volk daarvan den weerslag gevoelen en
zullen wy de vrucht plukken van het goede
zaad, door de Koninklyko Weduwe in het
hart harer dochter gelegd.
Wy, Nederlanders, zyn in dit opzicht vol
goede verwachting en dus ook innig dankbaar
aan de jirige, die in de goede vorming harer
dochter gansch ons volk zegendo.
Dankbaar zyn wy ook voor de wyshei',
den tact, waarmede zy gedurende dien tyd
haar taak al3 Regentes van het koninkrijk
heeft vervuld.
Hoewel geene Nederlandsche van geboorte,
is zy onzer ééne gewerden, kennende ons
volk, begrijpende onze belangen, medelevende
ons leven met haar hart en die daarom haar
hooge plaats met e9re heeft vervuld.
Daarom naderen wy allen haar met de be
tuiging van onzen dank en de verzekering,
dat de tyd van haar Regentschap met gulden
letters in de annalen onzer historie zal worden
geboekt.
Over eenige d3gon treect zy af als Regentes
en zal alloen zyn Koningin-Weduwe. Maar zy
zal blyven: moeder van haar kind, van onze
Koningin, en als zoodanig een heerlijken
invloed blyven oefenen op haar gekroonde
dochter, op haar volk.
Goi verbnge haar hefc leven, zoo bidden
wy, opdat haar oog iets aanschouwen moge
van d9 schoone toekomst, en dat zy reden
hebbe God te danken voor hetgeen zy mocht
zyn en doen door Zyno kracht 1"
Met voorzichtigheid en wijs beleid heeft onze
geöerbi&cigde Regentesse zoo betoogt de
„Maasbode" van den beginne af haar taak
volbracht. Zy heeft zich aller hoogachting en
bewondering waardig gemaakt en door alles,
wat wy van haar bespeurden of hoorden, en
evenzeer door alles, wat wy niet van haar
hoorden, he6ft zy in steeds toenemende mate
zich de plaats veroverd, die zy nu in het hart
van eiken oprechten Nedei lander inneemt.
Ook, zooals wij zeiden, door hetgeen wy
niet van haar hoorden. Immers, een der ken
merken van haar bestuur en vooral van de
opvoeding, die zy haar Koninkiyk Kind ge
geven heeft, is de verborgenheid. Niet in uit
wendig vertoon, niet in prachtlievende en
praalzieke openbaringen zocht de Hooge
Vrouwe voor zichzelve of voor haar Kind
gemeenschap met ha=r volk.
Veeleer scheen zy, die zich zoo spoedig op de
hoogte gesteld heeft van ons volkskarakter,
en oie van meöt af oen der onzen geworden is,
door haar voorbeeld de nationale deugden
dieper in haar volk te willon inprenten van
eenvoud, degelykheid, stilte en onbekendheid
zoekende werkzaamheid, die helaas in onzen
tegenwoor igen tyd ook te mijden van ons
veel geleden hebben.
Ook om die reien pryzen wy Haar op
dezen dag en ryst een stille bede uit ons
hart tot den troon des Allerhoogsten, die in
deze Vorstin niet alle6n oen begaafde, beleid
volle Ltidsvrouwe schonk aan ons volk, maar
ook een toonbeeld van Christelijke en nationale
deugd, dat dieper indruk maakt om de hooge
plaats, van waar het gegeven wordt, en dat
in onze vaderlandsche buisgezinnen en in alle
kringen van opvoeding meer navolging zal
vinden, naarmate de tyien, die komen gaaD,
dit toonbeeld in te klaarder en schitterender
licht zul,en plaatsen.
Het is de laatste maal, dat wy Koningin
Emma als Regentesse op haar jaarfeest mogen
begroeten. Maar wel verre van haar beeltenis
uit onzen geest te zien verdwynen, zullen wy
ons dit vertrouwen en bidden wy den Alrno-
genden God en leggen wij tevens als onzen
hartewensch neder aari Hare koninklyke
voeten door dankbaarheid en hoogachting
meer tot Haar geëerbiedigde Persoon getrok
ken gevoelon, wanneer de ko inklyke Do:bter,
den troon Harer vaderen beklimmende, de
heerlyke openbaring zal brengen van de opvoe
ding, die te d nken is aan Haar moeder.
