Dinsdag 2 Augustus.
A0. 1898
<§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en <§ee\tdagen, uitgegeven.
f&procplng tot den wcrkeiyken dienst.
Feuilleton.
NG. 11790
LEIDSCH
BA&BLAD.
PEIJS DEZER COUBAXTl
Voor Leidon per 8 maanden.t 1.10.
JTanco per post 1.40.
I afzonderiyke Nommers 0.05.
I oracii
PTIT.Tr» HER ATn/kK'I'klN'i'l ifrïT
"Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0 17{. - Groctera
letters naar plaatsruimte. - Voor het incasseeroD bruten de stad
wordt f 0.05 berekend
Ofdciëele EennlseoTlneen.
KENNISGEVING.
JYATIOSiALE MILITIE.
■Do milicien-verlofganger GERHARDUS MARIND8
>YAN DER HAM, loteling van de lichting van 1892,
■der No. 8, uit de gemoente Oegetgecet^behoorende
bet 4do bataljoD, 4de regiment Infanterie, wordt
deze opgeroepen, om op Maandag den I5dcn
igaatue aanstaande, des namiddags vóór viernron,
uniform gekleed en voorzien van zijn verlofpas
zakboekje, alsmede van al de door hom bij zijn
rtrek met groot verlof medegenomen voorwerpen
i kleeding en uitruetin bij zgn corps, ln gariiz oa
Leiden, tegenwoordig te zijn, ton einde tot den
rkelgken dienet over te gaan en gedaronde don
d van acht dagen in werkelgken dienst te
rden gehouden.
De oproeping gea:hiodt wegens overtreding van
131 dor Militiewot, wordeDde de bedoelde ver-
fgangcr er tevens met nadruk op gewezen, dat
ze openbare kennisgeving rechtens voldoende is
hem derhalve, bjj Diet-opkomet Onder de wapenon,
verzuim stelt.
Leiden, De Bargemeeeter der gemeente Leidon,
'p Juli 1898. F. WAS.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen
algemeens kennis, dat door PETRUS HERMANUS
"NT, wonende alhier, een verzoekecbr.ft ie iDgediond
vergunning voor den kleinhandel in sterken drank,
het perceel Uiterstegraobt No. 70.
Burgemeester en Wothouders voornoemd,
Loiden, F. WA3, Burgemeester.
9 Joli 1898. TAN HEY8T, Secretaris.
Do verjaardag der Koningin-Moeder-
Kegentes.
Horgen, 2 Augustus, als Koningin Emma
0 jaar wordt, ia bet de laatste maal, dat z(j
aar verjaardag viert tevens als Regentes,
aar taak als zoodanig is weldra afgedaan,
Haar Dochter "Wilhelmina den laatsten
ezer eigen maand de teugels van het bewind
elve z&l aanvaarden.
Dank z(j de verstandige 200wel als liefde-
olie zorg der Koningin Moeder, die nooit door
verdrijving schade deed, maar evenmin ooit
u toewijding te kort schoot, werd de kostbaro
chat niet alleen trouw bewaakt, maar werd
aanstaande Koningin ontwikktld naar
ichaam, naar geest, naar hart, op een wijze,
1 weinigen te beurt valt en Koniügs-kinderen
"ikwijls minder nog dan anderen. Zy werd
oorboreid voor Haar schoone, doch moeilijke
a&k, door een Moeder, die Koningin was ln
vollen zin de3 woords, doch, Koningin
ynde, Moader bleefl
Onschatbaar voorrecht voor "Wilhelmina,
nschatbaar ook voor Nederland. Oranje en
[Nederland, sinds eeuwen trouw verbonden,
^ijn aan Koningin Emma tot gelijken dank
orplicht.
Als onze Vorstin morgenochtend haar
Moeder begroet, dan zal er io den kus, deze
gegeven, iets zijn van datzelfde heilige
gevoel, dat oen koninklijke dichteres aan het
kind toeschrijft, als dit met gevouwen
handjes den moedernaam uitspreekt.
't Schouwspel van een moeder m6t haar
kinl is inderdaad verrukkelijk. Niets geeft
zoo zuiver het beeld der eeuwige liefde en
der innigste aanhankelijkheid.
Want moederliefde is onuitspreekiyk groot;
Een rijke bron, die nimmer draalt te vloeien;
Een eeuwig vuur, dat nooit gobreekt te
[gloeien;
Een lang gebed van 't kraambed tot den dood.
