Dinsdag 2 Augustus. A0. 1898 <§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en <§ee\tdagen, uitgegeven. f&procplng tot den wcrkeiyken dienst. Feuilleton. NG. 11790 LEIDSCH BA&BLAD. PEIJS DEZER COUBAXTl Voor Leidon per 8 maanden.t 1.10. JTanco per post 1.40. I afzonderiyke Nommers 0.05. I oracii PTIT.Tr» HER ATn/kK'I'klN'i'l ifrïT "Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0 17{. - Groctera letters naar plaatsruimte. - Voor het incasseeroD bruten de stad wordt f 0.05 berekend Ofdciëele EennlseoTlneen. KENNISGEVING. JYATIOSiALE MILITIE. ■Do milicien-verlofganger GERHARDUS MARIND8 >YAN DER HAM, loteling van de lichting van 1892, ■der No. 8, uit de gemoente Oegetgecet^behoorende bet 4do bataljoD, 4de regiment Infanterie, wordt deze opgeroepen, om op Maandag den I5dcn igaatue aanstaande, des namiddags vóór viernron, uniform gekleed en voorzien van zijn verlofpas zakboekje, alsmede van al de door hom bij zijn rtrek met groot verlof medegenomen voorwerpen i kleeding en uitruetin bij zgn corps, ln gariiz oa Leiden, tegenwoordig te zijn, ton einde tot den rkelgken dienet over te gaan en gedaronde don d van acht dagen in werkelgken dienst te rden gehouden. De oproeping gea:hiodt wegens overtreding van 131 dor Militiewot, wordeDde de bedoelde ver- fgangcr er tevens met nadruk op gewezen, dat ze openbare kennisgeving rechtens voldoende is hem derhalve, bjj Diet-opkomet Onder de wapenon, verzuim stelt. Leiden, De Bargemeeeter der gemeente Leidon, 'p Juli 1898. F. WAS. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen algemeens kennis, dat door PETRUS HERMANUS "NT, wonende alhier, een verzoekecbr.ft ie iDgediond vergunning voor den kleinhandel in sterken drank, het perceel Uiterstegraobt No. 70. Burgemeester en Wothouders voornoemd, Loiden, F. WA3, Burgemeester. 9 Joli 1898. TAN HEY8T, Secretaris. Do verjaardag der Koningin-Moeder- Kegentes. Horgen, 2 Augustus, als Koningin Emma 0 jaar wordt, ia bet de laatste maal, dat z(j aar verjaardag viert tevens als Regentes, aar taak als zoodanig is weldra afgedaan, Haar Dochter "Wilhelmina den laatsten ezer eigen maand de teugels van het bewind elve z&l aanvaarden. Dank z(j de verstandige 200wel als liefde- olie zorg der Koningin Moeder, die nooit door verdrijving schade deed, maar evenmin ooit u toewijding te kort schoot, werd de kostbaro chat niet alleen trouw bewaakt, maar werd aanstaande Koningin ontwikktld naar ichaam, naar geest, naar hart, op een wijze, 1 weinigen te beurt valt en Koniügs-kinderen "ikwijls minder nog dan anderen. Zy werd oorboreid voor Haar schoone, doch moeilijke a&k, door een Moeder, die Koningin was ln vollen zin de3 woords, doch, Koningin ynde, Moader bleefl Onschatbaar voorrecht voor "Wilhelmina, nschatbaar ook voor Nederland. Oranje en [Nederland, sinds eeuwen trouw verbonden, ^ijn aan Koningin Emma tot gelijken dank orplicht. Als onze Vorstin morgenochtend haar Moeder begroet, dan zal er io den kus, deze gegeven, iets zijn van datzelfde heilige gevoel, dat oen koninklijke dichteres aan het kind toeschrijft, als dit met gevouwen handjes den moedernaam uitspreekt. 