N°. 11787
"Vrijdag 29 Juli.
A°. 1898
<§eze (gouiant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§pn- en (feestdagen, uitgegeven
Leiden, 28 Juli.
Peuilleton.
De Bruidsmarscli.
LEIDSCH
DA&BLAD.
PRUS DEZER COURANT:
7oor Leiden per 8 maanden,1.10.
■anco per post 1.40,
onderiyke Nommers
PRUS DER -ATlv khTR'NT f ÉTw
Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. - Groctero
letters naar plaatsruimte. - Voor het incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend
Door het uitvoerend comité voor de
instaande inhuldigingsfeesten hier ter stede
ird aan B. en Ws. medegedeeli, dat by die
jlegenheii een grooto allegorische optocht
il worden gehoudon. Tal van industriöelen
lebben daaraan hun medewerking toegezegd,
ter wijl ook het studentencorps, het garnizoen
0 de kweekschool voor zeevaart zich in den
■oot zullen doen vertegenwoordigen. De hoofd
tommissie van haar kant heeft c'e levering
tan den inhuldigingswagen op zich genomen,
Ho Jat het welslagen van don optocht als
Jrzekeri mag worden beschouwd.
BToch komt hot het uitvoerend comité voor,
dat er iets aan den optocht zou ontbreken,
jloien ook niet do gemeente zich daarin deed
irtegenwoordigen, en het richtte daarom tot
B. en Ws. het verzoek by den gemeenteraad
(ft willen bevorderen, dat ook do gemeonte
door deelneming aan den optocht van haar
«langstelling biyk zou geven.
Ook B. en Ws. zyn van oordeel, dat waar
het een feest geldt ter eere van H. M. onze
«eerbiedigde Koningin, de gemeente zich niet
jag onthouden, en zy meenen, dat de ge-
ieento niet beter tot het welslagen van den
itocht zou kunnen bydragen, dan door het
eren van een wagen, waarop de gemeente
liden allegorisch zal worden voorgesteld.
en Ws. geven daarom in overweging
>r het bovenomschreven doel een som van
1500 ter beschikking te stellen van de
iofdcoramis8ie voor de inhuldigingsfeesten,
jelke som zal moeten worden gevonden uit
ten post voor Onvoorziene Uitgaven, waarop
lans nog een bedrag van f 27,329 beschik-
,ar is.
T»r voldoening aan het voorschrift van
art. 218 der Gemeentewet hebben B. en Ws.
den gemeenteraad aangeboden de door den
■meente-ootranger, ingevolge art. 115 dier
ret, overgelegde rekening van de Ontvang
en en Uitgaven eer gemeente over het
ar 1897.
|Bl\]kens die rekening bedragen de ontvang
en /"1,251,603.53s en de uitg. f 1,315,845.17,
lodat de dienst 1897 een nadeelig saldo heeft
pgeleverJ van /"64 241.63s.
Waar nu het nadeelig slot der gebeele
ening over 1897 bedraagt /"64241.635
en het nadeelig saldo der daaronder
begrepen buitengewone ontvangsten
«0 uitgaven72054.17
dan zal bet verschil of f 7812.53s
het batig slot der gewone ontvangsten en uit
gaven van dat jaar uitmaken.
HOver het dienstjaar 1S97 zyn evenwel nog
^■nige sommen onbetaald gebleven, nl. wegtns
niet ter inwisseling aangeboden coupons van
1897 in de gelrieening der gemeente f 127.50
en wegens coupons van vroegere jaren
dezu geldleeninf 10.50
Samen f 138.
Deze onbetaald gebleven vorderingon moeten
lgons de voorschriften ten laste van den
st voor Onvoorziene Uitgaven van het
cienstjaar worden gebracht. B. en Ws.
stellen daarom voor gemeld bedrag van f 138,
in het batig slot der gewone ontvangsten en
uitgaven van 1897 begrepen, op den dienst
1898 over te brengen, waardoor het batig
slot van 1897, dat als 1ste post van ont
vangst op hot dienstjaar 1899 wordt verant
woord, zal bedragen f 7812.53
af f 138.—
7674.53
Onder overlegging van een desbetreffend
adres van den heer J. A. L. De Stoppelaar,
houdende verzoek om terugbetaling van school
geld, Middelbaar Onderwijs, voor zjja pupil
J. W. H. Adam, deelen B. en Ws. don ge
meenteraad mede, dat deze, volgens inge
wonnen berichten, de Hoogere Burgerschool
en de gemeente in Februari j. 1. heeft ver
laten en zich metterwoon heelt gevestigd te
Amersfoort, zoodat er alleszins t*-rmen be
staan om geen schoolgeld te heffen over de
laatste twee kwartalen van den cursus 1897/8.