Daarom is moeders jaardag voor het kind
het grootste der jaarlijksche feesten, de hoog
tijd van het huiselijk leven. Te meer, als het
kind, geiyk by ons Vorstenhuis, gevoelen kan,
hoezeer de moeder-weduwe reeds zooveel
jaren alleen het kind met haar liefde heeft
moeten dekken.
Zy werd by de opvoeding ter zijde ge
staan door een ry uitnemende mannen, door
tal van leermeesters, die het een voorrecht
hebben geacht, iets te mogen bijbrengen tot
do verstaDdelyke en geesteiyke ontwikkeling
van hot koningskind, maar op de moeder
rust toch het leeuwenaandeel dier vorming en
dat werd, zooals alle goede moeders dat doen,
verricht met groote nauwgezetheid en Loo-
gen ernst.
Die Koninklyko Moeder-Weduwe had niet
alleen te waken voor haar kind, maar ook
te regeeren over het volk, dat straks die
dochter als Koningin huldigen zal.
In 66n constitutioneel land als het onze,
vereischt dat regeeren een gematigdheid,
voorzichtigheid en wijsheid, die de ontwikke
ling van het staats- en hot volksleven, trots
het woelen der partyen, bevordert, en els
later do geschiedenis dezer jaren beschreven
wordt, dan zal de historicus kunnen vermel
den, dat H. M. Emma, de RegeDtes van het
Koninkrijk, ook als zooJanig den werkkring,
haar opgelegd, met waardigheid, tot heil van
Nederland heeft vervuld.
Die Koningin-Moeder-Rogentes, de hoogst-
geplaatsta vrouw io ons land, leeft ook met
het volk me ie, verblydt zich, als de zon van
den voorspoed over ons land schyot, maar
deelt ook 't is zoo vaak gebleken in
het leed, dat geleden wordt, en strooit, waar
zy kan en zooveel zy kan, gaven van be
langstelling en deelneming, waar het goede
en het schoone moet bevorderd of waar de
armoede moet gelenigd worden.
Dit alles, en nog zooveel meer, maakt niet
alloen voor de Koninklyke Dochter, maar
voor het geheelo Nederlandsche volk, den
2den Augustus tot een belangrijken feestdag;
tot een dag, waarop vry lucht geven aan
onze dankbaarheid, omdat God ons zulk een
vrouw schonk om tydeiyk die verheven en
gewichtigs taak te verruilen.
Waaie do Nederlandsche driekleur dan
morgen weer van huis uit en van den hoogen
toren en verkondige in wijden kring, dat ook
dit een nationaal feest is, hetwelk wy viereo;
en weer roepe de schoon* Oranjewimpel, daar
by in sierlijke kronkelingen uitwaaiende, dat
ook dit nationale feest eon Oranjefeest is.
Weer geven rood, wit en blauw en oranje
een vroolyk, opgewekt, feesteiyk aanzien aan
onze straten; weer worde er feest gevierd en
weer klinke het, ten teeken en ten onderpand
tevens onzer Nationale éénheidOranje boven I
Leve Koningin Wilhelmina I Leve Koningin
Emma!
Worde ln het gevoel van trouw haar hoogen
plicht te hebben vervuld, Emma het loon
geschonken voor al de moeite en zorg, dia Zy,
ter wilde van Haar dochter, maar ook tot heil
van het volk, zich gaf, en bovenal moge do
kinderlijke, teeder^, aanhankelyke liefde onzer
Koningin het vriendeiyk licht zyn, dat, tot
in lengte van jaren, Haar levenspad bo-
schynt
Leiden. 1 Angustns.
Ter gelegenheid van den verjaardag van
H. M. do Koningin-Regentes zal morgen,
Dinsdag, des middags te twaalf uren, door
de troepen, alhier in garnizoen, oen groote
parade op bet Schuttersveld worden gehouden.
Als parade commandant zal optreden de
majoor G. J. W. Koolemans Beynen en als
adjudant van dien commandant de eerste
luitenant-adjudant W. D. A. Ophorst.
De troep* n zullen geïnspecteerd worden
door den luitenant-kolonei H. A. Calkoen,
waarnemend regiments-commandant van het
4de reg. inf., tevens garnizoens commandant.