't Schouwspel van een moeder m6t haar kinl is inderdaad verrukkelijk. Niets geeft zoo zuiver het beeld der eeuwige liefde en der innigste aanhankelijkheid. Want moederliefde is onuitspreekiyk groot; Een rijke bron, die nimmer draalt te vloeien; Een eeuwig vuur, dat nooit gobreekt te [gloeien; Een lang gebed van 't kraambed tot den dood. Daarom is moeders jaardag voor het kind het grootste der jaarlijksche feesten, de hoog tijd van het huiselijk leven. Te meer, als het kind, geiyk by ons Vorstenhuis, gevoelen kan, hoezeer de moeder-weduwe reeds zooveel jaren alleen het kind met haar liefde heeft moeten dekken. Zy werd by de opvoeding ter zijde ge staan door een ry uitnemende mannen, door tal van leermeesters, die het een voorrecht hebben geacht, iets te mogen bijbrengen tot do verstaDdelyke en geesteiyke ontwikkeling van hot koningskind, maar op de moeder rust toch het leeuwenaandeel dier vorming en dat werd, zooals alle goede moeders dat doen, verricht met groote nauwgezetheid en Loo- gen ernst. Die Koninklyko Moeder-Weduwe had niet alleen te waken voor haar kind, maar ook te regeeren over het volk, dat straks die dochter als Koningin huldigen zal. In 66n constitutioneel land als het onze, vereischt dat regeeren een gematigdheid, voorzichtigheid en wijsheid, die de ontwikke ling van het staats- en hot volksleven, trots het woelen der partyen, bevordert, en els later do geschiedenis dezer jaren beschreven wordt, dan zal de historicus kunnen vermel den, dat H. M. Emma, de RegeDtes van het Koninkrijk, ook als zooJanig den werkkring, haar opgelegd, met waardigheid, tot heil van Nederland heeft vervuld. Die Koningin-Moeder-Rogentes, de hoogst- geplaatsta vrouw io ons land, leeft ook met het volk me ie, verblydt zich, als de zon van den voorspoed over ons land schyot, maar deelt ook 't is zoo vaak gebleken in het leed, dat geleden wordt, en strooit, waar zy kan en zooveel zy kan, gaven van be langstelling en deelneming, waar het goede en het schoone moet bevorderd of waar de armoede moet gelenigd worden. Dit alles, en nog zooveel meer, maakt niet alloen voor de Koninklyke Dochter, maar voor het geheelo Nederlandsche volk, den 2den Augustus tot een belangrijken feestdag; tot een dag, waarop vry lucht geven aan onze dankbaarheid, omdat God ons zulk een vrouw schonk om tydeiyk die verheven en gewichtigs taak te verruilen. Waaie do Nederlandsche driekleur dan morgen weer van huis uit en van den hoogen toren en verkondige in wijden kring, dat ook dit een nationaal feest is, hetwelk wy viereo; en weer roepe de schoon* Oranjewimpel, daar by in sierlijke kronkelingen uitwaaiende, dat ook dit nationale feest eon Oranjefeest is. Weer geven rood, wit en blauw en oranje een vroolyk, opgewekt, feesteiyk aanzien aan onze straten; weer worde er feest gevierd en weer klinke het, ten teeken en ten onderpand tevens onzer Nationale éénheidOranje boven I Leve Koningin Wilhelmina I Leve Koningin Emma! Worde ln het gevoel van trouw haar hoogen plicht te hebben vervuld, Emma het loon geschonken voor al de moeite en zorg, dia Zy, ter wilde van Haar dochter, maar ook tot heil van het volk, zich gaf, en bovenal moge do kinderlijke, teeder^, aanhankelyke liefde onzer Koningin het vriendeiyk licht zyn, dat, tot in lengte van jaren, Haar levenspad bo- schynt Leiden. 1 Angustns. Ter gelegenheid van den verjaardag van H. M. do Koningin-Regentes zal morgen, Dinsdag, des middags te twaalf uren, door de troepen, alhier in garnizoen, oen groote parade op bet Schuttersveld worden gehouden. Als parade commandant zal optreden de majoor G. J. W. Koolemans Beynen en als adjudant van dien commandant de eerste luitenant-adjudant W. D. A. Ophorst. De troep* n zullen geïnspecteerd worden door den luitenant-kolonei H. A. Calkoen, waarnemend regiments-commandant van het 4de reg. inf., tevens garnizoens commandant. De by de Kweekschool voor Zeevaart alhier gedttacheerde kwartiermeester J. Pol derman Is met ingang van heden bevorderd tot bootsmansmaat. De kwartiermeester J. A. Peeman, thans dienende aan boord van Hr. Ms. wachtschip to Amsterdam, wordt met iDgang van heden gedetacheerd by de Kweekschool voor Zee vaart alhier. Ds. K. W. Vethake, van Alfen aan den Ryn herwaarts gekomen, deed gisteravond in de Pieterskerk zyn intrede als herder en leeraar by da Ned.