Aan den 40sten verjaardag van H. M. de
Koningin-Moeder-Regentes Emma werd heden
alhier gedacht door het uitsteken der drie
kleur, bier en daar ook met oranjewimpel,
van torens, openbare gebouwen en particuliere
woningen, door het bespelen in het middaguur
van het carillon en door het houden om twaalf
uren eener groote parade op het Schutters-
veb, waarby ook voor de eerst9 maal met
haar nieuwe banier tegenwoordig was de
afdeeling Leiden van den Bond van oud ge-
dienden by het Indische leger.
Door den minister v^n oorlog is mach
tiging verleend aan hetjTjuziekcorps van het
4Je regiment infanterie, alsmede de tam
boers en hoornblazers van dat regiment om
deel to r.emen aan den optocht en arn de
mi'itaire taptoe, welke te Leiden op 22 Sep
tember a. s. zullen plaat3 hebben. Do tam
boers uit Haarlem, Gouda en Delft worden
daartoe voor rekening van het Uitvoerend
Comité der inhulüigingsfeesten op Leiden
gedirigeerd. By badoelien optocht zal o. a.
ook een wagen aanwezig zyn met attribu
ten, op het leger betrekking hebbende.
Door do „Kon. Beiersche Akademie für
Landwirthscbaft und Braucrel" lu Weihen-
stephan (Freising), is den heer J. P. Briêt,
alhier, bet Absolutorium der Brouwerij Afdee
ling met Note I (hoogsten graad) verleend.
Er wordt gemeld, dat by de dd. schuttery
als No. 1 op de voordracht is geplaatst als
luitenant-adjudant de heer J. H. Van "Waver.n,
gepensionneerd lste luit. dc-r infanterie, onder
commandant van het Invali 'enbuis, en als
luit.-kwartiermeester de heer C. G. A. Yer-
weyde, gepens. plaatselyk-adjudant to D n
Helder, thans wonende onder Leiderdorp.
Bij gelegenheid der onthulling van zyn
banier zal vanwege het Houtbewerk-^rsgil.o
van den R. K. Volksbond alhier op MaanJag
29 Augustus in de Stadszaal een uitvoering
©AXillOt 0>23l.
17)
Hierop viel nu eigenlyk niets te antwoorden,
on zyn kalme houding deed de waarheid zyner
woorden des te duidelyker uitkomen. De vader
voelde weldra, dat hy tegen hem niet opgo-
wasson was, en daar hy zeer weinig zelfver
trouwen bezat, wenschte hy er maar spoedig
?en eind aan te maken.
„Wy kennen u niet," zeide hy en zag zyn
vrouw aaD; „wy moeten bedenktyd hebben."
„Zeker," antwoorddo Astrid, „wy moeten
hem toch kennen, wien wy ons kind zullen
geven."
Mildrid voelde de krenkende woorden, maar
tag Hans smeekend aan.
„Dat is waar," antwoordde Hans en draaide
het geweer op den vloer rond, „ofschoon ik
niet geloof, dat er velen in deze slreek wonen,
die zoo bekend zyn als ik. Maar misschien
heeft er wel iemand kwaad van mij gespro
ken; hy zag hen aan. Mildrid schaamde zich
over het schynbare wantrouwen harer oudore,
en dezen voelden, dat zy hem daardoor mis
schien eenigszina gekrenkt hadden, en dat
wilden zy niet.
„Neen, wy hebben niets kwaad3 van u
geboord," zeiden ze beiden te geiyk en de
Bloeder voegdo er snel by, dat zy zich immers
nooit om de bewoners van Haugen hadden
bekommerd. Eorst toen zy dit gezegd had,
begreep ze, dat zy zich niöt gelukkig had
uitgedrukt, en zy bemerkte, dat ook haar man
en Mildrid haar meening deelden. Het ant
woord liet zich een poos wachten.
„Als de familie op Tingvold zich niet om
haar bloedverwanten op Haugen bekommerd
hoeft, dan is dat niet onze schuld wy zyn
altyd, tot voor eenige jaren, arm geweo3t."