De by de Kweekschool voor Zeevaart
alhier gedttacheerde kwartiermeester J. Pol
derman Is met ingang van heden bevorderd
tot bootsmansmaat.
De kwartiermeester J. A. Peeman, thans
dienende aan boord van Hr. Ms. wachtschip
to Amsterdam, wordt met iDgang van heden
gedetacheerd by de Kweekschool voor Zee
vaart alhier.
Ds. K. W. Vethake, van Alfen aan den
Ryn herwaarts gekomen, deed gisteravond in
de Pieterskerk zyn intrede als herder en
leeraar by da Ned.-Herv. Gom. alhier Hy
had tot tekst gekozen 1 Kor. 14 vers 4
(laatste gedeelte). De schare zong hem by
hot einde der godsdienstoefening toe het laatste
vers van Psafm 134.
Ds. J. Nierstrasz, van Leiderdorp, had den
nieuwen leeraar des ochtends bevestigd nsar
aanleiding van 1 Kor. 1 vers 21.
By do te 's-Gravenhage gehouden examens
der Nederlandsche Toonkunst*.naarsvereeDi-
ging is geslaagd voor piano (lager onderwys)
mej. A. C. H. Van Blokhuyzen, te Leiden.
By de eindexamens aan de G. A. Van-
Swieten scholen te Frederiksoord is geslaagd
voor tuinbouw de beer S. E. Juta, van Leiden.
By de Leidsche Spaarbank werd in de
maand Juli iogelegd f 69,965.51 en terug
betaald f 50,320 49'/,, terwyi zyn afgegeven
87 Dieuwe en geheel afgelost 65 boekjes.
H:t gezameniyk tegoed der 11,152 deel
hebbers bodroeg einde Juni ƒ2,lol,306 24'/,.
Do Leidsche processie naar Kevelaer
vertrekt dit jaar Maandag 22 Augustus en
keert terug den 24sten daaraanvolgende.
Gedurende do 1ste helft der maand Juli
werden aan het postkantoor alhier do volgende
brieven bezorgd, welko door onbekendheid
der geadresseerden niet besteld konden worden:
J. A. v. d. Wall, Alkmaar; mej. J. v. d.
Kolk, Ankum; v. Waning, Delft; mej. Konke
laar Domering, Rotterdam; J. Hardeman,
Utrecht; mej. E. Catsman, C. P. Daverveldt,
niet vermeld.
Briefkaarten: J. Mark, Aalsmeer; C. H.
Steelin, Amsterdam; mej. R. Wanrooy,'s Gra-
venhage; H. G. Scboltens, Groningen; mej.
Coradi, Lei Jen; mej. H. J. Mulder, Rotterdam.
Brief, bestemd geweest voor het buiten
land: J. Meier Graef, Parys.
Te's-Gravenhage heeft zich een commissie
gevormd van mannen uit het volk, die ook
iets wenschen by te dragen aan den luister
der Septemberfeesten. Zy wenschen op een
der feestavonden een optocht met fakkellicht,
muziekcorpsen, feestwagen, enz. te houden,
als hulde uit de werkliedenverenigingen aan
do Koningin.
De commissie, die zich met de uitvoering
van dit plan heeft belast, heeft een circulaire
onder de ingezetenen verspreid, waarby tot
hetgeen bedoelde werkliedenverenigingen voor
dit feest hebben geofterl, een bydrage wordt
gevraagd, opdat het plan zal slagen.
Wegens het overlijden van prins Von
Bismarck was gisteren, ten toeken van rouw,
van het Duitsche legatiegebouw aan den
Vyverberg, te 's-Gravenhage, de Duitsche
ryksvlag halfstok ontplooid.
In de Duitsche kerk herdacht dr. P. Frey-
markt, van Rotterdam, ia de voormiddag-
godsdi-.nstoefening in gebed en rede in gevoel
volle woorden den overledene als den grond
legger van de Duitsche eenheid.
Van de meeste établissementen te Schevo-
ningen was gisteren do Duitsche vlag half
stok geheschen.
Aan het postkantoor Warmond werd
gedurende de maand Juli ingelegd f 7863.21,
verdeeld over 68 inlagen, on terugbetaald
f 1561.36, verdeeld ovir 24 terugbetalingen.
Het laatste door dat kantoor uitgegeven
boekje draagt het nummer 826.
Bedankt is voor het beroep naar de
Geref. Gem. te Rotterdam door ds. N. Y. Van
Goor Jz., te Hazerswoude.