-Herv. Gom. alhier Hy had tot tekst gekozen 1 Kor. 14 vers 4 (laatste gedeelte). De schare zong hem by hot einde der godsdienstoefening toe het laatste vers van Psafm 134. Ds. J. Nierstrasz, van Leiderdorp, had den nieuwen leeraar des ochtends bevestigd nsar aanleiding van 1 Kor. 1 vers 21. By do te 's-Gravenhage gehouden examens der Nederlandsche Toonkunst*.naarsvereeDi- ging is geslaagd voor piano (lager onderwys) mej. A. C. H. Van Blokhuyzen, te Leiden. By de eindexamens aan de G. A. Van- Swieten scholen te Frederiksoord is geslaagd voor tuinbouw de beer S. E. Juta, van Leiden. By de Leidsche Spaarbank werd in de maand Juli iogelegd f 69,965.51 en terug betaald f 50,320 49'/,, terwyi zyn afgegeven 87 Dieuwe en geheel afgelost 65 boekjes. H:t gezameniyk tegoed der 11,152 deel hebbers bodroeg einde Juni ƒ2,lol,306 24'/,. Do Leidsche processie naar Kevelaer vertrekt dit jaar Maandag 22 Augustus en keert terug den 24sten daaraanvolgende. Gedurende do 1ste helft der maand Juli werden aan het postkantoor alhier do volgende brieven bezorgd, welko door onbekendheid der geadresseerden niet besteld konden worden: J. A. v. d. Wall, Alkmaar; mej. J. v. d. Kolk, Ankum; v. Waning, Delft; mej. Konke laar Domering, Rotterdam; J. Hardeman, Utrecht; mej. E. Catsman, C. P. Daverveldt, niet vermeld. Briefkaarten: J. Mark, Aalsmeer; C. H. Steelin, Amsterdam; mej. R. Wanrooy,'s Gra- venhage; H. G. Scboltens, Groningen; mej. Coradi, Lei Jen; mej. H. J. Mulder, Rotterdam. Brief, bestemd geweest voor het buiten land: J. Meier Graef, Parys. Te's-Gravenhage heeft zich een commissie gevormd van mannen uit het volk, die ook iets wenschen by te dragen aan den luister der Septemberfeesten. Zy wenschen op een der feestavonden een optocht met fakkellicht, muziekcorpsen, feestwagen, enz. te houden, als hulde uit de werkliedenverenigingen aan do Koningin. De commissie, die zich met de uitvoering van dit plan heeft belast, heeft een circulaire onder de ingezetenen verspreid, waarby tot hetgeen bedoelde werkliedenverenigingen voor dit feest hebben geofterl, een bydrage wordt gevraagd, opdat het plan zal slagen. Wegens het overlijden van prins Von Bismarck was gisteren, ten toeken van rouw, van het Duitsche legatiegebouw aan den Vyverberg, te 's-Gravenhage, de Duitsche ryksvlag halfstok ontplooid. In de Duitsche kerk herdacht dr. P. Frey- markt, van Rotterdam, ia de voormiddag- godsdi-.nstoefening in gebed en rede in gevoel volle woorden den overledene als den grond legger van de Duitsche eenheid. Van de meeste établissementen te Schevo- ningen was gisteren do Duitsche vlag half stok geheschen. Aan het postkantoor Warmond werd gedurende de maand Juli ingelegd f 7863.21, verdeeld over 68 inlagen, on terugbetaald f 1561.36, verdeeld ovir 24 terugbetalingen. Het laatste door dat kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 826. Bedankt is voor het beroep naar de Geref. Gem. te Rotterdam door ds. N. Y. Van Goor Jz., te Hazerswoude. Geheel onverwacht kwam gisteren uit Den Haag het