Zy geven derhalve in overweging aan adres
sant terugbetaling van schoolgeld te verleenen
tot een bedrag van f 30.
Ook deelen B. en Ws. mede, dat de dochter
van den heer B. Blankenberg, vroeger leerling
van de Kweekschool voor Onderwyzere en
Onderwyzeressen, deze inrichting sedert uit0.
Mei j.l. niet meer heeft bezocht, terwyi het
schoolgeld over het laatste kwartaal van den
cursus 1897/8 13 voldaan.
Onder overlegging van het desbetreffende
adres geven B. en Ws. in overweging aan
adressant terugbetaling van schoolgeld over
bovengemeld kwartaal tot een bedrag van
f 8 te verleenen op grond van biliykheid,
aangezien over dat kwartaal geen onderwas
is genoten.
Den gemeenteraad deelen B. en Ws. mede,
dat zy zich genoodzaakt hebben gezisn aan
den brugwachter J. Van Berkel met ingang
van 1 Augustus a. s. eervol ontslag uit den
dienst der gemeente te verleenen, nadat uit
een door twee stadsgeneeskundigen ingesteld
geneeskundig onderzoek was gebleken, dat by
wegens lichaamsgebreken niet meer tot een
behoorlyke uitoefening van zyn betrekking
in staat is. Aangezien nu evenwel niet is
gebleken, dat genoemde brugwachter die ge
breken heeft bekomen ten gevolge van de uit
oefening zyner functie, kan hy slechts aanspraak
maken op ef^n pensioen van f 148.77s, inge
volge het bepaalde by art. 2 sub IV en art
4 der Verordening van den 4den December
1884 (Gem bl. No. 5).
Intusschen zouden B. en Ws. het wenschelyk
en billyk achten, indien aan Van Berkel, dio
steeds de gemeente op uitmuntende wyze heeft
gediend, terwyi bovendien de mogelykheil
ni t is uitgesloten, dat zyn gebreken althans
voor een deel door den dienst zyn ontstaan,
een jaariyksch inkomen van f 250 kon worden
verzekerd, totdat wellicht door hem op andere
w(jze in zyn onderhoud zal kunnen worden
voorzien.
Zy geven mitsdien in overweging aan Van
Berkel met ingang van 1 Augustus a. 8. tot
wederopzeggens een persoonlyke toelage te
verlee ien ten bedrage van f 101 22s
Ingevolge de artt. 3 en 4 der wet van
5 April 1870 moet vóór den lsten September
a8. door den Gemeenteraad aan den Commis
saris der Koningin in deze provincie een
opgave worden ingezonden voor de benoeming
van drie leden van het college van zetters
voor 's Ryks directe belastingen, bestaande uit
tweemaal zooveel personen als er leden te
benoemen zyn.
Op den laatsten December van dit jaar
moeten volgens den roostor aftreden de heeren
J. P. J. Van Ewyk, C. Wassenaar en A.
Boekwyt, die herkiesbaar zyn. B. en Ws.
geven den gemeenteraad derhalve in over
weging tot de vaststelling van de opgave
over te gaan, waarvoor de volgende aanbeveling
wordt aangeboden:
J. 3o Johan Pieter Jacob Van Ewyk, woon
plaats Leiden, geboren 26 October 1826,
behanger; 2o. GovertVao Driel, woonplaats
Leiden, geboren 11 S ptember 1853, architect;
II. lo. Cornells Wassenaar, woonplaats
Leiden, geboren 21 Juli 1837, fabrikant; -
2o. Barend Egbert Spyker PHzwoonplaats
Leiden, geboren 4 December 1859, winkelier;
III. lo. Abraham Boekwyt, woonplaats
Leiden, geboren 21 Februari 1828, stuka
door;—2o. Willem Comelis Mulder, woonplaats
Leiden, geboren 23 Februari 1850, architect.