In deze weinige woorden lag een verwyt,
waarvan alle drie de waarheid gevoelden, en
wel zeer diop, maar hot was vroeger hem
noch haar ia hun droevige eenzaamheid
iQgevallen, dat zy in dit opzicht misschien
een duren plicht hadden verzuimdzy hadden
er vroeger nooit over nagedacht, dat de arme
familie op Haugen misechieu zelf geen schuld
had aan haar ellende, en daaronder dus ook
niet mocht lyden. Getroffen zagen zy elkander
aan en gevoelden innige schaamte over hun
verzuim. Hans had bescheiden gesproken,
ofschoon het antwoord dor vrouw hem ge
krenkt moest hebben. Beiden voelden daar
door, dat zy een braven man voorhadden en
dat zy hier dubbel iets hadden goed te maken.
En zoo kwam het, dat de vader zei: „"Wy
zullen ons wat meer tyd gunnen; kunt ge
niet hier blyven en van middag met ons
eten? Dan kunnen wy wat meer m6t elkaar
spreken." „Ja, gy moet met ons in de woon
kamer gaan," voegdo de moedor er by, terwyi
zy opstond.
Hans zette zyn geweer, met zyn pet er
op, weg en ging naar de bank, waarop Mildrid
zat. Zy stond dadeiyk op, zonder te weten
waarom; de moeder zei, dat ze nog iets in
de keuken te doen had, en ging heen. Te
vader schoen haar te willen volgen, maar
Mildrid wilde niet met Hans alleen zyn zco
lang haar ouders hun toestemming niet hadden
gegeven, en ging daarom naar de andere deur;
later zagen zo haar over het erf naar de
kamer van haar grootmoeder gaan; de vader
kon Hans nu niet alleen laten, koeida zich
dus om en ging zitten.
De beide mannen spraken met elkaar over
onverschillige onderwerpen, eerst over de jacht
en bet leven in de berghutten, daarna over
het nuttige daarvan en zoo meer. Dan praatten
ze over Haugen en de reizigers, en over al,
wat daar omging. De antwoorden van Hans
gaven den vader de overtuiging, dat het op
Haugen niet zoo slecht stond en dat er druk
verkeer was. ïusschenbeide kwam de moeder
binnen, om iets voor den maaltyd in orde te
brengen, en hoorde zoodoendo iets van het
gesprek; men kon het aan de beide oudelui
zien, dat hun terughouding verminderde en
dat zy zich wat meer op hun gemak gevoelden,
want de vragen kwamen langzamerhand meer
op de hoofdzaak neer.
De ouders zagen bij don maaltyd hoo
gemakkelijk Han3 zich onder vreemden be
woog. Hy zat tegenover de moeder en Mil
drid; de vader op de eereplaats aan het eind
der tafel. Do dienstboden hadden reeds in de
keuken gegeton, wat de boer en zyn vrouw
anders gameenschappeiyk met hen daar deden.
Op dezen dag wilden zy Hans echter niet aan
de lieden voorstellen. Aan tafel voelde Mildrid,
dat haar moeder haar aanzag, als Hans glim-
worden gegeven met medewerking van de
Tooneel-, Zang- en Schtrm-afdeelingen van
genoemden Bond.
Do bootsmansmaat J. Polderman, be-
hoorende tot het detachement aan de Kweek
school voor Zeevaart alhier, is naar Hr. Ms.
wachtschip te Amsterdam teruggekeerd,
omdat zyn detacheering by genoemde Kweek
school is ingetrokken.
Binnenkort verschynt by den heer A. "W.
Sythoff, uitgever te Leiden, bet derde werk
der Codices Graeci et Latini, photo-
graphice depicti, welke uitgave thans
onder leiding staat van dr. S. G. De Vries.
Ditmaal werd de beroemde codex Clarkianus
van Plato, die te Oxford berust, en uit de 9de
eeuw (895) dateert, ter reproductie gekozen.
De gebeele geleerde wereld erkent de be
langrijkheid van dit handschrift, een der besten,
die ons van een der Grieksche kbssieken
bewaard zyn gebleven. En niet alleen voor do
tekstcritiek is h6t van do grootste beteekenis,
maar evenzeer als palaeograpbisch gedenkstuk
met nauwkeurigen datum.
De reproducti», cie in twee deelen zal
verschijnen, geheel geiyk aan die van den
Griekschen Octateuch en van den Codex Ber-
nensis (Horatius, enz.), zal vergezeld worlon
van een inleiding door prof. Tb. "VV. Allen,
te Oxford.
De ondernemende uitgever vinde voer cit
werk de waardetring en ondersteuning, die
deze uitgave zoo ruimschoots verdient. (Speet.)