Geheel onverwacht kwam gisteren uit
Den Haag het bericht, dat dr. J. E. De Vry,
de bekende f» hei- en plantkundige, die onlang3
nog op den dag van zyn 50 jarig doctoraat
door de wetenschap gehuldigd werd, na een
kortstondig ziekbed overleden is.
De overledene wa3 doctor in de natuur
kunde en, sedert weinige wekeD, doctor honoris
causa in de geneeskunde, e n eeretit.l, hem
door de Utrechtscho universiteit geschonken.
Hij verleende vroeger als inspecteur schei
kundige zyn diensten aan den lande, nadat
hy zyn loopbaan als chemicus was begonnen.
De Regeering erkende zyn verdiensten door
hem de ridderorde van den Noderlandschen
Leeuw toe te kennen, en dat zyn naam ook
in het buitenland hoog stond, is genoegzaam
bekend en blijkt ook uit do hooge onder
scheiding, door Ecgelands koningin hem toe
gekend, door hem do keizerlijke orde van
Indiö te voreeren.
Een ovatie, den loermeestor waardig, werd
gistermiddag den heer H. L. Boersma, directeur
der Haagsche Ambachtsschool, gebracht door
zyn oud-leerlingen, by gelegenheid van zyn
vyf-en-twintigjarig ambtsfeest als directeur
dier school. In het Gebouw voor Kunsten
en Wetenschappen werd de jubilaris met
echtgeDoote en kinderen door een commissie
ontvangen, en door de aanwezige bestuurs
leden, de heeren Godon, Joh. Gram en Yi>ama,
en de talrijke oud leerlingen met een harte
lijkheid begroet, di9 getuigde van de sym
pathie en waardeering, wtlke de heer Bo-rsma
geniet. Door den heer Joh. Schmidt werd de
„waarde meester" namens de oud-leerlingen
toegesproken en hem hulde gebracht voor
alles, wat hy voor de Haagsche Ambachts
school heeft gedaan.
Niet by een hulde in woorden hadden de
oud-leerlingen het echter willen laten en
daarom boden zy den heer Bo&rsma medo
een fraai eikenhouten buffet aan, met D.lftsch
aardewerk gemonteerd, zoomede een peadulo
van blauw porselJn en daarby behoorende
candelabtrs. Een frasie opbracht in lyst was
by dit geschenk gevoegd.
Do heer Boersma bedankte ook namens
zyn echtgenoot© en kinderen voor deze harte
lijke ontvangst, die hem tot in de zit 1 had
getroffen, en voor het geschenk.
Met de verzekering zyn beste krachten aan
de Haagsche Ambachtsschool te zullen blyven
wijden, besloot de jubilaris zyn antwoord.
Aan het staatsexamen tot toelating aen
de universiteit namen van 28 tot 30 Juli deel
7 canoidaten voor do faculteiten der godge
leerdheid, enz.
Toegelaten zyn 4 candidaten, de heeren
H. L. Beaufort, A. J. Hankes Drielsma, W.
M. G. Jolles 6n mejuffrouw J. P. Cannegi9ter.
Voor do faculteiten der geneeskunde, enz.
werden 9 candidaten geëxamineerd.
Toegelaten zyn 6 candidaten, de hoeren:
N. Voorhoeve, J. A. Vreeswijk, J. M. Went-
zei, H. C. Boll, D. Do Lacgo en mejuffrouw
R. Van Heel.
Het examen wordt voortgezet met 3 can
didaten.
Na voortzetting van het examen zyn van
de vorige groep alsnog geslaagd de heeren
J. Stellens (A.) en A. F. L. Tepe (A.).
De Commissie voor de Wereldtentoon
stelling te Parys heeft thans aan eventuoelo
inzenders doen to komen opgaven voor deel
neming of exposit>j van voorwerpen, met
verzoek om mededeeling der ruimte, voor
opstelling benoodigd, en met byvoeging eener
te onderteekenen verklaring, houdende, dat do
inzender zich onderwerpt aan het Reglement,
de voorwaarden van inzonding en deelnomiog
aan de tentoonstelling en aan de verd ra
Reglementen en bepalingen van het tentoon-
stellingsbe8tuur en der jury's. Tevens worden
belanghebbenden verzocht zoo nauwkeurig
mogelyk de ten toon te stellen voorwerpen te
omschryven; to vermelden of men machine-
rieën of andere voorwerpen wenscht in to
zenden, die fundamenten of byzondcre con
structies vereischen.