De schouwburg-loge der „Natlerlandsche
Tooneelvereeniging", standplaats Doezastraat,
was gisteravond reeds beter bezet dan ce
eerste maal. In Blumenthal's en Kadelburg's
blyspei „Jan Ongeluk" traden de leden van
dit gezelschap weder verdiensteiyk op, allen,
zonder uitzondering. Hoe dikwyls zy dit stuk
elders ook al mogen hebben vertoond, toch
geschiedde hier alles nog con araore. Het
succes bleef niet uit, evenmin als toen dezen
winter het stuk in den schouwburg aan de
Oude Vost werd gegeven. Het publiek werJ
dtn geheelen avond in een opgewekte stem
ming gehoud n. Het juichte den vertooners
voortdurend toe. Vooral de geschiedenis met
No. 6 van do kinematograaf: een strandtooneel
te Ostende, veroorzaakte veel hilariteit, wegens
de allerdolste scènes en vergissingen. Ook het
goed gespeelde voorstukje „Alles voor de
dames I" viel zeer in den geest. Morgenavond
herhaling van „Jan Ongelukl" Zy, die het
nog niet gezien hebben, moeten deze gelegen
heid niet verzuimen.
Voor de Nederlandsche Toonkunstenaare-
vereeniging is geslaagd voor akte piano-onder-
wys mej. L. Van Sillevoldt, leerlinge van
mej. Sissingh.
De voordracht voor hoofd der openbare
lagere school te Aarlanderveen (Dorp) bestaat
uit de be-renlo. J. Wesselink, hoofd te
Noordwykerhout; 2o. J. Poen, onderwyzer te
Waarder; 3o. A. Dirks, onderwyzer te Lei Jen.
By het toelatingsexamen tot het Reserve
kader der infanterie en der artillerie, dat den
21sten dezer aanving, hebben 143 adspiranten
voldaan, 16 trokken zich terug en 63 moesten
worden afgewezen.
Voor leeraar in de geschiedenis en aard-
rykskunde aan bet gymnasium te Nijmegen
worden aanbevolen de heeren G. Wiersum,
doctorandus in ae Ned. letteren, te Uithuizen;
R. Broersma, alsvoren, te Utrecht; C. W.
A. Pothast, candidaat in de Nederlandsche
letteren te Amsterdam; J. G. De la Fontaine
Verwey, leeraar aan de Ryks H. B. S. te
Bergen op Zoom; H. Zondervan, leeraar aan
de H. B.-S. te Warfum, en H. G. Harkema,
leeraar aan het Gymnasium te Doetincbem.
De kapitein-luitenant ter zee C. Meyboom,
stafofficier der zeemacht in de maritieme directie
Amsterdam, wordt met 6 Augustus a. s.
eervol van zyn tegenwoordige betrekkiug ont
heven en op non activiteit gesteld, en vervangen
door den kapitein-luitenant terzeeH.P.Netscher.
Naar het „H. Dgbl." meldt, zal binnen
kort een promotie plaats hebben in de kspi*
teins- en hoogere rangen der artillerie.
Den 16den Aug. a. s. zal in de naby-
heid van Amersfoort een oefening plaats
hebben in den geneeskundigen dienst te velde.
Naar men verneemt, zal deze oefening worden
bygewoond door den Russischen mil. attaché
luit. kol. De Muller.
De ministers van marine en van waterstaat
zyn gisterochtend naar Dordrecht vertrokken.
Tot buitengewoon gezant en gevol
machtigd minister van Z. M. den Koning van
Rumenië by ons Hof is benoemd de heer
I. N. Papiniu, thans Rumeensch minister te
Belgrado.
Men verneemt, dat de heer K. Morren,
commies aan het algemeen Ryksarchief te
's Gravenhage, namens den minister van
buitenlandsche zaken is aangezocht een plan
tot reorganisatie van het archief van dat
departement te ontwerpen en c. q. uit te
voeren.
Aan bet Staatsexamen tot toelating aan
de Universiteit namen vin 2527 Juli deel
vijf candidaten voor de faculteiten der godge
leerdheid, enz. Toegelaten zyn twee candidaten,
nl. mej. D. C. E. Pouw en de heer P. J. V.
M. Sopers.
Voor de faculteiten der geneeskunde, enz.
werden zes candidaten geëxamineerd. Toege
laten zyn vyf candidaten, nl. de heeren M.