Het stoffelyk overschot van dr. De Vry
zal door de 's Gravenbaagscbe Begrafenis
onderneming, directeur de heer G. M. Hsnson,
naar Gotha worden overgebracht, ten einde
het lykverbrandingsproces te ondergaan.
Het stoffslyk overschot wordt hadenavond
te kwart voer achten uit het sterfhuis naar
het Staatsspoorstation overgebracht. De rouw-
dmgonden, bekenden en vereerders zullen te
voet der. lijkwagen volgen.
De minister van oorlog i3 van zyn ver-
blyf te Nymegen in de residentie teruggekeerd.
De heer J. M. Meeter, chef-referendaris
van de afdeeling Begrooting aan het Ministerie
van Koloniën, is bevorderd van ridder tot
officier in de Oranje-Nassau-orde.
Aan den heer Meeter, cie gisteren 50 jaren
in 's lands dienst was, vroeger was hy
vertonden aan hot departement van binnen-
landsche zaken werd deze onderscheiding
gisterochtend door den minister van koloniën
onder hartelyke gelukwenschen overban igd.
Naar men mededeelt, zullen do kapiteins
voor speciale diensten van h6t wapeu der
infanterie, die in elke provincie één den
hoofdofficier vcor het Reservekader in het
bestuur van en het toezicht over het, tus-
schen 15 September en 1 Mei d. a v. te geven
„Voorbereidend militair onderricht" zullen ter
zyde staan, wor.en aangewezen uit de cate-
gorio van hen, die voor bevordering tot hoofd
officier werden voorbygegaan.
Bij die bevordering blykt voor het vervolg
wederom een andere regel te zullen worden
gevolgd.
Ofschoon in de betrekktlyke wet geen
„grenzen van leeftyd" zijn gesteld, welke
eenmaal overschreden bedoelde bevordering
vanzelf doan buiten sluiten, werd in do
laatste jartn desniettemin in dien geest ge
handeld. Onderscheidene kapiteins kwamen
uitsluitend op dien grond niet voor pro
motie in aanmerking.
Hiorin zal nu verandering komen. Zulks
moet toch hieruit worden afgeleid, dat kapi
teins, aan wie, namens den vorigen minister
van oorlog was aangezegd, dat hun loeftyd
een beletsel voor het verkrygen van den
majoorsrang was, thans te kennen is ge
geven, dat, wat den tegenwoordigen minist r
van oorlog betreft, oit beletsel niet aan
wezig ia.
Door de feestcommissie te Egmond aan
Zee is het programma voor de aanstaande
Koninginnefeesten vastgesteld. Behalve een
optocht van de schoolkinderen, volksspelen,
enz., komt daarop nog een eigenaardig num
mer voor. Op 1 September, tegen 2 uur na
middag, zal de landing voorgesteld word» n
van Prin3 "Willem van Oranje met zijn gevolg,
uit 5 personen bostaande, gelijk dat geschiedde
te Scheveningen op 30 Nov. 1813, all n in kos-
tumos van dien tyj gekleed. Z. K. H. zal met
een vischschuit uit zee komen en met de redding
boot van de N.- Z.-H. R-My„ daartoe
welwillend afgestaan, aan land gebracht wor
den. Na begroeting op het strand begeeft Z.
K. H. en gevclg, begeleid door herauten t«
paard in kostumes met het fanfarecorps voorop,
zich per rytuig in optocht door het öerp
naar het Raadhuis, waar de officiêele begroe
ting zal plaats hebben en waarna do stoet
nogmaals een optocht door het dorp zal
houden.
De kost-n, aan de landing van Z. K. H.
den Prins van Oranje verbonden, zullea door
afzonderiyk byeenverzamello gelden gedekt
worden. Voer de overige feestelijkheden is
f 400 byeengebracht.
Het dagtlyksch bestuur van het Scheve-
ningsch feestcomité heeft vergaderd om een
beslissing te nemen omtrent de ui voering
van de voorgenomen versieriDg van eenige
hoofdstraten te Scheveningen. Het rapport
van de subcommissiën, houdeDde bestek en
voorwaarden, werd aangenomen, en do ver
gadering besloot het in druk verkrygbsar to
stellen. De aanbesteding geschiedt in twee
p.-rceeltn: lo. versieriDg van dc Prins-Willem-
straat en Keizerstraten; 2o. van Badhuisstraat
en Badhuiskade.