bericht, dat dr. J. E. De Vry, de bekende f» hei- en plantkundige, die onlang3 nog op den dag van zyn 50 jarig doctoraat door de wetenschap gehuldigd werd, na een kortstondig ziekbed overleden is. De overledene wa3 doctor in de natuur kunde en, sedert weinige wekeD, doctor honoris causa in de geneeskunde, e n eeretit.l, hem door de Utrechtscho universiteit geschonken. Hij verleende vroeger als inspecteur schei kundige zyn diensten aan den lande, nadat hy zyn loopbaan als chemicus was begonnen. De Regeering erkende zyn verdiensten door hem de ridderorde van den Noderlandschen Leeuw toe te kennen, en dat zyn naam ook in het buitenland hoog stond, is genoegzaam bekend en blijkt ook uit do hooge onder scheiding, door Ecgelands koningin hem toe gekend, door hem do keizerlijke orde van Indiö te voreeren. Een ovatie, den loermeestor waardig, werd gistermiddag den heer H. L. Boersma, directeur der Haagsche Ambachtsschool, gebracht door zyn oud-leerlingen, by gelegenheid van zyn vyf-en-twintigjarig ambtsfeest als directeur dier school. In het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen werd de jubilaris met echtgeDoote en kinderen door een commissie ontvangen, en door de aanwezige bestuurs leden, de heeren Godon, Joh. Gram en Yi>ama, en de talrijke oud leerlingen met een harte lijkheid begroet, di9 getuigde van de sym pathie en waardeering, wtlke de heer Bo-rsma geniet. Door den heer Joh. Schmidt werd de „waarde meester" namens de oud-leerlingen toegesproken en hem hulde gebracht voor alles, wat hy voor de Haagsche Ambachts school heeft gedaan. Niet by een hulde in woorden hadden de oud-leerlingen het echter willen laten en daarom boden zy den heer Bo&rsma medo een fraai eikenhouten buffet aan, met D.lftsch aardewerk gemonteerd, zoomede een peadulo van blauw porselJn en daarby behoorende candelabtrs. Een frasie opbracht in lyst was by dit geschenk gevoegd. Do heer Boersma bedankte ook namens zyn echtgenoot© en kinderen voor deze harte lijke ontvangst, die hem tot in de zit 1 had getroffen, en voor het geschenk. Met de verzekering zyn beste krachten aan de Haagsche Ambachtsschool te zullen blyven wijden, besloot de jubilaris zyn antwoord. Aan het staatsexamen tot toelating aen de universiteit namen van 28 tot 30 Juli deel 7 canoidaten voor do faculteiten der godge leerdheid, enz. Toegelaten zyn 4 candidaten, de heeren H. L. Beaufort, A. J. Hankes Drielsma, W. M. G. Jolles 6n mejuffrouw J. P. Cannegi9ter. Voor do faculteiten der geneeskunde, enz. werden 9 candidaten geëxamineerd. Toegelaten zyn 6 candidaten, de hoeren: N. Voorhoeve, J. A. Vreeswijk, J. M. Went- zei, H. C. Boll, D. Do Lacgo en mejuffrouw R. Van Heel. Het examen wordt voortgezet met 3 can didaten. Na voortzetting van het examen zyn van de vorige groep alsnog geslaagd de heeren J. Stellens (A.) en A. F. L. Tepe (A.). De Commissie voor de Wereldtentoon stelling te Parys heeft thans aan eventuoelo inzenders doen to komen opgaven voor deel neming of exposit>j van voorwerpen, met verzoek om mededeeling der ruimte, voor opstelling benoodigd, en met byvoeging eener te onderteekenen verklaring, houdende, dat do inzender zich onderwerpt aan het Reglement, de voorwaarden van inzonding en deelnomiog aan de tentoonstelling en aan de verd ra Reglementen en bepalingen van het tentoon- stellingsbe8tuur en der jury's. Tevens worden belanghebbenden verzocht zoo nauwkeurig mogelyk de ten toon te stellen voorwerpen te omschryven; to vermelden of men machine- rieën of andere voorwerpen wenscht in to zenden, die fundamenten of byzondcre con structies vereischen. De majoor G. J. W. Koolemans Beynen, van het 4de reg. inf, bevinct zich thans voor eenige dagen in Noord-Holland tot het instellen van krygskundige onderzoekingen. Pater H. Th. Naethuis, sedert 23 jaar werkzaam aan de parochie van den „Heiligen Franciscus van Assisie", te Oudewater, is aldaar in den ouderdom van 49 jaar overleden. De Bruidsmarscli. 