De Carpentier Wildervanck, J. W. Poser, P.
Kremer, G. Van Beek en mej. A. J. Heiöema.
Het examen wordt voortgezet met twee
candidaten.
Na voortzetting van het examen is van de
vorige gro p alsnog geslaagd de beer A.
Perel (A.).
Voor eenigen tyd werd gemeld, dat als
professor in de gynaecologie aan de Ryks-
universiteit te Utrecht beDoemd zou worden
mej. dr. Catharina Van Tussenbroek, te Am
sterdam de „Berliner Lokal-Anzeiger" meldde
het nu reeds als een voldongen feit.
Deze benoeming is echter nog niet geschied
en zal, is het „Ned. Dgbl." wèl ingelicht,
niet geschieden. Het moet waar zyn, dat
mejuffrouw Van Tussenbroek op do voor
dracht staat, die door curatoren is opgemaakt
ter vervulling van den door den dood van
prof. Haloertsma opengekomen leerstoel, maar
op deze voordracht komen ook voor de namen
van dr. Timmermans en van dr. Rosthorn.
En reeds moet de minister van i innenlandsche
zaken hebben te kennen gegeven, dat dr.
Rostborn, te Praag, benoemd zal worden.
Door den generaal-majoor Rooseboom,
stelling-commandant van Amsterdam en be
velhebber in de lste militaire afdeeling, zal
inspectie worden gehouden over de verschil
lende kazernes in bet garnizoen Leiden, om
na te gaan, welke veroeteringen en wyzlgin-
gen daarin moeten worden gebraebt.
De „Avonopost" zegt, naar aanleiding
*an een bewering van „Insulinde," dat mr.
Th. H. De MecBter bestemd zou zyn
den tegenwooroigen gouverneur generaal van
Ned.-In.ië op te volgen, met de meeste stellig
heid te kannen verzekeren, dat van den aan
vang af, zoowel by de Regeering als by d n
benoemde, op den voorgrond heeft gestaan,
dat de heer De Meester, benoemd tot vice-
president van den Raad van Indiè, met in
aanmerking zon komen voor gouverneur-
generaal.
Discretie verplicht ons, zegt het blad, tot
deze tegenspraak zonder meer.
Het stoomschip „Maasdam" arriveerde
27 Juli van Nieuw York te Rotterdam; de
„Claden" (gecharterd door de Holland-Amerika-
ïyn), vaD Amsterdam naar Nieuw-York, pas
seerde 27 Juli Dover.
Aikciuude. Op Zaterdag 30 Juli a. s. zal
des middags te 12 uren de gelegenheid zyn
opeDgesrild tot kostelooze inenting en herin-
enting der ingezetenen, die zich daarvoor aan
melden by de gemeente geneesheeren-vdccina-
teurs in de openbare schoollokalen te Oude-
WeteriDg, te Roelof Arendsveen en te Ryp-
wetering.
De gewone jaarlyksche oefening van do
manschappen dtr brandweer by de spuit
to Nieuwe-Wetering zal gehouden worden
Zaterdag, 30 dezer, precies te zeven uren
's avonds.
Benthuizen. De heryk van maten en ge
wichten zal in de gemeente Benthuizen plaats
hebben op Dinsdag 23 Augustus, van des voor
middags tien uren tot des namiddags één
uur op het Raadhuis.
Oegstgecst. De huisvrouw van H. D., wonendo
in de Ltiusche buurt alhier, was eenige uren
van huis geweest. Toen zy terugkwam en de
deur van de echtelyke woning open maakte,
zag xy haar man aan een ladder hangen. De
veldwachter M. werd gewaarschuwd, cis den
hangende dadelyk afsneed. By onderzoek i leak
het, dat hy sinds een paar uren gehangen
bad, daar bet lyk geheel koud was. De roden
van dezen zelfmoord is onbek-nd.
Bypwetering. Alhier schynt tegen woor ig
het onwillekeurig nemen van een bad in do
vaart weer aan de orde te zyn; althans heeft
er deze week op don oenen dag één en hebben
er den volgenden dag drie gevallen van dien
aard plaats gehad, gelukkig zonder ernstige
gevolgen.
De winkelier P. Bloem heeft zich by één
van die gevallen venienstelyk gemaakt, coor
zich te water te begeven en met een ladder,
die men hem toereikte, een drie-jarig meisje
te redden.