De komst van Z. K. H. den groothertog
van Saksen en zyn dozhter, de hertogin van
Mecklonburg, te Scheveningen, is vastgesteld
op den 6den dezer raaand, in plaats van op
den öden.
De vorstelyke familie Van Wied wordt
niet vóór den löden Augustus te Scheveningen
verwacht. De beido villa's aan den Govers-
D9ynoot weg, waar de vorstelyke familie iDtrok
neemt, z\jn ter ontvangst gereed, t'rwyloek
het vorsteiyk paviljoen aan den zeekant
gerestaureerd is.
Er is op stalling van 22 paarden gerekend.
Het nieuwe orgel in de kerk te Ter Aa
is thans gereod en voor de eerste maal be
speeld door den heer A. v. Doom, te Niouwer-
lachte. Zyn gezicht had iets ernstigs, maar
onder het lachen kreeg het een zeer goedige
uitdrukking; zy zag daarin de uiting van oen
goedhartig en eerlyk karaktor. Maar heel kalm
gevoelde zy zich nog niet; de plechtige stilte
in de kamer drukte haar, zoodat zy gaarne
zich verwyderd zou hebben; daarom ging zy
terstond na het eten naar haar grootmoeder.
De beido maDnen deden een wandeling over
de akkers, die by de hoeve behoorden, maar
vermeden zorgvuldig de plaats, waar do
dienstboden zich bevonden, en ook die, waar
de grootmoeder hen kon zisn. Toen zy zich
eenigen tyd later weer in de kamer bevonden,
kwam ook de moeder uit de keuken. Het
gesprek werd langzamerhand vertrouwelijker
en toen de schemoring viel, on riet eerder,
waagde de moeder het eindelyk, hom te
vragen, hoe hy en Mildrid 6lkaar toch eigenlyk
hadden leeren kennen. Mildrid zelve had dat
immers niot kunnen vertollen 1 Misschien ont
sproot die vraag alleen uit vrouwelijke nieuws
gierigheid, maar ze was Hans nu zeer welkom.
Hy vertelde het uitvoerig en opgetogen van
vreugde; de beido ouders werden door zijn
verhaal geheel meegesleept. Toen hy nu aan
den vorigen dag kwam, en vertelde, hoe
Beret hem ylings was komen roepen, omdat
zy zag, dat Mildrid ia den grootsten zielsangst
omtrent haar ouders verkeerde; toen hy nu
vau Mildrid zelve vertelde, van haar diep
berouw, dat haar ouders or niets van wisten
toen hy verhaalde van haar vlucht naar het
dal en boe zy, naar lichaam en geest uitge
put, had uitgerust en iDgeelapc-n was, verlaten
en diep ongelukkig toen voelden de ouders,
dat zy nu hun kind weer herkenden. Vooral
de moeder kreeg een gevoel, alsof zy haar
dochter te streng behandeld had.
Maar toen de jonge man van Mildrid ver
telde, sprak by natuurlyk ook, zonder het to
weten, over zichzelvenwant zyn liefde voor
Mildrid klonk uit iedor woord en maakte de
ouders biy. Hij vooldo dat in het laatst en
werd nu opgetogen van vreugde, en do beido
anderen, die nooit by iemand zulk eenvoudig
en innig gevoel hadden waargenomen, smaak
ten zoete genietingen. Zy begonnen zich zoo
innig vergenoegd te gevoelen, dat de moeder
hem, onwillekeurig glimlachend, vroeg: „Gy
hebt met u beidon zeker ook al de toebe
reidselen voor de bruiloft gemaakt, eer gy ona
gesprokon hadt?" Ea Hans antwoordde zeer
toepasseiyk door een regel van zyn bruids
marsch te neuriën:
„Vlug opgespeeld, vlug opgespeeld; wy
hebben groote haast, gy en ik!" en lachte;
maar hy was bescheiden genoog, om terstond
weer over iets anders te spreken. Toevallig
zag hij Astrid aan en bemerkto, dat zy doods
bleek was. Instinctmatig voelde hy, dat by
een groven misslag had begaan, door haar
aan doze melodie te herinneren. Endrid zag
zyn vrouw angstig aan; zy was zeer opge
wonden, zoodat zy het in do kamer niet
meer kon uithouden, maar opstond en naai;
buiten ging.
(Slot volgt.)