10) „Neen, ik weet het nietik weet alleen, dat ik er niets aan kon doen, neeD, ik kon niet;" zy hield zich met beido handen aan de bank vast. „Maar in 's hemelsnaam, hoe heb ik het nu?" Mildrld bleef steed3 zwijgen. Weer bracht de vader kalmte in het gesprek. Vriondeiyk en bedaard vroeg by: „Waarom hcfift ge ons niet geraadpleegd, myn kind?" Ook de moeder zeide op zacht verwijtenden tows: „Gd weet, hoeveel wy van u, kinderen, hwsden; w(j, die altyd zoo eenzaam geleefd hebben, en vooral van u, Mildrid; ik durf het wel zeggen, van u altyd het moest." Mildrid voelde de plaats niet meer, waarop zy zat. „Wy dacuten niet, dat gy ons zoudt ver laten." Het wae haar vader, die dit zei. Al waren de woorden ook byna toonloos, zy deden niet minder pyn. „Ik wil n niet verlaten," stamelde zy. „Dat moogt gy Diet zeggen," antwoordde hy ernstiger dan te voren, ,want ge hebt one reeds verlaten." Mildrid gevoelde, dat het waar was; en toch was het ook niet waar; zy kon het niet ontraadselen. De mooder zei: „Wat heeft het ons nu gebaat, dat wy met onze kinderen een liefderyk en godsdienstig leven geleid hebben? By de eerste beproeving" zy wilde niet verder gaan, om haar dochter te sparen, maar nu kon Mildrid het niet langer uithouden. „Ik wil u niet verlatenik wil u geon ver driet aandoenik kon niet anders, ik kon niet! Zy legde het hoofd op den arm, met het gezicht naar haar vader gekeerd, en snikte. Noch de vader, noch de moeder waren iD etaat, haar nog verwytingen toe te voegen by bet berouw, dat zy ecbeen te gevoelen. Er ontstond een diepe stilte. Zy had langer kunnen durep, maar Hans Haugen zag van zyn zitplaats, dat zy nu zyn hulp noodlg had. Zyn jagersoog had elke beweging gadegeslagen, had de lippen zien bewegen, had haar stillen atryd bemerkt en zag, dat zy nu het hoofd op tafel lei. Hy sprong op, en weldra hoorde men in de kamer zyn lichten tred. Hy klopte, allen zagen op, maar niemand riep: „Binnen 1" Mildrid richtte zich op, blozende onder haar tranen; de deur giog opeD, Hans stond met hond en geweer bleek, maar bedaard voor heD, keerde zich om eD sloot de deur, terwyi de hond kwispelstaartend op Mildrid toesprong. Hans was zóó verdiept geweest, dat hy niet bemerkt had, dat de hond hem volgde. „Goeden dagl" zeide hy. Mildrid viel weer op de bank neer, ademdo diep en zag hem aan, als ware haar een pak van het hart gevalloDhaar vrees, haar kwaad goweten waren verdwenenzy was immers in haar recht, ja, dat was zy; du mocht er gebeuren, wat de Hemel wilde 1 Niemand had zyn groet beantwoord; nie mand verzocht hem nader te komen. „Ik ben Hans Haugen," zeide hy zacht, zette het geweer op den grond en bleef zoo staan. Nadat do ouders eenige blikken met elkaar hadden gewisseld, ging hy voort, als in tweestryd: „Ik begeleidde Mildrid hierheen, want als zy niet goed gehandeld heeft, dan ligt de schuld aan my." Nu moest er toch iets gezegd worden; de moeder zag den vader aan en deze zeide oindeiyk, dat alles zonder hun medeweten gebeurd was en dat Mildrid hun ook niet kon