Wassenaar. In deze gemeente heeft zich
een geval van vl kziekte voorgedaan. Het
aangetaste varken is op last van den veearts
verbrand.
12)
„Wie zyt gy?" vroeg hy zacht.
„Beret, de zuster van Mildrid," zeide zy;
y bloosde en zy niet minder. Maar terstond
aarna werd hy bleek.
„Er is toch niets voorgevallen?"
„Neen, dat niet, maar gy moet meekomen l
kan het niet verdragen, nu alleen te zyn."
liy stond haar een oogenblik aan te kyken.
aarna groette hy ha3r en ging naar de hut.
e Duitschor was buiten biy ven staan en had
etftiengelgereedschap opgehangen; Hans deed
ot?elfde, terwyi zy met elkaar spraken,
innen in de hut hadden twee hondea uit
He macht geblaft, sedert Beret de mannen
©roepen had.
De beide visschers gingen samen naar
innen; toen zy de deur openden, stormden
beide honden naar buiten, maar werden
erstond op strengen toon weer binnen
geroepen. Het duurde lang, vóór Hans weer
uiten kwam. Hy was nu andere gekleed en
zyn geweer en zyn hond by zich. De
Duit8cher vergezelde hem tot voor de deur
en daar gaven ze elkaar de hand, alsof ze
oor geruimon tyd afscheid nameD.
Hans ging dadelyk op Beret toe.
„Kunt ge meekomen?" vroeg hy.
sNatuurlyk." Hy stapte voort, terwyi zy
flink moest loopen, om hem by te houden;
de hond liep voor hen uit. Daar hy in de
meening had verkeerd, dat Mildrid even
bedaard en vergenoegd na hun verloving zou
zyn als hy, wekte deze bode in hem geheel
nieuwe gedachten, 't Was natuurlyk, dat zy
onrustig was by de gedachte aan haar ouders
En de haast, waarmee alles was geschied,
zou haar ook wel angstig gemaakt hebben;
zeker, dat kon niet anders; hy begreep dit
nu zeer goed, dat hy zich er ten hoogste
over verwonderde het niet eerder begrepen
te hebben hy verhaastte zyn scbredeu;
zelfs op hem had de eerste ontmoeting met
Mildrid immers den indruk van een over
rompeling gemaakt; wat moest nu zy, het
stille kind, dat in het ouderlyke huis altyd
terughoudend moest zyn, wel niet gevoelen,
nu zy plotseling door een storm in de open
zee werd geslingerd?
En hy liep nog sneller voort.
Gedurende dezen snellen marsch liep Beret
aan zyn zyde, terwyi zyn oog byna onaf
gewend op hem gericht was. Hy had tusschen-
beide haar groote oogen en gloeiende wangen
wel opgemerkt; maar zijn eigen gedachten
hadden hem geheel afgetrokken gemaakt, hy
had haar niet duideiyk gezien en in het laatst
zag by haar in het geheal niet meer. Hy
keerde zich om; zy was een heel eind achter
gebleven, maar strompelde achter hem aan,
zoo vlug haar voeten het haar toelieten. Zy
was te trot8Ch om te zeggen, dat zy dezen
tocht niet kon uithouden. Toen hy nu bleef
staan wachten, tot zy geheel buiten adem
by hem was, stonden haar de tranen in de
oogen.
„Ik loop zeker te snel, hé?" Hy gaf haar
de hand; zy was zóó moe, dat ze niet kon
antwoorden.
„Wy zullen een poosje gaan zitten," zei
hy, terwyi hy haar naar zich toe trok, „kom
maar bier!" En hy zette zich naast haar op
den grond. Zy bloosde nog sterker en waagde
het niet, hem aan te zien; haar boezem
zwoegde, alsof ze moest stikken. „Ik heb zoo'n
dorst!" waren de eerste woorden, die zy kon
uitbrengen. Zy stonden weer op en hy zag
rond; maar er was geen water in de naby heid.
„Wy moeten wachten tot straks," zoide
hy, „dan komen we by een beek; het is ook
niet goed voor u, dat ge nu drinkt." Hy
ging weer zitten en zy volgde zyn voorbeeld.
„Ik heb op de heenreis zoo hard geloopen,"
zeide zy als ter verontschuldiging.