De majoor G. J. W. Koolemans Beynen,
van het 4de reg. inf, bevinct zich thans voor
eenige dagen in Noord-Holland tot het instellen
van krygskundige onderzoekingen.
Pater H. Th. Naethuis, sedert 23 jaar
werkzaam aan de parochie van den „Heiligen
Franciscus van Assisie", te Oudewater, is
aldaar in den ouderdom van 49 jaar overleden.
De Bruidsmarscli.
10)
„Neen, ik weet het nietik weet alleen,
dat ik er niets aan kon doen, neeD, ik kon
niet;" zy hield zich met beido handen aan
de bank vast.
„Maar in 's hemelsnaam, hoe heb ik het nu?"
Mildrld bleef steed3 zwijgen.
Weer bracht de vader kalmte in het gesprek.
Vriondeiyk en bedaard vroeg by: „Waarom
hcfift ge ons niet geraadpleegd, myn kind?"
Ook de moeder zeide op zacht verwijtenden
tows: „Gd weet, hoeveel wy van u, kinderen,
hwsden; w(j, die altyd zoo eenzaam geleefd
hebben, en vooral van u, Mildrid; ik durf het
wel zeggen, van u altyd het moest."
Mildrid voelde de plaats niet meer, waarop
zy zat.
„Wy dacuten niet, dat gy ons zoudt ver
laten." Het wae haar vader, die dit zei. Al
waren de woorden ook byna toonloos, zy deden
niet minder pyn.
„Ik wil n niet verlaten," stamelde zy.
„Dat moogt gy Diet zeggen," antwoordde
hy ernstiger dan te voren, ,want ge hebt one
reeds verlaten."
Mildrid gevoelde, dat het waar was; en
toch was het ook niet waar; zy kon het niet
ontraadselen.
De mooder zei: „Wat heeft het ons nu
gebaat, dat wy met onze kinderen een liefderyk
en godsdienstig leven geleid hebben? By de
eerste beproeving" zy wilde niet verder
gaan, om haar dochter te sparen, maar nu
kon Mildrid het niet langer uithouden. „Ik
wil u niet verlatenik wil u geon ver
driet aandoenik kon niet anders, ik
kon niet! Zy legde het hoofd op den arm,
met het gezicht naar haar vader gekeerd,
en snikte.
Noch de vader, noch de moeder waren iD
etaat, haar nog verwytingen toe te voegen by
bet berouw, dat zy ecbeen te gevoelen. Er
ontstond een diepe stilte. Zy had langer
kunnen durep, maar Hans Haugen zag van
zyn zitplaats, dat zy nu zyn hulp noodlg had.
Zyn jagersoog had elke beweging gadegeslagen,
had de lippen zien bewegen, had haar stillen
atryd bemerkt en zag, dat zy nu het hoofd
op tafel lei. Hy sprong op, en weldra hoorde
men in de kamer zyn lichten tred. Hy klopte,
allen zagen op, maar niemand riep: „Binnen 1"
Mildrid richtte zich op, blozende onder haar
tranen; de deur giog opeD, Hans stond met
hond en geweer bleek, maar bedaard voor
heD, keerde zich om eD sloot de deur, terwyi
de hond kwispelstaartend op Mildrid toesprong.
Hans was zóó verdiept geweest, dat hy niet
bemerkt had, dat de hond hem volgde.
„Goeden dagl" zeide hy.
Mildrid viel weer op de bank neer, ademdo
diep en zag hem aan, als ware haar een pak
van het hart gevalloDhaar vrees, haar kwaad
goweten waren verdwenenzy was immers
in haar recht, ja, dat was zy; du mocht er
gebeuren, wat de Hemel wilde 1
Niemand had zyn groet beantwoord; nie
mand verzocht hem nader te komen.
„Ik ben Hans Haugen," zeide hy zacht,
zette het geweer op den grond en bleef zoo
staan. Nadat do ouders eenige blikken met
elkaar hadden gewisseld, ging hy voort, als
in tweestryd: „Ik begeleidde Mildrid hierheen,
want als zy niet goed gehandeld heeft, dan
ligt de schuld aan my."