verklaren, hoe het toegegaan was. Hans antwoordde, dat by hot ook niet kon. „Ik ben geen kwajongen," zeide hy, „want Ik ben acht en twintig jaar; maar toch is het zóó toegegaan, dat ik, die nog nooit verliefd wae geweest, aan niets anders kon denken sedert onze ontmoeting dan aan haar. Ale zy „neen" gezegd had, dan geloof ik bepaald, dat het leven my geen cent moer waard was geweest." Hy had dit zoo kalm en eeriyk gezegd, dat het allen goed deed; Mildrid beefde, want zy gevoelde, dat do zaak nu in een ander licht werd gesteld. Hy had zyn pet op het hoofd, want het wa3 in dio streken geen gewoonte, dat een reiziger die by het binnen treden afzette; nu echter nam by ze onwille keurig af en hing ze over den geweerloop, terwyi by met zyn banden daarop eteunde. Er was iets in den jongen man, dat de ouders noodzaakte, hem beleefd te behandelen. „Mildrid is zoo jong," zeide de moeder; „niemand van one had nog aan haar ver loving gedacht." „Dat kan waar zyn; daarvoor ben ik zooveel ouder," antwoordde hy, „en de huishouding thuis is niet zoo groot en vordert veel inspanning en ik heb hulp eerst elkander aan en blikken naar haar en by my niet te genoeg." De ouders keken wendden toen hun naar hem. „Zy zou dus met u meegaan?" vroeg de vader ongeloovig en eenigszins ironisch. „Zeker," Z6ide Hans; „ik kom hier immers niet om deze hoeve?" Hy bloosde sterk en Mildrid evenzeer. Als de hoeve met al haar bygebouwen in den grond verzonken was, dan zouden do oudere niet meer verbaasd hebben gestaan dan nu, nu zy versmaad werd en Mildrid bewees door haar zwygen, dat zy het met hem ook in dit opzicht eens was. Dit besluit dor jongelieden droeg er niet toe by, om de oudera enel tot een beslissend antwoord te brengenwant dezen gevoelden zich vernederd. „En gy zeidet, dat go ons niet wildet ver laten?" merkte de moeder verwytend op, en dit krenkte Mildrid diep, maar Hans kwam baar te hulp. „U verlaten? Ieder kind, dat trouwt, moet toch zyn oudera verlaten"; hy glimlachte en voegde or op vriondelyken toon by„en het is ook niet zoo'n verre roi3; Haugen ligt maar op drie kwart myi afetanda van hier." Het komt by zco'n gelegenheid eigeniyk niet op de woorden aan; de gedachten gaan toch oogehindord haar eigon weg; de ouders gevoelden zich verlaten, ja, vorradon door het besluit der jongelieden. Dat men op Haugen een goed bestaan vond, dat wisten zo wel; de reizigers hadden deze bezitting tot aanzien en bloei gebracht. Men had nu en dan in de nieuwsbladen er over gelezen maar Haugen was toch Haugen, en dat Mildrid, hun liefste kind, nu de rei3 naar Haugen terug zou maken, neen, dat was te veel gevergd 1 Onder zulke omstandigheden zouden anderen mis schien boos geworden zyn, maar deze beiden wilden liefst stilletjes al datgene ontwyken, wat hun niet aangenaam was. Zy wisselden daarom een blik van verstandhouding en de vader zei kalm: „Het is te veel ineens, wy kunnen daarop dadeiyk nog niet antwoorden.", „Neen," zeide ook de moeder, „wy waren op zulke gewichtige tydingen niet voorbereid en vooral niet daarop, ze op deze manier te vernemen." Hane zweeg een oogenblik on zei dan„'tls waar, Mildrid had in de eerste plaats baar ouders moeten raadplegen; als echter niemand van ons er iets van wist, dan toen het te, laat was? En zoo was hot werkelyk. Wy kon-J den niet anders doen dan terstond hterheen, gaan, en dat hebben wy gedaan. Gy moet het nu niet al to strong opvatten. {Wordt vervolgd^..

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1