„Dazen middag heb ik ook niet gegeten,"
voegde zy er na een oogenblik aan toe, „en
van nacht niet geslapen."
In plaats van haar zyn deelneming te be
tuigen, vroeg hy snel: „Dan heeft Mildrid
van middag zeker ook niet gegeten en mis
schien van nacht niet geslapen?"
„Mildrid heeft ook den vorigen nacht, ge
loof ik, niet geslapeü, en voor zoover ik
weet, heeft zy ook niets gegeten; neen,"
zeide zy nadenkende, „nog nooit is zy zoo
lang zonder voedsel gebleven 1" Hy stond op.
„Zoudt ge nu verder kunnen gaan?"
„Ik zou het wel denken. Hy nam haar by
de hand en de wedloop begon opnieuw.
Weldra zag hy in, dat zy het niet lang zou
uithouden; hy trok daarom zyn jas uit, gaf
ze aan haar en nam haar op den arm, om
haar te dragen. In het eerst wilde zy dat
niet dulden, maar hy droeg haar met zooveel
gemak, dat zy toegaf en zich aan zyn hemds
kraag vasthield; hem zelf aan te roeren, dat
durfde zy niet. Na een poos geloofde zy
genoegzaam uitgerust te zyn, en wilde verder
loopen.
Hy zette haar neer, hing zyn jas over het
geweer en nu ging het weer voorwaarts. Bij
de beek rustten ze een oogenblik vóór zy
dronk. Toen zy zich oprichtte, lachte by en
keek haar aan. „Gy zyt een lief, aardig kind!"
De schemering viel reeds, toen zjj by de
hut aankwamen. Zy zochten Mildrid tever
geefs, zoowel daar als by den rotswand; hun
roepen stierf weg in de verte en beiden
schrikten, toen Hans bemerkte, dat de bond
snuffelde aan iets, dat hy gevonden had. Daar
gekomen, zagen ze, dat het een doek was,
die aan haar toebehoorde. Hans gaf terstond
den bond een teeken, dat hy de bezitster er
van moest opzoeken, en het dier snelde vooruit.
Zy volgden hem over den rotskam naar de
andere zyde, dus in de richting van het dal,
waar Tingvold lag. Zou zy naar huls gegaan
zyn? Beret vertelde van haar onvoorzichtige
vraag en de gevolgen daarvan en Hans ant
woordde, dat hy het nu wel begreep! Beret
kon haar tranen niet weerhouden. Zouden ze
haar volgen? Baret riop: „Ja, ja!"
Zy wist byna niet wat ze deed. Ze mo68t
nu naar de naastby gelogen hut, om volk te
zoeken ter voorloopigo bewaking van het vee.
Terwyi zy nog daarover spraken en maar
steeds den hond volgden, zagen zy, dat hjj
bleef ^taan en kwispelbtaaitende omkeek. Zy
snelden er been en jawel daar lag Mildrid l
Het aangezicht rustte op den arm en was half
naar de heide gekeerd. Zachtjes naderden zy,
do hond likte baar óe band en wangen, zy
streek met do haDd er over en veranderde
eenigszins van houdiDg, maar ontwaakte niet.
„Stoor haar niet in den slaap," fluisterde
Hans, „en ga heer, om het vee te bergen;
ik hoor de klokjes al 1" Toen Beret wegsnelde,
liep by haar na. „Breng wat eten mee, als gy
terugkomt," fluisterde by; daarop ging hy op
eenigen afstand van de slapende zitten, liet
den hond naast zich liggen, torwyi by hem
den bek vasthield, om hem het blaffen te
beletteD.
Het was een sombere avond; de rotsen
en bergvlakten rondom waren in nevel gehuld.
Overal heersebte diepe stilte; men zag zelfs
geen vogel. Hy vlyde zich op bet gras neer,
terwyi hy den bek van den hond nog steeds
vasthield. Wat zy zouden afspreken, als
Mildrid ontwaakte, daarover was hy het
6poedig eens met zichzelf. Helder en onbewolkt
lag de toekomst voor hem; onbezorgd zag
hy omhoog naar den hemel. Hy wist, dat hun
ontmoeting een wonder wasGod Zelf had
hun gezegd, dat zy hand aan hand door het
levon moesten gaan.
(Wordt vervolgd