Nu moest er toch iets gezegd worden; de
moeder zag den vader aan en deze zeide
oindeiyk, dat alles zonder hun medeweten
gebeurd was en dat Mildrid hun ook niet kon
verklaren, hoe het toegegaan was.
Hans antwoordde, dat by hot ook niet kon.
„Ik ben geen kwajongen," zeide hy, „want
Ik ben acht en twintig jaar; maar toch is
het zóó toegegaan, dat ik, die nog nooit
verliefd wae geweest, aan niets anders kon
denken sedert onze ontmoeting dan aan haar.
Ale zy „neen" gezegd had, dan geloof ik
bepaald, dat het leven my geen cent moer
waard was geweest."
Hy had dit zoo kalm en eeriyk gezegd,
dat het allen goed deed; Mildrid beefde, want
zy gevoelde, dat do zaak nu in een ander
licht werd gesteld. Hy had zyn pet op het
hoofd, want het wa3 in dio streken geen
gewoonte, dat een reiziger die by het binnen
treden afzette; nu echter nam by ze onwille
keurig af en hing ze over den geweerloop,
terwyi by met zyn banden daarop eteunde.
Er was iets in den jongen man, dat de ouders
noodzaakte, hem beleefd te behandelen.
„Mildrid is zoo jong," zeide de moeder;
„niemand van one had nog aan haar ver
loving gedacht."
„Dat kan waar zyn; daarvoor ben ik zooveel
ouder," antwoordde hy, „en de huishouding
thuis is niet zoo groot en vordert
veel inspanning en ik heb hulp
eerst elkander aan en
blikken naar haar en
by my
niet te
genoeg."
De ouders keken
wendden toen hun
naar hem.
„Zy zou dus met u meegaan?" vroeg de
vader ongeloovig en eenigszins ironisch.
„Zeker," Z6ide Hans; „ik kom hier immers
niet om deze hoeve?"
Hy bloosde sterk en Mildrid evenzeer.
Als de hoeve met al haar bygebouwen in
den grond verzonken was, dan zouden do
oudere niet meer verbaasd hebben gestaan
dan nu, nu zy versmaad werd en Mildrid
bewees door haar zwygen, dat zy het met
hem ook in dit opzicht eens was. Dit besluit
dor jongelieden droeg er niet toe by, om de
oudera enel tot een beslissend antwoord te
brengenwant dezen gevoelden zich vernederd.
„En gy zeidet, dat go ons niet wildet ver
laten?" merkte de moeder verwytend op, en
dit krenkte Mildrid diep, maar Hans kwam
baar te hulp.
„U verlaten? Ieder kind, dat trouwt, moet
toch zyn oudera verlaten"; hy glimlachte en
voegde or op vriondelyken toon by„en het
is ook niet zoo'n verre roi3; Haugen ligt maar
op drie kwart myi afetanda van hier."
Het komt by zco'n gelegenheid eigeniyk
niet op de woorden aan; de gedachten gaan
toch oogehindord haar eigon weg; de ouders
gevoelden zich verlaten, ja, vorradon door het
besluit der jongelieden. Dat men op Haugen
een goed bestaan vond, dat wisten zo wel;
de reizigers hadden deze bezitting tot aanzien
en bloei gebracht. Men had nu en dan in de
nieuwsbladen er over gelezen maar Haugen
was toch Haugen, en dat Mildrid, hun liefste
kind, nu de rei3 naar Haugen terug zou
maken, neen, dat was te veel gevergd 1 Onder
zulke omstandigheden zouden anderen mis
schien boos geworden zyn, maar deze beiden
wilden liefst stilletjes al datgene ontwyken,
wat hun niet aangenaam was. Zy wisselden
daarom een blik van verstandhouding en de
vader zei kalm: „Het is te veel ineens, wy
kunnen daarop dadeiyk nog niet antwoorden.",
„Neen," zeide ook de moeder, „wy waren
op zulke gewichtige tydingen niet voorbereid
en vooral niet daarop, ze op deze manier
te vernemen."
Hane zweeg een oogenblik on zei dan„'tls
waar, Mildrid had in de eerste plaats baar
ouders moeten raadplegen; als echter niemand
van ons er iets van wist, dan toen het te,
laat was? En zoo was hot werkelyk. Wy kon-J
den niet anders doen dan terstond hterheen,
gaan, en dat hebben wy gedaan. Gy moet
het nu niet al to strong opvatten.
{Wordt vervolgd^..